Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 68, item 7 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 68, item 7 |
Aan de orde is het debat over de Europese top en de brexit.
De voorzitter:
Aan de orde is het debat over de Europese top en de brexit. Ik heet de minister-president van harte welkom. Ik geef de heer Omtzigt namens het CDA het woord. De heer Omtzigt heeft even geruild met mevrouw Buitenweg.
De heer Omtzigt (CDA):
Voorzitter, even een punt van orde. Wij hadden om antwoorden gevraagd op Kamervragen over het keurpunt levend vee. Er is een aangenomen Kamermotie waarin staat dat wanneer de brexit er is, er een manier is om vee — maar ook vleesproducten en andere producten, zoals tomaten en dergelijke — te keuren, zodat ze geëxporteerd en geïmporteerd kunnen worden. Als dat er niet is, dan heeft onze agrarische ex- en import een groot probleem. Daarom zou ik willen vragen — het is nog steeds een punt van orde — wanneer de regering die vragen gaat beantwoorden en wanneer het keurpunt er is.
De voorzitter:
Tijdens de regeling om 13.45 uur ...
Minister Rutte:
Vanmorgen om 10.15 uur zijn er antwoorden op Kamervragen naar de Kamer verzonden, maar ik dacht dat die over Italië gingen en over een ander onderwerp.
De voorzitter:
Ja, dat klopt.
Minister Rutte:
En over de brexit. Maar het keurpunt zegt me even helemaal niks. Die vragen liggen dan misschien bij LNV.
De voorzitter:
Ja. Meneer Omtzigt.
De heer Omtzigt (CDA):
Ik verzoek de regering dan om die vragen in de eerste termijn mee te nemen, zodat er een antwoord op komt. Want als er geen keurpunt is, dan hebben we een groot probleem. Ik kom daar zo op terug.
Voorzitter. Dan begin ik nu met mijn termijn. De brexit is chaotisch. Het Britse parlement zegt "nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee" en we weten niet waar we wel uitkomen. De zorgen zijn groot en daarom ga ik een aantal punten langs om te bezien of wij voorbereid zijn op een harde brexit. Maar natuurlijk hoop ik dat de regering helpt die te vermijden.
Eén: het Europees regelen van een verlenging van certificaten van medicijnen en hulpmiddelen. Bij derivaten doen we zo'n uitstel en bij de luchtverkeersleiding ook. Hoe doen we dit bij levensreddende medicijnen? Het zou Europees of Nederlands geregeld worden. Graag willen we weten of het plan om dit te doen Europees klaarligt, zodat er niemand overlijdt omdat er geen hulpmiddelen beschikbaar waren.
Twee: de uitwisseling van politie en justitie. De normale uitwisselingen binnen Europa eindigen bij een harde brexit. Dan hebben we dus een probleem met de samenwerking van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. De realtime-informatie-uitwisseling met Groot-Brittannië, bijvoorbeeld via het Schengeninformatiesysteem, zou in gevaar kunnen komen. Zijn er voldoende bestaande multilaterale verdragen, zodat Nederland in alle gevallen waarin het nu realtime informatie kan krijgen over misdaden en terrorisme, dat ook kan na een harde brexit?
De heer Anne Mulder (VVD):
Ik heb een punt van orde. Ik zeg vooraf dat deze vragen van de heer Omtzigt over keurpunten en medicijnen en de justitiële samenwerking terecht zijn. Maar we hebben in de commissie voor Europese Zaken afgesproken dat we deze vragen bij de vakcommissies laten. Daarom hebben we al die ministers ook niet uitgenodigd.
De voorzitter:
Wat is het punt van orde?
De heer Anne Mulder (VVD):
We kunnen die vragen natuurlijk aan de minister-president stellen en de vragen zijn belangrijk. Maar eigenlijk horen ze thuis in een vakcommissie en bij de desbetreffende ministers.
De voorzitter:
Dan heeft u uw punt van orde gemaakt.
De heer Omtzigt (CDA):
Voorzitter, ik heb gisteren bij de regeling aangekondigd dat ik deze vragen zou stellen.
De voorzitter:
Goed. Gaat u verder.
De heer Omtzigt (CDA):
We bekijken hier wat er bij een harde brexit gebeurt. Ik heb er groot vertrouwen in dat de minister-president zijn best doet om die te voorkomen. Maar dat ligt ook aan wat er met de regeringsleiders gebeurt. Ik ben heel benieuwd wat hij daarop gaat antwoorden. Ik wil weten hoe we aan deze kant op de zaken voorbereid zijn.
De voorzitter:
Gaat u verder.
De heer Omtzigt (CDA):
Voorzitter. Ik heb het net al gehad over de grote problemen bij de NVWA. Die gaan over het keurpunt. Als er geen goedgekeurd keurpunt is, dan kunnen levende dieren en bepaalde vlees- en andere landbouwproducten zeer beperkt of waarschijnlijk zelfs niet geïmporteerd en geëxporteerd worden. Frankrijk bouwt een groot keurpunt in Calais. Wij hebben dat niet. Mag ik ervan uitgaan dat dit geregeld is vóór een harde brexit?
Ik zou ook graag willen weten of de knelpunten bij Schiphol opgelost zijn.
Wat betreft de financiële markten: een harde brexit maakt het risico op een verstoring van de kapitaalmarkten groter. De kapitaalmarkten van de EU en het VK zijn nauw met elkaar verweven. Partijen uit het VK verliezen abrupt de markttoegang en vice versa. Dat leidt tot ernstige verstoringen van het effectenverkeer en tot de inperking van grensoverschrijdende dienstverlening. Het is volgens de AFM mogelijk dat Nederlandse financiële ondernemingen bijvoorbeeld niet meer voldoen aan de vergunningseisen als zij diensten hebben uitbesteed aan Britse instellingen. Dit mag namelijk alleen aan ondernemingen in een zogenaamd "equivalent verklaard toezichtregime". Bij een harde brexit is het VK niet meer zo'n toezichtregime. Dat kan vooral gevolgen hebben voor de grote Nederlandse vermogensbeheerders. Is dit in beeld of hebben we hier een enorm probleem met onze pensioenfondsen te pakken?
Voorzitter. Ik kom terug op de Europese top en op het klimaat. De Raadsconclusies bevatten geen enkel concreet percentage voor CO2-reductie. Naar verluidt liggen Duitsland en de Visegrádlanden dwars. Het lijkt erop dat de Europese ambities behoorlijk uit de pas gaan lopen met de ambities van dit kabinet. Wanneer verwacht de premier concrete Europese Unieklimaatdoelstellingen? En welke klimaatplannen verwacht hij in de tussentijd van omliggende landen? Hebben we dezelfde doelstellingen met CO2-reductie in 2030 en 2050?
Mijn complimenten voor deze regering dat er op 20 en 21 juni in Europa een conferentie gehouden wordt over een gezamenlijke vliegbelasting. Want hoe je vliegen belast, is nou een voorbeeld van iets wat je het best met z'n allen op een gelijke manier kunt doen. Dat de Nederlandse regering daar het initiatief toe neemt, is alleen maar goed.
Voorzitter. Dan kom ik op Italië. De koers van de Italiaanse regering blijft levensgevaarlijk. Er is een te groot tekort, geen groei en nu zelfs een recessie. We wachten op de Italiaanse begrotingscijfers. Mijn gok is: ze zullen meer dan 3% tekort hebben en ze zullen miljarden uit het lood lopen. Italië heeft een giftig bankenstelsel. Er ligt een motie-Omtzigt om de berekeningen waarop de Europese Commissie deze begroting op miraculeuze wijze heeft goedgekeurd, openbaar te maken. De regering zei: we gaan een brief schrijven als het Euro-WOB-verzoek ertoe leidt dat die berekeningen niet openbaar worden gemaakt. Ik zal de regering eraan houden dat onmiddellijk te doen. Maar vandaag heb ik de volgende vraag aan de premier: denkt hij dat de risico's in het bankenstelsel van Italië aan het afnemen of aan het toenemen zijn en hoe beperkt hij de risico's van Italië?
Tot slot, één zin over de Chinatop die eraan komt. Wanneer verwacht de Nederlandse regering de gezamenlijke aanpak van de veiligheid van 5G-netwerken? Heeft de Raad Italië aangesproken op de vergaande deal die het land met China gemaakt heeft?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Omtzigt. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Buitenweg, namens GroenLinks.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Constitutioneel was het wel een hele bijzondere vertoning, gister in het Britse parlement, maar inhoudelijk heeft het geen oplossing naderbij gebracht. Wel is duidelijk dat een grote meerderheid van het Britse parlement geen harde brexit wil. Dat willen wij ook niet, en toch is dat nog steeds een reëel scenario en dat is eigenlijk waanzinnig.
Laat ik eerlijk zijn, ook ik heb de afgelopen maanden weleens gedacht, bij het zien van al dat gedonder: good riddance, maar we mogen ons niet door emotie laten leiden. Ik hoor het woord "vernedering" heel erg vaak. Vernedering van premier May die in een zijkamertje moet wachten op de overige regeringsleiders. Vernedering van het Britse volk, door het onvermogen van de eigen politici. Maar vernedering heeft in de geschiedenis nog nooit iets goeds gebracht.
Als er een harde brexit komt, hebben ook wij verloren. Mijn fractie is daarom blij dat de Europese top enige ruimte heeft geschapen, door een verlenging tot de Europese verkiezingen mogelijk te maken, mits de Britten morgen instemmen met May's deal, of anders voor 12 april met een ander plan komen, "a cunning plan", zou Blackadder zeggen.
Maar wat nu als de uitkomst van die Britse flipperkast is dat er verkiezingen of een referendum komen? In mijn ogen moeten we dan toch ook op de een of andere manier ruimte scheppen. Ik wil daar graag een reactie op van de premier. Tegelijkertijd snap ik heel goed dat een verlenging geen moedeloze herhaling van zetten moet worden, maar dan wat meer uitgesmeerd over de tijd. Daar wordt niks beter van. Er moet ook meer zuurstof in de onderhandelingen komen, of meer eieren in het mandje. We moeten veel meer praten over die toekomstige relatie tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk, zodat er ook een perspectief is en langzamerhand ook een idee over wat zo'n scheidingsakte dan gaat brengen.
Dan China. Ik ben blij dat het niet helemaal van de agenda is gevallen, met alle aandacht voor de brexit. Volgens de Europese Commissie is China een partner van de Europese lidstaten maar ook een systeemrivaal; een rivaal die staat voor een ander model van de economie en het leven, met een ander mensbeeld. Wat vindt de premier van deze kwalificatie?
Met een systeemrivaal doe je niet zomaar zaken. Je moet dan echt heel goed oog hebben voor de gevolgen daarvan. Is er goed zicht op hoeveel China in Europa investeert? In Nederland doen we aan investment tracking en maken we analyses, zodat we kunnen beoordelen of we dat allemaal nog wenselijk vinden. 35% van de grootste containerterminal van de Rotterdamse haven, de halve Europese nucleaire afvalverwerking en een deel van de Britse kerncentrale Hinkley Point zijn in handen van de Chinezen. Is dat verstandig? Wat zijn de ankerpunten van de premier?
De premier zei vorige week dat de EU zich eensgezind en zelfbewust moet opstellen; de EU is een krachtig handelsblok en dat moeten we als machtsmiddel inzetten. Daar ben ik het helemaal mee eens, maar ondertussen hebben 16 Midden- en Oost-Europese landen contracten met China, sluit Italië een memorandum en ontving Nederland vijf maanden geleden de Chinese premier en is er voor 8,5 miljard euro aan contracten getekend. Wanneer zijn volgens de premier afspraken en investeringen niet meer complementair aan EU-beleid? Ik wil graag wat beleidslijnen en ook wat voorbeelden daarvan.
Afgelopen week kwam de Commissie met aanbevelingen ten aanzien van 5G. Alle lidstaten moeten in hun eigen land een risicobeoordeling maken en daarna komt er een gezamenlijke toolbox van mogelijke maatregelen. Heel duidelijk werd het me niet. Wat betekent dit nu concreet voor de Nederlandse besluiten over 5G? Wat betekent dit voor de planning om in 2020 5G in Amsterdam te hebben en voor de verdere uitrol? Ik begrijp dat KPN met Huawei in zee wil gaan voor 5G. Wat is de regie van het kabinet? Het idee was dat er een Chinese strategie zou komen van het kabinet, volgens mij met het idee om proactief te handelen, maar dat lijkt vooral een soort postactief handelen, als die Chinastrategie nog veel langer op zich laat wachten.
Ten slotte over de mensenrechten. Het kabinet zegt te hebben opgeroepen om mensenrechten op te brengen tijdens de top. Wat was de reactie op die oproep? Is er concreet gesproken over de toon die de EU zal aanslaan? En merkt de minister-president iets van het tegenstribbelen van EU-landen die liever zouden zwijgen? In hoeverre heeft dit te maken met de banden die sommige landen in de afgelopen maanden wat meer hebben aangetrokken met China?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Buitenweg. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Raan namens de Partij voor de Dieren.
De heer Van Raan (PvdD):
Voorzitter, ik weet dat het niet gebruikelijk is om naar de tribune te verwijzen, maar daar zitten twee collega's van mij en een klas. Dat is wel even aardig om te melden. Hallo, klas en collega's.
De voorzitter:
Van harte welkom. U ook, hoor.
De heer Van Raan (PvdD):
Voorzitter, bedankt dat dit even kon.
De brexitdeal die in november door de EU-27-onderhandelaars aan hun opdrachtgevers is gepresenteerd, is niet levensvatbaar gebleken. De enige reden waarom we nu nog niet over de gevolgen van een no deal spreken, is dat de brexit twee weken is opgeschoven. De kans is groot dat we hier over twee weken weer staan. De uittredingsovereenkomst heeft de belangen van de EU-27 in voldoende mate beschermd. Immers, van onze kant is er nauwelijks een wanklank te horen geweest. Maar in Groot-Brittannië heeft de deal geleid tot grote politieke instabiliteit. Het probleem van de Ierse grens is bij een no deal natuurlijk niet opgelost met een harde grens op het Ierse eiland. De grens op het Ierse eiland was nu juist de belangrijkste reden voor de backstop met een grens in de Ierse Zee. Die backstop is weer een onacceptabele sta-in-de-weg voor veel Britse parlementariërs. Een klassieke catch 22.
Voorzitter. Waar twee onderhandelen, hebben ook twee verantwoordelijkheid. Vorige week zette president Tusk de verhoudingen voorafgaand aan de Europese top nog maar eens op scherp, door te stellen dat een kort uitstel van de brexit alleen mogelijk zou zijn als het Britse parlement zou instemmen met de uittredingsovereenkomst, terwijl hij exact wist wat er speelde in het Verenigd Koninkrijk. Ik wil graag van de premier horen of Tusk voor zijn beurt heeft gesproken, of dat alle 27 regeringsleiders voor de top al tot een overeenstemming waren gekomen. Heeft onze premier voorafgaand aan de top contact gehad met Tusk? Zo ja, wat heeft de premier met Donald Tusk besproken?
Dat is eigenlijk een terugkerend probleem: de politieke top van de EU ziet zichzelf als een geschenk uit de hemel en de federale staat als enige logische weg voorwaarts. Als een lidstaat uit de EU wil stappen, zet die Europese elite de hakken in het zand. Is de premier het met de Partij voor de Dieren eens dat de verklaring van Tusk een klassiek staaltje van Europese machtspolitiek is geweest en dat deze machtspolitiek precies is waar de Britten en veel andere Europeanen tabak van hebben? Of vindt de premier het acceptabel dat een ongekozen voorzitter van de Europese Raad aan gekozen volksvertegenwoordigers opdraagt welke keuze ze dienen te maken. Graag een reactie.
Voorzitter, een positieve noot. Ondanks dat de Britten het ook niet over alles eens zijn, zijn voor- en tegenstanders het er in ieder geval over eens dat de brexit een zegen kan zijn voor de Britse landbouw. Het is namelijk de snelste manier om uit het verstikkende gemeenschappelijk landbouwbeleid te komen. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft gefaald. Ook in Groot-Brittannië heeft het GLB, zoals het heet, precies het tegenovergestelde bewerkstelligd van wat het beoogt: onder andere uitputting van landbouwgrond, grondspeculatie, noem maar op.
Voorzitter. Net als de Partij voor de Dieren hebben andere partijen, onder andere het CDA, zich inmiddels zorgen gemaakt over het lot van de dieren. We hebben schriftelijke vragen voorbij zien komen. De afschuwelijke internationale diertransporten dreigen nu voor nog groter leed te zorgen. Het is inmiddels duidelijk dat de NVWA niet in staat is gebleken om voldoende mensen aan te nemen. Waarschijnlijk hebben de Britten met vergelijkbare problematiek te maken.
Op school zou ik nu tegen de premier zeggen: hou eens op met op je toestel te kijken.
De voorzitter:
Nee, meneer Van Raan, geef een goed voorbeeld aan uw leerlingen op de publieke tribune.
De heer Van Raan (PvdD):
Dank u wel, voorzitter.
Wat betekent het voor de vele dieren die wij naar het Verenigd Koninkrijk exporteren? Graag een antwoord van deze premier. Ik wil hier nogmaals pleiten voor een gedeeltelijk fokverbod, een zodanige fokbeperking dat de dieren die we naar het Verenigd Koninkrijk exporteren, überhaupt niet geboren worden, om vreselijke noodslachtingen te voorkomen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Raan. Over het algemeen is meneer Van Raan wel vriendelijk hoor, zeg ik tegen de leerlingen.
Dan ga ik nu naar mevrouw Leijten namens de SP.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Het vertrek van het Verenigd Koninkrijk houdt de gemoederen bezig in Londen en Brussel maar ook in alle andere hoofdsteden, of in dit geval onze hofstad. In november voorspelde ik al dat de deal met die gedwongen noodsituatie waarbij Noord-Ierland anders behandeld wordt dan de rest van het Verenigd Koninkrijk, een groot obstakel zal worden. Toch houden de overgebleven landen binnen de Europese Unie hieraan vast. Zonder zicht op een toekomstige relatie is deze noodmaatregel een graat in de keel van velen. En ik begrijp dat wel. Het is alsof wij zouden beslissen uit de Europese Unie te stappen en gezegd wordt: we houden Brabant toch nog maar eventjes. Niet dat ik overigens wil dat we er uitstappen. En Brabant wil ik zeker bij Nederland houden.
Er is nu besloten tot een verschuiving van de deadline met twee weken, in de hoop dat het Lagerhuis wel zal instemmen. Maar wat als dat niet lukt? Is er ook gesproken over welke beweging de overgebleven landen van de Europese Unie kunnen maken? Kan er iets gezegd worden over die toekomstige relatie? Kan die noodmaatregel met die grens bijvoorbeeld gemaximeerd worden? Zijn er ook landen die hier dwarsliggen op het hier ruimte geven?
Zoals de minister-president zegt geeft hij uitvoering aan de motie-Verhoeven die vanuit het parlement enige ruimte geeft aan de regering, maar we weten ook dat in september op de informele top in Salzburg Macron op zeer harde wijze de deur dichtgooide naar een voorstel dat May in de zomer had gedaan. Toen ik de minister-president vroeg naar wat daar is gebeurd, zei hij dat dit "inflammatory" was geweest, wat in goed Nederlands opruiend betekent. Is de heer Macron weer opruiend bezig geweest de afgelopen top, zou ik willen vragen. Ik zou ook wel een reactie willen van de minister-president op wat de belangenorganisatie van de EU-burgers, The 3 Million, naar voren heeft gebracht. Zij zeggen: onze belangen worden gewoon ingezet als ruilmiddel. En ik zie dat wel. Ik zie dat eigenlijk ook als het gaat om bijvoorbeeld het willen accepteren van patenten van geneesmiddelen en hulpmiddelen. Ook daar worden de belangen van mensen ingezet als ruilmiddel. Vindt de minister-president dat we er fraai op staan op die manier? De scheiding verloopt al uitermate moeilijk. Je kan blijkbaar niet uit de Europese Unie als een bevolking daartoe besluit. Hoe wijs of onwijs ik dat besluit ook vind, dat is nou eenmaal de uitkomst van het referendum geweest. Vervolgens worden de belangen van mensen ingezet om vooral de sfeer en de gemoederen zo hoog mogelijk te laten oplopen.
Terwijl iedereen zijn handen vol heeft aan het beschamende schaakspel rond de brexit grijpt huidig voorzitter Roemenië deze gelegenheid aan om de export-WW erdoorheen te duwen. Afgelopen dinsdag hebben we een debat gehad met minister Koolmees. Hij weigerde de handschoen op te pakken om het aan te vechten en om aan de noodrem te trekken. Een dag later kwam het nieuws dat het was uitgesteld maar nu horen we dat Roemenië het er morgen doorheen wil drukken. Nou wil ik graag dat deze minister-president alsnog in actie komt. Want we weten dat op het moment dat je een WW van €1.200 meekrijgt er geen enkele stimulans is om in Polen voor een baan van €600 werk te gaan zoeken. Is hij bereid alsnog aan die noodrem te trekken? Ik zal hiervoor een motie indienen en dan zullen we er vandaag over moeten stemmen als de minister-president dat niet gewoon toezegt.
Dan nog het bericht dat gisteren besloten is om het oppikken van migranten op zee te staken. En over zes maanden wordt er eens gekeken wat er dan nodig is. Dat is wrang, want nu is alleen de Libische kustwacht nog over en we weten dat die mensen direct terugstuurt naar de detentiecentra waarvan minister Kaag heeft gezegd dat die eigenlijk dicht zouden moeten vanwege de mensenrechtenschendingen. Dit is in strijd met het Vluchtelingenverdrag, want dat verbiedt het om mensen terug te sturen naar onveilige landen. Ik vind het werkelijk niet passen. We komen geen stap verder op dit dossier maar we stoppen wel reddingsoperaties. De SP zegt: we moeten de grondoorzaken aanpakken waarom mensen migreren. We moeten het mogelijk maken dat er al op het Afrikaanse continent een asielprocedure aangegaan wordt, maar stoppen met het redden van mensen terwijl je niets in handen hebt om ook maar iets te doen aan die migratie, vind ik werkelijk de schande van deze tijd.
En dan nog één vraag, voorzitter, als u mij dat toestaat. Die gaat over de aangekondigde Chinatop. Mevrouw Buitenweg had er al een uitgebreider verhaal over. Ik vind het niet uit te leggen. Aan de ene kant hebben we het over "het grote gevaar van China", en deze minister-president heeft het erover dat "we machtiger moeten worden als Europa". En tegelijkertijd sluiten Italië, Nederland, Frankrijk en de oostelijke leden van de Europese Unie voor miljarden handelsakkoorden met de Chinezen ...
