10 Programma Aanpak Stikstof (PAS)

Aan de orde is het VAO Programma Aanpak Stikstof (PAS) (AO d.d. 13/03).

De voorzitter:

Wij gaan gelijk door met het VAO Programma Aanpak Stikstof oftewel PAS. Ik mag als eerste het woord geven aan de heer Grashoff. Hij spreekt namens GroenLinks. Gaat uw gang.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter, een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Programmatische Aanpak Stikstof het doel heeft om de depositie van stikstof op gevoelige gebieden te beperken;

constaterende dat de Raad van State enkele vergunningen heeft geschorst omdat onduidelijk is of er sprake is van ontwikkelruimte, en de Raad van State aangeeft dat het niet uitgesloten is dat de extra stikstofuitstoot nadelige en onomkeerbare gevolgen zal hebben voor omringende natuurgebieden;

overwegende dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) constateert dat in de laatste tien jaar er een significante stijgende trend is in de gemeten ammoniakconcentratie in de lucht terwijl berekeningen een daling laten zien, en dat momenteel wordt onderzocht hoe dit te verklaren valt;

overwegende dat het RIVM aangeeft dat er een onzekerheidsmarge is van 70%, zowel lokaal als op de totale depositie van stikstof;

verzoekt de regering grondig aanvullend onderzoek te verrichten naar de onzekerheden in de ontwikkelruimte, huidige metingen en berekeningen;

verzoekt de regering tevens vooralsnog geen nieuwe vergunningen uit te geven in het kader van het PAS waarbij ontwikkelruimte wordt benut, tot de onvolkomenheden in het PAS zijn opgelost en duidelijkheid bestaat over de daadwerkelijk beschikbare ontwikkelruimte,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grashoff, Futselaar, Ouwehand en Moorlag. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 133 (32670).

Dank. De volgende collega die het woord wil voeren, is mevrouw Ouwehand. Zij spreekt namens de Partij voor de Dieren. Gaat uw gang.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. De natuur in Nederland verdient bescherming en dat is nodig ook. Dat doe je niet door bestaande natuurregels dan maar even aan de kant te schuiven als ze je niet zo goed bevallen of ze om te buigen naar een aanpak die vervolgens ook niet werkt. Dus we hebben van harte de motie van GroenLinks medeondertekend. Maar je doet het ook niet door de grootste bedreiger van de natuur, de intensieve veehouderij, zo te vervormen dat je niet het aantal dieren beperkt, maar luchtwassers op de stal zet waardoor de dieren in de stal het heel slecht hebben en die volgens nieuwe rapportages niet eens goed blijken te werken. Daarom twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat luchtwassers het brandgevaar in stallen vergroten, en bovendien bijdragen aan het in stand houden van het zeer slechte stalklimaat, met ernstige en structurele dierenwelzijnsproblemen zoals ernstige benauwdheid, pleuritis, chronisch hoesten en longontstekingen bij varkens tot gevolg;

constaterende dat er nu ook ernstige twijfels zijn over de effectiviteit van luchtwassers om geur en ammoniak uit de stallucht te filteren voordat de lucht de stal verlaat;

constaterende dat luchtwassers ondanks alle gevolgen voor dieren door de overheid worden gestimuleerd en gesubsidieerd, en dat er al miljoenen aan belastinggeld is uitgegeven aan dieronvriendelijke luchtwassers;

verzoekt de regering luchtwassers te schrappen uit de Maatlat Duurzame Veehouderij,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 134 (32670).

Aanleiding voor een vraag van de heer Futselaar.

De heer Futselaar (SP):

Ik begrijp de scepsis van mevrouw Ouwehand over luchtwassers. Onlangs heeft zij gevraagd om een brief en een rapport over het meest recente onderzoek naar luchtwassers. Mijn fractie zou een en ander graag zien voordat we stemmen over de motie. Ik zou haar toch willen voorleggen of zij de motie eventueel wil aanhouden met dat in het achterhoofd.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dank voor de suggestie. Ik wacht eerst de reactie van de minister af, maar ik zal de opmerking van de heer Futselaar meewegen in mijn overweging om de motie al dan niet aan te houden.

Ik heb nog een motie, waar de heer Futselaar vast enthousiaster over is.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de WUR concludeert dat gecombineerde luchtwassers veel slechter presteren in het terugbrengen van de luchtvervuiling vanuit stallen dan tot nu toe werd aangenomen;

constaterende dat de Kamer nog in afwachting is van het toezenden van het volledige onderzoek;

verzoekt de regering een moratorium in te stellen op de installatie van luchtwassers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 135 (32670).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De volgende die het woord wil voeren is collega Futselaar. Ik geef hem daartoe gaarne de gelegenheid. Hij spreekt namens de SP.

De heer Futselaar (SP):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb een beetje geaarzeld of ik deze motie bij het VAO Natuur of hier zou indienen. Ik vind haar hier meer op haar plaats. Ik heb in het AO gesproken over een probleem dat we op dit moment met name in Oost-Nederland zien: herstelmaatregelen die in Natura 2000-gebieden plaatsvinden, worden vervolgens ongedaan gemaakt door een overschot aan ammoniak. Neem Lemelerberg, een zandgebied. Daar wordt mos weggehaald, maar door de enorme ammoniakuitstoot is dat zo weer ongedaan gemaakt. Dat kost gewoon heel veel geld en dat is zonde. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er duidelijke geluiden zijn dat in Natura 2000-gebieden de investeringen in herstelmaatregelen worden ondermijnd door een aanhoudend veel te hoog ammoniakniveau;

van mening dat hiermee de natuurdoelen niet dreigen te worden gehaald en tevens een verspilling van gemeenschapsgeld dreigt;

verzoekt in overleg met de provincies te komen tot een overzicht van Natura 2000-gebieden waar herstelmaatregelen ongedaan gemaakt dreigen te worden door een ammoniakoverschot en dit naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Futselaar. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 136 (32670).

De heer Futselaar (SP):

De ervaring leert dat bij dit soort onderwerpen de minister graag wijst op het feit dat natuurbeheer aan de provincies is overgedragen. Deze motie vraagt specifiek om informatie en de informatieplicht ligt wat deze Kamer betreft gelukkig nog bij de minister. Bovendien gaat het hier om de besteding van rijksgelden en de vraag is of die goed terechtkomen. Ik vind het dus wel een aangelegen onderwerp. Naar mijn mening is dit dus niet een onderwerp dat specifiek is voorbehouden aan de provincies. De informatieplicht ligt immers bij de minister en bovendien gaat het om het al dan niet goed besteden van rijksgeld.

De voorzitter:

Helder. Dank u wel. Daarmee is er een einde gekomen aan de beraadslaging van de zijde van de Kamer. De minister heeft verzocht om enkele minuten te schorsen. Aan dat verzoek geven wij uiteraard gaarne gehoor.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef gaarne het woord aan de minister.

Minister Schouten:

Heel goed. De eerste motie, op stuk nr. 133, is van de heer Grashoff, de heer Futselaar, mevrouw Ouwehand en de heer Moorlag. Daarin wordt mij verzocht om onderzoek te verrichten naar de onzekerheden in de ontwikkelruimte en ook naar het moratorium op de nieuwe vergunningen; laat ik het zo maar eventjes noemen. Ik heb al aangegeven dat de Kamer na de zomer de tussenevaluatie van de PAS ontvangt. We hebben ook al aangegeven dat ik de inspanningsverplichting op mij neem om te kijken welke mogelijkheden er zijn om het onderzoek uit te breiden naar het trendverschil in de metingen en de berekeningen. Ik zal ook binnen een maand de Kamer informeren of dat mogelijk is, want hiervoor moeten we natuurlijk ook overleggen met het RIVM of dat nog allemaal kan. De resultaten van dat onderzoek ontvangt de Kamer dan vervolgens na de zomer.

Wat betreft de ontwikkelruimte het volgende. Daar waar 60% van de ontwikkelingsruimte op is, worden al geen vergunningen meer afgegeven, met uitzondering van die voor de prioritaire projecten. Daar is apart ruimte voor gereserveerd. Daar waar nog meer dan 40% ruimte is, is passend beoordeeld dat het verantwoord is om deze ruimte uit te geven. Dat is ook in lijn met uitspraken die de Raad van State op dit punt heeft gedaan. Stopzetting van alle vergunningverleningen zou bovendien een enorme impact hebben. Dat zou ongeveer betekenen dat er in Nederland bijna niks meer kan. Dat is op grond van de jurisprudentie niet nodig, maar het is ook ongewenst vind ikzelf. Op basis van al deze redenen ontraad ik deze motie, voorzitter.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 133 wordt ontraden. De volgende motie.

Minister Schouten:

De tweede motie, op stuk nr. 134, is van mevrouw Ouwehand. Zij wil dat we helemaal gaan stoppen met de luchtwassers en die schrappen uit de Maatlat Duurzame Veehouderij. Ik ontraad deze motie. De luchtwassers hebben een belangrijke functie, ook naar de buurt, naar de omgeving toe. Het schrappen van de luchtwassers zou ook daar een enorme impact hebben. Dus ik ontraad deze motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 134 wordt ontraden. De derde motie.

Minister Schouten:

In de motie op stuk nr. 135 vraagt mevrouw Ouwehand een moratorium in te stellen op de gecombineerde luchtwassers. Ik geloof dat mijn collega van I en W al heeft aangegeven dat het rapport grotendeels af is, maar nog niet helemaal. Op het moment dat het af is, zal de Kamer daarover worden geïnformeerd. Staatssecretaris Van Veldhoven is ook degene die hier leading op is. Ik ontraad deze motie dan ook. Volgens mij heeft ze al aangegeven dat informatie over het rapport van de gecombineerde luchtwassers naar de Kamer wordt gestuurd.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 135 wordt ontraden. De vierde motie.

Minister Schouten:

De vierde motie, op stuk nr. 136, is van de heer Futselaar. Hij wil dat we een overzicht krijgen van waar de herstelmaatregelen teniet worden gedaan door de ammoniakdepositie. Maar het überhaupt nemen van die herstelmaatregelen is nog gaande. Er is een planning gemaakt waarin al die herstelmaatregelen genomen moeten gaan worden. Er zijn er dus ook nog een aantal die nog helemaal ontwikkeld moeten gaan worden. Dus het is ook echt veel te vroeg om nu al precies in kaart te gaan brengen wat het effect van de ammoniakdepositie is op de herstelmaatregelen. Dit is dus echt veel te vroeg. Op sommige plekken moeten die herstelmaatregelen nog helemaal vormgegeven worden. Ik ontraad dus deze motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 136 wordt ontraden. Dat geeft aanleiding tot een vraag van de heer Futselaar.

De heer Futselaar (SP):

Ik zou bijna zeggen: des te erger. Want als nu al zichtbaar is dat herstelmaatregelen die wel zijn genomen, ondergraven worden door te veel ammoniak, kun je nagaan wat er zou gebeuren als je later nog meer herstelmaatregelen neemt die dan ook zinloos zijn omdat ze in een paar jaar weer zijn teruggedraaid. Ik hecht er dus toch wel aan om nu al een overzicht te ontvangen, puur om te weten: werkt ons beleid of zijn we met z'n allen geld aan het weggooien?

De voorzitter:

Is de minister daartoe bereid?

Minister Schouten:

Ik heb al aangegeven dat het hiervoor veel te vroeg is.

De voorzitter:

Helder. Dank.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, de heer Futselaar verzocht mij om één van mijn moties aan te houden tot het rapport over de effectiviteit van de luchtwassers naar de Kamer is gestuurd. En omdat ik de steun van de SP in de strijd tegen luchtwassers zeer welkom acht, houd ik de motie op stuk nr. 134 nog even aan.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor haar motie (32670, nr. 134) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Helder. Dank.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Daarmee zijn we gekomen aan het einde van de beraadslagingen over dit onderwerp. Zonder bijzonderheden zal er volgende week dinsdag gestemd worden. U wordt uiteraard allen hartelijk uitgenodigd om daarbij aanwezig te zijn. Ik dank de minister voor de reacties en ik dank u allen voor uw bijdragen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven