7 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor dinsdag 3 juli aanstaande ook te stemmen over:

  • -het wetsvoorstel Aanpassing van wetten ter uitvoering van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PbEU 2016, L 119) en de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (Aanpassingswet Algemene verordening gegevensbescherming) (Kamerstuk 34939);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2018 (Incidentele suppletoire begroting inzake Klimaat enveloppe regeerakkoord) (Kamerstuk 34903).

Voorts stel ik voor dan ook te stemmen over de ingediende moties bij het wetgevingsoverleg over Jaarverslag en Slotwet 2017 van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, het notaoverleg over de Initiatiefnota van het lid Koopmans Onderlinge privacy en over de aangehouden motie-Diks (34775-X, nr. 116).

Ik deel aan de Kamer mee dat de fractie van 50PLUS bij de stemmingen op 21 juni jongstleden over de moties van het lid Maeijer op stuk 21501-02, nrs. 1885 en 1886 geacht wenst te worden voor deze moties te hebben gestemd.

De fractie van de SP wenst bij de stemmingen op 19 juni jongstleden over de gewijzigde motie-Laan-Geselschap op stuk 32820, nr. 245 geacht te worden voor deze motie te hebben gestemd.

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor de volgende debatten van de agenda af te voeren:

  • -het dertigledendebat over de boete van het UWV voor Defensie;

  • -het dertigledendebat over de publicatieplicht van rulings;

  • -het dertigledendebat over de uitspraak van de minister-president in het Europees Parlement dat rijke landen meer kunnen afdragen.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer het wetsvoorstel Wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (wijzigingen naar aanleiding van evaluatie, nascholing beroepschauffeurs, bestuursrechtelijke handhaving en enkele verbeteringen) (Kamerstuk 34182).

Ik deel aan de Kamer mee dat het lid Ploumen zal deelnemen aan de begeleidingsgroep staatscommissie parlementair stelsel in de bestaande vacature.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Geneesmiddelenbeleid met als eerste spreker mevrouw Ploumen;

  • -het VAO Laaggeletterdheid met als eerste spreker mevrouw Van den Hul van de PvdA;

  • -het VAO Myanmar met als eerste spreker mevrouw Ploumen namens de PvdA.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu mevrouw Pia Dijkstra namens de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het woord.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Namens de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken verzoek ik u om een debat ter plenaire afronding in één termijn in te plannen over de inzet van Nederland in Afghanistan en wel na het algemeen overleg dat we daar volgende week donderdag 5 juli over voeren. Dat duurt tot 20.30 uur 's avonds. Daarna graag die afronding.

De voorzitter:

Daar zullen we in de planning rekening mee houden. Dank u wel.

De heer De Graaf namens de PVV. U ziet er heel anders uit dan gisteren bij de stemmingen!

De heer De Graaf (PVV):

Dat is een ander verhaal, hè, voorzitter? Je zal maar van je diner worden weggerukt! Dat gebeurde ineens.

Een ander verhaal, een serieus verhaal. Waar de PVV al een tijdje voor vreest en wat we een tijdje terug al hier in de Kamer hebben benoemd, blijkt bewaarheid te gaan worden, zo lazen we gisteren in het nieuws. Dat is het verhaal van de twee terugkeerjihadi's die inderdaad paspoorten gaan krijgen en naar Nederland terug gaan komen. Ze zullen hier gearresteerd worden, maar wat er daarna gebeurt is heel erg onduidelijk. Het is een heel schimmig steekspel. Daar wil ik graag een debat over met de minister van Justitie en Veiligheid. We moeten dit tot de bodem bespreken. Nogmaals, iedereen weet waarover ik het heb.

De voorzitter:

De heer Arno Rutte van de VVD.

De heer Arno Rutte (VVD):

Het gaat om een heel specifieke zaak in dezen. In bredere zin kan ik de heer De Graaf steunen dat we een debat moeten hebben over de uitdagingen en de problematiek rondom de terugkeerders. Het zou fijn als daar een brief bij kwam waarin aandacht wordt gegeven aan de mogelijkheden en onmogelijkheden om de nationaliteit in te trekken.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

In het regeerakkoord staan een aantal zaken die moeten worden geregeld, dus ik zou het wel integraal behandeld willen zien. Ik wil dat we dus ook kijken naar de vraag of die wetgeving is voorgelegd, wat de stand daarvan is en wat de stand is bij het intrekken van de nationaliteit.

De voorzitter:

U steunt het verzoek?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Als dat daarbij kan, kan ik het verzoek zeker steunen.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Als ik de indiener goed begrijp, moet de rechter zich nog uitspreken over de situatie van deze mensen en of ze veroordeeld moeten worden. Het lijkt me niet dat dit heel veel grond biedt om hier een debat over te voeren, dus geen steun.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Van Toorenburg.

De voorzitter:

U steunt het dus. De heer Kuzu?

De heer Kuzu (DENK):

De DENK-fractie sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Buitenweg.

De voorzitter:

Meneer De Graaf, u heeft een meerderheid voor een breder debat.

De heer De Graaf (PVV):

Dank voor de steun van de Kamerleden. Het is inderdaad heel goed om het dan in een breder verband te doen, want dan kunnen we alles bespreken wat we willen. Mag ik een korte opmerking teruggeven aan ...?

De voorzitter:

Liever niet.

De heer De Graaf (PVV):

Dan doen wij dat tijdens het debat.

De voorzitter:

Zo is dat. Dank u wel. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van der Lee, namens GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zou graag een brief willen ontvangen van de bewindslieden van Financiën en Economische Zaken en Klimaat, vóór de behandeling van de Mijnbouwwet. Die wet staat morgenavond op de agenda. Het gaat om een bericht dat gisteren is verschenen op de website van Het Financieele Dagblad en dat vanmorgen in de krant stond, waaruit blijkt dat Shell en ExxonMobil geen 500 miljoen gaan betalen voor het nieuwe perspectief voor Groningen, maar slechts 135 miljoen. Dit schijnt bevestigd te zijn door Financiën. Ik wil graag weten hoe dit feitelijk zit, omdat dit belangrijk is voor de behandeling morgenavond.

De voorzitter:

Ik wil eigenlijk voorstellen om het stenogram door te geleiden naar het kabinet. Voor dit verzoek is geen meerderheid of steun nodig.

De heer Nijboer (PvdA):

Dat weet ik. Ik heb gisteren 27 vragen hierover gesteld. Ik wil onderstrepen om ook die voor het debat beantwoord te krijgen.

De voorzitter:

Dan stel ik voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer De Jong, namens de PVV.

De heer De Jong (PVV):

Voorzitter. Vanochtend konden wij in De Telegraaf lezen dat steeds meer hardwerkende Nederlanders volgens cijfers van het NIBUD niet meer op vakantie kunnen omdat zij het simpelweg niet meer kunnen betalen. 54% van de Nederlanders gaat niet op vakantie omdat zij in de afgelopen jaren door het kabinetsbeleid zijn uitgeknepen. Maar ondertussen zien wij wel dat er straks hele drommen Turken en Marokkanen met bijstand ...

De voorzitter:

U wilt een debat.

De heer De Jong (PVV):

... en een huis in het buitenland wél wekenlang op vakantie gaan. Dat valt niet uit te leggen. Daarom wil ik, voordat alle politici zelf op vakantie gaan, hier nog een debat over voeren.

De voorzitter:

Dus morgen of volgende week. Klopt dat?

De heer De Jong (PVV):

Van de week of morgen. Zo snel mogelijk.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. In de aanvang van zijn betoog suggereerde de heer De Jong iets, dus daar wil ik toch wel het nodige over zeggen. Als wij het hebben over hardwerkende Nederlanders, dan zijn dat ook Turkse Nederlanders en Marokkaanse Nederlanders ...

De voorzitter:

Nee nee, dat moet in het debat, meneer Kuzu.

De heer Kuzu (DENK):

Maar hij doet het wel in zijn aanvraag.

De voorzitter:

Dat mag ook niet. Maar u moet niet slechte voorbeelden gaan nadoen, want dat is ook niet goed.

Meneer Öztürk, als u iets wilt zeggen, dan loopt u naar de interruptiemicrofoon. Wij gaan niet door de zaal schreeuwen.

De heer Kuzu steunt het verzoek?

De heer Kuzu (DENK):

Alleen al vanwege de toon van de aanvraag, steun ik die niet.

De heer Wiersma (VVD):

Geen steun.

De heer Peters (CDA):

Geen steun.

De heer Raemakers (D66):

Geen steun.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Geen steun.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Geen steun.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Geen steun.

De heer Nijboer (PvdA):

Geen steun.

De voorzitter:

Meneer de Jong, u hebt geen steun.

De heer De Jong (PVV):

Nee, voorzitter, de hele brede Kamer ...

De voorzitter:

En niet reageren.

De heer De Jong (PVV):

De hele brede Kamer geeft geen steun. Wilt u zelf ook graag snel op vakantie?

De voorzitter:

Het liefst wel, maar dat is nog niet aan de orde.

De heer De Jong (PVV):

Maar dat wordt dus de hardwerkende Nederlanders niet gegund. Dat is dood- en doodzonde.

De voorzitter:

Wat heb ik daar nu mee te maken? Ik gun iedereen een mooie vakantie, u ook, meneer De Jong. En het zou goed zijn als iedereen ook uitgerust is, want het begint een beetje uit de hand te lopen hier. De emoties lopen hoog op.

Het woord is aan de heer Hijink. Waar gaat u mee komen, meneer Hijink?

De heer Hijink (SP):

Met een ontzettend goed verhaal, voorzitter. Vanavond hebben wij met de minister van VWS een debat over de verpleeghuizen. Nu is er een hoop onduidelijkheid over de uitgave van 2,1 miljard die hiervoor uitgetrokken is. Daarom verzoek ik mede namens mevrouw Ellemeet van GroenLinks om een aanvullende brief, nog voorafgaande aan dit debat. Ik zal alvast de vragen noemen die in deze brief beantwoord moeten worden. Het gaat om de volgende vier vragen. Waarop baseert de minister dat de macro ... Ik zie de voorzitter nu zuchten. Moet het niet zo? Ik wil de vragen ook best mailen.

De voorzitter:

Ik weet niet welke vragen u precies wilt gaan stellen, maar als het gaat om schriftelijke vragen, waar iedereen aan meedoet, dan gaat dat via de commissie. Dat is altijd de procedure. Maar u hebt vier vragen, gaat u verder.

De heer Hijink (SP):

Ja, maar wij hebben gisteravond een enorme berg papier gekregen, die heel veel vragen heeft opgeleverd. En volgens mij is het goed gebruik dat, als wij vanavond een debat hebben, wij aanvullende vragen hier bij de regeling van werkzaamheden kunnen indienen, toch?

De voorzitter:

Gaat u verder. Het heeft geen zin om daarop in te gaan.

De heer Hijink (SP):

Oké. Vraag 1: waarop baseert de minister de uitspraak dat de macrocontracteringsruimte omlaag zou moeten als de tarieven in de verpleeghuiszorg herijkt worden? Vraag 2: met welk macrobedrag zouden de tarieven voor de verpleeghuiszorg aangepast moeten worden volgens de berekeningen van de NZa? Vraag 3: hoeveel budget is er door instellingen in 2016 bijgelegd om de tekortschietende tarieven te dekken, uit posten anders dan de zorgzwaartepakketten? En de laatste vraag: waarom kiest de minister ervoor om een beleidsregel vast te stellen op basis van de Kaderwet zbo's en niet op basis van een aanwijzing via de Wet marktordering gezondheidszorg? Betekent dit dat voor de opgelegde beleidsregels geen voorhangprocedure in de Kamer geldt?

De voorzitter:

Meneer Hijink, ...

De heer Hijink (SP):

Ik houd hier ook niet van, voorzitter, maar ...

De voorzitter:

Nee, ...

De heer Hijink (SP):

... dit komt natuurlijk ook ...

De voorzitter:

Mag ik heel even?

De heer Hijink (SP):

... doordat de minister zo last minute dit soort informatie stuurt.

De voorzitter:

Meneer Hijink, even stoppen, even stoppen. Als wij schriftelijke vragen via de regeling gaan indienen, dan halen we al onze instrumenten onderuit. Die worden nu eigenlijk al onderuitgehaald. Dit geldt niet alleen voor u. Het spijt me dat ik het nu tegen u zeg, maar ik zeg het eigenlijk tegen ons allemaal. Bij de regeling vraagt u om een brief, om informatie of om schriftelijke vragen die voor het debat moeten worden beantwoord, of stelt u misschien één vraag die heel erg belangrijk is voor het debat. Maar om nou bij de regeling vragen te gaan voorlezen? Dat gaan we echt niet doen.

De heer Hijink (SP):

Mag ik daarop reageren?

De voorzitter:

Nee, u mag daar niet op reageren. Het spijt me.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik schrik nogal van uw aanpak, voorzitter. We hebben vanavond een debat met een minister die alleen maar hippe actieplannen naar de Kamer stuurt. Er blijkt nu echt een clash te zijn tussen de NZa en de minister, maar hij zwijgt erover. We kunnen nu heel spannend gaan doen en zeggen dat er een motie van wantrouwen boven zijn hoofd hangt. Maar mijn commissie, die altijd als "fel" wordt omschreven, is niet zó fel dat we dat nu al zeggen. Wat meneer Hijink doet, is echt eenmalig.

De voorzitter:

Meneer Hijink is in staat om voor zichzelf op te komen. U steunt het verzoek?

Mevrouw Agema (PVV):

Ja. Maar ik wil ook nog de afslagpercentages van de minister weten. En klopt het dat er 300 miljoen extra nodig is voor de verpleeghuiszorg?

De voorzitter:

Oké.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Ik steun het verzoek om antwoord te geven op de aanvullende vragen. Maar ik zeg daarbij dat het fijn was geweest om dit gewoon via de procedurevergadering te vernemen. Dan heb je namelijk de kans om ook nog vragen te stellen. Maar in ieder geval steun voor dit verzoek.

De voorzitter:

Het verzoek heeft op zich geen steun nodig. Dit is een individueel recht van Kamerleden. Het ging mij erom dat niet alle vragen hier moeten worden voorgelezen. Daar is de regeling niet voor bedoeld. Maar u deelt deze mening, volgens mij.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Volgens mij steunde ik u daarin.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Hermans (VVD):

Ik steun dat ook. Ik steun uw punt. Maar nu we toch vragen aan het toevoegen zijn, heb ik zelf ook nog een prangende.

De voorzitter:

Dat vindt meneer Hijink heel leuk.

Mevrouw Hermans (VVD):

Dan gooi ik de vraag toch maar in de groep. Ik zou graag willen weten wat de 435 miljoen die dit jaar al uit de 2 miljard in de tarieven gaat, betekent in relatie tot het kostprijsonderzoek.

De heer Slootweg (CDA):

Voorzitter, als ik dit zie, verwacht ik dat er vanavond weer wat gaat gebeuren. Ik steun het verzoek van de heer Hijink om informatie. En verder moeten we vanavond het debat zijn gang maar laten gaan. Dat lijkt mij het verstandigst.

De voorzitter:

Goed. Dank u wel, meneer Hijink. O, u hebt nog een verzoek; u hebt gelijk. Ik stel in ieder geval voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Gaat uw gang, meneer Hijink.

De heer Hijink (SP):

Ik zou nog wel 145 vragen willen stellen. Nee hoor ... Niet om lullig te doen, voorzitter, maar ik had ook best een mailtje willen sturen; dat had ook best prima gekund. We doen het de volgende keer anders.

Ik kom bij mijn tweede verzoek. Het is kwart over één geweest en er is zojuist een rapport gepresenteerd van het Sociaal en Cultureel Planbureau over de evaluatie van de langdurige zorg. Mijn voorstel is — het heeft geen spoed — om daar na het reces met z'n allen een goed debat over te houden, zoals we dat ook hebben gedaan bij de evaluatie van de Jeugdwet.

Mevrouw Agema (PVV):

Is het rapport al gepresenteerd en openbaar? Het rapport laat op vele manieren zien dat alle zorgen die we hebben geuit, bewaarheid zijn geworden en dat de mantra's van Van Rijn niet hebben geklopt. Er moet dus in dit huis over gesproken worden, zodat mensen niet langer worden voorgelogen over de hervormingen in de langdurige zorg.

Mevrouw Geluk-Poortvliet (CDA):

Ik steun het verzoek tot een debat over de evaluatie van de Wet langdurige zorg zoals die vanochtend gepresenteerd is.

De heer Kerstens (PvdA):

De stemming zit er goed in vandaag. Ik draag bij aan de feestvreugde door het debatverzoek te ondersteunen.

Mevrouw Sazias (50PLUS):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Hermans (VVD):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Steun voor het verzoek namens GroenLinks.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun van de ChristenUnie.

De voorzitter:

Nou, meneer Hijink. Kijk.

De heer Hijink (SP):

Wat wil een mens nog meer.

De voorzitter:

Zo is dat.

De heer Verhoeven tot slot.

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Ik heb een maand of twee geleden een debat aangevraagd naar aanleiding van alle voorvallen met Facebook, Cambridge Analytica en het gebruik door zorgverzekeraars van data die mensen achterlaten wanneer ze zoeken naar bepaalde aandoeningen en het feit dat daar dan weer commerciële verdienmodellen voor zijn. De hele Kamer heeft toen een verzoek om een debat gesteund, maar we hebben toen afgesproken dat we dat na de hoorzitting van mevrouw Buitenweg zouden doen. Die heeft echter al in april plaatsgevonden.

De voorzitter:

Dus?

De heer Verhoeven (D66):

Ik wilde het graag prioriteren, niet om het volgende week te doen, maar wel in de maand september op een redelijk moment, u passend. Ik wil dan een op prettige wijze ingericht zinnig debat over privacy in den brede voeren. Dat zou mijn verzoek zijn.

De voorzitter:

Wie is hiertegen? Ik constateer dat niemand dat is, dus we gaan het plannen.

De heer Verhoeven (D66):

Het klonk redelijk hè, Henk?

De voorzitter:

De heer Koopmans.

De heer Koopmans (VVD):

Ik vind het een buitengewoon goed voorstel.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Koopmans (VVD):

Ik denk dat we moeten praten over de precieze scope. Ik weet dat de heer Verhoeven daar graag over wil praten. Het is een heel goede timing. Daar komen we vast uit.

De voorzitter:

Ja. Zo is dat. Dank u wel, meneer Verhoeven.

De heer Verhoeven (D66):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Daarmee zijn we aan het eind gekomen van deze regeling.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Bergkamp

Naar boven