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
... en Griekenland wordt zelfs gedwongen om z'n haven te verkopen. Dat is met elkaar in tegenspraak.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Asscher namens de PvdA.
De heer Asscher (PvdA):
Voorzitter. Ik spreek eerst over het drama in het Verenigd Koninkrijk: de brexit. We hebben gezien dat het parlement daar "nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee" zei. Daar is een uitdrukking voor in het Nederlands: "Ik ben 2 en ik zeg nee!" Dat is wat peuters dan zeggen. En op een gegeven moment moeten ze uit die fase komen, want je komt er nergens mee. Het is buitengewoon onverantwoord gedrag, en ze nemen daarmee risico's met de werkzekerheid en de inkomens van miljoenen Britten, van heel veel Nederlanders en van heel veel andere Europeanen. Het is volkomen onverantwoord, en ook echt tragisch om te zien.
Ik wil daar graag aan toevoegen: wie flirt met een nexit, pokert met al onze zekerheden. Ik zie dat de PVV er altijd is om die prachtige rol te spelen. De andere partij die flirt met een nexit is er weer niet. Maar het is echt levensgevaarlijk als je kijkt naar hoe je dan omgaat met de belangen van je land.
Die belangen dreigen geschaad te worden, bijvoorbeeld de belangen van de Nederlandse burgers in het Verenigd Koninkrijk en andersom. Wij doen mee aan een initiatiefwet van D66 om de positie van die Nederlandse burgers veilig te stellen. Ik wil daar graag een reactie op van het kabinet, want ik denk dat het helaas echt nodig is om dat met grote spoed te regelen.
De tweede groep waar we ons zorgen over maken, is de werknemers. Die kunnen getroffen worden door de schok die zal ontstaan als die no-dealbrexit toch plaatsvindt. We hebben in de antwoorden van de regering gezien welke sectoren bij uitstek kwetsbaar zijn: de snijbloemen, het vlees, transport. Maar dan zegt het kabinet dat het "een voorzienbaar risico" is, en daarom is het kabinet niet genegen om extra voorzieningen te treffen. Dat vind ik eerlijk gezegd niet fair. Er worden allerlei voorzieningen getroffen, met name voor de grotere partijen. Waar wij ons zorgen over maken, is wat er kan gebeuren met kleinere bedrijven en met mkb-bedrijven, waar mensen werken die door de schok plotseling hun omzet zullen zien wegvallen. Mij lijkt het beter, en de Partij van de Arbeid pleit daar ook voor, om een fonds te maken en die te vullen met Europese middelen. Daarmee kunnen we dan deeltijd-WW mogelijk maken en bedrijven helpen met noodkredieten, zodat ze die periode kunnen overbruggen en zodat die werknemers hun baan niet kwijtraken. Want het is echt doodzonde als we dat in deze economie zouden laten gebeuren. Dus ik verzoek de premier om daarop te reageren.
De derde groep die geraakt wordt door de brexit is de bankiers. We hebben het betoog gehoord van de baas van een van onze grote banken om nu toch vooral te gaan profiteren van die brexit door onze bonusregels aan te passen. Maar wat de Partij van de Arbeid betreft is de brexit geen verdienmodel. We moeten dat niet willen. We moeten die bedrijven hier niet naartoe willen lokken met belastingvoordelen, en ook niet met bonusregels. Dus ik vraag de premier om een kwalificatie te geven van die uitspraak, want ik vind dat een uitspraak die slecht is voor de reputatie van Nederland. Het Parlement heeft ons niet voor niets op de vingers getikt voor hoe we omgaan met belastingen. Maar dit soort uitspraken, namelijk dat we de bonusregels wel even gaan versoepelen om te profiteren van de ellende van een ander, zijn verkeerd. Ik ben benieuwd naar de reactie daarop van de premier.
Voorzitter. De brexit mag ons niet afleiden van het feit dat er heel veel te verbeteren en te veranderen valt binnen de Europese Unie zoals die nu is. Daar komen ook verkiezingen over aan. Het is belangrijk dat Europa kiest voor een waardegedreven Europa, maar ook voor een sociaal Europa en een progressief Europa. Dat betekent dat je niet gaat concurreren op de meeste flexibele arbeid met de Verenigde Staten, maar dat je ook niet gaat concurreren op lage standaarden met China. Daarom is het belangrijk om bij die EU-Chinatop die eraan komt als leidraad te nemen dat de duurzame ontwikkeldoelen, waar de Europese Commissie zich aan heeft gecommitteerd en Nederland ook, leidend zijn voor eventuele afspraken met China. Ik vraag de premier om daar een toezegging op te doen. Het tweede element, dat mevrouw Buitenweg ook aanstipte, wat voor partij is China? Hoe zit het met de mensenrechten? Hoe precies durven we dat te maken? Het lot van 1 miljoen Oeigoeren die opgesloten zijn; dat wordt ontkend door de Chinezen. We verzoeken aan de premier om aan te dringen om hier onafhankelijk onderzoek naar te laten doen en om dat een onderdeel te laten zijn van het gesprek tijdens die EU-China top. Want een Europa dat gebaseerd is op waarden moet ze uitdragen, intern en extern.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Asscher. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Maeijer namens de PVV-fractie.
Mevrouw Maeijer (PVV):
Voorzitter. Er zijn een hoop dingen die we vandaag de dag nog niet weten. Maar één zekerheid is er wel: morgen is het 29 maart en het is geen brexitdag. Hoe heeft dat kunnen gebeuren? Ik zal het u vertellen. Remainer May werd verantwoordelijk voor het onderhandelen over de voorwaarden voor het vertrek en in Brussel werd zij geconfronteerd met een halsstarrig front met twee gedachten: "We willen de Britten erbij houden en als ze dan tóch vertrekken, laat het dan eens en nooit meer zijn." En Tusk reserveerde zelfs een speciale plek in de hel voor de brexiteers. Het resultaat was een deal die het Verenigd Koninkrijk weliswaar uit de EU-instellingen haalt, maar de Europese Unie niet uit het Verenigd Koninkrijk. Een deal die het land de komende jaren onderwerpt aan de grillen van Brussel. En meerdere stemmingen en een heus inlegvel leverden weinig op. May en Juncker zijn erin geslaagd om de deal voor zo ongeveer iedereen onaanvaardbaar te maken. En zo kon het gebeuren dat een referendumuitslag waar een meerderheid koos voor een exit, zo'n drie jaar later is verworden tot een debat over een nieuw referendum, een no deal, een andere deal, nieuwe verkiezingen, langer uitstel of zelfs afstel.
Voorzitter. De Britse bevolking stemde bijna drie jaar geleden voor het terugnemen van de controle. Zij wilden de controle terug van de Europese Unie. Het Britse parlement nam die zeggenschap op maandag over van premier May. Dat resulteerde in acht keer nee tegen de verschillende opties die ze gisteren zelf op tafel hadden gelegd. En na, naar verluidt, het uitdelen van ridderordes en beloften over geld offert premier May nu in een laatste poging om het akkoord er doorheen te krijgen haar hoofd in ruil voor de steun voor de deal die eigenlijk niemand wil. Naar het lijkt, lopen ook daar te weinig parlementariërs warm voor.
Los van de vraag of dat genoeg is om de tegenstanders te paaien, is het onduidelijk of met een praktisch ongewijzigde tekst en de halsstarrige weigering van de Europese Unie om nog een letter te veranderen er überhaupt een derde stemmingsronde wordt toegelaten. Vandaag kunnen we daar slechts over speculeren.
Voorzitter. Ondertussen gaat men over tot de orde van de dag. Meer Europese Unie. President Macron deed onlangs al een duit in het zakje in een open brief, gericht aan de burgers van Europa. Meer Europese samenwerking is nodig om Europa te redden van de ondergang. Er moet onder andere een Europese klimaatbank komen, een Europese gezondheidsautoriteit en een Europees sociaal vangnet. Gejuich ging op bij D66 en de VVD weigerde een principieel nee.
Alleen de afgelopen weken al ging het hier ook in dit huis over het waanzinnige EU-voorstel, zodat we voortaan nog gemakkelijker onze WW-uitkeringen aan arbeidsmigranten kunnen weggeven. Over een stuk van de Europese Commissie waaruit blijkt dat het Marrakech-pact tóch bindend is, besloot het Europees Parlement tot inperking van het vrije internet en werden onze pulsvissers de nek omgedraaid. Blijkbaar is er niets geleerd in die afgelopen jaren. De trein dendert gewoon verder en als braafste jongetje van de klas weigeren we stelselmatig de weinige middelen die we nog hebben in te zetten en zo zakken we steeds verder het EU-moeras in.
Morgen verloopt de tweejaarstermijn van het beroemde artikel 50 en toch is het morgen geen brexitdag. Want de Europese Raad besloot vorige week tot uitstel.
Voorzitter. Laat uitstel geen afstel zijn. Artikel 50 biedt aan lidstaten de mogelijkheid tot uittreding. Dat moet geen papieren escape zijn, geen Hotel California, geen sekte, maar een echte mogelijkheid tot het verlaten van de club, zodat ook Nederland door middel van een nexit zich in de toekomst los kan maken uit de Europese superstaat.
Tot slot nog een aantal vragen. Klopt het dat er morgen mogelijk opnieuw gedebatteerd en gestemd zal worden over de deal tussen May en Juncker? En wat is de Europese Unie bereid om nog te doen? De heer Tusk hield in het Europees Parlement deze week een pleidooi voor een lang uitstel. Wat verstaat de premier exact onder een lang uitstel? De datum van 1 april werd ook genoemd, 1 april volgend jaar. Ik weet niet of dat een grap is, maar misschien kunnen we daar iets op reflecteren. En tot slot, hoe staat het met de onderhandelingen over de meerjarenbegroting?
Dank.
De heer Anne Mulder (VVD):
Om te beginnen, complimenten aan mevrouw Maeijer, een van de nexitpartijen die hier wel altijd staat om dat punt te verdedigen. Anderen die dat heel hard roepen, die staan hier niet. Tot zover de complimenten. Maar dan even wat mevrouw Maeijer zegt. Volgens mij kunnen de Britten prima uit de Europese Unie. Ze kunnen morgen zonder deal weg zijn! Alleen, wat hebben de Britten nu gezien? Eigenlijk is het niet zo verstandig om zonder deal uit de Europese Unie te gaan. Eigenlijk denken ze nu pas na over wat dat betekent. Mevrouw Maeijer heeft nu bijna drie jaar kunnen gezien hoe de Britten worstelen met brexit en niet kunnen bepalen hoe ze eruit willen. Mijn vraag is dan: is de PVV nog steeds voor een nexit?
Mevrouw Maeijer (PVV):
Voorzitter, mijn antwoord is heel kort: ja. Ik ben blij dat de heer Mulder wederom zijn ontegenzeggelijke waardering uitspreekt voor het feit dat ik hier ben. Dat heeft hij de laatste weken al zeker vijf keer gedaan.
De voorzitter:
Kijk eens aan.
De heer Anne Mulder (VVD):
Je kan ook niks leren van de afgelopen drie jaar van de brexit en dat laat de PVV zien. Ze leren er niks van en ze houden maar vol. Maar complimenten nogmaals dat ze hier staat en die andere partij niet.
De voorzitter:
Dat heeft u gezegd.
Mevrouw Maeijer (PVV):
Wat ik ervan heb geleerd, is iets wat de heer Mulder er ook van had moeten leren. Dat is dat de brexit alleen maar duidelijker maakt dat we zo snel als maar mogelijk de Europese Unie moeten verlaten.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Maeijer. Dan geef ik nu het woord aan de heer Drost namens de ChristenUnie. De heer Drost is afgelopen dinsdag beëdigd en vandaag houdt hij zijn maidenspeech.
Minister Rutte:
Veel onderbreken!
De voorzitter:
Zoals gebruikelijk is in dit huis tijdens een maidenspeech, wordt er niet geïnterrumpeerd.
Minister Rutte:
Hè!
De voorzitter:
Dan geef ik nu het woord aan de heer Drost. Ik zie dat de premier graag wil interrumperen, maar ...
Gaat uw gang.
De heer Drost (ChristenUnie):
Geachte voorzitter. Ik vind het een eer en een groot voorrecht om hier vandaag te mogen staan. Maar allereerst wil ik vanaf deze plaats collega Stieneke van der Graaf heel veel gezondheid en voorspoed toewensen voor de tijd die voor haar ligt.
Voorzitter. Ik zou mijn inbreng in uw Kamer willen beginnen aan de hand van drie facetten uit het leven en werk van een in ons land en in Europa zeer bekend theoloog, filosoof en schrijver uit het begin van de zestiende eeuw. Ik heb het over Desiderius Erasmus van Rotterdam. Naar hem zijn scholengemeenschappen, een Europees onderwijsprogramma, straten en bruggen, een academisch ziekenhuis en een universiteit vernoemd.
Het eerste facet. Erasmus was een diepgelovig en zeer devoot christen. Sterker nog, dat was de basis van zijn leven en werk. Dat was wat hem vormde en hoe hij alles om hem heen bezag en bestudeerde. Zo las hij klassieke filosofen en zo schreef hij zijn boeken en brieven. Of zoals hij het zelf zei: "Want dit is het uiteindelijke doel waarvoor de mens geschapen is: om zijn Schepper, Verlosser, Heerser en Weldoener te kennen, lief te hebben en met gezangen te loven." Deze basis zorgde er bij Erasmus voor dat hij goed leven als een persoonlijke verantwoordelijkheid voor ieder mens zag, van koning tot landbouwer, van geestelijke leek. Niet wijzen naar de ander, maar beginnen in je eigen hart. Is mijn oogmerk wel zuiver? Heb ik het beste voor met de mensen om me heen?
Het tweede aspect, voorzitter, dat me raakte toen ik een aantal werken van Erasmus las, was de manier waarop hij het debat aanging. Erasmus verstond de kunst om ondanks een scherp meningsverschil toch te zoeken naar de intentie achter wat de ander bewoog om tot een standpunt te komen, om dan dat innerlijke motief ook te benoemen en te vergezellen van een suggestie hoe iets nog beter zou kunnen. Ter illustratie en in parafrase: het is niet verkeerd om zo veel van je land te houden dat je er zelfs het verlaten van de Europese Unie voor over hebt om het nog mooier te maken. Maar was het niet nog beter, nog meer tot opbouw van de natie geweest als al die tijd en energie was gestoken in het verder uitbannen van armoede en uitbuiting van mensen, bijvoorbeeld? Ik denk dat het winst zou zijn als we in ons land weer iets meer bereid zouden zijn om het goede in de ander te zien en dat ook te benoemen, en op die manier blijk te geven van het echt oog hebben voor elkaar.
Het derde punt, voorzitter, is het continu pleiten van Erasmus voor vrede en samenwerking tussen volkeren, voor barmhartigheid en voor mededogen. En daarmee sla ik de brug naar het debat van vandaag, want Erasmus legde met dat streven de basis voor de Europese Unie, zoals wij die nu kennen. Want dezelfde geest dreef ook Robert Schuman toen hij op 9 mei 1950 zijn beroemde verklaring voorlas, die de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal markeerde. Niet als een opportunistische samenwerking op economisch vlak, maar als een gemeenschap van volkeren die zochten en zoeken naar duurzame vrede en verzoening: een unieke stap in onze geschiedenis. Daar zit vooral de pijn van brexit: in het feit dat een van de inbrengers van die vrede en samenwerking er nu voor kiest om de band te verbreken die we zo bewust gelegd hadden. Dat is dan ook de reden dat de ChristenUnie blijvend pleit voor een softe brexit. Als een van de partners het huwelijk opzegt, is het zaak om de scheiding zelf op een goede manier te regelen maar er ook voor te zorgen dat daarna zo snel mogelijk weer een verstandige relatie overblijft.
De gebeurtenissen van de afgelopen weken leidden bij ons dan ook tot de volgende vragen aan de minister-president. Hoe schat de regering inmiddels de kans op een no-dealbrexit? Of zijn de kansen op een softe brexit juist toegenomen? Ziet u nog manieren om vanuit Europese kant het proces in de gewenste richting te sturen? Is de regering met ons van mening dat het van groot belang is dat we nu al vooruitkijken naar de nieuwe en goede vervolgrelatie met Groot-Brittannië en dat het dus van belang is in de onderhandelingen over de uiteindelijke scheiding die flexibiliteit te tonen die daarvoor een goede basis legt?
Ik sluit graag af, voorzitter, met een laatste quote van Erasmus. "Intussen moet je je eerzucht laten varen en je koppige wil om te winnen, je voorkeuren laten gaan net als je persoonlijke vetes, het oorverdovende geschreeuw van waanzinnige ruzie moet zwijgen en uiteindelijk moet de vrede brengende waarheid oplichten. Laat het mededogen erbij komen, zodat beide partijen elkaar iets toegeven, iets wat nodig is voor eenheid."
Dank u.
(Geroffel op de bankjes)
De voorzitter:
Ontzettend bedankt, meneer Drost, voor deze mooie toespraak, de wijze woorden en vooral het feit dat u ons weer herinnert aan de mooie geschriften van Erasmus. Ik wil u als eerste feliciteren met uw maidenspeech. Daarna schors ik, want ik zie dat de fractie van de ChristenUnie klaarstaat met een mooie bos bloemen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
We gaan verder met het debat over de Europese top en de brexit. Ik geef nu het woord aan de heer Van Rooijen namens 50PLUS.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Voorzitter. In de eerste plaats feliciteer ik collega Drost met zijn maidenspeech. Voor mij is dat een beetje een Speedy Gonzales, twee dagen na de beëdiging. Het was een mooie speech.
Het is natuurlijk niet aan ons om de collega's in het Britse Lagerhuis de maat te nemen, maar wat is het daar een chaos. Morgen, 29 maart, zou de dag van de deal zijn. Er is nog geen deal. Eerder in dit debat heb ik Shakespeare er al eens bij gehaald, maar een eigentijds realitytelevisieprogramma zit er zeker in, en ongetwijfeld zullen er ten minste één proefschrift en een paar boeken verschijnen over wat daar in de afgelopen weken is gebeurd en ook niet is gebeurd. Het belangrijkste nieuws is natuurlijk dat premier Theresa May gisteren heeft aangekondigd dat ze de deur van Downing Street 10 achter zich dichttrekt als het akkoord dat zij met de Europese Unie heeft gesloten de steun krijgt van een meerderheid van het Lagerhuis. Of dat gebeurt, weten we nog steeds niet. Steeds meer parlementariërs die aanvankelijk tot twee keer toe niets van het akkoord wilden weten, hebben nu hun steun toegezegd. Maar of het er voldoende zijn, is de vraag, zeker nu de Noord-Ierse partij DUP blijft weigeren het akkoord te steunen.
Mocht er toch een meerderheid zijn, dan rijst de vraag wat er na het vertrek van premier May gebeurt. De geharnaste brexitvoorstanders hebben al duidelijk gemaakt dat de nieuwe premier wat hen betreft in Brussel weer eens stevig gaat onderhandelen met de EU over de uitwerking van het akkoord. Is de premier van mening dat er, als de dreiging van een no deal van tafel is, weer ruimte is voor onderhandelingen over aanpassing van die deal? En wat gaat de EU doen als het uittredingsakkoord niet wordt goedgekeurd, maar er maandag mogelijk wel een alternatief in de vorm van een douane-unie tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU uit de bus komt, om nog maar niet te spreken van een nieuw referendum of nieuwe verkiezingen?
Voorzitter. De afgelopen maanden is er heel veel tijd, geld en energie gestoken in maatregelen die de nadelige effecten van een vertrek zonder een akkoord zouden moeten opvangen. Maar er zijn nog steeds veel zorgen. Ik verwijs ook naar de zorgen die collega Omtzigt eerder heeft geuit en de vragen die hij heeft gesteld aan de premier. Gisteren kregen we nog een uitgebreide brief van de gezamenlijke werkgevers vol zorgen hierover. Ook de vakbonden van veiligheidspersoneel trokken verontrust aan de bel. Maar hoe groot acht de minister-president daadwerkelijk de kans op een vertrek zonder akkoord? Het is begrijpelijk dat de dreiging van een vertrek zonder goedgekeurd akkoord de afgelopen week zwaar is aangezet vanuit de EU, ook al was duidelijk dat een meerderheid van de Britse parlementariërs dit wilde voorkomen. Maar hoe realistisch is op dit moment het no-dealscenario? Natuurlijk horen we ook graag een reactie op de genoemde brieven.
De fractie van 50PLUS is ook benieuwd wat er gebeurt als de afspraken in het akkoord worden uitgevoerd, zij het met enige vertraging. Wat doen we dan met al die extra douaniers en keurmeesters die zijn geworven? Sturen we die dan weer terug? Ik hoop van niet, want we hebben ze hard nodig om andere tekorten te dekken. Kunnen we die douaniers dan inzetten voor bijvoorbeeld een steviger jacht op cocaïnetransporten via onze havens? En wat gebeurt er met alle andere extra voorzieningen die zijn getroffen? 50PLUS zou een toezegging van de minister-president willen hebben dat de Kamer een duidelijk overzicht krijgt van de kosten die Nederland heeft gemaakt om de onzekerheid rond het brexitproces het hoofd te bieden.
Voorzitter. Dit debat is ook bedoeld als terugblik op de Europese Raad van vorige week. Daarover heeft mijn fractie twee vragen. Kan uit de zeer algemene tekst over de relatie met China worden opgemaakt dat er, zoals wij al vreesden, geen overeenstemming is tussen de lidstaten over de houding van de EU tegenover China, dat steeds meer geldingsdrang vertoont, eerst in Afrika en nu ook in Europa met allerlei bilaterale handelsakkoorden? In dit verband sluit ik me overigens ook nog aan bij de vraag van collega Leijten over de export-WW, namelijk of er alsnog een mogelijkheid voor een noodstop is. Anders wordt 29 maart niet de dag van een deal over de uittreding van het Verenigd Koninkrijk, maar de WW-exportdag. Dat zouden we toch niet moeten willen.
Voorzitter. Ten slotte Italië. Wij vragen ons af of de Italiaanse bankensector niet een nog veel groter risico wordt dan het al grote probleem van een no deal over de brexit. Er zijn geen hervormingen. Er komt steeds meer steun vanuit de ECB voor Italië. Dat brengt mij tot de vraag of u straks kunt uitleggen waarom Nederlandse pensioenfondsen steeds meer de dupe worden van het steeds maar blijven helpen en méér helpen van Italië.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Anne Mulder namens de VVD.
