4 Vragenuur: Vragen Segers

Vragen van het lid Segers aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, bij afwezigheid van de minister van Veiligheid en Justitie, over het bericht dat daders van mensenhandel steeds jonger worden en er steeds minder zware straffen kunnen worden opgelegd. 

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie welkom. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. Dat was schrikken. Ik ben blij dat ik collega Dikkers redelijk gezond de zaal weer heb zien verlaten. We wensen haar beterschap. 

Even een heel ander onderwerp: mensenhandel en gedwongen prostitutie. Dat is een gruwelijk misdrijf en een gruwelijke misdaad, vaak gericht op jonge slachtoffers. We hebben recentelijk de zaken in Valkenburg en Schiedam gezien, waarbij sprake was van minderjarige slachtoffers. Wat echter ook opviel, is dat de daders zeer jong waren. Afgelopen vrijdag is de Nationaal Rapporteur Mensenhandel met een onderzoek naar buiten gekomen waarin zij laat zien dat het patroon van Valkenburg en Schiedam een algemeen patroon is. Daders zijn vaak zeer jong. Een vijfde van de verdachten in dit soort zaken is jonger dan 23 jaar. 

Ik wil over het rapport van de Nationaal Rapporteur drie vragen stellen, namelijk over de achtergrond van de daders, over de opsporing en vervolging en over de veroordeling. Ik begin met de daders. We hebben beter zicht nodig op wie de daders zijn en op het profiel van de daders. Waarom? Omdat we dan kunnen werken aan preventie, ook aan preventie van het gruwelijke misdrijf dat iedere keer plaatsvindt. Maar wat blijkt? De Nationaal Rapporteur is met 20% gekort in haar budget en is niet in staat om goed onderzoek te doen. Mijn eerste vraag is of er speciale subsidie kan worden vrijgemaakt om beter zicht te krijgen op de daders van deze vreselijke misdrijven. 

Dan kom ik op de opsporing en de capaciteit bij de politie en het Openbaar Ministerie. Dit gaat om internationale netwerken. Gelukkig hebben we vorige week de politie-liaison officer in Boekarest kunnen redden. Die blijft open, maar ondertussen is ook de samenwerking met bijvoorbeeld Marokko en Turkije cruciaal. Kan er extra geïnvesteerd worden in die internationale samenwerking? Kan er extra geïnvesteerd worden in capaciteit van politie en Openbaar Ministerie? Er worden namelijk te weinig zaken aangebracht en daardoor worden te weinig mensen gestraft die verantwoordelijk zijn voor deze vreselijke misdrijven. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Voorzitter. Ik dank de heer Segers voor zijn vragen. Hij is er snel bij. De Nationaal Rapporteur Mensenhandel brengt deze monitor jaarlijks uit en heeft de monitor gisteren persoonlijk overhandigd aan de minister. Zij hebben er ook over gesproken. Zoals gebruikelijk krijgt de Kamer natuurlijk een beleidsreactie, waarin we uitgebreid op het rapport ingaan. Maar ik snap dat de heer Segers meteen reageert, omdat het een prangende kwestie is waarbij we grote risico's lopen, ook met jonge daders. Deze daders noemen we loverboy. Voor mij een onbegrijpelijke term, want er komt weinig tot geen liefde aan te pas. 

Naar de achtergrond van de daders en hun profiel loopt nu een onderzoek. Dat is naar verwachting aan het eind van het jaar afgerond. Maar de vraag van de heer Segers zal wellicht ook zijn of we dan genoeg weten of dat we moeten doorgaan. De vraag of dit voldoende geborgd is of dat er extra ruimte nodig is, zal de minister in zijn beleidsreactie meenemen. 

Wat betreft de opsporing en de capaciteit van de politie en het OM is in de begroting een post opgenomen voor de aanpak van georganiseerde misdaad, waaronder mensenhandel. De minister zal voor de begrotingsbehandeling laten weten hoeveel precies ingezet kan worden om specifiek mensenhandel te bestrijden. Ook de vraag over de banden met Marokko en Turkije kan daarin worden meegenomen en beantwoord. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik dank de staatssecretaris voor die toezegging. Het is goed dat wij dat inzicht krijgen, maar ik maak mij grote zorgen over de capaciteit van de Nationaal Rapporteur. Zij vervult een cruciale rol in de strijd tegen mensenhandel en om zicht te krijgen op achtergronden en patronen. Toch is haar budget gekort. Daarom een sterk pleidooi mijnerzijds om haar voldoende middelen te geven opdat zij dit onderzoek kan blijven doen. 

Dit heeft ook te maken met mijn derde onderwerp, waar ik zojuist niet aan toe kwam, namelijk de strafmaat. Wij hebben de straffen verhoogd, maar de straffen die worden opgelegd, vallen lager uit. Dus wij arresteren minder, wij vervolgen minder en wij straffen lager. Dat is een slecht patroon, omdat wij de strijd tegen mensenhandel juist willen intensiveren. Mijn vraag daarbij is of ook onderzoek kan worden gedaan naar de achtergrond van die lagere straffen. De Nationaal Rapporteur zei in haar toelichting dat zij niet weet waardoor dit komt. Zij weet niet waarom wij aan de ene kant de strafmaat verhogen en er aan de andere kant lagere straffen worden opgelegd. Daar moet meer inzicht in komen. 

Daarnaast vraag ik of het kabinet bereid is te gaan praten met de Raad voor de rechtspraak om na te gaan wat hiervan de achtergrond is. Wij vinden dit allemaal een prioriteit. Wij willen dat dit harder wordt aangepakt. Maar als dit het patroon is: meer daders, lagere leeftijd, minder vervolging, lagere straffen, dan is dat echt een heel slechte ontwikkeling. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Die ontwikkeling vindt het kabinet ook onwenselijk. Daarom is er ruimte vrijgemaakt voor de intensivering van de aanpak door politie en OM en zal voor de begroting worden gespecificeerd hoeveel hiervoor beschikbaar is. 

