21 Externe veiligheid

Aan de orde is het VAO Externe veiligheid (AO d.d. 18/01).

De voorzitter:

Collega's, goedemiddag. Ik stel voor dat we beginnen met het VAO Externe veiligheid. Er hebben zich twee sprekers gemeld voor nu. Dat kunnen er minder worden maar ook meer mits de mensen zich hebben gemeld. De eerste spreker is mevrouw Kröger. Ik geef u graag het woord. U heeft daarvoor twee minuten.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Naar aanleiding van het AO Externe veiligheid hebben wij de volgende moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Chemours, dat patentrecht heeft op de GenX-techniek, verzocht is om een overzicht met afnemers te verstrekken, maar dit tot op heden niet heeft willen leveren aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT);

van mening dat veel maatschappelijke kosten bespaard hadden kunnen blijven indien de ILT tijdig een overzicht had ontvangen van alle stromen van GenX in Nederland, inclusief de stromen naar afvalverwerkers;

tevens van mening dat het van maatschappelijk belang is dat de ILT bij milieuvervuiling afzet- en transportlijsten van (chemische) bedrijven moet kunnen opvragen;

verzoekt de regering te onderzoeken welke (wettelijke) belemmeringen er momenteel zijn voor de ILT om bij ernstige milieuvervuiling afzet- en transportenlijsten op te vragen, en hierover de Kamer zo spoedig mogelijk te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 57 (28089).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Chemours is verzocht om binnen een maand een lijst van afnemers van GenX te verstrekken, alvorens wordt overgegaan tot vordering;

overwegende dat ook van belang is om inzichtelijk te hebben waar (mogelijk) GenX-houdend afval naartoe gaat;

verzoekt de regering zorg te dragen dat niet alleen een lijst van afnemers van GenX wordt vrijgegeven aan de inspectie, maar dat alle stromen van GenX van en naar Chemours inzichtelijk worden gemaakt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 58 (28089).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het zeer aannemelijk wordt geacht dat PFOA ook in particuliere draagbare schuimblussers aanwezig kan zijn, maar er geen concrete gegevens zijn over het soort of het aantal blussers, en dat tevens onduidelijk is of nog schuimblussers met PFOA worden verkocht;

overwegende dat deze particuliere schuimblussers met schadelijke stof PFOA nog tot ver in de toekomst kunnen worden gebruikt, en dat aannemelijk is dat veel particulieren niet op de hoogte zijn van de gevaren hiervan;

verzoekt de regering in overleg met het RIVM op haar website te waarschuwen voor deze particuliere schuimblussers;

verzoekt de regering tevens in overleg te treden met de sector op welke wijze kopers van schuimblussers met PFOA gewaarschuwd kunnen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger, Wassenberg en Laçin. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 59 (28089).

Dan geef ik nu het woord aan de heer Laçin namens de Socialistische Partij. Ook hij heeft twee minuten spreektijd.

De heer Laçin (SP):

Dank, voorzitter. Tijdens het AO Externe veiligheid hebben we aandacht gevraagd voor asbest in make-upproducten van Claire's, die ook 32 winkels in Nederland heeft. We hebben er ook schriftelijke vragen over gesteld, waarop we de beantwoording afwachten. Onze motie is wat breder.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat asbest is aangetroffen in make-upproducten van Claire's en verschillende producten in onder andere de Verenigde Staten uit de schappen zijn gehaald;

constaterende dat internationaal onderzoek uitwijst dat er veel meer talkhoudende producten op de markt zijn die tremoliet of andere asbestsoorten bevatten;

verzoekt de regering een steekproef uit te voeren onder een brede selectie van talkhoudende producten op de Nederlandse markt en te onderzoeken in hoeverre deze asbest bevatten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Laçin en Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 60 (28089).

Ik kijk naar de staatssecretaris hoeveel minuten ze zou willen om tot een goede beantwoording van de vragen te kunnen komen. Vijf minuten is voldoende? Dan schors ik de vergadering tot 16.05 uur.

De vergadering wordt van 16.00 uur tot 16.05 uur geschorst.

De voorzitter:

Collega's, ik stel voor verder te gaan met het VAO Externe veiligheid. Ik geef het woord aan de staatssecretaris om de aan haar gestelde vragen te beantwoorden en in het bijzonder om haar oordeel over en kwalificatie van de vier ingediende moties te geven. Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Dank u wel, voorzitter, en hartelijk dank aan de Kamerleden. We hebben, denk ik, met elkaar een goed debat gehad, waarbij we allemaal voorop hebben gezet dat je bij reële risico's ook echt alle voorzorgsmaatregelen moet nemen die nodig zijn. Een bedrijf moet zich gewoon goed gedragen en anders gaan we andere maatregelen inzetten.

Ik kom bij de moties, die voortbouwen op het debat dat we met elkaar hebben gehad. De eerste motie van mevrouw Kröger, op stuk nr. 57, vraagt de regering te onderzoeken welke mogelijkheden de ILT heeft om gegevens te vorderen. Volgens mij vroeg zij eigenlijk welke barrières er nou zijn voor de ILT. De ILT kan de gegevens vorderen. We kunnen bij het bedrijf de vraag neerleggen om ons die gegevens te leveren; dat hebben we de afgelopen tijd ook steeds gedaan. Dan ben je natuurlijk afhankelijk van de medewerking van dat bedrijf. Als het bedrijf dat weigert, kun je vorderen. Er zijn dus geen barrières. Je wilt die gegevens natuurlijk liever krijgen via de snelste weg, gewoon via directe levering door dat bedrijf, maar als het bedrijf niet meewerkt, hebben we al instrumenten om die gegevens te vorderen. Er zijn dus geen juridische barrières die we kunnen wegnemen. Daarom is deze motie overbodig, omdat het stelsel er in principe is. Maar de snelste weg is om gewoon de medewerking van dat bedrijf te krijgen.

De voorzitter:

Ik zie dat mevrouw Kröger een korte vraag wil stellen. Ik wil haar verzoeken om het kort te houden.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Uiteraard, voorzitter. Mijn vraag is hoe het dan kan dat het pas over een maand, drie maanden later dus, tot vordering gaat komen. Welke stappen had de ILT eerder kunnen zetten om die gegevens te krijgen, als er geen belemmeringen zijn?

De voorzitter:

De staatssecretaris, afrondend dan wel, want dit debat is voor een deel natuurlijk al gevoerd.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

De ILT heeft al die stappen gezet de afgelopen maanden, maar is natuurlijk afhankelijk van de medewerking van dat bedrijf. Dat is nog steeds sneller dan een juridische procedure, die zo weer maanden duurt. Daarom is eerst ingezet op de snelle route via medewerking van dat bedrijf, maar ik heb tijdens het debat heel helder gezegd dat er nu een deadline aan zit. Als die niet wordt gehaald, gaan we vorderen, maar daarmee is het niet per se sneller.

De voorzitter:

Mag ik, voor de goede orde, nog wel even uw kwalificatie, uw oordeel, weten? U noemde de motie net overbodig.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Ik ontraad deze motie dus, omdat er in dit geval geen belemmeringen zijn die tot vertraging hebben geleid of waar we tegen aanlopen in dit soort processen. Het stelsel is op orde. We hebben eerst de snelste weg geprobeerd, maar indien nodig zullen we van de resterende middelen gebruikmaken.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 57 is ontraden. Gaat u door met de motie op stuk nr. 58.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Bij de tweede motie van mevrouw Kröger over Chemours, op stuk nr. 58, heb ik een nadere duiding nodig, want mevrouw Kröger heeft het over "alle stromen"; zij heeft het dus niet alleen over de afnemers, maar over alle stromen. Ik ga ervan uit dat het alleen gaat om de uitgaande stromen die mogelijk GenX bevatten; ik wil mevrouw Kröger vragen of dat klopt. Er kan natuurlijk ook een oudpapierstroom uitgaan, dus we moeten even helder hebben waar het over gaat. Als mijn aanname klopt, zou ik de motie kunnen overnemen. We moeten natuurlijk ook niet alleen kijken naar de afnemers, maar ook naar bijvoorbeeld afvalwater dat ergens naartoe gaat. Als het inderdaad gaat om alle stromen die mogelijk GenX bevatten, kan ik de motie overnemen.

De voorzitter:

Mevrouw Kröger knikt, maar laten we even vragen wat ze precies bedoelt.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dat klopt inderdaad. Het gaat ons om alle stromen die mogelijk GenX bevatten. Die moeten in kaart worden gebracht.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Prima. Dan ben ik bereid om de motie over te nemen.

De voorzitter:

Ik kijk rond om te zien of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval.

De motie-Kröger (28089, nr. 58) is overgenomen.

We gaan verder met de motie op stuk nr. 59.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Die motie is van mevrouw Kröger, de Partij voor de Dieren en de SP en verzoekt de regering om te waarschuwen voor PFOA in brandblussers. Een veiligheidswaarschuwing moeten we afgeven als er echt een heel concreet risico is. Bij PFOA is een risico ontstaan door langdurige blootstelling aan de stof in stevige concentraties. Dat is bij die brandblussers echt niet het geval. PFOA is al jaren verboden in consumentenbrandblussers. Er zijn er hier en daar natuurlijk nog wel een aantal met die stof erin. Die zijn er nu, na al die jaren, nog steeds omdat ze nooit gebruikt zijn. Dat hoop je natuurlijk ook, want een brandblusser heb je alleen voor een echt noodgeval. Maar zelfs als je hem dan gebruikt, gaat het om eenmalig gebruik en een heel kleine concentratie. Hier is dus geen sprake van dat grote veiligheidsrisico dat een waarschuwing rechtvaardigt. Daarom moet ik de motie ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 59 wordt ontraden. Ten slotte de motie op stuk nr. 60.

Staatssecretaris Van Veldhoven:

Voorzitter. Dat geldt eigenlijk ook een beetje voor de motie Laçin/Kröger op stuk nr. 60 over asbest. Ik denk dat we heel zorgvuldig bekijken waar echt sprake is van risico op de aanwezigheid van asbest. Die risico's moeten we ook echt serieus nemen. Fabrikanten hebben de verplichting om talk te zuiveren van mogelijke asbestvezels. Die verplichting is er. Er zijn natuurlijk ook altijd de normale toezichtinstanties die daar rekening mee houden. Als er echt signalen zijn dat er mogelijk asbest in zit, nemen we ook meteen actie. Dat hebben we bij Claire's ook gedaan. Daar is zelfs meer dan een steekproef uitgevoerd. Er zijn daarna nog aanvullende producten onderzocht, omdat we echt zeker wilden weten dat het daar niet in voorkomt. Maar ik vind dat er te weinig grond is voor een algemene steekproef. Daarom ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 60 wordt ontraden. Daarmee zijn we aan het eind van dit VAO gekomen. Ik dank de staatssecretaris voor haar aanwezigheid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik vraag de staatssecretaris om nog even te blijven, want er volgt nu een VSO op haar terrein. Ik kijk naar de collega's of we meteen door kunnen gaan. De griffier zegt dat dat mogelijk is. Ik stel voor dat we dat maar gewoon doen.

Naar boven