De heer Anne Mulder (VVD):
Voorzitter, dank. Ik zeg het vaker: waar het om gaat, is dat we moeten beschermen wat we in Nederland en in de Europese Unie opbouwen aan veiligheid en welvaart. De brexit slaat daar een barst in. Dat leidt ook tot een grote chaos in het Verenigd Koninkrijk. Ondanks dat hebben we hier nog steeds partijen die een nexit willen. Wat is er nu gebeurd? Premier May van het Verenigd Koninkrijk heeft vorige week uitstel gevraagd. Volgens mij was dat een vrij onverwacht verzoek. Dat ze dat verzoek zou doen, was wel bekend, maar ze had juist gezegd dat ze een lang uitstel zou willen als er geen deal zou zijn en ze kwam naar Brussel met een kort uitstel. Vreemd. Had de Europese Unie dit verwacht van mevrouw May?
De deal die nu met het Verenigd Koninkrijk is gesloten, lijkt de VVD een verstandige. Die geeft het Verenigd Koninkrijk extra tijd om te kijken wat ze willen en om te kijken of ze die deal nog door het parlement kunnen slepen. Als dat lukt — als ik het goed heb, is morgen de stemming over deze deal tussen mevrouw May en de Europese Unie — dan kunnen ze blijven tot 22 mei om hun wetten aan te passen. Waarom 22 mei? Vanaf 23mei zijn de verkiezingen voor het Europees Parlement. Lukt dat niet, dan gaan de Britten er 12 april uit en hebben we een brexit, want 12 april is de laatste dag waarop de Britten zich nog zouden kunnen voorbereiden op de EP-verkiezingen. Mijn vraag is: klopt het en is het juridisch ook helemaal juist dat de Britten echt aan die verkiezingen mee moeten doen als ze na 23 mei in de EU zitten? Is dat juridisch klip-en-klaar?
Voor de rest is het vooral wachten op wat de Britten gaan doen. Een aantal collega's heeft het al gezegd: acht keer nee gisteren. Er is een meerderheid voor helemaal niets. Eigenlijk voeren de Britten nu pas het debat dat ze voor het referendum hadden moeten voeren: niet alleen over "willen we een brexit?" maar ook over "wat voor brexit dan?" Ik denk dat het verstandig is als we nu, hoe moeilijk dat ook is, rustig blijven zitten, wachten waar de Britten mee komen en ons voorbereiden op een no-dealsituatie.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Ik snap heel goed wat de heer Mulder zegt: we moeten wachten op wat de Britten doen. Tegelijkertijd kunnen wij, als zij niet akkoord gaan, wel zeggen dat we een akkoord hebben maar dat hebben we dan dus niet, want een akkoord vergt twee mensen. Wat is op een gegeven moment dan nog de verantwoordelijkheid van de andere 27 om toch te voorkomen dat er gebeurt wat we allemaal niet willen, namelijk een harde brexit?
De heer Anne Mulder (VVD):
Ik denk dat wat er de afgelopen week is gebeurd, verstandig is, namelijk uitstel geven. Maar het probleem is dat je hier onderhandelt met een partner en een parlement die leven in een fantasiewereld. Dat hebben we vaker gezegd en een aantal van ons heeft met een aantal Britse parlementariërs gesproken. Zij denken echt dat ze economisch beter worden als ze er zonder deal uit stappen. Het parlement heeft zich verenigd op alleen maar nees, zonder na te denken over wat men wel wil. Met dit soort partners is het heel slecht onderhandelen. Als je in Groot-Brittannië bent — een aantal van ons is daar geweest — dan hoor je ook dat uitstel eigenlijk niet veel zin heeft en dat je die parlementariërs, hoe onsympathiek dat ook klinkt, moet dwingen tot een keuze en als het ware het pistool op de borst moet zetten. Ik vrees dat er helaas niet meer in zit dan dit, want je hoort ook dat ze, als je ze nog meer uitstel geeft, weer op hun handen gaan zitten en allemaal blijven steken in hun eigen brexit, een referendum, een no-deal, een Norway-plus of een Canada-stijl.
De voorzitter:
Mevrouw Buitenweg.
De heer Anne Mulder (VVD):
Ze moeten gedwongen worden te kiezen en afwegingen te maken. Dat gebeurt maar niet en dat is het probleem.
De voorzitter:
Ja, punt.
De heer Anne Mulder (VVD):
We moeten hun probleem niet ons probleem maken.
De voorzitter:
Mevrouw Buitenweg.
De heer Anne Mulder (VVD):
Dat wordt het wel, maar we kunnen het niet oplossen.
De voorzitter:
Mevrouw Buitenweg!
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Nou, dat waren juist hele wijze laatste woorden, want hij zei aan het eind: "We moeten hun probleem niet ons probleem maken, maar dat wordt het wel." Dat is namelijk ook zo, want aan het end is het ook ons probleem. Al die verwijzingen dat het kleuters zijn of dat ze niet tot iets in staat zijn, hebben niet zo veel zin. Wat ik en ook mijn collega Bram van Ojik vaak aangegeven hebben, is dat we ons nu maar op één punt fixeren. Daar komt nu dus geen oplossing voor. Dat is heel problematisch. Feit is dus dat je misschien een stapje naar achteren moet doen, het speelveld moet verruimen en over meerdere zaken moet gaan praten, bijvoorbeeld over de toekomstige relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU. Dan komt er wat lucht in de onderhandeling en komt er misschien ook meer zicht op een oplossing. Alleen maar met een pistool op de borst heeft nooit een politieke oplossing dichterbij gebracht op een manier waarbij beide partijen er ook uitkomen met waardigheid en met vertrouwen in de toekomst van die relatie. Die moet lang mee blijven gaan.
De heer Anne Mulder (VVD):
Ik zou het eens zijn met mevrouw Buitenweg als je rationeel bent. In de aanloop hiernaartoe zie je dat de Britse Conservatieve Partij in 2016 onder Cameron verdeeld is. Men is verdeeld over Europa. Wat zegt David Cameron, de premier? Ik heb een probleem in mijn partij, ik parkeer dat en doe een referendum, want dan hoef ik niet meer te discussiëren. Het probleem begint met een verdeelde Conservatieve Partij. Hoe rationeel wij ook zijn als Nederlanders, hoe wij samen een oplossing zouden willen zoeken, oppositieleider Corbyn en mevrouw May weten elkaar gewoon niet te vinden in een tijd van nationale crisis. Als dit in ons parlement zou gebeuren, zouden we gelijk met z'n allen bij elkaar gaan zitten om een deal te maken. Maar met dit soort irrationaliteit is het moeilijk dealen. Ik voel ook mee en sta ook te kijken als ik met de heer Jacob Rees-Mogg praat. Wat heb ik hier? Ik sta ook machteloos te kijken. Ik stond daar met mijn Belgische collega die gewoon boos werd op Jacob Rees-Mogg, en die begreep het ook niet. Maar je krijgt de wijsheid er niet in! De man denkt echt dat hij beter af is buiten de Europese Unie zonder deal! Dan probeer je de rationaliteit erin te praten met feiten en cijfers, maar als je dat zegt, zegt hij: ach, meneer Mulder, naar economische voorspellingen en experts moet je niet luisteren; dat komt toch niet uit. Praten met zulke mensen die niet rationeel zijn is lastig. Ik zou het ook graag willen.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Er staat hier niet alleen maar rationaliteit. Als u hiernaar kijkt, mevrouw de voorzitter, dan staat hier een brok emotie. Dat snap ik allemaal, maar het feit is dat we er wat minder emotioneel naar moeten kijken. We hebben geen deal op het moment dat de Britten niet akkoord gaan, en dan moeten wij zelf goed gaan nadenken hoe wij verder willen gaan. We hebben geen van allen baat bij een no deal. Ik zelf denk ook "good riddance" zoals ik al zei, maar dat is niet de rationele weg voorwaarts. Ik zou de heer Mulder juist willen vragen om zich wat minder te laten voorstaan op zijn rationaliteit en wat rationeler te handelen.
De voorzitter:
Laat een man eindelijk een keer een beetje emotie zien, is het weer niet goed.
De heer Anne Mulder (VVD):
En waarom ben ik emotioneel? Want dat merk ik ook. Omdat ik zie hoe politici spelen met de belangen van hun land. Om partijpolitieke redenen, om de persoonlijke ambities van een Boris Johnson, die twee brieven schrijft voor het referendum. Eentje om het te steunen en de ander niet. Je ziet daar mensen die spelen! Ik vind als Nederlands parlementariër dat we voorzichtig moeten zijn met de veiligheid en welvaart die we hebben opgebouwd. Die is heel breekbaar. Ik zal niet zeggen dat het een vaasje is, die campagne is voorbij.
De voorzitter:
Maar u doet het toch. De heer Verhoeven.
De heer Anne Mulder (VVD):
Maar ik ben zeker emotioneel.
De heer Verhoeven (D66):
Als ik de heer Mulder, die ik zeer waardeer om zijn visie op Europa, hoor praten dan lijkt het bijna alsof hij solliciteert naar een positie in het Britse Lagerhuis. Ik maak me bijna zorgen over de emotionele toon die hij aanslaat. Ik ben het wel eens met mevrouw Buitenweg en zou tegen de heer Mulder willen zeggen: laten we nu even rustig blijven, laten we rustig blijven nadenken. Als we onszelf zo rustig vinden, wat zeer te betwijfelen valt, laten we dan in iedere geval anderen de ruimte geven om tot rust te komen. Ik zou dat de heer Mulder willen vragen, en ik meen het serieus hoor.
De voorzitter:
De heer Mulder is ook heel serieus.
De heer Verhoeven (D66):
Absoluut, en emotioneel. Er zijn nu negen opties op tafel geweest, de acht van gisteren en twee keer de deal van May, dus feitelijk tien, maar daar hebben ze allemaal nee tegen gezegd. Waarom denkt de heer Mulder dan dat dit het moment is om nog even het pistool op de borst te zetten om ze tot een keuze te dwingen? Het is toch gebleken dat dat niet de goede aanpak is? Je kunt dan toch beter wat ruimte en rust creëren.
De heer Anne Mulder (VVD):
Ik stop mijn emoties weer terug. Ik heb ook gedacht dat je ze de tijd moet geven, maar de experts in Groot-Brittannië zeggen ook dat uitstel geen zin heeft. Mensen blijven dan nog steeds op hun standpunt staan over wat voor brexit zij willen. Je kunt rustig blijven en uitstellen, maar dat lost het probleem niet op. Dan gaan de brexiteers weer terug in hun schulp en blijven op hun standpunt staan. Er komt geen beweging in. Ik zou graag horen wat we dan wel zouden moeten doen, maar ik zie het alternatief niet. Ik sta er zeer voor open.
De heer Verhoeven (D66):
Het wordt een beetje een kip-eidiscussie, want een aantal partijen hier in de Kamer zeggen eigenlijk: geef ze uitstel zodat ze erachter komen wat ze willen. U zegt eigenlijk: ik wil eerst horen wat ze willen voordat ze uitstel krijgen. Als de deal van May of de douane-unievariant, die gisteren heel dichtbij was, het de komende dagen niet halen, vind ik ook dat no deal eigenlijk het enige alternatief is of dat de kiezer via een referendum of via verkiezingen weer moet gaan spreken. Zou de heer Mulder in dat laatste geval, dus dat waarin de burger weer aan zet komt, in ieder geval wel de ruimte willen geven voor het doorlopen van dat proces? Dan krijg je toch echt een nieuwe situatie met meer ruimte voor een nieuw besluit van het Verenigd Koninkrijk.
De heer Anne Mulder (VVD):
Kijk, we zijn nog niet aan het einde. Collega Asscher heeft weleens gezegd dat dit de "mother of all chicken games" is: wie knippert er als eerste met zijn ogen. We zijn nog niet klaar. Morgen komt waarschijnlijk the meaningful vote, dus de stemming, en dan komt er nog een weekend en dan wordt het 12 april. Ik denk dat dit door kan gaan tot één seconde voor twaalf. En dan komt de heer Verhoeven met een als-vraag. Ja, je moet oppassen dat je er niet op vooruitloopt, maar een nieuw referendum lijkt mij een nieuw feit, dus dan zou je weer uitstel kunnen overwegen. Het is nu eerst aan de Britten. Eigenlijk moet je het bij hen ook laten. Nu we er zo over praten, ben ik vooral benieuwd naar de ervaringen met premier Rutte en mevrouw May, de rationaliteit en de emotie.
De heer Verhoeven (D66):
Ik hoor bij de heer Mulder nu toch een heel verstandige overweging. Overigens kan emotie ook best verstandig zijn. "Als er nieuwe feiten zijn, kunnen we wel kijken naar een langduriger of ruimhartiger uitstel." Dat is toch wat ik hem nu ook echt heb horen zeggen.
De heer Anne Mulder (VVD):
Maar het hangt wel af van wat de nieuwe feiten ...
De heer Verhoeven (D66):
Absoluut.
Mevrouw Leijten (SP):
We kennen de heer Mulder als iemand die moeite heeft met emotie en goed is in framen.
De voorzitter:
Ik weet precies wat u bedoelt.
Mevrouw Leijten (SP):
Want toen hij nog lid was van de commissie Zorg vond hij het zo heftig dat vrouwelijke collega's soms gewoon geëmotioneerd waren over wat er allemaal gebeurt in de zorg, dat hij die wegframede als kijvende wijven.
De voorzitter:
Daarom heb ik die opmerking gemaakt!
Mevrouw Leijten (SP):
Hoe ziet hij zichzelf hier nu in?
De voorzitter:
Dit is een punt van orde, hè?
Mevrouw Leijten (SP):
Nee, ja, maar ik zal de vraag niet officieel stellen. Ik vind het echt te gemakkelijk hoe hij de brexitstemmers ook nu weer wegzet als een paar gekken. Je gaat dan heel erg voorbij aan wat de Europese Unie zelf heeft bijgedragen aan de brexit en ook aan hoe de overige regeringsleiders in de twee jaar onderhandelen eraan hebben bijgedragen dat we nu zitten met een deal die er niet doorheen komt. Mijn vraag is: erkent de heer Mulder dat de deal die nu niet door het Britse Lagerhuis komt, evengoed de deal is van de Europese Unie?
De voorzitter:
De eerste opmerking en de tweede opmerking.
De heer Anne Mulder (VVD):
De Europese Unie en mevrouw May hebben de deal samen gesloten en nu is het de bedoeling dat hij door het Lagerhuis gaat. Maar even voor de helderheid: de Britten willen eruit. Dat mogen ze; daar hebben ze voor gestemd. Ze hebben alleen niet nagedacht over de manier waarop. Ze leven in een fantasiewereld. En dat wreekt zich nu. Ze hebben hun bevolking nooit meegenomen in wat brexit nu precies betekent.
En dan over de commissie VWS. Daar hebben we samen in gezeten.
De voorzitter:
Ja, daar ben ik ook benieuwd naar!
De heer Anne Mulder (VVD):
Ik heb daar iets over gezegd. Uiteindelijk kwam ik u in de commissie Europese Zaken tegen. Mevrouw Leijten is mij toen gevolgd vanuit de commissie VWS, dus we komen elkaar weer tegen in dezelfde commissie.
De voorzitter:
Maar dat was niet de vraag.
De heer Anne Mulder (VVD):
Laat ik even een persoonlijke noot maken. Mijn moeder zei: je vriendin Renske komt weer bij je in de commissie.
Mevrouw Leijten (SP):
Het is nu eigenlijk wel heel erg zichtbaar dat de heer Mulder of een beetje bang is voor vrouwen, of een beetje neerkijkt op vrouwen, maar goed. Ik vind het namelijk echt nogal wat, hoor, als je je collega-Kamerleden wegzet als kijvende wijven en als je vervolgens bij Europese Zaken je tegenstanders wegzet als zeurpieten omdat je niet voor een brexit bent, terwijl anderen dat wel zijn. Je moet eruit zien te komen. De heer Mulder erkent net dat het ook wel degelijk de deal is van de Europese Unie die nu strandt in het Lagerhuis. Is het dan werkelijk alleen het probleem van het Verenigd Koninkrijk of is het dan ook een gemeenschappelijk probleem, waarvoor ook een gemeenschappelijke oplossing kan liggen, vraag ik aan de VVD?
De heer Anne Mulder (VVD):
Laat ik op het eerste deel maar niet ingaan, want dan krijgen we allerlei vervelende, onterechte ...
De voorzitter:
Nee, maar het moet wel goedkomen.
De heer Anne Mulder (VVD):
Over het andere punt heb ik volgens mij duidelijk gezegd wat het probleem is. Het is begonnen met David Cameron. Er kwam een referendum, alleen maar om de eenheid in de conservatieve partij te bewaken. Vervolgens kwam er een campagne over brexit zonder dat daarbij ooit is verteld wat daar de gevolgen van zijn. Een aantal Britse parlementariërs leeft in een fantasiewereld. Het wordt moeilijk onderhandelen als de ene partij enorme verwachtingen heeft, die niet kloppen, en de andere partij die niet heeft, maar er wat rationeler, nou ja, realistischer in zit. Dat is het probleem hier. Het is dus niet zozeer een probleem dat is veroorzaakt door de Europese Unie als wel een probleem aan Britse zijde. Er is van tevoren niet goed doordacht wat brexit betekent. Artikel 50 inroepen bij brexit en dan na twee jaar nog niet weten hoe je het moet doen? Eigenlijk is dat politiek amateurisme aan de zijde van het Verenigd Koninkrijk, waar wij wel last van hebben, daar ben ik het mee eens, maar wat moeilijk op te lossen is.
Mevrouw Leijten (SP):
Toen de onderhandelingen begonnen, legden de overgebleven landen van de Europese Unie de eis neer dat we eerst over de scheiding gingen praten en daarna pas over de toekomstige relatie. Dat heeft er mede toe geleid dat er nu een scheiding ligt waar men niet mee akkoord wil gaan. Dat is helemaal terug te voeren op het feit dat de toekomstige relatie niet duidelijk is. Dus je kunt echt alles aan de overkant van de plas leggen, maar ook de regeringsleiders hebben in deze situatie flink meegespeeld. Ik vind het zo jammer dat de heer Mulder alleen maar blijft wijzen, in plaats van zich te realiseren dat het ook wijs is om af en toe de hand in eigen boezem te steken.
De heer Anne Mulder (VVD):
Met dat laatste ben ik het eens. Nog even over die knip. Daar heeft de Kamer volgens mij unaniem mee ingestemd. Wij zouden eerst drie dingen gaan regelen. 1) De burgerrechten. Dat is belangrijk voor de bevolking. 2) De financiële regeling. Je wilt geen koehandel met de 40 miljard die de Britten nog moeten betalen. 3) De Ierse grens, waarvan wij hebben kunnen zien hoe gevoelig dat daar ligt. Dat is ook gerapporteerd aan de Kamer. Dus die drie dingen eerst; dat waren de prioritieten. De Britten gingen daar in de onderhandelingen mee akkoord. Dan had men daarmee niet akkoord moeten gaan. Daar was echter grote consensus over, ook in de Kamer. Volgens mij stonden wij daar allemaal bij. Dan moeten wij niet twee jaar later iets anders zeggen. Die drie dingen zijn ook nog steeds verstandig, de burgerrechten, de regeling en de Ierse grens.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Los van het gegeven dat de burgers zich ruilhandel voelen in deze onderhandelingen — daar heb ik een reactie op gevraagd van de minister-president — is het onjuist dat er unanimiteit over was. In de gesprekken die hierover gevoerd zijn in de Kamer, heb ik van begin af aan gezegd: ga nu niet eerst een vechtscheiding aan en daarna pas praten over de nieuwe relatie. Daar was veel steun voor, maar inderdaad niet bij de VVD.
De voorzitter:
Goed, u hebt uw punt gemaakt. Ik stel voor dat u verder gaat, meneer Mulder.
De heer Anne Mulder (VVD):
Ik vroeg al naar een inkijkje van de minister-president bij de onderhandelingen. Ik zag ook een aardige foto van de onderhandelingen. Je zag alle topambtenaren van de EU-landen over die tekst gebogen staan en je zag ook twee Nederlandse ambtenaren op de voorste rij. Kortom, Nederland zit ook letterlijk kort op die onderhandelingen. Dat lijkt mij een goed signaal.
Het nadeel van de brexit is dat andere belangrijke onderwerpen niet de tijd krijgen die ze eigenlijk verdienen. Bijvoorbeeld de relatie met China, waar bijna alle collega's naar hebben gevraagd. Die onderwerpen vallen bijna van de agenda af door gebrek aan tijd. Hoe kijkt de premier daarnaar? Ik noem ook wat Italië doet met de nieuwe zijderoute. Als je niet oppast en schulden aangaat bij de Chinezen die je niet kunt terugbetalen, heb je een probleem. Mevrouw Buitenweg vroeg naar de wederkerigheid tussen de 16+1, de zestien Centraal- en Oost-Europese landen en China. Is er nu een gedragen EU-strategie ten aanzien van China?
Dan het klimaat. Dat komt in juni weer terug op de agenda. Wat kunnen wij op dit punt verwachten? En tot slot ...
De voorzitter:
Ik wil eigenlijk voorstellen dat u eerst uw bijdrage afrondt.
De heer Anne Mulder (VVD):
... de interne markt. Ook dat is een belangrijk punt. Hoe vervolmaken wij die? Wij verdienen een maandsalaris aan internationale handel. Dat zou nog beter kunnen door belemmeringen voor dienstenhandel op te heffen. Dat komt in 2020 terug. Wat kunnen wij daarvan verwachten? Belangrijke onderwerpen krijgen door de brexit helaas niet de aandacht die zij verdienen.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Ik heb inderdaad een aantal voorbeelden genoemd van de samenwerking van bijvoorbeeld de 16 Europese landen met China en het memorandum van Italië. Ik heb echter ook genoemd dat Nederland zelf vijf maanden geleden uitgebreid de Chinese premier ontving en, naar ik begrepen heb, voor meer dan 8 miljard aan orders heeft uitgewisseld. Kan de heer Mulder dat misschien ook in het rijtje plaatsen van landen die misschien hun Alleingang maken met China?
De heer Anne Mulder (VVD):
Ik denk dat handel met China op zich goed is, maar wij moeten wel zorgen voor wederkerigheid. Als EU-bedrijven en Nederlandse bedrijven daar willen investeren, dan kan dat, net zoals Chinese bedrijven dat hier kunnen doen. Daar ontbreekt nu iets aan.