Daarnaast is er het fenomeen van de strafmaat en de lagere straffen die worden opgelegd. Ik kan niet vooruitlopen op de vraag of de oorzaak ligt bij de politie, het OM, de rechtspraak of een combinatie daarvan. De minister was sowieso van plan om hierover voor de beleidsreactie te spreken met politie en OM. Ook de suggestie om in gesprek te gaan met de Raad voor de rechtspraak zullen wij meenemen, zonder dat ik wil zeggen dat de oorzaak daar ligt. Wij zullen van dit gesprek verslag doen in de kabinetsreactie. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Tot slot vraag ik om overleg met de Nationaal Rapporteur over de vraag waar de knelpunten in haar onderzoek zitten bijvoorbeeld naar het profiel van de daders en de lagere straffen. Heeft zij voldoende capaciteit om het onderzoek te doen dat nodig is om ons goed zicht te geven op de achtergronden? 

Daarnaast moet inderdaad met het Openbaar Ministerie en de politie worden gesproken over de vraag of zij voldoende capaciteit hebben. Wij zullen daar een brief over krijgen, maar ik moedig het kabinet nog eens aan. Het gaat om gruwelijke misdaden tegen mensen die hun vrijheid wordt afgenomen. Verder wordt dan nog een gesprek gevoerd met de Raad voor de rechtspraak. Als wij daardoor beter zicht krijgen op de achtergronden en richting de begrotingsbehandeling deze strijd kunnen intensiveren in plaats van dat de aandacht verslapt en de straffen lager worden, zou mij dat een lief ding waard zijn. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Het kabinet deelt met de heer Segers en vele anderen die afkeer van het laffe misbruik van de situatie en de kwetsbaarheid van mensen. Wij zullen langs die lijn ook het rapport bestuderen en een gedegen reactie op het werk van de Nationaal Rapporteur aan de Kamer sturen. 

Mevrouw Helder (PVV):

Ik kan al heel veel vragen beantwoorden door te verwijzen naar het tienpuntenplanten van mevrouw Agema, dat al jaren oud is. Daarin staat het profiel van de daders; dat is merendeels allochtoon bleek uit een pilot in Amsterdam. Die cijfers hebben wij. Ik hoor spreken over straffen voor deze vreselijke misdrijven. Ik meen dat ik daar al drie keer heb gestaan om te pleiten voor minimumstraffen voor ernstige zeden- en geweldsmisdrijven. Niemand die het steunt. Nu wordt het verkiezingstijd, komt er een rapport van de Nationaal Rapporteur en nu weten wij het allemaal in een keer. En dan wordt er om een onderzoek gevraagd. Als de Kamer dit serieus meent en als de staatssecretaris het serieus meent om "deze vreselijke misdrijven" nu eindelijk eens aan te pakken, dan worden voor dit soort misdrijven via een wetgevingsproces minimumstraffen ingevoerd; gewoon een ondergrens. Feit bewezen, de dader is strafbaar en dan moet er een bepaalde straf worden opgelegd. Zal de staatssecretaris daar nu eens naar gaan kijken? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Het rapporteur van de Nationaal Rapporteur verschijnt jaarlijks, dus laten wij niet doen alsof dit iets te maken heeft met de verkiezingen. Verder kunnen er meerdere redenen in het profiel passen. Mevrouw Agema heeft kennelijk op één element ingezoomd, maar wij hebben behoefte aan een bredere studie om te kunnen vaststellen of ook andere redenen dan etniciteit in het profiel te vinden zijn, want dat zegt niet alles. 

Wij hebben al vaker gesproken over het element van minimumstraffen. Het kabinet zal daar in deze periode niet toe overgaan. Dat is een bekend feit en dat weet mevrouw Helder ook. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Dit zijn inderdaad heel zorgelijke berichten. Het gaat om jonge daders. Tot twee keer toe is er door de wetgever gezegd dat de straffen omhoog moeten en dat de opgelegde straffen omlaag gaan. Dus ik ben heel blij dat het kabinet goed wil bekijken hoe dit komt, hoe het anders kan en wat erachter zit. Kunnen wij over al deze punten nog voor de begrotingsbehandeling een brief verwachten? De staatssecretaris zei net dat wij een brief krijgen over bepaalde elementen. Mag ik aannemen — en dat lijkt me voor de samenhang heel goed — dat we nog voor de begrotingsbehandeling een reactie op dit rapport krijgen van het kabinet? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Zeker, de specifieke punten die ik noemde worden sowieso meegenomen bij de reactie op het hele rapport. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Het is heel goed dat de staatssecretaris dit zegt. Ik wil hem daar louter in aanmoedigen en een suggestie doen. Bij het adolescentenstrafrecht hadden we aanvankelijk bedacht dat er een verdubbeling van het strafmaximum zou zijn. Helaas is die er uiteindelijk uitgehaald. Zou de staatssecretaris daar opnieuw naar willen kijken? Juist voor die jonge daders, die zowel een straf als een behandeling moeten kunnen krijgen, zou volgens het CDA een hogere strafoplegging mogelijk moeten zijn, maar die is er door de PvdA en door de VVD uitgehaald. Kan die worden heroverwogen? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Op deze vraag van mevrouw Van Toorenburg wordt ook ingegaan in de beleidsreactie. 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan wij nu over naar de vragen van de heer Verhoeven namens D66. 

Naar boven