10 Nucleaire veiligheid

Aan de orde is het VAO Nucleaire veiligheid (AO d.d. 28/11).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Nucleaire veiligheid, met als eerste spreker de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb een drietal moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bij het opruimen van nucleair afval het principe "de vervuiler betaalt" moet gelden;

constaterende dat dit ook geldt voor historisch nucleair afval;

constaterende dat in de praktijk de kosten voor het opruimen van nucleair afval deels uit publieke middelen worden betaald, en dat de belastingbetaler hier dan voor opdraait;

spreekt uit dat het zeer onwenselijk is dat het opruimen van nucleair afval niet volledig wordt betaald door de veroorzaker van het afval;

verzoekt de regering om te voorkomen dat de rekening voor het opruimen van nucleair afval geheel of ten dele uit publieke middelen wordt betaald,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 241 (25422).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de kerncentrale in Borssele al in 1973 in gebruik werd genomen;

constaterende dat het geplande sluitingsjaar van de kerncentrale 2003 was en dat de kerncentrale inmiddels verouderd is;

constaterende dat de kerncentrale Borssele procentueel slechts een zeer beperkte bijdrage levert aan de energievoorziening van Nederland;

verzoekt de regering om met een plan van aanpak en een bijbehorend tijdpad te komen om de kerncentrale van Borssele binnen enkele jaren te sluiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 242 (25422).

Voordat u verdergaat heeft de heer Van Aalst nog een vraag over de motie.

De heer Van Aalst (PVV):

Ja, ik heb een korte vraag over de feiten die de heer Wassenberg schetst, of die wel kloppen. Ik ben toevallig afgelopen maandag nog in Borssele geweest en daar ligt inmiddels een businessplan klaar, geloof ik, om er een nieuwe kerncentrale naast te zetten in plaats van er eentje te sluiten. Bent u ervan op de hoogte dat er inmiddels een kloppende businesscase klaarligt?

De heer Wassenberg (PvdD):

Mijn motie gaat over de bestaande kerncentrale. Voor zover ik weet ligt er op dit moment geen plan om een nieuwe kerncentrale in Nederland te bouwen. Dat was tenminste vorige week nog niet het geval. Hier gaat het om een verouderde kerncentrale, gebouwd in 1973. De normale looptijd van die dingen is 30 jaar, dus deze is gewoon al 15 jaar overtijd, als ik het zo mag zeggen. Telkens wordt het weer uitgesteld. Ik vraag gewoon om het ontwikkelen van een tijdpad om de bestaande kerncentrale van Borssele te sluiten. Daar gaat de motie over.

De voorzitter:

U heeft nog één motie.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ja. Dat is mijn derde motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

geconstateerd dat dit jaar tijdens het geplande onderhoud van Tihange 3 betonrot werd geconstateerd, alsmede afwijkingen in de stalen bewapening in het beton, ontstaan bij het storten van het beton;

constaterende dat deze ernstige constructiefout sinds de ingebruikname van de kernreactor in 1985 onopgemerkt is gebleven en dat de reactor dus, ondanks alle controles, 33 jaar heeft gedraaid zonder dat de veiligheid voldeed aan de gestelde eisen;

constaterende dat de bouwtekeningen van Tihange 3 spoorloos zijn en dus niet kan worden nagegaan hoe deze constructiefout gemaakt kon worden;

verzoekt de regering om haar grote zorgen te uiten aan de Belgische regering over het feit dat de kernreactor Tihange 3 sinds 1985 heeft gedraaid met een ernstige constructiefout die al die tijd onopgemerkt bleef,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 243 (25422).

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. Mevrouw Kröger van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb een tweetal moties. Ik begin.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat op dit moment het uitvoeren van een milieueffectrapportage (MER) verplicht is bij bijvoorbeeld de wijziging van een windpark, maar een MER niet verplicht is voor bijvoorbeeld het besluit om de levensduur van een kerncentrale te verlengen;

verzoekt de regering te onderzoeken of het verstandig zou zijn de eisen voor het uitvoeren van een MER rondom kerncentrales en nucleaire installaties te verscherpen, en hierover de Kamer te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 244 (25422).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er op dit moment een vergunningswijziging plaatsvindt van kerncentrale Borssele;

overwegende dat dit een goed moment is om een milieueffectrapportage (MER) uit te voeren zodat er een uitgebreide publieksconsultatie wordt uitgevoerd en Nederland weer voldoet aan het Verdrag van Aarhus;

verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat er een MER wordt uitgevoerd in het kader van de vergunningswijziging van kerncentrale Borssele,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 245 (25422).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank. De heer Von Martels van het CDA.

De heer Von Martels (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Geen motie van mijn kant, maar hopelijk wel een toezegging van de kant van de staatssecretaris. We hebben namelijk in het algemeen overleg gesproken over de financiële verantwoordelijkheid van de Europese Commissie voor de ontmanteling van de Hoge Flux Reactor in Petten na 2025. We hoorden daar klip-en-klaar van de staatssecretaris dat de kosten van de ontmanteling bij de Europese Commissie blijven en dat die daarvoor al geld heeft gereserveerd. Wel begrepen we tijdens het algemeen overleg dat er geen overleg plaatsvindt tussen de Europese Commissie en Nederland over de operationele uitvoering van de ontmanteling. Ik zou graag tijdens dit VAO de toezegging willen van de staatssecretaris dat de Nederlandse regering actief met de Europese Commissie in overleg gaat over de HFR in Petten en de Kamer volgend jaar informeert over wat er de komende jaren allemaal moet gaan gebeuren.

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Ziengs van de VVD.

De heer Ziengs (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb geen motie, maar wel een vraag aan de staatssecretaris. De afgelopen week is er weer wat commotie geweest over een incident in een kerncentrale. Wij zien daar verschillende berichten over verschijnen in de media. Enerzijds lijkt het alsof zich iets heeft afgespeeld waardoor er gevaar voor de volksgezondheid is geweest, omdat het volgens de berichtgeving echt in de kerncentrale zelf heeft plaatsgevonden. Andere berichten spreken weer van brand in locaties een kilometer van de kerncentrale vandaan. Ik zou graag van de staatssecretaris wat duidelijkheid over deze berichtgeving krijgen. Het veroorzaakt erg veel onrust. Het is in dit stadium goed dat we niet worden geconfronteerd met fake news.

Dank u wel. Dat was het, voorzitter.

De voorzitter:

Dank. Tot slot mevrouw Beckerman van de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel. Ik heb kort wat aansluitende vragen op de vragen van de heer Ziengs. Op de mooie website die er mede naar aanleiding van vragen van de heer Wassenberg en mijzelf is gekomen, is er een bericht geweest. Is de communicatie op orde geweest? En waarom heeft het vijf dagen moeten duren voordat bekend was dat de brand wel in het nucleaire deel heeft gewoed? En heeft elke provincie nu het noodplan op orde? Dat hebben we ook in het AO gevraagd. Ik heb alvast een motie. Als de beantwoording afdoende is, dan trekken we die natuurlijk weer in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er donderdag 6 december een brand woedde in de fabriek bij de Emslandkerncentrale in Lingen;

constaterende dat vijf dagen later blijkt dat deze brand toch in het nucleaire deel van de fabriek heeft gewoed;

overwegende dat er meerdere storingen zijn geweest het afgelopen jaar;

overwegende dat er in de omliggende provincies wel jodiumtabletten zijn uitgedeeld;

van mening dat mensen recht hebben op en behoefte hebben aan informatie;

verzoekt de regering zorg te dragen voor een heldere communicatie met Duitsland en naar inwoners over incidenten bij kerncentrales,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 246 (25422).

Mevrouw Beckerman (SP):

Als de communicatie goed is, dan voorkomen we ook onnodige paniek.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de splijtstofstavenfabriek bij de kerncentrale in Lingen vorige week brand is uitgebroken;

overwegende dat er vaak berichten zijn over kleine incidenten;

overwegende dat de veiligheidsregio's in de provincies niet allemaal een noodplan op orde hebben;

voorts overwegende dat de regering de plicht heeft de veiligheid van de inwoners waar mogelijk te garanderen;

van mening dat bij een dergelijke ramp er op zijn minst een plan moet liggen;

verzoekt de regering te zorgen dat de noodplannen behorend bij een nucleaire ramp in alle provincies voor 1 april 2019 op orde zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 247 (25422).

Mevrouw Beckerman (SP):

Diezelfde vraag hebben we natuurlijk in het AO gesteld, en ook vorig jaar. We zien nog steeds dat het noodplan van Groningen ontbreekt, in ieder geval op die mooie website. Ik hoop dat het er wel is. Ik vind het belangrijk dat, juist nu mensen al jodiumtabletten hebben en de communicatie soms niet klopt, er gewoon duidelijkheid is.

