3 Vragenuur: Vragen Van Gerven

Vragen van het lid Van Gerven aan de staatssecretaris van Economische Zaken over onhygiënische toestanden en slappe controles bij kippenslachterijen. 

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Allereerst moet het volgende me van het hart. Ik tref hier een staatssecretaris aan, terwijl ik had verwacht dat de minister van Volksgezondheid zou komen. Ik stel mondelinge vragen die gaan over een potentieel groot volksgezondheidsprobleem en wat doet het kabinet? Het vaardigt de staatssecretaris van Economische Zaken af. Ik vind het onfatsoenlijk dat het kabinet dat doet en wil dit dus opgemerkt hebben. Duikt de minister van Volksgezondheid, of wat is er aan de hand met dit kabinet? 

Stank, maden, schimmel, salmonella, listeria, met poep besmeurd vlees, botbreuken en kratten die veel te vol zijn gepropt met levende kippen, wel tot 20% boven de norm. Dierenwelzijn en volksgezondheid lijken het in de kippenbranche af te leggen tegen het winstbejag. Het komt Omroep Gelderland toe dit boven water te hebben gekregen via een WOB-procedure, zoals dat heet. Daarbij zijn allerlei documenten op tafel gekomen. Dat wat we daarin lezen, is ronduit onthullend. Sommige bedrijven hebben te maken met een salmonellabesmetting van 5%. Dat hoort er toch niet in te zitten? Je brengt toch geen besmette producten in de handel? Is het winstbelang dan het enige motief? 

De salmonellabacterie is gevaarlijk, zeker voor risicogroepen. Veel bedrijven lijken de attitude te hebben dat salmonella en listeria erbij horen. Dan is er toch sprake van normvervaging? 

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) lijkt wel een schoothondje in plaats van een waakhond. Maar we hebben een waakhond nodig die handhaaft en ingrijpt, zeker als er sprake is van sabotage: je leest dat bedrijven, zodra de inspecteur weg is, de band gewoon weer harder laten lopen. De boetes zijn laag. Hoe zit het precies? Onderschrijft de staatssecretaris dat er strak gehandhaafd en beboet moet worden en dat volksgezondheid uitgangspunt van beleid moet zijn, ook voor de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit? 

Van Dam:

Voorzitter. Ik ben wel eens vriendelijker door deze Kamer welkom geheten dan zojuist door de heer Van Gerven. Hij had zijn vraag geadresseerd aan de minister van VWS, maar de praktijken in de slachthuizen en het optreden van de NVWA aldaar vallen nu eenmaal onder mijn verantwoordelijkheid. 

Laat ik allereerst zeggen dat eten altijd veilig moet zijn en dat het de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven is om daarvoor te zorgen. Uit de openbaar gemaakte rapporten waar de heer Van Gerven naar verwijst — het gaat om rapporten die door Omroep Gelderland zijn opgevraagd bij de NVWA — blijkt dat kippenslachterijen in de jaren 2011 tot 2015 die verantwoordelijkheid volstrekt onvoldoende namen. Om dus meteen de eerste vraag van de heer Van Gerven te beantwoorden: salmonella, resten van uitwerpselen et cetera horen natuurlijk absoluut niet thuis bij vlees. Het blijkt dat ook door de NVWA destijds geconstateerd werd dat er te vaak sprake was bezoedeling van vlees. 

Uit de rapporten blijkt ook dat het optreden van de NVWA in die jaren niet krachtig genoeg was. Dat is ook de reden geweest waarom het kabinet heeft gezegd dat er iets moest gebeuren. Vanaf 2013 is een verbeterplan voor de NVWA ter hand genomen. Vanaf 2015 is dat ook specifiek gericht op de pluimveeslachterijen. De NVWA heeft daar fors extra op ingezet. Zij heeft ervoor gezorgd dat er veel meer geïnspecteerd wordt en strenger gehandhaafd wordt. Dat leidt tot betere nalevingscijfers. De vervuiling van vlees neemt zienderogen af. Er wordt dus beter nageleefd. Tegelijkertijd moet ik constateren dat ook dit jaar nog steeds 58% van alle inspecties moet leiden tot correcties door de inspecteurs van de NVWA op de vloer van de slachterij. Ik vind dus dat pluimveeslachterijen nog steeds hun verantwoordelijkheid onvoldoende nemen. Het gaat beter, maar het gaat nog lang niet goed genoeg. 

