23 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van een notaoverleg met stenografisch verslag van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken op woensdag 16 november 2016 van 14.30 uur tot 18.30 uur over mensenrechten.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 19 april 2015 te Washington tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Malawi tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 2015, 75 en Trb. 2016, 16) (34424);

  • -het wetsvoorstel Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het op 8 april 1979 te Wenen tot stand gekomen Statuut van de Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling (34473-(R2069)).

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor, van de agenda af te voeren:

  • -het debat over de vijfde positie van Nederland in de mondiale concurrentie-index;

  • -het debat over de zienswijze van de Europese Commissie dat CETA niet aan de EU-lidstaten ter ratificatie hoeft te worden voorgelegd;

  • -het VSO over de hernieuwde voorhang van het ontwerpbesluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij (30826, nr. 45).

Op verzoek van de leden Sjoerdsma en Van Bommel stel ik voor, hun motie op stuk nr. 133 (32735) opnieuw aan te houden.

Ik benoem tot lid van de tijdelijke commissie Evaluatie Wet op de parlementaire enquête het lid Van Toorenburg.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Evaluatie missies en operaties in 2015, met als eerste spreker het lid Belhaj namens D66;

  • -het VAO Kinderopvang, met als eerste spreker het lid Voortman namens GroenLinks.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Van Veldhoven namens D66.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Recentelijk verscheen bij de NOS een bericht over weer een aspect dat van invloed is op de situatie in Groningen, op de aardbevingen en op de schade aan de huizen daar. Het gaat om de verhoogde grondwaterstand door de gaswinning. Ik zou graag willen dat we dit onderwerp kunnen betrekken bij een debat. Ik zeg meteen tegen mijn collega's dat ik het prima vind om dit ook weer samen te voegen met een van de andere debatten die we over dit onderwerp hebben. Maar ik wil er ook graag een brief van het kabinet over ontvangen. Ik verzoek dus om een brief en ik verzoek om dit punt te agenderen, ofwel in een apart debat ofwel in een met een al gepland debat samen te voegen debat over aardbevingen.

De heer Smaling (SP):

Ik ben voor een brief, voor een debat hierover en voor samenvoegen.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Daar is het CDA ook voor.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ook mijn fractie steunt het verzoek om een brief, een debat en het samenvoegen.

De heer Bosman (VVD):

Dit is een belangrijk onderwerp. Daarover moeten we de feiten boven tafel krijgen. Ik ontvang dus graag eerst een brief. Daarna bekijken we wat we gaan doen.

De voorzitter:

Voorlopig dus geen steun.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook steun voor alle drie de verzoeken. Dus een brief, een debat en het liefst samenvoegen met een debat dat al op de lijst staat.

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor alle drie.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt ook alle drie de verzoeken.

Mevrouw Klever (PVV):

Steun van de PVV voor brief, debat en samenvoegen.

De heer Jan Vos (PvdA):

De fractie van de Partij van de Arbeid heeft al schriftelijke vragen ingediend over dit onderwerp. Ik ben dus wel benieuwd wat de fractie van D66 dan nog extra in die brief zou willen lezen. Desalniettemin steun ik het debat.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor alle drie.

De voorzitter:

U hebt een meerderheid voor uw verzoek, mevrouw Van Veldhoven.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dank, voorzitter. Laten we dan meteen bekijken met welk debat we dit kunnen samenvoegen, om de plenaire agenda zo efficiënt mogelijk te laten zijn.

De voorzitter:

Dat zou mooi zijn. Dank u wel. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Klaveren.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. Op 6 april gingen miljoenen Nederlanders naar de stembus en de grote meerderheid zei nee tegen het EU-associatieverdrag met Oekraïne. Sindsdien heeft het kabinet de uitslag echter compleet genegeerd. Afgelopen zondag bleek ook nog eens dat premier Rutte in Brussel helemaal niets gedaan heeft om het nee van Nederland uit te dragen. De nee-stem blijft volgens bronnen van de NOS zonder gevolgen. Nederland heeft niet eens een concreet voorstel ingediend.

De voorzitter:

En uw verzoek is?

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Wat ons betreft is dat een beschamende vertoning. Wij willen dan ook een brief met de reactie van het kabinet en een debat met premier Rutte.

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor zowel een brief als een debat.

