9 Landbouw- en Visserijraad 18 maart 2019

Aan de orde is het VAO Landbouw- en Visserijraad 18 maart 2019 (AO d.d. 13/03).

De voorzitter:

Aan de orde is het verslag algemeen overleg Landbouw- en Visserijraad. Er hebben zich vijf Kamerleden ingeschreven, maar slechts twee daarvan hebben om spreektijd gevraagd. Als eerste is het woord aan mevrouw Ouwehand namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. We hebben inderdaad een algemeen overleg gehad. We hebben twee moties ter afronding daarvan.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Unie in de afgelopen drie jaar 71,5 miljoen euro heeft gestoken in de promotie van vlees en daarnaast nog eens 63 miljoen euro in de promotie van zuivel- en kaasproducten;

constaterende dat de EU daarmee belastinggeld spendeert aan de bevordering van dierenleed, klimaatverandering en verlies van biodiversiteit;

van mening dat de promotie van vlees en zuivel op kosten van de belastingbetaler moet stoppen;

verzoekt de regering zich in te spannen om een einde te maken aan de Europese subsidies op vleesreclames,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1162 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister van LNV voorziet dat er mogelijk een generieke korting moet plaatsvinden op de fosfaatrechten in de melkveehouderij om de uitzondering die Nederland heeft op de Nitraatrichtlijn (de derogatie) te behouden;

constaterende dat het uitblijven van tijdige maatregelen om de melkveestapel binnen de perken te houden heeft geleid tot het vervroegd gedwongen afvoeren van 190.000 koeien naar de slacht, mét compensatiesubsidies uit de schatkist, te weten het fosfaatreductieplan en de invoering van het fosfaatrechtenstelsel;

van mening dat dieren niet nogmaals mogen worden opgeofferd vanwege een afwachtende houding van de overheid;

verzoekt de regering niet nogmaals het risico af te wentelen op de dieren en zo snel mogelijk beperkingen te stellen aan de fok en de aanvoer van dieren om de omvang van de melkveestapel tijdig en diervriendelijk terug te brengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1163 (21501-32).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw Lodders namens de VVD.

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter, dank u wel. De minister kwam aanrennen, zag ik. Ik maakte al complimenten over de jurk. Toevallig kreeg ik net een appje binnen met een foto: de prijs van Agrarisch Ondernemer 2019 is uitgereikt. Fijn dat de minister hier kan zijn en heel fijn dat zo'n prijs aan een heel mooi bedrijf is uitgereikt.

Voorzitter. Vanavond gaat het over de LNV-Raad. Daar hebben we een debat over gevoerd. Ik heb één motie. Tijdens het debat hebben een aantal collega's, onder wie in ieder geval de heer Futselaar, en ik aangegeven dat wij het van belang vinden dat de Kamer betrokken is bij het opstellen van het Nationaal Strategisch Plan. Dat is enerzijds gelegen in het feit dat het de eerste keer is dat we zo'n instrument in gang zetten. Een ander belangrijk argument waarom de Kamer daarbij betrokken moet zijn, is dat het Nationaal Strategisch Plan een heel aantal doelstellingen weergeeft, net als de wijze waarop we die doelstellingen gaan halen.

De motie, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat lidstaten vanuit de voorstellen van de Europese Commissie voor het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid verplicht zijn een Nationaal Strategisch Plan op te stellen;

overwegende dat het Nationaal Strategisch Plan een nationale strategie is waarbij zowel nationale als regionale beleidsprioriteiten worden nagestreefd;

constaterende dat in de huidige opzet van de organisatie en het governanceprogramma de Tweede Kamer geen formele rol heeft bij het tot stand brengen van het Nationaal Strategisch Plan;

verzoekt de regering de Tweede Kamer op verschillende momenten te betrekken bij het tot stand brengen van het Nationaal Strategisch Plan en het plan voor het goedkeuringsproces bij de Europese Unie ter goedkeuring voor te leggen aan de Tweede Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Lodders, Futselaar, Geurts, De Groot en Dik-Faber.

Zij krijgt nr. 1164 (21501-32).

Kan de minister gelijk antwoorden? Ze wil nog een paar minuten overleg, zo te zien. Nee, geen overleg, maar ze moet wel een exemplaar van de motie hebben. En één van de antwoorden, hoor ik haar zeggen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister van Landbouw en Visserij.

