3 Vragenuur: Vragen Middendorp

Vragen van het lid Middendorp aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat ambtenaren rillen en van de trap vallen in het gloednieuwe ministerie.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Middendorp namens de VVD-fractie voor zijn vraag aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat ambtenaren rillen en van de trap vallen in het gloednieuwe ministerie van Buitenlandse Zaken. Het woord is aan de heer Middendorp.

De heer Middendorp (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ambtenaren zijn zo belangrijk voor het besturen van ons land. Heel veel mensen zijn met hart en ziel bezig voor de publieke zaak. Het is dus belangrijk dat de mensen die dat doen, zich goed voelen op hun werk en zich veilig voelen op de werkvloer. Afgelopen vrijdag schrok ik dan ook. Dit keer waren het niet de vloeren op Binnenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid, maar de ambtenaren op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Buitenlandse Zaken: valpartijen door slecht functionerende trappen en straalkachels omdat de verwarming niet goed werkt op het ministerie.

Voorzitter. Via u vraag ik de staatssecretaris of de mensen die op het ministerie werken, veilig zijn. Het Rijksvastgoedbedrijf zegt inmiddels actie te hebben ondernomen. De trappen zijn direct afgesloten. Er wordt gewerkt aan een oplossing, maar wat is die oplossing? Heeft de staatssecretaris een plan om de problemen op dit ministerie op te lossen? Zo ja, wat gaat dat kosten? Klopt het dat het gebouw waar we nu over spreken, eind 2017 is opgeleverd na een grondige opknapbeurt van 267 miljoen euro? Trappen, het klimaatsysteem, niet genoeg werkplekken; is er een evaluatie gemaakt van die grondige opknapbeurt? Zo nee, wil de staatssecretaris die dan toezeggen? En wat is het grotere plaatje? Zijn er nog andere problemen te verwachten op ministeries waar onze ambtenaren werken?

Voorzitter, tot slot. Waar ligt het aan? Wat is de rol van het Rijksvastgoedbedrijf? Wat wil de staatssecretaris gaan veranderen om te zorgen dat meer verbouwingen van het Rijksvastgoedbedrijf lukken?

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Knops:

Dank u wel, voorzitter. Ik ben het met de heer Middendorp volstrekt eens dat ambtenaren veilig moeten kunnen werken. Dat geldt niet alleen voor ambtenaren, maar voor iedereen. Als gebouwen ontworpen worden, moet er ook alles aan worden gedaan om de veiligheid in acht te nemen. Dat geldt ook voor het gebruik van gebouwen. Als de veiligheid niet gegarandeerd kan worden, moeten er maatregelen worden genomen om de veiligheid alsnog te garanderen.

Ik ga even terug naar hoe het allemaal is ontstaan. In 2014 is er een contract getekend tussen het Rijksvastgoedbedrijf en het consortium om het pand Rijnstraat 8 grondig te verbouwen. Dat is heel grondig gebeurd. Er is veel gebeurd. Het was een behoorlijke aanneemsom. Als er wordt gebouwd, moet dat zodanig gebeuren dat een veilige omgeving gegarandeerd kan worden. Als je dan ziet dat er inderdaad een aantal valpartijen zijn geweest, die ik betreur — het is heel ongelukkig als mensen vallen en in een geval ook nog behoorlijke verwondingen oplopen — dan is er kennelijk toch iets niet goed.

Ik ben zelf zojuist ook even gaan kijken naar die trappen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik ze zelf niet zo snel in huis zou maken. Dat is ook een kwestie van smaak, maar los daarvan gaat het erom dat trappen veilig moeten zijn. Onmiddellijk nadat de valpartijen hadden plaatsgevonden, zijn de trappen afgesloten. Daarmee was de bereikbaarheid van de Rijnstraat nog steeds gegarandeerd. Op dit moment wordt er gewerkt aan een oplossing. Die oplossing wordt deze week nog uitgetest. We hebben al wat eerdere oplossingen uitgetest. Het komt er eigenlijk op neer — het wordt heel gedetailleerd, maar dit hoort er wel bij — dat er een opstaande rand op de trap zit die kan veroorzaken dat mensen vallen. Die rand is te hoog en wordt afgeslepen, zodat het geen rand meer is waar je achter kunt blijven haken. Daarmee zou de trap aan de eisen moeten voldoen. Ook de leuningen worden aangepast, zodat die meer grip hebben en je je eraan kunt vastgrijpen, mocht je uitglijden. We gaan ervan uit dat we het op deze manier op relatief korte termijn allemaal kunnen herstellen, dat de trappen weer open kunnen en het gebouw in gebruik is.