De heer Van Bommel (SP):

Steun voor een brief en een debat.

De heer Fritsma (PVV):

De PVV steunt ook beide verzoeken.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor een brief en een debat.

De heer Omtzigt (CDA):

De brief zou ik graag voor aankomende dinsdag hebben. Dan zou ik graag specifiek van de premier horen of hij een voorstel gedaan heeft, zoals hij dat aan de Kamer heeft beloofd, of dat er al 170 dagen geen voorstel gedaan is. Verder ligt er de toezegging van de premier om te vertellen welke 85% van het verdrag de exclusieve competentie van de Unie is. Ook die informatie zou ik voor dinsdag willen hebben. Dan steun voor een debat. Maar als dat niet tijdig kan, voegen we het toe aan het debat over de Europese top volgende week woensdag of donderdag.

De voorzitter:

Oké, maar u steunt het verzoek. De heer Verhoeven.

De heer Verhoeven (D66):

De hele Kamer heeft de motie van D66 gesteund waarin het kabinet werd opgeroepen om vóór 1 november met een antwoord te komen op de vraag hoe we omgaan met dit referendum. Op zich heb ik dus wel sympathie voor een debat, maar laten we dat niet voor 1 november voeren. Anders slaat het nergens op dat we die termijn gesteld hebben. Dus steun voor een debat als dit na 1 november plaatsvindt. Waar nodig, kunnen we dat koppelen aan een van de debatten die we voor die tijd hebben. Dat is mijn lijn. Hoe u die vertaalt naar wel steun of geen steun, weet ik niet.

De voorzitter:

Wel steun. Dat hebt u uitgesproken.

De heer Ten Broeke (VVD):

Ik heb ook sympathie voor het verzoek, maar we moeten onze eigen uitspraak natuurlijk ook serieus nemen. De heer Verhoeven heeft dus een punt met de motie-Pechtold. Ik vind wel dat er heel snel een debat moet volgen, maar het liefst niet alleen over een teletekstbericht dat misschien nergens op slaat. Dus laten we in ieder geval een brief aan de regering vragen om dat uit te leggen en laten we zo snel als het kan een debat houden, de motie in acht nemend waar wij allen voor hebben gestemd. Maar dat moet dan wel gaan over een eventuele uitkomst. Die ken ik nog niet: misschien staat die in die brief …

De voorzitter:

U steunt het?

De heer Ten Broeke (VVD):

Ik steun een debat, maar wel met inachtneming van de motie. Wij kunnen niet anders. Wij hebben allen voor gestemd, dus …

De heer Servaes (PvdA):

Ook steun daarvoor, maar inderdaad volgens de tijdplanning zoals Verhoeven die zojuist aangaf. Omtzigt en anderen hebben natuurlijk gelijk dat het ook bij een debat over de Europese Raad betrokken kan worden. Volgens mij is er zelfs al voor morgen een algemeen overleg Raad Algemene Zaken gepland, waar dit ook op de geannoteerde agenda staat. Geen enkel bezwaar als dit daarbij aan de orde komt.

De voorzitter:

Maar ….

De heer Servaes (PvdA):

Maar het echte debat na 1 november, conform de planning die we zelf hebben afgesproken.

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun voor een brief met uitleg, zo snel mogelijk. En steun voor een debat na 1 november.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ook namens de Partij voor de Dieren steun voor een brief en een debat.

De heer Klein (Klein):

Steun, en door u na 1 november te plannen.

De voorzitter:

Een meerderheid steunt uw verzoek, maar wil een debat na 1 november.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ja, maar wij zouden die brief wel graag vóór dinsdag hebben.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dank u wel.

Ik geef het woord aan mevrouw Ypma namens de PvdA.

Mevrouw Ypma (PvdA):

Voorzitter. In Nederland zijn er 15.000 kinderen die ontzettend graag naar school toe zouden willen gaan, maar die niet naar school toe kunnen. Ze zitten de hele dag thuis, ze doen boodschappen met hun moeder of vader of ze zitten te gamen, en ze worden daar ontzettend ongelukkig van, omdat ze heel graag met hun leeftijdgenootjes op school willen zitten. Ze willen na schooltijd hutten bouwen of andere dingen doen die kinderen …

De voorzitter:

En daarover wilt u een debat?

Mevrouw Ypma (PvdA):

Daarom wil ik heel graag een debat aanvragen met de staatssecretaris van Onderwijs en de staatssecretaris van VWS om samen te bekijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat deze thuiszitters weer de kans krijgen om net als hun leeftijdgenootjes naar school toe te gaan.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

GroenLinks vindt dit een belangrijk probleem en steunt het debatverzoek.

Mevrouw Siderius (SP):

Dit is natuurlijk geen nieuw nieuws. Het aantal thuiszitters blijft maar stijgen. Het is een heel belangrijk onderwerp, maar ik ben wel bang dat hetzelfde gebeurt als de vorige keer toen ik een plenair debat aanvroeg, en dat het plenaire debat pas na het AO Passend onderwijs wordt ingepland of misschien zelfs wel na de verkiezingen. Het lijkt mij dus handig dat mevrouw Ypma een debat over dit onderwerp via de commissie in een AO probeert te organiseren, zodat we ook nu kunnen debatteren hierover in plaats van over driekwart jaar.

De voorzitter:

Dus voorlopig geen steun? Begrijp ik dat goed?

Mevrouw Siderius (SP):

Geen steun voor een plenair debat, nee.

De heer Rog (CDA):

Ik deel de zorgen van mevrouw Ypma. Ik ben blij dat zij de staatssecretaris net als ik stevig hierover aan de tand wil voelen. Er is in de afgelopen jaren geen oplossing gekomen voor het grote aantal thuiszitters. Wat mij betreft dus steun voor dit verzoek.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ik steun het verzoek om hier een debat over te houden, maar wanneer we al eerder een AO Passend onderwijs hebben, wil ik dit signaal daar ook graag bij betrekken, zoals mevrouw Siderius al heeft gezegd.

De heer Klein (Klein):

Ik steun dit verzoek, maar omdat het nogal een tijd zal duren, denk ik dat het verstandig is om de staatssecretaris hier ook nog schriftelijk over te bevragen. Dat zal ik dan ook doen, wel samen met mevrouw Ypma natuurlijk.

Mevrouw Straus (VVD):

Ik zou graag eerst een brief vragen met een reactie van de staatssecretaris op dit onderwerp. Die brief zouden we dan kunnen betrekken bij het AO Passend onderwijs.

De voorzitter:

Dus geen steun?

Mevrouw Straus (VVD):

Met het oog op de snelheid is het beter om dit in het AO Passend onderwijs te bespreken.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Wij steunen het verzoek.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor uw verzoek, mevrouw Ypma.

Mevrouw Ypma (PvdA):

Ik hoor het. Dan gaan we daarover een AO organiseren. Ik ben wel blij dat veel collega's dit onderwerp steunen en het ook belangrijk vinden. Ik zou mevrouw Siderius willen uitdagen: laten we hier nu wel een debat over voeren; dan kunnen we beide staatssecretaris hier vragen en dit punt echt een keer op de agenda zetten.

De voorzitter:

Nee, nee, nee. Niet uitdagen.

Mevrouw Siderius (SP):

Ik zeg dat ik best wel een debat wil, maar niet in de plenaire zaal. Ik weet dus niet waar mevrouw Ypma het over heeft.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Zojuist bij het mondelinge vragenuur is er al een begin van een debat gemaakt met de staatssecretaris van Economische Zaken over de "poepaffaire in de kippenbranche", om het maar zo te noemen. We zouden dat debat toch graag nog plenair voortzetten. Ik dien mede namens de Partij voor de Dieren het verzoek in om een debat te houden met de staatssecretaris en ook de minister van Volksgezondheid, want die hoort daar nadrukkelijk bij. Ik doe aanvullend daarop het voorstel om het te betrekken bij het meerderheidsdebat over Foppen, dat al op de agenda staat.

De heer Geurts (CDA):

Ik denk dat het gezien de lijst altijd de voorkeur heeft om het te betrekken bij een debat dat al op de agenda staat. Volgens mij hebben we binnenkort ook nog een algemeen overleg NVWA. Dat zou ook nog kunnen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Laten we het dan inderdaad betrekken bij het plenaire debat dat al gepland staat. Dat is wel zo efficiënt.

De heer Van Dekken (PvdA):

Ik vind het een goede suggestie om het te betrekken bij het plenaire debat. Steun daarvoor.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Ik steun het ook om het bij een ander plenair debat te betrekken.

De heer Graus (PVV):

Steun voor het verzoek van de heer Van Gerven.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik steun het verzoek en de suggestie van collega's dat het op korte termijn bij een ander debat kan worden betrokken. Als dat eerder is dan een los debat, dan lijkt dat GroenLinks de beste oplossing.

Mevrouw Lodders (VVD):

Ik steun het verzoek, maar zou wel graag een brief willen van de staatssecretaris. Dit gaat nadrukkelijk over gegevens tot en met mei 2015. Misschien is het goed om in commissieverband nog een aantal feitelijke vragen te inventariseren. Dat kan wat mij betreft heel snel.

De voorzitter:

U steunt het verzoek dus?

Mevrouw Lodders (VVD):

Ja.

De heer Van Gerven (SP):

Ik heb nog even een aanvullende vraag. In het mondelinge vragenuur was er nog enige onduidelijkheid. Omroep Gelderland zou de stukken tot heden willen hebben. Ik doe aanvullend het verzoek aan de staatssecretaris om de stukken tot 1 oktober 2016 ter beschikking te stellen aan Omroep Gelderland en uiteraard ook aan de Kamer.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Er is geen meerderheid voor het houden van een afzonderlijk debat, maar wel voor het betrekken van dit onderwerp bij een al gepland debat.

Het woord is aan mevrouw Lodders namens de VVD.

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. Ik denk dat ik dit bij de interruptiemicrofoon kan doen. Graag doe ik een rappel over onbeantwoorde schriftelijke vragen over het bericht "Veehouderij kan niet zonder begrenzing". We hebben aanstaande donderdag een rondetafelgesprek. Ik vraag daarom nadrukkelijk om de beantwoording uiterlijk woensdag aan het eind van de middag te ontvangen.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Kuzu.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag concludeerde de Kinderombudsman dat Zwarte Piet als racistische karikatuur bijdraagt aan het pesten en uitsluiten van kinderen en in strijd is met het Kinderrechtenverdrag. Naar aanleiding daarvan is de Kinderombudsman bedreigd. De politiek heeft de rol om gevoelens van burgers te kanaliseren en maatschappelijke spanningen te de-escaleren. Daarom vind ik dat we de beladen discussie over Zwarte Piet ook in dit huis moeten voeren. Ik verzoek om een brief van de regering met het kabinetsstandpunt hierover en naar aanleiding daarvan een debat met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het standpunt van en de bedreigingen jegens de Kinderombudsman.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Geen steun.

De heer Monasch (PvdA):

Ik steun het verzoek niet, maar kan me wel voorstellen dat het rapport van de Kinderombudsman in een procedurevergadering wordt betrokken.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik vind het rapport van de Kinderombudsman zeer behartigenswaardig. Ik zou daar graag een goed debat over voeren. GroenLinks kan dit verzoek daarom steunen.

De heer Van Veen (VVD):

Geen steun.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik steun zeker het verzoek om een brief. Laten we daarna op basis daarvan bekijken wat de volgende stap zou moeten zijn. Maar ik steun zeker het verzoek om een brief over dit belangrijke rapport.

De voorzitter:

En het debat? Ik zie: geen steun.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

De woordvoerder is er op dit moment niet. We bekijken het op basis van de brief. Het verzoek om een brief steun ik in ieder geval van harte.

De voorzitter:

U hebt geen meerderheid voor het houden van een debat, mijnheer Kuzu. Er is wel steun voor het vragen van een brief.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Die brief kan er komen. Voor de Handelingen merk ik op dat de VVD en de PvdA hierover al individueel een standpunt hebben ingenomen en dat de regering dat ook heel goed kan.

De voorzitter:

Nee, mijnheer Kuzu.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik vraag om de brief zo snel mogelijk naar de Kamer te versturen.

De voorzitter:

Er zijn meer partijen die er een andere mening over hebben.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ja, dat kan. Dit is dan voor de Handelingen. Dank u.

De voorzitter:

Dit is echt de regeling van werkzaamheden.

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Hiermee zijn wij aan het eind van de regeling van werkzaamheden gekomen.

De vergadering wordt van 15.51 uur tot 16.00 uur geschorst.

Naar boven