3 Vragenuur: Vragen Özdil

Vragen van het lid Özdil aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, viceminister-president over het bericht "Controles Inspectie SZW in gevaar door toename arbeidsongevallen". 

De heer Özdil (GroenLinks):

Voorzitter. Het aantal ongelukken op de werkvloer in ons land stijgt. Vorig jaar steeg dit aantal met 14% naar 2.549 mensen, waarvan er 70 hun leven verloren. De Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft aan dat veel bedrijven zeggen, en ik citeer: als het economisch meezit, hebben wij geen tijd voor arbeidsveiligheid, en als het economisch tegenzit, hebben we er geen geld voor. Oftewel: winst is belangrijker dan de veiligheid van werkende mensen. 

De inspectie zou die veiligheid moeten waarborgen door de bedrijven te controleren. Maar de kans dat bedrijven een bezoek krijgen is eens in de 30 jaar. Waarom? Omdat er een structureel tekort is aan controleurs. Gisteren verklaarde de hoogste baas van de inspectie dat hij onvoldoende capaciteit heeft en dat de inspectie zwaar onder druk staat. Helaas is dit geen nieuws. De vakbonden luiden al jaren de noodklok en we hebben hier in de Kamer al vaker over gesproken. De GroenLinks-fractie is van mening dat het capaciteitstekort bij de inspectie geen dag langer kan voortduren. Het gaat hier om mensenlevens. 

In antwoord op eerdere vragen zei de minister dat dit kabinet, het kabinet-Rutte/Asscher, heeft besloten, en ik citeer weer, dat de overheid niet mag groeien en dat daarom het aantal controleurs niet zonder meer omhoog kan. Door dit dogma doet het kabinet veel te weinig aan het stijgend aantal ongelukken op de werkvloer. Ik vraag de minister daarom of hij bereid is om nu actie te ondernemen, om niet langer te wachten, maar nu eindelijk alles te doen wat hij kan om de capaciteit van de inspectie onmiddellijk op orde te brengen. 

Minister Asscher:

Voorzitter. De trend van de stijging van het aantal ernstige ongelukken is verschrikkelijk, zeker als je je realiseert dat er vorig jaar 70 mensen zijn omgekomen bij een ongeluk op het werk, terwijl je gewoon veilig en gezond je werk moet kunnen doen. De inspectie geeft aan dat deze trend drie oorzaken heeft: de groeiende economie, meer flexibilisering op de arbeidsmarkt, waardoor men veel meer met losse krachten werkt, en het feit dat men langer doorwerkt. Daar wordt ook nader onderzoek naar gedaan. Maar het blijft zo dat er een heel belangrijke verantwoordelijkheid ligt bij de bedrijven en hun werknemers om ervoor te zorgen dat iedereen gezond en veilig zijn werk kan doen. De stelregel moet zijn: je doet het veilig of je doet het niet. Zolang dat niet zo is, blijft het ongelofelijk belangrijk om preventieve maatregelen te nemen, om ervoor te zorgen dat men zich daar bewust van is en om de wettelijke voorschriften na te leven. De inspectie heeft te kampen met het feit dat er door het grotere aantal ongelukken minder capaciteit is voor andere punten. Dat heb ik in 2016 gesignaleerd in de brief die is verschenen naar aanleiding van de motie-Heerma c.s. (34475-XV, nr. 9). Ik heb het in mei van dit jaar aan de Kamer gestuurd toen we het nieuwe framework voor de inspectie hebben gepresenteerd, dat erop gericht is om met de capaciteit die er is meer te bereiken op het gebied van gezond en veilig werken. Dan gaat het niet alleen over het voorkomen van ongevallen, maar ook over eerlijk werk en het aanpakken van schijnconstructies en andere heel belangrijke onderdelen voor een fatsoenlijke arbeidsmarkt. In die brief is ook via een aantal scenario's aangegeven wat je zou kunnen bereiken met meer capaciteit. Met 100 fte zou je bijvoorbeeld veel meer kunnen doen voor het bestrijden van dit soort ongevallen. Met 100 fte zou je veel meer kunnen doen voor het bereiken van een eerlijke arbeidsmarkt. Maar het is echt aan een nieuw kabinet om daarover te besluiten. Dat staat ook in de brief. Het is niet zo dat het aantal de afgelopen jaren gelijk is gebleven. Ik heb hier een heel overzicht van de toevoegingen. Als de heer Özdil hier zegt dat er eigenlijk meer bij zou moeten, ben ik dat van harte met hem eens, maar dat is echt aan een nieuw kabinet. 

De heer Özdil (GroenLinks):

De minister heeft helemaal gelijk als hij zegt dat er een grote verantwoordelijkheid ligt bij de werkgevers. Maar laat dat nou het probleem zijn. Als die werkgevers niet kunnen worden gecontroleerd op hun verantwoordelijkheid, zijn we nog steeds geen stap verder. 

Wij waren heel blij toen de minister niet de regels maar de mensen vooropstelde toen hij zich onlangs sterk maakte voor lerarensalarissen. Hij zei terecht: we gaan niet wachten op een formatie; het gaat hier om een urgent probleem. Ik roep de minister daarom op om ook bij dit onderwerp, waarbij het letterlijk gaat om het vooropstellen van mensenlevens in plaats van het zich — even gechargeerd gezegd — achter de regels verschuilen, de moed die hij eerder heeft getoond, nogmaals te tonen. 

Minister Asscher:

Het is wel goed om heel kort de toevoegingen van de afgelopen jaren langs te lopen. Die toevoegingen zijn mede dankzij of soms op initiatief van de Tweede Kamer gerealiseerd. Het gaat om 36 fte's in het kader van het sociaal akkoord om schijnconstructies te bestrijden. Inmiddels is dat ook structureel gemaakt. Er zijn 13 fte's toegevoegd om gefingeerde dienstverbanden aan te pakken. Er zijn nog eens 9 fte's toegevoegd om de ingewikkelde grotere constructies te kunnen onderzoeken. Verder gaat het om 3 fte's plus extra geld om arbeidsmarktdiscriminatie te onderzoeken. 68 fte's zijn toegevoegd om ook zorgfraudes te kunnen onderzoeken. Met andere woorden, ondanks het feit dat we begonnen zijn onder het gesternte van een aanzienlijke taakstelling die nog uit Rutte I stamde, is er telkens capaciteit bij gekomen. 

Is het genoeg? Nee, maar twee dingen zijn daarbij heel belangrijk. We hebben met de Kamer afgesproken dat je niet alleen moet kijken naar de hoeveelheid inspecteurs maar ook naar de manier van werken. Naar aanleiding van de motie-Heerma c.s. is er uitgebreid onderzoek gedaan naar de vraag hoe een moderne inspectie risicogericht en effectief zou kunnen werken. Daarna kun je de vraag beantwoorden of er geen fte's bij moeten. Dat onderzoek is afgerond en in mei aan de Kamer aangeboden. We moeten het nieuwe kabinet, mocht het er toch komen, de kans geven om daar een keuze in te maken. Het zou best kunnen dat ik het dan met de heer Özdil eens ben dat het tijd is voor extra capaciteit. 

De heer Özdil (GroenLinks):

Het kan toch niet zo zijn dat de minister de urgentie van het probleem een beetje wegredeneert vanwege de formatie? Hij noemt een aantal fte's. Dat is mooi. Alleen hoe komt het dan dat de baas van de inspectie gisteren letterlijk zei: we hebben een structureel capaciteitstekort dat mensenlevens kost? De minister geeft net ook aan dat het wellicht niet genoeg is. Ik ben blij dat hij het met mij eens is dat er meer capaciteit nodig is, maar nogmaals, het ligt in de macht van de minister om daar wat meer druk op te zetten en niet te zeggen: ik verschuil mij achter de onderhandelingen en we gaan niets doen. 

Minister Asscher:

Laten we precies blijven citeren. Dat zal de baas van de inspectie ook erg op prijs stellen. Hij heeft niet gezegd: we hebben een capaciteitsprobleem dat mensenlevens kost. Je ziet — dat is ernstig zat — een stijging van het aantal ernstige ongelukken en daaronder een stijging met negentien van het aantal dodelijke ongelukken in 2016. We zien dat die trend niet gestopt is, omdat de drie oorzaken, conjunctuur, flexibele arbeidsmarkt en langer doorwerken, onverminderd van kracht zijn. Hij geeft aan dat er door het systeem van werken van de inspectie veel capaciteit gaat naar arbeidsongevallen, waardoor misschien andere evenzeer belangrijke onderwerpen in het geding komen. Dat is niet hetzelfde als de heer Özdil hier noemt. We zijn het zeer eens over hoe urgent het is dat er veilig wordt gewerkt. Die verantwoordelijkheid is iedere dag bij ieder bedrijf waar wordt gewerkt, aanwezig. Het feit echter dat nog steeds de helft van de bedrijven geen RI&E heeft, een verplichte inventarisatie van de risico-inschatting om ervoor te zorgen dat mensen veilig hun werk doen, kun je niet afschuiven op hoeveel inspecteurs er zijn. Al zijn er tien keer zo veel inspecteurs, dan zijn bedrijven nog steeds verplicht om te zorgen voor de veiligheid van hun mensen. Daar verandert niets aan. Ja, nu het beter gaat, vind ik ook dat de inspectie en de toezichthouders in het algemeen de middelen moeten krijgen om hun werk nog beter te kunnen doen. Het zit deels ook in het anders inzetten van die middelen en deels in meer mankracht, maar dat doet niets af aan het urgente probleem waar werkgevers mee kampen. Maxime Verhagen was wat dat betreft ook heel duidelijk over de rotte appels in de bouw. Die verantwoordelijkheid moet daar vooral blijven liggen. We moeten dat niet verwarren met de verantwoordelijkheid hier. 

De voorzitter:

Tot slot, afrondend. 

De heer Özdil (GroenLinks):

Het lijkt een beetje een herhaling van zetten. De minister heeft gelijk. Door het capaciteitstekort is er minder controle, waardoor het aantal ongelukken stijgt. Er is daardoor ook meer capaciteit nodig voor de afhandeling van de ongelukken. Het is dus een soort vicieuze cirkel wat dat betreft. Als de minister niet bereid is om dezelfde moed te tonen als bij de lerarensalarissen, dan verzoek ik hem om op zijn minst te beloven dat hij in gesprek gaat met VNO-NCW om te kijken wat er nu kan worden gedaan, zonder te wachten op een regeerakkoord. 

Minister Asscher:

Ik gaf drie oorzaken voor de stijging van het aantal ongelukken, daar niet onder vallend de inspectiecapaciteit. Als de heer Özdil mijn woorden samenvat, dan moet hij daar wel rekening mee houden. Ja, ik ben zeker bereid, en die gesprekken lopen al, om met werkgevers en werknemers daarover te spreken. We hebben de afgelopen jaren ook veel geïnvesteerd in het beter organiseren van veiligheid op het werk en in wat je nog meer kunt doen om die trend te keren. Het is ook voor werkgevers een nachtmerrie dat het aantal ongelukken zo toeneemt. Dat moeten wij in een modern en rijk land als Nederland kunnen tegengaan. 

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

De minister zei het al. We hebben een aantal waarborgen in Nederland, zoals de arbocatalogi en de RI&E's. Uit de verhalen over de spoedeisende eerste hulp komt naar voren dat er sprake is van behoorlijk veel slachtoffers uit Oost-Europa in de bouw, als gevolg van communicatieproblemen. Herkent en erkent de minister dat? We hebben nog geen idee wanneer er een kabinet komt. Wil de minister de tijd die hem nog rest gebruiken om in goed gesprek te gaan met de polder om ervoor te zorgen dat hier echt iets mee gebeurt? 

Minister Asscher:

Zeker, we hebben de voorschriften ook voor opdrachtgevers aangescherpt. Ik herken wel degelijk het beeld dat losse contracten en nulurencontracten bij arbeidsmigranten soms taalproblemen met zich brengen. Des te belangrijker is het dat de verantwoordelijkheid voor de werkgever, de opdrachtgever blijft bestaan om te zorgen voor een veilige werkomgeving. Een van de oorzaken die ik noemde, raakt daaraan. Dat zullen wij moeten tegengaan. Het is ongelooflijk belangrijk dat mensen veilig hun werk kunnen doen. Ik ben bereid om met werkgevers en werknemers door te gaan met onderzoeken wat er extra kan worden gedaan, ook al zitten wij in het najaar van 2017, om dit tegen te gaan. Ik merk overigens dat werkgevers en werknemers ook heel gemotiveerd zijn om daar wat aan te doen. 

De heer Van Kent (SP):

De Arbeidsinspectie moet zorgen voor een veilige werkplek, maar de directeur van de Arbeidsinspectie geeft aan dat dit nu niet kan omdat er te weinig personeel is; en dat in een tijd waarin er meer doden vallen en meer ongelukken op de werkvloer gebeuren. Ik begrijp dan niet dat deze minister zich verschuilt achter de kabinetsformatie die nog gaande is en dat hij niet ingrijpt. Is de minister bereid om, desnoods met de formerende partijen, op korte termijn te komen met een voorstel om de capaciteit uit te breiden? 

Minister Asscher:

Zeker. In het stuk van mei van dit jaar kun je zien hoe de capaciteit van de inspectie is opgebouwd en hoe men de taken kan uitvoeren. In dat stuk staan ook vier scenario's voor hoe je meer zou kunnen doen. In het tweede scenario worden 100 fte's toegevoegd, zodat je veel meer kunt doen aan arbeidsongevallen. In het derde scenario voeg je 100 fte's toe, zodat je veel meer kunt doen aan eerlijk werken. In scenario vier doe je het eigenlijk allebei. Dat is onder de aandacht van de formerende partijen gebracht en het is naar de Kamer gegaan. Ook in de discussie toen al hebben Kamer en kabinet naar aanleiding van een trend die niet nieuw is, maar die we al sinds 2016 zien, met elkaar gewisseld dat het een prima moment zou zijn om de capaciteit uit te breiden. Dat staat. Ik denk dat de heer Van Kent en ik het daar helemaal niet over oneens zijn. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

Naar boven