4 SUWI-onderwerpen

Aan de orde is het VAO SUWI-onderwerpen (AO d.d. 13/09). 

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO SUWI-onderwerpen. Ik heet de staatssecretaris en natuurlijk de woordvoerders van harte welkom. Als eerste geef ik graag het woord aan mevrouw Van Brenk van 50PLUS. 

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter. De kracht van de boodschap zit in de herhaling. Daarom zijn wij van mening dat er een asociaal onderdeel zit binnen het sociaal akkoord. Dat moet gerepareerd worden. Vandaar deze motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat per 1 januari 2018 de Wajong-uitkering voor wie arbeidsvermogen heeft verlaagd wordt van 75% naar 70% van het wettelijk minimumloon; 

overwegende dat het hier de meest kwetsbare groep op de arbeidsmarkt betreft; 

overwegende dat het afgesproken aantal duurzame "garantiebanen" bij lange na niet gerealiseerd is, dat het daarom onrechtvaardig is circa 100.000 kwetsbare mensen per 1 januari te gaan korten en dat de voorgenomen korting voor veel Wajongers zal leiden tot minder mogelijkheden tot sociale participatie, zelfstandig wonen of een dagelijks bestaan; 

overwegende dat het totale aantal banen voor mensen met een beperking bij de overheid zelfs gedaald is sinds de banenafspraak in 2013; 

verzoekt de regering de geplande korting van 75% tot 70% op te schorten en maatregelen te nemen voor voortvarende realisatie — naar letter en geest — van de banenafspraak uit het sociaal akkoord, met als primaire doelgroep de meest kwetsbaren op de arbeidsmarkt, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Brenk en Van Kent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 595 (26448). 

De voorzitter:

Hartelijk dank. Dan gaan we naar de heer Özdil van GroenLinks. 

De heer Özdil (GroenLinks):

Voorzitter. SUWI is een afkorting voor Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, een mondvol, maar het betekent eigenlijk hoe we voor elkaar zorgen in Nederland. Het beleid van de kabinetten-Rutte heeft dat steeds moeilijker gemaakt. Meer dan 40 miljard euro is er bezuinigd. Dat is zo ongekend veel dat zelfs de ING-bank en het IMF hebben gezegd: "Nederland, dat is niet goed." 

En ze hebben gelijk. De overheid wordt door steeds meer mensen gezien als een logge organisatie op afstand. Het laatste rapport van de Ombudsman is daar ook duidelijk over. Kantoren van overheidsinstanties verdwijnen en de klant moet steeds meer online regelen. Met DigiD's, inlogcodes, tweestapsverificatie enzovoorts. Digitale post gaat zo langs de burger — sorry, klant — heen, met alle gevolgen van dien. Mensen verdwalen in de digitale systemen. "De omgekeerde wereld", stelt de Ombudsman terecht. 

Voorzitter. Met een nieuw regeerakkoord in zicht dien ik nu nog geen motie in. Ik wacht hoopvol af of er iets gedaan gaat worden om de overheid weer voor de burger te laten werken in plaats van andersom. 

Maar ik wil eindigen met het volgende. We praten steeds vaker over klanten als we het over burgers hebben. We hebben het over zorgconsumenten als we het over zieken hebben. Termen als "prestaties" en "rendementen" vliegen in de rondte. Dat doen we ongetwijfeld met de beste bedoelingen, maar ik heb er mijn twijfels bij. Want sociale rechten zijn geen producten en burgers zijn geen klanten. Daarom lijkt het mij goed om voor de langere termijn een brede maatschappelijke discussie te houden over de vraag welk mensbeeld uitgaat van de termen die de overheid hanteert over burgers. 

Dank u wel. 

De voorzitter:

Hartelijk dank. Dan gaan we ten slotte als laatste spreker namens de Kamer naar de heer Van Kent van de SP. 

De heer Van Kent (SP):

Dank u wel, voorzitter. Mensen die niet kunnen werken omdat zij arbeidsongeschikt zijn, leveren fors in door de verlaging van de tegemoetkoming arbeidsongeschikten, en dat bovenop de stijging van de zorgkosten en de verlaging met 5% van de uitkeringen voor jonggehandicapten met een Wajong-uitkering. Omdat dit zeer onrechtvaardig is, heb ik de volgende motie die ik mede indien namens mijn collega Jasper van Dijk. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

verzoekt de regering naar wegen te zoeken om de verlaging van de tegemoetkoming arbeidsongeschikten uiterlijk in 2018 ten minste te repareren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Kent en Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 596 (26448). 

Hartelijk dank. Dan zijn we daarmee aan het eind gekomen van de inbreng van de Kamer. Ik kijk even naar de staatssecretaris. Ik zie dat zij meteen in staat is om te reageren op de moties. Dan gaan we meteen door en geef ik graag het woord aan de staatssecretaris. 

Staatssecretaris Klijnsma:

Voorzitter. Dank aan de leden van uw Kamer die een inbreng hebben geleverd. In ons AO SUWI hebben we het debat als zodanig al gevoerd, maar zoals mevrouw Van Brenk terecht zegt: herhalen is soms helemaal niet verkeerd. En dan zeg ik het op z'n noordelijks. We hebben het in het AO ook gehad over het feit dat Wajongers vanaf 1 januari 2018 5% minder zullen krijgen dan ze oorspronkelijk hebben. Ik heb in het debat ook gezegd dat we dat destijds in het sociaal akkoord hebben geregeld omdat we voor de keuze stonden of Wajongers onder de bijstand gebracht zouden moeten worden. Dan hadden ze ook een vermogenstoets en een partnertoets gehad en heel vaak geen bijstand, want zo gaat dat dan. Sowieso hadden ze dan 70% van het wettelijk minimumloon gekregen. In het sociaal akkoord hebben we toen afgesproken dat alle Wajongers sowieso naar die 70% zouden gaan maar dat ze geen vermogenstoets en partnertoets zouden krijgen. Ik denk dat dit in die tijd onder dat gesternte geen verkeerde keuze was voor de Wajongers van toen. Maar nu hebben we natuurlijk toch meer ruimte op de rijksbegroting. Ik kan niet over mijn graf heen regeren omdat ik net als al mijn andere collega's demissionair zit te wezen en de begroting al is gepresenteerd, maar ik kan mij wel voorstellen dat mevrouw Van Brenk zegt: zeker met de wijsheid van nu vind ik het een beetje een asociaal onderdeel van het sociaal akkoord. Dat kan ik mij voorstellen. Voorzitter, u begrijpt dat ik formeel de motie moet ontraden maar materieel kan ik mij er wel iets bij voorstellen. Mag ik de motie zo interpreteren? 

Dan nog iets anders. Bij dat sociaal akkoord hebben we ook afgesproken om alle nieuwe mensen die onder de Participatiewet vallen loonkostensubsidie te geven via de gemeenten, omdat dit sociaal is. Als je loonkostensubsidie krijgt, val je ook onder de cao en gelden alle andere arbeidsvoorwaarden ook. Voor de Wajongers geldt de loondispensatie nog. Die loondispensatie is eigenlijk niet zo'n goede regeling maar die konden we toen ook niet repareren. Ik zou willen zeggen: laten we nou met z'n allen eens gaan kijken of we in plaats van dispensatie subsidie zouden kunnen geven. Maar ook dat is iets voor een nieuw kabinet. Dus ik geef het vrolijk mee, als dat mag. 

De heer Özdil heeft zeer terecht gezegd dat het mensbeeld in de SUWI-wetgeving heel wezenlijk is. Ik heb in de afgelopen bijna vijf jaar gemerkt dat dit mensbeeld zo kan verschillen per politieke partij. De ene politieke partij heeft het over uitkeringsgerechtigden en de andere over uitkeringstrekkers. Die twee woorden geven zo goed inkleuring aan hoe we als samenleving kijken naar mensen die echt een uitkering nodig hebben en die zo'n uitkering niet voor hun lol aanvragen. Ik vind het dus mooi dat daar de klemtoon op wordt gelegd. En ik ben het ook zeer met de heer Özdil eens dat we niet moeten praten over klanten, prestaties en producten, maar dat we het gewoon hebben over mensen. 

Dan als laatste de motie van de heer Van Kent op stuk nr. 596. Ja, dat is natuurlijk idem dito. Ook daar wordt de regering verzocht naar wegen te zoeken om de verlaging van de tegemoetkoming arbeidsongeschikten ten minste te repareren. Het is een beetje vragen naar de bekende weg. Ook deze motie moet ik natuurlijk ontraden, maar ook deze motie snap ik wel. 

Voorzitter, ik denk dat ik daarmee aan het end van mijn betoog ben gekomen. En het zou wel eens kunnen zijn, zo sprak zij opgewekt, ook aan het end van mijn plenaire interactie met uw dierbare Kamer. Dank u wel. 

De voorzitter:

Hartelijk dank aan de staatssecretaris. Mocht dit zo zijn, dan danken wij haar natuurlijk heel erg hartelijk voor de samenwerking de afgelopen jaren. Daarmee zijn wij aan het einde gekomen van dit VAO. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

We gaan kort schorsen en daarna gaan we verder met het dertigledendebat over cliëntenstops in de wijkverpleging. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven