9 Integrale risicoanalyse pluimveevleesketen

Aan de orde is het VSO Integrale risicoanalyse pluimveevleesketen (26991, nr. 530).

De voorzitter:

Wij gaan gelijk door met het laatste onderwerp voor de dinerpauze, het VSO Integrale risicoanalyse pluimveevleesketen. Moeilijk woord. Mooi Scrabblewoord. Het woord is aan een van de leden die spreektijd hebben gevraagd, mevrouw Ouwehand. Gaat uw gang.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. "Pluimveevleesketen" heet dat dan, en dat gaat over de honderden miljoenen kippen, kalkoenen en eenden die in Nederland worden gehouden, gefokt en gedood voor hun vlees. Het gaat niet goed met die dieren. Vandaar de volgende moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat op dit moment in Nederland bij 232 bedrijven maar liefst meer dan 18 miljoen vleeskuikens worden gehouden in de hoogste bezetting van 42 kilo, oftewel zo'n twintig kippen per vierkante meter, en dan gaat het om ruim 230 miljoen dieren per jaar;

constaterende dat deze dieren in groten getale kampen met afwijkende skeletbouw, pijnlijke zweren aan de voetzolen, verstoorde rust, borstirritaties, luchtweg- en maag- en darmaandoeningen;

constaterende dat van deze groep vleeskuikens maar liefst 10 miljoen dieren per jaar sterven voordat zij de stal uitkomen en dat ook nog eens 800.000 dieren dood aankomen bij het slachthuis;

verzoekt de regering niet langer toe te staan dat vleeskuikens worden gehouden in de hoogste bezetting van 42 kilo per vierkante meter,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 532 (26991).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat kuikens, kalkoenen en eenden die in de huidige veehouderij worden gefokt en gedood voor vleesproductie vaak pijnlijke zweren aan hun poten hebben, voetzoollaesies genoemd;

constaterende dat alleen houders die vleeskuikens houden in de hoogste bezetting verplicht zijn om bij te houden hoeveel dieren lijden aan voetzoollaesies en deze scores moeten doorgeven aan een centrale database van de RVO;

verzoekt de regering over te gaan tot een verplichte centrale registratie van voetzoollaesies voor alle houders van vleeskuikens, eenden en kalkoenen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 533 (26991).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, de laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat alle vleeskuikenhouders in hun eigen administratie moeten bijhouden hoeveel dieren er dagelijks sterven in hun stal en dat deze gegevens moeten worden verstrekt wanneer een koppel kuikens wordt geslacht;

constaterende dat alleen houders die vleeskuikens houden in de hoogste bezetting deze sterftecijfers doorgeven, waardoor inzicht in de totale sterfte onder vleeskuikens ontbreekt;

verzoekt de regering alle vleeskuikenhouders te verplichten aan RVO door te geven hoeveel dieren er dagelijks sterven in hun stal,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 534 (26991).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik vraag de minister of zij gelijk kan antwoorden. Ik hoor dat zij de moties nog niet heeft. Dat dacht ik al. Dan schorsen we even.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

We zijn toe aan de beantwoording van de minister in het VSO Integrale risicoanalyse pluimveevleesketen. De minister gaat ook haar oordeel geven over de ingediende moties. Gaat uw gang.

Minister Schouten:

Voorzitter. In de eerste motie, op stuk nr. 532, wordt de regering verzocht het niet langer toe te staan dat vleeskuikens worden gehouden in de hoogste bezetting van 42 kilo per m2. Dit is Europese regelgeving. Die geeft aan dat dit het maximum is en dat dit kan. Wij hebben aangegeven dat we die regelgeving zullen volgen, dus ik ontraad deze motie.

De tweede motie, op stuk nr. 533, gaat over registratie van voetzoollaesies bij alle houders van vleeskuikens, eenden en kalkoenen. Op dit moment wordt dat bijgehouden wanneer er sprake is van de hoogste bezetting. Bij de hoogste bezetting mogen er extra eisen gesteld worden. Dat heeft Nederland gedaan ten aanzien van voetzoollaesies. Mevrouw Ouwehand vraagt nu om dat overal in te dienen. Dan moet je dat via nationale wetgeving gaan regelen, want dat kan niet op basis van Europese regelgeving. Dan kom je weer in de nationale koppen terecht. Nederland heeft ervoor gekozen om dat niet te doen, en daar kies ik ook voor. Dus ik ontraad deze motie.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Realiseert de minister zich dat mensen die zich zorgen maken over de dieren dan eigenlijk niet anders kunnen dan wijzen naar de cijfers die ze wél kennen, waardoor er in de sector en bij de minister dan weer van die verhalen komen waarbij zij zeggen: ja, maar zo is het niet echt, want dit is alleen de hoogste bezetting en bij andere stalsystemen is het anders? Waarom mogen we niet weten hoe het dan bij andere stalsystemen is?

Minister Schouten:

Op basis van de Europese regelgeving kunnen wij aan de hoogste bezetting extra eisen stellen. Dat heeft Nederland gedaan, dus daarvoor hebben we dat inzichtelijk. Ik hoor mevrouw Ouwehand er net voor pleiten dat we eigenlijk naar een lagere bezetting toe moeten. Wij bieden dus eigenlijk al een soort extra check ten aanzien van voetzoollaesie bij de hoogste bezetting. Daar hebben we het inzichtelijk. Mevrouw Ouwehand zegt nu, bij de andere situaties weten we het niet. We hoeven het daar ook niet te doen, want alleen bij de hoogste bezetting moeten we het registreren. We hebben er zelf voor gekozen om dat te doen. Ik ga dan afwijken van Europese regelgeving, en we hebben in het regeerakkoord aangegeven dat we geen nationale koppen daarop zullen gaan zetten.

De derde motie van mevrouw Ouwehand, op stuk nr. 534, ligt eigenlijk in het verlengde daarvan. Daarbij geldt eigenlijk bijna dezelfde redenering. We hebben het bij de hoogste bezetting geregeld, maar voor andere bezettingen niet. Ook hier geldt dat het volgens Europese regelgeving niet hoeft en dat wij het ook niet zullen gaan doen. Daarom ontraad ik deze motie.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Er wordt eigenlijk alleen maar gevraagd: mogen we misschien zien hoe het met de dieren gaat in die stallen en mogen we controleerbare informatie daarover krijgen? Op die vragen zegt de minister dus eigenlijk: nee. Transparantie is wel een basisvoorwaarde. In de Kamer is een motie hierover aangenomen en dit komt ook al terug in alle nota's die geschreven zijn over dierenwelzijn. Hoe wil de minister nou zorgen dat mensen weten wat ze kopen en waar ze op moeten letten als we dit soort simpele gegevens niet eens geregistreerd krijgen en kunnen delen met de Kamer en de samenleving?

Minister Schouten:

In de motie van mevrouw Ouwehand gaat het om alle houders van vleeskuikens, eenden en kalkoenen. Dat zijn hele kleine houders. Die moeten dus alles gaan doorgeven, overal, bij de RVO enzovoorts. Daarmee zou er een enorme administratieve rompslomp ontstaan. Verder kijkt de NVWA natuurlijk ook gewoon wat de situatie is op die bedrijven. Dat heeft u in de IRA Pluimveeketen ook gezien. Het echt continu registreren van wat nou precies de situatie is op die bedrijven doen we als een soort van waarborg bij die hoogste bezetting. We hebben er verder voor gekozen om dat niet te doen bij bezettingen daaronder, ook vanwege een soort evenwichtigheid bij wat je aan administratieve lasten vraagt van al die bedrijven. Ik vind het goed dat die borging er is bij die hoogste bezetting. Wij hebben de rapporten van de NVWA, en de IRA heeft u ook zelf kunnen lezen. Ik vind dat voldoende om zicht te hebben op de situatie bij deze bedrijven.

De voorzitter:

Dank u wel, minister.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Hiermee zijn we aan het einde gekomen aan dit VSO. Over de moties zal waarschijnlijk aanstaande dinsdag worden gestemd.

We zijn nu toe aan een schorsing voor de dinerpauze. Daarna gaan we door met de begrotingsbehandeling LNV.

De vergadering wordt van 19.02 uur tot 19.50 uur geschorst.

Naar boven