18 Raad Concurrentievermogen

Aan de orde is het VAO Raad Concurrentievermogen (AO d.d. 23/5). 

De voorzitter:

Aan de orde is het verslag van het algemeen overleg Raad Concurrentievermogen, waarvan het algemeen overleg hedenmiddag heeft plaatsgevonden. Ik heet de minister van Economische Zaken welkom, evenals de leden. Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Van den Berg-Jansen. Het is de eerste keer dat zij hier het woord voert, maar haar maidenspeech zal zij op een later moment houden. De spreektijd bedraagt twee minuten, inclusief het indienen van moties. 

Mevrouw Van den Berg-Jansen (CDA):

Voorzitter. Wij hebben vandaag inderdaad overleg gevoerd met de minister over de Raad Concurrentievermogen. Wij hebben onze zorgen geuit over de dienstenkaart, die nu door Europa ontwikkeld wordt. Wij vinden het belangrijk dat wij goed op de hoogte blijven en worden meegenomen in de besluitvorming. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat er een verordening en een richtlijn Europese e-kaart voor diensten is aangekondigd; 

overwegende dat er bezwaren bestaan vanuit onder andere verschillende sectoren en een aantal lidstaten, waardoor goed overwogen moet worden of het verstandig zou zijn voor Nederland om deze verordening en richtlijn te steunen; 

verzoekt de regering, de Kamer minstens één keer per kwartaal op de hoogte te stellen van de onderhandeling en de keuzes; 

verzoekt de regering tevens, de Kamer te consulteren ingeval zich significante ontwikkelingen voordoen op het dossier, waarbij het BNC-fiche en de opmerkingen van de Kamer tijdens het algemeen overleg Raad Concurrentievermogen van 23 mei 2017 de basis zijn, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van den Berg-Jansen en Weverling. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 401 (21501-30). 

Mevrouw Van den Berg-Jansen past nog even een typefout aan. 

Dan is het woord aan de heer Weverling. Ook hij spreekt hier voor de eerste keer, maar zijn maidenspeech zal op een later moment plaatsvinden. 

De heer Weverling (VVD):

Voorzitter. Ik begin met een opmerking over de typegoedkeuring van voertuigen, over het voorstel voor een verordening over de toelating van en het markttoezicht op motorvoertuigen en hun aanhangers. Het Maltees voorzitterschap meent een meerderheid te hebben op acht openstaande politieke punten, maar uit de signalering blijkt dat dit nog niet per se het geval hoeft te zijn. Mogelijk is er dus nog wat bewegingsruimte, maar misschien heeft Nederland zich al gecommitteerd aan het compromis. Kan de minister hierop straks bevestigend antwoorden? 

Ik dien de volgende twee moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat er een richtlijn versterken bevoegdheden nationale mededingingsautoriteiten is aangekondigd; 

overwegende dat onduidelijkheden bestaan of het verstandig zou zijn voor Nederland om deze richtlijn te steunen; 

verzoekt de regering, de Kamer minstens één keer per kwartaal op de hoogte te stellen van de onderhandeling en de keuzes; 

verzoekt de regering tevens, de Kamer te consulteren ingeval zich significante ontwikkelingen voordoen op het dossier, waarbij het BNC-fiche en de opmerkingen van de Kamer tijdens het algemeen overleg Raad Concurrentievermogen van 23 mei 2017 de basis zijn, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Weverling en Van den Berg-Jansen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 402 (21501-30). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat Nederland een kritische houding aanneemt in de onderhandelingen over de Europese e-kaart voor diensten; 

overwegende dat de Europese e-kaart voor diensten in het voordeel moet zijn van ondernemers die in Europese lidstaten activiteiten willen ontplooien; 

overwegende dat er een goed beeld moet zijn van de wensen en zorgen van deze ondernemers; 

verzoekt de regering, nog voor de zomer in intensief overleg te treden met ondernemers uit diverse sectoren om te horen welke knelpunten er in de praktijk worden ervaren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Weverling. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 403 (21501-30). 

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter. Dank aan de minister voor zijn tijd en het geduld in het AO van zojuist, waarin hij buitengewoon veel gedetailleerde vragen moest beantwoorden en daarvoor deels op het onbekende terrein van zijn collega van I en M moest treden. Ik ben blij dat hij met betrekking tot dieselgate op een aantal vragen nog schriftelijk terugkomt. 

Desalniettemin hecht ik eraan om voor de onderhandelingen over de verbetervoorstellen van de Europese Commissie, die als doel hebben om een tweede dieselgate te voorkomen, hier een signaal af te geven. Wij weten allemaal dat het gaat om een onderhandelingsinzet van Nederland. Wij verwachten in dat opzicht ook geen wonderen van de minister. Wat dat betreft heeft hij een duidelijke boodschap afgegeven in het AO. Wij verwachten wel de houding dat het volgens Nederland niet gepast is dat na een schandaal zo groot als dieselgate de grote auto-industrielanden, zoals Duitsland, opnieuw de discussie domineren en goede voorstellen proberen aan te passen of die zelfs helemaal om zeep proberen te helpen. Daarom de volgende motie inzake een herziening van typegoedkeuringsvoorschriften. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat er signalen zijn dat grote auto-industrielanden zoals Duitsland bezwaren opwerpen ten aanzien van de voorstellen van de Europese Commissie voor het verbeteren van het Europese typegoedkeuringssysteem; 

overwegende dat een verregaande verbetering van het systeem noodzakelijk is om te voorkomen dat autofabrikanten in de toekomst opnieuw sjoemelsoftware gebruiken, met als gevolg dat in de praktijk veel te hoge concentraties schadelijke stoffen worden uitgestoten; 

overwegende dat het daarom ongewenst is wanneer sleutelelementen uit de Commissievoorstellen, zoals over de nalevingscontroles en -keuringen, worden geschrapt of gewijzigd in het voordeel van de autofabrikanten; 

verzoekt de regering om de verbetervoorstellen van de Europese Commissie te steunen, inclusief de voorstellen over nalevingscontroles en -keuringen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte, Van Eijs, Van den Berg-Jansen en Van der Lee. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 404 (21501-30). 

Ik kijk even of er nog andere leden zijn die het woord willen voeren. Dat is niet het geval. Dan zijn wij aan het eind gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Wij wachten even totdat de laatste motie rondgedeeld is. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering en geef graag de minister het woord voor de beantwoording in eerste termijn en een oordeel over de moties. 

Minister Kamp:

Voorzitter. Ik mag mevrouw Van den Berg en de heer Weverling niet feliciteren met hun maidenspeech, maar ik mag wel zeggen dat het felicitaties verdient als je echt met het feitelijke werk in de Kamer begonnen bent, vandaag met een AO en hier met een VAO. Ik denk dat zij de komende jaren nog heel veel plezier aan deze zeer eervolle functie, het volk mogen vertegenwoordigen in dit huis, zullen beleven. 

Er zijn vier moties ingediend. In de motie op stuk nr. 401 van mevrouw Van den Berg en de heer Weverling wordt de regering gevraagd, de Kamer te consulteren in geval zich significante ontwikkelingen voordoen op het dossier van de Europese e-card, oftewel de dienstenkaart, waarbij het BNC-fiche en de opmerkingen van de Kamer tijdens het algemeen overleg Raad Concurrentievermogen van 23 mei 2017 de basis zijn. Ik ben van plan te doen wat in die motie staat. Wij hebben de gelegenheid om twaalf keer per jaar door middel van de geannoteerde agenda's en de verslagen van de Raad Concurrentievermogen de Kamer te informeren. Daarnaast komen wij, als er een nieuw voorstel is van de Europese Commissie, binnen zes weken met een BNC-fiche. Als het nodig is, komen wij tussentijds ook nog met informatie naar de Kamer. Ik denk dat het verzoek om eens per kwartaal in dit patroon de Kamer over deze belangwekkende ontwikkeling te informeren, nuttig is. Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer. 

De motie op stuk nr. 402 van de heer Weverling en mevrouw Van den Berg gaat over de nationale mededingingsautoriteiten. Er is een richtlijn aan de orde om de bevoegdheden daarvan te versterken. Eigenlijk wordt in deze motie hetzelfde gevraagd met betrekking tot dit onderwerp. Wat ik net heb gezegd, geldt ook voor deze motie. Ik laat het oordeel dus aan de Kamer en zal dit aanpassen in de reguliere en zo nodig in de extra informatievoorziening die aan de Kamer zal plaatsvinden. De motie op stuk nr. 402: oordeel Kamer. 

In de motie op stuk nr. 403 vraagt de heer Weverling om nog voor de zomer in intensief overleg te treden met ondernemers uit diverse sectoren om te horen welke knelpunten er in de praktijk worden ervaren. Ik zal dat organiseren via de ondernemersorganisaties, waarmee ik dit soort contacten stroomlijn en in goede banen leid. Ik zal dat voor de zomer doen. We hebben al overleg gehad en we zullen dat voortzetten. De sectoren waarover het gaat, zijn de sectoren waarop de e-card of de dienstenkaart betrekking heeft. Wat hier staat, kan ik op deze wijze uitvoeren. Ik laat het oordeel over de motie op stuk nr. 403 aan de Kamer. 

De motie op stuk nr. 404 van de heer Paternotte is tevens ondertekend door de leden Van Eijs, Van den Berg en Van der Lee. Met deze motie wordt de regering gevraagd om de verbetervoorstellen van de Europese Commissie te steunen, inclusief de voorstellen over nalevingscontroles en keuringen. In de geest van die motie wil ik het voorzitterschapcompromis steunen. Dat voorzitterschapcompromis is in de geest van de voorstellen van de Europese Commissie en is naar onze inschatting ook haalbaar bij de 28 landen tijdens de Raad Concurrentievermogen van maandag aanstaande. De uitleg die ik aan de motie geef, is dat we de Europese Commissie steunen door het voorstel van het voorzitterschap te steunen. Als dat de bedoeling is van deze motie — zonder tegenbericht ga ik daarvan uit — dan laat ik ook het oordeel hierover aan de Kamer. Dank u wel, mevrouw de voorzitter. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Ik dank de minister voor zijn aanwezigheid en inbreng bij dit VAO. Ook dank ik uiteraard de Kamerleden. De stemmingen over de moties zullen morgen plaatsvinden, waarschijnlijk aan het begin van de middagvergadering. Houdt u daarvoor het schema in de gaten. 

De vergadering wordt van 19.15 uur tot 19.29 uur geschorst. 

Naar boven