10 Minimaliseren gaswinning Groningenveld

Aan de orde is het VSO Concept ministeriële regeling betreffende minimaliseren gaswinning uit het Groningenveld (34957, nr. 48).

De voorzitter:

Aan de orde is het VSO Concept ministeriële regeling betreffende minimaliseren gaswinning uit het Groningenveld, Kamerstuk 34957, nr. 48. Ik heet de minister van Economische Zaken en Klimaat van harte welkom.

Ik geef mevrouw Beckerman als eerste spreker namens de SP het woord.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Ik denk dat de hele Kamer hier verlangt naar kerst. In het vorige kerstreces werd Groningen opgeschrikt door een heftige aardbeving. Ik voelde de grond onder mij trillen. En wat voor kerstvakantie wordt dit voor Groningen? Veel Groningers hebben nog steeds geen vaste grond onder de voeten. Ze wachten op herstel van de schade. Na de beving in Zeerijp werden meer dan 5.600 schades gemeld. Maar in de hele gemeente Loppersum is dit jaar maar over 32 schades een besluit genomen. Dat is 2% van de schades op de plek waar de aarde het hardst beefde. Mensen wachten op versterking van hun onveilige huizen. Nadat die versterking een groot deel van het jaar grotendeels heeft stilgelegen, is die nu gestart, maar betrokken lokale bestuurders zeggen hierover dat het een vertragingstactiek van de minister is en noemen ze het absurdistisch overheidstoneel. Een medewerker van de Nationaal Coördinator Groningen typeerde het NAM-model waarop de prioritering is gebaseerd als een rampzalig gebeuren en als niet te verdedigen.

Voorzitter. Ik heb twee moties waarmee ik de Kamer wil vragen om nog voor kerst Groningen iets meer zekerheid te geven.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in de ministeriële regeling wordt uitgesproken dat de versterking voortvarend moet verlopen;

constaterende dat de versterking nu niet voortvarend verloopt;

verzoekt de regering zorg te dragen voor een voortvarende versterkingsaanpak die gesteund wordt vanuit de regio, waarbij zo spoedig mogelijk gezorgd wordt voor voldoende inspectiecapaciteit en financiering, waarbij inwoners die reeds een inspectie hebben gehad niet opnieuw hoeven te wachten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Nijboer, Van der Lee, Kops en Akerboom.

Zij krijgt nr. 49 (34957).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de afgelopen jaren veel nieuwbouw in Groningen vertraagd werd door gesteggel met de NAM over de meerkosten voor aardbevingsbestendig bouwen;

overwegende dat er het afgelopen jaar een regeling was waarbij de meerkosten van aardbevingsbestendig bouwen werden betaald door de NAM;

constaterende dat die regeling op 23 december eindigt;

constaterende dat hierdoor wederom vertraging dreigt;

verzoekt de regering met zeer grote spoed te zorgen dat er een nieuwe regeling komt waarbij de meerkosten voor aardbevingsbestendig bouwen worden vergoed door de NAM maar waarbij zij geen zeggenschap hebben over de uitvoering van deze nieuwbouw,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Nijboer, Van der Lee, Yeşilgöz-Zegerius, Agnes Mulder, Dik-Faber, Sienot, Kops en Akerboom.

Zij krijgt nr. 50 (34957).

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Beckerman.

De heer Van der Lee namens GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb nog twee vragen aan de minister en ik dien een motie in. De eerste vraag gaat over een specifiek punt. Er is een commissie ingesteld die advies gaat uitbrengen over de waardedaling van woningen. Dat zou aan het eind van het jaar gebeuren. Ik ben benieuwd of dat advies er ook echt komt. Wordt er vaart gemaakt met dat onderdeel van het zo complexe traject van wat er allemaal in en om Groningen moet gebeuren?