Wij moeten ervoor oppassen — en dat dreigt een beetje met deze nieuwe zijderoute van de Chinezen — dat wij bij de Chinezen gaan lenen en onze schuld niet kunnen terugbetalen. Dan gaan de Chinezen voorwaarden stellen. Je kunt dus wel handelen, maar je moet oppassen voor het verlies van je onafhankelijkheid. Als bepaalde landen in Europa zich beknot weten door China, kan Europa niet meer als eenheid optreden tegen China. Dus als je maar onafhankelijk blijft in je handelen, is handel met China op zich niet verkeerd. Maar pas op dat je je niet bij China in de schulden steekt die je niet kunt terugbetalen.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Dat ben ik eigenlijk wel met de heer Mulder eens. Natuurlijk is handel drijven met China niet per se verkeerd. Ik zit nog wel te kijken naar juist die landen, zoals Griekenland. De collega van de SP zei het ook al: de haven van Piraeus is nu helemaal in handen van de Chinezen. Dit is gebeurd omdat wij wilden dat de haven werd geprivatiseerd. Kan de heer Mulder ook nog even wat linken leggen tussen de dwang vanuit Europa om alles te privatiseren en het feit dat er ook steeds meer afhankelijkheid is van Chinese geldstromen?
De heer Anne Mulder (VVD):
Dat ligt niet zozeer aan het privatiseren. Daar is op zich niets mis mee, ook niet als je de begroting op orde moet krijgen. Maar je moet wel even kijken naar en voorwaarden stellen aan de landen waarmee je zaken gaat doen. Het ligt dus niet zozeer aan de privatiseringen, maar aan de voorwaarden die je stelt aan de landen waarmee je zaken doet. Dat is de crux.
De voorzitter:
Tot slot.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Tot slot. Het was natuurlijk wel zo dat, toen die landen financieel enorm in de penarie zaten, ze blij waren dat er een pot geld naast kwam van China. Wat dat betreft hebben wij die landen wel veel kwetsbaarder gemaakt. Ik hoop dat daar ook enige erkenning voor komt.
De heer Anne Mulder (VVD):
Dat hebben die landen natuurlijk ook zelf gedaan. We moeten in de toekomst, als zo'n zaak zich onverhoopt weer voordoet en een land in de financiële problemen komt, goed kijken wat dat dan betekent en aan wie ze hun havens en infrastructuur zouden kunnen verkopen.
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Anne Mulder. Ik geef tot slot het woord aan de heer Verhoeven namens D66.
De heer Verhoeven (D66):
Voorzitter, dank u wel. Eigenlijk hebben alle collega's het al gezegd: het brexitcircus wordt elke keer gekker. Acht varianten zijn terzijde geschoven. Overigens moet ik de heer Drost nog van harte feliciteren met zijn mooie maidenspeech. Ik heb er veel van opgestoken, dus veel dank daarvoor.
Terug naar de brexit. Eigenlijk zijn er grofweg nog vier opties over: no deal, wat inderdaad nog steeds als een donkere wolk in de lucht blijft hangen ondanks het feit dat niemand dat wil, een harde brexit volgens het plan van May en de Europese Unie waarvoor nog geen meerderheid is gevonden, een zachtere variant via de douane-unie, waarnaar nu ook wordt gekeken en die waarschijnlijk maandag nog een keer in stemming komt, of geen brexit, via de weg van verkiezingen of een referendum. Bij het vorige debat over dit onderwerp — dat was eigenlijk het vooruitdebat over de top en dit is het terugblikdebat — hebben wij per motie gepleit voor langer uitstel. Ik ben ook heel blij in het verslag te lezen dat het kabinet die optie mede op tafel heeft willen houden, daarmee de motie heeft uitgevoerd en dus ook een demping heeft aangebracht op de scherpslijperij en drukzetterij, waarvan de heer Mulder net een beetje een voorstander leek te zijn. Mijn partij zegt juist: zorg dat, als het nodig is, er ruimte is voor bezinning. Geef, als dat nodig is, ruimhartig uitstel, zodat er op een of andere manier een oplossing of een uitweg gevonden kan worden. Hoe schat en duidt de premier de situatie op dit moment? Wat denkt hij dat er de komende dagen gaat gebeuren, ook met betrekking tot zijn rol en de rol van de andere regeringsleiders?
De voorbereiding op een no deal moet gewoon doorgaan. Hoe zit het met de 50 kritieke geneesmiddelen? Kan de premier de beschikbaarheid daarvan garanderen? Hoe zit het met de aanname van mensen bij de douane, de NVWA en de Koninklijke Marechaussee? Daar wordt hard aan gewerkt, maar we zijn als fractie wel benieuwd hoe dat loopt.
Dan nog een laatste punt met betrekking tot de brexit: de burgerrechten. We hebben inderdaad gepleit voor een dubbele nationaliteit voor de 100.000 Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk. Een andere optie om dat op te lossen, is door het gedeelte van de burgerrechten dat al in de deal van May en de Europese Unie zit, eruit te halen op het moment dat er een no-dealsituatie ontstaat. Ik wil daar graag een reactie op van het kabinet.
Voorzitter, dan China, want dat is absoluut een heel belangrijk onderwerp. Macron zegt dat we met één mond moeten spreken ten opzichte van China. Wat D66 betreft is dat vooral één strategie vanuit Europa richting China, want met name nieuwe technologie verandert de geopolitieke verhoudingen steeds meer. Dan denk ik aan 5G, kunstmatige intelligentie en quantum computing. Dat zijn allemaal technologieën die steeds meer invloed hebben op de verhoudingen tussen landen. China en de Verenigde Staten proberen digitaal wereldleider te worden en Europa raakt klem, als we niet oppassen. Er is dus een Europese strategie nodig op het gebied van technologie en de gevolgen daarvan. Die strategie zou uit twee dingen moeten bestaan. Allereerst: hoe gaan we om met het gevaar van spionage via buitenlandse technologie in onze vitale infrastructuur? Hoe controleren we dat? Hoe zorgen we dat we een goede risicoafweging maken? Het voorbeeld van Huawei en KPN in Nederland is dan natuurlijk heel actueel. Hoe gaan we ervoor zorgen dat we die technologie testen, dat we die bedrijven controleren en afspraken maken over openbaarheid rondom hun producten? Graag een reactie van de premier. D66 wil een nationaal technologiekader, een eisenpakket, een controlesysteem, om die buitenlandse technologie te kunnen toetsen.
Ten tweede moet Europa een plek weten te bemachtigen in de digitale wapenwedloop. Wat gaan we zelf ontwikkelen en waarin willen we niet afhankelijk zijn van andere landen en andere continenten? En hoe gaan we dat dan zelf ontwikkelen? Is het kabinet voorstander van een strategische technologieagenda op Europees niveau? Over dit onderwerp zal zeker verder gesproken worden. Wil de premier hiervoor pleiten bij een volgende top?
Als allerlaatste kom ik bij het klimaat, voorzitter. Ik zou bijna willen zeggen: last but not least. De resultaten van de Raadsconclusies vielen mij nogal tegen. Is de inzet van de premier erop gericht dat er bij de volgende top meer kracht en vooruitgang vanuit een kopgroep in Europa is dan nu het geval is?
Dank u.
De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn wij aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Ik schors de vergadering voor twintig minuten, tot 15.40 uur.
De vergadering wordt van 15.19 uur tot 15.40 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik geef de minister-president het woord.
Minister Rutte:
Voorzitter, dank u wel. Ik zou willen beginnen met de heer Drost, ook namens de regering, te zeggen hoe plezierig het is om hier met elkaar de degens te kunnen kruisen en met hem veel succes te wensen en te complimenteren met zijn mooie bijdrage. Ik kom zo op een paar meer specifieke vragen die gesteld zijn, maar het is goed dat Erasmus hier in deze zaal klinkt, op zo'n eloquente wijze.
Dan kom ik bij het volgende. Er zijn toch wel vrij veel vragen gesteld die ik eerlijk gezegd niet in mijn voorbereiding heb zitten. Ik krijg dan heel lief ambtelijk meteen de antwoorden op die vragen. Maar dan ga ik antwoorden voorlezen, denk daarbij "nou, interessant, goed om te weten", maar elke vervolgvraag kan ik ook niet beantwoorden. Het gaat om vragen die gesteld zijn over de contingencies rondom brexit. Die vragen liggen op het terrein van de vakministers. Ik loop kort langs welke vragen ik dus niet beantwoord. Dan weet u dat.
Er was een vraag over de stand van zaken omtrent geneesmiddelen en medische hulpmiddelen. Ik realiseer me het belang hiervan, laat ik dat meteen zeggen. Er is helemaal geen twijfel over dat ik dit niet belangrijk zou vinden. Maar er is begin maart een vertrouwelijke technische briefing geweest. Op 19 maart is er nog een update naar de Kamer gestuurd. Daarover vindt het reguliere overleg plaats tussen de minister voor Medische Zorg en de Kamer. Ik wil daarnaar verwijzen. Nogmaals, dit is een terugblikdebat over de Europese Raad en het gaat niet over geneesmiddelen. Maar ik snap het probleem.
Ik snap ook het probleem van de keurpunten. Ook dat punt wordt natuurlijk regelmatig aan de orde gesteld in het overleg dat ik mag voorzitten in de Raad Europese Aangelegenheden. Daar praten we regelmatig over alle brexitzaken. Maar ik ben niet deskundig; ik zit die vergadering voor. Voorzitter, u vindt geloof ik dat ik mezelf tekortdoe, maar ik ben in ieder geval niet deskundig genoeg om hier al die vragen te beantwoorden. Ik kan hier wel zeggen dat de vragen die hierover gesteld zijn, binnen de gestelde termijnen worden beantwoord. Het is technisch en gedetailleerd. De vragen van de heer Omtzigt moeten heel precies beantwoord worden. Maar ik kan hem zeggen dat LNV er op dit moment mee bezig is, samen met de minister van Buitenlandse Zaken. Wetend wat we erover bespreken in de vergaderingen, is de ernst ervan zeer verstaan.
Hetzelfde geldt voor de uitwisseling tussen politie en justitie. Dat is allereerst een zaak die op het terrein ligt van Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken.
Het geldt ook voor de vragen van de heer Van Rooijen van 50PLUS over de zorgen bij het bedrijfsleven en een aantal dingen die hij noemde uit de hoek van het VNO. Dat zijn ook allemaal zaken die te maken hebben met hoe je omgaat met brexit.
De KMar ligt uiteraard bij Defensie, maar ook bij de collega's die zich breder met veiligheid bezighouden.
Bij al die genoemde punten denk ik niet: "o, nu hoor ik iets wat ik niet wist". Al die zaken staan op de radar. Maar ik heb me voorbereid op een terugblikdebat over de Europese Raad. Ik zou dus echt willen vragen om deze punten met de betrokken bewindslieden te bespreken.
De voorzitter:
De heer Omtzigt.
De heer Omtzigt (CDA):
Voorzitter, dit is aangevraagd als een dubbel debat: een terugblik op de Europese Raad en over de brexit, dus deze vragen staan wel op de agenda en dat heb ik ook van tevoren gezegd. Nu snap ik best dat de minister-president zegt geen uitgebreide discussies aan te gaan, want het is niet zijn kerncompetentie, maar ik vraag om deze vervolgvragen op wat in die brief aan de orde is gekomen, of het nu is geregeld, binnen een week schriftelijk beantwoord te hebben, dan kunnen we daarop doorgaan. Dan kan hij dat met de juiste ministers doorspreken.
Minister Rutte:
Ja, maar niet van mij uit. Die komen dan van de vakminister. Die moet u echt bij de vakministers indienen. Ik ga dat niet doen.
De heer Omtzigt (CDA):
Ik vraag het aan u. Ik heb te maken met één regering. We hebben hier te maken met een mogelijke harde brexit. Dat is ook precies waarom wij gezegd hebben dat we ook een aantal inhoudelijke vragen gaan stellen. Dat heb ik bij de regeling gezegd en dat heb ik van tevoren gezegd. Dat ze dan niet allemaal onmiddellijk in detail beantwoord kunnen worden, dat snap ik, maar ik had er gisteren wel om gevraagd, ook om er rekening mee te houden bij de ondersteuning. Dan wil ik niet opnieuw vijf setjes schriftelijke vragen hoeven te stellen, want dan gaan ze weer langs u. Deze kunnen gewoon beantwoord worden.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik was eerst, volgens mij.
De voorzitter:
Een punt van orde, mevrouw Leijten?
Mevrouw Leijten (SP):
Ik wil de heer Omtzigt bijvallen. We hebben een hele discussie gehad over komen met heel veel ministers of niet. Toen hebben we gezegd: we doen het in dit geval met de minister-president, want die is op die top geweest, maar we gaan er wel van uit dat hij dan namens het hele kabinet kan antwoorden. Dat is hoe ik die afspraak heb gezien. En toen heb ik ook nog gezegd dat het kabinet in zijn wijsheid altijd kon beslissen om met meerdere ministers te komen. Ik snap wat de minister-president zegt, maar eigenlijk was dat niet conform de afspraak.
De voorzitter:
Goed. De heer Anne Mulder.
De heer Anne Mulder (VVD):
De vragen van de heer Omtzigt zijn belangrijk, daar gaat het niet om. Wij hebben in de commissie Europese Zaken gezegd: laten wij als commissie Europese Zaken ons bij de brexit en bij de onderhandelingen houden en de voorbereidingen op no deal bij de vakcommissies houden. Toen heeft de heer Omtzigt, vorige week of twee weken geleden, gevraagd bij de regeling om dat te doen. Toen was daar geen steun voor, dus twee keer geen steun, en nu worden die vragen toch zo gesteld. Het is niet aan mij om de premier bij te vallen, want dat kan hij zelf prima, maar zo is het gegaan. Ik denk dat we ons daar ook aan moeten houden.
De heer Verhoeven (D66):
Ik sluit mij wel een beetje aan bij de heer Mulder. Ik vind dat we best een of twee vragen mogen stellen. Dat gebeurt in elk debat weleens. We hebben wel vaker een vraag gesteld waarop de premier zei dat hij die niet had voorbereid, maar dat hij er wel een antwoord op kon geven, maar dit was een hele trits van allerlei vakcommissievragen. Ik vind dat niet handig. Laten we het op hoofdlijnen doen over de brexit en de Europese top en niet allerlei vakcommissievragen, want die kunnen echt beter door de collega's in de vakcommissies aan de vakministers worden gesteld.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer Van Rooijen. Heeft uw opmerking betrekking hierop? Heel kort?
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Nou, niet zozeer die opmerking.
De voorzitter:
Niet hierop?
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Ik wil even reageren op de opmerking van de minister-president ...
De voorzitter:
Nee, nog niet. Even eerst dit, want ik denk dat het goed is, iedereen heeft een punt gemaakt, ook u, meneer Omtzigt. Ik ga ervan uit dat ook de ambtenaren bij Landbouw of bij VWS dit debat volgen. Anders lezen ze in de Handelingen wat hierover is gezegd. Ik ga ervan uit dat ze daar ook op reageren. Op welke manier, dat weet ik niet, maar dan wil ik dit punt daarmee afsluiten. Maar ik zie dat de heer Omtzigt het daar niet mee eens is.
De heer Omtzigt (CDA):
Voorzitter, ik kan u wel bijvallen. Ik ga er ook van uit dat er gewoon op gereageerd wordt. Dat kan binnen een week.
De voorzitter:
Prima. Dan is dit punt afgehandeld. Meneer Van Rooijen.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Voorzitter. Ik had een ander punt. De minister-president antwoordde op een vraag van mij over de brief van de werkgevers van gisteren. Daar staat ook een passage in die algemeen is. Misschien wil hij die wel beantwoorden. Daar werd de vraag voorgelegd, met alle onzekerheden en problemen, of niet een algemene overgangsregeling van enkele weken passend zou zijn. Of anders misschien in tweede termijn. Dat vind ik toch wel een algemene vraag die ik aan de premier kan stellen.
Minister Rutte:
Ik begreep deze alleen niet. Bedoelen zij dan een overgangsregeling van Nederland? Dat kan natuurlijk niet. Nederland kan niet in zijn eentje een overgangsregeling hebben. Dan moet dat onderdeel zijn van no deal, een genegotieerde uitkomst of een no deal met toch nog een zekere landing. Dan moet dat een onderdeel zijn voor heel Europa, maar het kan niet zo zijn dat wij als Nederland apart iets gaan doen. Wij zijn natuurlijk weer gebonden aan Europese wet- en regelgeving, ook in het belang van diezelfde werkgevers, voor de integraliteit van de interne markt.
Ik heb die vraag gezien: staat het kabinet open voor het introduceren van een algemene overgangsregeling? Dat lijkt mij ten principale niet wenselijk en niet haalbaar. We proberen te voorkomen dat het nodig is, door tot een deal te komen en door als er geen deal komt, te kijken hoe je dan de schade kunt beperken. Maar uiteindelijk moet iedereen alle formaliteiten naleven. We hebben geprobeerd — dat was ook het vorige punt — om er binnen alle passende wet- en regelgeving voor te zorgen dat de schade wordt beperkt. Binnen de nationale wetgeving heeft Nederland met de Verzamelwet heel veel gedaan. Daar is intensief overleg over geweest, ook met de Kamer. Een specifieke overgangsregeling voor het Nederlandse bedrijfsleven, die niet voor de rest van Europa geldt, zal niet kunnen.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
De premier noemde de Verzamelwet al. Misschien om er anders later op terug te komen: mijn vraag was of Nederland zelf de bevoegdheid zou hebben, gegeven de afspraken, om voor enkele weken voor knellende punten een overgangsregeling te hebben. Hebben landen, ook Nederland, die ruimte, of kan dat in het kader van de Verzamelwet?
Minister Rutte:
Als de vraag zo algemeen gesteld wordt, is het antwoord nee. Dat zou in strijd zijn met hoe we in Europa met z'n allen gebonden zijn aan de Europese wet- en regelgeving. Daarbinnen is soms ruimte, maar dat is per onderdeel te bekijken, dus hoe je omgaat met een crisissituatie als die zich zou voordoen.
De voorzitter:
Dan stel ik voor dat u verdergaat met de vragen die zijn gesteld in de eerste termijn.
Minister Rutte:
Voorzitter. Er zijn dus vragen gesteld over brexit, één vraag over de interne markt, eentje over klimaat en een aantal vragen over China. Dat zijn ook de onderwerpen die we aan snee hebben op deze Europese Raad.
Ik begin met brexit. Ik ben het eens met wat de heer Drost zei over het grote belang om vooruit te kijken naar de toekomstige relatie met het Verenigd Koninkrijk. Wij willen zoals bekend een zo ambitieus mogelijke nieuwe relatie met het VK, uiteraard binnen alle randvoorwaarden die we met elkaar afspreken. Die onderhandelingen kunnen pas beginnen als het terugtredingsakkoord is goedgekeurd. Dat is de afspraak; dat zijn de regels. Je kunt dat niet daarvoor doen. In de politieke verklaring is heel veel gezegd over hoe die toekomstige relatie eruit gaat zien, maar verder dan die politieke verklaring kun je nu niet onderhandelen. Je kunt niet zeggen: laten we nu eens praten over de toekomstige relatie, want dan wordt het uittreedakkoord misschien wat gemakkelijker. De twee wederzijds juridisch bindende verklaringen van een paar weken geleden, die in Straatsburg zijn overeengekomen tussen Juncker en May, geven ook al meer zekerheid over de toekomstige relatie en over het traject daarnaartoe. Er staat bijvoorbeeld in dat we direct na terugtrekking beginnen met de onderhandelingen en niet eerst wachten tot alles juridisch helemaal tot op de laatste details geregeld is. Maar goed, daarvoor geldt ook dat die toekomstige relatie per definitie minder diepgaand zal zijn dan de huidige; anders waren ze wel in de Unie gebleven. Je probeert op die manier de schade te beperken en die relatie zo rijk mogelijk te maken. Dat is wat we willen.
De heer Drost (ChristenUnie):
Ik dank de minister-president hartelijk voor zijn beantwoording en ook voor het compliment dat ik van hem kreeg. Mijn vraag ging niet zozeer over het traject dat we ingaan nadat de brexit een feit is, maar over de manier waarop we de onderhandelingen in de komende weken met elkaar aangaan. De toon die we de komende weken zetten, bepaalt wellicht ook de toon in de onderhandelingen daarna. Daar ging mijn vraag dus specifiek over: de manier waarop wij de komende weken de onderhandelingen feitelijk ingaan.
Minister Rutte:
De onderhandelingen liggen nu natuurlijk stil. De uitkomst die er ligt, moet al of niet worden goedgekeurd door de Britten, of ze wijzen die af en komen voor 12 april met hoe ze verder willen met ons. Dan zijn er allerlei mogelijkheden. Als de algemene vraag van de heer Drost is of wij er alles aan willen doen om de sfeer in die gesprekken goed te houden, is het antwoord ja. Dat vind ik van groot belang. Ik probeer altijd met iedereen de sfeer goed te houden, maar nu al helemaal met de Britten, maar ook onderling. Dat lukt eigenlijk ook best aardig. Ik vond de sfeer vorige week ook helemaal niet onwelwillend, toen Theresa May in de vergadering was. Maar ja, het probleem is natuurlijk dat er allerlei rooie lijnen zijn getrokken. Binnen die rooie lijnen is nu deze uittreedverklaring opgesteld. Zolang die rooie lijnen niet bewegen, zie ik ook niet hoe je het dan moet oplossen.
Iemand hier heeft nog gevraagd of je geen time limit kunt doen op de backstop. Dat kan dus niet, want zodra je die vastlegt van tevoren, weet je dat er op enig moment een harde grens kan komen in Ierland. Dat wil niemand, vanwege alle redenen die ook te maken hebben met het Goedevrijdagakkoord. Maar uiteraard: de bedoeling is de sfeer zo goed mogelijk te houden.
Dan de vraag hoe groot ik de kans acht op een no deal. Die kans blijft reëel op dit moment, kan ik alleen maar zeggen tegen de heer Van Rooijen. We hebben nu gezegd: niet aanstaande vrijdag, maar 12 april en als ze deze week goedkeuren dan zelfs 22 mei om alles uit te voeren. Dat geeft wel weer een beetje lucht.
De heer Mulder heeft gevraagd waarom is gekozen voor 12 april. 12 april is zo'n beetje het laatste moment dat de Britten nog wetgeving kunnen afkondigen om mee te doen aan de Europese verkiezingen. Willen ze een heel langdurig uitstel, dan moeten ze dus meedoen aan de Europese verkiezingen omdat vanaf 1 juli of 30 juni de Britten in strijd handelen met het Europees verdrag als ze niet hun delegatie in het Europees Parlement hebben. Dan zou je kunnen zeggen: begin een infractieprocedure en die duurt een paar jaar. Maar het is veel erger, dat hele Europees Parlement kan dan niet bij elkaar komen vanaf 1 juli; dat is niet rechtsgeldig. Vanaf 22 mei ontstaat er een volgend probleem als ze niet verlengen, omdat ze vanaf 22 mei eigenlijk verkiezingen hadden moeten organiseren en ze die als lidstaat dan niet organiseren. Vandaar dat uitstel tot 30 juni eigenlijk ook niet kan, maar dat is een fase waarbij je misschien met een zware boete iets kan regelen. Maar het punt is dat vanaf 30 juni dan een van de instellingen van de Europese Unie simpelweg niet legaal is. Dus daarom is 12 april zo belangrijk want als 12 april de Britten niet besluiten tot het meedoen aan Europese verkiezingen, dat weet je dus dat de uiterste uittreeddatum eigenlijk 22 mei is. Als je zegt "laat ze maar een forse boete betalen voor het overtreden van het verdrag", dan is het 30 juni, maar daarna dus niet meer. Dan stopt het dus echt. Eigenlijk stopt het dus 22 mei, want ik ben een VVD'er: je mag niet tegen de wet zijn. U kent dat. Ja, GroenLinks zit daar liberaler in, begrijp ik.
De voorzitter:
Dat is uitlokking, mevrouw Buitenweg.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Nee hoor, die neem ik zo voor mijn rekening. Enige burgerlijke ongehoorzaamheid is ons inderdaad niet vreemd.
Minister Rutte:
Je moet weleens wat.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Ik was nog niet even helemaal goed aan het opletten. Begrijp ik nou dat de minister-president zegt dat er in principe een mogelijkheid is dat het later is dan 22 mei maar dat er dan een boete betaald moet worden? Ik vraag mij af of er dan überhaupt niet een juridisch probleem is met de verkiezingen van het Europees Parlement als geheel, in de zin dat die op een gegeven ongeldig verklaard kunnen worden. Of is dat geen enkele optie?
Minister Rutte:
Dat risico loop je en daarom wil eigenlijk niemand voorbij 22 mei. De allerhardste datum is 1 juli, want dan kan het Europees Parlement gewoon niet bij elkaar komen. Dus dan kan een van de instellingen van de Unie niet functioneren als je niet op 1 juli dat Britse contingent hebt zitten en op dat moment de Britten nog lid zouden zijn van de Unie. Maar heel eerlijk: 22 mei is gewoon een harde doodlijn, omdat je daarna gewoon in strijd bent met allerlei juridische dingen. Stel nou eens dat de Britten de komende weken alsnog dat hele terugtreedakkoord vaststellen en ze een week langer nodig hebben dan 22 mei, dan is er misschien nog wel een mouw aan te passen, maar er is geen mouw te passen aan 30 juni. Tenzij ze 12 april besluiten om mee te doen.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Ik zag een focus op een boete, zoals we de minister-president kennen, en ik wilde inderdaad dit juridische punt nog even onder de aandacht brengen.
Minister Rutte:
Maar het is juridisch volkomen juist en dus is 22 mei gewoon de harde doodlijn. Als 22 mei alle wetten door het Lagerhuis zijn maar het Hogerhuis ergens nog een probleem heeft, dan kun je nog een paar dagen wel iets doen maar je kunt 30 juni niet voorbij, want dan kan het Europees Parlement niet bij elkaar komen.
Mevrouw Leijten (SP):
Het was duidelijk dat de regeringsleiders woensdagavond, geloof ik, of was het donderdagavond ...
Minister Rutte:
Donderdagavond.
Mevrouw Leijten (SP):
... lang de tijd hadden om dit met elkaar vast te stellen. Het is dus als volgt: of 12 april een no deal of 22 mei eruit?
Minister Rutte:
Nee, nee, dat klopt niet.
Mevrouw Leijten (SP):
Maar voor 12 april moeten ze toch ingestemd hebben? En als ze niet instemmen, dan zijn ze er dus toch 12 april met een no deal uit? Of verschuift die no deal dan ook naar 22 mei?
Minister Rutte:
Nee, nee, dat klopt ook niet. We hebben eigenlijk twee dingen gezegd. Als jullie de uittreedverklaring goedkeuren, hebben jullie tot 22 mei om het juridisch en technisch in Engeland te implementeren in wetgeving. Doe je dat niet, dan moeten we voor 12 april weten wat jullie willen. Dat is wat we gezegd hebben.
Mevrouw Leijten (SP):
En daarbij is er dus ook alle ruimte voor de situatie dat Groot-Brittannië zou besluiten om wél mee te doen aan de Europese verkiezingen.
Minister Rutte:
Ja, zeker. En als ze aangeven wat ze dan wél willen, kun je daar ook weer de tijd voor nemen. Dat zou inderdaad kunnen.
Maar het punt voor al deze dingen is eigenlijk als volgt. Ik hoorde velen van u vragen: ja, maar waarom doen Europese regeringsleiders niet wat soepeler? Kijk, wij zitten tussen twee boeksteunen in. De ene is dat de Britten hebben gezegd: we willen eruit, maar we willen geen lidmaatschap van de douane-unie. Dat is eigenlijk het belangrijkste wat ze gezegd hebben, maar ze hebben ook gezegd: "We willen geen toekomstig lidmaatschap van de interne markt. Dat willen we allemaal niet." Daarmee hebben ze de rode lijnen getrokken die ze hebben getrokken. En de tweede boeksteun is dat wij zeggen: "Uiteindelijk doe je mee aan die Europese verkiezingen of niet. En als je daar niet aan meedoet, dan kun je dus niet verlengen tot na 1 juli."
De voorzitter:
Tot slot op dit punt.
Mevrouw Leijten (SP):
Mag ik dan concluderen dat er eigenlijk veel langer uitstel is verleend? Want er is gewoon gezegd: we willen voor 12 april weten of jullie meedoen aan de Europese verkiezingen of niet. En als ze niet meedoen, gaan ze er op 22 mei uit. En als ze wel meedoen, blijven ze er dus voor veel langer in. Moet ik dat dan concluderen?
Minister Rutte:
Nou, ik pel 'm nog even af, zoals Wouter Koolmees zou zeggen.
Om te beginnen stuurde Theresa May een brief. Zij zei: "Joh, luister. Stel nou dat wij ja zeggen. Dan hebben wij meer tijd nodig dan tot 29 maart om het allemaal in Britse wetgeving te verwerken. Geef me nou uitstel tot 30 juni". Dat zei ze. Toen hebben wij gezegd: "Dat kan niet, want dan ben je vanaf 22 mei in strijd met het verdrag, omdat je dan verkiezingen had moeten organiseren als lidstaat. Dus we doen 22 mei." Daarvan heeft ze gezegd: "Nou ja, oké, dat mot dan maar. Dan moet ik het een beetje sneller doen, maar in die acht weken zou dat moeten kunnen."
Het tweede is dat wij toen tegen haar hebben gezegd, en daar heeft ze ja tegen gezegd, is: "Stel nou dat het Britse parlement deze week niet ja zegt tegen het uittreedverdrag, kom dan met een plan voor wat je wilt, en kom daarmee voor 12 april. Want onderdeel van dat plan zou kunnen zijn dat jullie besluiten om mee te doen aan de Europese verkiezingen, zodat je ook veel langer uitstel kunt vragen." Maar dat is allemaal aan de Britten. En wij kunnen niks doen, anders dan zeggen: "Wij hebben die rode lijnen, en als jullie niet bewegen ... Jullie kunnen ook vragen om uitstel". Maar dat moet allebei van de Britten komen. Wij kunnen niks doen.
De heer Verhoeven (D66):
Ik begrijp wel dat het lastig spreken is met al die scenario's die nog niet duidelijk zijn, maar ik wil er toch twee dingen even uitlichten.
Eén. Stel nou dat er voor 12 april niet iets gebeurt wat duidelijkheid biedt binnen dat kader van "vertel voor 12 april wat je wilt zodat we weten wat er moet gebeuren". Dan gaan die acht weken in. Dus stel dat er geen concreet voorstel ligt waar je dan de acht weken vóór 22 mei mee aan de slag gaat, dan lijkt het er toch op dat er op een gegeven moment een weg gaat ontstaan waarbij er óf een tweede referendum komt óf er verkiezingen komen. Zou de premier dat als een nieuw feit zien, waardoor de Britten dan om langer uitstel mogen vragen? Dat is toch wel belangrijk om ...
Minister Rutte:
Wacht even. Als de Britten helemaal niets meer doen na vandaag, dan is 12 april de hardebrexitdatum: dan is 29 maart 12 april geworden. Wat we hopen, is dat ze ofwel ja zeggen tegen het uittreedverdrag en dan heb je tot 22 mei om het te implementeren, ofwel dat ze zeggen: daar zeggen we nee tegen, maar we willen iets anders. Dus we hebben tegen de Britten gezegd: "Je moet uiterlijk op 12 april schetsen wat je wilt. Althans, als je niet nú ja zegt tegen het verdrag, want als je daar ja tegen zegt, dan heb je sowieso tot 22 mei." Dat is de conclusie van vorige week. Maar zij moeten dat benoemen. Als zij zeggen dat ze verkiezingen gaan doen of een referendum gaan organiseren of weet ik veel ... Maar ik ga er allemaal niet op speculeren. Ik kan alleen maar de opties benoemen. Die kunnen we allemaal benoemen. Maar ik ga zelfs de wenselijkheid hier niet beschrijven, want dan bemoei ik me met de interne Britse politiek. Maar dan is er een nieuw relevant feit dat we hebben te overwegen.
Daarbij is dus wel één ding heel belangrijk, namelijk het volgende. Als niet ook onderdeel van zo'n beweging is dat ze misschien een rode lijn wat vloeibaarder maken, of dat ze misschien zeggen dat ze toch wel in de douane-unie willen in de toekomst, of een vorm van een douane-unie, een Noorwegen-model, een Noorwegen-plus of weet ik veel ... Het kan allemaal. En als dat dan vraagt om een nieuwe meer fundamentele doordenking van de politieke verklaring, dan zal het mogelijk noodzakelijk zijn dat ze ook zeggen mee te doen aan die Europese verkiezingen. Maar dat hangt er natuurlijk weer helemaal van af waar dan de beweging zit. En daarvoor zijn er zó veel opties. Op dit moment moeten we maar even uitgaan van wat we weten, en wat we weten, is dat de Britten nog geen ja hebben gezegd tegen het uittreedverdrag, en de default is dus: 12 april, hard brexit.
De heer Verhoeven (D66):
Ik snap het. Dank. Ik weet ook heus wel dat we niet allerlei wenselijkheden van mogelijke scenario's moeten gaan bespreken. Daar ben ik ook helemaal geen voorstander van. Maar aan de andere kant staan we hier als Kamer op het volgende moment dat er weer een top is misschien wel te concluderen dat we te laat waren. Dus het is toch wel goed om even een beetje vooruit te denken, zeg ik tegen de collega's en tegen de premier zelf. De douane-unie is nog een serieuze optie, die haalde gisteren acht stemmen te weinig, en dan was dat een mogelijkheid. Een tweede referendum zat daar ook dichtbij. En de deal van May ligt nog op tafel. Dat zijn een beetje de drie hoofdscenario's nu. Als de drie hoofdscenario's plaatsvinden, zijn er twee waarbij dat 22 mei werkbaar zou kunnen zijn, of een iets langer uitstel en dan doen ze mee aan de verkiezingen. Maar als bij een referendum of bij verkiezingen de Britten vragen om langer uitstel, wat zegt de premier dan? Zegt hij dan: dat moet bespreekbaar zijn, mits de Britten daarom vragen? Of zegt hij: nee, dat is niet haalbaar in de Europese Raad? Dat is namelijk steeds mijn punt, dat ik bang ben dat de Europese Raad zó vastzit in een soort scherpslijperijsituatie dat ze zeggen: "Nee, nu zijn we een keer klaar met jullie ..." — ik hoor de heer Mulder een beetje echoën — "... we willen nu toch echt wel eens eventjes druk op de ketel en jullie moeten er dan nu maar uit met een no deal." De reden waarom no deal namelijk nog op tafel ligt, is volgens mij niet zozeer omdat de Britten dat willen, helemaal niet, maar omdat er een soort gevoel bij een aantal Europese leiders lijkt te zijn — maar misschien heb ik het helemaal mis, hoor — die dat misschien op een gegeven moment door druk te zetten gaan creëren. En dát wil ik voorkomen. Dát is mijn zorg.
Minister Rutte:
Daar ben ik niet echt bang voor. Ik kan niet helemaal in alle hoofden kijken. Ik denk dat er wel irritatie zit aan Europese kant, namelijk dat er dan geen antwoord uit Londen komt, maar ook niet wat ze dan wél willen. En daarom ben ik heel blij dat nu expliciet in die conclusie staat, niet alleen 12 april, want dat is ook de laatste datum dat je Europese verkiezingen kunt organiseren, maar ook: als dan niet het uittreedverdrag is aangenomen, wat wil je dan wel? Dat zij dat benoemen, dat zij vertellen wat ze willen. Dan zijn er een eindeloze reeks mogelijkheden en dan zal in ieder geval de voorwaarde zijn, als ze iets willen wat heel veel tijd kost, dat er gezegd wordt: we gaan ook de Europese verkiezingen organiseren, omdat je daar met een hard juridisch punt zit, dat het Europees Parlement natuurlijk moet kunnen functioneren vanaf 1 juli.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Verhoeven (D66):
Helder. Wat mij betreft blijven de Britten voor altijd meedoen aan de Europese verkiezingen. En dat ze meedoen aan de kómende Europese verkiezingen als dat nodig is, vind ik uitstekend. Dit vind ik een heldere lijn. Ik ben blij. Laten we als Europese Raad niet de fout maken dat wij degene zijn die het mes op de keel zetten, of het pistool op de borst, waardoor er een no deal komt, terwijl de Britten dat helemaal niet willen. Want dan is dus de omgekeerde situatie aan het plaatsvinden.
Minister Rutte:
Nee, we zitten één mes op de keel ... Nou, ook niet. Maar één drukmiddel is: "Kom wel met wat je dan wél wilt."
De heer Verhoeven (D66):
Ja, dat mag ook een langetermijnvariant zijn.
Minister Rutte:
Ja, dat denk ik wel. Ik kan dat niet voor iedereen zeggen, maar de heer Verhoeven vroeg mij: "Ben je daar bezorgd over?". Ik denk, als zij met een goed onderbouwd plan komen, wat meer tijd vraagt, en ze doen ook mee aan de Europese verkiezingen, dat dat bekeken gaat worden op een serieuze manier. Dat is mijn verwachting.
De voorzitter:
Een ander punt, meneer Van Rooijen?
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Ik ben blij met de uitvoerige uitleg van de minister-president. Er komt toch alsmaar meer informatie over wat er mogelijk kan gebeuren. Ik had de minister-president expliciet gevraagd wat er nou gebeurt als een stemming van gisteren die het net niet haalde maandag ... Stel nou dat maandag de douane-unie het zou halen, betekent dat dan dat ze aan de Europese verkiezingen kunnen meedoen, maar dat er ook een langer uitstel komt om dat allemaal verder uit te werken? Dat heeft dan enorme ik zou zeggen positieve consequenties. Dus een simpel aanvaarden van die douane-unie, waarvoor maar acht stemmen tekort waren — misschien zijn het er volgende week plus negen, dan komt die erdoor — heeft grote consequenties.
Minister Rutte:
Ja, potentieel, maar dan kom je natuurlijk ook in een hele "what if", want dan komt de vraag: wat is het voordeel dat ze dat doen? Het voordeel zou dan kunnen zijn dat deelname aan een vorm van douane-unie het hele vraagstuk van de backstop wat overzichtelijker maakt. Het is niet helemaal weg, maar dan kun je de politieke verklaring daarop gaan aanpassen. Dan kun je perspectief bieden. De tegenstanders van die backstop weten dan dat de kans dat die in werking treedt minder groot is. De tegenstanders zullen zeggen: "We kunnen niet zomaar vrijhandelsverdragen met de hele wereld afsluiten", maar ik heb dat punt nooit begrepen, want die worden natuurlijk altijd minder mooi dan de vrijhandelsverdragen die Europa afsluit. Dus waarom zou je het überhaupt willen. Maar oké, dat zit wel vaker in deze brexitdiscussie, dat je niet helemaal snapt waarom ze doen wat ze doen. Maar dat zal het tegenargument zijn. Maar als dat dan betekent: "We moeten echt fundamenteel opnieuw kijken naar alle stukken", kan ook weer de vraag opkomen wat dat betekent voor de Europese verkiezingen, of anders moet je het wel voor 22 mei afwikkelen.
Dus het is zowel op de inhoud als op de timing dat zij moeten zeggen wat ze willen. Bij voorkeur zou ik zeggen, dat is de kortste klap, zeggen ze ja tegen het uittreedverdrag. Dat zou natuurlijk het mooiste zijn, want dan zijn we gewoon klaar. Want dat is op zich een prima verdrag. Daar staat niks verkeerds in. Als ze dan later alsnog besluiten te willen nadenken over een douane-unie, dat is dat ook prima. Dan wordt dat onderdeel van de toekomstige relatie, hoe je die gaat invullen.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Het leek tot nu toe een beetje of het een deal of geen deal was. Maar heeft u nu ook het gevoel dat die kier, die vorige week gemaakt is, een tussenoplossing is? Daardoor zou een douane-unie of een andere vorm, maar met name deze, het hele verhaal weer open kunnen zetten naar langere scenario's, waardoor we niet meer in dat zwart-wit denken zitten. Maandag kan dus een belangrijke stap gezet worden door de kier, die u vorige week met de collega's blijkbaar duidelijk heeft gemaakt. Jullie doen dat, terwijl het in de beeldvorming naar buiten een beetje is: nou ja, het is nu een deal of geen deal en 12 april of 22 mei. Er zit dus eigenlijk een andere datum achter, veel later, als de douane-unie er maandag door komt.
Minister Rutte:
Nou gaan we helemaal op dat spoor en ik help volgens mij niemand in Groot-Brittannië die van goede wil is door daar nu te lang over te speculeren. Dus ik laat dit hele punt in de beste tradities van de Britse House of Cards: "You might very well think that; I couldn't possibly comment".
De voorzitter:
Daar staat u weer, mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Ja, voorzitter. Ik vroeg aan de minister-president: er is twee weken uitstel verleend en stel dat er helemaal niks verandert, is het dan dus op 12 april no deal? Toen zei hij nee. Toen vroeg ik: is er dan dus eigenlijk langer uitstel verleend en moeten ze alleen voor 12 april zeggen wat ze willen? Dat was het ook niet helemaal. Ik snap dat 22 mei is gekozen, omdat ze dan niet na de verkiezingen nog kunnen zeggen "wij willen langer uitstel", want dan zijn de verkiezingen voor het Europees Parlement ongeldig. Dat snap ik. Maar wat ligt er nou op 12 april?
Minister Rutte:
Die 22 mei is gekoppeld aan een ja tegen het uittreedverdrag: dan hebben ze tot 22 mei om dat juridisch in Britse wetgeving om te zetten. Doen ze dat niet, dan is de vraag van Europa: kom nou voor 12 april met wat je wel wilt. Komt er dan niets, dan is 12 april de harde brexitdatum. Zo klopt die.
Voorzitter, de kracht van deze debatten is natuurlijk altijd dat heel veel vragen nu beantwoord zijn. Ik kijk even heel snel om te voorkomen dat ik iemand tekortdoe.
Er zijn heel vragen beantwoord die te maken hebben met de juridische kant, maar niet alle vragen, want de heer Asscher had nog een vraag over de rechten van burgers. We zijn het er, denk ik, volkomen over eens dat dat voor de Nederlandse regering en de rest van de Europese Unie een topprioriteit is, was en blijft bij de brexitonderhandelingen. Het is heel vervelend — ik betreur dat ook werkelijk — dat we door die politieke meningsverschillen, die er nog steeds zijn binnen het VK, nog geen volstrekte zekerheid kunnen geven over de verblijfsstatus na de brexitdatum. Het punt is hier dat het brexitakkoord één alomvattend pakket is met als doel een ordelijke terugtrekking van het VK uit de Europese Unie. Dus alles is er nu op gericht om dat akkoord erdoorheen te krijgen, want dat biedt de beste garanties voor het behoud van de rechten van burgers.
Het sluiten van minideals, bijvoorbeeld over burgerrechten, kan nu niet. Je kunt niet hangende de behandeling van het terugtrekkingsakkoord zo'n minideal sluiten. Ik denk ook niet dat dat wenselijk is, want dat zou namelijk betekenen dat het blijkbaar al mislukt is. Wij voorzien in een fatsoenlijke oplossing voor burgers in een no-dealscenario. Zoals bekend betekent dat dat VK-burgers in Nederland mogen blijven wonen, werken en studeren. Zij zijn ook vrijgesteld van de inburgeringsvereisten. Die regeling is ruimhartig en ook in lijn met de uitgangspunten van het terugtrekkingsakkoord. Er zijn van de VK-kant toezeggingen gedaan op het gebied van het verblijfsrecht voor EU-burgers in het VK en wij gaan ervan uit dat die ook worden nagekomen. Alles is nu gericht op de ratificatie van het terugtrekkingsakkoord. Als dat van tafel is of als er een nieuwe situatie komt, moeten we die uiteraard opnieuw beschouwen. Maar we kunnen dus niet nu een minideal sluiten. Dat is eigenlijk de conclusie op de burgerrechten.
Voorzitter. Ik ben het eens met de heer Asscher dat de brexit geen verdienmodel is. De bonusregels gaan we ook niet versoepelen; we passen ze niet aan voor de brexit. Dat betekent dat banken de Europese en de Nederlandse regels moeten volgen als ze zich in Nederland vestigen. En inderdaad, we kunnen ook niet voorkomen dat op dit moment vrij veel Japanse en Indiase bedrijven zeggen: Nederland is de tweede markt waar wij contact mee hebben en dus komen wij naar Nederland. En die banen zijn natuurlijk welkom. Maar daar staat zo veel ellende van brexit tegenover dat ik dat liever niet had gezien en het VK gewoon liever in de Unie had gehouden.
De heer Asscher (PvdA):
Helder en een terechte uitspraak. Nog even de vraag hoe hij dan de uitspraken van Hamers kwalificeert, die dit blijkbaar een goed moment vond om dat punt maar weer eens te adverteren.