Minister Schouten:

Dank u wel, voorzitter. De motie op stuk nr. 1162 van mevrouw Ouwehand vraagt mij om me in te spannen om een einde te maken aan de Europese subsidies voor vleesreclames. De EU heeft verschillende promotiecampagnes, bijvoorbeeld voor brood, maar ook voor andere zaken die allemaal heel erg belangrijk zijn. De Commissie bepaalt zelf welke campagnes worden gevoerd. Ik vind dat dat ook gewoon moet kunnen. Ik ontraad deze motie daarom.

In de motie op stuk nr. 1163 preludeert mevrouw Ouwehand al op een korting. Ik heb ook al in het debat aangegeven dat ik dat erg voorbarig vind. Ik heb ook gezegd dat de definitieve cijfers pas rond de zomer bekend worden gemaakt. Ik ontraad daarom ook deze motie.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Even voor de Handelingen. De minister zegt nu dat ik preludeer op een korting, maar de minister heeft zelf gezegd dat een generieke korting niet onmogelijk is. Zij heeft de melkveehouderij daar zelf voor gewaarschuwd. Op basis daarvan heb ik de motie ingediend. Ik vind het niet fair dat er dan tegen een partij die daarop doorpakt, wordt gezegd: u preludeert. De minister heeft zelf gewaarschuwd voor die generieke korting.

Minister Schouten:

Ja, maar ik heb met twee woorden gesproken. Ik heb daarbij gezegd dat de definitieve vaststelling rond de zomer gaat plaatsvinden. Ik heb ook gezegd dat het belangrijk is om alert te blijven, maar ik heb niet gezegd dat er al een korting gaat komen. Mevrouw Ouwehand wil daar wel op vooruitlopen, dus vandaar.

Dan de motie op stuk nr. 1164 van mevrouw Lodders. In die motie wordt de regering verzocht om de Kamer op verschillende momenten te betrekken bij de totstandkoming van het Nationaal Strategisch Plan en om het ook ter goedkeuring aan de Kamer voor te leggen. De Kamer ontvangt eind april een brief over de contouren van mijn inzet bij het Nationaal Strategisch Plan, zodat ze daar voor de stakeholdersconferentie naar kan kijken. Na de stakeholdersconferentie krijgt de Kamer daar een verslag van. Ik heb aangegeven dat ik de Kamer ook zal informeren tijdens het proces. We moeten met elkaar goed bekijken op welke momenten dat precies zal zijn. We moeten dat even goed vaststellen met elkaar. Ik zal de Kamer ook op de hoogte brengen van het concept vóór de indiening bij de Europese Commissie. Ik zit een heel klein beetje met de term "goedkeuring". Het is wat juridisch. Er zit een wat staatsrechtelijke component aan, want ook de provincies stemmen in met een Nationaal Strategisch Plan. Ik kan niet zeggen dat de Kamer ook dat provinciedeel kan goedkeuren. Zo liggen de verhoudingen nu eenmaal niet. Maar als ik de motie zo mag verstaan dat wat de Kamer goedkeurt ook hetgeen is wat in het plan zit in totaal, dan ... Ik kan de Kamer niet iets goed laten keuren waarvoor de bevoegdheid bij de provincies ligt. Hoe de provincies dat dan invoeren, dat ... Ik begrijp wel hoe mevrouw Lodders dit bedoelt op het geheel. Als ik het zo mag uitleggen, dan laat ik het oordeel over de motie aan de Kamer.

Mevrouw Lodders (VVD):

Dat lijkt me de juiste uitleg. Het is niet mijn bedoeling, en met mij ook niet die van de medeondertekenaars, dat we goedkeuring moeten geven aan de bevoegdheid van anderen. Maar wij willen graag in deze Kamer besluiten kunnen nemen over het onderdeel waarin het met name om de nationale taken gaat.

Minister Schouten:

Helder. Zo bedoelde ik het ook. Dan kan de motie oordeel Kamer krijgen.

De voorzitter:

Dank u wel.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We zullen dinsdag stemmen over de moties.

De vergadering wordt van 19.12 uur tot 19.19 uur geschorst.

Naar boven