8 VSO Energieraad

Aan de orde is het VSO Energieraad van 18 december 2017.

De voorzitter:

Aan de orde is het VSO Energieraad van 18 december 2017. Ik heet de minister van Economische Zaken en Klimaat van harte welkom in vak-K en geef de heer Van der Lee namens GroenLinks het woord.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ook veel dank dat u heeft willen bespoedigen dat het zo snel op de agenda is gekomen. Ik ben daar heel blij mee. GroenLinks is ook verheugd over het feit dat de regering zich in Europa inzet voor een reductiedoel voor de CO2-uitstoot van 55% in 2030. Ik heb de minister dat in Bonn zien belijden en gisteren de premier in Parijs. Daar zijn we heel erg blij mee, maar om dit doel te ondersteunen wil ik toch nog een motie indienen met het oog op de Energieraad aanstaande maandag.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering zich niet te verzetten wanneer andere lidstaten inzetten op een ambitieuzer EU-doel voor hernieuwbare energie en energiebesparing, die nog beter passen bij het realiseren van de doelen uit het klimaatakkoord van Parijs,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Lee en Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 682 (21501-33).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Dan heb ik nog een vraag aan de minister, gerelateerd aan een motie die gisteren door de Kamer is aangenomen, de motie-Kröger c.s., met daarin de opdracht om de milieucommissie van het Europees Parlement te volgen en ervoor te pleiten dat palmolie en soja vanaf 2021 niet meer gebruikt mogen worden voor biobrandstoffen. Kan de minister mij verzekeren dat de inhoud van deze motie al zal worden meegenomen in alle relevante gesprekken hierover, dus ook tijdens de Energieraad op aanstaande maandag?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Wassenberg namens de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, ik heb twee hele korte moties en één iets langere.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland voornemens is om het voorstel te steunen waarbij groene stroom geen voorrang meer krijgt op het net;

constaterende dat in delen van Europa kleine producenten en coöperaties uit de markt worden gedrukt;

verzoekt de regering tegen dit voorstel te stemmen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 683 (21501-33).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het van belang is dat burgers in heel Europa in staat zijn om in hun eigen energievoorziening te voorzien;

verzoekt de regering volle steun te geven aan voorstellen waarmee Europese burgers de mogelijkheid krijgen zelf energie op te wekken en aan voorstellen die burgers en energiecoöperaties beschermen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 684 (21501-33).

De heer Wassenberg (PvdD):

En de laatste, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat voor het behalen van de klimaatdoelstellingen een forse inzet op energiebesparing en hernieuwbare energie nodig is voor 2030;

constaterende dat de ambities voor hernieuwbare energie voor 2030 van zowel de Europese Commissie als van de industriecommissie van het Europees Parlement niet voldoen aan de klimaatambitie van Parijs;

verzoekt de regering ambitieuze doelstellingen voor energiebesparing en hernieuwbare energie af te spreken, die in lijn zijn met de ambitie van het klimaatakkoord van Parijs,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 685 (21501-33).

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan wachten we even op de laatste ingediende moties. Die worden nu gekopieerd en rondgedeeld. We wachten even twee minuten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

We gaan verder met het VSO. Ik geef de minister het woord.

Minister Wiebes:

Voorzitter. Vier moties en één vraag. Ik begin met de eerste motie, de motie op stuk nr. 682 van de heer Van der Lee, medeondertekend door de heer Wassenberg. "Als dat nog beter past bij het realiseren van de doelen" klinkt natuurlijk altijd sympathiek. Het positieve wat ik van deze motie meeneem, is dat ik mij opgeroepen voel om hogere ambities toe te juichen, maar dan wel, zeg ik erbij, mits dit Nederland niet belemmert in het halen van de eigen doelen. Daar waar wij namelijk als gevolg van een verplichting uiteindelijk minder klimaateffect gaan bereiken, zou ik dit nou juist niet toejuichen. Omdat de motie mij daar wel een beetje toe verleidt, wil ik het zo doen dat ik de heer Van der Lee en de heer Wassenberg toezeg dat ik dit positief tegemoet zal treden waar het Nederland niet schaadt, maar dat ik het in het algemeen zoals het in deze motie is gemotiveerd moet ontraden. Dat geldt op dezelfde manier voor de motie op stuk nr. 685 van de heer Wassenberg, die eigenlijk hetzelfde beoogt. Maar de toezegging is er desondanks. De moties op de stukken nrs. 682 en 685 ontraad ik dus.

De voorzitter:

Ontraden, begrijp ik het goed? De heer Van der Lee, één punt.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dat ontlokt mij dan toch een reactie. Als de inperking die de minister benoemde in de motie staat, zou zijn oordeel dan weer veranderen? Ik wil de motie namelijk best wijzigen om dit te verduidelijken, want ik ben het op zich inhoudelijk wel met hem eens.

Minister Wiebes:

Als de motie heel helder maakt dat Nederland op geen enkele manier zijn uiteindelijke resultaat hoeft te laten belemmeren doordat er ambities zijn die ons van het efficiënte en ideale pad af helpen, als dat expliciet zou worden gemeld, verandert inderdaad mijn oordeel daarover. Maar dat lees ik er nu niet in. Ik wil er ook niet omheen kletsen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dat is helder. Dan zal ik de motie in die richting aanpassen.

De voorzitter:

Dat moet u dan heel snel doen, want we gaan straks stemmen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dat ga ik nu doen.

Minister Wiebes:

Als dat er in alle scherpte staat, laat ik het oordeel aan de Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 683.

Minister Wiebes:

Dan heb ik nu de vraag van GroenLinks ...

De voorzitter:

Mevrouw Agnes Mulder, u wilt nog iets zeggen over de vorige motie?

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Het ging ook over de motie op stuk nr. 685. Voor de helderheid: geldt het dan voor beide moties of alleen voor de eerste? Alleen voor de eerste motie, toch?

Minister Wiebes:

Ik heb de formulering van de eerste motie besproken, maar als de formulering van de vierde dezelfde blijft, blijft ook het advies hetzelfde. Het moet er ondubbelzinnig staan. Anders schieten we onszelf in de voet, en dat wil ik echt niet. Ik sta voor de tonnen.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik zal inderdaad ook kijken of ik een en ander op heel korte termijn kan aanpassen.

Minister Wiebes:

Zo!

Voorzitter, de motie op stuk nr. 683.

De voorzitter:

Nr. 683, ja.

Minister Wiebes:

Deze motie "verzoekt de regering tegen dit voorstel te stemmen". Voor Nederland staat voorop dat de stabiliteit van het net niet in gevaar komt en dat marktpartijen gelijk behandeld worden. Naarmate we meer duurzame energie hebben, wordt het handhaven van de stabiliteit meer en meer een uitdaging. En daarom is het zeer risicovol om elke lidstaat in elk van de gevallen te verplichten om altijd groene stroom voorrang te geven boven grijze stroom. Uiteindelijk is de hele klimaattransitie erop gericht om in de maatschappij groene stroom voorrang te geven boven grijze stroom, maar deze verkeersregel leidt tot ongelukken, zou mijn oordeel zijn. Het is nastrevenswaardig, maar in een verplichting gevaarlijk. Ik ontraad deze motie daarom, waarbij mijn sympathie voor het uiteindelijke doel, hoop ik, doorklinkt in de richting van de heer Wassenberg.

Dan hebben we motie op stuk nummer 684 van de heer Wassenberg. Deze vraagt volle steun te geven aan voorstellen. Hiermee toont de heer Wassenberg zich een vaardig tekstengineer. Dit is een motie waarop je in zeer veel gevallen uitvoerig zou willen ingaan. In veel gevallen is dit de lijn. Maar als je "voorstellen" leest als "alle voorstellen", en zo lees ik het, is dat in democratische zin een blanco cheque en weer onverstandig. Zo sterk mag je het niet over één kam scheren. Ja, in eigen energie voorzien is een belangrijk en sympathiek doel. Maar volle steun aan alles kan eenvoudigweg niet. Dat kan ik nooit vanaf deze stoel toezeggen.

De voorzitter:

Ik neem aan dat dat "ontraden" betekent, als ik uw argumentatie hoor.

Minister Wiebes:

Dan ligt er nog een vraag over het verbod op de biobrandstoffen van palm- en sojaolie. Heb ik het correct? Biobrandstoffen die negatieve effecten veroorzaken, moeten we niet doen. Eerder, zeer onlangs, is een motie van mevrouw Kröger aangenomen die het kabinet oproept om in te zetten op een combinatie van instrumenten, bijvoorbeeld betere sturing op CO2 en landgebruik. Die motie wordt uitgevoerd. Op die manier wil ik er dan ook op antwoorden.

De voorzitter:

Dank u wel.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Daarmee zijn aan het einde gekomen van dit VSO. Over de ingediende moties zullen we om tien over vijf gaan stemmen. Ook over deze moties dus. Ik schors de vergadering tot 17.10 uur.

De vergadering wordt van 16.53 uur tot 17.12 uur geschorst.

Naar boven