De heer Van Gerven (SP):

We zien hier bedrijven die eigenlijk letterlijk schijt hebben aan de volksgezondheid hebben. Het is toch onbestaanbaar dat je kippen verkoopt waar poep aan zit? Dat doe je toch niet? Hoe haal je het in je hoofd? Maar we zien dat het gebeurt. 

Mijn eerst vraag was: kan de staatssecretaris garanderen dat de volksgezondheid niet in het geding is? Ik noem twee bedrijven: J en H. Die bedrijven hebben elf schriftelijke waarschuwingen gehad voor een veelvoud aan overtredingen. Een salmonellakip werd gewoon in de productie genomen. Er waren geen studies naar listeriabacteriën. Het ging om allemaal dingen die noodzakelijk zijn. Er zijn elf waarschuwingen afgegeven, maar er is geen enkele boete opgelegd. Hoe kan dat? 

Moet ik de staatssecretaris op zijn blauwe ogen — ik weet niet of het blauwe of bruine zijn — geloven dat de praktijk die er in ieder geval tot 2015 was, waarin de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit geen waakhond was maar meer een schoothond, definitief voorbij is? Kunnen wij erop vertrouwen dat de volksgezondheid als het gaat om de kippenslachterijen, de kippenbranche, gewaarborgd is? 

Van Dam:

Ik ben het absoluut met de heer Van Gerven eens dat de praktijken die in die jaren geconstateerd werden, waarover de rapporten waarnaar hij verwijst ook gaan, niet door de beugel kunnen. 

Ik heb ook gezegd dat de NVWA er in die jaren inderdaad onvoldoende in slaagde om goed genoeg tegen op te treden. De handhaving was niet sterk genoeg. Daarom heeft het kabinet in 2013 al gezegd dat de handhaving door de NVWA moest worden verbeterd. Een verbeterplan voor het toezicht op de pluimveeslachterijen is daar vanaf 2015 een onderdeel van geweest. Dat verbeterplan is nu gaande. Het leidt tot verbeterde resultaten, maar zoals we eerder al hebben besproken, zitten we op dit moment midden in die hele verbeterslag van de NVWA. 

De vraag van de heer Van Gerven is of het kabinet kan garanderen dat de voedselveiligheid nooit in het geding is. Zoals ik steeds zeg, is het de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven om ervoor te zorgen dat voedsel veilig is. De NVWA controleert zo goed mogelijk. Zij doet dat ook zo streng mogelijk, om ervoor te zorgen dat bedrijven die verantwoordelijkheid ook nemen. Doordat het aantal inspecties fors is toegenomen — er zijn dit jaar bijvoorbeeld twee keer zo veel inspecties in de pluimveeslachterijen uitgevoerd als vorig jaar — is de naleving verbeterd. Het is nog steeds niet perfect, zoals ik zojuist al zei. Het moet nog steeds beter. Ik vind ook dat pluimveeslachterijen nog steeds beter hun verantwoordelijkheid moeten nemen om ervoor te zorgen dat vlees dat uit de slachterij komt, schoon is. 

De heer Van Gerven (SP):

De staatssecretaris is niet ingegaan op een concrete situatie, namelijk dat de bedrijven J en H elf en negen keer zijn gewaarschuwd maar geen enkele boete kregen. Hoe kan ik weten of die praktijken nu veranderd zijn? Eén of twee waarschuwingen: alla. Maar elf waarschuwingen zonder dat er iets gebeurt? Ik moet dus constateren dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit een schoothond in plaats van een waakhond is. 

De staatssecretaris kan mij er echter van overtuigen dat de praktijk nu veranderd is. Is hij bereid om alle rapporten, tot op de dag van vandaag, die Omroep Gelderland heeft opgevraagd openbaar te maken? Zo kunnen wij controleren wat de staatssecretaris hier beweert. 

Tot slot vraag ik of de staatssecretaris het ermee eens is dat voor salmonella en listeria in kippenvlees een nulbeleid moet gelden. Ze mogen er niet in voorkomen als het verkocht wordt. 

Van Dam:

De heer Van Gerven vraagt of ik alle rapporten die Omroep Gelderland heeft opgevraagd openbaar wil maken. Die zijn openbaar gemaakt. Omroep Gelderland heeft namelijk … 

De heer Van Gerven (SP):

Tot nu, hè. 

Van Dam:

… een WOB-verzoek ingediend. Alle opgevraagde rapporten zijn openbaar gemaakt. Dat verzoek is ingediend in mei 2015. De reguliere planning is dat de Kamer begin 2017, over een paar maanden dus, wordt geïnformeerd over de resultaten van het verbeterplan voor de pluimveeslachterij. Dan krijgt de Kamer een volledige rapportage. Als de heer Van Gerven eerder een soort tussentijdse rapportage wil, zouden we dat kunnen doen, maar het heeft mijn voorkeur om de Kamer gewoon te rapporteren op het moment dat we dat van plan waren, begin 2017. De Kamer zal daarin zien dat de naleving sterk verbeterd is. De Kamer zal ook zien, maar dat kan ze ook al weten, dat de NVWA haar handhavingsbeleid fors heeft aangescherpt. De situatie die de heer Van Gerven beschrijft kan vandaag de dag dus niet meer voorkomen, omdat de sancties steeds verder oplopen als er bij herhaling overtredingen worden geconstateerd. Een van de zwaarste sancties die kan worden opgelegd is dat bijvoorbeeld de bandsnelheid van de slachterij wordt verlaagd of dat de slachterij zelfs wordt stilgelegd. Ook dit jaar is al een aantal keer de bandsnelheid van een slachterij verlaagd. Dat kost het bedrijf ongelooflijk veel geld maar het is terecht dat het gebeurt, omdat men zich aan de regels moet houden. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ook ik had graag de minister van VWS hierbij willen hebben, maar mijn vraag is nu dus gericht aan de staatssecretaris. Hoeveel kippen worden er per uur aan één slachtband geslacht in één slachthuis? Hoeveel kippen? 

Van Dam:

Ik wist niet dat ik terechtgekomen was in een quizprogramma. Over het algemeen weet mevrouw Thieme dit soort dingen allemaal uit haar hoofd. Ik hoor het dus graag. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Het zijn er 10.000 per uur, en soms wel 12.000. Dat zijn dus drie kippen per seconde. Op het moment dat een toezichthouder daar is en met zijn of haar ogen knippert, zijn er dus al drie kippen geslacht. Hoe denkt de staatssecretaris goed toezicht te kunnen houden met een bandsnelheid die zo hoog is dat er 10.000 kippen per uur worden geslacht? Dan kun je toch onmogelijk goed controleren op abcessen, salmonella en poepbacteriën, en evenmin op dierenwelzijn? Is de staatssecretaris met mij van mening dat die bandsnelheid structureel omlaag moet omwille van volksgezondheid en dierenwelzijn? 

Van Dam:

Ik ben zelf in een slachterij geweest en ik kan beamen dat de snelheid soms duizelingwekkend is, maar de handhaving door de NVWA is in geen enkele sector gebaseerd op een 100 procentscontrole. Er worden overal doelgerichte inspecties gedaan, waarbij het beleid van de afgelopen paar jaar is om die inspecties steeds meer te richten op de plekken waar de risico's het grootst zijn. Dat zijn dus momenten in het proces waarop de risico's het grootst zijn, dan wel slachterijen waar vaker overtredingen zijn geconstateerd. Zo kan de NVWA haar inspecties beter focussen. Dat is ook precies wat er gebeurt. Ik heb zojuist ook verteld dat het aantal inspecties in pluimveeslachterijen dit jaar al het dubbele is van dat van vorig jaar. Dat laat zien dat de NVWA er veel sterker bovenop zit. Ik ben wel blij met de steun uit deze Kamer voor die veel strengere aanpak die de NVWA uitvoert, want in eerdere debatten in deze Kamer kwam er nog weleens kritiek, die overigens ook vrijwel dagelijks vanuit de pluimveesector komt. De NVWA zou te streng toezicht houden en te snel boetes opleggen. Ik ben dus blij met de steun vanuit de Kamer voor deze strenge aanpak. 

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Thieme. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ook al zou je het nog strenger maken: het gaat om 10.000 kippen per uur. Daarop kan geen mens goed controleren, al zet je er tien mensen bij. Moet de bandsnelheid niet omlaag of kiezen we hier toch weer voor het economische belang om zo veel mogelijk kippen per uur te slachten om de prijs maar laag te houden? Kiezen we voor kwaliteit en dierenwelzijn? Of kiezen we voor die bulkproductie en die duizelingwekkende bandsnelheid van 10.000 kippen per uur? 

Van Dam:

De handhaving en het toezicht door de NVWA moeten zodanig worden gericht dat het bedrijfsleven zijn verantwoordelijkheid neemt en de pakkans zo groot mogelijk is. Bij slachterijen die bij herhaling overtredingen plegen, zal de NVWA dus ook niet talmen om de bandsnelheid omlaag te zetten, om beter te kunnen inspecteren. Bedrijven die hun verantwoordelijkheid wel goed nemen, hebben dus ook meer vrijheid en minder last van de NVWA. Dat is het beleid dat gevoerd wordt. Waar die verantwoordelijkheid dus onvoldoende genomen wordt, wordt er opgetreden en ingegrepen. Elke keer dat er overtredingen worden geconstateerd, wordt de sanctie ook scherper, met het vertragen of zelfs helemaal stilzetten van het slachtproces als het ultieme middel. 

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Omroep Gelderland heeft deze gegevens boven tafel gekregen en zit eigenlijk te wachten op de meest recente data, bijvoorbeeld die van 2015. De omroep heeft een WOB-verzoek ingediend en heeft inderdaad alles van voor die datum gekregen, maar heeft er dan ook heel vaak achteraan moeten bellen. Men is daar heel druk mee bezig geweest. Het is inmiddels 2016. Zou het dus ook voor de mensen van Omroep Gelderland niet een heel mooie geste zijn als de staatssecretaris de gegevens van 2015 ook die kant op stuurt? 

Van Dam:

Ik zei al dat we sowieso voornemens zijn om al begin 2017 te rapporteren over de verbeteringen die tot stand zijn gebracht door de implementatie van het verbeterplan. Ik heb al gezegd dat het toezicht verscherpt is en de handhaving strenger is. De NVWA zit er veel meer bovenop en voert veel meer inspecties uit … 

De voorzitter:

Ik schors de vergadering heel even. 

De vergadering wordt van 14.31 uur tot 14.36 uur geschorst. 

De voorzitter:

We gaan weer verder met het mondelinge vragenuur. Excuses voor de korte onderbreking. Een collega van ons is onwel geworden, zoals u hebt kunnen zien. Gelukkig wordt er goed voor haar gezorgd. We gaan verder. Ik weet niet meer wie er aan de beurt was. Mevrouw Thieme? 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Mevrouw Dikkers wilde heel graag weten of de staatssecretaris de rapporten van afgelopen jaar ook naar de Kamer wil sturen, zodat ook Omroep Gelderland daar kennis van kan nemen. 

Van Dam:

Ja, dat was inderdaad haar vraag. Daar ben ik toe bereid. Ik had al gezegd dat we sowieso begin 2017 rapporteren over de periode vanaf de implementatie van het verbeterplan. 

De voorzitter:

Nee, mevrouw Thieme, nu mag u niet nog een keer een vraag stellen. 

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ze wilde het nu, en niet pas in 2017. Ik wil wel recht doen aan haar vraag. 

De voorzitter:

Nee, mevrouw Thieme. Ik kijk even of er nog anderen zijn die hier een vraag over willen stellen. Volgens mij was het antwoord helder. Ik dank de staatssecretaris. 

Naar boven