De tweede vraag die ik heb is in relatie met de voortgang die wordt gemaakt met de afbouw van de gaswinning. Dank ook voor het toesturen daarvan. Het is goed om te zien dat we daar op tempo liggen en misschien zelfs potentieel nog wat sneller kunnen gaan. Ik heb dan wel de vraag of de minister er een verklaring voor heeft waarom dat nu allemaal wel lukt, terwijl de Kamer toch lang is voorgehouden dat er eigenlijk zo weinig mogelijk mis was op dit terrein. Kan hij dit van een duiding voorzien? Verder moedig ik hem aan met datzelfde tempo door te gaan op dat punt.

Een ander punt waarbij te weinig tempo is gemaakt, is een afschakelplan. Daar hebben we vaak om gevraagd. Bij calamiteiten kan er hier en daar wat gas worden afgeschakeld als de nood aan de man is, bijvoorbeeld bij een zware aardbeving. Daarom dien ik daarover de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het afschakelplan voor aardgas nog niet naar de Kamer is gestuurd;

overwegende dat uit berichtgeving van EenVandaag over het vertrouwelijke crisisplan blijkt dat er verbeteringen mogelijk zijn;

overwegende dat een goed afschakelplan duidelijkheid biedt in het geval van calamiteiten en ook extra veiligheid kan bieden;

verzoekt de regering zo snel mogelijk een goed doordacht afschakelplan naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee en Sienot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 51 (34957).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Nijboer namens de PvdA.

De heer Nijboer (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Net kwam het bericht naar buiten dat bijna 80% van de Groningers zich onveilig voelt of heel ongerust is over de veiligheid in hun eigen woning. Dat is een uiting van wat er nu misgaat. Eigenlijk zou 1 juli afgelopen jaar duidelijkheid voor iedereen geboden zijn, maar dat blijkt niet het geval. Je ziet meer en meer dat bewoners tegenover hun eigen, lokale bestuurders "met de koppen tegen elkaar staan", zoals ze in Groningen zeggen, ook letterlijk, afgelopen week weer in Loppersum. Het doet best wel verdriet dat te zien, want die mensen, die wethouders en burgemeesters doen ontzettend hun best om de ellende van de aardbevingen voor hun bewoners op te lossen. Er moeten scholen worden versterkt, mensen moeten verhuizen en bejaarden moeten uit de verzorgingstehuizen naar elders worden verplaatst. Mensen met schade worden slecht geholpen. Daar doen ze echt heel erg hun best voor, maar nu gaan de eigen inwoners tegen hen zeggen: je komt niet voor ons op en je moet protesteren in Den Haag.

Het grote verzoek aan de minister is: los dit op en ga achter de Groningers staan. Daarom sta ik ook onder de motie van mevrouw Beckerman, want dat is eigenlijk onze oproep. Natuurlijk gaat de minister zeggen: ik sta achter en niet tegenover ze. Dat is de intentie ook niet. Maar dat is wel wat steeds meer gebeurt. Je ziet nu zelfs dat degenen in Groningen die het vertrouwen hadden, de burgemeesters en de wethouders, in de knel dreigen te komen omdat onduidelijk is wat er met de huizen van mensen gaat gebeuren. Ik vind echt dat het een onontwarbare kluwen, een zootje is geworden in Groningen. Daar draagt de minister nu wel verantwoordelijkheid voor. Hij heeft een erfenis gekregen die niemand zou willen, maar hij heeft het probleem niet opgelost. Het probleem is niet kleiner geworden. De prangende vraag aan de minister is hoe hij het nu gaat oplossen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Nijboer. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Agnes Mulder namens het CDA.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter, dank. We hebben schriftelijk overleg gehad. Daarin heeft onze fractie vragen gesteld over de versterkingsopgave en over het meet- en regelprotocol in Groningen. We hadden gehoopt deze week het volledige debat over de versterking te kunnen voeren, maar helaas staat dat pas de eerste week na het reces op de agenda. Daarom leg ik hier een aantal zorgen neer over de versterking.

Uit Loppersum krijg ik berichten die erop lijken te wijzen dat de motie die we vorig jaar hebben aangenomen niet wordt uitgevoerd. Deze motie verzoekt de regering eigenaren van woningen uit batch 1581 die al een versterkingsadvies hebben ontvangen eveneens de mogelijkheid te bieden om het versterkingsadvies uit te laten voeren, ook als hun woning volgens de laatste inzichten veilig is. Ik wil ingaan op de uitvoering van de versterkingsadviezen uit batch 1581. Ik hoor dat deze mensen opnieuw te horen krijgen dat ze moeten wachten, terwijl een deel van hen al een versterkingsadvies heeft liggen en een deel van hen ook een verhoogdrisicoprofiel heeft. Waarom kan de minister daar niet mee aan de slag? Alles ligt toch al klaar? Klopt dit? Wat gaat de minister hieraan doen?

Voorzitter. Daarnaast hoor ik dat er ook nog gewacht wordt op financiering van de 1588-batch. Dit is toch onbestaanbaar? Hoe zit dit? Waarop wordt gewacht? Gaat de minister ervoor zorgen dat deze versterking zo snel mogelijk van start gaat? Ik hoop dat de minister daarbij deze keer niet alleen wijst naar de regio, maar vooral ook kijkt naar wat hij zelf kan doen om meer snelheid te maken.

Voorzitter. Een hartenkreet uit de regio: mensen willen verder met hun leven.

Voorzitter. Hiernaast wil het CDA dat er snel werk wordt gemaakt van een ministeriële regeling voor het meet- en regelprotocol. In het verleden heeft mijn fractie herhaaldelijk benadrukt dat de kritische adviezen van het Staatstoezicht op de Mijnen over het meet- en regelprotocol opgevolgd moeten worden. Is de minister bereid om de evaluatie door het SodM van het meet- en regelprotocol te delen met de Kamer en wanneer gaat het in?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Agnes Mulder. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Sienot namens D66.

De heer Sienot (D66):

Voorzitter, dank u wel. Wij hebben een motie en een vraag. Ik zou willen beginnen met de motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat netbeheerder GTS jaarlijks een raming van de benodigde hoeveelheid laagcalorisch gas opstelt;

overwegende dat het in het belang van Groningen is dat de gaswinning zo snel mogelijk naar nul gaat;

verzoekt de regering de jaarlijkse raming van GTS standaard te laten valideren door een externe partij,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sienot en Van der Lee. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 52 (34957).

De heer Sienot (D66):

Voorzitter. Dan heb ik nog een vraag, zoals gezegd. Ik heb hierover ook schriftelijke vragen gesteld. Het betreft de situatie rond de informatiebijeenkomsten die georganiseerd worden in Groningse dorpen en gemeenten. Die zaaien meer verwarring dan dat ze oplossingen bieden. Een wethouder voor een groep bewoners zetten terwijl die zelf eigenlijk niet weet wat er nou precies gaat gebeuren, is uiteindelijk een recept voor chaos. Onze vraag is: kan de minister hier verduidelijking over geven? Er is met name één kernvraag, die we eigenlijk uit de hele regio horen terugkomen. Voor het Rijk is het belangrijk om als rol te nemen: heel duidelijk en snel te laten weten hoeveel geld wanneer beschikbaar is voor de Groningse dorpen, zodat de lokale bestuurders heldere verhalen kunnen vertellen. Daarom hoop ik dat de minister een goed antwoord heeft hierop. Ik weet dat een goed antwoord nog geen versterkt huis geeft, maar we kunnen dan in elk geval wel op duidelijkheid verder bouwen.

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Sienot. Ik kijk naar de minister. Twee minuten? Er is behoefte aan een korte schorsing van twee minuten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Wiebes:

Voorzitter. Ik dacht eerst maar de vragen te doen. De eerste vraag die gesteld is, is van de heer Van der Lee. Het advies betreffende de waardedaling zit inderdaad in de afrondende fase. Het conceptadvies is volgens de opstellers hier in januari. De commissie wil de maand januari gebruiken voor afstemming met de regio. Daarna zal ik het advies aan de Kamer aanbieden.

Waarom lukt het afbouwen van de gaswinning nu? Ik heb daar geen studie van gemaakt. Ik heb mij vol gericht op de toekomst, maar ik heb niet het verleden bestudeerd. Feit is dat wij, ook ik en dit kabinet, andere prioriteiten hebben gesteld in termen van de stikstoffabriek en dat wij de vraag zeer systematisch maar ook enigszins ruw naar beneden hebben geduwd. Straks doen wij dat zelfs met een wettelijke regeling. Dat zijn, denk ik, de verschillen.

Voorzitter. De vraag van de heer Nijboer is misschien wel gewoon de vraag van de dag, want het is waar dat er ook binnen de regio verdeeldheid is. Het is ook moeilijk om te zeggen wat het algemeen belang van de mensen in Groningen is, want sommigen willen snel, terwijl anderen daar juist bang voor zijn. Ik denk dat we echt moeten zeggen dat de gaswinning naar beneden gaat; over een kleine vier jaar zitten we praktisch op de bodem. Het gaat heel hard, maar dat heeft tegelijkertijd echt voor een enorme hoop onzekerheid gezorgd. Alle dingen die weliswaar onaangenaam waren, maar wel bekend, zijn nu misschien — misschien! — aangenamer, maar dat weten we nog niet zeker. In ieder geval is daar niet altijd vanaf het begin helderheid in.

Ik volg het advies van de Mijnraad. Volgens dat Mijnraadadvies zouden we sneller moeten kunnen versterken, maar ook veel minder woningen, omdat het heel veel sneller veilig wordt. Maar ik denk echt dat de enige manier, de énige manier, om het vertrouwen van de Groningers te krijgen is door het te laten zien. En dat is buitengewoon spannend. Dat moeten drie overheden met elkaar doen. Die overheden hebben niet de allerbeste historie met elkaar. Daar spelen ook nog allerlei heel begrijpelijke deelbelangen bij. Dus het is een kwestie van leveren in de uitvoering. Ik heb geen ander recept ervoor.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Minister Wiebes:

Dit is wel de vraag van de dag, maar ik besef dat ik niet het antwoord van de dag te melden heb. Daar ben ik heel eerlijk over.

Dan een vraag van mevrouw Mulder. Eerst even over die batch 1588. Het budget is gewoon beschikbaar. Daar is 3 juli over besloten, iedereen heeft geleverd, er is geen financieel vraagstuk. Maar de regio en de corporaties, ook onder aanwezigheid van BZK, spreken nu over de inzet van het budget. Het gaat niet over het bij elkaar krijgen van het budget, het gaat nu over de inzet van het budget.

Mevrouw Mulder liet mij even schrikken, want zij zegt dat ik een motie niet zou hebben uitgevoerd. Die gaat over de batch 1581. Op 3 juli hebben we gezegd dat iedereen die al een veiligheidsadvies had gekregen, onder de oude aanpak viel. Trouwens, dat heb ik niet op 3 juli gezegd, dat hebben we op 29 maart besloten. Dus iedereen die al een veiligheidsadvies had gekregen, valt onder de oude aanpak en gaat gewoon door. De 1581 batch valt daar over het algemeen niet onder. Maar zoals mevrouw Mulder destijds terecht constateerde, was er een kleine groep die er wél onder viel. Want er waren ergens ik geloof minder dan vijftien huizen die wel degelijk een veiligheidsadvies hadden gekregen, maar die toch in de batch 1581 zitten. Die huizen moeten gewoon door. Die andere huizen, zoals ook in de hele communicatie met de Kamer te vinden is, vallen onder de nieuwe aanpak. Die nieuwe aanpak gaat nu van start. Daar zitten dus huizen in die moeten worden aangepakt, ook in de batch. Die komen dus in de nieuwe aanpak aan de orde. De andere moeten daarna bekeken worden, want bewoners kunnen vragen om een opname naar de nieuwe normen. Maar daar zijn de Mijnraad en SodM heel streng in. SodM zit mij ook streng op m'n dak, moet ik zeggen. Eerst de huizen met het grootste risico, daarna de rest.

De voorzitter:

Gaat u verder. U was bij mevrouw Mulder.

Minister Wiebes:

Mevrouw Mulder vraagt ook naar het meet- en regelprotocol. Dat wordt op dit moment geëvalueerd door SodM. We moeten op 1 oktober een nieuw regelprotocol hebben. Maatschappelijke organisaties zijn daarbij betrokken. Ook de uitkomsten van de evaluatie worden daarbij betrokken. Dat zal ik rond de zomer aan de Kamer kunnen sturen, want het moet op 1 oktober ingaan.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Wij hebben de motie over batch 1581 op 5 juli ingediend. Die is daarna ook aangenomen. Alle mensen die toen al een versterkingsadvies thuis hadden liggen en die in die batch zitten, vallen hier toch onder?

Minister Wiebes:

Er zijn tussen de tien en vijftien mensen die van de NCG daadwerkelijk een veiligheidsadvies toegestuurd hebben gekregen. Zij vallen daaronder. Er dreigde een WOB-verzoek, maar dat leek erg onelegant. We hebben die mensen dus de documenten gestuurd die volgens de oude methode waren opgesteld, in de vorm die ze toen hadden. Ze hebben niet het karakter van een veiligheidsadvies. Die mensen vielen toen ook niet onder de motie. Dat heb ik toen helder gemaakt. Ook de correspondentie is daar verder heel helder over. Dit staat echter helder in de Kamerbrief.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Agnes Mulder.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik ga hier nog even nader onderzoek naar doen richting het debat dat we in januari hebben. Ik heb het idee dat hier op dit moment onduidelijkheid over is. Die duidelijkheid hebben we allemaal hard nodig.

Mevrouw Beckerman (SP):

Daar zoek ik ook naar. Er zijn dus mensen die een pak papier van 329 pagina's hebben gekregen. Daar hebben ze jaren op gewacht. Dat was het advies waarin stond: heel pijnlijk, maar uw huis is onveilig; dit is het advies: we gaan het versterken. Zegt u nu dat ook die mensen weer jarenlang kunnen gaan wachten?

Minister Wiebes:

Ik zeg niks anders dan ik begin juli heb gezegd. Toen is besloten om batch 1588 voort te zetten in een nader te bepalen tempo. Daar is toen budget voor opgehaald. Dat is er ook. We hebben toen gezegd dat batch 1581 onder de nieuwe aanpak valt. Dat staat heel helder in de Kamerstukken. Alleen de mensen die een formeel veiligheidsadvies, een versterkingsadvies hebben gekregen, worden meegenomen in de bestaande aanpak. Dat zijn er een stuk of vijftien. Mensen die de papieren hebben opgevraagd zoals ze er lagen maar die daarmee niet een veiligheidsadvies van de NCG hebben gekregen, vallen daar echt niet onder. Dat is vanaf het begin duidelijk geweest.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Beckerman.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dus we gaan het pak papier nu anders noemen. Het is geen versterkingsadvies, maar het zijn gewoon papieren over de veiligheid. Daar staat wel in dat het huis van mensen onveilig is. Die mensen moeten nu dus opnieuw wachten, terwijl zelfs medewerkers van u, ...

De voorzitter:

Van de minister.

Mevrouw Beckerman (SP):

... namelijk medewerkers van de Nationaal Coördinator Groningen zeggen dat het hele model waarop we nu de prioritering baseren een gotspe is.

Minister Wiebes:

Dat is een andere discussie. Ik besef best dat over elk denkbaar model allerlei meningen mogelijk zijn. In mijn verantwoordelijkheid ga ik voor het aanwijzen van modellen en het gebruik daarvan af op experts. En dat dien ik ook te doen.

De voorzitter:

Dan nu de moties.

Minister Wiebes:

Nee, er zijn nog meer vragen gesteld. De heer Sienot heeft gevraagd hoeveel geld er nou eigenlijk beschikbaar is voor welk dorp. Dat is helemaal de verkeerde benadering. Daarmee zouden we ten eerste suggereren dat dorpen zelf hun versterking moeten betalen. Dat hoeven ze niet. De rekening voor de versterking mag absoluut niet bij de gemeenten terechtkomen. Die dient via de achterdeur de NAM, maar uiteindelijk het loket te vergoeden. Het bedrag dat nodig is voor de versterking zal beschikbaar zijn. Dat budget mag nooit afgeknot zijn. Als gemeenten andere dingen willen doen buiten de versterking, is daar een budget van de regio voor dat uit een heel andere pot komt. Daar gaat de regio echt zelf over. Dat ga ik vanaf hier niet bepalen, en ik hoop de heer Sienot met mij ook niet.

De heer Sienot (D66):

Dit is toch interessant. We kunnen gaan goochelen met potten, waar het wel en niet hoort en wiens verantwoordelijkheid het is. In de brief van 20 september is afgesproken dat de beschikbaarheid van middelen geen vertragende factor mag zijn bij de uitvoering van de versterking die nodig is voor de veiligheid.

Minister Wiebes:

Zo is het.

De heer Sienot (D66):

Precies dat lijkt nu wel te gebeuren. De mensen die bij de informatiesessies zijn, weten niet waar ze aan toe zijn. Onze vraag is hoe we dat probleem kunnen oplossen. Daar heb ik het antwoord niet op gehoord.

Minister Wiebes:

De oplossing is naar de Kamer gestuurd, want ik heb met de NAM een overeenkomst voor de betaling van de gehele nieuwe aanpak. De Kamer heeft dat stuk ook. Het zal duidelijk zijn dat er geen probleem mag zijn met de financiering door de NAM aan de achterdeur van deze operatie. Alles wat nodig is voor de veiligheid dient betaald te worden. Daarvoor heb ik zeer uitvoerige onderhandelingen gevoerd met de NAM. Dat staat allemaal op schrift. De wederzijdse contractuele verplichtingen liggen in de Kamer. Ik ben het geheel met de heer Sienot eens. Het kan niet zo zijn dat wij veiligheid moeten blokkeren om budgettaire redenen. Dat wat er nodig is voor de veiligheid dient beschikbaar te zijn. Dat zijn geen vaste budgetten. Als er meer nodig is, is er meer nodig. Is er nog meer nodig, dan is er nog meer nodig.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Minister Wiebes:

Ik heb moties. De motie op stuk nr. 49 bevat veel wat mij bevalt, maar één ding dat ik niet kan garanderen. Wat mij bevalt is voldoende inspectiecapaciteit en financiering. Daar wordt aan gewerkt. Er wordt ook geworven bij de organisatie. Ik heb het net gehad over de financiering. Maar dat inwoners die reeds een inspectie hebben gehad — dat zijn er enige duizenden — niet opnieuw hoeven te wachten, zou betekenen dat ik rechtstreeks tegen het Mijnraadadvies inga en niet de meest risicovolle woningen vooropzet, maar misschien wel woningen waar helemaal niets mee aan de hand is. Dat kan ik niet doen. Ik ben nu systeemverantwoordelijk geworden voor de veiligheid in het gebied. Ik dien te leveren en SodM ziet daarop toe. SodM dwingt terecht af dat de meest risicovolle woningen eerst worden gedaan. Het kan zijn dat daar woningen bij zitten die al geïnspecteerd zijn. Dan moeten die vooraan. Dat is helder. Alleen vanwege die laatste regel kan ik deze motie helaas niet oordeel Kamer geven. Ik ontraad haar.

De voorzitter:

Mevrouw Beckerman, een korte reactie.

Mevrouw Beckerman (SP):

Hoe zit dat dan precies? Is het dan simpelweg een tekort aan menskracht? We kunnen toch ook de mensen die al zo'n heel traject hebben doorlopen én de meest onveilige woningen tegelijkertijd doen, als er maar genoeg menskracht is om dat aan te pakken?

Minister Wiebes:

De aanname dat de herstel-, bouw- en versterkingscapaciteit in de regio oneindig is, is de afgelopen drie jaar gelogenstraft. We lagen 95% achter op schema. We moeten prioriteiten stellen; dat is heel helder het Mijnraadadvies. Dat heb ik niet bedacht en dat dien ik ook niet te bedenken. Ik dien er alleen naar te leven.

De voorzitter:

Tot slot.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dat het de afgelopen jaren een enorme bende is geworden, is bekend. Maar ook nu loopt het uit op een drama. Zou je dan niet alles op alles moeten zetten om de capaciteit — u zegt "in de regio" — uit het hele land te halen om te zorgen dat in Groningen zo snel mogelijk zo veel mogelijk veilige woningen komen te staan? Moet u niet daarmee aan de slag? Zou u voor het debat dat we in januari in de eerste week na het reces hebben ons erover willen informeren hoe u gaat zorgen dat er zo veel mogelijk ...

Minister Wiebes:

Daar is al uitgebreid over gecommuniceerd, maar dat kunnen we in het debat opnieuw doen. De NCG heeft allerlei zaken met een marktbenadering, heeft allerlei manieren aangeboord om daar voldoende capaciteit te krijgen. Er wordt ook nagedacht over meer standaardisering — dat komt voor in het Mijnraadadvies — zodat er sneller gewerkt kan worden. In het pleidooi van mevrouw Beckerman kan ik geen gat schieten, maar deze motie gaat daar wel tegenin en heb ik zojuist ontraden.

De motie-Beckerman c.s. op stuk nr. 50 over de nieuwbouwregeling vraagt de regering met grote spoed te zorgen dat er een nieuwe regeling komt waarbij de meerkosten voor aardbevingsbestendig bouwen worden vergoed door de NAM. Dit kan ik niet anders dan logisch vinden. Ik laat deze motie oordeel Kamer. Dit is een terechte oproep, want de huidige nieuwbouwregeling loopt af en er mogen geen gaten vallen. Ik ben het met mevrouw Beckerman eens en ondersteun haar oproep.

De heer Van der Lee wil dat er een goed doordacht afschakelplan naar de Kamer komt. Ik laat de motie op stuk nr. 51 ook oordeel Kamer. Hoe dan ook, voor de zomer van 2019 moet dat afschakelplan er liggen. Ik zal dat naar de Kamer sturen conform deze motie, die ik dus oordeel Kamer laat.

Ik hoop dat de motie op nr. 52 van de heer Sienot over het valideren van de raming van GTS niet een motie van wantrouwen richting GTS is. Maar als dit de wens is van de Kamer, dan ben ik bereid die validatie te gaan organiseren. Ik laat de motie oordeel Kamer. Niet dat ik haar per se bij u aanbeveel, want ik denk dat GTS zijn werk kan doen. Maar als daar wantrouwen over bestaat, wil ik die graag wegenemen.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Sienot?

De heer Sienot (D66):

Ik werd een paar keer genoemd, als zou ik wantrouwen hebben. Daar is geen sprake van. Het is wel zo dat er niet meer gas moet worden opgewekt dan nodig is, en ook niet minder. Het is goed dat daar, om alle objectiviteit te waarborgen, een externe toetsing op plaatsvindt, zodat daar geen gedoe over kan komen. Dan zou ik graag nog willen bevestigen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan zijn we aan het eind gekomen van dit VSO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties gaan we morgen stemmen. Ik dank de minister.

De vergadering wordt van 18.05 uur tot 18.09 uur geschorst.

Naar boven