De heer Middendorp vraagt wat we hiervan kunnen leren. Ik zou zeggen: bij elk functioneel ontwerp goed kijken hoe mooi het is, hoe functioneel het is en hoe veilig het is. Dit is natuurlijk iets wat in de afgelopen jaren bij dit pand gebeurd is. Er zijn helaas meer klachten over dit pand; daar hebben we al vaker over gesproken in de Kamer. Ik zou graag willen dat we bij het ontwerp van dit soort panden in het vervolg — daar heb ik op zich geen evaluatie voor nodig — strakker erbovenop zitten. Dat heb ik ook al aangekondigd. Ik ga er gewoon goed naar kijken en zal erop letten dat alles voldoet aan de eisen.

Wat gaat het kosten, vraagt de heer Middendorp. Dat weet ik niet. Maar de kosten zijn in ieder geval niet voor rekening van de overheid. Als aannemers niet conform de bestekken bouwen en er onveilige situaties ontstaan, leggen wij de rekening gewoon terug bij de aannemers. Ik weet niet hoe hoog die precies zal zijn.

Zijn er nog meer zaken die spelen bij panden? Er zullen altijd problemen zijn bij panden. Als er kleine dingetjes spelen, kunnen die worden opgelost. Maar hierbij gaat het wel om functionele ontwerpeisen. En op dit moment zou ik zeggen: het had voorkomen kunnen worden. Door beter op te letten had er iets gemaakt kunnen worden wat beter en veiliger werkt.

Ik zie iets knipperen.

De voorzitter:

Dat klopt. Dat komt omdat er voor bewindspersonen ook spreektijden gelden. En daar bent u allang overheen.

De heer Middendorp (VVD):

Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording. Hij was eigenlijk bezig met de evaluatie en met het presenteren van een technische oplossing. Ik ben toch wel benieuwd naar de evaluatie en zou die iets meer in detail willen bespreken, want we staan hier niet voor de eerste keer. In maart hadden we het over de vloeren. In oktober hadden we het ook over de vloeren. En nu hebben we het dan over de trappen en nog een aantal andere elementen in een ander ministerie. Net als in maart en in oktober wordt er gezegd: we zijn ermee aan de slag gegaan; er is een oplossing. Maar ik ben toch wel benieuwd wat die oplossing precies zou zijn, en dan niet alleen voor de trappen maar ook voor het verwarmingssysteem. Dat wil ik graag van de staatssecretaris horen.

Ik zei al dat we hier niet voor de eerste keer staan. Het is wel belangrijk, want ook het Binnenhofcomplex gaat verbouwd worden. Dus ik heb toch wel behoefte aan iets meer ... Misschien heeft de staatssecretaris er nog veel meer informatie over, maar die zou ik dan toch graag in een soort evaluatie zien, zodat we die ook kunnen meenemen in alle debatten die wij nu voeren over de verbouwing van het Binnenhofcomplex.

Tot slot op dit punt. De staatssecretaris ging er net in zijn beantwoording niet op in, maar ik denk dat er ook voor het Rijksvastgoedbedrijf lessen te leren zijn. Ik ben benieuwd hoe de staatssecretaris daarnaar kijkt. Ik ben ook benieuwd wanneer de tweejaarlijkse rapportage over de stand van zaken van de verbouwing van het Binnenhofcomplex naar de Kamer komt, want dan kunnen we het er ook over hebben wat er is gedaan met de lessen die kunnen worden getrokken uit wat we nu bespreken.

Staatssecretaris Knops:

Het is een mission impossible, voorzitter. De heer Middendorp vuurt zo veel vragen af dat ik die nooit kan beantwoorden binnen de tijd die u daarvoor gereserveerd heeft. Het spijt me zeer. Ik was bezig met de beantwoording van de vragen, en nu komen er alleen nog maar meer bij.

Ik heb aangegeven wat we gaan doen. Ik heb aangegeven dat de leuningen vervangen worden. Ik heb aangegeven dat de trappen gecorrigeerd worden en vlak gemaakt worden, zodat ze gelijk zijn. Dat is belangrijk, want daarmee kunnen ze weer worden opengesteld.

De heer Middendorp vraagt wat ik ga doen. In 2014 is het contract voor dat gebouw getekend. Er is een bestek gemaakt en aannemers zijn daarmee aan de slag gegaan. Nu constateren we in het gebruik dat sommige dingen niet zo zijn als ze horen te zijn. Het enige wat je dan kunt doen, is optreden, het aanpakken, repareren en zorgen dat mensen veilig kunnen werken. Daar ben ik nu mee bezig. We kunnen het evalueren tot we een ons wegen. We kunnen nog terug tot in de geschiedenis. Ik zeg alleen in de richting van de heer Middendorp: bij de projecten die nu op stapel staan, bijvoorbeeld bij het Binnenhof maar ook bij andere projecten, ga ik heel nadrukkelijk kijken naar de functionaliteit, want uiteindelijk gaat het erom dat een gebouw functioneel moet zijn. De logistieke lijnen moeten kloppen. De veiligheidsvoorschriften moeten toegepast worden. En het Bouwbesluit moet worden toegepast. Dat zijn hele simpele dingen. Als dat niet gebeurt, leggen we de rekening terug bij degene die het gemaakt heeft. Wij vragen kwaliteit, en dan mogen we ook kwaliteit verwachten. Als die kwaliteit er niet is, dan wordt het gerepareerd. Het spijt mij ook zeer dat ik hier nu voor de zoveelste keer sta voor een pand dat toch al in opspraak is. Maar de enige taak die ik heb — daar voel ik me ook verantwoordelijk voor — is om zo snel mogelijk te repareren wat niet goed is gegaan en om inderdaad bij nieuwe projecten voor nieuwbouw en verbouw te voorkomen dat het nog een keer gebeurt.

De heer Middendorp (VVD):

Ik wil er niet een mission impossible van maken, maar misschien kan de staatssecretaris dan toch iets meer zeggen over de vorige case die we hier bespraken, namelijk de vloeren. Heeft hij daar een statusupdate van?

Tot slot vraag ik wat het betekent voor het Rijksvastgoedbedrijf. Is er iets veranderd in de manier waarop we dit soort projecten aansturen?

Staatssecretaris Knops:

Voorzitter. Ik ben naar de Kamer geroepen voor een vraag over de Rijnstraat. Ik ben niet geprepareerd voor een vraag over de laatste stand van zaken van de Turfmarkt, waar de heer Middendorp nu naar vraagt. Mij lijkt dat dit via schriftelijke vragen kan. Ik zal daar dan op antwoorden, want dat ga ik nu niet doen.

Over het Binnenhof komen wij nog te spreken. De Kamer krijgt daar binnenkort een brief over, maar dat is weer een heel ander onderwerp. Maar de lessen en ervaringen die ik nu zelf opdoe en die ik het afgelopen jaar heb opgedaan, zullen wij zeker toepassen bij nieuwe projecten, want daar moeten wij van leren. Dat geldt overigens niet alleen voor de opdrachtgever, de rijksoverheid, het geldt ook voor de partijen die erbij zijn betrokken.

De voorzitter:

De heer Middendorp.

De heer Middendorp (VVD):

Over de Rijnstraat heeft de staatssecretaris beantwoord wat ik in deze mission impossible kon persen. Dank.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Middendorp.

Ik dank de staatssecretaris voor het beantwoorden van de vragen.

Naar boven