De voorzitter:

Dank, mevrouw Beckerman.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Aan het woord is de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dank u wel, voorzitter. Ik ga snel naar de moties en begin met de motie op stuk nr. 241 van de heer Wassenberg, die zegt dat je "de vervuiler betaalt" honderd procent moet doorvoeren. Als we dat ook zouden doorvoeren voor het historisch afval, waarvoor de vervuiler niet meer eenduidig aan te wijzen is, loopt de volksgezondheid mogelijk gevaar. Ik vind het nog belangrijker dat we dat voorkomen. Daarom is voor het historisch afval een specifieke afspraak gemaakt. Ik ben in het belang van de volksgezondheid niet bereid om daarvan af te wijken. Ik deel het uitgangspunt van de heer Wassenberg, maar deze motie moet ik ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 241 wordt ontraden.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dan de motie op stuk nr. 242. Ik herken mij niet in een paar dingen. Er is niet een afspraak gemaakt om telkens te verlengen, maar er is een afspraak gemaakt tot welke datum de levensduur van Borssele bekort zou worden. De heer Wassenberg zei in een toelichting ook nog dat het telkens maar weer wordt uitgesteld. Bovendien is Borssele een veilige kerncentrale. Deze motie ontraad ik dus.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 242 wordt ontraden.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

De heer Wassenberg heeft op dit punt vandaag geen geluk met mij. Hij vraagt mij om grote zorgen uit te spreken. Daarover had bijvoorbeeld ook de heer Von Martels een vraag. U kunt mij ook gewoon vragen of ik de toezegging wil doen om iets nog eens te bespreken. Ik ben graag bereid om nog eens een keer bij de collega's in België onder de aandacht te brengen dat ook in het parlement zorgen leven over het feit dat dit heeft plaatsgevonden, maar daar hoef ik geen motie voor, dus de motie op stuk nr. 243 ontraad ik.

De heer Wassenberg (PvdD):

Als ik de staatssecretaris nu hoor zeggen dat ze de toezegging doet dat ze deze zorgen gaat aankaarten bij de Belgische regering, dan kan ik de motie intrekken.

De voorzitter:

Dat hoor ik de staatssecretaris zeggen.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ja, ik ben graag bereid om bij mijn collega's in België aan te geven dat er ook in het parlement zorgen zijn ontstaan over het feit dat deze centrale op deze wijze heeft gefunctioneerd. We kunnen dat natuurlijk niet meer terugdraaien, maar het is wel goed dat zij weet hebben van het feit dat dit in het parlement tot zorgen heeft geleid. Ik ben graag bereid die over te brengen.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dan heeft het geen zin om deze motie in stemming te brengen, dus trek ik die bij dezen in.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Wassenberg (25422, nr. 243) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dan de motie op stuk nr. 244 van mevrouw Kröger, die verzoekt de regering te onderzoeken of het verstandig zou zijn de eisen voor het uitvoeren van een MER rondom kerncentrales te verscherpen en de Kamer hierover te informeren. Ik kan het oordeel over deze motie aan de Kamer laten als ik die mag interpreteren als dat ik deze optie meeneem in de studie die we nu uitvoeren. Daarin kan die namelijk meegenomen worden als opvolging van de uitspraak die er recent is geweest over betere consultaties. Ik ben graag bereid het specifieke punt van de MER in die studie mee te nemen. Als ik de motie zo mag interpreteren — ik zie mevrouw Kröger knikken — laat ik het oordeel hierover aan de Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 244 krijgt oordeel Kamer.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Over het onderwerp van de motie op stuk nr. 245 hebben we het uitgebreid gehad in het debat. Ik heb in het debat uitgelegd dat ik er niet toe bereid ben om nu een MER te laten uitvoeren, omdat de vergunningswijziging die nu plaatsvindt daar helemaal geen betrekking op heeft. Ik ontraad deze motie dus.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 245 wordt ontraden.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dan was er een vraag van de heer Von Martels over de financiële verantwoordelijkheid bij Petten. Ik deel met de heer Von Martels dat we zeker moeten stellen dat de verantwoordelijkheid komt te liggen waar die hoort te leggen, namelijk bij de Europese Commissie, die de kosten moet dragen. Nou moet de ANVS er als onafhankelijk toezichthouder op toezien dat de financiële zekerheidsstelling van voldoende kwaliteit is. Als wij hierover zelf van tevoren heel direct gaan sturen bij de Europese Commissie, lopen we het risico dat we een soort "slager keurt zijn eigen vlees"-situatie krijgen. Maar ik begrijp de vraag van de heer Von Martels zo dat we er alles aan zouden moeten doen om erop toe te zien dat die financiële zekerheidsstelling voldoende geborgd wordt en dat er geen rekening bij de belastingbetaler terechtkomt. Ik hoop dat ik daarmee aan de essentie van de zorgen van de heer Von Martels tegemoet heb kunnen komen.

Voorzitter. De heer Ziengs vroeg naar de verschillende berichtgeving rondom de brand in Lingen. Ik heb inderdaad ook gezien dat daar verschillende berichtgeving over was. Ik wil daar hier twee dingen over zeggen en stel voor dat ik de rest netjes in een brief opschrijf, zodat alle details precies kloppen. Twee dingen zijn van belang om nu te zeggen: er was geen brand in de kerncentrale en er is geen gevaar geweest voor de volksgezondheid. Er was een situatie in een laboratorium bij een bedrijf in de buurt, dat ook met nucleaire zaken werkt. Dat heeft, denk ik, de verwarring veroorzaakt. Maar om verdere verwarring te voorkomen, stel ik voor dat ik dit allemaal netjes even in een brief opschrijf, inclusief de tijdslijn en een aantal vragen die mevrouw Beckerman had over de communicatie. Ik zal dit ook doen in samenhang met de veiligheidsregio, die ook verantwoordelijk is. En ook de evaluatie van de communicatie zal in samenhang met de veiligheidsregio gebeuren. Dus ik wilde eigenlijk de heer Ziengs en mevrouw Beckerman voorstellen dat ik die twee punten in samenhang meeneem in een brief aan de Kamer om helderheid te verschaffen over hoe het hier gelopen is.

De voorzitter:

De heer Van Aalst heeft een vraag.

De heer Van Aalst (PVV):

Voorzitter. Ik voel me toch enigszins aangesproken om in ieder geval wat mee te geven aan de staatssecretaris. Het is in mijn regio waar dit zich heeft afgespeeld. Wij hebben een regionale zender die zich dan als rampenzender voordoet, die daar de berichtgeving voor verzorgd heeft. Daar was eigenlijk weinig onduidelijkheid. Er was geen sprake van gevaar, dat hebben ze ook heel duidelijk gecommuniceerd. Dus de onrust die blijkbaar bij een aantal collega's ontstaan is, of rumoer, heb ik niet gemerkt in de regio.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ik constateer — dat blijkt misschien alleen al uit het feit dat toch twee zeer gewaardeerde leden van uw Kamer mij vragen om hier toch nog eenduidigheid over te creëren — dat, wellicht dus niet bij u maar wel op andere plaatsen, die onduidelijkheid er wel was. Ik heb ook wel verschillende berichtgeving gezien. Het lijkt mij heel belangrijk dat we zorgen dat er een eenduidige brief komt, samen met de veiligheidsregio, waarin we nog even uiteenzetten wat de situatie nu precies was. Maar daarbij vind ik het belangrijk om de essentie te benadrukken, dat er geen gevaar is geweest voor de volksgezondheid, dat er geen brand was in de kerncentrale zelf, en dat het belangrijk is om dat hier vandaag alvast te bevestigen.

Voorzitter. Dan zijn er nog de moties op de stukken nrs. 246 en 247. Over de motie op stuk nr. 246 heb ik aan mevrouw Beckerman eigenlijk al gezegd dat ik voorstel dat ik in de brief even meeneem hoe we omgaan met zorgdragen voor een heldere communicatie met Duitsland. We zullen daar in de brief op terugkomen, dus misschien kan mevrouw Beckerman de motie aanhouden tot dat moment.

Dan de laatste motie van mevrouw Beckerman, om ervoor te zorgen dat de noodplannen behorend bij een nucleaire ramp in alle provincies op orde zijn. Alle provincies hebben een regionaal crisisplan gemaakt. Wij zullen ervoor zorgen dat al die regionale crisisplannen ook goed vindbaar zijn via de site, zoals mevrouw Beckerman daaraan heeft gerefereerd. Dus wellicht zegt zij dat zij de moties op de stukken nrs. 246 en 247 aanhoudt om te zien of we dat dan ook naar volle tevredenheid hebben kunnen doen.

De voorzitter:

Mevrouw Beckerman, bent u daartoe bereid?

Mevrouw Beckerman (SP):

Daar sta ik even over te twijfelen. Wat de motie op stuk nr. 247 betreft, hebben we twee AO's geleden eigenlijk ook al gevraagd, toen we de vraag stelden over de website: publiceer dan die noodplannen, want dat is nu niet goed. Daarvan vind ik dat er wel enige stok achter de deur moet zijn. Die noodplannen moeten gewoon op die website. Want juist als je jodiumpillen uitdeelt, juist als er verschillende berichten zijn, is dat denk ik een goed punt. Eventueel kan ik het dictum aanpassen: "en dat het gepubliceerd wordt".

De motie over de communicatie kan ik aanhouden, maar ik wil wel meegeven, juist als die berichtgeving ... Zelfs gisteren heeft de NOS nog gekopt: "Brand in kerncentrale". Dan vind ik het heel juist dat de overheid, om paniek te voorkomen, wat uitgebreider bericht op de website van de overheid zelf. Juist om die paniek te voorkomen, lijkt dat me goed. Dat komt dan ook denk ik helemaal in uw richting, toch?

De voorzitter:

Mevrouw Beckerman, voor de helderheid, dan bent u dus bereid de motie op stuk nr. 246 aan te houden?

Mevrouw Beckerman (SP):

De motie op stuk nr. 246 zal ik aanhouden en de motie op stuk nr. 247 laat ik staan, maar ik denk dat ik daar een aanpassing doe aan het dictum om te zeggen dat ze ook gepubliceerd moeten worden, want dan klopt het wat meer met wat de staatssecretaris zegt.

De voorzitter:

Even helder: dan moet u een gewijzigde motie indienen, met een ander dictum, maar de staatssecretaris zegt op dit moment over de motie op stuk nr. 247: aanhouden en als u daar niet toe bereid bent, ontraden.

Op verzoek van mevrouw Beckerman stel ik voor haar motie (25422, nr. 246) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ja, want daar komt het dan misschien even precies op de formulering. Als het gaat over nucleaire noodplannen, dan zijn die in Nederland alleen verplicht voor die provincies die ook een nucleaire installatie hebben. Voor die provincies die geen nucleaire installatie hebben, kan het toch van belang zijn om voorbereid te zijn op een nucleaire situatie. Maar dat doen ze dan via de regionale crisisplannen. Die regionale crisisplannen staan op de website. We hebben wel kunnen vaststellen dat dat niet zo makkelijk vindbaar is. Dus ik ben graag bereid om te kijken of we de vindbaarheid, ook van dat regionale crisisplan, voor die punten nog kunnen verhelderen. Maar het is niet zo dat het er niet staat. Het staat er wel, maar hier refereert de motie aan noodplannen, en die zijn gewoon niet verplicht voor alle veiligheidsregio's omdat ze niet allemaal een nucleaire installatie hebben. Dan zou ik de motie echt moeten ontraden, want dan vraagt die iets echt totaal nieuws. Maar volgens mij hebben mevrouw Beckerman en ik het eigenlijk steeds gehad over die regionale crisisplannen en dat die goed vindbaar moeten zijn. Naar onze mening hebben we daar al invulling aan gegeven. Daarom zou ik zeggen: we kunnen nog een poging wagen om dat nog iets te verhelderen, maar we hebben hetzelfde doel: die moeten makkelijk vindbaar zijn.

Mevrouw Beckerman (SP):

Volgens mij zijn we dan een heel eind. Dan pas ik het dictum aan en maken we daar "crisisplannen" en "gepubliceerd op de website" van. Dan is deze volgens mij helemaal in lijn met wat de staatssecretaris zegt en dan hoop ik op een "oordeel Kamer".

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Laten we constructief zijn vandaag. Mevrouw Beckerman heeft er inderdaad al een paar keer naar gevraagd. Als het dan nog niet gelukt is om het goed genoeg voor elkaar te krijgen, accepteer ik deze motie, mits dat praten over regionale crisisplannen als een laatste incentive geldt om het helder op de site te krijgen. Dat is steeds ons doel geweest en we gaan nog een laatste poging doen om het nog helderder te krijgen. Maar de regionale crisisplannen moeten worden toegevoegd.

De voorzitter:

Mevrouw Beckerman past haar motie op stuk nr. 247 in lijn met datgene wat ze net met de staatssecretaris gewisseld heeft. Dan krijgt de motie "oordeel Kamer".

De heer Van Aalst (PVV):

Ik werd nog even aangesproken, dus ik wilde kort reageren. Mijn collega verwees naar de berichtgeving van NOS. Ik zou haar mee willen geven om in ieder geval niet het nieuws van de NOS klakkeloos voor waar aan te nemen.

De voorzitter:

Dank. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven