13 Begroting EZK/LNV (deel Economie en Klimaat)

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII), de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2018 ( 34775-XIII );

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2018 ( 34775-XII ).

De voorzitter:

Zo, dames en heren. Aan de orde is de begroting Economische Zaken en Klimaat en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en dan wel het deel Economie en Klimaat, inclusief Klimaat van de begroting Infrastructuur en Waterstaat, exclusief Digitale overheid en Elektrisch vervoer. Een hartelijk woord van welkom aan de minister en de staatssecretaris. Wij zijn verblijd met achttien sprekers van de zijde van de Kamer. Als de mensen hun gesprekken buiten zouden willen voeren, zou ik ze dankbaar zijn.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

We gaan luisteren naar de eerste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is de heer Graus. Hij spreekt namens de fractie van de Partij voor de Vrijheid. Hij gaat tien minuten het woord tot ons richten in zijn eerste termijn. Het woord is dan ook aan hem. De heer Graus.

De heer Jetten?

De heer Jetten (D66):

Voorzitter, we kennen u als een strenge maar rechtvaardige voorzitter. Ik was even benieuwd hoeveel interrupties u vanavond wilde gaan toestaan aan ons.

De voorzitter:

Dat rechtvaardige zit er vandaag niet echt bij. Dat viel buiten de begroting om mij te financieren voor hedenavond. Ik wilde het beperken tot vier interrupties per fractie. Dan hebben we het over hedenavond. Morgen maken we een nieuwe afspraak. En qua huishoudelijke mededelingen: we moeten ook ergens een dinerpauze inlassen. Dat doe ik ergens tussen 18.30 uur en 18.45 uur. Maar drie interrupties per fractie lijkt me perfect.

De heer Jetten (D66):

U zei net vier, voorzitter.

De voorzitter:

Nou, dat herinner ik me niet. Ik word wat ouder, maar zo snel gaat dat niet.

De heer Jetten (D66):

Vier is mooi. Dank u wel.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ik heb al bilateraal kennis mogen maken met de nieuwe bewindspersonen. Het was een aangenaam gesprek. Ik verheug me op de samenwerking. Het is niet gewoon dat een minister en een staatssecretaris dat doen. Er zijn ook ministers die mij nog niet hebben gesproken. Die denken: nou, we kunnen wel zonder die twintig zetels van de PVV. Maar misschien komt dat nog wel.

We zijn de tweede grootste partij van Nederland en door sommige bladen al een van dé ondernemerspartijen genoemd, en door sommige zelfs dé ondernemerspartij. Wat schetst mijn verbazing? Ieder jaar kreeg ik altijd vragen van MKB-Nederland en ook van ONL, Detailhandel Nederland, franchiseorganisaties, zzp-organisaties en noem allemaal maar op. Sinds wij het goed doen bij ondernemers, hoor ik van niemand meer iets. Ik heb zelfs de directeur van MKB-Nederland aan de lijn gehad. Die gooide op. Die dacht dat ik erin zou trappen dat hij niet wist dat ik het was. Het is echt een diepe schande. Ik vind het echt schandalig hoe belangenorganisaties omgaan met de belangen van ondernemers. Daarover is het laatste woord nog niet gezegd.

Terwijl de regering spreekt van een snelle economische groei, merkt de gewone man, en met name de kleinere ondernemer, weinig tot niets van het einde van de laatste recessie. Ook de regering lijkt hen die ons uit de crisis hielpen, eerder te straffen dan te belonen. Onder meer door het lage btw-tarief te verhogen en hen te laten betalen voor de afschaffing van de dividendbelasting, een lastenverlichting voor multinationals, tegen wie die kleine ondernemers toch al geen vuist kunnen maken. Dus ze worden eigenlijk dubbel gepakt.

Bovendien hebben we te maken met een vaak ongelijk speelveld met valse concurrentie. Dat is echt zo. Ook binnen Europa is er geen gelijk speelveld. Ik zal, als ik de tijd heb, nog wat voorbeelden daarvan noemen. Wat gaan de bewindspersonen hieraan doen? Wie zich daartoe geroepen voelt, mag erop antwoorden. Wij zijn ook bereid om een motie in te dienen om de voorgenomen verhoging van het lage btw-tarief ongedaan te maken, want dat kan gewoon niet. Je krijgt daardoor een nog groter ongelijk speelveld. Wij willen graag een onderzoek waarin nieuwe grenseffecten worden getoetst op weglekeffecten door dit hele verhaal, want dat gaat gebeuren. Dat bleek een paar jaar geleden al. Zelfs kleine familiebedrijven in Limburg werden de dupe, zoals bierbrouwers die al tientallen jaren bestaan. Want de mensen gaan niet alleen maar tanken over de grens, ze gaan daar ook hun boodschappen doen en hun kratje bier en zakje aardappels halen. Dat kan daar. Dat zijn weglekeffecten. Daar wil ik graag een onderzoek naar hebben. Graag een reactie.

Waarom pakt de regering juist geld weg uit hun kasstroom? Waarom? Waarom krijgen gerenommeerde en betrouwbare bedrijven geen coulance meer van de Belastingdienst als er nog hoop gloort aan de horizon? Zelfs bedrijven met relatief lage schulden worden pardoes afgeschreven in de faillissementpot opdat de Belastingdienst weer een zaak heeft afgedaan. Dat kan natuurlijk niet. Soms moet je coulant zijn en mensen helpen. Dat heeft de Belastingdienst in het verleden ook altijd gedaan. Wat is de reden dat dat allemaal niet meer gebeurt? Ik vraag dat toch aan de bewindspersonen van Economische Zaken, de herders van de schapen, van de ondernemers.

Banken, die aan de wieg stonden van de financiële crisis, vervullen hun oorspronkelijke taken niet meer en zitten muurvast in de diverse Baselakkoorden. Het mkb, dé economie- en banenmotor, ving de zware klappen voor hen op en ook onze burgers hebben daarvoor moeten bloeden, met als dank dat kleine ondernemers nauwelijks aan de benodigde financiering kunnen komen door opgelegde verkrapping van de geldmarkt. Ook de vorige minister, minister Kamp, beloofde verbetering maar de mensen merken het niet. Het is niet merkbaar voor ze. Als heel kleine ondernemers even snel een kleine financiering nodig hebben van enkele tienduizenden euro's, lukt ze dat gewoon niet.

Zekerheden die banken en groeiversnellers aan ondernemers stellen zijn krankzinnig zwaar. De PVV pleit daarom al jarenlang voor een nationale spaarbank, waar burgers hun spaargeld stallen tegen een reële rente en die financiering verschaft aan gezonde en correcte ondernemers. Dat zou toch gewoon moeten kunnen, een nationale spaarbank? Die moties van ons halen het niet. Wij hebben zelfs weleens een amendement ingediend over de opbrengst van de verkoop van ABN; we hadden ook een financiële dekking. Maar het gebeurt gewoon niet.

Wij willen een beschermingsplan voor bedrijven van nationaal belang, waaronder onze drie grote particuliere werkgevers: PostNL, Schiphol, KLM. Wij willen ook niet dat de vliegtaks wordt ingevoerd, want ook Schiphol en KLM hebben te maken met een volledig ongelijk speelveld. Ze hebben heel veel valse concurrentie, ook uit het Midden-Oosten en in de toekomst steeds meer vanuit Azië gelet op het kerosinevoordeel dat er is. Dat kan niet. We moeten dat niet doen. We moeten dat niet willen. Het is al een keer eerder van de baan geveegd omdat het heel slecht is. We willen protectie van en een gelijk speelveld voor mainport Rotterdam en brainport Eindhoven. Laten we dat niet vergeten. Het staat allemaal nog in de kinderschoenen, maar houd het in de gaten. Het zijn oer-Hollandsche ondernemers en ambachten.

Wat gaat de regering ondernemen om de grote imagoschade die de bv Nederland heeft opgelopen door voedselschandaal op voedselschandaal te voorkomen en waar mogelijk te herstellen? Dat ligt hier ook, hoor, niet alleen bij LNV. Het is een schade die wij als land hebben opgelopen. Zoals de Zwitsers de beste uurwerken hadden en hebben, en de Duitsers de beste auto's, zo stonden wij bekend om onze producten en onze voedselveiligheid. Er zijn een paar hufters die dat verknallen. Die worden niet genoeg bij hun veter gepakt. Ze moeten gevangenisstraffen krijgen en torenhoge boetes die in relatie staan tot het delict, die een delict plegen ongunstig maken. Doe aan naming-and-shaming en leg een beroepsverbod op. Daar moeten ook deze bewindspersonen voor zorgen. Pak die hufters uit de maatschappij! Want heel Nederland heeft schade opgelopen door al die voedselschandalen.

Wat gaan we doen tegen de groeiende en valse concurrentie in de luchtvaart uit Azië en de Golfstaten? PostNL, Schiphol, KLM en andere bedrijven moeten strijden in een volledig ongelijk speelveld tegen buitenlandse bedrijven die vaak staatssteun krijgen. Dat kan niet.

Dat gaat ook op voor onze nationale trots: de maritieme sector. Daar ben ik bijzonder trots op. Door de door de Europese Unie opgelegde aanbestedingsregels is men in het buitenland een campagne aan het voorbereiden rondom de Nederlandse orders. Dat kan toch niet? No way! Dat moeten we niet toestaan. Wij zijn al eeuwenlang de beste op het gebied van handel, scheepvaart en scheepsbouw. Het is een volledig zelfscheppende sector van wereldfaam. Van oudsher, al eeuwenlang zijn wij daarin gewoon de beste, wereldwijd. Hoe gaat de regering samen met de Nederlandse maritieme sector ervoor zorgdragen dat Michiel Adriaenszoon de Ruyter zich niet hoeft om te keren in zijn graf en dat investeringsprogramma's inclusief aanbestedingen binnen de nationale driekleur blijven? Graag een reactie. Ook hiervoor ben ik bereid een motie in te dienen, want ik weet zeker dat ik daarvoor de volle steun van de Kamer krijg.

VDL Nedcar in Born, in mijn eigen Limburg, assembleert sinds de redding van dat prachtige bedrijf met duizenden arbeidsplaatsen niet alleen maar MINI's, born in Born, maar ook BMW's, made in Holland. Waarom wordt er nog steeds niets gedaan met mijn verzoek dat ik hier al jaren neerleg? Ga nou meer Hollandse auto's inzetten. Duizenden arbeidsplaatsen, het is allemaal economisch gewin. Ga nou meer Hollandse auto's inzetten als overheidsauto, waar mogelijk. Ga dat nou eens onderzoeken. Ik vraag dat weer. Graag een reactie.

De provincie Limburg deed wel iets met mijn oproep. Zij hebben bijvoorbeeld diverse MINI's en BMW's aangeschaft als overheidsauto en zo hoort het. Toen Volvo de DAF-fabriek redde, kregen zij ook een hele order van Volvo 340's voor de rijkspolitie. Zij gingen ook met Volvo V70's rijden. Met alle respect: wij moeten dat nu ook doen. Die mensen hebben ons geholpen en dan moeten we ook wat terugdoen. Bovendien zijn het Hollandse producten, made in Holland. Daar mogen we trots op zijn.

We willen dat er ook veel meer met het Nederlandse vlaggetje wordt gewerkt. Als je in Oostenrijk bent, waar ik graag kom, of in Italië, dan zie je overal Italiaanse en Oostenrijkse vlaggetjes. In Hongarije, overal. Wij zijn zowat het enige land dat dit niet doet. Als ik in Duitsland iets koop, dan zie ik op de kazen en op alles wat uit Nederland komt heel groot de Nederlandse vlag staan. Het is toch te gek voor woorden dat buitenlanders dat wel doen met onze producten maar wij niet? Ik wil dat onze producten op ooghoogte komen te liggen en daar kan de regering druk op uitoefenen. Ik vind dat wij meer moeten doen aan de promotie van de bv Nederland en van Hollandse producten. Graag een reactie. Ik heb daar ook bilateraal ideeën over. Die wil ik best bij de bewindspersonen neerleggen.

Zoek de gaten en mogelijkheden op om ons nationaal belang te dienen. Eigen mensen eerst. Eigen volk eerst. Eigen land eerst. Eigen boeren, tuinders en vissers eerst. Eigen ondernemers eerst. Maar ook eigen MINI's en BMW's eerst.

Ik wil een onderzoek vragen naar de gevolgen van de btw-ongelijkheid. Dat heb ik al gevraagd. Ik wil dat daarbij de weglekeffecten worden meegenomen, een soort grenseffectentoets. Dat is al een keer gedaan, maar ik wil graag dat dat opnieuw gebeurt. Zeker nu, met die voorgenomen btw-verhoging van het lage tarief, wil ik dat graag hebben geregeld.

De heer Paternotte (D66):

De heer Graus is bang dat de heer Michiel Adriaenszoon de Ruyter zich omdraait in zijn graf, maar volgens mij zou hij zich omdraaien in zijn graf als hij nu naar u zou luisteren. Hij bevoer de wereldzeeën om de vrije handel te beschermen. Wat u nu eigenlijk zegt, is: laten we de Nederlandse producten op ooghoogte zetten, zodat mensen de buitenlandse producten niet kunnen zien. Wat denkt u dat er dan gebeurt met Heineken? Wat denkt u dat er dan gebeurt met de producten van Unilever? Nederland is een exportland. Als alle landen dit doen, zijn wij slechter af.

De heer Graus (PVV):

Nee, juist helemaal niet. We zijn momenteel de hoogste nettobetaler per hoofd van de bevolking aan de Europese Unie, ook onze ondernemers. We zijn niet de hoogste netto-ontvanger. Ik heb me weleens laten vertellen dat er met dat geld zelfs jeu-de-boulesbanen en weet ik het allemaal worden aangelegd. Waar het om gaat, is dat wij relatief heel veel betalen, terwijl we vroeger die vrije handel ook hadden, ook als het bij de EEG was gebleven. Zwitserland had nog eerder een vrijhandelsakkoord met China dan de hele Europese Unie samen. Dat is dus echt onzin. Ik weet zeker dat het ons sneller was gelukt als we geen lid waren geweest van de Europese Unie. Het ging ons toch eeuwenlang goed af met de handel? Dat zegt u zelf. Dat wil ik ook; daar zeg ik niks van. Ik zeg alleen dat we wat meer moeten doen om onze eigen producten te promoten. Want wat gebeurt er hier? We halen allemaal goedkope Aziatische troep op de markt, die kwalitatief vaak niet zo hoogwaardig is als een Duits of Nederlands product. Immers, er worden nu ook BMW's en MINI's in Nederland gebouwd. Daar doelde ik op. Maar dat kan niet. Daar worden heffingen op gezet.

De voorzitter:

Helder.

De heer Graus (PVV):

Dan zijn die auto's onbetaalbaar.

De voorzitter:

Duidelijk.

De heer Graus (PVV):

Niks daarvan. Laten we ze inzetten en promoten waar mogelijk. Het zijn onze arbeidsplaatsen. Het is onze economie. Het is ons land.

De voorzitter:

De heer Paternotte, afrondend.

De heer Graus (PVV):

Ik sta hier. Mijnheer de voorzitter, ik ben een Nederlands volksvertegenwoordiger. Ik heb helemaal niks met de Europese Unie te maken. Ik sta hier onder de Nederlandse vlag en ik heb voor de rest met niemand niets te maken.

De heer Paternotte (D66):

Er worden hier BMW's en MINI's gebouwd, maar dat gebeurt door buitenlandse bedrijven die hiernaartoe komen omdat wij een open economie en een open houding hebben. De PVV zegt dat een nexit de beste route zou zijn voor Nederland. Maar wat je nu ziet, is dat bedrijven juist eerder vertrekken uit Groot-Brittannië omdat ze zich afvragen of ze daar nog wel moeten blijven investeren. Als wij onszelf achter de dijken terugtrekken, dan leidt dat natuurlijk niet tot meer investeringen. Dat leidt er alleen maar toe dat wij minder banen en minder economische groei hebben.

De heer Graus (PVV):

Ik deel dat niet. We komen daar vanavond ook niet uit. Echt niet, geloof me. We kunnen samen 100 gevulde koeken gaan eten, maar we gaan daar niet uit komen.

De voorzitter:

We hebben de tijd, hoor!

De heer Graus (PVV):

Maar wij zijn de Britten niet, wij zijn Nederlanders. En als wij uit de Europese Unie zouden stappen, ben ik er heilig ervan overtuigd, gezien onze handelsgeest van eeuwen, eeuwen, eeuwen, dat ons dat niet zo gaat gebeuren. Laat dat toch gewoon aan ons over. Ik zeg toch niet dat we iets moeten gaan boycotten. Ik zeg alleen dat we iets trotser mogen zijn en iets meer een beroep zouden mogen doen op onze eigen producten. Dat is heel wat anders dan wat de heer Paternotte zegt: neefje van. Sorry, meneer Paternotte: neef van.

De voorzitter:

U continueert. De tijd loopt.

De heer Graus (PVV):

Ik ben uit de tijd aan het lopen, dus Groningen zal ik aan mevrouw Beckerman overlaten. Die komt daar vandaan. Ik vind heel erg wat daar gebeurt. Ik ben daar in een straat bij mensen geweest die niet meer op de oude plekken terug kunnen komen. Daarom wil ik alleen maar het volgende vragen over het schadegebied door de aardgaswinning. Sorry, voorzitter, dat ik even te veel afsnijd. Maar alstublieft, zo vraag ik echt aan de minister: zorg dat die mensen gewoon minimaal kunnen terugkeren op hun eigen plekjes waar hun vaders nog ooit garages hebben gebouwd en waar de kinderen zijn opgegroeid. Die mensen zijn al genoeg gestraft. Ze zijn getraumatiseerd. Ze hebben lichamelijke, geestelijke en economische schade opgelopen. Ga er alstublieft iets aan doen. En ik heb een advies zonder iemand nadelig te willen benoemen: als iemand het niet vlot getrokken krijgt, moet je soms andere mensen op zo'n project gaan zetten. Dat werkt soms.

De voorzitter:

U bent door uw tijd heen, hè.

De heer Graus (PVV):

Ja, voorzitter, maar dan ga ik maar iets pakken uit de tweede termijn. Dan ga ik maar wat minder moties indienen.

Ik wil het nog hebben over de kermisexploitanten. Daar zal iedereen om lachen, maar dat zijn keihard werkende mensen. We kennen er honderden. Dat is ook een volkscultuur, een traditie, net als het circus. Die kermisexploitanten zitten echt gigantisch in de nesten. Het lijkt net alsof ze weggepest worden door de gemeente. Het is onwaarschijnlijk wat die mensen moeten betalen. Andere activiteiten krijgen voorrang op een kermis, ze betalen hoge huren voor staanplaatsen en dieselkosten. Ze hebben ook heel veel last van ondermijnende criminaliteit waartegen niet wordt opgetreden. Ik wil de bewindspersonen vragen om in gesprek te gaan met de BOVAK en de Nederlandse Kermisbond, om hier, in samenspraak met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, uit te komen. Dat zouden we toch eigenlijk niet op deze plek hoeven doen? Willen de bewindspersonen dus in gesprek gaan met de BOVAK en de Nederlandse Kermisbond over alle problemen die ik net kort heb geschetst? Ook gelezen: Visboer woedend over laadpaal voor kraam. Dan sta je daar altijd, voor dag en dauw eruit om ons te voorzien van primaire levensbehoeften, en dan wordt er gewoon een paal neergezet. Allemaal van die pesterijen; dat kan toch niet, jongens. Zo gaan we toch niet met onze ondernemers om, met mensen waar je nooit last van hebt? Van die mensen heb je nooit last. Die werken zich de tering en worden alleen maar gepakt waar het kan. Dat kan niet, meneer de voorzitter!

De voorzitter:

"Ze werken heel hard", had u gezegd willen hebben, toch?

De heer Graus (PVV):

Ja.

Mijnheer de voorzitter, dan de mkb-toets, die er mede dankzij ons kwam. Zodoende zijn we ook tot de grote ondernemerspartijen gaan behoren. Er wordt nog steeds gewerkt — vaak wordt dat door de Europese Unie opgelegd maar vaak ook nationaal — met richtlijnen, wetten, regels die onuitvoerbaar en niet werkbaar zijn. Neem de aanlandplicht voor onze vissers. Wat gaan de bewindspersonen daaraan doen? Ik weet dat het voor een gedeelte, als het om vissers gaat, bij LNV, bij minister Schouten ligt, maar ik doel ook op alle andere ondernemers. Wat is onwerkbaar, zorgt voor een ongelijk speelveld, is uitvoerbaar, onwerkelijk, onwaarschijnlijk? Daar had ik graag een reactie op gehad.

Tot slot. Op onze grootste particuliere werkgever, PostNL, zijn wij bijzonder trots. Dat heeft ook te maken met de duizenden brievenbussen die ze verzorgen, met het briefgeheim, de medische post, de tienduizenden arbeidsplaatsen die ze bieden. Wat is er mooier in Nederland dan de vrolijke postbode die ook nog eens mensen de weg wijst en betrouwbaar de post bezorgd? Ik maak me ernstige zorgen. Ik heb voorspeld dat de liberalisering in een ongelijke markt met valse concurrentie, heel erg mis kan gaan. Dat is aan het gebeuren: het is heel erg fout aan het gaan. Daar had ik graag een reactie op gehad. We hebben er debatten over gevoerd. Ik wil ook graag dat er rekening wordt gehouden met de punten die ik net heb genoemd, ook in de krimpgebieden. Ik ga het opnieuw proberen. Mijn beleidsmedewerker en p.a. Joyce Schmeitz heeft een postmobiel ontwikkeld. VDL was er heel erg enthousiast over. Zij kunnen hier namelijk op bouwen. Die mobiel heeft een pinautomaat en is geschikt voor kleine loketafhandelingen voor ouden van dagen en gehandicapten in de krimpgebieden, waar ook brievenbussen en postkantoren verdwijnen. Ga eens spreken met mevrouw Verhagen, een van de beste vrouwelijke managers van ons land. Ga eens spreken met het liefst de oude meneer Van der Leegte, die helaas pas gestopt is, een man die ooit een standbeeld moet krijgen in onze Statenpassage, als het aan mij ligt. Ga eens praten. Die mensen zien daar iets in. Daar kan iets mee gedaan worden. Daar zal ook de overheid aan moeten bijdragen. Het zijn ook de mensen van deze bewindspersonen. Graag een reactie hierop.

Daar zal ik het voor nu even bij moeten laten in de eerste termijn, voorzitter. Nog heel veel succes daar.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Graus (PVV):

Het gaat nog een zware avond voor u worden.

De voorzitter:

Maar ik heb er zin. We gaan nu luisteren naar twee vertegenwoordigers van de VVD, die beiden twaalf minuten gaan spreken in eerste termijn. Eerst gaan we luisteren naar de heer Veldman.

De heer Veldman (VVD):

Voorzitter. De economie groeit, het aantal banen groeit, het aantal vacatures groeit. Na zware jaren gaat het economisch weer beter met Nederland. Op de meeste ranglijstjes scoort Nederland dan ook gewoon goed: vierde concurrerende economie van de wereld, tweede voedselexporteur van de wereld en volgens de Europese Commissie het vierde meest innovatieve land van Europa. De uitdaging is om wat goed gaat, goed te houden of zelfs te verbeteren. We staan voor een enorme technologische revolutie, steeds snellere ontwikkelingen in de technologie, een verdergaande digitalisering en ook een enorme energietransitie. Mijn collega Yeşilgöz zal dadelijk specifiek ingaan op klimaat en deze energietransitie.

Voorzitter. De gigantische technologische ontwikkeling waar we voor staan biedt zorgen én kansen. Zorgen over onze bedrijven: kunnen ze het allemaal wel bijbenen? We kennen allemaal de voorbeelden van deze wereld, de Kodaks die ondanks dat ze duizend patenten hadden, het in de digitale fotografie toch niet gered hebben. Denk aan een Nederlands bedrijf als de Free Record Shop, dat ergens de slag gemist heeft. Met elk bedrijf dat omvalt verdwijnt er ook werkgelegenheid.

Voorzitter. De technologische ontwikkeling biedt gelukkig ook kansen, zeker voor een land als Nederland. Een land met de slimste regio van de wereld met Brainport Eindhoven. Een land met een innovatieve maakindustrie in bijvoorbeeld de Achterhoek en Twente. Met Brightlands in Limburg en met innovatieve tuinders in onze greenports. In de gouden driehoek tussen bedrijfsleven, wetenschap en overheid zullen we volop in moeten zetten op innovatie. Van de vierde meest innovatieve in Europa naar een plek op het podium in de top drie. Niet voor dat mooie ranglijstje zelf, maar voor het behoud en uitbreiding van onze werkgelegenheid.

Voorzitter. Het Nederlandse innovatiebeleid is goed, dat mag gezegd worden. Maar dat is natuurlijk geen reden om achterover te leunen. Het kan nog een slagje effectiever. Daarom is het goed dat het huidige topsectorenbeleid, verspreid over een negental topsectoren, wordt omgevormd naar een drietal thema's, zodat de bestaande topsectoren beter met elkaar en meer aan de economische kansen verbonden worden. Kan de minister aangeven hoe hij deze omvorming wil gaan aanvliegen?

Voorzitter. Ik noemde al een aantal parels. Een van die parels is Brainport Eindhoven, sinds vorig jaar een van onze mainports. Kan het kabinet aangeven hoe de gezamenlijke agendaontwikkeling eruit zal zien? Hoe gaan we met elkaar de potentie van de Brainport maximaal benutten?

Voorzitter. Innovatie vraagt om investeringen. Het mooie is dat we in het regeerakkoord hebben afgesproken extra geld uit te trekken voor innovatie, voor toegepast onderzoek, oplopend naar 200 miljoen. De vraag is hoe we dat gaan uitgeven. De minister zal nog met voorstellen komen, maar ik wil hier, nu, wel benadrukken dat dit geld echt voor innovatie beschikbaar moet zijn en niet voor zaken die daar misschien een beetje op lijken.

Voorzitter. Ik vraag deze aandacht voor de innovatiemiddelen ook in het licht van de doelstelling die er voor Nederland ligt om in 2020 2,5% van het bruto binnenlands product te investeren in research en development, onderzoek en ontwikkeling. Dit halen we nog niet. Het investeringsniveau zit nu net boven de 2%. Dit vraagt de komende jaren dus om een extra inspanning. Een van de specifieke regelingen die we kennen, is de Wbso. Deze wordt goed gebruikt — zodanig goed dat het beschikbare budget zelfs wordt overschreden. Voor komend jaar is daarom aangekondigd dat de verschillende percentages zullen worden aangepast. Dat is budgettair begrijpelijk, maar wel een vervelende aanpassing, aangezien we een te groot gebruik uit 2016 verminderen op het budget voor 2018. Het is zeker vervelend aangezien we private uitgaven aan R&D juist willen stimuleren. Nu wordt de Wbso in 2018 geëvalueerd. Daarom wil ik de minister oproepen om in die evaluatie mee te nemen of er een betere systematiek te bedenken is dan deze t-1/t+1-verrekening, waarmee ook een korting in 2018 niet meer nodig is.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ik waardeer de oproep van de heer Veldman om goed naar de Wbso te kijken. Dat is een belangrijke regeling, ook voor mkb-bedrijven. Maar hij vraagt eigenlijk om een evaluatie in 2018. Dan zijn we inmiddels al in 2019. Dan kan het zijn dat de aangekondigde tariefverlaging al is doorgevoerd. Is de heer Veldman ook bereid om met mij te strijden tegen een tariefverlaging in 2018?

De heer Veldman (VVD):

Zeker. Daarom roep ik de minister ook op om vaart te maken. 2018 is dichtbij. Maar volgens mij weten we al langere tijd dat we de Wbso in 2018 willen evalueren. Als de minister daar vaart mee maakt, moet het volgens mij dus mogelijk zijn om nog in 2018 tot keuzes te komen waarmee we de beperking die nu is aangekondigd op een fatsoenlijke manier kunnen repareren.

Voorzitter. Alhoewel de Wbso zeker ook door het mkb goed gebruikt wordt, zien we dat vooral het mkb wat achterblijft bij de doelstelling van het investeren in R&D. Dat roept de vraag op of het volledige instrumentarium dat we hebben optimaal functioneert. Daarom vraag ik het kabinet hoe het het mbk wil prikkelen om in 2020 het streefpercentage van 2,5% te halen. Wanneer kan de Kamer een invulling verwachten van de uitbreiding van de regeling Mkb Innovatiestimulering Topsectoren, de MIT?

Voorzitter. De VVD wil de kwantiteit en kwaliteit van de afzonderlijke stimuleringsregelingen goed blijven monitoren en waar nodig aanpassen. Als het beter kan, moeten we het ook beter doen. Met name de toegankelijkheid is hierbij een punt van zorg, ook gezien de recente berichtgeving vanuit bijvoorbeeld de Metaalunie dat mkb'ers de weg soms moeilijk weten te vinden. Dat kunnen we die mkb'ers niet verwijten. Het grootste deel van het midden- en kleinbedrijf bestaat uit bedrijven van vier mensen of minder. Die ondernemers hebben helemaal geen tijd om hun weg te vinden in allerlei stimuleringsmaatregelen. Die moeten we dus maximaal bedienen.

Voorzitter. Het mkb is goed voor het grootste deel van onze werkgelegenheid. Een kleine groep mkb'ers, zo'n 10%, zorgt nu voor nieuwe mkb-banen. Het grootste deel groeit niet of nauwelijks. Nou is het natuurlijk helemaal niet erg als mkb'ers niet groeien. Sommigen willen zelfs niet eens groeien. Maar met de toenemende technologische ontwikkeling en digitalisering kan het ook gebeuren dat mkb'ers ergens de afslag missen, terwijl ons instrumentarium er juist op gericht moet zijn om bedrijven zo goed mogelijk te faciliteren. De VVD wil dan ook een plan van aanpak en een goede regie vanuit Economische Zaken, zodat de inzet vanuit de verschillende departementen gericht op het mkb ook goed tot z'n recht komt.

Voorzitter. Het vorige kabinet heeft volop ingezet op het verminderen van de regeldruk. De VVD wil dat ook dit kabinet daar vol op inzet. Wat is de doelstelling van de staatssecretaris bij het aanpakken van de regeldruk? Wanneer ziet de Kamer het voorstel voor een uitwerking van bijvoorbeeld de mkb-toets? Hoe gaat het kabinet invulling geven aan de mogelijkheden voor regionale en sectorale proefprojecten, wettelijke experimenteerruimte en testlocaties? Hoe en waar worden regelvrije zones vergroot?

Tot slot heeft een grote Kamermeerderheid bij het instellingsbesluit van het Adviescollege toetsing regeldruk uitgesproken dat het college de regeldruk breder moet kunnen beoordelen. Wat is de voortgang hiervan? Wat de VVD betreft wordt ook aandacht gegeven aan de toekomstbestendigheid van regels.

Voorzitter. Dan kom ik op Invest-NL, de nieuwe investeringsinstelling met een kapitaal van 2,5 miljard euro. De VVD is positief kritisch. Het creëren van extra investeringsruimte is goed, maar alles staat of valt met een goede vormgeving. Invest-NL moet iets gaan toevoegen en niet de bestaande private of overheidsinstrumenten in de weg zitten. Dat vraagt om de mogelijkheid om snel en met korte lijnen te handelen. Kan de minister aangeven hoe hij Invest-NL verder wil vormgeven? Kan hij aangeven welke focus hij eventueel wil aanbrengen? En wanneer kan de Kamer een verder kader voor Invest-NL ontvangen?

Voorzitter. In zijn algemeenheid constateert de VVD dat moeilijke toegang tot financiering een belemmering is voor met name het mkb. Wij pleiten voor een verbetering van kennis over financieringen. Bij de onderwijsbegroting heeft de VVD al gewezen op het nut van aandacht voor ondernemerschap in het onderwijs. Daar hoort ook kennis van financiering bij. Deelt de staatssecretaris deze mening? Zo ja, is zij bereid om samen met haar collega's in het kabinet hier werk van te maken? Los daarvan roepen wij natuurlijk ook financiers op om over de schutting van hun eigen loket heen te kijken. Als een bank een ondernemer niet van dienst kan zijn, is een warme verwijzing naar een ander loket meer dan welkom.

Voorzitter. In het kader van financiering van ondernemingen vraag ik ook aandacht voor het aanpassen van het verpandingsverbod. Het vorige kabinet heeft toegezegd hier stappen in te zetten. Van dit kabinet vraag ik om hiermee haast te maken.

Voorzitter. Juist bij allerlei technologische ontwikkelingen is het goed om het eigenaarschap goed te beveiligen. Dat doen we via het afgeven van octrooien. De vraag is of het huidige octrooirecht nog helemaal toegesneden is op de snelheid van de ontwikkelingen die we nu kennen. Is het goed ingericht op de samenwerking die innovatie vandaag de dag vraagt? Om uitvindingen goed te beschermen maar ook ruimte te creëren voor verdere ontwikkeling en toepassing, wil de VVD een onderzoek naar de invoering van een zogenoemde "grace period" bij octrooien: een termijn voorafgaand aan de indiening van je octrooiaanvraag waarbinnen je je uitvinding in het openbaar kunt tonen zonder dat dit gevolgen heeft voor de aanvraag. In Europa kennen we deze termijn niet. In de Verenigde Staten en in Japan kent men die periode wel. Graag een reactie van de minister.

De heer Öztürk (DENK):

Laat ik de eerste interruptie maar doen. Het gaat er zo saai aan toe dat ik dacht: laten we ook een beetje debatteren. De VVD heeft altijd een heel mooi verhaal over het mkb en over ondernemers: "we zijn een ondernemerspartij" en zo. Maar we zijn hier in de Kamer al vijf jaar bezig om de kredietverlening aan het mkb te regelen. We hebben vijf jaar moties ingediend om uw voormalige minister, Kamp, te bewegen om banken zover te krijgen dat ze krediet gaan verlenen. U bracht net een idee naar voren: er moet meer onderwijs gegeven worden aan ondernemers over het aanvragen van financiering. En: de banken moeten doorverwijzen. Dat hebben we in de afgelopen jaren allemaal geprobeerd, maar dat is niet gelukt. Welke concrete, daadwerkelijke, daadkrachtige voorstellen heeft de VVD om het mkb te helpen?

De heer Veldman (VVD):

Gelukkig zien we dat het in Nederland beter gaat. We zien ook dat heel veel bedrijven groeien. Dat doen ze onder andere doordat ze op dit moment op een aantal vlakken wel financiering los weten te krijgen. We zien ook dat banken weer beter leveren wat dat betreft. Maar het moet niet alleen van banken komen. Er zijn meer vormen van financiering. Daar moeten we met elkaar maximaal gebruik van maken. Vandaar ook mijn oproep aan banken: als een bank iets niet wil of kan financieren, is het aan die bank om de ondernemer te verwijzen naar waar dat wel kan.

De heer Öztürk (DENK):

Heeft de woordvoerder van de VVD gekeken waar op de lijst we in Europa staan als het gaat om kredietverlening aan het mkb? Wij zijn de slechtste kredietverlener van Europa. Zelfs Griekenland doet het beter. Dat is toch beschamend om te constateren voor een partij die al twee periodes in het kabinet zit en die zegt op te komen voor ondernemers en de slechte kredietverleners? En wat is de reden? De banken. De VVD durft de banken niet aan te pakken. Die geven geen krediet. De grote ondernemingen hebben wél krediet gekregen, niet de kleine bedrijven. Daarom vraag ik u te komen met een daadkrachtige oplossing.

De heer Veldman (VVD):

Volgens mij hebben wij de banken niet aan een touwtje. Het is niet de overheid hier of de minister hier die tegen een bank zegt: gij zult hier en daar nu een krediet verlenen. Maar natuurlijk moedigen we banken aan, zeker nu het economisch weer beter gaat, om creatief te zijn en hun mogelijkheden te gebruiken en maximaal hun best te doen om ondernemers die krediet nodig hebben, te helpen. Maar de overheid stuurt geen banken aan.

De voorzitter:

U continueert.

De heer Veldman (VVD):

Voorzitter. Nederland heeft een koppositie op het gebied van digitalisering. We zijn in Europa de nummer 1 in connectiviteit en de nummer 4 wat betreft digitalisering in het algemeen. Snel internet wordt steeds belangrijker, juist ook voor bedrijven. Dat geldt niet alleen voor de start-ups, maar bijvoorbeeld ook voor boeren in het buitengebied die met hun digitale apparatuur in de stallen een goede verbinding nodig hebben. De VVD wil een extra impuls om deze koppositie te behouden. Daarbij gaat het ons om de bereikbaarheid. Wij moeten hier niet de systeemkeuze maken, maar we moeten ons wel ten doel stellen dat iedereen in Nederland de beschikking heeft of krijgt over snel internet.

Voorzitter. Het laatste punt van mijn kant is dat wij willen dat de markt, de wetenschap en de overheid gezamenlijk hun jaarlijkse ambitie en concrete doelen in verband met digitalisering gaan vastleggen. Dat kan via een jaarlijks terugkerende digitaliserings-top naar het voorbeeld van de Duitse Digital-Gipfel. Deelt het kabinet onze mening? Is het kabinet bereid om zich hiervoor in te zetten?

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de tweede spreker van de zijde van de VVD. Maar er is nog een vraag van de heer Moorlag.

De heer Moorlag (PvdA):

Ik heb niet zozeer een vraag over wat de heer Veldman heeft gezegd, want ik snap dat verhaal wel. Het stimuleren van innovatie, het stimuleren van het mkb en de vermindering van last- en regeldruk: alles om de economische groei te bevorderen. Maar ik miste een belangrijk deel, een belangrijk knelpunt, in de bijdrage van de heer Veldman. Wat gaan we doen om het tekort aan vakmensen weg te helpen? Is dat op dit moment niet het meest manifeste knelpunt voor economische groei? Laten we met het tekort aan vakmensen niet groeipotentie liggen? Wat wil de VVD daaraan doen?

De heer Veldman (VVD):

Dat is een terecht punt van de heer Moorlag. Gelukkig hebben wij daar met elkaar aandacht aan besteed bij de behandeling van de onderwijsbegroting. Het is goed om dat hier ook te doen. Want ja, in diverse sectoren zien wij een tekort aan personeel. Ik ken bedrijven in de Achterhoek, techniekbedrijven, die zitten te springen om stagiairs. Ze zitten te springen om mensen die bij hen aan de slag gaan. Daar hebben wij eerder het Techniekpact voor afgesloten en daar gaan we gelukkig ook mee door. We moeten met elkaar, samen met onderwijsinstellingen, ook blijven werken aan een goede match tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Ik ben heel blij dat ook bedrijven zich daarvoor inspannen en dat zij zich tegen het onderwijs aan willen bemoeien om er samen voor te zorgen dat we goede en goed gekwalificeerde mensen afleveren.

De heer Moorlag (PvdA):

Deelt u dan ook de opvatting dat er vanuit het economisch domein in samenwerking met het ministerie van Onderwijs en het ministerie van Sociale Zaken een gerichte en gebundelde inspanning moet komen om het tekort aan vakmensen weg te nemen? Mijn vraag is wat je aan een kenniseconomie hebt als kennis niet wordt toegepast door gebrek aan mensen.

De heer Veldman (VVD):

We moeten ervoor zorgen dat we voldoende goed opgeleide mensen hebben, zowel hoogopgeleid als middelbaar opgeleid. Want het zit niet alleen in de hoogopgeleiden. We hebben ook veel extra mensen op mbo-niveau nodig. Dat betekent vooral dat er in al die onderwijsrichtingen die we hebben, een goede aansluiting moeten zijn tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Dat vraagt iets van ondernemers. Dat vraagt iets van onze onderwijsinstellingen. Daar hebben we eerder dat Techniekpact voor afgesloten. Daar gaan we mee door. Dat moet ons ook brengen tot het punt dat we voldoende personeel hebben op al die plekken waar dat nodig is.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik heb een vraag aan de heer Veldman, eigenlijk naar aanleiding van het debat in de Eerste Kamer. Daar heeft Frank de Grave, een partijgenoot van Veldman, aangedrongen op een beter alternatief voor het schrappen van de dividendbelasting. Wat is een beter alternatief dan investeren in het vestigingsklimaat in Nederland door ervoor te zorgen dat er veel meer en beter geschoolde technische vakmensen zijn? Dat is belangrijk voor de energietransitie. Dat is belangrijk voor het mkb en voor onze concurrentiepositie. Vindt u dat een beter alternatief?

De heer Veldman (VVD):

Ik heb de heer De Grave in de Eerste Kamer ook gehoord. Volgens mij heeft hij niet zozeer om een beter alternatief gevraagd, maar om een goede onderbouwing van de keuze om de dividendbelasting te schrappen. Dat lijkt me een terechte vraag van een senator op het moment dat het kabinet ook daar zijn plannen presenteert. De rol van een senator is ook om het geheel nog eens goed af te wegen. Dus lijkt het mij heel goed dat de VVD in de Eerste Kamer ook nog eens gevraagd heeft om een goede onderbouwing.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Het is altijd jammer als een vraag wordt ontweken. Als u hart heeft voor het mkb, is het toch veel beter om structureel 1,4 miljard te besteden aan zaken die mkb'ers ten goede komen dan bijvoorbeeld aan een hoofdkantoor van Unilever waar nog geen 100 mensen werken? Waarom kiest u niet voor een veel meer verantwoorde besteding van dat enorme bedrag?

De heer Veldman (VVD):

Volgens mij is het een verantwoorde besteding. Het mkb profiteert daar ook van. De kunst is om in dit land ook multinationals te hebben waar mkb'ers voor werken en mee kunnen samenwerken. Dat gaat hand in hand. Zonder de multinationals hebben wij ook veel minder mkb'ers. Het één helpt het ander.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Yeşilgöz-Zegerius van de VVD.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Voorzitter. Ik ben vandaag een maand woordvoerder klimaat en energie. Ik ben dus nog in de fase dat ik mij vooral graag laat verrassen. Tijdens het inwerken zijn mij twee zaken, die elkaars verlengde liggen, ontzettend opgevallen. Ik wil ze graag vandaag met u delen.

In de eerste plaats noem ik het ijsbeereffect. Eén keer in de zoveel tijd gaat een foto van een uitgemergelde ijsbeer viraal. Zo ook afgelopen week. "Zo ziet global warming eruit: uitgemergelde ijsbeer zoekt met laatste kracht voedsel", kopte een landelijke krant bij een hartverscheurende foto van een zich voortslepende ijsbeer. Ik ben een groot dierenliefhebber, en ook mijn hart brak. Maar als we de emotie even weglaten en kijken naar de feiten, dan kunnen we vaststellen dat er veel verschillende oorzaken kunnen zijn waarom een ijsbeer sterft: ouderdom, ziekte, een gevecht met een collega. Er is geen enkele indicatie dat deze ijsbeer gestorven is door de opwarming van de aarde.

Maar ook omgekeerde verhalen, gepresenteerd als feiten, dragen niet bij aan de discussie en zeker niet aan de oplossing. Ik denk aan wetenschappers die beweren dat er geen enkele reden is om de klimaatverandering als een probleem te beschouwen. Neem Marcel Crok. Ook zijn er momenten in dit huis waarin tijdens het debat de emotie de overhand krijgt. Neem het debat over de energiebelasting onlangs. Het risico is dat wij hier feitenvrije debatten gaan voeren, waarmee we wat mij betreft exact het tegenovergestelde bereiken van wat we willen, namelijk dat we onze keuzes kunnen onderbouwen en er daarmee voldoende draagvlak in ons land is voor de grootste uitdaging van onze eeuw: de energietransitie.

Dit kabinet heeft de lat hoog gelegd. Het regeerakkoord zegt het duidelijk: Nederland wordt duurzaam. Dat is geen keuze, dat is een noodzaak. We moeten eerlijk zijn: daar moeten we echt een hoop voor doen. Het vorige kabinet heeft belangrijke stappen gezet. Denk aan het energieakkoord en het klimaatverdrag van Parijs, waarin 195 landen afspraken hebben gemaakt over het beperken van de opwarming van de aarde. De VVD staat achter deze afspraken, al was het maar om onszelf minder afhankelijk te maken van olie uit het Midden-Oosten of gas uit Rusland.

Maar zonder draagvlak gaan we deze doelen gewoon niet realiseren. Om het draagvlak te behouden is het ontzettend belangrijk dat we helder en duidelijk zijn, maar ook dat we niet gaan betuttelen. We gaan de mensen niet voorschrijven dat ze de auto moeten laten staan, dat ze de verwarming lager moeten zetten of dat ze geen vlees meer mogen eten. Dat kunnen Nederlanders prima voor zichzelf bepalen. Dergelijk betuttelend gedrag staat effectief klimaatbeleid in de weg. Het mooie is: heel veel Nederlanders zijn al flink aan de slag met duurzaamheid. Wat zij van de overheid nodig hebben, zijn heldere kaders en afspraken. Daarom was ik ook zo blij toen de minister twee weken geleden op vragen van collega Mulder toezegde om voor de zomer van 2018 met een nieuwe regeling te komen voor de salderingsregeling duurzame energie. Investeringszekerheid voor consumenten die willen investeren in zonnepanelen is van groot belang. Zoals deze minister onlangs al zei: het is nu alle hens aan dek. Het mag wat mij betreft in elk geval wel duidelijk zijn dat we echt de luxe niet meer hebben om onze tijd te verdoen met feitenvrije verhaaltjes. We moeten gewoon aan de bak.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik hoor dat we niet moeten betuttelen en dat we niks moeten verbieden. Er wordt gezegd: we moeten mensen niet verbieden om vlees te eten. Daar ben ik het op zich mee eens, maar is de VVD het er ook mee eens dat de overheid wel kan sturen op gedrag? We zetten een extra belasting op ongezonde dingen als roken of alcoholgebruik. We kunnen het gedrag van mensen wel sturen door dat duurder te maken.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

De VVD is van mening dat je daar zeer terughoudend in moet zijn. Wij zijn niet voor het sturen van gedrag. U noemde het voorbeeld van roken al. Ik denk ook aan een aantal groene maatregelen in ons belastingstelsel. Maar om nou op elk gebied van iemands leven het gedrag te gaan sturen … Daar zijn wij niet voor. En het mooie is: mensen kunnen het zelf bepalen. Mensen bepalen zelf hoe vaak ze vlees eten, of ze de fiets, de trein of de auto pakken. We zien om ons heen dat mensen ook steeds duurzamer worden. Nog los van de vraag of wij ideologisch van mening verschillen, geloof ik ook dat die betutteling echt niet nodig is.

De heer Wassenberg (PvdD):

Het is natuurlijk meer dan betutteling. Het kabinet is het ermee eens dat vlees wel het minst duurzame deel van ons voedselpakket is. Je kunt ook gewoon zeggen — dat lijkt mij een typisch VVD-standpunt — dat de vervuiler moet betalen. Is de VVD het met mij eens dat dat ook voor voedsel zou gelden, dus dat het meest vervuilende onderdeel van het voedselpakket ook het zwaarst belast wordt?

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Nee.

Voorzitter. Mijn tweede verwondering is een blijvende. Hoezeer ik ook weet hoe de Nederlander in elkaar zit, vol creativiteit en durf, toch blijf ik mij daarover verwonderen. Als een van de meest innovatieve economieën van de wereld, zoals mijn collega de heer Veldman zojuist al zei, wordt deze energietransitie, de enorme uitdaging waar we voor staan, gedragen door de kracht en ambitie van onze Nederlandse bedrijven en ondernemers. Het sleutelwoord voor het behalen van de klimaatdoelstellingen is innovatie. Ons land gaat in veel sectoren voorop als het gaat om innovatie en dat kan ook nu. Wat de VVD betreft gaan we deze transitie echt op z'n Hollands vormgeven. Dus niet aan de zijlijn staan en zeuren en miepen dat er helemaal geen noodzaak is voor een transitie en dat de klimaatverandering een hoax is, zoals sommigen ons willen laten geloven, maar ook niet denken en proberen af te dwingen dat onze manier van leven afgebroken moet worden om de klimaatdoelen te kunnen bereiken. Nee, wij doen dit met gezond verstand — zoals ik al zei: op z'n Hollands — door voorop te lopen met innovatieve ideeën, deze hier toe te passen en door onze kennis en kunde te exporteren.

Wij zien kansen voor ons land, voor onze economie, onze kennisinstellingen en voor onze export. Dat is pas effectief klimaatbeleid: internationaal gericht en innovatief. Het moet internationaal gericht, want we kunnen dit niet alleen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Normaal gesproken zijn we natuurlijk hartstikke trots op die export, maar hoe kijkt de VVD-fractie ertegen aan dat dit jaar een topjaar is voor de export van Gronings gas? Dat kan de VVD-fractie toch ook alleen maar afkeuren? Wij willen Groningers een goed leven bieden en wij willen daarom het gebruik van Gronings gas verminderen. Dat is ook een doelstelling in het regeerakkoord. En dan bevestigt deze minister in een brief dat 2017 toch echt een topjaar is voor de export van dat gas. Zullen we als VVD en GroenLinks samen optrekken om die export zo snel mogelijk te verminderen?

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Ik heb de beantwoording van deze vragen door de minister inderdaad gelezen. Het had verschillende oorzaken, maar laat ik gewoon direct antwoord geven op wat mij nu wordt gevraagd. Wij zijn met elkaar voor een afbouw van de gaswinning in Groningen. Daar vinden wij elkaar, maar wij kunnen het gasgebruik en het beleid in andere landen niet beïnvloeden. De minister gaat daarover in gesprek, maar wij gaan er niet over op welke manier zij omgaan met bijvoorbeeld gas. Wat wij wel kunnen doen, is hier een duidelijk plan hebben over hoe wij omgaan met onze gaswinning in Groningen. Daarover kom ik later te spreken. De minister heeft daar overigens heel duidelijke uitspraken over gedaan. Ik stel voor dat we ons daarop focussen, want daar gaan wij zelf over. Laten we ons daarop focussen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dank voor dit antwoord, maar wij gaan natuurlijk wel over wat voor contracten wij afsluiten met het buitenland en hoe wij samen met hen van het Groningse gas afkomen. In Duitsland wordt dat gas onder andere gebruikt om elektriciteit op te wekken. Nou is er ruim voldoende elektriciteit op de West-Europese markt. Is de VVD daarom bereid om samen met GroenLinks te kijken hoe we zo snel mogelijk het gebruik van Gronings gas, ons goede kostbare gas waar die Groningers zo'n last van hebben, terug kunnen brengen? We moeten dat gas in ieder geval niet gebruiken om er elektriciteit mee op te wekken.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Voorzitter. Volgens mij heeft de minister in zijn beantwoording aangegeven dat hij in gesprek is met verschillende landen om ons heen die gebruikmaken van Gronings gas. Ik denk dus dat we het daar moeten laten en dat we elkaar moeten vinden in hoe we op een veilige en betrouwbare wijze de gaswinning in Groningen kunnen afbouwen. Daar komen we zo meteen zeker nog over te spreken, want ik kom hier nog even op terug.

Voorzitter, waar was ik gebleven. Op z'n Hollands en internationaal beleid: ja, daar was ik.

Het Nederlandse aandeel in de mondiale CO2-uitstoot bedraagt slechts 0,42% en we moeten dus wel in internationaal verband afspraken maken als we echt, echt effectief willen zijn en echt effecten willen bereiken. De VVD wil dan ook dat deze minister aan de slag gaat om in Europees verband te pleiten voor de aanscherping van de Europese doelen naar een CO2-reductie met 55% in 2030. Een vraag aan de minister: hoe ging zijn gesprek tijdens zijn eerste bezoek aan Bonn? Dat was een tijdje geleden en hij was toen nog maar net minister op dit dossier, als ik het goed heb. Hij was er nog niet zo lang mee aan de slag, maar hij ging er toch meteen mee aan de slag om te kijken of we daar een meerderheid konden vinden en bondgenoten voor die 55% reductie. Aan hem de vraag: kan hij zijn eerste indrukken daarvan met ons hier delen?

Ik vraag hem verder of hij in zijn zoektocht naar bondgenoten voor de 55% CO2-reductie heel scherp voor ogen wil houden dat de concurrentiepositie van onze economie en van ons bedrijfsleven er geen negatieve schade van mag ondervinden. Het formuleren van langetermijndoelen, heldere afspraken voor de toekomst, speelt hierbij een heel belangrijke rol.

Daarbij moet de minister actief een rol gaan spelen in de handelsreizen en de akkoorden die vanuit Nederland worden opgezet. Ik wil de minister vragen om de Kamer op korte termijn te informeren over de rol en plek op de internationale handelsagenda van de ambities die wij hier vandaag bespreken.

Voorzitter. Het is goed om in het regeerakkoord te lezen dat er wordt ingezet op het opbouwen van expertise en het investeren in proefprojecten. Daarmee kunnen we voorop blijven lopen. Zowel bij de rijksoverheid als bij decentrale overheden wordt hiervoor een fors budget uitgetrokken. Alleen al aan rijksmiddelen gaat het om een budget van bijna 4 miljard euro. Daarbovenop worden het topsectorenbeleid en het innovatiebeleid meer gericht op klimaat- en energievraagstukken.

Het is wel belangrijk om aandacht te hebben voor knelpunten en belemmeringen die door innovatieve bedrijven ervaren worden. Ik wil de minister vragen hoe hij ervoor wil zorgen dat bedrijven en ondernemers snel kunnen schakelen op het moment dat zij belemmeringen ervaren. Ik hoop dat er vooral met ze meegedacht zal worden vanuit wat kan in plaats van wat niet kan. Ik overweeg een motie op dit punt.

Goed en slim klimaatbeleid biedt niet alleen kansen voor innovatie en economische groei, maar in het verlengde daarvan en als logisch gevolg ook voor de werkgelegenheid; daar ging het zojuist ook even over. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek uit oktober 2015 blijkt dat de werkgelegenheid rond de energievoorziening sterk is gegroeid. In de laatste jaren zie je een duidelijke knik: het aantal banen in de duurzame sector stijgt aanzienlijk sterker. In de conventionele hoek daalt het aantal zelfs. De SER doet op verzoek van de vorige regering een onderzoek naar de effecten van de energietransitie op de arbeidsmarkt. Ik hoor graag van de minister wanneer hij de resultaten daarvan verwacht.

We zien wel steeds meer dat er een tekort is aan vakmensen, met name in de groene energie. De industriecoalitie onderstreept dit in een recente brief aan de vaste Kamercommissie voor OCW door te stellen dat belangrijke ambitieagenda's, zoals de energietransitie, ernstig onder druk komen te staan, en daarmee ook de economische groei en ontwikkeling in ons land. De urgentie is hoog, aldus de industriecoalitie. Aan de minister de vraag of hij bereid is om samen met zijn collega van SZW met een integraal plan te komen hoe nieuw technisch personeel aangetrokken kan worden voor groene banen, waarbij ook aandacht is voor mogelijkheden van omscholing van mensen die op dit moment in de conventionele sector werken.

Tot dusver mijn verwonderingen. Ik wil hier graag nog even stilstaan bij de gaswinning in Groningen en bij de Groningers zelf. Onlangs zijn we daar met de commissie op werkbezoek geweest. De pijn maar ook de kracht van de mensen die in hun bezit, hun huis, hun leven geraakt zijn door de schade die is ontstaan door de gaswinning, heeft mij persoonlijk zeer geraakt. Vanuit de ellende die hun overkomen is, spraken zij ons toe met een kracht die ik bewonderenswaardig vond. Ik wil hen langs deze weg nogmaals bedanken voor hun openheid. De minister heeft onlangs al een aantal stappen aangekondigd, zoals dat de NAM overal tussenuit gaat. Ik wil graag van de minister weten wat dit concreet betekent. Ook wil ik weten wat zijn plannen zijn voor de komende maanden. Wanneer kunnen we meer verwachten betreffende het schadeprotocol, de rol van de regio, de invulling van de 50 miljoen die gereserveerd is in het regeerakkoord en zo meer? Ik heb een flink aantal vragen hierover, maar ik weet ook dat de minister bezig is voortvarend zaken op te pakken. Ik wil dus eigenlijk graag van hem weten wat de planning is die wij kunnen verwachten. Hoe en op welke momenten gaan wij het hierover hebben? Groningers willen volgens mij vooral alleen duidelijkheid en zekerheid. Dat lijkt mij absoluut niet te veel gevraagd.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we nu luisteren naar twee sprekers van de fractie van GroenLinks. Straks gaat mevrouw Van Tongeren vier minuten tot ons spreken. We hebben nu eerst zestien minuten de heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Kent u het getal 4,8? 4,8°C is de structurele opwarming die de beste klimaatmodellen nu voorspellen voor het einde van de eeuw. We zitten al op 1,1°C. Macron vreest dat we de strijd verliezen en het akkoord van Parijs niet meer halen. Maar het is absoluut nog niet te laat. Het is goed dat Nederland nu voorop wil lopen, maar het is dan wel zaak de daad bij het woord te voegen.

Wel goed gaat het met de Nederlandse economie en haar boekhouding. Veel burgers en bedrijven hebben de afgelopen jaren offers gebracht om de hoogconjunctuur van vandaag mogelijk te maken. Vooral de burgers met de smalste beurs hebben de pijn moeten dragen. Het is nu wel cruciaal om op dit hoogtepunt de juiste keuzes te maken. Ik hoor graag van beide bewindslieden hoe zij vol vuur aan de slag gaan met de energietransitie en alle burgers, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties daarbij gaan mobiliseren. Effectief klimaatbeleid is immers niet alleen noodzakelijk om Nederland leefbaar te houden; het zal ook bepalend zijn voor ons toekomstige verdienmodel en vestigingsklimaat.

GroenLinks heeft waardering voor de keuze van het kabinet om een minister van Economische Zaken en Klimaat te benoemen. Op de schouders van minister Wiebes rust een heel zware taak, een Atlas waardig. Om te beginnen zijn er het explosieve gasdossier en de afhandeling van de bevingsschade in Groningen. Daarover zal mijn collega Van Tongeren straks apart spreken.

De uitdagingen op klimaatverandering en de energietransitie zijn zo mogelijk nog groter. De wereldwijde uitstoot van broeikasgassen is vorig jaar opnieuw gestegen en extreme weerfenomenen richten ieder jaar grotere schade aan. Deelt de minister het oordeel van GroenLinks dat de energie- en klimaatambitie de grootste transitie is die Nederland ooit in korte tijd door moest maken? Ik hoor ook graag van hem hoe hij de ambitie wil invullen die de premier uitsprak tijdens de regeringsverklaring, namelijk dat de hele wereld naar Nederland gaat kijken voor klimaatoplossingen, zoals ze nu al kijkt naar onze water- en voedseloplossing. Het zou toch onvergefelijk zijn als de premier van een land met slechts 6% duurzame energie een veel te grote broek heeft aangetrokken?

Ook ambitieus zijn de CO2-reductiedoelen: 49% in 2030 en het streven om dit via Europese onderhandelingen op 55% te brengen. Doelen die dicht in de buurt liggen van wat GroenLinks al langer bepleitte, onder andere in de klimaatwet. Daarom zijn we ook positief over de uitgestoken hand van het kabinet om een breed draagvlak voor een gezamenlijke wet te zoeken. Het is goed dat we daarover in gesprek zijn, want een uitdaging die over decennia loopt en nog veel kabinetten tot handelen verplicht, verdient het om een breed door het parlement gedragen meerderheid te hebben.

De euforie over het sluiten van het regeerakkoord na de langste onderhandelingen ooit, kan ik verklaren. Maar de borstklopperij over "het groenste kabinet ooit", is bij ons slecht gevallen en werd ook direct gelogenstraft door de doorrekening van het Planbureau voor de Leefomgeving. Wie zichzelf publiekelijk al een 10 heeft gegeven, komt zwaar teleurgesteld op de koffie als blijkt dat de meester zegt: u haalt zeker een 2,5 en misschien wel een 5, maar dan moet u wel een deal sluiten met uw buurlanden. Want de andere helft van de benodigde antwoorden was door de coalitie gewoon niet ingevuld. Niet voor niets sprak afgelopen week de Eerste Kamer steun uit voor de motie van mijn collega van GroenLinks Tineke Strik, waarin staat dat het kabinet op korte termijn een volledig pakket maatregelen moet presenteren. Ik vraag de minister hoe en wanneer hij dat gaat opleveren.

Minister Wiebes heeft de reputatie opgebouwd een probleemoplosser met een lenige geest te zijn. We zien al dat voor hem de afspraken uit het regeerakkoord niet in marmer staan gebuiteld. Dat geeft hoop, want anders komen dat energieakkoord 2.0 en het reductiedoel nooit tot stand. Ik heb wel één waarschuwing voor de minister. Hij moet als ingenieur die denkt als een econoom niet blindvaren op zijn motto "maximale effectiviteit per euro", want hij loopt twee forse risico's. Het eerste is dat een fixatie op kosteneffectiviteit tot 2030 tot keuzes leidt die het behalen van het einddoel van Parijs in 2050 juist ondermijnen. Het tweede is dat hij niet moet vergeten om álle Nederlanders in die gigantische transitie mee te nemen. Nederland gaat zijn energieopwekking, zijn industrie, zijn mobiliteit, zijn landbouw, zijn kantoren en woningen veranderen. Dat is net zozeer een cultuurverandering als de rationele kosten-batenanalyse. Dan is het cruciaal dat de vervuiler echt betaalt, en dat lusten en lasten eerlijk verdeeld worden. Want wie mensen oneerlijk behandelt, roept vooral weerstand op. Naast maximale effectiviteit per euro, is het zaak dat u ook kiest voor maximale rechtvaardigheid per maatregel. Wilt u ook dat motto omarmen?

Naast onze kritiek dat op zijn best pas de helft van de klimaatambitie met het voorgestelde beleid realiseerbaar is, hebben wij nog een drietal ernstige verwijten. Ten eerste …

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik was even benieuwd wat GroenLinks bedoelt met "maximale rechtvaardigheid per maatregel".

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dat ga ik u straks allemaal uitleggen. Maar ik wil daar nu wel het volgende over zeggen. Maximale rechtvaardigheid per maatregel is dat we het principe dat de vervuiler betaalt ook echt toepassen, dat we bijvoorbeeld stoppen met het fiscaal knuffelen van fossiele giganten en dat we rekening houden met een eerlijke verdeling tussen wie de heffing betaalt en wie van maatregelen profiteert. We hebben een discussie gehad over de opslag van duurzame energie. De minister is zo vriendelijk geweest om mijn voorstel voor een andere verhouding dan 50-50 uit te rekenen, bijvoorbeeld 60% gedragen door de energie en 40% door de burger. Dat is goed voor de burger én de bakker. Alleen de grote chemiegigant gaat wat meer betalen, maar echt niet zo veel dat het de concurrentiepositie aantast. Met "maximale rechtvaardigheid per maatregel" bedoel ik dus dat we oog hebben voor een eerlijke verdeling van de lusten en lasten van die enorme transitie die we als samenleving door moeten gaan.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Oké. Op zich spreekt dat me aan, maar als je vervolgens de landbouw de nek om zou draaien met allerlei maatregelen, komt dat toch niet zo rechtvaardig op mij over. Dat zijn wel maatregelen die ik ook in het programma van GroenLinks ben tegengekomen. Ik vroeg me dus af wat daar precies mee bedoeld werd, maar u legt het nu anders uit. Misschien heeft u nog een toevoeging?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik leg het volgens mij helemaal niet anders uit, want ik leg nu voor het eerst uit wat ik daarmee bedoel. Ik denk ook dat u niet zo goed kunt lezen, als ik hoor wat u zegt over ons verkiezingsprogramma. Daarin staat geenszins dat GroenLinks de landbouw wil nekken. Wel onderkent GroenLinks dat de omvang van de landbouwstapel in Nederland een probleem is vanwege de methaanuitstoot, en ik denk dat de CDA-fractie daar ook goed aan zou doen. U weet dat methaan een nog veel sterker broeikasgas dan CO2 is, dus daar moeten we wat aan doen. Ik hoop met u dat we er met deze nieuwe Klimaatminister in slagen om ook in de landbouw te zorgen voor een flinke bijdrage aan het oplossen van het klimaatvraagstuk.

Ik zei dus dat ik nog een drietal andere ernstige verwijten heb. Ten eerste is de verdeling van lasten en lusten in de transitie zeer onrechtvaardig. Totaal ten onrechte ontspringen de grootste vervuilers de dans. Burgers betalen veel meer dan bedrijven en vooral de mensen met de smalste beurs komen letterlijk in de kou te staan. Ik roep de minister op om drie acties uit te voeren met collega's uit het kabinet. Wil hij met minister Ollongren onderzoeken of het mogelijk is om via de huurtoeslag een compensatie te geven aan huurders die de komende jaren nog blijvend in een woning zitten met een energielabel F of G? Woningbouwcorporaties verwachten dat dit tot 2021 nog 5% van hun voorraad zal betreffen. Wil de minister bezien of dit technisch mogelijk is? Ik vraag vooral ook naar haalbaarheid en mogelijke effecten. En wil de minister met collega Snel onderzoeken of het voor mensen met middeninkomens in goedkopere koopwoningen effectief is om één jaar na aankoop de overdrachtsbelasting terug te krijgen als zij in dat jaar de woning op energieprestaties verbeterd hebben? Velen verwachten dat deze groep eigenaren in de knel zal komen. Dit kan betaald worden door de overdrachtsbelasting voor duurdere woningen te verhogen. En wil de minister met de ministers Koolmees en Hoekstra het advies van de Raad van State opvolgen om "scherper in beeld te brengen hoe en waar de kosten van het klimaatbeleid richting 2030 gaan neerslaan" en voor 1 mei met een plan van aanpak komen?

Maximale rechtvaardigheid per maatregel betekent ook dat belofte schuld maakt. Veel organisaties en bedrijven hameren daarop. De minister dient de beloften van zijn voorganger waar te maken en de salderingsregeling voor zonnepanelen onverkort te handhaven tot 2023. Voorkomt hij nu jojobeleid en geldt voor hem "een man een man, een woord een woord"?

Het tweede verwijt is het volgende. De buitensporig zware inzet op afvang en opslag van CO2 zal ontwrichtend werken en ten onrechte een rem zetten op de noodzakelijke groei van het aandeel hernieuwbare energie. Een van de vorige werkgevers van de minister, McKinsey, berekende dat 3 tot 6 megaton opslag voor Nederland haalbaar is. Deelt hij die mening? Wij zijn fel tegenstander van subsidie voor opslag uit de stimuleringsregeling voor duurzame energie. De minister opperde twee weken geleden dat hij dit mogelijk apart wil regelen. Is dat nu definitief? En wanneer komt dat voorstel naar de Kamer? Is hij verder niet van mening dat voor het halen van de 49% reductie minstens een verdubbeling van de SDE-middelen nodig is, ook om te kunnen investeren in de ontwikkeling van waterstof voor de industrie, algen voor groengas, en duurzame alternatieven voor het vervangen van gas als grondstof in de chemie? Liggen dat soort opties ook op uw werktafel en straks in de onderhandelingen over het nieuwe energieakkoord?

Een derde verwijt is dat er geen juiste balans zit in het hanteren van de wortel en de stok. CO2-uitstoot moet zwaarder worden belast, liefst met andere landen samen, maar anders nationaal. Dit maakt zowel duurzame innovaties sneller rendabeler als de noodzakelijke gedrags- en cultuurveranderingen gemakkelijker. Afzien van zwaarder prijsbeleid op CO2 buiten de elektriciteitssector is de grootste miskleun van deze coalitie. Voortdurend zwicht men voor de krokodillentranen van de oude fossiele industrie. Die industrie hamert op een mondiale CO2-prijs, op een goed werkend emissiehandelssysteem. Natuurlijk zou dat inderdaad het beste zijn, maar dat is als wachten op de wereldvrede: iedereen wil het, maar heel realistisch is het niet. GroenLinks is de partij van hoop voor de toekomst zoals u weet, maar op het punt van een mondiale CO2-prijs is de industrie gewoon te dromerig. Ondertussen ondersteunen we de fossiele industrie direct of indirect met naar schatting 7,6 miljard euro per jaar. Wanneer stopt dit fiscaal knuffelen van fossiele giganten? Komt de minister hier ook met een concreet uitfaseringsplan? Gaat de minister in gesprek met buurlanden om te pleiten voor een additionele CO2-heffing in zowel energieproductie als industrie? Ziet hij op korte termijn toch nog nieuwe kansen voor aanscherping van het Europese emissiehandelssysteem?

Te pas en te onpas wordt er geschermd met de risico's voor de concurrentiepositie van bedrijven. Maar als je echt geen prijsbeleid wilt voeren, dan kun je toch op z'n minst kiezen voor hardere normering. Uit de Nationale Energieverkenning blijkt dat het doel van 100 petajoule energiebesparing bij lange na niet wordt gehaald. Veel bedrijven treuzelen ook met de energiebesparingskeuring. Waarom stelt de minister dit niet gewoon wettelijk verplicht en zorgt hij conform mijn amendement ervoor dat het budget voor handhaving op energiebesparing intact blijft?

Drie van de vijf doelen uit het huidige energieakkoord worden niet gehaald. Naast de trage energiebesparing groeien de groene banen niet hard genoeg en ontwikkelt het aandeel hernieuwbaar zich te langzaam. Wat gaat dit kabinet daaraan doen? Wie energieakkoord 1.0 niet haalt, legt toch een heel zware hypotheek op energieakkoord 2.0. Ook de 25% CO2-reductie van de Urgenda-uitspraak wordt niet gehaald, want er ligt nog een gapend gat van 4 megaton uitstootreductie dat we moeten overbruggen. GroenLinks heeft daarvoor een oplossing. Ik roep de minister op om geen seconde te verliezen, morgen de telefoon te pakken en aan tafel te gaan zitten met Nuon over een zo snel mogelijke sluiting van de Hemwegcentrale. Daarmee slaat hij in een klap vier vliegen. Hij haalt het Urgenda-doel, verbetert de beroerde luchtkwaliteit rond Amsterdam en bereikt maximale rechtvaardigheid per maatregel en maximale effectiviteit per euro. Want het bedrag dat Nuon noemde, 55 miljoen euro, kan vast nog wel wat omlaag als er scherp wordt onderhandeld. Ook de andere kolencentrales moeten ruim voor 2030 dicht. Wanneer gaat de minister met een wetsvoorstel komen om elektriciteitsproductie met kolen te verbieden? Dat wordt toch niet over deze regeerperiode heen getild?

Een snelle energietransitie vraagt om enorme investeringen van burgers, bedrijven en de politiek. Er is meer kapitaal beschikbaar dan Rutte III doet voorkomen. Alleen al de pensioenfondsen investeren een vermogen van 1.200 miljard buiten Nederland. GroenLinks wil dat een substantieel deel van dat kapitaal dienstbaar wordt gemaakt aan bijvoorbeeld het opwekken van hernieuwbare energie, elektrificatie van mobiliteit en het energieneutraal maken van woningen, kantoren en fabrieken. Is deze minister bereid in een apart akkoord pensioenfondsen en andere financiële partijen te bewegen hun duurzame investeringen in Nederland op te voeren?

De heer Jetten (D66):

Ik wil even terug naar het stukje over kolen en de Hemwegcentrale. Vandaag hebben we een brief gekregen van minister Wiebes waarin hij aankondigt in 2018 met een voorstel te komen met een verbod op kolen in de energieproductie. We worden dus samen op onze wenken bediend om die kolencentrale zo snel mogelijk te sluiten. De heer Van der Lee had het net een paar keer over het knuffelen van de fossiele industrie. Ik val toch van mijn stoel als ik uw amendement lees. U wilt 55 miljoen euro aan belastinggeld vrijmaken om die centrale te sluiten. U gaat dus 55 miljoen geven aan een kolencentrale. Dat is volgens mij nog veel erger dan het knuffelen dat u zojuist de CDA-fractie verweet. En wat nog erger is, is dat de GroenLinksfractie die 55 miljoen wil dekken uit het Gemeentefonds. Zelfs de GroenLinkswethouder van Utrecht twitterde net dat zij flabbergasted was vanwege dat voorstel, want die 55 miljoen is keihard nodig om op lokaal niveau wonen te verduurzamen en voor schone energie te zorgen. Mijn vraag aan de GroenLinksfractie is of dit amendement van haar niet toch eigenlijk voor de bühne is. Laten we alsjeblieft deze minister de opdracht geven om zo snel mogelijk kolen wettelijk te verbieden en laten we geen cadeautjes uitdelen aan de fossiele industrie.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Het fiscaal knuffelen van fossiele giganten gebeurt met miljarden tegelijk. Als we het hebben over kosteneffectiviteit: als je meerdere miljoenen tonnen CO2 kunt besparen voor slechts 55 miljoen, die in grote mate bedoeld zijn om ervoor te zorgen dat de werknemers in dat bedrijf nog op een sociale manier een toekomst hebben, vinden wij dat een heel kosteneffectieve maatregel. Het helpt ook een heel ander urgent probleem oplossen. De luchtkwaliteit in onze hoofdstad is zwaar beroerd. Ook daar wordt veel te lang gewacht met maatregelen. Ik zie ook dat het veel beter is om de andere centrales via een wettelijk verbod aan te pakken. Daar ben ik ook heel erg voor. Maar deze centrale is veel ouder, dus er vindt ook geen biomassabijstook plaats, en hij kan echt op korte termijn dicht. Daarmee bereiken we én het energieakkoord én het Urgendadoel. Dat is mij die prijs waard.

De heer Jetten (D66):

Ik denk dat GroenLinks en D66 elkaar vinden het pleidooi om zo snel mogelijk alle kolencentrales te sluiten. En ja, de Hemwegcentrale is de centrale die het eerst dicht moet en dat kan ook snel. Het verschil zit in de manier waarop we dat gaan aanpakken. Ik wil echt voorkomen dat we cadeautjes gaan uitdelen aan de energiesector. We moeten ervoor zorgen dat we met strakke normen die sector dwingen om te vergroenen. Ik wil de heer Van der Lee uitdagen om samen met ons aan die kant te gaan staan. Laten we niet miljoenen belastinggeld steken in het sluiten van kolencentrales. Laten we de minister een scherpe opdracht meegeven, zodat hij kan gaan onderhandelen en dat tegen de laagst mogelijke prijs voor elkaar kan krijgen. Dan investeren we die 55 miljoen in de echte energietransitie.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja, maar dat gaat weer jaren duren en die tijd hebben we gewoon niet meer. We moeten nu echt tempo maken. Hoe sneller we deze kolencentrale sluiten, hoe sneller we kunnen overstappen op hernieuwbare alternatieven. Ook de sluiting van die andere centrales moet ruim voor 2030 plaatsvinden. Dat ben ik volledig met u eens. Maar het is twee voor twaalf. Die opwarming gaat gewoon heel hard door en die tijd hebben we niet meer, dus ik zeg: sluit de Hemweg zo snel als mogelijk.

Verder ben ik benieuwd hoe de minister zijn coördinerende rol op klimaat gaat pakken. Hoe gaat hij meekijken en meesturen als het gaat om het halen van klimaatdoelstellingen op bijvoorbeeld landbouw, mobiliteit en de gebouwde omgeving? Vindt hij niet dat er een disbalans is tussen de CO2-taakstelling voor energie en industrie ten opzichte van die van andere sectoren? Moeten die niet veel harder lopen? Kunnen de VNG, het IPO en de waterschappen een reactie krijgen op hun aanbod? Wat gaat hij hen geven uit bijvoorbeeld de klimaatenvelop van 300 miljoen?

Ik zie verder dat VNO-NCW de aanval heeft geopend op meer innovatiesubsidie voor KNMI en RIVM. Daar gaan de beide bewindslieden toch niet in mee? Hoe gaan zij bereiken dat innovatiegelden vooral aan mkb-bedrijven ten goede komen?

Mijn laatste oproep aan de minister is om een een initiatief te nemen dat past bij het ambitieniveau van dit kabinet. Wilt u zich er hard voor maken dat in 2020 de mondiale klimaattop in Nederland wordt gehouden? Wilt u actief en financieel participeren in Nijmegen, dat voor het komend jaar uitgeroepen is tot European Green Capital? Dat is een enorme eer voor de stad en heel Nederland en een prachtig platform voor dit kabinet om zijn klimaatambities uit te dragen.

Naast voor de energietransitie is dit departement verantwoordelijk voor een andere grote transitie, de digitale. Hiervoor is de staatssecretaris aan zet, die zich volgens mij nog voelt als Alice in digital wonderland. Digitalisering is een zegen en een vloek. Het heeft ons enorm veel gebracht aan productiviteitsgroei. Het is in toenemende mate de infrastructuur achter alle infrastructuren geworden. Het kan ons ook helpen om binnen milieugrenzen te blijven. Door slimme digitale toepassingen valt er mogelijk tot 73 miljoen ton CO2 te besparen in Nederland. Met welk plan gaat deze staatssecretaris haar collega Wiebes ondersteunen om deze duurzame potentie van digitalisering te benutten?

Er is echter ook een keerzijde, een vloek. Digitalisering draagt bij aan groeiende ongelijkheid en bedreigt onze privacy en onze veiligheid. Cyberaanvallen vormen een toenemend gevaar voor de betrouwbaarheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid van onze infrastructuur.

Juist omdat digitalisering zo'n brede en disruptieve transitie is, begrijp ik niet waarom in het regeerakkoord de ambitie ontbreekt om als overheid een integrale digitale agenda voor Nederland te ontwikkelen. Waarom deze afwachtende houding, alsof digitalisering alleen door burgers en bedrijven gebracht en doordacht moet worden? Kan de staatssecretaris aangeven wat haar plannen zijn om een sterk coördinatiemechanisme in te voeren, dat op basis van een integrale digitale agenda werk maakt van het borgen van alle optimale kansen die digitalisering biedt, maar ook van de publieke waarden en vitale belangen? Is het niet ook goed om een digitale onderraad van de ministerraad in te stellen, om heldere politieke coördinatie tot stand te brengen, zodat bijvoorbeeld het probleem van satellietgrondstation Burum, voor uitrol van 5G, snel wordt opgelost? En vindt u met de sector dat er snel een digitale top onder voorzitterschap van de premier moet plaatsvinden om een nationale digitale agenda op te stellen?

Voorzitter. Ik sluit af. Onze leefwereld, ons welbevinden en onze verdiencapaciteit staan of vallen met het succes van zowel de energietransitie als de digitale transitie. Beide bewindslieden hebben ontzaglijk veel te doen. Ik zou zeggen: aan de slag! En bedenk dat succesvolle realisaties van deze transities ook veel belangrijker zijn voor het vestigingsklimaat dan het schrappen van de dividendbelasting.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De laatste spreker voor de dinerpauze is mevrouw Van Tongeren. Een beetje eetlustopwekkend graag.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Zeker, voorzitter. De minister heeft in Groningen overheidsfalen toegegeven — daarvoor hulde — en drie beloftes gedaan: dat de NAM niets meer te zeggen heeft bij de schadeafhandeling, dat de NAM niets meer te zeggen heeft bij de versterking van de gebouwen en dat de NAM niets meer te zeggen heeft over de hoogte van de gaswinning. Een prachtige ferme insteek. Wanneer heeft deze minister dat geregeld?

Dan de gaswinning. Ik had het er net even over. Het is een topjaar voor de export van Gronings gas geworden. Er is een overaanbod op de markt, lezen we in de brieven en de bijlagen, van de Groningse gaskwaliteit. Als GroenLinks willen we, en we hopen dat de VVD en de andere partijen ons daarbij steunen, dat we stoppen met het opwekken van stroom met Gronings gas. Wanneer is de ombouw van centrales in Nederland en in Duitsland een feit? Of gaan we opwek met Gronings gas gewoon stoppen en die centrales sluiten? Er is immers voldoende stroomaanbod op de West-Europese markt. Wanneer stopt het mkb met het verwarmen van lege gebouwen met Gronings gas? Dat kost het mkb 300 miljoen en ze verwarmen lege gebouwen. Wanneer gaan we stoppen met het geven van een afsluitboete aan huishoudens die zelf van hun Gronings-gasaansluiting af willen? Twee jaar geleden was dat vaak nog nul euro. Inmiddels loopt dat op tot €600 per gasaansluiting.

Een volgende vraag aan de minister. Als er stroomuitval is, hebben we een noodplan: wat sluiten we als eerste af? En als er bij gas zoiets is? Ik heb het noodplan niet kunnen vinden. Ik hoop dat het er is. Je ziet namelijk wat er bijvoorbeeld in Oostenrijk gebeurt, met een ontploffing. En Italië moet de noodtoestand uitroepen om bedrijven aan te wijzen die als eerste van het gas af gaan.

Dan het schadeherstel, een terugkerend thema. De NAM is het eigen vermogen in het bedrijf aan het afbouwen. Dat zit nu onder de 200 miljoen. Is er wel voldoende geborgd dat voor nu, maar ook voor in de toekomst — we weten uit Limburg dat die schadeafhandeling nog 20, 30, 40 jaar kan blijven lopen — echt voldoende fondsen zijn bij de NAM, of hoe gaat de minister dat regelen? Gaat deze minister nu eindelijk de twee ton uit het aangenomen amendement-Van Tongeren bij de begrotingsbehandeling van vorig jaar, vrijgeven, zodat Groningers die recht zoeken, daar gebruik van kunnen maken? Wat vindt de minister van de winst van het Centrum Veilig Wonen? Hij schrijft keurig op dat dat juridisch mag, maar wat vinden we er moreel van dat een bedrijfje 2,4 miljoen verdient aan het afhandelen van schadeclaims van de Groningers? Blijven de arbiters gewoon hun zinnige werk doen? Het regeerakkoord zegt: geen nieuwe vergunningen onder land. Maar is dat niet een lege huls? Zijn er überhaupt wel stukken waar eventueel gas is in Nederland, waar niet al bijvoorbeeld een vergunning uit 1963 voor is?

Dan over de versterkingen. Welke normen gaan wij daar nou toepassen, die uit 2015 of 2017, de normen voor de dijken of de normen voor de snelwegen? De normen voor de industrie in het Eemsgebied zijn weer anders, die voor de hoogbouw ook. Kan de minister helderheid scheppen in het woud aan normen, zodat Groningen weet waar het aan toe is?

Voor het wettelijk kader geldt dezelfde vraag. We hebben de Crisis- en herstelwet. Een speciale Alderswet is in voorbereiding die nog op uw ministerie ligt. Daar zijn wij benieuwd naar. Er zijn geruchten over een Groningenwet. Er is het handboek van het Centrum Veilig Wonen. We hebben de mening van Witteveen+Bos of het voorstel van GroenLinks, namelijk: zullen we gewoon het huidige Nederlandse recht gaan toepassen? Dus geen speciale deals meer met de universiteit of het ziekenhuis, geen hoge overheidsambtenaar die naar privaatrecht contracten sluit met de NAM en geen schadecontracten met vertrouwelijke clausules. Gewoon accepteren dat de provincie, de waterschappen en de gemeentes de enige zijn met een nevengeschikt democratisch mandaat. Zullen we de Groninger bevolking serieus nemen dit jaar en echt stappen maken? Deze minister is gepositioneerd om te kiezen of hij het verschil gaat maken voor Groningen. Of hij kan, wat de VVD deed, pappen en nathouden.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

U bedankt. Ik schors tot 19.30 uur. Dan hebben we even tijd om te dineren. Als we terugkomen, gaan we luisteren naar de bijdrage van het CDA.

De vergadering wordt van 18.45 uur tot 19.35 uur geschorst.

De voorzitter:

We zijn weer compleet en we gaan door. We gaan luisteren naar de bijdragen van het CDA. Straks komt de heer Amhaouch, maar eerst mevrouw Agnes Mulder. Het woord is aan haar.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter, dank. Dit kabinet zal moeten laten zien dat de veiligheid van onze Groninger inwoners centraal staat.

De voorzitter:

Als iedereen even wil luisteren.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

De uitspraak van deze minister onlangs in Groningen dat de NAM er helemaal tussenuit moet, heeft laten zien dat het hem menens is. Nu zal hij dat moeten omzetten in concrete daden. Het kabinet zal de vraag naar aardgas, zoals ook in het regeerakkoord staat, verder moeten verlagen. De minister moet voortvarend aan de slag gaan met het schadeprotocol en de versterking van de woningen en bedrijfspanden in Groningen. Welke randvoorwaarden geeft de minister mee aan het schadeprotocol? Zijn de Groninger Bodem Beweging en het Groninger Gasberaad in zijn ogen daarbij voldoende gehoord? In de gesprekken tijdens het werkbezoek van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat aan Groningen hoorden wij dat de regio eruit zou zijn. Kan de minister dat bevestigen en volgt hij het voorstel van de regio? In hoeverre worden de inwoners boven het opslaggebied van Norg daar ook in meegenomen? Vallen zij onder het Groninger schadeprotocol?

Voorzitter. Eigenlijk is het onbegrijpelijk dat de behandeling van schadegevallen eind maart dit jaar is stopgezet totdat er een nieuw protocol is. Hoe gaat de minister deze mensen, die nu al driekwart jaar in de wacht staan, helpen? Dat is heel cru, zeker als je in de media leest dat het Centrum Veilig Wonen winst heeft gemaakt. Tja, ik krijg dat dus echt niet uitgelegd in de regio. Dit is onbegrijpelijk. Vindt de minister dat met ons? In het nieuws kwam dat veel huizen gesloopt zullen moeten worden. Voor het CDA is het dan belangrijk dat inwoners zelf invloed hebben op wat er met hun huizen gebeurt. Zij hebben niet gevraagd om de gaswinning en de bijbehorende aardbevingen. Hoe gaat de minister dit regelen in het versterkingsprogramma, dat onafhankelijk van de NAM moet worden uitgevoerd? En kijkt de minister daarbij ook naar duurzaamheid? Groningen verdient het om op dit vlak perspectief te krijgen, zoals ook in het regeerakkoord staat. Als coalitiepartijen hebben we met name daarvoor jaarlijks 50 miljoen euro ter beschikking gesteld. Graag een reactie van de minister.

Het verschil is gewoon te groot. In de wijk Opwierde-Zuid in Appingedam krijgen sommige inwoners een spiksplinternieuwe woning. Dat is ook nodig vanuit veiligheidsperspectief, maar anderen krijgen vanuit diezelfde versterkingsopgave een boekensteun. Die woningen moet toch op z'n minst aardgasvrij worden gemaakt?

Voorzitter. Is er een Groningenwet nodig in verband met de vraagstukken van ruimtelijke ordening, wat ook naar voren kwam bij dat werkbezoek? Hoe kijkt de minister daarnaar? Wanneer komt de minister met een in de regio gedragen opkoop- en garantieregeling?

Voorzitter. De manier waarop met de Groningers wordt omgegaan, heeft inmiddels effect op de gaswinning uit de kleine velden. Met de vorige minister sprak het CDA een representatieve nulmeting af voor de woningen boven nieuwe velden of velden waar grote wijzigingen plaatsvinden. Wat zijn volgens de minister de ervaringen van onze inwoners in bijvoorbeeld Oppenhuizen met die representatieve nulmetingen? Wij horen dat het niet werkt en willen graag een volledige nulmeting hebben. Als een dergelijke meting achteraf niet nodig blijkt te zijn geweest, dan is dat voor iedereen winst. Maar mocht die wel nodig zijn, dan hebben alle partijen daar baat bij.

De heer Van Raan (PvdD):

Mevrouw Mulder spreekt terecht goede woorden over de veiligheid en wat er in Groningen moet worden gedaan. Dat is prima, maar ze begon met te zeggen dat veiligheid het hoogste goed is. Dat ben ik met haar eens. Ik vroeg me wel af of dat alleen voor de situatie in Groningen geldt of bijvoorbeeld ook voor het luchtruim boven Nederland.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Als vliegtuigen elkaar in het luchtruim zo rakelings kruisen dat ze elkaar kunnen raken, dan is dat niet veilig. Ik denk dat voor iedereen duidelijk is dat vliegtuigen op een veilige manier moeten kunnen vliegen, want anders stapt echt niemand meer in een vliegtuig, ook meneer Van Raan niet, denk ik.

De heer Van Raan (PvdD):

Dat zijn goede woorden. Daar hoopte ik op. Dat betekent dat zij de conclusies van het onderzoeksrapport naar de vliegveiligheid onderschrijft en dat zij zegt dat er eigenlijk geen uitbreiding van de luchtvaart, van de vliegbewegingen, moet komen voordat er een grondige herziening is geweest van het luchtruim. Fijn dat het CDA dat onderschrijft. Dank u wel.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik onderschrijf de veiligheid natuurlijk, maar volgens mij zit luchtvaart bij Infrastructuur en Waterstaat en hoort de discussie daarover dus ook daar thuis. Al mijn collega's die daar wat van vinden, zijn hier vanavond niet. Ik bemoei me graag met andere beleidsterreinen, maar het lijkt me zuiver als de discussie daar wordt gevoerd waar zij gevoerd hoort te worden. Dan doen we ook recht aan die discussie. Dat is mijn antwoord daarop.

De voorzitter:

Nou, prima, dan gaat u gewoon door.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Het CDA omarmt de uitspraak van de Raad van State, die zegt dat de onderbouwing van het winningsplan voor Groningen beter moet. Dat vond onze fractie vorig jaar ook al. Wij hadden al eerder vragen over de periode van vijf jaar en de ontwikkeling van een risicogebaseerde winning, waarbij per put rekening wordt gehouden met de risico's die de winning oplevert. Met welke opdracht is de verbetering van het winningsplan nu teruggelegd bij de NAM?

De afgelopen weken was het kouder en is er dus zeer waarschijnlijk meer gas gewonnen. Dat hebben inwoners vrijwel direct kunnen merken door het toegenomen aantal aardbevingen in de afgelopen weken. In hoeverre heeft dat effect op het verdere traject van het maken van het nieuwe winningsplan? Hoe worden provincie, gemeenten en de Tweede Kamer hierbij betrokken?

Voorzitter. Het CDA wil dat er voortgang wordt gemaakt om in Nederland minder Groninger gas te gebruiken. Zoals het regeerakkoord stelt, zullen de industrie en de energiesector van het Groninger gas af moeten. Hoe ziet de tijdsplanning van de minister eruit om hierover het gesprek aan te gaan? Daarnaast zullen we minder gas moeten gebruiken in de gebouwde omgeving. Uit een aantal rapporten komt naar voren dat hiervoor hybride cv-systemen en hybride warmtepompen geschikt zijn. Is de minister bereid om te kijken of het aanbod aan cv's op korte termijn teruggebracht kan worden naar hybride of elektrische systemen, zodat we met elkaar geleidelijk, maar toch ook snel voor de inwoners van Groningen de overstap kunnen maken?

Mevrouw Beckerman (SP):

Dat zijn prachtige woorden. Ik kan niet anders dan het daarmee eens zijn. Maar we hebben ook gehoord van het SodM, het staatstoezicht dat de gaswinning in de gaten houdt, dat de gaswinning in deze periode, binnen vijf jaar, terug kan naar 13 miljard kuub per jaar als je zo'n stikstoffabriek bouwt in Zuidbroek. Nu heeft deze minister gezegd dat hij dat besluit toch maar weer eens gaat uitstellen. Ik heb u mooie woorden horen spreken over het terugdringen van de gaswinning in Groningen. Wilt u de minister daar ook op aanspreken? Het is natuurlijk bizar dat mensen nu weer een koude winter ingaan, en weer in onveiligheid zitten, of nog steeds in onveiligheid zitten. Bent u het met mij eens dat die stikstoffabriek er nú moet komen?

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik denk dat de minister ongetwijfeld verder op de stikstoffabriek zal ingaan, juist om te kijken hoe je de verdere afbouw kunt laten plaatsvinden. We hebben een motie van de SP op dat vlak ondersteund. Laat de minister maar aangeven hoe hij dat dan ziet met de stikstoffabriek. Het CDA heeft al jaren geleden aangegeven dit een goede optie te vinden. We zijn nu weer een paar jaar verder. Ik vraag me af of er niet ook nog andere maatregelen te nemen zijn, om een verdere afbouw te kunnen laten plaatsvinden. Daar pleit ik vanavond voor, en ik hoop dat de minister die vraag van de CDA-fractie, van alle fracties in deze Kamer, kan beantwoorden. Want volgens mij wil iedereen de winning verder naar beneden brengen.

Mevrouw Beckerman (SP):

Het is natuurlijk heel pijnlijk dat we daar al jaren voor pleiten en dat de regering, nu zij er ook steun aan geeft, dat besluit weer heeft uitgesteld. Ik vind het heel mooi dat u zegt dat wij moeten bekijken hoe we daarvan af kunnen komen, bijvoorbeeld voor de huishoudens. Ik ondersteun dat plan van harte. In de jaren zestig, toen we overgingen op gas, konden mensen kosteloos hun apparatuur omruilen en een heel grote korting krijgen als ze meer wilden. Zit dat ook in uw plan? Of draaien de huishoudens voor die kosten op? Of heeft u daar nog geen idee van?

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Wij vinden het belangrijk dat, als je al weet dat die andere vormen van cv's op de markt zijn — die hard nodig zijn om die hele transitie vorm te geven — je het dan aantrekkelijk moet maken voor mensen om daarop over te stappen. Niks is gratis, helaas. Bij de SP misschien wel, maar in mijn wereld bestaat dat niet. Maar je kunt het wel stimuleren. We hebben bijvoorbeeld ook dubbelglas gestimuleerd. We hebben isolatie gestimuleerd. Ik denk dat we al die maatregelen uiteindelijk nodig hebben, niet alleen voor de Groningers maar ook voor de rest van ons land, om ervoor te zorgen dat we uiteindelijk de doelen van het verdrag van Parijs kunnen halen. Het dient dus twee doelen: beter zorgen voor onze Groningers en uiteindelijk ook het reduceren van de CO2-uitstoot. Daar zullen wij dus streng op controleren.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Het betoog van collega Agnes Mulder was mij uit het hart gegrepen. In de hele voorgaande periode zijn wij vaak samen opgetrokken als het om Groningen ging. Mevrouw Agnes Mulder zegt dat we het gasgebruik in Nederland moeten terugbrengen. In mijn termijn heb ik ook gezegd dat onder andere de export van Gronings gas naar Duitsland hoger is geworden, omdat ze er daar stroom mee maken. Dat doen ze alleen omdat het net iets goedkoper is om het op die wijze op te wekken dan op een andere manier. Zou het CDA samen met GroenLinks willen optrekken om de minister te laten bekijken of Gronings gas in elk geval niet meer wordt ingezet voor het maken van elektriciteit, stroom? Laten we die 150 miljoen er echt voor gebruiken om er in Nederland mee te stoppen. Maar we moeten ook tegen Duitsland zeggen: als je de aardappels gaar moet krijgen of de bejaardentehuizen moet verwarmen, begrijpen we dat het even duurt voordat er een afbouw is. Maar je kunt aan mensen in Groningen toch niet uitleggen dat er stroom van wordt gemaakt?

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik ben heel benieuwd naar het antwoord van de minister op deze vraag van de fractie van GroenLinks, juist ook omdat wij in het verleden met elkaar op het volgende gehamerd hebben: kijk goed waar je het voor gebruikt. Er moet een realistisch afbouwplan komen. Dat moet de minister dan weer bespreken met onze buitenlandse klanten. Dat doet hij dan natuurlijk gewoon via de partijen die daarvoor zijn, maar ik vind wel dat de minister mag worden aangespoord door ons om dat ook maximaal te doen. Als dit een optie is om het verder terug te kunnen brengen, dan moet de minister van goeden huize komen om te zeggen dat dat niet zo is en dat hij daar niet mee aan de slag wil. Dus eerlijk gezegd denk ik dat hij dat misschien best zou willen. En daar zou ik dan voor zijn. Daar wil ik nog aan toevoegen dat het CDA niet helemaal van het gas af wil. Want groen gas zouden we best kunnen gebruiken. Als wij straks bijvoorbeeld boven Groningen hopelijk nog wat extra windmolens op nieuwe kavels in zee kunnen zetten, waardoor er ook werkgelegenheid voor Groningen komt, ben ik er niet op tegen om waterstof als techniek te gebruiken. Maar daar heb je misschien ook wel weer gas voor nodig. Ik ben dus niet helemaal tegen gas, maar de winning van aardgas uit het Groningenveld moet verder worden teruggebracht.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Mijn betoog ging over Gronings gas en dit gaat ook over de export van Gronings gas. Mevrouw Agnes Mulder heeft het over een afbouwplan, maar in 2017 exporteren we meer Gronings gas dan in 2016 en in 2016 exporteerden we al meer Gronings gas dan in 2015. Dus we zijn niet bezig met een afbouwplan, we zijn klaarblijkelijk bezig geweest — ik wist dit niet, ik heb dit pas recent ontdekt — met een toename van de export naar Duitsland. Als je dan kijkt waar dat voor nodig is, dan blijkt dat dit in Duitsland wordt gebruikt om stroom mee op te wekken. Dat gebeurt alleen omdat er nu een overaanbod is van Gronings gas en het voordelig is om daar stroom mee te maken.

De voorzitter:

En uw vraag?

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Mijn vraag is: wil het CDA GroenLinks steunen door te zeggen dat we daar op korte termijn mee moeten stoppen? Er zit geen keiharde leveringszekerheid onder, het is niet verplicht vanwege allerlei contracten. Je kunt toch niet met droge ogen in Groningen uitleggen dat ze daar in de ellende van de aardbevingen zitten omdat wij een paar euro verdienen aan het in Duitsland laten opwekken van stroom met Gronings gas?

De voorzitter:

Het antwoord mag korter dan de vraag.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik denk dat dit heel terechte vragen zijn van de GroenLinksfractie. Ik ben heel benieuwd naar het antwoord van de minister in dezen. Als dit inderdaad voor de leveringszekerheid niet nodig is … Daar hebben we het natuurlijk wel altijd over gehad met elkaar. Ik ben heel erg benieuwd naar het antwoord van de minister op dit punt.

Voorzitter. Ik ga verder met mijn betoog. Het CDA wil dat er voortgang wordt geboekt met minder gebruik in Nederland van Gronings gas. Ik heb net al aangegeven dat we bij de industrie zullen moeten omschakelen. We zullen ook met onze eigen ketels aan de slag moeten. Daar zullen we langzaam afscheid van moeten nemen. Daarmee gaan we er ook voor zorgen dat Nederland het klimaatakkoord van Parijs uitvoert. We hebben ambitieuze doelen met elkaar afgesproken en het zal veel inspanning en middelen van inwoners, bedrijven en overheden vragen om dit ook te realiseren. De minister kan daarbij rekenen op het CDA — mits, zo zeg ik, we onze inwoners op een heel goede manier meenemen. Het CDA wil dat inwoners een rol krijgen in het nieuw te ontwikkelen energieakkoord, dat huishoudens en het mkb worden ondersteund bij de verduurzaming van hun huis en dat ze kunnen meebeslissen over en meeprofiteren van duurzame-energieprojecten. Want zij betalen een groot deel van de rekening. Hoe gaat de minister daar vorm aan geven? De toezegging die de minister deed, namelijk om voor de zomer van 2018 te komen met een modernisering van de salderingsregeling, is hierbij echt van essentieel belang. Goed dat de minister in dat voorstel ook het kleine mkb meeneemt. Dank voor die toezeggingen.

Voorzitter. In het regeerakkoord is op initiatief van het CDA nadrukkelijk afgesproken dat er een aparte regeling komt voor energiecoöperaties die het mogelijk maakt dat omwonenden makkelijker kunnen participeren in duurzame-energieprojecten in hun directe omgeving. Ik weet dat ook de ChristenUnie daarvan een voorstander is.

Voorzitter. De postcoderoosregeling blijft erg complex. Het is eenvoudig als we in de SDE+ een aparte regeling opnemen, net als voor windenergie op zee en biovergisters. Dit zal ten goede komen aan het versterken en verduurzamen van onze samenleving. Deze afspraak is ook specifiek gemaakt vanwege de problemen die we hebben met windmolens op land. Daarbij dachten onze onderhandelaars ook specifiek aan mijn provincie Drenthe en aan Groningen. Het CDA heeft er vaker voor gepleit dat de omgeving meeprofiteert van duurzame-energieprojecten. Hier zijn natuurlijk heel veel goede voorbeelden van, laat dat duidelijk zijn. Maar het kan en het moet echt beter. In hoeverre kan de gedragscode voor windenergie op land verplicht worden, zodat ontwikkelaars altijd de omgeving moeten laten meeprofiteren? Hoe gaat de minister hieraan uitvoering geven?

Voorzitter. Daarnaast is de start van energiecoöperaties vaak moeilijk. Ze hebben geen buffers van eerdere projecten zoals projectontwikkelaars die vaak wel hebben. Met een revolverend ontwikkelingsfonds zouden zij enorm geholpen zijn. Daarover lopen ook gesprekken. In juli heeft de Kamer hierover nog een brief van de minister van Financiën ontvangen. Is de minister bereid om samen met hem daar verder werk van te maken?

Voorzitter. We hebben nog een aangenomen motie die de minister verzoekt om te bekijken hoe inwoners kunnen meedoen bij tenders voor nieuwe windparken op zee. Hoe gaat de minister hieraan uitvoering geven?

Voorzitter. Een mooie manier om onderwijs en verduurzaming samen op te laten gaan, zijn zonnepanelen op scholen. Hiervoor ligt een plan van de Stichting Schooldakrevolutie, een prachtig initiatief dat een bijdrage kan leveren aan de klimaatdoelstelling van Parijs en jongeren kan inspireren, net als onze docenten. Met een lening van 10 miljoen of een garantstelling kunnen de initiatiefnemers ver komen. Is de minister bereid om hierover met de initiatiefnemers te overleggen om te kijken welke mogelijkheden er zijn?

Voorzitter. Het CDA ziet graag dat er ruimte komt voor meer duurzaam en innovatief aanbesteden door de overheid. Die is toch vaak launching customer. Daarbij vraagt het CDA de minister en de staatssecretaris om oog te hebben voor aanbesteding in brede zin en specifiek voor het toegankelijker maken van aanbesteding voor het mkb en het toespitsen op de energietransitie. Want juist wij als overheid kunnen onze inkoopvolumes van 60 miljard euro toch gebruiken om de energietransitie en de transitie naar een circulaire economie te versnellen en innovaties een kans te geven? Dan is wel de vraag of er voldoende kennis beschikbaar is bij onze mensen op al die plekken waar aanbestedingen plaatsvinden. In hoeverre kunnen de SBIR-regeling en PIANOo daarbij helpen? En is de minister bereid om samen met collega's die verantwoordelijk zijn voor de circulaire economie en het rijksvastgoed te kijken wat de mogelijkheden zijn om het eigen vastgoed verder te verduurzamen?

Tot slot Invest-NL. We kunnen ons voorstellen dat Invest-NL in eerste instantie nadrukkelijk inzet op de energietransitie en dat daarmee investeringen worden geholpen om CO2 te reduceren. Daarbij denken we aan investeringen in energie-infrastructuur, zoals warmtenetwerken of leidingen voor de opslag van CO2 in grote havens.

Voorzitter. Ik rond af met een hartenkreet van mijn kant. Onze belastingbetalers investeren door de overheid in innovatie en het tegengaan van CO2-uitstoot. Laten we dit geld dan ook duurzaam en dus revolverend inzetten, en daar waar dat niet kan werken, waar de markt het nog net niet aandurft, met garanties of mede-investeringen naar het voorbeeld van EBN of de FMO. Voor het CDA zou EBN daarnaast ook een rol kunnen spelen bij geothermie. Graag horen we hoe de minister daarover denkt.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dan de heer Amhaouch, eveneens van het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):

Dank u wel, voorzitter. De CDA-fractie kan het niet vaak genoeg benadrukken: het midden- en kleinbedrijf, het mkb, is de motor van de Nederlandse economie. Ruim 7 van de 10 banen in het bedrijfsleven zijn afkomstig van dit mkb. Het mkb zorgt voor ruim 60% van de toegevoegde waarde. Veel mbo'ers vinden bijvoorbeeld een toekomst in het mkb, en het mkb is sterk vertegenwoordigd in de regio. Van de 440.000 mkb-bedrijven in Nederland zijn er bijvoorbeeld zo'n 73.000 gevestigd in de provincie Overijssel. Ik noem dit voorbeeld om het ook dichter bij huis te brengen. Ook vormt het mkb, waaronder veel familiebedrijven, het cement van de lokale samenleving. Kijk maar eens op en rond de sportvelden.

De CDA-fractie is daarom verheugd dat het mkb met hoofdletters is geschreven in het regeerakkoord. Zo komt er een mkb-toets. Is de staatssecretaris bereid om bij de invulling van die mkb-toets de nadruk te leggen op de uitvoerbaarheid van wet- en regelgeving in de praktijk? Zal de toets in ieder geval worden toegepast bij de start van nieuwe wet- en regelgeving, en gaat elk ministerie de mkb-toets toepassen op een vergelijkbare manier? Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen het aanbrengen van focus in de aanpak van regeldrukvermindering? Zou een top vijf van regeldrukthema's, waarbij je je dus concentreert op een aantal belangrijke thema's, wat kunnen zijn?

Een ander knelpunt voor het mkb is het te laat betalen van rekeningen door overheden en bedrijven. De percentages van rekeningen die binnen de wettelijke termijn van 30 dagen worden betaald door het Rijk, provincies en gemeenten liggen op respectievelijk zo'n 95%, 89% en voor gemeentes maar liefst 43%. Het is daarom van belang dat in het regeerakkoord staat dat de rijksoverheid rekeningen van mkb'ers altijd binnen de wettelijke norm van 30 dagen gaat betalen, en dat zij bedrijven en andere semioverheden gaat stimuleren om hetzelfde te doen. Welke instrumenten wil de staatssecretaris inzetten om dit voor elkaar te krijgen?

De voorzitter:

Er is een vraag van de heer Öztürk.

De heer Öztürk (DENK):

Ik hoor van het woordvoerderschap van het CDA prachtige verhalen over het mkb. Het is mkb hier en mkb daar. U zegt: het mkb staat met grote letters in het coalitieakkoord! Maar de grote bedrijven krijgen 1,4 miljard dividendbelasting in hun zak, niet het mkb. Als u het mkb daadwerkelijk zo belangrijk vond, had u die 1,4 miljard euro niet aan de rijke, grote bedrijven gegeven, maar aan de bedrijven waar u het net over had.

De heer Amhaouch (CDA):

Het CDA hecht veel waarde aan het bedrijfsleven in Nederland in het algemeen. We weten dat het grootbedrijf de aanjager is van innovatie, maar ook van mkb-bedrijven. Aan de andere kant is het mkb ook de drager van het grootbedrijf. We moeten dus iets blijven doen voor het internationale grootbedrijf, maar het CDA zet ook voor de volle honderd procent in op het mkb. Het is niet of het een, of het ander; het is en-en.

De heer Öztürk (DENK):

1,4 miljard voor Shell, Unilever, AkzoNobel en misschien nog een geheime andere. Het lijkt wel een coalitie van Shell, AkzoNobel en Unilever. Het kan toch niet zo zijn, meneer Amhaouch, dat u hier een pleidooi houdt en nog geen euro voor het mkb vraagt? En dat terwijl de grote bedrijven, die miljarden hebben, voor miljarden aan bonussen geven en met dikke auto's met chauffeurs rondrijden, gewoon de 1,4 miljard euro van de ondernemers die de afgelopen jaren bezuinigd hebben, krijgen.

De voorzitter:

Wat is de vraag?

De heer Öztürk (DENK):

Staat u nog steeds achter het spekken van grote bedrijven?

De heer Amhaouch (CDA):

In het nieuwe regeerakkoord worden miljarden uitgetrokken voor innovatie en voor het mkb. Meneer Öztürk maakt een karikatuur van grote bedrijven als Philips, Shell, ASML en VDL, die duizenden banen leveren voor de gewone man, die gewoon met de fiets en een broodtrommeltje naar het werk gaat en daar heel belangrijk werk doet. Ik denk niet dat we in karikaturen moeten vervallen en moeten polariseren over grote bedrijven en het midden- en kleinbedrijf. Volgens mij hebben we ze allebei hard nodig voor Nederland.

De voorzitter:

U gaat verder.

De heer Amhaouch (CDA):

Een ander knelpunt voor het mkb …

De voorzitter:

Één seconde, de heer Öztürk doet een tweede interruptie.

De heer Öztürk (DENK):

De heer Amhaouch probeert de samenleving wat wijs te maken over ASML, Philips en zo. Die krijgen geen dividendbelasting terug. Wees daar eerlijk over. Probeer dus niet via VDL, ASML en Philips, waar heel veel mensen trots op zijn, de mensen wat wijs te maken. Shell, AkzoNobel en Unilever zijn de miljardenbedrijven die met miljarden aan vliegtuigen over de wereld vliegen, met uw geld, met het geld van de ondernemers. Afgelopen jaren is er flink bezuinigd op die ondernemers. Hun is geld afgepakt. Dat gaat naar de grote bedrijven. U doet daar gewoon aan mee en dan probeert u via VDL en uw oud-werkgever ASML de mensen wat wijs te maken.

De heer Amhaouch (CDA):

Ik heb de vraag niet gehoord, voorzitter.

De heer Öztürk (DENK):

De vraag is duidelijk: probeert u de mensen nog steeds wat wijs te maken?

De heer Amhaouch (CDA):

De grote bedrijven die we in Nederland hebben, het maakt me niet uit of dat nu de Shells of de VDL's zijn, hebben we allemaal nodig. U kunt niet ontkennen dat die een toegevoegde waarde hebben in dit land en dat die garant staan voor de maakindustrie in dit land. Als u daarvan een karikatuur wilt maken, dan is dat uw keuze.

Voorzitter, ik ga verder met mijn betoog. Een ander knelpunt voor het mkb blijft het vinden van voldoende financiering. Is de staatssecretaris bereid om het initiatief van de Vereniging Samenwerkende Kredietunies (VSK) te blijven ondersteunen totdat dat initiatief op eigen benen kan staan? Sterke kredietunies kunnen een tegenkracht zijn tegen een verkeerde vorm van crowdfundingpraktijken.

Het CDA krijgt graag een overzicht van waar Invest-NL in vergelijking met de huidige situatie toegevoegde waarde gaat creëren, ook voor mkb'ers, en van hoe in de uitvoering ervoor wordt gezorgd dat er niet een gedrocht wordt opgetuigd.

Ik kom op innovatie. Het toepassen van innovatieve kennis, zoals over 3D-printen en robotisering, blijft nog veel hangen bij de koplopers van het mkb. Het CDA ziet graag verspreiding daarvan naar het brede mkb — noem het "het mkb-peloton" — om zo te zorgen voor doorgroei van mkb-bedrijven, het verhogen van de arbeidsproductiviteit en de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. Is het kabinet bereid om de in het regeerakkoord aangekondigde uitbreiding van de regeling Mkb-Innovatiestimulering Regio en Topsectoren — een hele mond vol; het is de MIT-regeling — aan te grijpen om deze uit te breiden met een nieuw onderdeel, namelijk brede kennisverspreiding naar het mkb door toegepastekennisorganisaties? Dit zou goed aansluiten bij een initiatief als Knowledge Deals MKB tussen bijvoorbeeld de Metaalunie, MKB Nederland en TNO. Dat zijn in onze ogen goede voorbeelden.

Voorzitter. Is het kabinet ook bereid om de kennisverspreiding in de richting van het mkb wat betreft het toepassen van een digitaliseringsscan te versnellen, in navolging van wat is gebeurd met de energiescan? Dit zou bijvoorbeeld kunnen door als kabinet de digitaliseringsscan te gaan stimuleren en indien nodig daarvoor een beperkt deel van het innovatiebudget te benutten. Ook hier kunnen we de mkb-bedrijven helpen om hun productiviteit te verhogen of de cybersecurity inzichtelijk te maken, waarna de bedrijven daar zelf mee aan de slag kunnen.

Ik kom bij de extra middelen in het regeerakkoord voor toegepast onderzoek. Is de minister bereid om deze middelen met name bij het mkb terecht te laten komen en om de middelen voor de onderzoeksinfrastructuur met name te gebruiken voor toegepast onderzoek? Hoe gaat de minister zorgen voor solide financiering van de verschillende onderzoeksinstituten, zoals TNO, MARIN et cetera, et cetera? Op het gebied van de Wbso hebben we vele signalen gekregen van bijzondere ondernemers. Wij begrijpen dat de minister voornemens is om de tarieven te verlagen om de overschrijding in 2016 te compenseren. Is er ruimte te vinden om dit gedeeltelijk of geheel te compenseren, al is het over het lopende jaar 2018? Mijn collega van de ChristenUnie heeft dat ook al benoemd.

Op het gebied van het topsectorenbeleid is het CDA benieuwd hoe de minister aankijkt tegen het nationaal masterplan fotonica. Hoe worden de voortgang en tussentijdse resultaten geborgd, zodat dit snel kan worden ingezet om complexe maatschappelijke vraagstukken op te lossen? Wij moeten onze unieke positie met deze veelbelovende sleuteltechnologie behouden.

Voorzitter. Hoe gaat de minister zorgen voor regionale en sectorale proefprojecten, wettelijke experimenteerruimtes en regelvrije zones conform het regeerakkoord? Veel innovatieve initiatiefnemers voelen zich vaak gevangen in een dwangbuis.

Dan komen we op een bepaald punt dat volgens mij de PvdA ook al heeft aangekaart tijdens een interruptie. Dat gaat over het om-, her- en bijscholen. Op dit moment vinden bepaalde werknemers geen baan, terwijl tegelijkertijd uit een rapport van ING blijkt dat er in de komende twaalf jaar 120.000 vacatures in de technologische industrie moeten worden vervuld. We vragen de minister wie nu in de lead zou moeten zijn. Wie zou de coördinerende rol op zich moeten nemen om in de huidige crisissituatie — want dat is het volgens ons — samen met collega-departementen en de vertegenwoordigers van de werkgevers en de werknemers een integraal plan op te stellen voor een arbeidsmarktmatch en om het tekort substantieel kleiner te maken? Het stimuleren van om-, her- en bijscholen is urgent en heeft alle prioriteit nodig, zodat mensen de zekerheid hebben op een baan, de economische groei niet stagneert en onze gezamenlijke duurzaamheidsambities waar kunnen worden gemaakt. Hoe kijkt de minister aan tegen een aantal landelijke pilots zoals in Overijssel en in Limburg?

Nu de regio Eindhoven de mainportstatus heeft, liggen er ook extra kansen voor werkgelegenheid en innovatie.

Ik denk dat er een interruptie gaat aankomen, voorzitter.

De voorzitter:

Ja, dat gevoel heb ik ook. Ik dacht: ik laat u even uw punt afmaken. Maar dan gaan we luisteren naar de heer Moorlag.

De heer Moorlag (PvdA):

Het doet mij deugd dat de heer Amhaouch aandacht besteedt aan dit punt, want naar mijn overtuiging is dit echt de grootste remmer voor economische groei en voor de energietransitie. Vanuit de VVD-fractie werd dit signaal ook al afgegeven. Mijn vraag aan de heer Amhaouch is of hij echt bereid is om de minister breed vanuit de Kamer op te roepen om samen met zijn collega's van OCW en Sociale Zaken met een heel goed plan van aanpak te komen in den brede en ook specifiek gericht op het energieakkoord. Naar mijn overtuiging zal er in het energieakkoord echt een heel stevige arbeidsmarktparagraaf moeten komen, omdat anders al het werk dat er ligt …

De voorzitter:

En uw vraag?

De heer Moorlag (PvdA):

Deelt hij de opvatting dat anders al het werk dat er ligt, niet verricht zal kunnen worden en dat de economische groei de energietransitie gaat stagneren?

De heer Amhaouch (CDA):

Ik kan het alleen maar eens zijn met de heer Moorlag. Ook mijn collega Van der Molen heeft dit bij OCW aangekaart. Ik kaart het vandaag aan bij EZ en mijn collega Heerma zal het volgende week bij Sociale Zaken en Werkgelegenheid aankaarten. Er zal een integraal plan moeten komen dat de crisis nu, de grote en schrijnende tekorten, zal moeten gaan oplossen of in elk geval reduceren. Op die weg kunt u ons zeker vinden. En het regeerakkoord geeft ook een aantal oplossingen aan. Kijk maar naar die paragraaf. Er moet met werkgevers en werknemers ook kritisch gekeken worden hoe we omgaan met scholingsgelden en voornamelijk met intersectorale mobiliteit. Er zijn bijvoorbeeld de afgelopen drie jaren 10.000 mensen van de banken op straat komen te staan. Hoe kunnen wij een gedeelte van die mensen om-, her- of bijscholen, zodat ze voor de klas kunnen staan, in een bedrijf kunnen gaan werken of andere zaken kunnen doen?

De heer Moorlag (PvdA):

Bent u ook bereid om met een stofkam door de begroting te gaan — misschien nog niet door deze begroting, maar door volgende begrotingen — om te bekijken of de middelen bij elkaar gebracht kunnen worden om echt een stevige impuls te geven om het arbeidsmarktprobleem op te lossen?

De heer Amhaouch (CDA):

Ik gebruik altijd een beetje gel, eerlijk gezegd, en niet de kam. Maar ik wil de minister toch even de kans geven om dadelijk antwoord te geven op de vraag hoe in elk geval de drie departementen Sociale Zaken, EZ en Onderwijs daarop ingaan. Hoe kunnen we de handen bundelen? Wie neemt daar de lead? In elk geval geven ondernemers dagelijks het signaal af dat ze een tekort hebben. De ondernemers zijn aan zet. De overheid is aan zet. En ook de werknemersorganisaties zijn aan zet.

De voorzitter:

Prima. U continueert.

De heer Amhaouch (CDA):

Nu de regio Eindhoven de mainportstatus heeft, liggen er ook extra kansen voor werkgelegenheid en innovatie in het zuidoosten van Nederland. De Kamer was er in 2016 al heel helder over en nu staat het ook in het regeerakkoord. De vraag is hoe het kabinet het actieplan brainport samen met de regio gaat uitwerken. Wij zouden graag een tijdpad willen ontvangen dat past bij de ambities en behoeften van de regio.

Het CDA steunt de inzet van de minister om Siemens Hengelo open te houden, in welke vorm dan ook. Ook dank voor de beantwoording van onze schriftelijke vragen. Kan de minister een tipje van de sluier oplichten wanneer de stille diplomatie tot bepaalde resultaten kan leiden?

Ik kom bij de bescherming van bedrijven met vitaal belang. Het is verstandig dat in het regeerakkoord is opgenomen dat de overheid via actieve goedkeuring of via voorwaarden bescherming kan bieden aan bedrijven in de vitale sector met een nationaal veiligheidsbelang. Wanneer is het onderzoek afgerond naar de vraag of extra bescherming nodig is voor de landbouwgronden en bepaalde regionale infrastructuurwerken, zoals de Westerscheldetunnel?

Ook is het verstandig dat beursgenoteerde bedrijven zelf meer instrumenten krijgen, zoals een bedenktijd en eerdere registratie van aandeelhouderschap bij de AFM. Daarmee worden activistisch aandeelhouderschap via zogenaamde sprinkhanen en vijandige overnamen moeilijker. Wanneer komt het kabinet met wetsvoorstellen naar de Kamer?

Voor veel ondernemers gaat via franchising een droom in vervulling: een eigen bedrijf. Het enthousiasme neemt voor sommige franchisenemers snel af doordat zij geen gelijkwaardigheid en transparantie aantreffen in de onderhandelingsfase. Als ze eenmaal het contract getekend hebben, zijn ze zwaar teleurgesteld. Wanneer komt het kabinet met wetgeving conform het regeerakkoord?

Het is ook oneerlijk indien overheden economische activiteiten in eigen beheer uitvoeren zonder ondernemers de mogelijkheid te geven te laten zien of zij dit beter kunnen. Meer transparantie is daarom nodig. Zo denkt het CDA aan een openbaar digitaal register inbesteden, waarbij overheden alle voorgenomen beslissingen rond inbesteden vooraf moeten of kunnen melden. Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen meer transparantie en zo'n register? We moeten voorkomen dat overheden gaan concurreren met het bedrijfsleven.

Op het gebied van snel internet is het CDA benieuwd wat de staatssecretaris gaat doen om Nederland zo snel mogelijk te laten voldoen aan de Europese doelstelling van 100 Mbit/s voor heel Nederland in 2025, dus ook in het buitengebied en in de grensregio's.

Tot slot. Goed dat de staatssecretaris eerste stappen heeft gezet op de postmarkt om te komen tot een gelijk speelveld voor arbeidsvoorwaarden en veiligheid. Wij zien uit naar de uitkomsten van de maatschappelijke dialoog over de toekomst van de postmarkt.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een vraag van de heer Hijink.

De heer Hijink (SP):

Het is een vraag op het punt van het inbesteden van bepaalde diensten. Het idee, dat volgens mij gedeeld wordt door een heel groot deel van deze Kamer, is dat het heel goed is dat beveiligers, cateringmensen en schoonmakers juist meer in dienst worden genomen bij overheden in plaats van dat het altijd maar "uitbesteden, uitbesteden" is. Wat is nou precies het doel dat het CDA heeft met het transparant en openbaar maken van dat soort inbestedingen?

De heer Amhaouch (CDA):

Dat is tweeledig. Als een decentrale overheid of de rijksoverheid voornemens is om werk zelf te gaan doen, bijvoorbeeld het poetsen, en zij is er nog niet van overtuigd dat zij het echt gaat aanbesteden — dat kan op TenderNed — dan moet dat vooraf gecommuniceerd worden. Aan de andere kant krijgt het mkb de gelegenheid om daarop te acteren, om met een tegenvoorstel te komen. Die transparantie zou veel meer moeten leiden tot interactie tussen mkb en overheden, zodat mkb-bedrijven een reële kans krijgen en niet hoeven te concurreren met de overheid.

De heer Hijink (SP):

Tuig je daarmee niet vooral een enorme bureaucratie op? Als het doel is, wat het overgrote deel van de bevolking en deze Kamer wil, dat juist meer mensen die eigenlijk gewoon bij een gemeente, een provincie of een ministerie horen, daar ook daadwerkelijk in dienst komen, dan gaan we dat toch niet allemaal in dikke boekwerken vastleggen? Als wij het juist belangrijk vinden dat meer mensen in dienst komen bij ministeries of gemeenten, bijvoorbeeld mensen in de catering, de beveiliging en de schoonmaak, dan moeten we dat toch gewoon doen? Dan gaan we toch niet een heel boekwerk aan bureaucratie optuigen omdat u zo hecht aan openheid? Wie wordt daar nou beter van, niemand toch?

De heer Amhaouch (CDA):

Ik begrijp de heer Hijink misschien niet goed, maar wij willen dus juist niet dat er meer mensen in dienst komen van die overheid. Wij willen juist dat een bedrijf bijvoorbeeld ergens tegen normale condities kan gaan poetsen. Het kan toch niet zo zijn dat de overheid gaat concurreren met het bedrijfsleven in dezen? Dat bent u toch met mij eens?

De heer Hijink (SP):

Nee.

De heer Amhaouch (CDA):

Niet? Dan verschillen we daarover van mening. Hoe kan dat nou?

De voorzitter:

De volgende spreker is de heer Hijink van de fractie van de SP. Misschien kunt u meteen antwoord geven op de vraag van de heer Amhaouch, maar u gaat natuurlijk over uw eigen tekst.

De heer Hijink (SP):

Voorzitter. In Hengelo wordt dezer dagen door veel mensen de adem ingehouden. Als donderslag bij heldere hemel werd een paar weken geleden het vertrek van Siemens aangekondigd. Het voorbeeld van Siemens is tekenend voor deze tijd, een tijd waarin werknemers een speelbal zijn geworden in handen van het internationale bedrijfsleven, een tijd waarin de overheid allereerst de belangen van de aandeelhouders dient en niet die van de mensen. Vorige maand hebben wij deze minister gevraagd om zich in te zetten om het werk bij Siemens in Hengelo te behouden. Wat heeft de minister sindsdien gedaan? Hij schrijft aan de Tweede Kamer dat hij in gesprek is met de hoofddirectie of in gesprek gaat met de hoofddirectie van Siemens. Wat is daarbij zijn inzet? Wanneer gaan deze gesprekken gebeuren en spreekt hij ook met de Duitse politiek? Ik hoor graag een reactie van de minister hierop.

Voorzitter. Overal in ons land staan werknemers op voor hun rechten en dat is ook nodig als je ziet met welk gemak deze regering de belangen van multinationals boven die van gewone mensen zet. 1,4 miljard euro, 1.400 miljoen euro, wordt met de afschaffing van de dividendbelasting over de balk gegooid, zonder dat er ook maar aanwijzingen zijn dat dit goed zou zijn voor de werkgelegenheid en de economie in ons land. Waar ben je dan precies mee bezig?, is mijn vraag aan de minister. Bovendien kunnen we toch ook niet stellen dat na die belofte van 1,4 miljard de grote bedrijven zich ineens loyaler en dienstbaarder zijn gaan opstellen naar hun mensen en naar dit land.

Voorzitter. Iedereen praat in deze zaal over hoe belangrijk het technisch onderwijs is en hoe belangrijk innovatie is voor ons land. Ga dan eens kijken naar de rol die Siemens speelt in Hengelo, een hoogwaardig technologisch bedrijf met een enorm effect op de regio. Het is een innovatiemagneet die jongeren aantrekt om de techniek in te gaan, iets waar het midden- en kleinbedrijf om schreeuwt. Het is hier vanavond al eerder gezegd. Ik ben pas in Hengelo geweest en je komt daar echt iedereen tegen. Het roc zit aan de overkant van de weg en de technische universiteit om de hoek. Jongeren raken door dit soort bedrijven geïnspireerd en het zou dus alleen al daarom heel wat waard zijn als wij een minister zouden hebben die in woord en daad wat harder voor dit soort bedrijven wil lopen.

Als je het werk wilt behouden en innovatie wilt versterken, dan moet je als regering industriepolitiek durven te voeren. Waar is die visie, zou ik graag van de minister willen weten. Waar is uw visie op het Nederlandse bedrijfsleven? Gaat dat nou verder dan een belastingverlaging voor buitenlandse investeerders of is dat het wel zo'n beetje? Hier een hoofdkantoor hebben is leuk maar nooit hoofdzaak. Onderzoekswerk, productieafdelingen en opleidingsplaatsen: dat zijn de plekken waar de innovatie echt plaatsvindt en die we dus aan ons land moeten binden. Een beetje minder Zuidas en iets meer techniek in de regio zou voor dit land heel erg goed zijn.

Nederland moet geen belastingparadijs willen zijn, maar een land dat qua onderwijs, technologie en banen vooroploopt, een land waar ook echt iets wordt gemaakt in plaats van een land waar iedereen zijn winsten parkeert in lege brievenbusmaatschappijen. Hoe kijkt de minister hiertegen aan? De SP vindt dat slimme industriepolitiek vraagt om een activistische overheid, die niet terugdeinst om op te treden als cruciale industrieën dreigen te verdwijnen. Je kijkt dus niet lijdzaam toe als buitenlandse bedrijven belangrijke Nederlandse industrieën opkopen. Kan de minister uitleggen waarom de voorstellen in het regeerakkoord, dus de voorstellen om vijandige overnames te voorkomen, een afzwakking zijn van de oorspronkelijke plannen van minister Kamp? Waar is de bedenktijd van één jaar gebleven die eerder werd voorgesteld? Wat betekent dat vage zinnetje dat de bedenktijd het kapitaalverkeer niet mag raken? En waarom mag de wettelijke bedenktijd niet gecombineerd worden met andere beschermingsconstructies? Ik hoor graag waarom de minister deze regels wil afzwakken.

Minister Kamp liet nog blijken dat de belangen van de aandeelhouders niet zaligmakend zijn. Is deze minister het met mij eens dat er binnen een bedrijf meer belangen zijn dan alleen die van de aandeelhouders? Of laat hij zich kennen als een felle verdediger van aandeelhoudersbelangen, ook als het slecht is voor de rest van de gemeenschap? Dit voorjaar steunde deze Kamer ook een voorstel voor de invoering van een preventieve toets bij ongewenste of vijandige overnames. Dat is een heel goed idee, want zo kunnen wij voorkomen dat werk, innovatie en bedrijvigheid verloren gaan. Hoe staat het met deze toets? Wanneer kunnen wij voorstellen verwachten?

Voorzitter. Vorige week hebben wij met de staatssecretaris gesproken over de toekomst van de post. Nog steeds wil een groot deel van deze Kamer vasthouden aan een systeem van opgelegde concurrentie, concurrentie die ten koste gaat van de mensen die werken in de post. De lonen zijn te laag en de werkdruk veel te hoog. Postbezorgers overal in Nederland hebben lang gewacht op een besluit van deze regering, en ook van voorgaande regeringen trouwens. Al jaren hebben bedrijven 80% van hun werknemers in dienst moeten hebben, en al jarenlang gebeurt dat niet. Sommige bedrijven hielden zich er niet aan en sloten een flut-cao af met een nepvakbond, zodat ze zich niet aan de 80%-norm hoefden te houden.

De SP is heel blij dat de staatssecretaris per 1 januari eindelijk een einde aan deze bungelbanen gaat maken. Dat is een heel goede zaak. Een postbezorger verdient namelijk meer dan stukloon. Daar heeft mijn voorganger, Sharon Gesthuizen, zich niet voor niks jarenlang hard voor gemaakt. Is de staatssecretaris het met de SP eens dat de brievenpost zich eigenlijk niet leent voor harde concurrentie op prijzen? Hoe logisch vindt zij het dat er steeds meer bezorgers van verschillende bedrijven met steeds minder post door dezelfde straat lopen? Ik krijg dat aan niemand uitgelegd. Ik ben benieuwd of de staatssecretaris dat wel kan.

Voorzitter. In de post en bij bedrijven als Akzo, Tata, Unilever en Siemens zien we overal hetzelfde: het belang van de aandeelhouder is allesbepalend voor de beslissingen die worden genomen. Wat we nodig hebben, is een actieve overheid die de aandeelhoudersmacht gaat inperken, een overheid die het belang van mens en milieu verkiest boven het belang van de mensen die een bedrijf enkel zien als een winstmachine, een overheid die durft te investeren in innovatie, die kiest voor werkgelegenheid en die opstaat als dergelijke belangen in het geding zijn. Die visie zien wij bij deze regering niet; nog niet, misschien komt het nog. Maar een beetje minder Zuidas en meer werk en innovatie in de regio kunnen we heel hard gebruiken. Ik vraag de minister tot slot: is hij bereid om zich daar nu voor te gaan inzetten?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Eveneens van de SP: mevrouw Beckerman.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel, voorzitter. Eigenlijk zouden klimaat, energie en de aanpak van de ramp in Groningen geen politieke strijd moeten zijn. Dit zouden we samen moeten oplossen: geen gehakketak, maar het gewoon regelen. Daarom zou ik u het liefst willen uitnodigen voor een maaltijd, de maaltijd die Jannie Knot al ruim een jaar eet voor ontbijt, voor lunch, voor diner: boterhammen met pindakaas, soms met jam. Jannie woont met haar zoon met downsyndroom in Garrelsweer. Ze had een goed boerenbedrijf totdat bleek dat het gebouw kapot was door aardbevingen en acuut kon instorten. Binnen vijf dagen moest ze op last onder dwangsom al haar dieren weghalen. Sinds die dag heeft ze niets meer. Ze is nog steeds aan het vechten om haar geld terug te krijgen, en deze feestmaand staat er weer brood met pindakaas op het menu. Ik zou de minister willen vragen: wat gaat u doen ... De minister is even in gesprek. Wat gaat u doen voor Jannie en haar zoon? Wat gaat u doen voor al die Groninger Jannies?

Groningen maakt zeer pijnlijk duidelijk dat we af moeten van fossiele brandstof en over moeten op veilige energie voor iedereen, maar nog steeds is de gaswinning hoog. Twee weken geleden bleek dat dit jaar de export van Groninger gas nu al hoger ligt dan vorig jaar, ondanks dat er een motie in de Kamer is aangenomen om de export af te bouwen. Wat gaat de minister daaraan doen? Volgens het Staatstoezicht op de Mijnen kunnen we deze periode al terug naar een gaswinning van 13 miljard kuub als we alleen een stikstoffabriek bouwen in Zuidbroek. Juist dit besluit heeft minister Wiebes als eerste uitgesteld.

Vanwege klimaatverandering, vanwege Groningen moeten we af van fossiele energie, besparen en overstappen op veilige en duurzame energie, maar de manier waarop deze regering dat wil aanpakken is oneerlijk en werkt niet. Dit is kabinet-Shell I, of misschien wel het zoveelste Shell-kabinet. Nederland steunt de fossiele industrie met 7,6 miljard per jaar. Dat is €15.000 per minuut. Gaat de minister deze subsidie afbouwen of zelfs stoppen?

Nederland is een vervuilersparadijs. Bedrijven betalen 1,8 miljard euro minder dan ze aan CO2-schade veroorzaken. 55% van de aangebrachte milieuschade wordt niet belast. De vervuiler betaalt niet, de vervuiler krijgt cadeautjes. Dit jaar komt daar nog een extra belastingcadeautje bij, vanwege het afschaffen van de dividendbelasting, bijvoorbeeld aan Shell. Brood met pindakaas voor Jannie, miljoenen voor de medeveroorzaker van haar leed, Shell.

Datzelfde Shell maakte in het derde kwartaal van dit jaar overigens 3,5 miljard euro winst. Over de eerste negen maanden van dit jaar kwam de winst uit op 9,8 miljard: een ruime verdubbeling ten opzichte van een jaar eerder. Shell krijgt cadeautjes, de huishoudens betalen de rekening. Gezinnen betalen 2,8 miljard voor milieuschade die ze niet veroorzaken en betalen via de energierekening een opslag verduurzaming die 100 keer hoger ligt dan de tarieven voor de grootste vervuilers. De energierekening van huishoudens gaat komend jaar met €190 omhoog. En die rekening gaat de komende jaren stijgen. Nu al kunnen 1 miljoen Nederlanders hun energierekening niet meer betalen. Oneerlijk en ineffectief.

Helaas heeft het SP-voorstel voor een lagere energierekening het niet gehaald. Wij geven echter niet op en komen met nieuwe voorstellen. Wat gaat de minister doen aan de energiearmoede?

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Ik zou zo graag van de collega van de SP willen weten, als het gaat over extra energiebelasting en hogere energierekeningen, hoe het dan kan dat de SP in het eigen verkiezingsprogramma een fikse verhoging, €300 per jaar, voorstond.

Mevrouw Beckerman (SP):

Wij pleiten voor een eerlijke verdeling van de lusten en de lasten. Wij zouden graag willen dat de vervuiler gaat betalen. Dat moet u als VVD'er toch ook aanspreken, de vervuiler laten betalen en juist de huishoudens ontzien? Ik kom nog met verdere voorstellen hoe we dat kunnen doen.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):

Die voorstellen zie ik graag tegemoet, maar in uw verkiezingsprogramma ontziet u die huishoudens niet; u doet er €300 bovenop. Als je ziet wat er nu voorligt vanuit Rutte II en Rutte III, dan blijkt dat iedereen betaalt aan deze grote energietransitie, daar moeten we ook eerlijk over zijn, maar dat de meeste mensen er onder de streep op vooruitgaan. Als we dat nemen en uw programma ernaast leggen, gaan ze er in uw programma nog elk jaar €300 bij betalen. Jazeker.

Mevrouw Beckerman (SP):

Nee, dat klopt niet. Misschien kunt u het terugzoeken; het is allemaal na te zoeken. Al vanaf de invoering van de opslag duurzame energie, de belasting die we allemaal betalen om te verduurzamen, heeft de SP altijd gepleit voor een eerlijke verdeling van de lusten en de lasten. We zien nu dat het heel erg scheefloopt. Juist voor mensen in een huis waar ze niet kunnen kiezen voor minder stoken, vaak een tochtige huurwoning, wordt de energierekening torenhoog. Dat helpt de verduurzaming niet; die mensen kunnen niet zelf verduurzamen. Zo brengen we mensen op kosten terwijl het de verduurzaming niet vooruitbrengt. Dat wil de SP niet. Wij willen een effectief klimaatbeleid. Helaas hebben wij u nog niet aan onze zijde gevonden.

Voorzitter, ik ga door. We staan voor een grote omwenteling. We moeten af van onveilige energie. Dat werkt niet als we huishoudens de crisis laten betalen en vervuilers ontzien. Wij willen een eerlijke energietransitie. Eerder in mijn betoog pleitte in al voor het dichtdraaien van de gaskraan door de buitenlandse export snel te verminderen. Daarnaast pleit ik voor het verminderen van de gasvraag, door zo snel mogelijk veel huizen te verduurzamen en van het gas af te helpen. Ik heb een brochure bij me, die ik nu omhoog hou. Deze brochure kregen mensen in de jaren zestig in de bus. Toen stapten we razendsnel over op aardgas. Dat werd extra aantrekkelijk gemaakt. Mensen konden gratis of voor een sterk gereduceerd tarief nieuwe apparaten krijgen. Nu is van het aardgas af gaan voor veel huishoudens helemaal niet aantrekkelijk of zelfs onbetaalbaar of onmogelijk. Dat moet anders. Wat wil de minister doen om het aantrekkelijker te maken? Want juist de verduurzaming van sociale huurwoningen blijft achter. Juist inwoners van deze huizen krijgen straks te maken met een zeer hoge energierekening. En ze kunnen daar vaak niets aan veranderen. De regering maakt slechts een fooi, één warme trui per huishouden, vrij voor het verduurzamen van deze huizen. Dat leidt vaak tot hogere lasten voor de bewoners.

Voorzitter. Als we zeer snel sociale huurwoningen verduurzamen, kan dat zes voordelen hebben. Een: werk en opleidingen. Twee: innovatie. Hier kunnen we kennis opdoen die technieken beter en goedkoper maakt. Drie: een lagere energierekening en lagere woonlasten voor huishoudens. Vier: een beter huis. Vijf: we kunnen de gaskraan in Groningen dichtdraaien. Zes: we stoten minder CO2 uit. Graag een reactie van de minister op een concreet voorstel.

Te vaak wordt gesteld dat we grote vervuilers als Shell niet kunnen aanpakken omdat dat werkgelegenheid zou kosten, helaas niet met cijfers onderbouwd. Wij, de SP, vinden dat we juist werk moeten maken van de energietransitie: banen voor mensen met een technische opleiding. In het energieakkoord is afgesproken dat er in de periode van 2014 tot 2020 gemiddeld ten minste 15.000 additionele voltijdbanen komen, maar op deze afspraken lopen we nou juist achter. Graag een reactie van de minister.

Voorzitter, tot slot. Wij willen een groene en een sociale revolutie. Energie moet veilig, schoon en betaalbaar zijn en mensen moeten weer zeggenschap krijgen. De lusten en de lasten moeten eerlijk worden verdeeld. Vervuilers moeten betalen. Ik nodig u graag uit voor de maaltijd van Jannie en haar zoon: boterhammen met pindakaas.

De voorzitter:

Ik lust geen pindakaas.

Mevrouw Beckerman (SP):

Jannie waarschijnlijk ook niet. Daarom moeten we dit politieke probleem nu oplossen.

De voorzitter:

Maar de uitnodiging is niet voor mij, maar voor de bewindspersonen, neem ik aan.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik denk dat u ook welkom bent, maar het zou goed zijn als we dit probleem oplosten, zodat mensen niet meer opgezadeld zitten met vieze pindakaas.

De voorzitter:

Dank u wel. We gaan nu luisteren naar de heer Paternotte van D66. We hebben nog één uur en vijf minuten zuivere spreektijd van de zijde van de Kamer te gaan.

De heer Graus (PVV):

Dit doet me toch wel pijn, hoor, "vieze pindakaas". Dat is nou juist een van die producten van Calvé waarop ik zo'n Nederlands vlaggetje wil hebben!

De voorzitter:

En waar de heer Rutte zijn carrière aan te danken heeft!

Het woord is aan de heer Paternotte.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter, wie is er niet groot geworden met pindakaas? Het wijze neefje van Bas Paternotte in ieder geval wel. Je zou het aan het betoog van de SP eigenlijk niet afluisteren, maar wij behandelen nu de begroting van Economische Zaken van het land met de snelst groeiende economie van Europa en de op twee na meest innovatieve economie van de wereld, "the little engine that could". De komende jaren worden voor deze minister en deze staatssecretaris dan ook lood- en loodzwaar, want de top halen is een heel stuk makkelijker dan aan de top blijven. Bovendien, als de wereldeconomie lekker draait, dan draait Nederland op volle toeren, maar is er een crash, dan krijgt Nederland met zijn open economie ook de allerhardste dreun.

De rijkdom van Nederland is dus niet vanzelfsprekend. Onze meerwaarde is niet dat wij de laagste lonen, de goedkoopste huizen of de meest verfijnde keuken hebben. We zijn slim, we zijn ondernemend en we geven met onderwijs steeds meer mensen de beste kansen. Laat ik als Amsterdammer dus eens bescheiden zijn, want daar zijn we ook heel goed in. Brainport is de slimste regio van de wereld, dankzij het Westland is Nederland de grootste exporteur van tomaten ter wereld, en dat in een land waar een tomaat het in de winter buiten de kas geen dag vol zou houden, en op Kennispark Twente worden 's wereld meest innovatieve medische apparaten gemaakt, die met sensoren hetzelfde bereiken als een kijkoperatie. Het is dankzij dit ondernemerschap en deze innovatiedrang dat er vanochtend meer Nederlanders naast hun bed stonden om naar hun werk te gaan dan ooit in de geschiedenis.

Om aan de top te blijven zullen we onszelf constant opnieuw moeten uitvinden, want de wereld blijft veranderen. Volgens een rapport van ING kan door 3D-printing bijvoorbeeld de wereldhandel gaan halveren. Spullen worden dan lokaal geprint in plaats van met containers vervoerd. Dat is goed voor het milieu, maar hoe houden we de haven van Rotterdam sterk als er steeds minder vracht nodig is? Werkgevers luiden massaal de noodklok over een tekort aan technici. Hoe leiden we Nederland op voor een wereld vol robotica en kunstmatige intelligentie als vacatures voor technici en ICT'ers niet eens vervuld kunnen worden? China is nu al de grootste testzone van drones in de wereld. Hoe blijven wij leidend in logistiek als daar de drones worden gemaakt die vracht vervoeren?

U begrijpt dat ik op al deze vragen meteen een overtuigend antwoord van minister Wiebes verwacht, want zo ken ik hem uit Amsterdam, als iemand die dat snel paraat heeft. Natuurlijk helpen wij als D66 hem graag op weg, want het regeerakkoord maakt een keiharde keuze voor onderzoek en innovatie: 400 miljoen euro extra. Daarbij ligt de focus niet op de bestaande bedrijfstakken, maar vooral op maatschappelijke uitdagingen en sleuteltechnologieën, oftewel klimaatverandering, digitalisering, fotonica en kringlooplandbouw. Wat D66 betreft staat het innovatiebeleid in dienst van deze prioriteiten. Deelt de minister deze lijn? Wanneer kunnen we de plannen van de minister tegemoetzien? Het is daarbij belangrijk dat de minister weet dat je zonder focus niet kan scoren. Hij zal dus zijn collega's op andere ministeries bij de les moeten houden, mochten zij onverhoopt het idee krijgen dat de 150 miljoen euro voor toegepast onderzoek ook beschikbaar zou zijn voor heel andere doelen. Dat zou schieten met hagel zijn. Is de minister dat met ons eens?

Collega's hebben al aandacht gevestigd op het mkb, de grote bedrijven en het belang van de Wbso om de innovatiekracht van mkb'ers en de grote bedrijven te blijven aanjagen. D66 noemt dan ook altijd graag de start-ups. Dat zijn de nieuwe snelle ondernemers met een idee dat misschien wel uitgroeit tot het volgende grote Nederlandse succesverhaal, het nieuwe Booking.com of het nieuwe Adyen. Innovatiecompetities kunnen dat aanjagen. Leg een probleem neer en laat iedereen die dat wil een innovatieve oplossing leveren. Op die manier zijn in Amerika bedrijven als Qualcomm en iRobot ontstaan. Wat ons betreft, gaan we daarom die innovatieve start-ups een boost geven door jaarlijks innovatiegeld te reserveren voor dit soort SBIR-competities. Is de minister hiertoe bereid?

Dan ga ik verder met het tweede deel, want de minister is nu klaar. Om Nederland op topkoers te houden, is nog veel meer nodig dan innovatie. Daarom is het heel erg goed dat we weer een staatssecretaris erbij hebben op Economische Zaken. Maar ik zie iemand bij de interruptiemicrofoon staan.

De voorzitter:

Ja, die zie ik ook. En die ga ik vertellen dat hij al drie interrupties op zijn kaartje heeft, dus morgen hoor ik hem graag weer met plezier. Vier? Nee, drie. Nou, dan plak ik er eentje bij omdat ik weer soft ben vandaag, maar alleen als de heer Öztürk zeer kort en puntig is.

De heer Öztürk (DENK):

Fantastisch dat D66 innovatie ondersteunt met 400 miljoen euro en start-ups ondersteunt. Dat ondersteunen wij ook. Maar op een gegeven moment heeft een start-up met een prachtig idee krediet nodig om dat idee uit te werken. Wij zijn de slechtste kredietverlener van Europa. Wat voor daadkrachtige ideeën heeft D66 om deze minister zover te krijgen dat de banken die innovatieve bedrijven krediet geven?

De heer Paternotte (D66):

Die vraag is ook al gesteld aan de heer Veldman. Volgens mij zijn de banken de afgelopen jaren naar aanleiding van de crisis heel terughoudend geworden met het uitlenen van geld, omdat zij zien dat dat geld niet altijd terugkomt en dat dat banken instabiel kan maken. Op dit moment schroeven we de eisen aan banken juist op. Dat vinden wij goed, want banken zijn belangrijk voor een stabiel financieel systeem. Maar het is ook goed om na te denken over hoe bedrijven makkelijk geld kunnen ophalen om te groeien. Je hebt het programma nlgroeit en er zijn heel veel voorbeelden van seedmoney in Nederland. Wij vinden het heel mooi om in Nederland niet alleen te kijken bij StartupDelta of YES!Delft, maar ook op heel veel andere plekken in Nederland waar start-ups met incubators worden geholpen om snel aan de slag te kunnen gaan. Ik zie wat dat betreft heel veel gebeuren. Dit is een van de redenen waarom wij vandaag een debat hebben aangevraagd over initial coin offerings. Natuurlijk hebben cryptocurrencies veel nadelen, maar ze hebben ook de potentie dat het een goede manier is voor kleine bedrijfjes om snel veel geld op te halen om door te kunnen groeien.

De heer Öztürk (DENK):

Prima. Maar toen de banken failliet gingen, hebben wij als land, heeft de belastingbetaler de banken gered. De banken geven geen krediet — dat is onderzocht; ik stel u voor om dat dossier goed door te nemen — omdat ze weinig aan dat kleine mkb kunnen verdienen. Het kost heel veel tijd en expertise. Daar willen ze niet meer aan verdienen, dus ze denken: wij komen alleen maar op voor de grote bedrijven. Nogmaals, het is leuk, een paar initiatieven hier en daar, maar dat is maar 3% van de totale kredietverlening aan het kleine mkb. 97% wacht op de steun van D66. Wat gaat u concreet doen om de banken te bewegen hun maatschappelijke functie te vervullen?

De heer Paternotte (D66):

Ik ben het niet met u eens dat wij daarvoor te weinig doen, juist omdat we heel veel initiatieven hebben om start-ups te ondersteunen. Ik heb er net nog eentje bij genoemd, namelijk het apart zetten van geld voor SBIR's. Daarnaast zetten we bijvoorbeeld veel druk op het dossier rentederivaten, wat voor die kleine ondernemers belangrijk is. Door de leningen die banken wel hebben verschaft op basis van die rentederivaten, zijn heel veel mkb'ers juist in de problemen gekomen. Onder druk van de politiek zijn de banken dat nu aan het herstellen. Volgens mij is daar constant veel aandacht voor.

De voorzitter:

U gaat door.

De heer Paternotte (D66):

Om Nederland op topkoers te houden, is dus veel meer nodig dan innovatie. De staatssecretaris gaat bijvoorbeeld over het beschermen van de vrije mededinging. En daar, mevrouw de staatssecretaris, zien we heel snel iets veranderen. De staatssecretaris kan twee dingen tegelijk, zegt ze. Dat is natuurlijk het verschil met de man die naast haar zit.

(Hilariteit)

Minister Wiebes:

Het is wel waar!

Staatssecretaris Keijzer:

Dat heb ik niet gezegd!

De heer Paternotte (D66):

Ik ga door in verband met mijn spreektijd. Het internet — daar had ik het over — heeft de werking van markten op zijn kop gezet. Een bedrijf kan in no time een marktwaarde van boven het miljard behalen, waar dat vroeger decennia duurde. En als dat gebeurt, is dat vaak omdat zo'n bedrijf een monopolist wordt in zijn eigen specialiteit. Zo zijn internet- en techgiganten als Google, Apple en Facebook nu op talloze markten dominant. Want ga maar na: jongeren van nu weten al lang niet meer wat een krabbel op Hyves is, ik denk dat niemand in deze zaal nog weleens een mail stuurt naar iemand met een hotmailadres en Tweede Kamerleden hebben allemaal dezelfde telefoon met een appeltje erop. Die oorlogen hebben Google, Apple en Facebook gewonnen en het gevolg is dat deze grote drie nu dominant zijn in Nederland en in Europa.

Eurocommissaris Margrethe Vestager wakkert hierover terecht de discussie aan. Zij legde Google een boete op van 2,4 miljard euro voor het schenden van de mededingingsregels. Natuurlijk is Europa hierbij leidend, maar lidstaten hebben ook een verantwoordelijkheid. In het Verenigd Koninkrijk heeft de Competition and Markets Authority, de tegenhanger van onze ACM, verregaande bevoegdheden om monopolies en ander marktfalen tegen te gaan. Zelfs als er nog geen misbruik van marktmacht is aangetoond, maar wel bewezen kan worden dat de marktstructuur de vrije mededinging beperkt dan komt zij in actie. Zo brak zij in het verleden het vliegveldmonopolie in Londen op.

Het is de vraag of onze ACM ook zo'n leidende rol kan vervullen zonder die bevoegdheden om actief op te treden. Want nu al noemt de Global Competition Review in zijn ranking van mededingingsautoriteiten onze ACM een geavanceerde autoriteit, maar niet een die tot die wereldtop behoort. Dat komt onder meer door een gebrek aan output. In 2016 legde de ACM geen enkele boete op voor mededingingsbeperkingen. Een effectieve autoriteit moet ook gevreesd kunnen worden. Wat D66 betreft gaan we dan ook het debat aan over de vraag of onze mededingingsautoriteit de bevoegdheden heeft om de vrije markt en consumenten te kunnen beschermen tegen de grote techmonopolies. Ik hoor graag van de staatssecretaris of zij op dit vraagstuk een visie wil ontwikkelen en, zo ja, wanneer. Wij vragen haar ook of zij in die visie wil aangeven wat haar ambities met de ACM zijn en of de prioriteiten nu goed zijn. Dit is een van de redenen waarom wij met CDA en ChristenUnie binnenkort een hoorzitting organiseren.

Voorzitter. Nog een voorwaarde voor blijvende groei is minder regels. De heer Veldman stelde daar al vragen over. Op dit punt haak ik nog even aan op de brief die de staatssecretaris vanmiddag stuurde over de Kamer van Koophandel. Daarin staat dat de Kamer van Koophandel volgend jaar de ontsluiting van zijn gegevens duurder gaat maken voor grote afnemers. Wat ons betreft moet de KvK mensen bedrijven faciliteren en niet ineens de tarieven met een kwart verhogen. Graag een reactie.

De heer Van Raan (PvdD):

Interessant dat D66 onder marktfalen ook monopolies noemt. Dat is interessant om te horen. Ik heb daar een vraag over. ASML heeft een monopoliepositie op het gebied van het maken van chipmachines. Ik hoorde de heer Paternotte net toch suggereren dat die monopolies als ze te sterk worden, gereguleerd moeten worden. Kijk bijvoorbeeld naar Apple en Google, zegt hij eigenlijk. Maakt hij daarmee ook een soort beweging om de markt waar ASML een positie op heeft wat makkelijker te maken voor andere bedrijven?

De heer Paternotte (D66):

Ik denk dat de belangrijke vraag bij een monopolie niet zozeer is of het monopolie zelf het probleem is, maar of daardoor een situatie ontstaat waarin anderen niet zomaar de markt op kunnen gaan en dat monopolie de prijs kan bepalen. Bij heel hoogspecialistische bedrijven als ASML kan dat inderdaad zo zijn, maar we hebben met NXP natuurlijk een ander bedrijf dat in een bijna zelfde niche ook wereldleidend is. Dus we kunnen niet zeggen dat dat de enige speler is.

De heer Van Raan (PvdD):

Dat is echt te makkelijk, want dan praat je over een duopolie dat gezamenlijk te markt bepaalt. De vraag is dan eigenlijk of er nog steeds sprake is van een dominante positie. Ik denk dat het antwoord ja is. Stelt D66 dan voor om omdat soort bedrijven ook wat meer aan regels te binden? Dat is eigenlijk de vraag. Ze wil die wel voor buitenlandse bedrijven. Geldt dat dan ook voor Nederlandse bedrijven of is zij alleen voor Nederlandse bedrijven wat vriendelijker?

De heer Paternotte (D66):

Nee. Als we regels gaan stellen dan gelden die voor iedereen in Nederland. Dat vinden wij ook heel erg belangrijk. Ik vind het ook heel goed dat u de vraag stelt, want het lijkt me inderdaad een debat dat we moeten aangaan. Ik weet niet direct of ik nou vind dat voor ASML en NXP met het duopolie een probleem ontstaat. Een duopolie als vaak al beter dan een monopolie. Maar ik stel de vraag of de mededingingsautoriteit in Nederland in een situatie waarin we steeds monopolies hebben in bepaalde niches nog voldoende slagkracht heeft.

Voorzitter. Ik ga verder en ik kom dan bij ongetwijfeld de meest favoriete portefeuille van de staatssecretaris, namelijk het toerisme. Want in haar geliefde Volendam zijn nog weleens toeristen. Sommigen denken dat Volendam een museum is en lopen doodleuk woonkamers in van Volendammers die in alle rust op zondagmiddag op hun bank naar BZN of Jan Smit zitten te luisteren.

Voorzitter. Amsterdam krijgt ook genoeg aandacht van die toeristen. In de Kalverstraat kun je dagelijks over de hoofden heen lopen. Veel Amsterdammers zien de bierfiets vaker dan hun eigen partner. Maar buiten deze hotspots zijn toeristen juist wel een welkome impuls. Ik kreeg vandaag al reacties uit Nijmegen en Breda van burgemeesters en wethouders die zeggen: breng die toeristen naar ons toe. Ik zou zeggen, ga ze halen. Dat is goed voor de levendigheid, voor de banen en dus voor de regionale economie van dit soort steden in bijvoorbeeld ook Friesland, waar volgend jaar Leeuwarden de culturele hoofdstad van Europa is, of voor Amsterdam Beach, Zandvoort aan Zee, en Amsterdam Castle; prachtige hotspots die niets met Amsterdam te maken hebben.

Desondanks zit de promotie van Amsterdam als wereldwijd merk ons in de genen. Het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen heeft wel een strategie voor spreiding, maar kijk naar zijn promotiefilmpjes en je ziet Amsterdam. Kijk naar de tien plekken die ze toeristen aanraden en je ziet het Rijksmuseum en het Anne Frank Huis. En kijk naar de Nederlandse steden die ze presenteren, en het is allemaal Amsterdam. Ook sluit hun beleid niet aan bij dat van de gemeente zelf, dat gericht is op spreiding in de regio. Mijn vraag aan de staatssecretaris: wil ze garanderen dat het Rijk echt geen eurocent meer uitgeeft aan het lokken van toeristen naar Amsterdam en des te meer om toeristen te leren dat er een wereld is buiten de Ring A10?

Voorzitter. Ondertussen zien we het toerisme in steeds meer steden toenemen. Je huis een tijdje verhuren kan steeds makkelijk via verhuurplatforms. Met name steden merken dat verhuur toeneemt. En dat mag, maar het is lastig als een gemeente wil dat er gewoon toeristenbelasting betaald wordt, en als de gemeente wil handhaven op maximaal 60 dagen vakantieverhuur. Een stad met bijna een miljoen mensen komt wel aan tafel bij een platform als Airbnb, maar kleinere steden niet. Bovendien hebben ze niet zomaar de mogelijkheid om belastingafdracht via een platform af te dwingen of om te verzekeren dat verhuurders na 60 dagen niet vrolijk doorgaan met de verhuur op een ander platform. Daarom vragen wij samen met het CDA aan de staatssecretaris of ze een stap verder wil gaan in het bijstaan van kleinere steden. Help hen niet alleen met advies, maar door het volle gewicht van het ministerie in te zetten om platforms tot afspraken te brengen, zo nodig door een landelijk instrumentarium.

Voorzitter. Voordat ik afrond, moet me wel iets van het hart. Ik zie hier in de zaal meerdere kleine partijen zitten die allemaal hun best doen om zo veel mogelijk begrotingen af te lopen. Daar heb ik heel veel respect voor, want zo'n begrotingsdebat, dat is de plek waar je jaarlijks je ideeën uitdraagt, waar je de opvattingen van je partij verdedigt. SGP en DENK zijn zelfs bij bijna elk begrotingsdebat. Maar daar rechts achterin zien we voor de zoveelste keer bij deze begrotingsbehandelingen de ondraaglijke leegte op de stoel van Thierry Baudet. Dat verbaast me, want in Rotterdam heeft zijn partij onlangs een voorstel gedaan op het terrein van deze begroting, om iets te doen aan de halalslagers en de Turkse groentemannen. Joost Eerdmans zei: het is weer tijd voor de gewone Nederlandse groenteboer. Hij kondigde aan de Vestigingswet te willen gaan aanpassen, zodat een vergunning geweigerd kan worden aan zo'n Turkse of Marokkaanse winkelier. Oftewel: ben je Marokkaan, dan geen winkel voor jou. Dat soort ranzige voorstellen kun je in Rotterdam rondtoeteren, maar als je het voor elkaar wilt krijgen, dan moet dat hier, waar we wetten maken. Bij dit begrotingsdebat bijvoorbeeld, waar de Vestigingswet onder valt. Hij komt dat hier nu niet verdedigen, maar hij heeft wel eventjes tegen Turkse en Marokkaanse Rotterdammers laten zeggen dat hun winkels vervangen moeten worden door Nederlandse winkels. Ik vind daar wat van. Ik vind dat laf, laf, laf!

De heer Amhaouch (CDA):

Ik ga geen vraag stellen over de Marokkaanse of Nederlandse mkb'er, de groenteman om de hoek, maar ik ga wel de heer Paternotte bevragen over het nationaal masterplan fotonica. D66 is altijd in voor innovatie, heeft ook altijd goede ideeën over innovatie. Kan D66 ook iets vinden in een van de drie topsectoren die we benoemd hebben, waaronder fotonica, waarop we samen gaan optrekken om grotere stappen te zetten? Met die sleuteltechnologie kunnen we denk ik het verschil maken, misschien wel een verschil van twee stappen vooruit op de Chinezen.

De heer Paternotte (D66):

Ik begrijp dat u de vraag stelt. Vaak als ik in de Brainport ben, kom ik u daar ook tegen. Dan horen we daar heel veel inspirerende verhalen over wat er kan gaan gebeuren met deze sleuteltechnologie, fotonica. U vraagt inderdaad naar een masterplan, maar volgens mij is dit een van de redenen dat dit expliciet benoemd is als een van de vier sleuteltechnologieën die vooraan moeten komen te staan. Dus ik heb er alle vertrouwen in dat het gaat gebeuren. Volgens mij kunnen wij daar heel goed samen in optrekken.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de heer Jetten, eveneens van D66.

De heer Jetten (D66):

Voorzitter. Ik ben pas kort woordvoerder klimaat voor D66 en in de eerste weken ben ik al onder de indruk van alle dynamiek. Met enkele Kamerleden ging ik naar de klimaattop in Bonn, waar ons groenste regeerakkoord ooit met veel enthousiasme werd ontvangen. Ik sprak met ondernemers, milieuorganisaties en bewonersinitiatieven die staan te trappelen om de omslag naar schone energie te versnellen. Minister Wiebes is vanaf dag één lekker aan de slag gegaan. Zelfs onze premier pleitte gisteren in Parijs voor 55% minder CO2-uitstoot. En mijn eigen Nijmegen is klaar om vanaf januari een jaar lang dé klimaathoofdstad van Europa te zijn. Kortom, een groene vibe. Daarom heb ik er alle vertrouwen in dat we die klimaatambities waar gaan maken.

Voorzitter. Aan de onderhandelingstafel voltrok zich een kleine revolutie. Naast D66 en de ChristenUnie sloten ook VVD en CDA zich aan bij het groenste regeerakkoord ooit. Nederland stond lang onderaan de Europese klimaatlijstjes, maar we zetten nu de toon voor meer ambitie. Wij gaan voor 55% minder CO2-uitstoot in 2030. Dat doen we in EU-verband of desnoods in een kopgroep van landen. D66 vindt dat een rol die Nederland past, de rol van gidsland in Europa. Ik hoor graag van de minister hoe zijn eerste gesprekken met de Europese collega's zijn verlopen om te komen tot die kopgroep voor aangescherpte klimaatdoelstellingen. Maar om die 55% in Europa te realiseren moeten we ook als Nederland flink aan de bak. De minister zal er op korte termijn voor moeten zorgen dat al zijn collega's in het kabinet ook echt gaan sturen op die mooie doelen in het regeerakkoord. Hoe gaat de minister zijn collega's daaraan houden? Wat worden de consequenties voor ministeries die hun CO2-doelstellingen niet weten te halen? Biedt de Klimaatwet van GroenLinks, PvdA, SP, D66 en de ChristenUnie straks voldoende instrumenten of is er meer nodig?

De minister zelf gaat aan de slag met een nieuw klimaat- en energieakkoord. Dat is belangrijk omdat overheden, bedrijven en burgers er samen voor moeten zorgen dat we meer energie gaan besparen, meer schone energie opwekken en meer groene banen creëren. D66 wil leren van het huidige energieakkoord. Dat was historisch vanwege het brede draagvlak, maar de resultaten zijn onvoldoende. Daarom geef ik de minister graag drie kaders mee voor dat nieuwe akkoord:

1. Zorg voor een zo breed mogelijk politiek draagvlak.

2. Durf normen te stellen vanuit de overheid.

3. Stuur beter op naleving van de klimaatafspraken.

Dat politieke draagvlak is nodig omdat klimaat ons allemaal aangaat. Wij moeten van links tot rechts samenwerken willen we die ambities waarmaken. De Kamer moet volgens D66 bij het volgende energieakkoord ook meer worden meegenomen en niet alleen bij het kruisje kunnen tekenen. Is de minister dat met D66 eens en hoe gaat hij de Kamer betrekken bij het opstellen van dat akkoord?

Als we echt stappen willen zetten in dat klimaat- en energieakkoord, dan zullen we ook als overheid heldere keuzes moeten maken. Schoon moet aantrekkelijker zijn dan oude en vieze technieken. Bedrijven en burgers moeten weten waar ze aan toe zijn zodat ze binnen de kaders hun rol kunnen oppakken. Is de minister het met D66 eens dat we als overheid meer moeten normeren? Op welke punten ziet hij daarvoor kansen in het nieuwe energieakkoord?

Tot slot — ik zei het net ook al — moeten we ook het akkoord beter naleven. Dat vraagt om handhaving als overheden en bedrijven hun doelstellingen niet halen. Ik wil graag van de minister de toezegging dat hij ervoor gaat zorgen dat in het nieuwe klimaat- en energieakkoord strakkere sturing op de naleving wordt opgenomen.

Voorzitter. D66 wil een schone en slimme energie- en warmtevoorziening. De kolencentrales gaan zo snel mogelijk dicht, we kicken af van onze gasverslaving en we vinden nieuwe energiebronnen voor onze huizen, scholen, bedrijven en zware industrieën. Het regeerakkoord bevat daarvoor enkele belangrijke keuzes. Alle kolencentrales moeten uiterlijk 2030 dicht zijn. Het sluiten van kolencentrales is een van de meest efficiënte en goedkoopste manieren om onze CO2-uitstoot flink terug te dringen. D66 wil het sluiten van kolencentrales dan ook wettelijk vastleggen. Ik ben blij dat de minister vandaag per brief heeft laten weten dat hij werkt aan een wettelijk verbod op kolen. Kan de minister toezeggen dat dit voorstel vóór het sluiten van het energieakkoord naar de Kamer komt, omdat zo'n sluitingswet voor kolencentrales een heel belangrijk kader is voor onze transitie naar schone energie?

Wat D66 betreft is de Hemweg de eerste centrale die snel dicht kan. Deze oude en vieze centrale is goed voor 4 megaton CO2 en leidt in Amsterdam tot heel vieze lucht. Maar we gaan niet net als GroenLinks 55 miljoen euro belastinggeld weggeven voor die sluiting. Het moet en kan goedkoper. Ik ben benieuwd wanneer de minister de onderhandelingen start om de eigenaren van de Hemwegcentrale uit te roken, zodat die centrale tegen een zo laag mogelijke prijs dicht kan.

Die vieze kolen ruilen we ondertussen in voor schone wind en zon. In het regeerakkoord is afgesproken om meer windmolens op zee te bouwen. Op welke termijn kan de minister extra plekken voor windmolens aanwijzen? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat de Nederlandse zeevaartsector en maritieme sector hier optimaal van profiteren? Kan de minister, zoals mevrouw Mulder net ook al vroeg, nogmaals bevestigen dat er een soepele overgang komt naar de nieuwe salderingsregeling voor zonne-energie?

Naast wind en zon hebben we ook nieuwe technieken nodig. D66 wil innovatieve oplossingen opschalen. Energie uit water en warmte uit de aarde zijn twee vormen van eindeloze schone energie waar we direct mee aan de slag kunnen. Allereerst energie uit water. In Leeuwarden en aan de Afsluitdijk haalt men energie uit plekken waar zoet en zout water samenkomen; Blue Energy wordt dat genoemd. Men wil een grote pilotcentrale bouwen bij Katwijk. Als dat een succes wordt, biedt dat enorme kansen voor de energieopwekking in Nederland waterland, maar hebben we ook een exportproduct voor de rest van de wereld. Ziet de minister kansen voor Blue Energy? En is de minister bereid om te kijken of de pilotcentrale bij Katwijk financieel ondersteund kan worden, eventueel via Invest-NL?

Naast energie uit water wil D66 ook meer werk maken van warmte uit aarde, geothermie. Dat is schoon en op veel plekken beschikbaar. Als we de risico's verlagen en de kennis over geothermie vergroten, kan aardwarmte snel aan marktaandeel winnen. In Brabant gaan bijvoorbeeld snoepfabrikant Mars en brouwer Bavaria al aan de aardwarmte. We willen dat meer bedrijven en woonwijken die stap maken. Is de minister bereid om een kansenkaart te maken waarop mensen en bedrijven kunnen zien waar het interessant is om energie te halen uit aardwarmte en zo vraag en aanbod aan elkaar te koppelen? Is de minister ook bereid om staatsbedrijf EBN, Energie Beheer Nederland, te laten participeren in boringen naar warmte, zoals EBN dat nu al doet bij gas en olie? We willen dat EBN de omslag maakt richting een schone energiebron. Ik overweeg een motie op dit punt samen met het CDA.

Voorzitter. Een innovatie waar veel over te doen is geweest, is de opslag van CO2. Voor sommige industrieën is deze maatregel het komende decennium noodzakelijk. Maar D66 wil voorkomen dat een subsidie voor duurzame energie volledig opgaat aan CO2-opslag. Gelukkig heeft de minister al aangegeven dat de huidige regeling in 2018 niet voor CO2-opslag kan worden gebruikt. Hij komt aankomend jaar met een plan voor de financiering van de CO2-opslag. Is de minister met D66 van mening dat een eventuele financiering van CO2-opslag vooral door bedrijven en niet alleen door burgers betaald moet worden omdat de vervuiling vanuit die bedrijven komt? Kan de minister toezeggen dat zijn voorstel van aankomende zomer ook voldoende ruimte houdt voor de stimulering van schone energie?

Voorzitter. Tot slot op dit punt. CO2 opvangen en onder de grond stoppen is eigenlijk zonde, omdat er ook steeds meer mogelijkheden zijn om CO2 slim her te gebruiken. Als de minister kijkt naar CO2-opslag, is hij dan ook bereid om vooral te kijken naar hoe we CO2-hergebruik kunnen stimuleren?

De heer Moorlag (PvdA):

Wat de heer Jetten zegt over de SDE+-regeling en het stimuleren van duurzame energieopwekking spreekt mij zeer aan. Ik hoor hem eigenlijk impliciet zeggen dat we dat geld niet aan CO2-opslag moeten besteden. Het moet geoormerkt blijven voor de SDE. Is de heer Jetten bereid om dat compartiment, dus het budget dat nu voor SDE bestemd is, onverkort te handhaven en CO2-opslag uit andere bronnen te financieren?

De heer Jetten (D66):

De minister heeft in een debat vorige week of twee weken geleden heel helder aangegeven dat we de SDE, Stimulering Duurzame Energieproductie, nodig hebben om de omslag te maken naar schone energie. Daar moet echt de focus liggen. Maar we hebben ook afgesproken dat we CO2-opslag mogelijk willen maken. Ik geef de minister nu een paar richtingen mee voor de voorstellen die hij ons volgend jaar doet toekomen. Voor D66 is het belangrijk dat er geld beschikbaar blijft voor schone energie en dat als we extra financiering nodig hebben voor CO2-opslag, we die niet alleen bij de burger halen maar ook bedrijven daar hun fair share aan meebetalen.

De heer Moorlag (PvdA):

Hoeveel geld mag er uit de SDE-pot gehaald worden voor CO2-opslag?

De heer Jetten (D66):

Daar kan ik nu nog geen antwoord op geven. Daarvoor heb ik ook de voorstellen van de minister nodig, maar ik heb net gezegd dat we wind willen blijven stimuleren, zon willen blijven stimuleren en aardwarmte willen stimuleren. Daar zullen we ook aanjaaggeld voor nodig hebben, dus dat moet beschikbaar blijven. Maar wat de exacte miljoenen betreft die daarvoor beschikbaar zijn, wacht ik graag de voorstellen van de minister af.

De voorzitter:

Dank u wel. De volgende spreker is de heer Moorlag van de …

De heer Jetten (D66):

Voorzitter, ik was nog niet klaar.

De voorzitter:

O, ik dacht dat u klaar was.

De heer Jetten (D66):

Nee, ik zei net: tot slot op het punt van CO2-opslag.

De voorzitter:

Excuus! Gaat uw gang.

De heer Jetten (D66):

Dank u wel.

Voorzitter. Dat een mentaliteit van aanpakken bij klimaat en energie loont, laat de stad Nijmegen zien. Nijmegen is de eerste Nederlandse stad die zich een jaar lang de groene hoofdstad van Europa mag noemen, niet vanwege mooie plannen op papier maar vanwege keiharde resultaten. Green Capital 2018 is ook een mooi uithangbord voor Nederland om te laten zien wat we in Nederland allemaal voor elkaar krijgen op het gebied van klimaattransitie. Green Capital kan ook een platform zijn voor al onze gemeenten en bedrijven om kennis en inspiratie uit te wisselen. Is de minister bereid om Green Capital 2018 een kleine financiële bijdrage te geven? En ziet hij kansen om het jaar als klimaathoofdstad ook te gebruiken om een aantal klimaat- en energietoppen in Nijmegen te organiseren?

De voorzitter:

Bent u nu klaar?

De heer Jetten (D66):

Hierna kom ik nog op Groningen.

De voorzitter:

Prima.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Op dit punt een vraag, want die trein rijdt al, en wat krijgt de rest van de samenleving terug voor het geld dat we daar dan eventueel in zouden investeren? Wat zetten we daar dan langjarig, langdurig mee in gang? Of gaan we één keer met elkaar praten en dat was het dan? Hoe brengen we lokale duurzame energieopwekking daarmee langjarig verder? Draagt dat bij aan de doelen die we hier hebben? Ik ben natuurlijk heel trots op Nijmegen dat het dit heeft opgepakt, maar nu lijkt het net alsof er nog even geld aan ons wordt gevraagd. Het zou zo mooi zijn als je gezamenlijk je doelen op de lange termijn na kunt komen.

De heer Jetten (D66):

De gesprekken over hoe het Rijk partner kan worden van Green Capital lopen al heel lang. Helaas vond de vorige staatssecretaris het leuker om in Californië klimaatdingen te organiseren dan in Nederland. Daar is het een beetje vastgelopen. Maar ik denk dat we niet te laat zijn. In Nijmegen zijn er een jaar lang allerlei events, congressen, seminars voor beleidsmakers en bedrijven, maar de stad gaat er dan ook voor zorgen dat mooie successen zoals energiecoöperaties van bewoners kennis en ervaring met elkaar gaan uitwisselen, zodat de successen in Nijmegen en de regio Gelderland ook in de rest van het land kunnen worden opgepakt. Dat jaar is dus echt bedoeld voor kennisuitwisseling en om de energietransitie in Nederland nog verder aan te jagen. Die prijs is dus niet alleen voor Nijmegen. Ik zie die prijs ook als waardering voor alle gemeenten in Nederland die al vooroplopen in die klimaat- en energietransitie. En het wordt tijd dat het Rijk gaat meelopen met al onze medeoverheden.

Voorzitter. Dan wil ik graag eindigen bij gaswinning in Groningen. De commissie voor Economische Zaken is onlangs in Groningen op werkbezoek geweest en dat heeft diepe indruk op mij gemaakt. De minister zei terecht dat het probleem in Groningen een Nederlands probleem is. Het is niet alleen een technisch probleem, in de zin van: hoe voorkom je bevingen en hoe ga je versterken? Wat mij het meest raakte tijdens dat werkbezoek is de sociale impact die die beving op zo veel Groningers heeft. Dat moeten we met elkaar oplossen. We komen in de komende tijd veel te spreken over het schadeprotocol, over het nieuwe winningsplan, en wat mij betreft ook over de geestelijke begeleiding die Groningen nodig heeft.

Voorzitter. Het regeerakkoord bevat een aantal belangrijke afspraken, namelijk de verdere afbouw van de gaswinning, het op afstand plaatsen van de NAM en extra investeringen in de mens en de economie van de regio Groningen. Maar voor D66 is dat nog onvoldoende: we moeten de binnenlandse gasvraag sneller verlagen.

De voorzitter:

Er is een interruptie, maar maak even uw punt af.

De heer Jetten (D66):

Dat is een lang punt. De binnenlandse gasvraag moeten we sneller verlagen. 96% van onze huizen is nog afhankelijk van gas. Nederlandse bedrijven verbruiken 14,4 miljard kuub gas per jaar. De agrarische sector loopt daarin voorop met maar liefst 4 miljard kuub. Ik kijk dan ook met interesse uit naar het afbouwplan voor gas dat de minister al heeft aangekondigd.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Ik mocht ook een keer meegaan met de Kamercommissie, maar ik ben ook vier keer alleen in Groningen geweest met mijn p.a. en beleidsmedewerker. Wat mij opvalt — en de Kamerleden moeten dat kunnen beamen — is het volgende: er verandert bijna niks. Het maakte ook op mij zo veel indruk. Ik heb enkel huilende mensen gezien, die geestelijk en lichamelijk totaal in de vernieling zitten. Zou D66 het voorstel kunnen steunen om daar gewoon eens andere mensen aan het roer te laten komen? Ik bedoel dat niet negatief naar de mensen die daar zitten en daar nu de leiding hebben, maar soms moet je er effe met de borstel doorheen en moet je met een frisse wind opnieuw beginnen, want het loopt niet, het zit muur-, muur- en muurvast. De mensen merken niks, ik merk als Kamerlid niks. Wat gaat D66 daaraan doen?

De heer Jetten (D66):

Wat D66 er al aan heeft gedaan, is het sluiten van een regeerakkoord waarin we afspreken dat we serieus met Groningen aan de slag gaan. Ik vind eerlijk gezegd dat de nieuwe minister echt een trendbreuk laat zien ten opzichte van zijn voorganger. Dat geeft mij vertrouwen. Ik wil de minister de komende maanden even de kans geven om met het schadeprotocol en de uitspraak van de Raad van State aan de slag te gaan en te bewijzen dat we vanaf nu een andere koers varen wat Groningen betreft.

Mevrouw Beckerman (SP):

Mooie woorden natuurlijk. U zegt: we hebben een regeerakkoord dat serieus met Groningen aan de slag gaat. Noemt u dit serieus? De komende twee jaar wordt de gaswinning in Groningen helemaal niet verlaagd, zoals in het regeerakkoord staat. U zegt nu: voor mij is het eigenlijk ook niet genoeg. U schaamt zich toch een beetje voor het regeerakkoord. Wat is dan voor u wel genoeg? Zou u echt eens concreet willen zijn? Want dat is waar de Groningers op wachten — niet op "laten we nog maar wat plannen maken". Wat is nu concreet voor u genoeg? Hoeveel moet die gaswinning naar beneden?

De heer Jetten (D66):

Een mooi bruggetje van mevrouw Beckerman naar het laatste stuk van mijn betoog. Er zijn net al wat vragen gesteld over hoe we gasvraag vanuit het buitenland, de export, kunnen verlagen. Ik wilde nu nog wat voorstellen doen over hoe we de gasvraag in Nederland naar beneden kunnen brengen. De beste garantie voor Groningen dat de gaskraan verder dicht kan, is immers ervoor zorgen dat we minder gas verbruiken in dit land. Daar moeten we echt mee aan de slag. Het is de laatste jaren terecht veel gegaan over veiligheid, over schadeafwikkeling en versterking, maar het is te weinig gegaan over hoe we de gasvraag sneller naar beneden kunnen krijgen. Ik ben blij dat de minister heeft aangekondigd met een afbouwplan te komen. Ik wil daarvoor aan het slot van mijn betoog enkele concrete voorstellen doen.

Mevrouw Beckerman (SP):

Sorry, maar u ziet hier een teleurgesteld lid van de SP. Het zijn echt mooie woorden. Het zijn ook grote woorden die u spreekt. Dat maakt indruk, maar wat geen indruk maakt, is dat eeuwige "ja, daar gaan we nog eens over nadenken, daar gaan we nog eens over praten". U durft weer geen getal te noemen. Groningers wachten al zo lang op een getal. Zou u dan in ieder geval willen zeggen dat u het met mij extreem pijnlijk vindt dat waar het SodM, de toezichthouder, zegt "we kunnen deze periode al terug naar 13 miljard kuub als we die fabriek bouwen in Zuidbroek, zodat we gas kunnen omzetten", deze minister dit besluit uitstelt? Zou u in ieder geval dat kunnen toezeggen, zodat we in ieder geval deze periode de gaskraan terug kunnen draaien naar 13 miljard kuub?

De heer Jetten (D66):

Ik kijk met interesse uit naar de antwoorden van de minister over de stikstoffabriek. Mevrouw Beckerman weet ook dat D66 hier altijd kritisch op is geweest. Als je investeert in energieprojecten in Groningen, kun je kiezen voor een stikstoffabriek, maar je kunt ook kiezen voor massaal investeren in bijvoorbeeld waterstof, de toekomst van Groningen. Ik zit er dus wel wat kritischer in dan u.

Voorzitter. Ik was aangekomen bij het slot van mijn betoog met daarin een aantal concrete voorstellen. Ik zei net al dat 96% van onze woningen nog afhankelijk is van gas. D66 wil met huiseigenaren en woningcorporaties meer tempo maken, niet alleen voor nieuwbouw maar ook voor bestaande woningen en gebouwen. In één keer van het gas af voor al die gebouwen is met de huidige techniek lastig. Het kan ook op een natuurlijke manier. Cv-ketels worden elke vijftien jaar vervangen. Dat is een mooi moment om te kiezen voor alternatieven die minder gas verbruiken. D66 en het CDA willen daarom de gasgestookte cv-ketel uitfaseren. We kiezen voor hybride cv-ketels of andere duurzame alternatieven. Woningen met hybride ketels, mevrouw Beckerman, verbruiken 60% minder gas. Als we de komende vijftien jaar alle gasketels in Nederland vervangen door hybride ketels, is er dus voor 172 miljard kuub minder vraag naar gas in Nederland. Dat is goed voor het klimaat, goed voor Groningen en iedereen kan er gewoon warm bij zitten. Ik hoop ook op steun van de SP voor de voorstellen van D66 en het CDA.

De voorzitter:

Ik durf het bijna niet te vragen, maar bent u nu klaar?

De heer Jetten (D66):

Ik wil alleen nog zeggen dat we het groenste regeerakkoord ooit hebben, met mooie ambities. Maar we moeten het ook gaan waarmaken, zodat we over vier jaar kunnen zeggen: dit was echt het groenste regeerakkoord ooit. Daar zal ik de minister aan houden.

Mevrouw Beckerman (SP):

Uiteraard spreekt uw voorstel om ervoor te zorgen dat huishoudens versneld van het gas af kunnen mij aan. Als je met de oppositiepartijen een motie indient, is het heel vaak zo dat de regeringspartijen naar voren komen om te vragen: wat is uw dekking? Hoeveel wilt u hiervoor uittrekken? Of wilt u eerst weer vragen om een onderzoek en nog een tijdje nadenken? Wilt u nu echt mensen gaan helpen om van dat gas af te komen, ook de mensen die dat niet kunnen betalen? Wat is dan uw dekking? Hoeveel trekt u daarvoor uit? We kopen niks voor mooie verhalen alleen, we hebben ook concrete daden nodig.

De heer Jetten (D66):

Ik ben eigenlijk benieuwd of er wel zo veel dekking nodig is. Kijk naar de reacties van vandaag van milieuorganisaties, VNO-NCW en installatiebedrijven. Ze staan te trappelen om met die hybride cv-ketels aan de slag te gaan. Als we elk jaar 40.000 van die hybride ketels weten te plaatsen in het land, gaat de prijs gewoon naar de huidige prijs van een gasgestookte cv-ketel. Dat is dus eigenlijk een heel simpele rekensom om met elkaar te maken. Als het tot een motie komt, vragen wij de minister om een concreet actieplan te maken met de installatiebedrijven. Dan kunnen we wat D66 en het CDA betreft zonder extra kosten voor de burger de overstap maken van gasgestookte cv-ketel naar hybride ketel.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dat klinkt hartstikke mooi. Helaas is de werkelijkheid nog wel even anders. Zou u dan ook wat extra's willen doen voor al die huurders die op dit moment door u een hogere energierekening gaan betalen — het gaat volgend jaar om €190 — en die niet zomaar kunnen kiezen voor die nieuwe ketel? Uw kabinet trekt €50, of nee, zelfs €40 uit per sociale huurwoning. Dat is één warme trui of drie Snuggies. Er is echt meer investering nodig om te zorgen dat die huurhuizen van het gas af kunnen en duurzamer zijn, zodat mensen een beter huis krijgen. Daar is echt meer voor nodig. Wilt u dat toezeggen?

De heer Jetten (D66):

Ik ben het met mevrouw Beckerman eens dat we er ook voor moeten zorgen dat sociale huurwoningen snel worden verduurzaamd. Ik ben van mening dat de meeste corporaties voldoende geld hebben om dat voor elkaar te krijgen. Corporaties die dat weigeren te doen, moeten we gaan aanpakken. Dat moet de minister van wonen doen, samen met de minister van Klimaat. Ook in de sociale woningbouw kunnen we de komende jaren enorme stappen zetten.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik had inderdaad ook een vraag aan de heer Jetten op dit punt, ook naar aanleiding van het feit dat zijn collega-coalitiegenoot mevrouw Mulder in een eerder interruptiedebatje aangaf dat stimuleren niet gratis kan. Wij steunen dit graag; we willen dit al heel lang. Maar als je dit wilt, dan moet er ook geld bij. De heer Jetten zou mij echt helpen als hij zou aangeven waar dat vandaan moet komen. Komt dat uit de klimaatenvelop van 300 miljoen die nog te besteden is? Moet het extra zijn? Komt hij bij de Voorjaarsnota met ons tot een aanvullend voorstel? Of is hij bereid om, zoals ik suggereerde, te kijken naar het teruggeven van de overdrachtsbelasting voor een bepaalde groep koopwoningen? Dat betekent dan wel een hogere overdrachtsbelasting voor duurdere woningen. Kortom, lever alstublieft wat boter bij deze wenselijke vis.

De heer Jetten (D66):

Ik kan me helemaal aansluiten bij de woorden van mevrouw Mulder van zojuist. Als het nodig is om dit aan te jagen in de eerste paar jaar, dan moeten we ook bereid zijn om daar een kleine financiële bijdrage aan te leveren. Dat kan eventueel komen uit die enorme innovatie-envelop die we hebben. Maar ik stel voor dat we de minister eerst gewoon een actieplan laten maken met de sector. Als de minister dan zegt dat hij wat extra geld nodig heeft, dan komt hij terug naar de Kamer en dan beloof ik u dat ik er, samen met mevrouw Mulder en partijen die dat ook willen, voor ga zorgen dat we dat ook kunnen financieren. Maar nogmaals, de installatiesector zegt zelf: als we ervoor kiezen om de gasgestookte cv-ketel uit te faseren, en de markt geen andere optie heeft dan die hybride ketel te plaatsen, dan gaat die prijs gigantisch hard naar beneden. Dan hoeft het helemaal niet zo veel geld te kosten om alle huizen in Nederland 60% minder Gronings gas te laten gebruiken.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Als ik nog mag, voorzitter? Ik begrijp dat er met de heer Jetten te spreken valt over extra geld als dat nodig blijkt. Maar dat blijft mogelijk nodig als er geen verbod komt op de traditionele ketel, want dat is eigenlijk zijn andere optie. Wilt u dat bevestigen?

De heer Jetten (D66):

Dat is weer een heel andere vraag, maar wat mij betreft gaan we de cv-ketel uitfaseren. Dan moet je ook aan de consument en de markt duidelijk maken vanaf welk jaartal die gasgestookte cv-ketel gewoon niet meer in onze huizen wordt geplaatst. Ik had het in het begin, bij het stukje over het klimaat- en het energieakkoord, over de rollen die de overheid kan vervullen. Een daarvan is normen stellen. Ik denk dat je ook normen moet stellen als het gaat om gasverbruik in woningen en bedrijven.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Op dat laatste punt wil ik heel graag doorgaan, want iedereen is doordrongen van de noodzaak om van dat Gronings gas af te gaan. De ChristenUnie wil heel graag meedenken over dit voorstel. Maar als ik nou kijk in mijn eigen gemeente, dan zie ik dat er gewoon nog steeds gaskookplaten en gashaardjes worden geplaatst. Op het moment dat de ketels worden vervangen, dan komen er weliswaar hoogrendementsketels in, maar dat zijn nog wel steeds gasketels. Hoe gaan we deze beweging maken? Nogmaals, ik steun het van harte en ik wil ook heel graag meedenken, maar als wij het hier in de Kamer eens zijn, wil dat nog niet zeggen dat het ook gaat gebeuren. Hoe willen we die vertaalslag maken?

De heer Jetten (D66):

Ik denk dat we voor die gasgestookte cv-ketels dus heel duidelijk een norm kunnen stellen, waardoor we echt klappen kunnen maken. Mevrouw Dik-Faber haalt een ander voorbeeld aan, dat van de kookplaat op gas. Dat is ook weer een andere discussie, denk ik. Misschien moeten we daarbij uiteindelijk ook van het gas af, maar daarbij zijn ook andere opties mogelijk, bijvoorbeeld met groen gas. Het voorstel van mevrouw Mulder en mij komt ook voort uit het feit dat we toch elke vijftien jaar met z'n allen die cv-ketels vervangen. Dat is een heel natuurlijk moment om dan ook meteen iets te kunnen betekenen voor de Groningers. Ik ga graag met mevrouw Dik-Faber aan de slag om ook andere vormen van gasverbruik verder te verlagen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Laten we toch even inzoomen op die ketels. Eerlijk waar, mensen in mijn omgeving die de ketel moeten vervangen, denken nog niet na over nieuwe systemen. Het beeld is namelijk: er zal wel ergens een andere oplossing zijn, maar hoe kom ik dat te weten en bij wie moet ik terecht? Het lijkt ingewikkeld. Het lijkt duur. Het is dus in de praktijk heel erg lastig om die transitie te maken. Is het dan toch niet nodig om de beweging met elkaar te maken om consumenten, installateurs, iedereen van de noodzaak te doordringen dat ze een stip op de horizon zetten? Noem een jaartal. Ik weet niet welk jaartal — misschien is dat ook een vraag voor de minister — maar we moeten echt zeggen: vanaf dat jaar gaan we ze gewoon niet meer neerzetten. Dan moet er echt een andere oplossing komen.

De heer Jetten (D66):

Ik ben het helemaal met mevrouw Dik-Faber eens dat we die helderheid moeten verschaffen. Dat kan mooi onderdeel zijn van het actieplan dat we aan de minister vragen. Het gaat wat mij betreft ook verder dan alleen de cv-ketels. Als je nu je huis wilt verbouwen of als je een nieuw huis bouwt, dan krijg je op heel veel plekken geen goede informatie als je naar een aannemer of een installatiebedrijf gaat. Een van mijn gewaardeerde medewerkers krijgt binnenkort een nieuwbouwwoning in Leiden. Geen gas in je woning willen is geen optie. Als je een duurzamer huis wilt dan het huis dat je uit de catalogus kunt kiezen, dan moet je bijbetalen. Tijdens het werkbezoek aan Groningen spraken we mensen waarvan het huis wordt versterkt vanwege de aardbevingen in Groningen. Zij krijgen een woning met een gasaansluiting terug! Als we dat nog doen, zijn we helemaal verkeerd bezig. Ik ben het dus helemaal met u eens: we moeten duidelijke normen stellen om de sector en consumenten te helpen om veel sneller te verduurzamen in hun woningen.

Nu ben ik echt klaar, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de heer Moorlag van de Partij van de Arbeid.

De heer Moorlag (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Ik ben eerlijk gezegd wat beduusd van het optimisme dat de heer Jetten uitstraalt. Ik ben van nature ook een optimist, hoor, maar ik ben beroepshalve ook weleens wat argwanend. We moeten met optimisme naar de toekomst kijken, maar we moeten ook wel wat argwaan hebben.

De economie van Nederland groeit. Dat is onmiskenbaar het geval. De financiële crisis ligt achter ons. We zijn nog wel steeds bezig om de puinhopen van de banken en financiële instellingen op te ruimen. Maar goed, de economie groeit. Het is wel de overtuiging van de Partij van de Arbeid dat die groei ernstig wordt bedreigd. De bedreiging zit 'm in de eerste plaats in het tekort aan arbeidskrachten. Ondernemers laten simpelweg omzet en opdrachten lopen omdat ze geen mensen hebben om die omzet te realiseren of om die opdrachten uit te voeren. Er is een enorme schaarste op de arbeidsmarkt ontstaan. Die neemt heel snel toe. Niet alleen ICT'ers en technici zijn schaars. Ook in de bouw en in de horeca — zelfs koks zijn schaars — zijn er tekorten. Er wordt zelfs geklaagd over een tekort aan vrachtwagenchauffeurs.

Het is gewoon doodzonde dat wij economischegroeipotentie laten liggen. Het is zeker ook doodzonde dat wij tegelijkertijd mensen aan de kant laten staan. Dat is onacceptabel wat de PvdA betreft. Dat moet echt anders. De PvdA vraagt zich af, en stelt die vraag ook aan de minister, of de huidige beleidsmix van verbetering van de vestigingsvoorwaarden, lastenverlichting en het stimuleren van innovatie — dat is een soort heilige drie-eenheid — nog wel effectief is. Krijg je daardoor wel meer vakmensen aan het werk? Aan de ene kant brengen we geld naar het grootkapitaal, maar is het aan de andere kant niet beter, zo vraagt de Partij van de Arbeid zich af, om dat geld te gaan investeren in menselijk kapitaal? Wat schiet onze samenleving op met het uitstrooien van geld over bedrijven als ware het hagelslag? En wat hebben we aan een kenniseconomie als kennis niet wordt toegepast? De PvdA vindt het onverteerbaar dat we onze economischegroeipotentie niet benutten door het tekort aan vakmensen. De PvdA vindt dat we echt een andere koers moeten varen. Om economische groei te borgen, moeten we middelen heel gericht en beter gaan inzetten. Deelt de minister die opvatting? En wat gaan de minister en de staatssecretaris doen om het gebrek aan vakmensen op te vangen?

Dat gebrek aan vakmensen is niet alleen een bedreiging voor de economische groei, maar ook een ernstige bedreiging voor de energietransitie. Neem de verduurzaming van de woningvoorraad. Er moeten tot het jaar 2050 ruim 7 miljoen woningen worden verduurzaamd. De kosten van het volledig verduurzamen van een woning zijn iets van €60.000. Ruw geschat is er een halfjaar werk per woning. 7 miljoen woningen tot 2050 betekent een kwart miljoen woningen verduurzamen per jaar. Een kwart miljoen! Dat betekent gewoon dat er elke werkdag — er zijn 250 werkdagen — 1.000 woningen moeten worden verduurzaamd. Naar schatting van de PvdA zijn daar zo'n 100.000 tot 150.000 vakkrachten voor nodig. Dat zijn mensen die zonnepanelen kunnen aanleggen, hybride cv-pompen kunnen installeren of woningen kunnen isoleren. Waar halen wij die mensen in godsnaam vandaan? 125.000 vakkrachten bovenop de grote tekorten die we al hebben.

Die verduurzaming van de woningvoorraad is ook een andere bron van zorg voor de Partij van de Arbeid. Wij maken ons zorgen om de positie van de huurders. Dat is al eerder aan de orde geweest bij het debat over de ODE. Wij vinden dat huurders te weinig keuzemogelijkheden hebben om te sturen op hun energierekening. Wij vinden dat huurders ook recht hebben op een energieneutrale woning. Hoe gaat de minister borgen dat huurders aan hun totale woonlasten niet meer kwijt zullen zijn dan in de actuele situatie? Hoe gaat u ook borgen dat woningcorporaties die woningen werkelijk gaan verduurzamen? Er is 100 miljoen hiervoor uitgetrokken in het regeerakkoord. Bij €60.000 per woning kun je daarmee nog geen 2.000 woningen verduurzamen. 2.000! Het kabinet wil een pilot van 20.000 tot 30.000 woning zo tegen 2020. Hoe ga je dat in hemelsnaam opschalen naar een kwart miljoen? Zijn straks de huurders niet degenen die het nakijken hebben en de lasten van de energietransitie via belastingen op de energierekening moeten gaan opbrengen? Dat moet echt anders, voorzitter.

Voorzitter. Ik ga over naar de Klimaatwet en het nieuwe energieakkoord.

De heer Amhaouch (CDA):

Volgens mij vinden het CDA en de PvdA elkaar vandaag in de grote zorgen over het tekort aan arbeidskrachten en over de goede match. Erkent de PvdA dat we flexibel met middelen moeten kunnen omgaan als wij in de ene sector te veel mensen hebben en in de andere te weinig? We moeten dan ook eens kritisch kijken naar de heilige huisjes: het ontschotten van sectoren en het ontschotten van O&O-middelen bij de werknemersorganisaties. We moeten daar wat flexibeler mee omgaan om de zorgen die wij samen delen, proberen op te lossen. Daarin hebben werkgevers en werknemers een verantwoordelijkheid en ook de mensen in vak-K, wie daar ook mag zitten: Sociale Zaken, EZ of OCW.

De heer Moorlag (PvdA):

Ik ben dat met u eens. Laten we wel zijn: het ontschotten is echt nodig. Ik hoorde de heer Paternotte de loftrompet steken over innovatie en scholing. Maar mij valt op dat het dan met name gaat om scholing van hoger opgeleiden, terwijl het grootste knelpunt op de arbeidsmarkt zit in de lager opgeleiden. Wij hebben in Nederland tussen de één en twee miljoen mensen die laaggeletterd zijn. Die zijn vaak wel aan het werk, maar de levensduur van opleidingen en van beroepen wordt steeds korter. Dus ik ben het met u eens dat wij moeten gaan ontschotten om niet alleen mensen die aan de kant staan, aan het werk te helpen, maar ook om mensen die op dit moment nog aan het werk zijn, toe te rusten met de skills die nodig zijn voor de nieuwe economie.

De heer Amhaouch (CDA):

Is de heer Moorlag dan ook bereid om dat signaal samen met ons en met een aantal andere Kamerleden duidelijk door te geven aan de werknemersorganisaties, de vakbonden? Want die zitten nog vaak in oude structuren en voornamelijk in sectoren te denken. Volgens mij hebben we samen, dus zowel werkgevers, werknemers als wij Kamerleden, de opdracht om de sociale partners hierin mee te nemen.

De heer Moorlag (PvdA):

Dat vind ik wel een interessante gedachte. Ik heb mijn zorg uitgesproken dat wij volstrekt onvoldoende mensen hebben voor die energietransitie. Het gaat niet alleen om mensen die de woningvoorraad gaan verduurzamen, maar we hebben ook al die technici nodig voor het bouwen en onderhouden van die windparken op zee. Energietransitie is zo ongelofelijk veelomvattend. Naar mijn smaak zal in het nieuwe energieakkoord een compartiment opgenomen moeten worden met arbeidsmarktbeleid. Daarom is het ook van belang dat werknemersorganisaties en werkgeversorganisaties nauw bij dat nieuwe energieakkoord worden betrokken. Ze zullen daar afspraken over moeten gaan maken. Er moet een gemeenschappelijk gevoel van urgentie zijn, want economische groei realiseren én de energietransitie realiseren lukt niet als we niet voldoende handjes hebben.

De heer Van Raan (PvdD):

Dat klinkt heel goed: voldoende handjes. Nou is het wel zo dat we, in tegenstelling tot de banken, de euro maar één keer kunnen uitgeven. Banken doen het 25 keer, maar in de gewone economie kan het niet. Is de heer Moorlag het met ons eens dat je in het kader van dat ontschotten er eigenlijk in die komende agenda's voor zou moeten kiezen dat elke euro alleen maar naar duurzame transitietechnologie kan? Elke euro die we nog stoppen in het subsidiëren van fossiele industrie of opleidingen daarin, is eigenlijk zonde, want het is een dooie industrie. Eigenlijk hebben we al die handjes nodig in de transitie-industrie. Is de heer Moorlag het met ons eens dat je zeker als overheid ervoor moet kiezen om iets duurzaam te doen of het niet te doen?

De heer Moorlag (PvdA):

Ik ben het eens met de opvatting dat wij moeten ophouden met investeren in technologieën en economische activiteiten die in de toekomst niet meer levensvatbaar zullen zijn. Daarom maakt de Partij van de Arbeid ook bezwaar tegen het steken van veel overheidsmiddelen in de afvang en opslag van CO2. Naar mijn smaak kun je beter euro's steken in voorkomen dat er CO2 wordt geproduceerd, dan in het afvangen en opslaan van geproduceerde CO2. Dat is naar mijn smaak de verkeerde aanpak. We moeten een preventieve aanpak hebben en geen curatieve aanpak.

De heer Van Raan (PvdD):

En als dat ook geldt voor het besteden van euro's aan opleidingen in die transitie, dan denk ik dat we elkaar gevonden hebben. Dat is mooi, dank u.

De heer Moorlag (PvdA):

Daar merk ik wel iets bij op. Kijk, op dit moment zijn er mensen werkzaam in die energiecentrales. Die hebben daar hun brood verdiend en die zullen in de toekomst ook hun brood moeten verdienen. We moeten de lenigheid van geest en de bereidheid hebben om geld te steken in de omscholing van mensen die boventallig worden door het uitfaseren van de fossiele energie.

De heer Paternotte (D66):

De heer Moorlag zei iets over hogeropgeleiden, maar volgens mij wordt in het regeerakkoord ook duidelijk erkend dat we juist iedereen nodig zullen hebben in de toekomst. Er komen steeds meer banen bij om ervoor te zorgen dat wij kunnen meegaan in die technologische veranderingen. Dat is waarom er 100 miljoen euro extra voor het techniekonderwijs in het vmbo bij zit. Mijn vraag aan de heer Moorlag is of hij ook bereid is om te erkennen dat dat betekent dat we een andere cultuur krijgen, waarin het niet meer zo is dat je naar school gaat en daarna je hele leven werkt, maar waarin het op roc's normaal wordt dat er ook af en toe mensen van zijn leeftijd rondlopen om nog even wat extra's te leren om vervolgens met nieuwe vaardigheden nieuwe technieken te kunnen hanteren op de arbeidsmarkt.

De heer Moorlag (PvdA):

Dat is mij uit het hart gegrepen. Als je jarenlang ergens werkt … Ik noem het willekeurige voorbeeld van een slachterij, waar je 105 karkassen per uur voorbij ziet komen waaraan je een monotone, kortcyclische handeling verricht, terwijl je weet dat je dat werk na je 50ste, 55ste vanwege de arbeidsomstandigheden niet meer kunt uitoefenen. Dan moet je gewoon tijdig gaan investeren in mensen om ze de mogelijkheid te geven om ander, passend werk te gaan verrichten. In het jargon heet dat levenslang leren. Ik vind dat er scholingsarrangementen moeten komen om ook de zittende beroepsbevolking naar een hoger niveau te brengen. Op die manier krijg je ook trek in de schoorsteen. Lageropgeleiden kunnen naar middelbare functies toe, mensen die nog helemaal aan de kant staan, kun je aan de onderkant van de arbeidsmarkt inzetten. Arbeidsgehandicapten kun je gaan inzetten. Er moet echt trek in de schoorsteen komen.

De heer Paternotte (D66):

Ook dat is weer een prachtig verhaal. De heer Moorlag spreekt dan ook altijd in hele mooie metaforen; de staatssecretaris heeft het eerder ook al opgemerkt. Mijn vraag is of hij in ieder geval kan erkennen dat we met een investering in het onderwijs van 1,5 miljard, waarvan het grootste deel juist naar het basis onderwijs en het vmbo gaat, het meeste oog hebben voor die kant van de arbeidsmarkt die we straks het hardst nodig hebben?

De heer Moorlag (PvdA):

Ik hoop echt oprecht dat die middelen daar ook terecht gaan komen, want in heel veel bedrijven gaan de opleidingsmiddelen doorgaans naar de beter opgeleide mensen. Daar zit vaak ook de meeste dynamiek in de functies. Bijscholing is hard nodig, want in de onderkant van de arbeidsmarkt wordt gewoon onvoldoende geïnvesteerd. Dat belemmert ook gewoon de participatie van mensen. In het verleden kon je een euro in een parkeermeter drukken en dan zag je op een klok hoelang je kon parkeren, maar tegenwoordig krijg je een geschreven instructie op een display te zien. Als ongeletterde kun je zo'n parkeermeter niet eens bedienen, laat staan dat je mee kunt komen op de huidige arbeidsmarkt. Daar moeten we echt serieus in gaan investeren.

Voorzitter. Ik kom bij de Klimaatwet en het nieuwe energieakkoord. De PvdA wil inderdaad dat er zowel een Klimaatwet komt als een nieuw energieakkoord, maar hoe wil de minister dat gaan doen? Hoe gaat hij dat proces inrichten? Hoe ziet de architectuur van dat proces eruit? Er is een startbijeenkomst geweest waarbij 200 partijen aanwezig waren. Naar verluidt waren de vakbeweging en de milieuorganisaties wat karig vertegenwoordigd. Geeft de minister hen wel een volledige positie bij het tot stand brengen van het nieuwe energieakkoord? Naar de overtuiging van de Partij van de Arbeid-fractie is dat hard nodig om draagvlak te krijgen voor een nieuw akkoord. Hoe gaat de minister de initiatiefnemers van de Klimaatwet betrekken bij zijn wetgevingstraject?

Voor de Partij van de Arbeid is het cruciaal dat in het nieuwe wetsontwerp een klimaatbegroting, een vijfjarig klimaatplan en een klimaatcommissie komen te staan om alle instrumenten te borgen. De nieuwe Klimaatwet mag niet vrijblijvend zijn en de doelen die in de Klimaatwet worden opgenomen, moeten politiek en wat mij betreft ook juridisch afdwingbaar zijn. Is de minister bereid om die uitgangspunten te verankeren in de nieuwe Klimaatwet?

Voorzitter. De energietransitie gaat een enorme impact hebben op de maatschappij. Mijn vraag aan de minister is of hij bereid is om een impactanalyse te laten maken. Wat is de impact van de energietransitie op de ruimte, zowel op land als op zee? Wat is de impact op de inkomens, op de portemonnee van mensen? Het gaat gewoon echt honderden miljarden kosten en ik vind dat we transparant naar de bevolking moeten communiceren hoe dat geld wordt opgebracht.

Over de impact op de arbeidsmarkt heb ik al gesproken, maar waar haalt de minister de investeringscapaciteit vandaan? Met 100 miljoen realiseer je eigenlijk nog niks als het gaat om de verduurzaming van de woningvoorraad. Maar er moeten wel enorme investeringen worden gedaan in een nieuw elektriciteitsnet, zowel op microniveau in de wijken als op het macroniveau van de internationale verbindingen in Europa. Hoe gaat de minister dat investeringskapitaal bij elkaar halen? Is de minister ook bereid om met financiële instellingen als de pensioenfondsen, banken en private beleggers een compartiment op te nemen in het nieuwe energieakkoord voor de financiering van die enorme opgave die voor ons ligt? De PvdA wil daar gewoon helderheid over hebben, want de samenleving heeft daar recht op.

Iets anders wat de PvdA belangrijk vindt: wij zijn het niet eens met het beleid om CO2-grootschalig af te gaan vangen en op te gaan slaan. Dat moet in 2030 gerealiseerd worden. Heel eerlijk gezegd vind ik het energieakkoord soms wel een beetje een groen behangetje en als je dat behangetje eraf krabt, zit er soms maar heel weinig achter. Heel veel doelen die gehaald moeten worden, liggen buiten het bereik van deze regeringsperiode. De Partij van de Arbeid wil gewoon een haalbaarheidsanalyse van het CCS-programma dat het kabinet voorstelt. Daar moet een vorm van backcasting bij komen om stapsgewijs duidelijk te kunnen maken wat er nou nodig is om die doelstellingen ook daadwerkelijk gerealiseerd te hebben in 2030.

Voorzitter. Er is heel veel gezegd over de gaswinning. De minister sprak van overheidsfalen. Ik spreek van een grof schandaal! Het is gewoon een grof schandaal dat Groningers nog altijd slechter af zijn dan andere inwoners in Nederland en dat Groningers zo hard moeten vechten om enige vorm van rechtvaardigheid te krijgen en om volledig gecompenseerd te worden. De Partij van de Arbeid vindt dat elke schade en elk nadeel voor de Groningers weggehaald moet worden. Het is gewoon beschamend dat de gaswinning maar zo mondjesmaat wordt teruggebracht in deze periode. Mijn vraag aan de minister — ik zie dat ik door mijn spreektijd heen ben — is: ziet hij dat als een ereplicht?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de bijdrage van de ChristenUnie. Als eerste spreker luisteren we naar de heer Bruins.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter. De economie draait goed op dit moment. Tegelijkertijd weten we dat meer welvaart ook betekent: meer energie. Meer energie betekent: meer grondstoffen nodig en meer uitstoot. De grote tekortkoming in onze economie is dat deze op de lange termijn niet houdbaar is vanwege de eindigheid van de aarde en de manier waarop we omgaan met mens en natuur. Daarom is het goed dat dit kabinet ervoor heeft gekozen dat Economische Zaken en Klimaat in één ministerie worden ondergebracht. Sommigen in de buitenwereld lachten erom, begrepen dat niet. Ik vind het heel logisch, want alleen als welvaart in balans is met welzijn, alleen als geld verdienen en behoud van natuurlijk en sociaal kapitaal hand in hand gaan, bouwen we aan een toekomst voor onze kinderen. We hebben sociale ondernemers nodig, want net zoals economische groei niet kan zonder technologische innovatie, zo kan ze ook niet zonder radicale verandering van ons gedrag en onze manier van ondernemen.

Voorzitter. Het is goed dat dit kabinet na het schrappen van de innovatieprogramma's en de FES-middelen in 2011 weer substantieel investeert in innovatie. 70% van onze exportmeerwaarde komt van de maakindustrie en vooral de hightechmaakindustrie. De ChristenUnie wil een langjarig industriebeleid met aandacht voor vakmensen, een leven lang ontwikkelen en uitbouw van de Smart Industry-agenda. Kan de minister toelichten hoe hij aan de slag wil gaan met bèta en techniek, met Smart Industry en met de grote uitdagingen voor de technologische industrie?

De ChristenUnie is blij met de ruime aandacht in het regeerakkoord voor toegepast onderzoek en innovatie, en de forse investering van 200 miljoen euro. Zo wordt extra geïnvesteerd in de grote technologische instituten en in publiek-private samenwerking. Kan de minister daar al meer over melden en kan hij bevestigen dat het geld ook echt, gecoördineerd door hem, naar technologisch toegepast onderzoek gaat? Daarbij vraag ik in het bijzonder aandacht voor de TO2-instituten zoals MARIN, waarvoor de rijksbijdrage is gedaald tot slechts 7% van de totale financiering. De commissie-Schaaf heeft zorgen uitgesproken over de strategische kennisbasis van MARIN en vindt dat de rijksbijdrage onder de kritische ondergrens gezakt is. Gaat de minister extra investeren in de TO2-instituten zoals MARIN?

Ook behoud van de kennisbasis van het Van Swinden Laboratorium, ons nationale instituut voor ijkingen, is cruciaal. Het lab staat inmiddels geheel op eigen benen, privaat, zonder subsidie. Dat betekent dat de kennisbasis van het instituut volledig moet worden gefinancierd uit business-to-businessdienstverlening. Houdt de minister wel een beetje de vinger aan de pols, alstublieft, of het ook lukt om via samenwerking met publieke kennisinstituten de kennisbasis goed te borgen? Wil hij, zeg in het voorjaar van 2018, nogmaals aan de Kamer melden hoe het met de transitie staat?

Voorzitter. Voor innovatief aanbesteden, hoge tenderkosten, SBIR, Invest-NL en de mkb-toets verwijs ik kortweg naar de vragen van mevrouw Mulder en de heer Veldman. Ik wil door naar het mkb. De ChristenUnie wil een sterke positie van het mkb in het innovatiebeleid. Het is dan ook goed dat het regeerakkoord de MIT-regeling voor mkb-innovatiestimulering en de innovatiekredieten uitbreidt. Hoe gaat de minister dit doen?

Mijn zorgen over de tariefverlaging bij de Wbso heb ik al geuit bij interruptie tijdens de bijdrage van de heer Veldman. Het is van belang om de percentages op peil te houden in zowel de eerste als de tweede schijf. Kan de minister ervoor kiezen om de percentages voor 2018 niet te veranderen en scherp te monitoren op uitputting van het budget?

Voorzitter. Er is in het beleid ruimschoots aandacht voor start-ups, maar er zijn juist zorgen over de doorgroei, de zogenaamde scale-ups. Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering waarschuwde onlangs voor de toenemende krapte op de arbeidsmarkt en de achterblijvende productiviteit. Risicodragende financiering ontbreekt nog vaak, ook de heer Öztürk wees daar al op. De Jheronimus Academy of Data Science in Den Bosch doet onderzoek naar scale-ups. Wil de minister reageren op de waarschuwing van het comité? Is hij bereid om onderzoek naar scale-ups te faciliteren?

Voorzitter. Een gelijk speelveld is nodig voor ons bedrijfsleven om te kunnen concurreren met het buitenland. Duitsland heeft een regeling voor het aanjagen van innovaties in de scheepsbouw. De Nederlandse scheepsbouwsector is internationaal concurrerend en zeer innovatief, de heer Graus noemde het al. Maar de sector heeft wel een soortgelijke regeling nodig om ontwikkelingsrisico's bij duurzaamheidsinnovaties te ondervangen. Vorig jaar is mijn amendement hierover, om een klein deel van de demonstratieregeling energie-innovatie te oormerken voor duurzame scheepsbouw, met een ruime meerderheid aangenomen. Een aparte regeling is daarom redelijk en bovendien nodig om een gelijk speelveld te creëren. Ook dit jaar vraag ik dit per amendement.

Voorzitter. Tot slot. De ChristenUnie vindt dwang uitoefenen op winkeliers om op zondag open te gaan zeer ongewenst. We zagen dit onder meer in het Groningse winkelcentrum Paddepoel. We zijn daarom fel tegen de zogenoemde "koopzondagboetes". Uit evaluatie van de Winkeltijdenwet bleek dat 7% van de winkeliers een huurcontract met boetebeding heeft, terwijl slechts een kwart aangeeft onder dit boetebeding uit te kunnen komen. De staatssecretaris meldt in haar brief terecht dat kleine ondernemers niet via omwegen gedwongen mogen worden om zeven dagen per week te werken, maar tegelijkertijd wil zij nu niet wettelijk ingrijpen, in afwachting van een lopende rechtszaak. We weten dat op andere plekken nog sprake is van koopzondagboetes. Biedt een individuele ontheffing wel voldoende keuzevrijheid voor winkeliers? Is er niet alsnog sprake van willekeur? Is de staatssecretaris ervan op de hoogte dat ontheffingen vaak tijdelijk zijn en ieder jaar verlengd moeten worden? Hoe gaat zij de vrijheid van winkeliers beschermen om op zondag dicht te zijn?

Voorzitter. Ik dank u wel.

De heer Graus (PVV):

Ik ben de ChristenUnie altijd dankbaar voor de moties en amendementen ten behoeve van de innovatieve scheepsbouw. Die hebben we jarenlang gesteund, ook die van Carola Schouten in het verleden, uw vroegere kamergenoot. Ik heb in mijn inbreng ook gevraagd om zo veel mogelijk de mazen en gaten te gaan zoeken in de aanbestedingsregels die ons door de Europese Unie worden opgelegd. Dan kunnen we namelijk alles in Nederland blijven produceren en lassen, zeker als het om de maritieme sector gaat. Ik krijg hier graag een reactie op. Mogelijk kan collega Bruins via u, mijnheer de voorzitter, nog een keer vragen, ook als coalitiepartner, om echt gaten te gaan zoeken in die aanbestedingsregels, zolang als ze er nog zijn.

De heer Bruins (ChristenUnie):

"Mazen en gaten" vind ik wat gevaarlijke woorden, maar ik begrijp precies wat de heer Graus bedoelt en eigenlijk ben ik het heel erg met hem eens. We zijn in Nederland nogal … Laat ik zeggen … We nemen zeker geen risico's als het gaat om aanbesteden vanuit de overheid. En dat terwijl we toch weten dat als het gaat om innovatief aanbesteden, overheden en bedrijven van Brussel samen op mogen lopen. Wanneer specificaties voor nieuwe producten worden neergezet in aanbestedingsprocedures die zo slim en zo ingewikkeld zijn dat het product nog niet bestaat, mag je innovatief aanbesteden. Dan mag je samen met een bedrijf dat je kiest zo'n traject lopen. En natuurlijk mag je dan ook een Nederlands bedrijf kiezen. Innovatief aanbesteden is bij uitstek een manier om innovatieve bedrijven een streepje voor te mogen geven, ook van Brussel, bij aanbestedingen. Het stoort mij enorm dat we op inkoopafdelingen van ministeries en lokale afdelingen inkopers hebben zitten die geen verstand hebben van techniek. We hebben techneuten nodig op onze ministeries die werkelijk weten wat het is om innovatief aan te besteden. Een slimme overheid is de sleutel tot het vinden van uw "mazen en gaten", drie woorden die ik even naast mij neerleg, door heel erg slim aan te besteden en het Nederlandse bedrijfsleven daarin mee te nemen.

De heer Graus (PVV):

Dank voor de steun om alles zo veel mogelijk binnen onze nationale driekleur te behouden als het gaat om aanbestedingen, zeker voor die belangrijke maritieme sector.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan vier minuten voor mevrouw Dik-Faber.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. De ChristenUnie is blij met de ambities in het regeerakkoord. We koersen op 49% minder CO2-uitstoot in 2030 en zetten in op 55%, samen met andere EU-lidstaten. Nederland gaat tot de EU-kopgroep behoren. Deze minister heeft dat al laten zien bij de klimaattop in Bonn half november, en gisteren sprak de premier zich in Parijs onomwonden uit voor het 55%-doel. De ChristenUnie is tevreden over de aanpak van deze minister om te komen tot een breed gedragen klimaatwet en een klimaat- en energieakkoord. Het is goed dat de minister de kracht van de Nederlandse economie en de samenleving wil gaan inzetten en het is goed dat hij openstaat voor alternatieven, bijvoorbeeld CO2-opslag, zolang wij het doel op een effectieve manier gaan halen.

Voorzitter. Belangrijke maatregelen in het regeerakkoord zijn de minimumprijzen voor CO2 en het sluiten van de kolencentrales. Kolencentrales zorgen voor slechte lucht en zijn CO2-kanonnen. In de tonnenjacht van de minister ligt het dus voor de hand om de kolencentrales snel te sluiten. Al eerder adviseerde de Raad van State dat een sluitingswet voor de vijf overgebleven kolencentrales voor de hand ligt. Is de minister bereid zo'n sluitingswet snel naar de Kamer te sturen, inclusief tijdpad?

Voorzitter. In 2016 werd de motie-Dik-Faber/Van Veldhoven over het maken van afspraken met de financiële sector en meer transparantie over de klimaatimpact van leningen en investeringen aangenomen. Ik roep de minister op om opnieuw met de financiële sector om de tafel te gaan, zeker gezien de aangescherpte doelstellingen in het regeerakkoord, maar ook omdat twaalf grote banken en pensioenfondsen deze week een helder statement over vergroening van investeringen en het doorrekenen van klimaatschade hebben afgegeven. Graag een reactie.

Voorzitter. Ik kom op een onderwerp dat ons allen aan het hart gaat, de gaswinning in Groningen. "Dit is een Nederlands overheidsfalen van on-Nederlandse proporties", is een uitspraak van de minister richting de Groningers. De ChristenUnie is daarom blij met de aandacht voor Groningen in het regeerakkoord en de afbouw van de afhankelijkheid van aardgas. Ook komt er een schadeprotocol dat gedragen moet worden door de regio en komt er een publiek schadefonds. Schadeafhandeling en versterking worden volledig onafhankelijk van de NAM. Vorige week was de commissie EZK op werkbezoek in Groningen; anderen hebben dat ook gememoreerd. De verhalen van de bewoners zijn ontluisterend. Zo zijn er woningen die worden versterkt, maar niet van het gas af gaan. Vindt de minister ook dat we werk met werk moeten maken? Hoe gaat hij dit regelen? Mij viel ook het verschil tussen koop en huur op. Wie spreekt de woningcorporaties aan als zij niet meer investeren in onderhoud, in afwachting van sloop of versterking? Soms staat de schimmel op de muren. Dat kan toch niet? De sociale impact is enorm. Wie goed gebekt is, vindt zijn weg wel, maar wie komt er op voor de mensen die het minder goed overzien? Wie begeleidt hen in het proces van nieuwbouw of versterking? Nu is er tweestrijd in dorpen en wijken. Ook dreigt door de enorme renovatie de identiteit van Groningen verloren te gaan. Kunnen we ervoor zorgen dat deze operatie Groningen juist sterker maakt en toekomstperspectief biedt? In het regeerakkoord is ook aandacht voor laagdrempelige rechtsbijstand, de arbiters, het uitwerken van een opkoopregeling, extra geld voor zorgprofessionals en geestelijke verzorgers en voortzetting van het Erfgoedloket. Hoe gaat de minister hiermee aan de slag?

Voorzitter. De opwekking van schone energie door huishoudens en energiecoöperaties neemt snel toe. Nu de kosten van zonne-energie dalen, is het goed dat de salderingsregeling wordt omgevormd. Zo wordt energieopslag gestimuleerd en wordt geld voor duurzame energie effectiever ingezet. Er zijn echter zorgen over de investeringszekerheid. Kan de minister toezeggen dat er een soepele overgangsregeling komt, zodat burgers vertrouwen houden en blijven investeren in zonnepanelen?

Voorzitter. Het regeerakkoord noemt ook de gebouwgebonden financiering en een aparte regeling voor energiecoöperaties die het mogelijk maakt dat omwonenden makkelijker kunnen participeren in duurzame-energieprojecten in hun directe omgeving. Kan de minister toelichten hoe en wanneer deze nieuwe regelingen van kracht worden?

Voorzitter. Eerder is de motie-Schouten/Nijboer aangenomen over financiering van coöperaties met een maatschappelijk doel, onder meer over de planontwikkeling. Het probleem is dat energiecoöperaties moeite hebben om risicovolle investeringen af te dekken. De vorige minister van EZ zou met de energiecoöperaties in overleg gaan over de mogelijkheid om via Invest-NL bij te dragen aan risicospreiding. Kan de minister daar al meer over melden?

Voorzitter. Tot slot wil ik graag aandacht vragen voor innovatie. Het project Blue Energy is benoemd tot Nationaal Icoon. Er is een bestuurlijk akkoord afgesloten over een pilot bij Katwijk tussen het hoogheemraadschap Rijnland, de provincie Zuid-Holland en de gemeenten Katwijk en Noordwijk; volgens mij heeft ook D66 daarover gesproken. Gaat het Rijk zich hierbij aansluiten?

Voorzitter. Geothermie en andere innovaties staan nog in de kinderschoenen, maar geothermie is kansrijk. Aardwarmtekorven worden op een diepte van een tot vier meter binnen een dag gerealiseerd tegen relatief lage kosten en zonder lange vergunningsprocedures. Kent de minister deze techniek en ziet hij hiervoor een mooie toekomst?

Voorzitter. Ik wil beide bewindspersonen van harte succes wensen om met elkaar te werken aan een schone toekomst voor onze kinderen en kleinkinderen. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Nog twee fracties te gaan. Het woord is aan de heer Van Raan van de fractie van de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, het spreekgestoelte gaat niet omhoog. Maar er komt hulp van alle kanten.

De voorzitter:

De heer Graus heeft het spreekgestoelte even buiten werking gesteld, maar het is er nu toch weer.

De heer Van Raan (PvdD):

De PVV heeft het gerepareerd.

De voorzitter:

De heer Graus weer, hè. De man met de rechterhandjes!

(Hilariteit)

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter. Voor het eerst voeren we een begrotingsdebat met de minister van Klimaat. Dat is een historisch feit. De minister van Economische Zaken en Klimaat. We hebben bij de kostbare operatie om het ministerie van VenJ om te dopen naar JenV gezien dat dit kabinet grote waarde hecht aan de volgorde van de namen met de belangrijkste voorop. Immers, justitie als basis voor veiligheid. Dus economie als basis voor het klimaat. En dat is het probleem van dit kabinet in een notendop. Of gaat de minister ons vertellen dat het niet zo is?

De klimaatminister heeft een uitdagende klus te klaren. Alle sectoren en departementen moeten bijdragen om de klimaatdoelen te halen. De bewindspersonen zullen dus bij de les moeten worden gehouden en dus uit de klauwen moeten worden getrokken van lobbyclubs en bedrijfsleven. Heeft de minister doorzettingsmacht om door te pakken? Of is hij een tandeloos, maar wel sympathiek visitekaartje? Graag een bevoegdhedenomschrijving. D66 en de SP vroegen daar ook al om.

Onze economie is nu per saldo grotendeels op een onduurzame wijze georganiseerd. Als we vasthouden aan het huidige model, economie boven klimaat, helpen we de planeet om zeep, zegt onder anderen Kate Raworth. Kent u die? Is de minister daarmee bekend? En is de minister het daarmee eens?

Het kabinet — net hebben we de VVD dat ook zien doen — pronkt in dit verband graag met onze positie op internationale ranglijsten, zoals op het gebied van concurrentie en op het gebied van innovatie. Maar dan moet je ook weten dat onze manier van leven 3,7 aardbollen vergt. Zeggen dat je innovatief bent terwijl je dat nodig hebt, is in onze ogen een ouderwetse, achterhaalde invulling van het begrip innovatie. Het is betekenisloos. Bovenaan concurrentielijstjes staan terwijl je 3,7 wereldbollen verbruikt is eigenlijk hetzelfde als de schaatswedstrijd winnen met doping en daar ook nog een keer trots op zijn. De manier waarop we nu kijken naar begrippen als innovatie en concurrentie is achterhaald en misplaatst en zet ons op het verkeerde spoor. We kijken naar de verkeerde lijstjes. Graag een reflectie van de minister.

Op de klimaattop in Bonn zag ik de minister goede sier maken met de aankondiging dat Nederland zich in Europa hard zal maken voor het verhogen van de Europese reductiedoelstelling naar 55%. Vanzelfsprekend juichen we dat hartstikke toe, echt. Als we echter kijken naar wat er aan plannen op tafel ligt — het is ook wel heel mooi dat de minister dat met ons eens is — is het nog verre van een gelopen race. Daar zijn we het over eens; dat heeft hij ook gezegd. Ons koolstofbudget raakt immers in hoog tempo op terwijl de daling van CO2 veel te langzaam verloopt. Het is wel bijzonder dat de minister focust op maatregelen die niet morgen kunnen worden ingevoerd, maar pas op langere termijn, terwijl hij de maatregelen die hij op korte termijn wel kan invoeren niet neemt. Dat is een heel bijzondere tegenstelling.

In steeds meer landen vinden inmiddels klimaatrechtszaken plaats — in Ierland, België, Nieuw-Zeeland, de Verenigde Staten, Zwitserland en Nederland — doordat bezorgde burgers naar de rechter stappen omdat het klimaatbeleid van hun overheid onvoldoende is om hun leefomgeving te beschermen. Dat is een schending van de mensenrechten. In dit kader zullen we ook blijven ijveren voor de strijd voor internationale wetgeving om ecocide — dat is het grootschalig vernietigen van de leefomgeving — strafbaar te stellen. Onze vraag is of de minister ons daarbij gaat helpen. Immers, het oude adagium dat dit kabinet aanhangt, dat bij een sterke markt een zo klein mogelijke overheid hoort, is achterhaald. We zien eigenlijk dat hoe sterker de markt is, hoe sterker ook de overheid moet zijn.

Dat is het nieuwe hoopgevende verhaal: hoe sterker de markt is, prima, hoe sterker de overheid moet zijn. Want de overheid heeft jarenlang het beleid uit handen gegeven aan grote bedrijven en vervuilende sectoren. In de documentaire Beerput Nederland was er sprake van veroordeelde milieucriminelen die mee mogen schrijven aan het beleid. Dit is hoe ver we het hebben laten komen: structurele misstanden. Het is de taak van de Kamer om te controleren hoe het daarmee staat. We weten dat daar een brief over komt. De reden dat we het er hier over hebben, is omdat het gaat om economische delicten. Wat ons betreft moet het tot de bodem worden uitgezocht. We kondigen dan ook een motie aan voor een parlementair onderzoek naar deze zaak, temeer omdat deze gang van zaken niet op zichzelf lijkt te staan.

We wijzen de minister graag ter illustratie op twee sectoren die een blinde focus op economische groei hebben gehad en zijn uitgegroeid tot allesverslindende monsters, twee sectoren die ervoor zorgen dat ons koolstofbudget als sneeuw voor de zon verdwijnt. Twee keer raden: de luchtvaart en de landbouw. Schiphol en de KLM hebben de ruimte gekregen om de luchthaven Schiphol te laten uitgroeien tot de uit zijn voegen barstende luchthaven die het nu is, door aanpassing op aanpassing te doen. De Onderzoeksraad voor Veiligheid stelt dat de veiligheid rond luchthavens serieus op het spel staat. Dat is niet niks. En er worden volop voorbereidingen getroffen om naar de 500.000 te gaan, terwijl het rapport waar ik op doel bij 480.000 vliegtuigbewegingen is geschreven. Economie boven andere belangen. De verwachte groei van de luchtvaart — zo komen we weer op klimaat — gaat het halen van de klimaatdoelen onmogelijk maken, zo luidde de conclusie van Paul Peeters van de TU Delft. Geen enkele technische of financiële maatregel gaat dit compenseren. En wat is het beleid dat dit kabinet voert? Doorgaan. Groei, groei, groei. En een krimp is nodig. Met andere woorden: wil je de klimaatdoelen halen, dan moet het aantal vliegbewegingen naar 300.000. Dat is wat werd gesuggereerd. We horen graag hoe de minister dit ter hand gaan nemen en overwegen een motie op dit punt.

En dan de landbouw. Lobbyisten van de vee- en vleesindustrie schrijven al jarenlang mee met het landbouwbeleid. Dat is eigenlijk geen geheim. Precies tien jaar geleden bracht ons wetenschappelijk bureau de documentaire Meat the Truth uit. Sinds 2007 zijn er nog vele rapporten uitgekomen waaruit blijkt dat de veehouderij een van de grootste vervuilers ter wereld is. Om de klimaatdoelen te halen, moet het aantal dieren flink verminderen. Deze week constateerde de financiële denktank FAIRR dat een heffing op vlees onvermijdelijk is, onvermijdelijk gezien de bijdrage van de sector aan klimaatverandering en volksgezondheidsproblemen.

En wat is het beleid dat dit kabinet heeft aangekondigd? De uitstoot van landbouw moet louter met technische maatregelen worden aangepakt. De Sociaal-Economische Raad schreef hierover: "In de afgelopen jaren is een veelheid aan initiatieven genomen om de problemen aan te pakken en de verduurzaming op gang te brengen. Tot echte doorbraken heeft dit nog niet geleid." En nu komt het. Bij het berekenen van de effecten van mogelijke maatregelen voor het behalen van de klimaatdoelen kreeg het PBL de expliciete opdracht mee om niet te kijken, nou net niet te kijken, naar volumemaatregelen in de veehouderij of naar transitie in gedrag, in consumptie en in transport. Dus niet naar de vliegtuigindustrie. De verkleining van de veestapel en de impact van vliegen lijken dus vooraf taboe verklaard. Ik zie dat de bewindslieden even overleggen over dit inzicht. Dank.

Het lijkt erop — ik zeg: het lijkt erop — dat sommige departementen proberen rapporten te veranderen als ze gemaakt zijn. Hier gebeurt dat vooraf al, zo lijkt het. Dat heet matchfixing. Is de minister bereid om het PBL opnieuw te laten kijken naar deze effecten?

Als we doorgaan op de oude weg, hebben we nog vier jaar te gaan voordat we ons koolstofbudget hebben verbruikt. Maar maatregelen die zullen leiden tot een substantiële emissiereductie worden ofwel terzijde geschoven ofwel pas ingevoerd na deze kabinetsperiode. En we moeten nú aan de slag om te voorkomen dat we wederom de gestelde doelen niet behalen, zeker als we gaan tot de door iedereen, ook door ons, toegejuichte 55% reductie. De eerste stappen, dat is het mooie, kunnen we vandaag zetten. Ik noem u er drie. Door het maken van een plan voor de inkrimping van luchtvaart en de inkrimping van de veestapel: een vliegtaks en een vleestaks. Door het instellen van een standaard vegetarische menukaart bij overheidsinstellingen, waarbij moet worden gevraagd om een gerecht van vlees. Dus geen vlees is de norm en vlees is de uitzondering. En drie: door overheidssubsidies, overheidsstimuleringsfondsen voor topsectoren, en subsidies in het algemeen enkel open te stellen voor duurzame projecten die niet schadelijk zijn voor mens, dier en natuur. Door het adagium te omarmen: we doen iets duurzaam of we doen het niet. Want we willen niet dat deze minister de nieuwe koning van Paaseiland wordt.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Perfect op tijd. Dan gaan we drie minuten luisteren naar de heer Wassenberg.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter, op mijn papier stond zes minuten.

De voorzitter:

Op mijn papier drie, maar ik maak er met alle plezier zes van als u dat wilt.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ja.

Voorzitter. Het kabinet heeft als doel om de CO2-uitstoot te reduceren met 49% in 2030. Maar als we ons fixeren op de CO2-reductie, hoe belangrijk die ook is, doen we de werkelijkheid tekort. Dan kan het namelijk gebeuren dat maatregelen die niet duurzaam zijn, toch de ruggengraat van het energiebeleid vormen en flinke subsidies ontvangen. Ik ga dat uitleggen.

We moeten minder CO2 uitstoten en er is alle reden om dat aan de bron te doen: minder energie gebruiken en de energie die we wel gebruiken, duurzaam opwekken. Maar dat is niet de lijn van het kabinet, want het kabinet zet vol in op de status quo, op symptoombestrijding, zoals ondergrondse CO2-opslag. Daarvan ziet de Partij voor de Dieren geen enkel voordeel. Het houdt onze verslaving aan fossiele energie in stand, het kost zelf veel energie, het brengt risico met zich mee en het vraagt om een constante, voortdurende inspanning. Daar is niets duurzaams aan.

Voorzitter. Een tweede voorbeeld. In het regeerakkoord staat dat dit kabinet tot 2025 doorgaat met de subsidiëring van bijstook van biomassa in kolencentrales. Maar inmiddels weten we dat die bijstook van biomassa — in de praktijk zijn dat overigens vooral bomen — geen oplossing is voor de uitstoot van CO2, maar daar juist aan bijdraagt. Veel verschil tussen de stook van bomen en steenkool is er niet. Met biomassa stoken we het bos van nu op en met steenkool stoken we de bossen van 300 miljoen jaar geleden op. Het opstoken van bomen is net zomin duurzaam als het opstoken van steenkool, want bomen die gekapt zijn, leggen geen CO2 meer vast. En door die bomen op te stoken, stoten we extra CO2 uit. En toch, we hebben afgesproken dat het opstoken van bomen CO2-neutraal is en daarmee is de kous af. Er is een papieren werkelijkheid gecreëerd.

Voorzitter. De focus op CO2-reductie geeft het kabinet ook een excuus om de doelstelling op het gebied van energiebesparing en het aandeel duurzame energie te verwaarlozen. Twee doelstellingen waar we tot op de dag van vandaag slecht op scoren en waar juist heel veel winst te behalen valt. Zo blijft energiebesparing flink achter en moet echt alles uit de kast gehaald worden om 14% duurzame energie in 2020 — dat is een eis van Europa — bij elkaar te sprokkelen. Die focus op CO2-reductie heeft het risico dat de routes van verduurzamen en besparen onvoldoende worden bewandeld. We zien bijvoorbeeld in het regeerakkoord nauwelijks plannen voor duurzame energie. De minister heeft aangegeven dat de financiering van de CO2-opslag niet uit de SDE+-regeling zal gaan. Maar kan hij garanderen dat de opslag van CO2 ook niet op een andere manier ten koste gaat van de stimulering van duurzame energie of dat de subsidie niet besteed wordt aan een papieren werkelijkheid, namelijk mestvergisting?

Ons land produceert 80 miljard kilo mest per jaar. Dat is bijna 5.000 kilo per Nederlander oftewel 40 badkuipen vol met mest per persoon. Maar mestvergisting is geen duurzame oplossing van het mestprobleem. Het levert geen bijdrage aan onze duurzame-energievoorziening. Aan de 150 mestvergisters die Nederland nu telt, moet in heel veel gevallen nog van alles worden toegevoegd voordat er energie kan worden opgewekt: gras, mais, afval. Bovendien komt het beetje energie dat die mest oplevert, ook niet uit de lucht vallen. Om onze bio-industrie draaiende te houden, worden er jaarlijks grote hoeveelheden soja en mais ingevoerd uit Zuid-Amerika. Dat hele proces kost jaarlijks 62 petajoule. Dat is net zo veel als 5 miljoen huishoudens aan stroom gebruiken. Maar omdat het veevoer van de andere kant van de wereld komt, blijft ónze klimaatbalans schoon. De mestvergisting is feitelijk één grote witwasoperatie. Voor omwonenden brengen de mestvergisters bovendien heel veel stank met zich mee, waar ze dagenlang last van kunnen hebben. Hoofdpijn en misselijkheid zijn het gevolg. Mensen worden letterlijk ziek van mestvergisters. Mestvergisting stinkt letterlijk en figuurlijk.

Met de mestvergisting, CO2-opslag en bijstook van biomassa investeert het kabinet dus in symptoombestrijding. We gaan door op de bekende weg, ook al weten we dat die weg doodloopt. Ondertussen bungelt Nederland onderaan de lijst van Europese landen als het gaat om het aandeel duurzame energie. Het kabinet stimuleert bewoners onvoldoende om zelf energie op te wekken, bijvoorbeeld via de salderingsregeling voor zonnestroom. Als kopers van zonnepanelen de zekerheid hebben dat ze gedurende een periode van bijvoorbeeld zeven jaar de stroom kunnen terugleveren voor het markttarief, dan werkt dat zeer drempelverlagend. Wie dan bijvoorbeeld in 2018 zonnepanelen koopt, kan tot minstens 2025 salderen, en wie in 2019 zonnepanelen koopt, kan salderen tot 2026. Kan de minister daarop reageren? Ik overweeg hierover een motie in te dienen.

Voorzitter. Ook energiebesparing krijgt te weinig aandacht. Het klimaatneutraal maken van onze huizen gaat veel te langzaam. Hoe het kabinet deze enorme opgave gaat aanpakken weten we niet. Huurwoningen krijgen 100 miljoen euro per jaar in totaal. Dat is ongeveer €50 per woning. Daarvoor kan de eigenaar een paar tochtstrips en een paar ledlampen kopen. En hoe vordert de werkgroep over gebouwgebonden financiering? Daarmee krijgen huizenbezitters de kans om hun huis echt te verduurzamen. Ook hier geldt dat we moeten doorpakken.

Voorzitter, ik rond af. Energietransitie gaat om meer dan alleen CO2-reductie. Het gaat ook om energiebesparing. Het gaat om het klimaatneutraal maken van woningen. Het gaat om echt duurzame energie. Wind op zee wordt uitgerold. Nu is het aan deze minister om te zorgen dat het in deze kabinetsperiode ook voor particulieren aantrekkelijk wordt om zelf energie te produceren.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. De volgende spreker zou de heer Dijkgraaf zijn, maar hij stuurt mij zojuist een berichtje om nog eens even te bevestigen dat hij ziek is. Hij is met griep thuis. Wij wensen hem veel beterschap. De laatste spreker van de zijde van de Kamer voor vandaag is de heer Öztürk van de fractie van DENK. Hij heeft een doos vol tekst meegenomen. Het woord is aan hem.

De heer Öztürk (DENK):

Voorzitter, dank u. Vandaag bespreken we de begroting van het nieuwe ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Allereerst wil ik de nieuwe minister, Eric Wiebes, feliciteren met zijn nieuwe post. Hij is samen met Mark Rutte en Sander Dekker de enige die ook in Rutte II heeft gediend. Dat is knap. Ook wil ik de nieuwe staatssecretaris, Mona Keijzer, een oud-collega van ons, feliciteren met haar nieuwe functie. Welkom in ons midden.

De fractie van DENK heeft kennisgenomen van de begroting EZK voor 2018 en het regeerakkoord. Zoals bekend kijkt DENK altijd kritisch naar de voorstellen van de regering en het kabinet, maar DENK wil ook constructief en verbindend zijn. Daarom legden wij naast de begroting onze eigen toekomstvisie. Onze visie heet Denkend aan economie, diversiteit als kracht. Ik wil een aantal exemplaren aan de bewindspersonen en aan mijn collega's overdragen. Ik zou graag willen dat de bewindspersonen in de tweede termijn op al onze voorstellen antwoord geven.

De voorzitter:

Ik neem aan dat er geen bezwaar tegen bestaat dat dit stuk ter inzage wordt gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Kamer.

(Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.)

De heer Öztürk (DENK):

Als je een kleine fractie bent, moet je slim en creatief zijn. Dat is in de economie ook heel belangrijk. Als je klein begint, moet je creatief zijn.

Voorzitter. Nederland is veranderd, Nederland verandert nog steeds en Nederland zal blijven veranderen. Dat is een proces dat al eeuwen aan de gang is. De Zuiderzee veranderde in het IJsselmeer. Grijze PTT-telefoons veranderden in hippe smartphones. De paardentrams verdwenen en de DAF-auto maakte plaats voor de Tesla. De monoculturele samenleving veranderde in de multiculturele samenleving. Het is de onvermijdelijke loop van de geschiedenis. Maar sommigen proberen toch nog tegen de stroom van de geschiedenis in te roeien. Met hun boodschap om de klok terug te draaien, streven ze naar een vals verleden dat er in werkelijkheid nooit is geweest. Daarmee bewijzen ze ons land en onze economie geen goede dienst. Door de nieuwe realiteit niet te erkennen, wordt de economie schade toegebracht.

De fractie van DENK wil dat diversiteit en economie beter aan elkaar worden gekoppeld. Uit onderzoek blijkt dat er sterke aanwijzingen zijn dat diversiteit de economie kan versterken en kan leiden tot meer innovatie, banen en groei. Maar dan moeten daarvoor ook de juiste randvoorwaarden aanwezig zijn. Ik hoor van collega's dat we 100.000 vakmensen nodig hebben. Dan moet je in Nederland ook een klimaat hebben waardoor je vakmensen naar Nederland kan halen en hier kan behouden.

Voorzitter. Daarom willen wij een aantal concrete voorstellen doen. DENK wil het volgende bereiken. Graag krijgen we daarop een reactie van de bewindspersonen. DENK wil dat er een kenniscentrum komt voor Diversiteitseconomie en Multicultureel Ondernemen, DMO. DMO moet sneller en beter inzicht geven in wet- en regelgeving, subsidies, regelingen en financiering voor ondernemers met een diverse achtergrond.

DENK wil een diversiteitsquotum van 10% om meer mensen met een migrantenachtergrond in de top van de grote ondernemingen in Nederland te krijgen. Dat is op dit moment maar 2%. Het aantal vrouwen in de top van het bedrijfsleven was ook laag, maar er is in de afgelopen jaren heel veel gedaan. Als we er samen voor gaan, kunnen we heel veel diversiteit in de top van het bedrijfsleven krijgen.

De nieuwe staatsbank, Invest-NL, moet worden uitgebreid. In plaats van een kapitaal van 2,5 miljard euro moet deze een kapitaal van 5 miljard euro in de komende jaren krijgen. Diversiteitseconomie wordt als vierde aandachtsdomein aan Invest-NL toegevoegd. Ook andere staatsbanken en staatsdeelnemingen worden voor dit doel ingezet.

DENK wil dat de regering in een Centraal Banken Overleg afspraken maakt met de grootste Nederlandse banken over extra kredietverlening voor het mkb, analoog aan de afspraken met de ING Bank in 2009.

DENK wil de omstandigheden voor het mkb verbeteren met belastingvoordelen. DENK is daarom voor het verhogen van de mkb-winstvrijstelling en voor een verruiming van de kleineondernemingsregeling. Ook de bureaucratie en de administratieve lasten moeten omlaag.

De topsectoren, de grote bedrijven, zijn in het verleden geholpen met miljarden euro's aan subsidies. Minister, klopt het dat we vanaf 2011 inmiddels al circa 7 miljard euro aan grote bedrijven hebben gegeven? Wat DENK betreft zijn nu de starters aan de beurt. DENK wil start-upvouchers van €750 per ondernemer. Hiermee kunnen start-ups kosteloos diensten inkopen.

De Nederlandse pensioenfondsen kunnen hun geld onder andere uitlenen aan staatsbank Invest-NL. Invest-NL kan de juiste investeringsprojecten selecteren en de pensioenfondsen aan een goed rendement helpen. Van het totale vermogen van de Nederlandse pensioenfondsen van circa 1.400 miljard euro wordt slechts 12,5% in Nederland belegd. Dit klopt toch, minister? Dit percentage moet substantieel omhoog, goedschiks of kwaadschiks. Misschien moeten we dit eens in een enquête voorleggen aan de pensioendeelnemers. Dat zijn wij bijna allemaal. De meesten van ons hebben geen idee waar ons geld in wordt belegd en hebben ook geen inspraak hierin. Dat is natuurlijk niet meer van deze tijd.

Dan kom ik op het punt van de discriminerende ondernemers. We hebben vandaag ook gezien dat een huisbaas via een makelaar discrimineert. Helaas. Maar die discriminerende ondernemers moeten we ook aanpakken. Discriminerende ondernemers komen wat DENK betreft in het racismeregister. Dit betekent dat zij een bepaalde periode niet meer in aanmerking komen voor opdrachten van de overheid. Zij betalen, net als andere mensen die discrimineren, een xenofobentaks van €1.000 per discriminerende uitspraak, handeling of gedraging. Een strafrechtelijke veroordeling, strafbeschikking of transactie leidt tot inning van deze xenofobentaks door de Belastingdienst.

Voorzitter. Dan het gedachtegoed van de PVV. Ik heb het net gehad over het ondernemersklimaat en het klimaat an sich. Het gedachtegoed van de PVV — als je het A4'tje van Geert zo mag noemen — kost ons banen en groei. Want een ongastvrij ondernemersklimaat is slecht voor onze economie. DENK wil daarom dat de regering met een actieplan komt voor het creëren van een gastvrij ondernemersklimaat. DENK wil dat er een onderzoek komt naar het negatieve Wilderseffect op onze economie. DENK wil dat het Centraal Planbureau een maatschappelijke kosten-batenanalyse maakt van het Wilderseffect. Zo kunnen de economische kosten van de verrechtsing, verharding en verruwing in cijfers worden uitgedrukt. Kan de minister of de staatssecretaris het Centraal Planbureau om zo'n MKBA vragen? Ik overweeg op dit punt een motie in te dienen.

Zowel de economie als de samenleving is gebaat bij een flinke dosis ontrechtsing, ontruwing en ontharding, of misschien onthuftering, zoals we in de jaren negentig de onthaasting hadden van minister Margreeth de Boer.

De voorzitter:

Een vraag van de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Het is meer een opmerking. Ik zou toch weleens graag willen weten wat dit gekost heeft. Daar had u mogelijk een mkb'er mee kunnen redden. Heeft u ook rechten afgedragen aan Asterix en Obelix? U heeft tekeningetjes gebruikt. Ik hoop wel dat u dat heeft gedaan.

Meneer de voorzitter, waar het om gaat is het volgende. Ten eerste kan meneer Wilders zich hier niet verdedigen, want Geert, zoals u hem noemt — dat is onze fractievoorzitter Geert Wilders — is ooit in één keer met negen zetels de Kamer binnengekomen en niet met twee of drie. Maar ik wil toch ook wel zeggen dat ik het een beetje raar vind.

De heer Öztürk (DENK):

Wat is de vraag?

De heer Graus (PVV):

Meneer Öztürk heeft het de hele tijd voor de mkb'ers opgenomen. Ik begon mijn betoog met de opmerking dat heel veel mkb'ers, waar u ook voor zegt te staan, juist de PVV zo waarderen als ondernemerspartij. Dat komt mede door onze mkb-toets. Dat is dus een heel groot deel van de ondernemers; en dat zou je moeten respecteren. Dat wil ik alleen maar meegeven: respecteer dat. Johan Cruijff zei ooit: wij worden meer achtergesteld dan welke buitenlander ook. En dat begint echt zo te worden.

De heer Öztürk (DENK):

We hebben de Floriade in Limburg gehad. Tijdens de Floriade hebben een aantal ondernemer tegen mij gezegd — dat heeft ook in de Limburgse pers gestaan — dat zij niet naar de Floriade zijn gekomen vanwege Wilders. Wilders zat in de gedoogconstructie met een aantal partijen, VVD en CDA. Het heeft effect; er zijn landen en bedrijven die in Nederland niet investeren omdat hier een klimaat is gecreëerd door uw leider, Geert Wilders. Ik vind dat we dat moeten uitzoeken. Ik vind dat de burger er recht op heeft te weten wat de schade van Wilders is.

De heer Graus (PVV):

Maar het rare is, met alle respect: we zitten hier met twintig zetels. We zijn de op één na grootste partij van Nederland geworden. Maakt u zich alstublieft geen zorgen. De Nederlanders beslissen wie hier een grote partij wordt. Dat beslist niet meneer Öztürk. Daar wil ik het verder bij laten, maar wat ik heel raar vind: u heeft mij hier ook een paar keer echt geschoffeerd. Als ik iets zeg over dierenwelzijn en ritueel slachten, vergelijkt u dat met nazipraktijken. U trekt hier nu de grote broek aan. Ik vind dat ongelooflijk.

De heer Öztürk (DENK):

Wat is uw vraag, meneer Graus?

De heer Graus (PVV):

Meneer Öztürk heeft inderdaad drie quotejes kunnen vinden van anti-PVV'ers. U had er mogelijk nog 100 kunnen vinden, maar wij krijgen duizenden, duizenden mailtjes per jaar over hoe onbeschoft uw partij hier omgaat met gekozen volksvertegenwoordigers.

De heer Öztürk (DENK):

Wat is uw vraag? Meneer de voorzitter …

De heer Graus (PVV):

Nee, dat is een opmerking. U moet eens vaker in de spiegel kijken. U projecteert. En dat is een ziekte, weet u dat? U moet hulp gaan zoeken.

De heer Öztürk (DENK):

Voorzitter … Dit is uw partijgenoot, ik snap het, maar wat is de vraag?

De voorzitter:

Daar ga ik niet over.

De heer Öztürk (DENK):

Nee, maar u laat wel alle ruimte toe. Waar het mij om gaat is: wat gebeurt er als je een Polenmeldpunt hanteert? Wij hebben honderdduizenden Polen nodig om onze bouwdoelstelling te bereiken. Als je een klimaat creëert dat iedereen met een andere afkomst eigenlijk in Nederland niet welkom is … We hebben expats nodig in dit land om onze economie te behouden. Daar heb ik het over. Die mensen komen niet naar Nederland vanwege het klimaat dat uw partij heeft gecreëerd. Dan kunnen het wel twintig zetels zijn, maar de schade voor ons land moet naar onze mening berekend worden. Burgers hebben daar recht op.

Voorzitter. Ik zou graag van de bewindspersonen willen horen hoe wij een goed ondernemersklimaat in Nederland kunnen vestigen.

Tot zover het gedeelte over de economie. Ik kom nu op het gedeelte over het klimaat en energie. Volgens DENK hebben wij als samenleving een klimaatschuld. Wij steunen daarom de ambitie van het kabinet om de CO2-uitstoot met 49% te verminderen in 2030. Maar wij steunen niet de manier waarop het kabinet dit wil doen. Want om 49% minder uitstoot in 2030 te bereiken moeten we minstens 41 megaton CO2 minder uitstoten. De uitgewerkte plannen zorgen slechts voor de helft van die 41 megaton. Dit kabinet weet voor het grootste gedeelte dus nog niet hoe het het klimaatprobleem wil oplossen. Daarom vraag ik de minister: wanneer kunnen we uiterlijk duidelijkheid over de plannen krijgen? Wanneer worden de kolencentrales gesloten? Op welke manier? Wanneer zijn nieuwe auto's uitstootvrij? Wanneer wordt hierover besloten?

Ook bevat het klimaatbeleid nog te veel ongedekte cheques. Voor de sluiting van de kolencentrales zijn bijvoorbeeld geen middelen gereserveerd. Hoe gaat de minister de ongedekte cheques in de toekomst dekken?

Een ander zorgpunt in het klimaatbeleid is dat dit kabinet CO2 ondergronds wil opslaan. Dat heet "CCS" in Haags jargon. Het kabinet wil 20 van 41 megaton aan uitstootvermindering realiseren met CCS, maar het bewijs dat CCS echt gaat werken is flinterdun — bijna net zo dun als het bewijs voor het afschaffen voor de dividendbelasting. Graag zouden wij ten aanzien van klimaat nog meer duidelijkheid krijgen, zodat de burger weet waar hij aan toe is.

De voorzitter:

U bent al een halve minuut over de tijd, hè?

De heer Öztürk (DENK):

Dan sluit ik hiermee af.

De voorzitter:

Dan dank ik u voor uw bijdrage.

De algemene beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Ik dank alle deelnemers voor hun bijdrage. Morgen om 17.30 uur gaan we luisteren naar de bewindspersonen. Die gaan nog een uurtje door, denk ik, om iedereen te bedienen. We wensen ze veel sterkte.

Naar boven