Minister Rutte:
Die wil ik eigenlijk niet recenseren. Hij heeft een feitelijke constatering gedaan, die denk ik feitelijk waar is, dat Nederland als het gaat om bankenachtige banen in Nederland nu minder scoort omdat we veel strengere bonuswetgeving hebben dan andere landen. Dat is een feitelijke constatering. We doen het gelukkig weer heel goed bij andere sectoren. Het EMA komt naar Amsterdam en noem maar op, maar specifiek in de financiële sector scoren wij minder. Dat kan heel goed te maken hebben, hoor ik ook wel terug uit de financiële sector, met onze bonusregels. Die zijn wat ze zijn. Die gaan we daar niet voor aanpassen, dus dat blijft dan een feitelijke constatering.
De heer Asscher (PvdA):
Dat kan, maar het gaat natuurlijk ook over de waarde die je daaraan toekent. Als ik de premier in eerste instantie goed beluisterde, dan zegt hij ook namens de Nederlandse regering: "Het is goed dat die regels zo streng zijn na alles wat er gebeurd is. We gaan die discussie niet heropenen. Mensen die hier willen werken zijn van harte welkom, maar dan tegen een fantastisch salaris maar met iets minder hoge bonussen dan elders."
Minister Rutte:
Die samenvatting is van a tot z juist, ja.
De voorzitter:
Goed, gaat u verder.
Minister Rutte:
Dan kijk ik nog even naar brexit. Volgens mij heb ik dan de brexitvragen beantwoord.
Mevrouw Leijten (SP):
In de aanloop naar zo'n top zie je allerlei regeringsleiders uitspraken doen. De ene zei "we zullen uitstel omarmen". De andere zei "ik zal me verzetten tegen uitstel", onder anderen de premier van Frankrijk, de heer Macron. Daar had ik een vraag over gesteld.
De voorzitter:
Ja, dat klopt.
Minister Rutte:
Maar ja, ik moet uiteindelijk werken met de conclusies die wij met elkaar trekken. Macron is akkoord met de conclusies die we getrokken hebben. Ik heb hem daar zelf nog een paar keer gesproken en marge. Ik heb dat toch allemaal net wat anders verstaan dan het hier en daar in de media werd gerapporteerd, maar ik wil voorkomen dat ik hier de Macronfluisteraar word. Ik moet het dus even doen met de conclusies die we getrokken hebben. Dat is uitstel tot 22 mei als ze akkoord gaan, en tot 12 april en vertel dan wat je wel wil als ze niet akkoord gaan met het uittredingsakkoord.
De voorzitter:
Tot slot op dit punt, mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Oké. Eerder zei de minister-president hier in deze zaal dat Macron opruiend bezig was geweest, maar dat is op deze top dus niet gebeurd?
Minister Rutte:
Ik weet werkelijk niet waar ik dat gezegd heb. Maar als mevrouw Leijten met haar fantastische geheugen dat beweert, is dat vast waar. Maar ik moet het even bij Caroliene navragen.
De voorzitter:
Dat was dus ook een Carolienemomentje.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik zal Caroliene meteen even tippen. Dat was het debat in oktober voor de Europese top. Daarin zei de minister-president dat het "inflammatory" was, en dat is de vertaling van "opruiend".
Minister Rutte:
Ja, inflammatory. Ja, ik weet niet ... "Opruiend" is toch wat anders. "Inflammatory" is misschien een punt met net wat meer nadruk aanzettend. Ik had in ieder geval die vertaling meer voor ogen.
De voorzitter:
"Hoe red ik me hieruit?"
Minister Rutte:
Het is wel een mooi woord, "inflammatory".
Voorzitter. Er was een vraag gesteld over de interne markt. De Europese Raad heeft de nieuwe Commissie opgeroepen om uiterlijk in maart volgend jaar met een nieuw actieplan interne markt te komen. Dat is ook echt een Nederlands punt geweest, niet alléén van ons, maar óók van ons. Ik kijk ook naar de brief van Mona Keijzer van eind 2018. Er is ook een brief gekomen van 17 regeringsleiders, ik dacht uit Fins initiatief voortgekomen, die ik meeondertekend heb. De interne markt is nooit af. Het is heel belangrijk dat we alle aspecten bij elkaar pakken: van industriepolitiek, ook ten aanzien van digitaal en diensten, en hoe verhoudt het zich weer tot het mededingingsrecht. Dat moet allemaal factbased gebeuren. De kapitaalmarktunie speelt daar een grote rol in. We hebben het vaker gezegd: als we dit slim aanpakken, dan kunnen we twee keer de Nederlandse economie toevoegen aan de Europese economie. Ongeveer 1,5 triljard, 15.000 miljard ... Sorry, 1.500 miljard zouden we kunnen toevoegen als we dat slim doen. Dat moet dus ook gebeuren, want dat zijn gewoon banen: niet geld, maar banen.
Dan over klimaat. Wat Nederland wil, is bekend: klimaatneutraliteit koppelen aan een datum, mid-century, dus in 2050. Het gaat altijd stap voor stap in Europa. De Europese Raad heeft dat principe van klimaatneutraliteit omarmd. In juni praten we er verder over. We realiseren ons ook dat er in september een klimaattop komt bij de VN, wat op zich een stap is in de goede richting. Wij zetten natuurlijk verder in op besluitvorming in juni die nog weer ambitieuzer is, in ieder geval zo snel mogelijk. In 2020 moeten we de langetermijnstrategie indienen bij de Verenigde Naties en ook het nieuwe doel voor 2030. Dat is weer relevant voor de Nederlandse discussie. U weet, Nederland plant op 49, Europa zit, als je alles optelt, op ongeveer 45 en uiteindelijk doen we wat Europa doet, maar als dat lager is dan 55 — dat willen we eigenlijk — dan gaan we proberen op te toppen met omliggende landen. Zo is het in het regeerakkoord afgesproken.
De heer Omtzigt (CDA):
Die afspraak uit het regeerakkoord is helder. Wat ook helder is, is dat de regering zich tijdens de top daarvoor ingezet heeft. Dat kun je uit de verslagen, ook uit die van de andere landen, opmaken. Dat is terecht. Maar het kwam niet helemaal in de slotverklaring. Tenminste, ik heb geen percentage in de slottekst kunnen zien waar de Europese landen op willen uitkomen. Komt er nog een doelstelling vanuit de Raad? De Commissie heeft wel een doelstelling, maar de Raad niet.
Minister Rutte:
De klimaatneutraliteit. We hebben afgesproken dat we eerst 2050 gaan doen en dat we 2030 daarvan afleiden. In 2020 moeten we het doel voor 2030 bijstellen in het kader van de bijstelling van de defined contributions uit de regio's en lidstaten. Dat moet iedere vijf jaar gebeuren in het kader van het Parijsproces. Daartoe moeten we eerst het doel van 2050 zetten. Wat wij willen, is dat Europa zich committeert aan klimaatneutraliteit in 2050, conform onze afspraak in de coalitie. Dat is dus nog niet gelukt. Klimaatneutraliteit? Ja, dat is gelukt, maar nog niet met die datum eraan geplakt. Dat gesprek moet verder plaatsvinden.
De heer Omtzigt (CDA):
Het lijkt technisch, maar als je de tekst leest, staat er dat klimaatneutraliteit in de tweede helft van deze eeuw geregeld moet worden. Dat kan 2051 zijn en dat kan 2099 zijn. Dat maakt nogal wat uit natuurlijk voor het pad van de landen.
Minister Rutte:
Ja, zeker.
De heer Omtzigt (CDA):
Wat is de beste inschatting wanneer dat vastgelegd wordt? Dat zegt namelijk ook wat over het nationale klimaatbeleid en over hoe we dat het beste Europees kunnen doen. Wanneer kunnen wij die percentages verwachten, zodat wij ook weten wat er van ons verwacht wordt?
Minister Rutte:
Voor het nationale beleid is het doel voor 2030 relevant, omdat wij een klimaatakkoord maken op basis van het 2030-doel. Maar natuurlijk staat dat ook in functie van de ambitie voor 2050. Dat 2030-doel is voorzien in 2020, want dan moet de update er zijn in het kader van de afspraken van Parijs in 2015. Die moet er volgend jaar dus zijn. Europa heeft gezegd: we willen eerst 2050 doen en vervolgens daarvan het doel voor 2030 afleiden. Het is dus nog niet gelukt om voor 2050 klimaatneutraliteit vast te leggen; precies wat de heer Omtzigt zegt. Dat gesprek gaat dus door, zoals de heer Omtzigt terecht opmerkt. Dat is dus nog niet gelukt.
De heer Omtzigt (CDA):
Voorzitter, tot slot.
De voorzitter:
Tot slot, ja.
De heer Omtzigt (CDA):
Dat betekent dus dat wij het komend jaar in Nederland een klimaatdoel gaan vastleggen voor 2030, terwijl de EU dat pas in 2020 gaat doen, dus waarschijnlijk nadat hier alles is vastgesteld. Gaan we het doel daarna nog aanpassen? Hoe ziet de regering dat voor zich?
Minister Rutte:
Daar is het regeerakkoord leidend. Het is daar heel precies over. Het zegt: we begroten zolang we niks anders weten op 49; we willen eigenlijk 55, maar we begroten op 49. Dat betekent in het extreme geval dat het allemaal lukt, dat je een optoppakket nodig hebt als je in Europa toch hoger komt dan 49. Sowieso gaan we proberen om, als Europa niet op 55 of lager dan 55 zit, met omliggende landen wel naar die 55 te gaan. Uiteindelijk doen we wat de omliggende landen doen en zullen we proberen om, als het onder de 55 ligt, met de omliggende landen zo'n afspraak te maken. Er kan een situatie zijn dat je onder de 49 eindigt met de omliggende landen. Dat kan, maar dat is allemaal conform het regeerakkoord. Dat is niks nieuws.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk even ...
Minister Rutte:
China is het laatste, voorzitter.
De voorzitter:
Het laatste?
Minister Rutte:
Ja, het laatste punt is China. Er was een vraag over de foreign direct investments. Die liggen op een heel hoog niveau voor Europa: zo'n 800 miljard. Voor Nederland liggen ze op 1 tot 3,7 miljard, dus dat valt op zichzelf nog wel mee. Dat neemt niet weg dat er natuurlijk wel grote vraagstukken spelen rondom de relatie met China, die overigens ook kansen biedt. We moeten niet naïef zijn, maar die biedt ook grote kansen. We hebben er lang over gesproken tijdens deze Europese Raad. De korte conclusies daarover zeggen weinig over de diepgang van de discussie. Uiteindelijk hebben we er die vrijdag lang over gesproken, terecht ook. Op zichzelf vind ik het helemaal niet erg dat alle lidstaten hun eigen bilaterale relaties hebben überhaupt met derde landen. Dan kunnen ze ook nog al dan niet juridisch bindende afspraken maken. Het sluiten van handelsverdragen kan natuurlijk niet, dat is een EU-competentie. Ook Nederland maakt overigens afspraken met China over allerlei zaken. Wij proberen natuurlijk altijd te zorgen dat die complementair zijn aan het EU-beleid.
Het MoU van Italië hoeft op zichzelf geen bezwaar te zijn, mits dat dan weer past in wat we als Europa gezamenlijk proberen uit te lijnen in ons beleid ten aanzien van China. Er zijn meer Europese landen die zo'n MoU over het BRI, het Belt and Road Initiative, hebben gesloten. Je ziet het bij de zestien meer Oost-Europese lidstaten, die gezamenlijke sessies hebben. Ik heb daar overigens ook al wel opmerkingen over gemaakt en gezegd dat dat soort bijeenkomsten ook weer risico's heeft. Maar dan zeggen collega's, bijvoorbeeld de premier van Kroatië of andere landen: ja, maar de kans dat ik ooit aan tafel kom met de premier van China is vanwege de omvang van mijn economie klein; iedere vijf jaar is veel. Mij lukt dat misschien nog iedere twee jaar, en de Duitsers en de Fransen twee keer per jaar. Wij zitten ook niet in dat 16+1-initiatief. Ik snap dus ook wel weer dat dat ook meespeelt. China is de tweede economie van de wereld en groeit. Dan is het natuurlijk van belang dat je dat opnieuw doet, vanuit het oogpunt van niet naïef zijn en je realiseren hoe belangrijk die relatie met China is. Ik heb daar op zich ook vertrouwen in. Dat geldt ook voor die zestien landen. Ik heb geen aanwijzingen dat ze dat niet doen.
Ik zie ook de investeringen in Griekenland en Portugal. Dat is ook relevant. Ik ben volgende week woensdag zelf in Portugal, bij António Costa. Dan zullen we daar ook over spreken. Maar ik heb helemaal geen reden om aan te nemen dat de Portugezen niet op een verstandige manier met die investeringen omgaan. Ook die investeringen hoeven op zichzelf geen probleem te zijn als ze passen in een duidelijke nationale en Europese strategie.
Ik kom zo nog even apart over 5G te spreken, maar ik heb hierover ook gezegd dat de economische samenwerking met China de lidstaten dus niet ontslaat van de rechten en plichten van het EU-lidmaatschap. Het is belangrijk dat we ons allemaal realiseren wat er aan de hand is. Daarom zijn de discussies in de Europese Raad ook zo relevant. Maar het heeft ook geen zin om te zeggen: we doen de deur dicht voor China en we doen geen zaken meer.
Voorzitter. Misschien nog één punt voordat ik apart bij 5G kom. Dat is het punt van de mensenrechten. Ik heb vanzelfsprekend ook gesproken over het vraagstuk van de mensenrechten, omdat het hier in de Kamer nog aan de orde was, maar ik denk dat het anders ook gedaan had, want ik doe het altijd in mijn contacten met de Chinezen. Ik heb in de Europese Raad ook specifiek over de Oeigoeren gesproken. Er is natuurlijk ook een dialoog tussen de Europese Unie en China op het gebied van de mensenrechten. De volgende EU-China-mensenrechtendialoog staat voor begin volgende week, 1 en 2 april. Dat biedt ons ook weer de gelegenheid om het aan de orde te stellen. Nederland bevindt zich in de internationale voorhoede waar het gaat om het aankaarten van de mensenrechtensituatie in Xinjiang. Er zijn twee formele Nederlandse interventies geweest in de VN-Mensenrechtenraad van maart jongstleden, met steun van Canada, het VK en Duitsland. Er is ook een side event geweest van de Verenigde Staten. Daar sprak ook de heer Bekali, die op 27 maart hier in deze Kamer heeft verteld over zijn persoonlijke ervaringen in een heropvoedingscentrum. Afgelopen najaar heeft Nederland China tijdens het landenexamen van China in de Mensenrechtenraad opgeroepen om onafhankelijke VN-waarnemers ongehinderd toegang te verlenen tot Xinjiang. Dit punt heb ik dus gemaakt. Nogmaals, we maken dat altijd. We hebben vorig jaar bij het bezoek van de Chinese premier ook uitvoerig over mensenrechten gesproken. Dit wordt door Nederland steeds aan de orde gesteld, en we hebben ook onze eigen mensenrechtendialoog met China.
De voorzitter:
Goed. Ik zie een groep mensen uit Enschede op de publieke tribune. Klopt dat? Van harte welkom. Iedereen trouwens van harte welkom. Zij zijn van het revalidatiecentrum Roessingh, en komen volgens mij speciaal het optreden van de heer Omtzigt bezichtigen.
Minister Rutte:
O, ik dacht dat van mij.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Daarom ben ik hier ook, mevrouw de voorzitter. Ik heb inmiddels twee vragen. De ene gaat over de mensenrechten. Ik had niet zozeer gevraagd wat Nederland doet, hoewel het heel goed is dat ik dit nu zo verneem van de premier. Het ging mij er vooral om wat nu in de Europese Unie is afgesproken. Wat zal de toon zijn? Is er ook iets te merken van het tegenstribbelen van andere EU-lidstaten, die misschien liever willen zwijgen over dit onderwerp? En heeft dat dan ook te maken met die investeringen?
Dat brengt me bij de eerste vraag die ik eigenlijk wilde stellen. Het gaat me er bij die investeringen natuurlijk ook om dat we moeten oppassen dat kritische infrastructuur niet ook in handen komt van landen als China. Dus de vraag is: is daar nu vanuit de Europese Unie voldoende oog voor?
Minister Rutte:
Eerst op het punt of we het eens zijn. Ik had daar op zichzelf een positief beeld bij, voor, na en tijdens de vergadering. De strategische visie van de Europese Unie — dus de gezamenlijke mededeling — wordt door alle lidstaten verwelkomd. We zijn het er ook allemaal over eens dat dat een uitgangspunt moet zijn in die EU-China-top die gaat plaatsvinden op 9 april. In de conclusies zie je ook terug dat concrete actiepunten uit die gezamenlijke mededeling — over 5G bijvoorbeeld, waar ik zo nog op kom, maar ook over de bescherming van de interne markt tegen oneerlijke Chinese concurrentie — expliciet steun hebben gekregen van de hele Europese Raad. We waren het er ook over eens dat wij met één mond moeten spreken over de Europese waarden, en dat wij schouder aan schouder moeten staan. Er was brede steun om met China samen werken waar het gaat om de bilaterale belangen, ook wat betreft de mondiale vraagstukken.
Ik heb daarbij nog eens een keer gewezen op het belang dat Europa zich internationaal sowieso veel meer manifesteert, zichzelf veel meer projecteert op het wereldtoneel, met alle macht en power die we hebben vanuit onze interne markt en onze positie op het gebied van investeringen in ontwikkelingssamenwerking en andere vraagstukken. Ik noem ook de militaire hulp die we in allerlei delen van de wereld bieden. Wij zijn het machtigste en grootste handelsblok uit de wereldgeschiedenis. Daar willen mensen zaken mee doen. Wij moeten dus die positie gebruiken, ook in machtstermen, gewoon harde machtstermen. Ik heb het gehad over "the principles of power" naar "ja, principes, maar ook macht", dus beide. Je mag dus af en toe ook even jasje open, jasje dicht doen en laten zien wat je allemaal aan middelen hebt.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Ik zeg altijd maar: these are my principles and if you don't like them, I also have others.
Minister Rutte:
Ik dacht meer: my way or the highway!
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Het is allemaal prima. Natuurlijk moeten we ook als Europese Unie daar als een blok optreden. Dat vind ik ook, maar ik had gevraagd wanneer iets nou tegen het belang van de Europese Unie is. Wat vindt de premier van het feit dat bepaalde kritische infrastructuren in Chinese handen komen, zoals die haven in Griekenland? Wat zou er gebeuren wanneer de watervoorziening, die ook geprivatiseerd moest worden, in dezelfde handen zou komen? Dus ik wilde eigenlijk wat meer reflectie — en dat had ik gevraagd — van de minister-president. Wanneer is iets nu tegen het Europees belang? Graag principiële uitspraken en wat voorbeelden, zodat we ons iets meer kunnen voorstellen bij de mooie woorden die geformuleerd zijn.
Minister Rutte:
Daarbij wil ik voorkomen in een rechercherende rol te komen over mijn collega's. Er zitten een paar lagen in de discussie. De eerste is: ja, we doen zaken en we hebben een open relatie vanuit onze Europese waarden en mensenrechten, maar niet naïef. Dus dat is de eerste laag. Ten tweede constateer ik dat we het als Europese Unie eens zijn over de brede relatie en benadering van China. Dat was echt de conclusie van vorige week vrijdag. En dan heel specifiek over Chinese investeringen, bijvoorbeeld in Griekenland en Portugal. Het begint er wel mee dat ik vertrouwen heb in die regeringen daar, die democratisch gekozen zijn, in de premiers die daar democratisch aan de macht zijn gekomen, die op een verstandige manier hun afwegingen maken binnen die bredere EU-strategie. Ik heb nu geen reden om aan te nemen dat dat niet goed zit, zoals ik ook geen reden heb om op voorhand aan te nemen dat de MoU over de Belt and Road Initiative van Luxemburg of van Italië niet goed zou zijn. Natuurlijk, we bekijken het, we meten alle signalen en als het nodig is praten we achter de schermen en geven we een duw de goede richting uit, maar ik heb in algemene zin geen aanleiding om daar nu zorgen over te hebben. Zelfs het aanschaffen van bepaalde infrastructurele voorzieningen in landen hangt ook weer af van welke randvoorwaarden erbij zitten en welke afspraken je daaromheen maakt.
Is het zwart-wit: China beheert nu volledig zonder zich ergens rekenschap van hoeven te geven een stuk vitale infrastructuur? Of moet China zich gewoon houden aan alle wet- en regelgeving in dat land? Het hangt er maar van af wat daarover afgesproken is. We proberen daar ook steeds naar te kijken, maar wel vanuit het vertrouwen dat het democratische regeringen zijn in die landen in Europa waar wij dus ten principale niet wantrouwend over zijn.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Buitenweg.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Dat brengt ons ook weer dichter bij huis, bij de eigen keuzes. Ik gaf ook het voorbeeld van grote terminals in de haven van Rotterdam. Daarvan is 35% in Chinese handen. Die Chinese strategie die bedoeld was om heel proactief te kunnen optreden, en waar we nu vooral postactief lijken te zijn; wanneer komt die? Staan daar ook zulk soort afwegingen in? Bijvoorbeeld bij de Britten is nu ook de kerncentrale grotendeels in handen van China. De helft van het kernafval in Europa is in Chinese handen. Is er een soort tracking in Europa en in Nederland zodat we echt in het snotje hebben wat in welke handen komt, waar we een analyse op los kunnen laten om na te gaan of we dat eigenlijk wel willen?
Minister Rutte:
Ja, waarbij het niet zwart-wit is, maar waarbij je wel probeert om steeds per keer te kijken, en ook om niet naïef te zijn en je te realiseren dat de uiteindelijke strategie van China is dat zij er ook belang bij hebben om duurzame langetermijninvesteringen te doen en niet schade aan te richten. Dus er zitten ook bij hen grote belangen die heel vaak convergeren, maar je moet niet naïef zijn en je moet het per geval bekijken, vanuit een duidelijk afwegingskader, dat deels Europees bepaald is, zoals we dat vrijdag hebben vastgesteld. Ook Nederland kijkt er dus naar. We willen voor de zomer komen met onze Chinastrategie; zo snel mogelijk.
Misschien mag ik in dat kader iets zeggen over 5G. Ik hoef hier niet uit te leggen hoe belangrijk 5G is. Wij steunen een Europese aanpak van de veiligheid van 5G-netwerken, waar ik vorige week nog een keer om heb gevraagd. Wij verwelkomen de mededeling van de Commissie en de aanbeveling om tot een gecoördineerde Europese aanpak te komen. Dat is ook de afspraak die we vorige week gemaakt hebben. Dat past ook bij de Nederlandse aanpak. Er wordt eerst gekeken naar de meest gevoelige punten in het netwerk en het ontwikkelen en delen van best practices. Uiteindelijk kunnen vervolgens ook weer nationale afwegingen worden gemaakt. Vanzelfsprekend. Dat voorbehoud is er altijd, eventueel vooruitlopend op of in lijn met Europese maatregelen, als dat noodzakelijk zou worden gevonden. Daartoe houdt het kabinet ook intensief contact met alle relevante partijen.
Dan de vraag van de heer Asscher over Sustainable Development Goals. Daar zijn we uiteraard allemaal aan gecommitteerd. Over de EU-inzet daarbij is door de eerste vicevoorzitter van de Europese Commissie, Timmermans, op 31 januari de discussienota Naar een duurzaam Europa in 2030 gepubliceerd, een uitstekend stuk. Daarover heeft de Kamer ook een BNC-fiche ontvangen. In lijn met de motie-Asscher/Jetten zijn wij ambitieus op dit punt, inclusief "te komen tot een overkoepelende implementatiestrategie voor de hele Europese Unie". Daarbij is China een hele belangrijke partner, want in dat kader stelde de heer Asscher die vraag. Dat wordt ook erkend in de recente mededeling van de Europese Commissie die ik al noemde, over de relatie tussen de Europese Unie en China. Dat betekent dat de uitgangspunten van de SDG's een grote rol spelen in die relatie tussen de Europese Unie en China.
Voorzitter. Ik meen daarmee de vragen over China beantwoord te hebben. En dan heb ik nog een paar losse puntjes.
De voorzitter:
Ja. De heer Verhoeven.
De heer Verhoeven (D66):
Ik had ook een vraag gesteld die is gerelateerd aan China en 5G, maar die ook verder gaat dan dat. Mij ging het om de wereldwijde digitale wapenwedloop, ook op andere technologie, bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie. Daar zijn China en de Verenigde Staten heel ver in. Er zijn echt hele grote ontwikkelingen. Daar praten we hier bijna nooit over, maar ik weet dat er in Europa wel steeds meer over gesproken wordt. Ik denk dat het belangrijk is dat Europa nadenkt over wat we zelf gaan doen op dat gebied, om niet in de toekomst, conform 5G en China, afhankelijk te worden van andere spelers in de wereld. Dat is echt een belangrijke vraag. Daarom heb ik ook eerder gezegd, toen we het over de Chinastrategie hadden, dat ik vind dat je verder moet kijken dan naar China en 5G. Je moet naar alle technologieën kijken en de gevolgen voor de veranderende wereldverhoudingen, de geopolitieke verhoudingen en de economische krachtverhoudingen in de wereld. Wat is de visie van de Europese Raad die besproken is op de afgelopen top? Toen stond het naar aanleiding van China op de agenda.
De voorzitter:
Helder, meneer Verhoeven.
De heer Verhoeven (D66):
Ik neem aan dat Macron daar ook gezegd heeft: laten we eens kijken naar kunstmatige intelligentie.
Minister Rutte:
In algemene zin erkent iedereen dat dit een ontwikkeling is die potentieel van een gamechangend karakter is, vergelijkbaar met de introductie van het internet. AI is zo groot, daar moet Europa dus op aangehaakt zijn. Ik kijk dan ook even naar het Nederlands belang. Wij spelen daar gelukkig ook een rol. Ik was gisteren in Delfzijl. Nederland is gelukkig een van de belangrijkste internetknooppunten van de wereld op dit moment; zowel Noord-Groningen als de regio rond Amsterdam, maar er zijn meer regio's die wat dat betreft echt behoren tot de absolute top van de wereld. Dat heb je nodig — ook fiber, en alles wat daarmee samenhangt — om op AI te kunnen acteren. Daarover hebben wij nu geen alomvattende afspraken gemaakt, maar ik kan de heer Verhoeven verzekeren dat dit een topprioriteit is, voor mij, voor dit kabinet, voor Ingrid van Engelshoven, voor Eric Wiebes, voor iedereen die betrokken is bij concurrentie en onderzoek. Wat er gebeurt aan quantum computing in Delft tot en met artificial intelligence, wij mogen die boot absoluut niet missen. Nederland heeft alles in huis om die ook niet te hoeven missen. Dat geldt zowel voor de bedrijven als voor de infrastructuur, maar dan moeten we het wel slim doen.
De heer Verhoeven (D66):
Dat zijn absoluut mooie woorden. Voor het internetknooppunt worden nu bijvoorbeeld internetkabels vanuit de Verenigde Staten onder de zee door getrokken. Die komen nu allemaal in Nederland binnen. Daar wordt nu ook een harde concurrentiestrijd om gevoerd. Ook door andere landen wordt hard gewerkt om dat soort dingen naar zich toe te trekken. Dus ook binnen Europa is er concurrentie. Ik zou graag van de premier horen dat Nederland de komende tijd op Europese vergadermomenten echt op dit bredere punt een heel trekkende, aanjagende rol vervult, zoals de premier die in ieder geval in dit debat schetst.
Minister Rutte:
Ik kan absoluut onderschrijven dat dat mijn bedoeling is. Dat zullen we ook doen. Dit bevestigt die strategie. Absoluut. Het inspireert ook om daarmee door te gaan.
Voorzitter. Er waren nog een paar vragen die eigenlijk buiten het kader van dit debat vallen. Heel kort. MFK staat weer op de agenda van 9 april. Het wordt besproken in het algemeen overleg van 2 april. Er zijn nu geen nieuwe ontwikkelingen te melden.
Sophia stond vorige week echt niet op de agenda. In het kader van het terugblikdebat kan ik daar dus verder geen mededelingen over doen, maar ik kan me voorstellen dat dit weer aan de orde komt in een debat met de relevante bewindslieden. Dat geldt ook voor de situatie met de Italiaanse banken. Die stond ook niet op de agenda. Over de sociale zekerheid is dinsdag een debat geweest. Daar heb ik ook geen nadere mededeling over.
De voorzitter:
Mevrouw Leijten, mist u een antwoord op een van uw vragen?
Mevrouw Leijten (SP):
Ik wil graag een vraag stellen over de export-WW. Weliswaar is daar dinsdag een debat over geweest, en daarover is gisteren ook gesproken in de Raad van Ministers ...
De voorzitter:
En daar is een motie over aangenomen.
Mevrouw Leijten (SP):
Ja, zeker, maar gisteren is besloten dat vandaag een werkgroep kijkt naar de vele vragen die zijn gesteld door landen die de verlenging van de export-WW eigenlijk niet zien zitten. Maar Roemenië heeft ook besloten dat de EU-ambassadeurs morgen over de verlenging zullen besluiten. Dus we kunnen nog steeds aan de noodrem trekken. Ik wil daar graag van de minister-president een positief antwoord op, namelijk dat we dat gaan doen.
Minister Rutte:
Over het systeem van die noodrem heeft de heer Koolmees al iets gezegd, en daar sluit ik mij helemaal bij aan. Er is dus verder niks nieuws in de ontwikkeling die tot een andere weging zou leiden inzake die noodrem. En verder: dit soort dossiers is natuurlijk altijd in beweging. Nogmaals, dat staat los van de noodrem, ja of nee; daarvoor verwijs ik naar Koolmees. Daar is verder geen nieuws over. Gisteren bleek in het Coreper dat er nog geen gekwalificeerde meerderheid was. Morgen volgt een nieuwe stemming. Het beeld is dus iets gunstiger, maar we zijn zeker nog niet safe.
De voorzitter:
Mevrouw Leijten, tot slot.
Mevrouw Leijten (SP):
De heer Koolmees heeft hier betoogd dat het geen zin zou hebben om aan de noodrem te trekken. Blijkbaar is er wel degelijk een groep landen die deze verlenging helemaal niet ziet zitten. Ik snap niet waarom Nederland niet gewoon kan zeggen: en nu zetten we dan ook de definitieve stap; we trekken aan die noodrem. Want dat zou nog weleens effectief kunnen zijn. De heer Koolmees heeft zich verkeken. Hij heeft dinsdag een beeld geschetst dan anders was dan wat gister bleek. Ik wil graag voorkomen dat er morgen door de EU-ambassadeurs wel een besluit valt. Ik zal dus zo meteen een motie indienen.
Minister Rutte:
Er is helemaal niks nieuws ten opzichte van dinsdag, anders dan dat dit dossier nog in ontwikkeling is, maar dat staat helemaal los van de wenselijkheid van de noodrem. Alles wat daar door Koolmees over is gezegd, geldt dus nog precies zo, van a tot z.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Alleen nog heel kort ten aanzien van KPN en Huawei: dat was natuurlijk onderdeel van mijn vrees dat de Nederlandse regering juist achterloopt in plaats van enigszins het voortouw neemt. Ik vraag me af hoe de minister-president daarnaar kijkt. Zijn wel de juiste kaders geschetst voor KPN om door te gaan?
Minister Rutte:
In het kader van de China-strategie van Europa heb ik nu voorbereid hoe wij met elkaar het vraagstuk van 5G benaderen, ook in relatie tot China. Daar heb ik over geantwoord. Het kabinet werkt ook aan de analyse rondom de telecomnetwerken. Ons voornemen is om daar op 15 juli mee klaar te zijn, maar daar heb ik nu verder niks nieuws over te melden.
De voorzitter:
Tot slot.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Ja, tot slot. Dat is 15 juli. Er wordt nu gezegd dat KPN klaar is om zijn handtekening te zetten onder een contract met Huawei. Dat heb ik ook in mijn eerste termijn gezegd. Ik maak mij er wel zorgen over dat het kabinet in juni of juli met iets komt wat echt mosterd na de maaltijd is. Ik wil de premier daarom toch vragen om daar actiever naar te kijken. Dat hoeft misschien niet hier tijdens zijn beantwoording, maar dan toch wel daarbuiten.
Minister Rutte:
Dat doen we. Alleen, ik heb me daar nu niet in detail op voorbereid. Uiteraard zijn wij zeer actief op dit vraagstuk.
Mevrouw Maeijer (PVV):
Ik heb twee vragen. Hoor ik de minister-president nu net zeggen dat er gister een stemming is geweest over die WW-uitkering, maar dat er nog geen gekwalificeerde meerderheid is en dat er daarom morgen nog een keer wordt gestemd? Of begreep ik dat net verkeerd?
Minister Rutte:
De feiten zijn dat er gisteren in het Corepernet geen gekwalificeerde meerderheid was, en dat er morgen een nieuwe stemming is. Het beeld is dus iets gunstiger, maar de uitkomst is nog steeds zeer onzeker. Maar dat staat helemaal los van de wenselijkheid van die noodrem, want dat heeft hier niets mee te maken.
Mevrouw Maeijer (PVV):
Ja, de wenselijkheid van de noodrem is iets anders dan 'm ook gebruiken, heb ik mij twee dagen geleden, geloof ik, door meneer Koolmees laten vertellen. Maar ik vroeg me eigenlijk af: waarom is er nou die stelselmatige weigering om die weinige middelen die we nog hebben in Europees verband in te zetten? Want we zagen het eerder met de discussie over de nieuwe zetelverdeling in het Europees Parlement. De brexit betekende -73 Britse zetels. Daar zouden we met unanimiteit over beslissen. Dat was de inzet van het kabinet. En vervolgens komt meneer Blok terug met het verhaal: goed, er was geen steun voor, maar we hebben ons veto maar niet ingezet, want we moeten loyaal samenwerken. We zien het met de discussie over de meerjarenbegroting. En nu zien we het hier weer. Nu hebben we een middel. Waarin zit nou die stelselmatige weigering om dat in te zetten?
Minister Rutte:
Over de noodrem is dinsdag het hele debat gevoerd. Daar heb ik niks aan toe te voegen.
De voorzitter:
Dan gaan we nu naar de tweede termijn van de kant van de Kamer, ware het niet dat de heer Omtzigt een korte vraag heeft.
De heer Omtzigt (CDA):
Mag ik uit dat antwoord opmaken dat de dramatische situatie van Italië, het land waar de begroting nu door de 3% gaat, waar het bankensysteem redelijk kapot is en waar we eind dit jaar nog een probleem zouden kunnen krijgen, niet besproken is tijdens de Europese Raad?
Minister Rutte:
Ik heb dat besproken met de president van de Commissie. Dat heeft u ook in de brief van vanmorgen gezien. Maar het stond niet op de agenda. Nee, dat klopt. Ik kan ook niet die agenda maken. Die maakt de voorzitter. Daar ga ik niet over, maar ik ga wel over wat ik en marge doe. En ik heb de voorzitter van de Europese Commissie gevraagd om die — ik zeg het even uit m'n hoofd — vertrouwelijke berekeningen naar buiten te brengen. Daar is vanmorgen ook een brief met de stand van zaken over verstuurd die ik gelezen heb. Ik denk dat Stef Blok die verstuurd heeft.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Omtzigt.
De heer Omtzigt (CDA):
Nee, maar die brief was helder. Minister Blok heeft gezegd ...
De voorzitter:
Minister Blok is de minister van Buitenlandse Zaken?
De heer Omtzigt (CDA):
Ja, de minister van Buitenlandse Zaken. Hij zei: als het komende week naar buiten komt, dan schrijft de regering — dat is de minister-president of de minister van Buitenlandse Zaken — alsnog een brief. Het is fijn dat de regering de WOB zo belangrijk vindt. Dat mag vaker gebeuren, denk ik.
En het is goed dat hij het aan de orde gesteld heeft bij Commissievoorzitter Juncker, maar ik concludeer even dat er niet is gesproken over een van de allergrootste problemen die in de Unie spelen — de heer Van Rooijen heeft het er ook over gehad — namelijk het grote probleem met Italië omtrent de begroting, de tekorten en de mogelijke ESM-aanvraag.
Minister Rutte:
Ik ga niet in mijn eentje over de agenda van de Europese Raad. Dat doen we collectief, en dat doet in het bijzonder ook de voorzitter van de Europese Raad.
De voorzitter:
Helder. Dank u wel. Dan gaan we nu naar de tweede termijn van de kant van de Kamer. Ik weet niet of wij dezelfde volgorde hanteren? Mijnheer Omtzigt, dan bent u aan de beurt.
De heer Omtzigt (CDA):
Voorzitter. Dank voor de reactie van de regering. Ik wacht met grote belangstelling de antwoorden uit de departementen af. Wij hebben hier een heel debat gehouden over wat ze in Groot-Brittannië gaan doen. Nou, ik denk dat we dat niet alleen hier niet weten, maar dat ze dat zelfs in het Britse parlement niet weten. En ik blijf me daar uitermate over verbazen. Dat gaat nu wel reële kosten opleveren voor de andere landen. Ik denk dat dat in Groot-Brittannië duidelijk moet zijn.
Ik maak me grote zorgen over Italië en zal dat punt blijven opbrengen. Mocht de Eurowob niks opleveren, dan verwacht ik inderdaad volgende week die brief van het kabinet aan de Commissie om de geheime berekeningen gewoon openbaar te maken. Want hoe kun je die begroting van Italië goedkeuren! Daar zullen we later dit jaar nog spijt van krijgen, gok ik zomaar.
Ik wacht ook met grote belangstelling de antwoorden op de vragen over het keurpunt af. Is er geen operationeel keurpunt na de brexit, dan hebben we echt een probleem met al onze export van land- en tuinbouw. Dat zouden we niet willen.
Er zal later in dit debat door de woordvoerder van de Partij van de Arbeid een motie over de bijzonder slechte situatie van de Oeigoeren in China worden ingediend. Die heb ik meeondertekend.
Voorzitter. Ik heb een motie over de uitwisseling van politiegegevens.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat bij een no-dealbrexit per direct bestaande EU-instrumenten zoals het Schengen Informatie Systeem (SIS) en het Europees Strafregister Informatiesysteem (ECRIS), niet meer toepasbaar zijn in de samenwerking tussen Europese en Britse politie-, justitie- en inlichtingen- en veiligheidsdiensten;
overwegende dat ook de juridische basis voor dergelijke informatie-uitwisseling komt te vervallen;
verzoekt de regering te garanderen dat zowel de verdragsrechtelijke basis voor deze realtime informatievoorziening als alternatieve systemen van informatie-uitwisseling tussen het VK en Nederland na de brexit geregeld zijn, en de Kamer tijdig te berichten hoe dit wordt gerealiseerd, en wel voor de brexit,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Buitenweg namens GroenLinks.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik probeer me even te herinneren hoe het is gegaan. Ik heb de geschiedenis niet helemaal meer voor ogen, maar ik weet dat toen het Verenigd Koninkrijk toetrad, niet meteen alle leden ook lid werden van het Europees Parlement, omdat zij eerst een referendum afwachtten. Ik vrees nu ook weer een rommelige situatie, nu het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie gaat verlaten. Dan zitten we ook hier weer met hoe precies de Europese verkiezingen zullen uitpakken. Ik ben dus heel benieuwd hoe het nu allemaal de komende week verdergaat. Maar daar kunnen we verder niks over zeggen.
Er ligt nog een aantal vragen. Ik heb bijvoorbeeld een vraag gesteld over het woord "systeemrivaal", dat gebruikt werd door de Europese Commissie. Ik wil graag weten hoe de premier dat precies ziet.
Ten aanzien van China zei de premier heel terecht dat heel veel afhangt van de voorwaarden waaronder je investeringen gaat doen. Ik denk dat dat ook wel klopt. Maar dan zijn dat dus ook voorwaarden als: wat is kritische infrastructuur, wat wil je daarmee? Hou je ook bij, op de een of andere manier, hoeveel belang China heeft in die infrastructuur? Dat wil ik toch nog steeds wat beter weten. Wordt er ook op Europees niveau nagedacht over voorwaarden, bijvoorbeeld over de voorwaarde dat data zo veel mogelijk in Europese handen blijven? Dat heeft namelijk te maken met een punt dat ook de heer Verhoeven net opbracht. Het gaat niet alleen om het afschermen van je markt, maar het gaat er ook om dat je zelf iets opbouwt. En daarvoor heb je wel voldoende data nodig, want anders ben je toch afhankelijk van de datagiganten in China of in Amerika. Hoe zorgen we er nou voor dat we die data ook echt in eigen handen houden, waardoor we juist ook met die artificial intelligence onze eigen economie kunnen versterken? Dat is echt een zorg die ik heb. Ik hoop dat dat ook onderdeel uitmaakt van de Europese afspraken en het nadenken over de verhouding met China.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Buitenweg. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Raan namens de Partij voor de Dieren.
De heer Van Raan (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb drie punten. We zouden nog graag een antwoord willen hebben op de vraag over de uitspraken van Tusk. Hij sprak eigenlijk voor zijn beurt, nog voordat de regeringsleiders hun mening hadden gevormd. Dus daar krijg ik graag een reactie op.
Het tweede punt gaat over de ernst van de keurpunten die we hebben. De minister-president verwees daar ook naar. Hij zei ook dat we daarvoor bij de Nederlandse vakministers moeten zijn. Onze vraag was ook hoe het in Engeland is gesteld met de keurpunten, want wij exporteren ook de nodige levende have naar Engeland. Kunnen wij bij de minister-president naar die situatie vragen, of moeten wij daarvoor ook bij een vakminister zijn? Zo ja, dan horen we graag welke dat is.
Dan als laatste: wij hebben geleerd dat 12 april wel degelijk een no-dealdatum kan zijn. De Tweede Kamerrapporteurs stellen in hun rapportage duidelijk dat een no deal een harde fysieke grens oplevert. Dat zorgt voor een dreiging van de terugkeer van geweld. Dat wil iedereen op het Ierse eiland absoluut voorkomen. De herinvoering van grenscontroles leidt tot een nieuwe vicieuze cirkel van geweld. Dat geeft toch wel een speciale verantwoordelijkheid, ook aan de kant van Europa, om een goede deal te sluiten. Dat wou ik nog meegeven.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Raan. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Leijten namens de SP.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Ik vind het nog steeds een beetje vaag wat er nu besloten is. Hebben we nou een no-dealspanning, oplopend tot 12 april? Daarop zegt de minister-president eigenlijk "nee". Maar die hebben we wel, want als ze dan niet besluiten en ook niet zeggen "we blijven erin", dan zijn ze 13 april weg zonder afspraken, en hebben we dus nog steeds de no deal. Anders kunnen ze de tijd overbruggen tot 22 mei en zijn ze dan weg. Maar er kan ook nog iets ontstaan dat ze altijd blijven. Wat is er nu precies afgesproken?
We hebben het instrument in onze gereedschapskist om tegen de Europese Commissie te zeggen: ho, ho, ho, daar ga je niet over! Daar hebben we artikel 48 voor: de noodremprocedure. Die kun je inzetten zodat een besluit door de Europese Raad genomen wordt. Minister Koolmees zei: het heeft geen zin om dat instrument in te zetten bij de export-WW, want de stemverhouding ligt vast en dat gaan we toch verliezen. De stemverhouding lag helemaal niet vast. Het is er nog helemaal niet doorheen. Roemenië heeft haast en wil het morgen besluiten. We kunnen nog altijd aan de noodrem trekken en daarom dien ik de volgende motie in.
Mevrouw Leijten (SP):
Dan nog één verzoek aan de minister-president. Hij zegt: het besluit om te stoppen met de missie op de Middellandse Zee, en dus het redden van mensen van de verdrinkingsdood, stond niet op de agenda. Maar het gevolg is wel dat nu alleen de Libische kustwacht dat nog doet en dat mensen naar een onveilig land worden gestuurd. Dat is in strijd met het Vluchtelingenverdrag. Ik vraag de regering binnen een dag of twee dagen, maar in ieder geval voor dinsdag, met een reactie hierop te komen. Waar is dat besloten en wanneer komen er dan werkelijke alternatieven om dit goed te regelen?
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Asscher namens de PvdA.
De heer Asscher (PvdA):
Voorzitter, dank u wel. Dank voor de antwoorden. Het is belangrijk dat onze regering zich blijft inzetten voor een indien mogelijk verstandig vertrek van de Britten uit de Europese Unie, op een zo zakelijk mogelijke manier, en zich daarbij ook inzet voor uitstel en creativiteit. Want die zelf opgelegde deadlines, hoe logisch ook, kunnen weer leiden tot verdere ongelukken.
Wat dat betreft is het triest dat er partijen zijn in Nederland die blijven propageren dat Nederland beter af is buiten de Europese Unie. De Unie moet veranderen en socialer, moderner en democratischer worden, maar het idee dat je in deze tijd in je eentje beter af bent en dat je dan alle voordelen zult houden en dat de nadelen als vanzelf verdwijnen, is een leugen gebleken! En dat bewijst zelfs een groter land dan Nederland.
Voorzitter, Ik heb een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat onder meer de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten ernstige zorgen heeft geuit over de mensenrechtensituatie in China en alleen al in de regio Xinjiang circa 1 miljoen Oeigoeren zich bevinden in kampen voor "politieke opvoeding";
constaterende dat China beschuldigingen van ernstige mensenrechtenschendingen, ook die in Xinjiang, ontkent en geen gehoor geeft aan oproepen tot toegang tot het gebied;
verzoekt de regering er in Europees verband voor te pleiten dat tijdens de EU-Chinatop het toelaten van een onafhankelijke internationale onderzoekscommissie naar de situatie van onder meer de Oeigoeren onderwerp van gesprek zal zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Maeijer namens de PVV.
Mevrouw Maeijer (PVV):
Voorzitter, dank. Terwijl het Verenigd Koninkrijk zich nog probeert te ontworstelen aan de Europese Unie, dendert de trein weer voort en worden veto's opgegeven en weigert het kabinet continu om de middelen die we nog hebben, zoals veto's en noodremmen, in te zetten. Daarom de volgende motie.
Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Drost namens de ChristenUnie.
De heer Drost (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter.
Hartelijk dank aan de minister-president voor de beantwoording van de vragen. Wij hebben vertrouwen in de aanpak, ook op basis van die antwoorden. We worden graag geïnformeerd over de voortgang. We wensen de premier veel wijsheid en wellicht ook wat geduld met de Britten toe, want wat er ook gebeurt, het is goed dat we uiteindelijk samen verdergaan.
Wij steunen de motie van de heer Asscher, omdat die goed aansluit bij onze strijd voor godsdienstvrijheid en mensenrechten.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Drost. Dan ga ik nu naar de heer Van Rooijen namens 50PLUS.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Voorzitter. De Tweede Kamer heeft dinsdag unaniem een noodsignaal gegeven aan Brussel over de export-WW. De druk die uitgeoefend is, heeft gisteren in ieder geval niet tot een besluit geleid nadelig voor ons land. En ik zou hier toch de wens willen uitspreken dat de premier met al zijn ervaring en mácht — hij gebruikte dat woord daarstraks zelf — misschien nog iets kan bereiken, zodat er morgen geen besluit wordt genomen of dat er in ieder geval geen gekwalificeerde meerderheid is. Dat moeten we afwachten.
Voorzitter. In dat verband toch de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in Europees verband maatregelen dreigen die de mogelijkheid voor WW-export verruimen;
overwegende dat de WW-export het draagvlak voor de sociale zekerheid en voor de Europese Unie ondermijnt;
voorts overwegende dat de Nederlandse overheid in samenwerking met werkgevers en het UWV bij dit onderwerp een cruciale rol speelt;
verzoekt de regering alle mogelijke maatregelen die binnen Nederland genomen kunnen worden, in te zetten om export van WW te voorkomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Anne Mulder? Nee. Dan ga ik tot slot naar de heer Verhoeven namens D66. Er wordt een beroep op u gedaan om op te schieten!
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Nee, hoor. Zet hem op!
De heer Verhoeven (D66):
Meestal zeggen ze inderdaad niet "schiet op" maar "zet 'm op".
De voorzitter:
Ja, dat klopt.
De heer Verhoeven (D66):
Ik kan wel wat steun gebruiken bij dit lastige werk.
Voorzitter. Ik heb twee moties en ik heb ook gehoord dat ik staande de vergadering mijn naam kan toevoegen aan een motie, en wel die van de heer Asscher. Dus ik zou graag toegevoegd willen worden aan de motie van de heer Asscher als dat mag, en als dat de heer Asscher ook goed uitkomt.
Voorzitter. Ik heb zelf ook twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat technologieën als kunstmatige intelligentie en 5G steeds meer de economische en geopolitieke verhoudingen in de wereld bepalen;
overwegende dat China en de VS fors in deze technologieën investeren;
overwegende dat Europa niet in een afhankelijke positie moet geraken en bepaalde technologieën in eigen hand moet houden;
van mening dat de EU een eigen technologieagenda nodig heeft waarin duidelijk wordt voor welke technologie de EU níet afhankelijk zou moeten zijn van buitenlandse spelers en dat een actieplan bevat om deze technologieën in de EU te ontwikkelen;
verzoekt de regering bij de volgende Raad Concurrentievermogen te pleiten voor deze Europese strategische technologieagenda,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Verhoeven (D66):
Voorzitter. Dan nog een motie over de burgerrechten. Ik ben blij met de inzet van de Nederlandse regering, maar ik vind — en dat heb ik steeds gezegd — dat er wel meer moet gebeuren om echt voor zekerheden voor de mensen te zorgen op het moment dat het helemaal mis dreigt te gaan.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat na de stemmingen in het Britse Lagerhuis over de brexitscenario's de kans op het no-dealscenario is toegenomen;
overwegende dat ondanks het feit dat de Nederlandse regering het garanderen van verblijfsrechten voor Britten in Nederland serieus neemt, de vele EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk — waaronder duizenden Nederlanders — in het geval van een no-dealbrexit voor het beschermen van hun rechten overgeleverd zijn aan de maatregelen van de Britse regering;
van mening dat het burgerrechtengedeelte in het brexituittredingsverdrag een wederkerige basis legt om de burgerrechten van Nederlanders in het VK en Britten in Europa te beschermen;
verzoekt de regering zich in te zetten voor loskoppeling van het burgerrechtengedeelte van het uittredingsverdrag, indien het no-dealscenario onvermijdelijk wordt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel, meneer Verhoeven. Ik zie dat de minister-president behoefte heeft aan een korte schorsing. Dan schors ik de vergadering even.
De vergadering wordt van 17.02 uur tot 17.07 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik verzoek iedereen in de zaal om weer te gaan zitten, en ik geef eerst de minister-president het woord voor een mededeling.
Minister Rutte:
Voorzitter. U heeft het misschien ook al gezien: het intens verdrietige nieuws kwam naar buiten dat na meer dan een week tussen hoop en vrees een van de zwaargewonde slachtoffers van de aanslag in Utrecht vandaag is overleden. Dat is vanmiddag bekendgemaakt. Ik denk dat we op dit moment allemaal nog een keer hetzelfde voelen als vorige week: het ongeloof, de boosheid. Inmiddels zijn vier mensen zomaar ineens uit het leven weggerukt. Mijn verstand, ons verstand staat echt stil bij deze gedachte. Uiteraard gaat ons hart en gaan onze gedachten uit naar de nabestaanden. Ik wil hun opnieuw vanaf deze plek, maar zeker ook met het verdrietige nieuws van vandaag, alle kracht en alle sterkte toewensen om dit grote verlies te kunnen dragen.
Voorzitter. Dan zijn er uit het Kamerdebat nog een paar zaken, voordat ik bij de moties kom.
De voorzitter:
Voordat u verdergaat, wil ik mij ook namens de Kamer aansluiten bij de woorden die u zojuist heeft uitgesproken.
Gaat u verder.
Minister Rutte:
Ja, voorzitter. Er was een vraag over de benaming "systeemrivaal". Ik heb ook bij het persmoment vrijdag na de Europese Raad gezegd dat ik dat soort termen niet meteen ook zelf in de mond zou nemen. Wat natuurlijk wel waar is, is dat de standpunten van China bijvoorbeeld over de op regels gebaseerde multilaterale wereldorde ook kunnen botsen met die van de Europese Unie, terwijl de samenwerking met China wel heel belangrijk is en ons ook stimuleert om te blijven investeren in onze eigen multilaterale verbanden zoals we die kennen, en die vaak vanuit de naoorlogse trans-Atlantische samenwerking zijn voortgekomen. Ik noem het IMF, de Wereldbak, maar uiteraard uiteindelijk ook de Verenigde Naties, de WTO. Wat je niet wilt, is dat er een heel stelsel komt van multilaterale organisaties, die uit één land, uit China nu, ontstaan. Vandaar ook dat het strategisch beleid richting China zo belangrijk is. Tegelijkertijd is het ook weer dialoog. Het is open relaties, het is zaken met elkaar doen en mensenrechten blijven benadrukken. Wat dat betreft blijft het algemene antwoord staan dat ik daarover eerder gaf.
Mevrouw Leijten vroeg wat er nou precies is afgesproken. Dat is uiteindelijk toch weer overzichtelijk, denk ik. Het zijn eigenlijk maar twee dingen. Als zij het uittreedverdrag goedkeuren, krijgen ze meer tijd dan tot 29 maart om dat te implementeren, namelijk tot 22 mei. Als ze het niet goedkeuren, moeten ze voor 12 april vertellen wat ze wél willen. Dat is, heel kort samengevat, wat vorige week uit de Europese Raad kwam. Daar komt natuurlijk een hele waaier aan opties en varianten achter weg, maar dat blijft uiteindelijk ook weer speculatie en soms letterlijk theebladeren lezen.
De uitspraak van Donald Tusk: ja, hij heeft het volste recht om als voorzitter ex cathedra, of vanuit de voorzittersstoel, dat soort tweets te versturen. Ik maak daar geen bezwaar tegen. Daarmee zijn het niet mijn tweets, of tweets van de Europese Raad. Maar hij is behalve als voorzitter van de Raad van regeringsleiders en presidenten vanuit die positie natuurlijk ook eigenstandig totaal bevoegd om zijn visie op elementen te geven. Dat doet hij ook met de uitnodigingsbrief, waarin toch vaak de zaken net even wat scherper worden neergezet dan een technisch voorzitter zou doen. Maar hij ís ook geen technisch voorzitter. Hij is natuurlijk ook een politicus, hij is voorzitter van de Europese Raad. Ik vind dat dat prima is. Dan hoeft dat niet altijd precies te zijn wat ik dan ook gezegd zou hebben. Die ruimte moet er zijn.
Dan was er nog de vraag over Sophia. Daarover is besloten om dat mandaat met zes maanden te verlengen, maar daar was ruzie over. Italië heeft geblokkeerd op onderdelen, waardoor de twee schepen worden teruggeroepen naar de haven, terwijl het mandaat ongewijzigd is verlengd met alle overige middelen, waaronder een versterkte luchtinzet. Dat betekent overigens wel dat je bepaalde taken, zoals het VN-wapenembargo, uiteraard minder goed kunt uitvoeren. Het is een tussenoplossing, en wat ons betreft niet de ideale oplossing. Er was een hele korte deadline, aanstaande zondag. Daardoor was het niet mogelijk nu te komen tot een structurele oplossing. Die onderhandelingen worden voortgezet. Alle opties liggen daarbij op tafel.
Het is overigens niet zo dat Sophia is opgezet om mensen te redden. Sophia is opgezet als trainingsmissie. Het aantal door Sophia-schepen opgepikte migranten is de afgelopen maanden tot een minimum gedaald. Tussen juni en december ging het om één reddingsactie met 106 mensen. Sinds december is er geen enkele keer reddend opgetreden. Nog altijd zijn er andere vormen van maritieme aanwezigheid in de Middellandse Zee: niet alleen Frontex, in de territoriale wateren van de EU-lidstaten, maar ook verscheidene nationale kustwachten van zowel EU-lidstaten als niet-EU-landen, waarbij ook volgens het internationaal recht de Libische kustwacht en marine verantwoordelijk waren, zijn en blijven voor het redden van in de Libische SAR-zone, Search and Rescue-zone, aanwezige mensen. Het is een tussenstand. Uiteindelijk moeten we toch proberen, ook in het kader van de besluiten die we genomen hebben op de Europese Raad in juni vorig jaar over migratie, dit tot een goed einde te brengen. Nogmaals, het ongewijzigde mandaat bij deze verlenging is op zichzelf goed nieuws bij het slechte nieuws dat we uiteindelijk ook met de Italiaanse blokkade te maken hadden.
De voorzitter:
Mevrouw Leijten, een korte vraag.
Mevrouw Leijten (SP):
Dit is ingewikkelde materie. Je wilt geen taxidienst, want dan speel je de smokkelaars in de kaart. Tegelijkertijd wil je ook niet dat de mensen die gered worden op zee, teruggestuurd worden naar onveilige landen, want dat is in strijd met het Vluchtelingenverdrag. Ik had gevraagd of daar in ieder geval op ingegaan kon worden, wellicht in een brief; dat zal de heer Harbers dan moeten doen, de minister van ...
De voorzitter:
De staatssecretaris.
Mevrouw Leijten (SP):
De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dat aspect vind ik namelijk wel belangrijk. Naar onze analyse blijft nu alleen de Libische kustwacht over om drenkelingen te redden. Dat zou automatisch betekenen dat zij in de detentiecentra komen waarvan iedereen zegt dat daar mensenrechten worden geschonden. Daar zou ik graag op korte termijn een reactie van de regering op willen.
Minister Rutte:
Daar staat niks meer in dan ik net verteld heb. Met steeds minder ambtenaren wil ik voorkomen dat we dan weer een brief gaan sturen. Ik verwijs dan toch naar dit deel van de Handelingen.
De voorzitter:
Ja, mevrouw Leijten?
Mevrouw Leijten (SP):
Ik kan me nog zo goed herinneren dat we hier vorig jaar debatten hadden over mogelijke vluchtelingenverdragen met derde landen. Toen heeft de minister-president hier gestaan en gezegd: het Vluchtelingenverdrag staat voor mij overeind, en daar zit het non-refoulementprincipe in, dus er worden geen mensen teruggestuurd naar onveilige landen. Maar dat gebeurt hier wel. Ik vind dat de minister-president zich er iets te makkelijk vanaf maakt door te zeggen dat hij naar zijn eerdere antwoorden verwijst, terwijl hij daar juist helemaal niks over zegt.
Minister Rutte:
Nee, maar ik heb iets gezegd over de verantwoordelijkheid van de Libische kustwacht in het kader van de Search and Rescuetaak die zij hebben. Dat is wel degelijk in lijn met alle internationale verdragen.
Dan kom ik bij de moties. De eerste motie ...
De voorzitter:
Meneer Van Raan, had u ook een vraag gesteld die niet is beantwoord?
De heer Van Raan (PvdD):
Ja, want de minister-president zegt dat president Tusk een eigenstandige verantwoordelijkheid heeft. Dat zal zo zijn, maar erkent de minister-president dan wel dat die eigenstandige verantwoordelijkheid wel steeds verder lijkt te gaan? Hij deed hier echt een uitspraak nog voordat de Europese top daarover had besloten. Ik heb ook gevraagd of daar overleg over is geweest, vooraf of achteraf. Wat is daar precies gebeurd? En erkent de minister-president dat oprekken? Want wat was er gebeurd als de regeringsleiders het niet eens waren geweest met die uitspraak?
Minister Rutte:
Ja, maar het is ook niet zo dat we het er niet mee eens zijn. Hij zei: ik ben voor een lange verlenging. Wij hebben gezegd dat de Britten uiterlijk 12 april moeten aangeven wat ze willen, als ze niet het uittreedverdrag tekenen. Dat heeft ons aller voorkeur, ook die van Tusk. Zijn uitspraak had te maken met de vraag hoe je omgaat met een situatie waarin de Britten dat niet doen. Hij zegt dat je dan waarschijnlijk op een veel langere verlenging uitkomt. Even los van wat ik daar allemaal van vind, want het helpt helemaal niet als ik daar weer commentaar op geef, maar strikt genomen is het besluit om de Britten te vragen voor 12 april te vertellen wat ze willen, in ieder geval niet in strijd met zijn tweet.
De voorzitter:
De heer Van Raan, tot slot. Het is in tweede termijn, maar goed.
De heer Van Raan (PvdD):
Voorzitter, ik heb nog geen enkele interruptie gepleegd, dus ...
De voorzitter:
... dus u haalt het allemaal in in de tweede termijn?
De heer Van Raan (PvdD):
Nou, dat wil ik ook niet zeggen, maar ...
Minister Rutte:
Doe het nou eerder voortaan! Dat zegt ze.
De heer Van Raan (PvdD):
Een rare reactie, voorzitter.
De voorzitter:
Nee, meneer Van Raan, heel even. We hebben een uitgebreid debat gehad in de eerste termijn. Daarin zijn allerlei vragen beantwoord. U heeft geen interruptie gepleegd. Dat is ook uw goed recht. De tweede termijn is een beetje afrondend, voor de resterende vragen en het beoordelen van moties. Dat bedoel ik daarmee te zeggen. Dus als u in de eerste termijn geen interrupties heeft gepleegd, wil dat niet zeggen dat het debat in de tweede termijn opnieuw wordt gevoerd.
De heer Van Raan (PvdD):
Die aanname maak ik ook niet, voorzitter.
De voorzitter:
Oké. Dan zijn we het met elkaar eens.
De heer Van Raan (PvdD):
Het zijn afrondende vragen.
Ik ben nu wel een beetje van mijn à propos gebracht. Ik hoop op een beetje begrip!
De voorzitter:
Ja, ik heb begrip voor u. Gaat uw gang!
De heer Van Raan (PvdD):
Blijft staan dat president Tusk wel gezegd heeft: uitstel kan, mits er instemming is. Dat is toch echt een politiek feit. Dat moet toch even genoemd worden.
De tweede vraag die nog niet beantwoord is, naar mijn mening, maar die ik wel gesteld heb: bij welke minister of bewindspersoon moeten we zijn om te vragen naar de situatie van de keurpunten in het Verenigd Koninkrijk?
Minister Rutte:
Dat is, denk ik, opnieuw de minister van Buitenlandse Zaken als algeheel coördinerend bewindspersoon en de minister van LNV waar het specifiek de keurpunten betreft. Ik zie heftig jaknikken in het ambtelijk vak, dus ik heb dat niet verkeerd.
Op dat eerste punt: ik meen op zich dat de tweets van Tusk allemaal nog in sync zijn met de conclusies, of dat die ze in ieder geval niet counteren of tegenspreken, laat ik het zo zeggen. Ze laten ook voor die uitkomst ruimte.
Voorzitter. De motie van de heren Omtzigt en Van Dam op stuk nr. 335 ga ik ontraden, maar ik ga daar wel een hoop bij zeggen, want ik denk dat we elkaar inhoudelijk een eind tegemoetkomen. Waarom ontraden? Omdat dit verdragsrechtelijk alleen via de Europese Unie en niet door Nederland alleen geregeld kan worden. Dat neemt natuurlijk niet weg dat we werken aan tijdelijke oplossingen in het kader van Interpol en dat er een politieliaison geplaatst is in Londen voor het bilateraal overleg met het VK. Als het VK de Unie verlaat via het uittreedverdrag, zullen er op dit punt wel effecten zijn, maar beperkte. Als we dat doen met een no deal, zullen de gevolgen groter zijn. Maar ik moet er wel op wijzen dat een vertrek van het VK uit de Europese Unie, of dat nou met of zonder verdrag is — met een uittreedverdrag is uiteraard beter dan zonder — ook op dit soort onderdelen effecten heeft. Dat is onvermijdelijk. Dit geldt trouwens voor heel veel dingen en ook voor dit soort zaken. Maar goed, per saldo ontraad ik de motie vanwege het eerste argument, dat dit een EU-kwestie is.
De motie op stuk nr. 336 ontraad ik. Ik verwijs daarbij naar alle argumenten die de heer Koolmees daarover naar voren heeft gebracht in het debat van afgelopen dinsdag.
De motie op stuk nr. 337 krijgt oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 338 ontraad ik.
De motie op stuk nr. 339 krijgt oordeel Kamer. Wat Van Rooijen en Van Brenk hierin vragen, is overigens ook door Koolmees toegezegd, uiteraard alles binnen de wettelijke kaders, zowel nationaal als Europees. Maar ik ken de heer Van Rooijen zo dat hij dat ook vindt, mag ik toch aannemen.
De motie op stuk nr. 340: oordeel Kamer.
Het zou verder mijn voorstel zijn om de motie op stuk nr. 341 aan te houden, om te kijken hoe dat no-dealscenario zich dan precies ontwikkelt. Dat zou ik aan de heer Verhoeven en de heer Omtzigt willen vragen.
De voorzitter:
Mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Ik ben nogal verbaasd. De heer Van Rooijen vraagt om alle mogelijke middelen in te zetten om de export-WW te voorkomen. Daaronder valt ook artikel 48. Hoe kan mijn motie die daartoe oproept, dan een min, een afkeuring krijgen?
Minister Rutte:
Ik heb het zo geïnterpreteerd dat de heer Van Rooijen "binnen Nederland" bedoelt, en dat dat ook inhoudt: hoe werkt dat dan in Nederland? Dat heeft Koolmees ook toegezegd. Hoe werkt dat dan in Nederland met onze WW-wetgeving, met controle daarop, ook controle in andere landen, de rol van het UWV en de samenwerking met de UWV's in andere landen? Zo heb ik die motie geïnterpreteerd.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Alles in het werk stellen om die verlening te voorkomen, is echt iets anders dan de controle op straks drie tot zes maanden WW meekrijgen in bijvoorbeeld een land als Polen, waar je €600 verdient. Dan ga je echt niet een baan zoeken als je €1.200 WW meekrijgt. Dus ik vind het een vreemde beoordeling, maar ik zie het maar zo dat als die motie van de heer Van Rooijen wordt aangenomen, we ook artikel 48 nog in kunnen zetten.
Minister Rutte:
Nee, dat niet.
De voorzitter:
Meneer Van Rooijen is blij.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Ik dank de minister-president voor de toelichting bij en de uitleg van mijn motie. Ik wil hem erop wijzen dat ik ook expliciet daarbij betrek het weer laten afgeven van de indienstverklaring door de werkgevers, zoals dat in het verleden was. Daar moet ook naar gekeken worden.
Minister Rutte:
Ik zie dat de heer Omtzigt in de zaal zit te knikken. De heer Omtzigt zegt dus dat ik "ja" kan zeggen. Mag ik het zo ook in het verslag teruglezen?
De voorzitter:
Dat is goed. Dank u wel.
Hiermee zijn we aan het einde gekomen van dit debat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Mevrouw Leijten heeft verzocht om over haar motie op stuk nr. 336 te stemmen. Over de andere moties zullen we volgende week dinsdag stemmen.
Ik schors nu de vergadering tot 17.30 uur. Dan gaan we stemmen.
De vergadering wordt van 17.20 uur tot 17.30 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20182019-68-7.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.