9 Milieuraad d.d. 20 december 2018

Aan de orde is het VSO Milieuraad d.d. 20 december 2018 (21501-08, nr. 747).

De voorzitter:

Aan de orde is het VSO Milieuraad. Als eerste is het woord aan mevrouw Kröger van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb een drietal moties, dus ik ga snel van start.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Europese voorstel een verbod op een aantal plastic wegwerpproducten bevat, zoals bestek en wattenstaafjes;

constaterende dat voorzitter Oostenrijk onlangs besloten heeft om in eigen land plastic draagtassen voor enkel gebruik te verbieden;

constaterende dat in Nederland nog steeds wegwerpplastictasjes worden gebruikt die ook in het milieu terechtkomen en bijdragen aan de zwerfafvalproblematiek;

verzoekt de regering in kaart te brengen hoe verschillende Europese landen beleid hebben ingezet om het gebruik van plastic tasjes voor eenmalig gebruik terug te dringen, en te vergelijken hoe effectief deze maatregelen zijn ten opzichte van het Nederlandse beleid en hier de Kamer over te informeren voor 1 april,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 749 (21501-08).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het de ambitie van Nederland is dat er in Nederland vanaf 2030 alleen nog maar emissievrije auto's worden verkocht;

constaterende dat veel Europese landen minder ambitieus zijn;

overwegende dat de Nederlandse regering inzet op een Europees compromis, dat minder ver gaat dan de nationale ambities;

verzoekt de regering om in Europa aan te dringen op de scherpst mogelijke CO2-eisen;

verzoekt de regering tevens om de mogelijkheid voor scherpere nationale doelen en eisen te bedingen waardoor Nederland nationaal strengere emissie-eisen kan stellen en zo de eigen beleidsdoelen kan halen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 750 (21501-08).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Tot slot een motie over een zeer actuele kwestie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat luchtvervuiling in Nederland en Europa nog steeds voor veel onnodige gezondheidsschade zorgt;

overwegende dat sjoemeldiesels nog steeds ruim boven hun vergunde uitstoot bijdragen aan de luchtvervuiling in Nederland;

constaterende dat een Europese rechter de uitspraak heeft gedaan dat de Europese Commissie de uitstootnormen niet had mogen verlagen door toepassen van een "conformity factor" waardoor de vergunde uitstoot fors toeneemt;

constaterende dat de Europese Commissie in beroep mag gaan tegen de uitspraak, wat tot verdere vertraging van het verbeteren van de luchtkwaliteit leidt;

verzoekt de regering om in Europa aan te dringen om de afgesproken normen van 2007 in ere te herstellen en bij de aankomende Milieuraad de Commissie te verzoeken niet in beroep te gaan tegen deze uitspraak,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 751 (21501-08).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan is het woord aan de heer Ziengs van de VVD. Niet? Dan de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ik weet dat de staatssecretaris gemotiveerd is om plastic zwerfafval en plasticsoep tegen te gaan. Ik wil haar steunen in die strijd. Ik hoop dat de Kamer haar daarin ook steunt en aanmoedigt. Daartoe dien ik de volgende twee moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een nieuwe onderhandelingsfase is ingegaan omtrent de Europese richtlijn tot het tegengaan van plastic wegwerpproducten;

constaterende dat Nederland voorstander is van verhoging van het ambitieniveau;

constaterende dat meerdere lidstaten tijdens onderhandelingen willen inzetten op het versterken van de ambitie en impact van de richtlijn;

verzoekt de regering om met welwillende lidstaten een koplopersgroep te vormen die zich actief inspant voor een hoger ambitieniveau van de Europese richtlijn tot het tegengaan van plastic wegwerpproducten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wassenberg en Teunissen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 752 (21501-08).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een nieuwe onderhandelingsfase is ingegaan omtrent de Europese richtlijn tot het tegengaan van plastic wegwerpproducten;

constaterende dat de Europese Commissie nadrukkelijk wijst op de mogelijkheid tot eigen initiatief van lidstaten in de strijd tegen plasticsoep;

verzoekt de regering over te gaan op nationaal beleid indien de onderhandelingen niet leiden tot de gewenste ambities,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wassenberg en Teunissen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 753 (21501-08).

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank. De heer Laçin van de SP.

De heer Laçin (SP):

Dank, voorzitter. In het schriftelijk overleg heb ik meermaals nogmaals mijn zorgen geuit over REACH, de Europese databank voor chemische stoffen. Ik hoop dat de staatssecretaris tijdens de Milieuraad echt voor aanscherping van REACH gaat. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er bijna 22.000 chemische stoffen geregistreerd staan in REACH;

constaterende dat er in 70% van de dossiers cruciale informatie ontbreekt, ook over de mate waarin een stof kankerverwekkend kan zijn;

overwegende dat REACH ons inzicht moet geven in gezondheidsrisico's die chemische stoffen kunnen veroorzaken;

verzoekt de regering in Europees verband te pleiten voor een aanscherping van REACH,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Laçin en Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 754 (21501-08).

De heer Laçin (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de kant van de Kamer.

De vergadering wordt van 13.55 uur tot 13.59 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Voorzitter. Gezien de grote hoeveelheid VAO's die we hebben, ga ik er een beetje snel doorheen.

De motie op stuk nr. 749 van mevrouw Kröger: oordeel Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 750. In Europa aandringen op scherpere normen en me inzetten voor het maximaal haalbare: ja, dat wil ik absoluut doen. Dat heb ik ook al aan u geschreven. Maar inzetten op het nationaal bedingen van scherpere normen is in strijd met de EU-verdragen. Ik denk dat dat dus niet gaat lukken. Daarom moet ik deze motie ontraden. Dit gaat namelijk over producenten die worden aangesproken door deze richtlijn. Dat betekent dat nationaal aanvullende eisen stellen aan producenten niet kan. Wij zeggen ook dat we ernaar gaan streven om 100% elektrische verkoop in 2030 te realiseren. We zullen dat nationaal op een andere manier moeten doen dan via het stellen van extra eisen aan producenten. Dat mag niet, maar daarnaast nationaal beleid voeren als lidstaat mag wel, en dat doen we ook. Daarover wordt u geïnformeerd bij het klimaatakkoord. Daar kan ik nu dus ook niet op vooruitlopen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik snap het antwoord van de staatssecretaris, maar ik zou toch heel graag willen dat zij aan de Kamer schetst welke beleidsruimte lidstaten houden, als er nu een compromis komt te liggen, om er toch voor te zorgen dat ze hun eigen beleidsdoelen halen, en daar misschien ook met Brussel over in gesprek gaat.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Maar daar heb ik deze motie niet voor nodig. Ik stel me voor dat we, wanneer we deze regelgeving hebben afgerond, aan de Kamer schetsen hoe deze zich verhoudt tot de beleidsruimte en ons eigen gestelde doel, dat verder gaat dan wat nu in Europa op tafel ligt, en met welke instrumenten we dat willen gaan bereiken. Dat zal wellicht mede in de context van het klimaatakkoord zijn; we kijken even hoe die twee dingen in de tijd lopen. Maar ik ben graag bereid om aan mevrouw Kröger te schetsen hoe deze regelgeving zich verhoudt tot de rest van de beleidsruimte. Daarmee kan ik deze motie ontraden, want aandringen op zo scherp mogelijke normen, het eerste verzoek, doe ik van harte.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 750 wordt ontraden.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dan de motie op stuk nr. 751. Als ik deze motie zo mag interpreteren dat ik dit en marge met de Commissie bespreek — er staat niet voor niks "bij de aankomende Milieuraad de Commissie te verzoeken" — dan kan dat. Anders moet ik de motie ontraden. Maar ik zie mevrouw Kröger knikken dat zij graag wil dat ik dit en marge met de Commissie bespreek. Dat zal ik doen. Nederland heeft ook tegengestemd toen dit in de Raad aan de orde kwam. Het zal de Commissie dus helemaal niet verbazen dat ik dit op deze manier en marge met hen bespreek.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 751 krijgt dus ...

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Oordeel Kamer.

De voorzitter:

Oordeel Kamer.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

De motie op stuk nr. 752 van de heer Wassenberg gaat over de koplopersgroep. Die organiseer ik voor elke Raad. Ik ben blij met de aansporing door de heer Wassenberg, maar daarvoor is de motie dus niet nodig. Dit doen we al. Deze motie is dus overbodig en ik ontraad haar.

Hetzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 754 van de heer Laçin over het aanscherpen van REACH. Zelfs in de mondelinge maar ook in de schriftelijke beantwoording in het SO Milieuraad hebben we al opgeschreven dat we dat doen. Ik ben het zeer met u eens, maar ik ontraad dus ook deze motie, want die is overbodig.

De heer Wassenberg had een vraag over eigen initiatief en nationaal beleid. Dat hebben we. De motie op stuk nr. 753 is zo algemeen geformuleerd dat ik de heer Wassenberg zou willen vragen om de motie aan te houden en om, wanneer die richtlijn er is en nadat hij de rest van het eigen beleid ook bekeken heeft, te beoordelen of hij vindt dat er nog iets specifieks ontbreekt. Ik zou hem willen vragen om dan een iets specifieker verzoek in te dienen. De motie is op deze manier heel erg algemeen. Algemeen inzetten op een zeer ambitieuze uitkomst doe ik ook al. De motie is dus overbodig. Dus: aanhouden of ontraden.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dan houd ik de motie op stuk nr. 753 aan.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Hartelijk dank.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Wassenberg stel ik voor zijn motie (21501-08, nr. 753) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dan de motie op stuk nr. 754.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Daar heb ik zojuist al op gereageerd in het kader van REACH.

De voorzitter:

O ja.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dat hebben we in de schriftelijke beantwoording in het SO al letterlijk opgeschreven. Daarom is de motie overbodig, maar ik deel het punt zeer en ik zie het als een aansporing door de heer Laçin. Die neem ik zeker ter harte.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 754 wordt dus ontraden.

Dank voor uw snelle beantwoording.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors voor enkele ogenblikken en dan gaan we door met het VAO Nucleaire veiligheid.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven