4 Vragenuur: Vragen Markuszower

Vragen van het lid Markuszower aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat afgelopen zaterdagnacht twee mannen zwaar zijn mishandeld in Arnhem. 

De voorzitter:

Dan gaan we verder met de vraag van de heer Markuszower namens de PVV. Ik hoop dat ik zijn naam goed heb uitgesproken. Ja? Zo te zien wel. Gelukkig. 

De heer Markuszower (PVV):

Voorzitter. Afgelopen weekend zijn twee homoseksuele mannen in Arnhem zwaar mishandeld door een groep Marokkaans-Turkse jongeren. Zij werden getrapt en geslagen, in elkaar gebeukt. Of er nu wel of geen betonschaar is gebruikt, het echte wapen was de islam met zijn grenzeloze intolerantie jegens alles wat anders is. Zij willen dat wij ons conformeren aan hun middeleeuwse waardensysteem. De mishandeling in Arnhem is daarom veel meer dan zomaar geweld: het is straatterreur, straatterreur tegen dit echtpaar, straatterreur tegen de hele homoseksuele gemeenschap, straatterreur tegen het vrije Nederland. 

Het is in onze optiek een schande dat het de Nederlandse politieke elite te veel pijn lijkt te doen om deze waarheid over deze verschrikkelijke straatterreur in onze wijken te benoemen. Maar wat doet nu meer pijn, de waarheid onder ogen zien en passende maatregelen nemen of dat je tanden uit je mond worden geslagen met een betonschaar? 

Nu mijn vragen. Is de minister het met mijn fractie eens dat indien deze daders inderdaad een dubbele nationaliteit bezitten, zij na het uitzitten van een heel lange straf gedenaturaliseerd moeten worden en het land moeten worden uitgezet? Is de minister het met mijn fractie eens dat het tijd wordt om, zeker voor dit soort geweldsmisdrijven, minimumstraffen in te voeren zodat deze daders gegarandeerd heel lang de cel ingaan? 

Minister Blok:

Voorzitter. Het was een fantastisch begin van de lente, afgelopen weekend. Het was fantastisch weer om erop uit te gaan, om bijvoorbeeld met je vriend een avond uit te gaan in Arnhem en dan op de terugweg hand in hand te lopen, omdat je van elkaar houdt. In Nederland mag je hand in hand lopen als je van elkaar houdt, of het nu twee mannen zijn, twee vrouwen of man en vrouw, homo, hetero, van welk geloof of welke nationaliteit dan ook. Zo doen wij dat in Nederland. Dan discrimineren wij niet en is geweld al helemaal niet aan de orde. Dat fantastische lenteweekend waarvan wij allemaal hadden kunnen genieten, is ongelooflijk verpest door wat gebeurd is. Heel terecht hebben heel veel mensen in de Kamer en daarbuiten laten blijken: zo doen wij dat niet in Nederland. 

Gelukkig zijn de verdachten aangepakt. Het recht kan nu zijn loop hebben en politie en Openbaar Ministerie doen hun werk. Het eerste is natuurlijk de feiten boven tafel krijgen. Dat optreden van het Openbaar Ministerie en de politie past ook bij de lijn die al eerder is ingezet in Nederland. De lijn van het Openbaar Ministerie is dat bij discriminatie standaard wordt vervolgd als het bewijs voldoende is. Het Openbaar Ministerie heeft ook als lijn dat dan een dubbele strafmaat wordt gevraagd. De politie maakt al heel lang werk van het goed aanpakken van discriminatie en specifiek van de positie van homo's. Er wordt goed werk gedaan in de opleiding op de Politieacademie. Er wordt ook goed werk gedaan door het netwerk Roze in Blauw, dat een sfeer probeert te creëren waarin homo's aangifte durven te doen als er sprake is van discriminatie of geweld. Dus gelukkig, hoe verschrikkelijk de aanleiding steeds weer is, is er veel goed werk in actie gezet. 

Ik kom nu op de vragen van de heer Markuszower. Ik deel zijn verontwaardiging over wat is gebeurd, maar hij loopt in zijn vragen wel vooruit, want het onderzoek is gaande. Ik heb de krantenberichten ook gelezen, maar uit het onderzoek moet blijken wat er precies is gebeurd en wat de achtergrond van de daders is. 

Voor de vragen van de heer Markuszower over het toepassen van straffen biedt de Nederlandse wetgeving geen ruimte. Wij kennen het afnemen van de nationaliteit bij terroristische misdrijven. Dan gaat het om misdrijven tegen de veiligheid van de Staat Nederland en is er dus ook een directe koppeling met de nationaliteit. Dat is echter niet mogelijk binnen de Nederlandse wetgeving op de punten die de heer Markuszower noemt. Dat neemt niet weg dat ik blij ben dat deze verschrikkelijke zaak in handen is van politie en justitie. De Nederlandse wetgeving biedt ook op dit moment alle ruimte om passende straffen op te leggen voor dit onacceptabele geweld tegen homo's. 

De heer Markuszower (PVV):

Dank voor de antwoorden, maar eerlijk gezegd vind ik ze teleurstellend. Afgelopen zaterdag was er sprake van een daad van straatterreur. Met de komst van grote groepen immigranten uit veelal islamitische landen zijn de geweldsdelicten tegen homoseksuelen exponentieel toegenomen. Dit moeten wij als maatschappij niet accepteren. De minister moet ervoor zorgen dat deze daders keihard gestraft worden. Daar hebben de slachtoffers recht op en daar heeft de Nederlandse maatschappij recht op. Gaat de minister er dus voor zorgen dat de wet gehandhaafd wordt? Op basis van de huidige wet kan het OM in deze zaak minimaal acht jaar cel eisen. Is de minister het met mijn fractie eens dat 14-jarige daders van zo'n ernstig misdrijf volgens het volwassenenrecht berecht moeten worden? 

Minister Blok:

De heer Markuszower wijst er terecht op dat de huidige wetgeving de mogelijkheid biedt om zware straffen te eisen. Ik gaf net aan dat het Openbaar Ministerie deze lijn ook volgt. Ik heb vertrouwen in de werking van de Nederlandse rechtsstaat, in de werking van het Openbaar Ministerie en in de werking van rechters, dus ik heb er vertrouwen in dat het recht zijn loop zal hebben. 

De voorzitter:

Tot slot, de heer Markuszower. 

De heer Markuszower (PVV):

Ik hoor nog steeds niet wat de minister zelf in deze zaak gaat doen. Het is schokkend te moeten constateren dat deze minister niet bereid is de Nederlandse burger adequaat te beschermen tegen de Marokkaanse straatterreur. De PVV eist dat de minister van Veiligheid en Justitie zich minder bekommert om het wel en wee van straatterroristen en in plaats van daarvan de veiligheid van onschuldige Nederlanders vooropstelt. Door angst en haat te zaaien en door intimidatie zorgen Marokkaanse straatterroristen ervoor dat het Nederland zoals wij dat hebben opgebouwd vernietigd wordt, door zware mishandelingen te plegen op onschuldige Nederlanders, die het recht hebben om in vrijheid met hun geliefde hand in hand te lopen. Deze vrijheid is hard bevochten door Nederlanders. Deze vrijheid mogen wij nooit meer weggeven en gaan wij nooit meer weggeven. De PVV zal zich hard blijven maken voor de vrijheden van onschuldige Nederlanders. 

Minister Blok:

Door het voorlezen van deze verklaring, in plaats van in te gaan op mijn antwoord ... 

De heer Markuszower (PVV):

Geeft u dan eens antwoord! 

Minister Blok:

… doet de heer Markuszower geen recht aan dat antwoord. 

De heer Markuszower (PVV):

Wat gaat de minister dan zelf doen om ervoor te zorgen dat deze daders hard gestraft worden? 

Minister Blok:

Het antwoord dat ik gaf, is dat verdachten in Nederland vervolgd worden door het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht. Die vervolging is in gang gezet; gelukkig. De rechtsstaat werkt en daar heb ik vertrouwen in. 

De voorzitter:

Mijnheer Markuszower, u mag een slotopmerking maken, maar het hoeft niet. 

De heer Markuszower (PVV):

Ik dank de minister voor zijn antwoorden. 

De heer De Graaf (PVV):

De minister gaf geen antwoord op de vraag van mijn collega Markuszower over het volwassenenstrafrecht, maar dat kan hij zo doen als hij de vraag die ik nu ga stellen, beantwoordt. De partij van deze minister is in deze formatieperiode in onderhandeling om een kabinet, een nieuwe regering, te vormen. Waarom neemt de minister, of zijn partij, niet meteen het idee van de PVV mee om bij Marokkaans straattuig, dat voor een groot deel verantwoordelijk is voor de toename van het aantal zaken waar de heer Markuszower het net over had, denaturalisatie toe te passen zodra er sprake is van een dubbel paspoort? Ik krijg dus graag nog een antwoord op de vraag van de heer Markuszower. Daarna mag de minister mijn vraag beantwoorden. 

Minister Blok:

Wat de strafmaat betreft, in een rechtsstaat maakt de wetgevende macht, u en de regering, de wetten. In de wet staat dat er zware straffen mogelijk zijn op discriminatie, geweld en al helemaal op de combinatie van discriminatie en geweld. De toepassing van die straf, bijvoorbeeld de vraag of het volwassenenstrafrecht wordt toegepast, is bewust in handen gelegd van rechters. De Kamerleden zijn geen rechters; de ministers zijn geen rechters. Wij zorgen er wel voor dat die rechters hun werk goed kunnen doen. Ik zei al dat ik er vertrouwen in heb dat dit zal gebeuren. 

Dan kom ik op de vraag over de formatie. De PVV kent het antwoord hierop. In Nederland organiseren we verkiezingen. Iedere partij probeert die te winnen. Zodra de uitslag er is, probeert iedere partij een plaats aan de formatietafel te verwerven, want daar zijn idealen te verwezenlijken. Sommige partijen zitten aan die tafel en andere niet. Als je aan die tafel zit, kun je ook je idealen verwezenlijken. 

De voorzitter:

Tweede aanvullende vraag van de heer De Graaf. 

De heer De Graaf (PVV):

Dank voor het cassettebandje van de minister. Het was namelijk niet meer dan een cassettebandje. En je zult maar homoseksueel zijn in Nederland en zo'n antwoord van de minister krijgen! Ik herhaal mijn vraag. Waarom neemt de minister het niet mee naar de onderhandelingstafel om ook naturalisatie mogelijk te maken? We hebben een groot probleem binnengehaald. Dat probleem van mishandelingen van homoseksuelen in Nederland is vooral een Marokkanenprobleem. Waarom doet de minister daar niets aan? Als hij weer een ontkennend antwoord geeft, kan ik nu alvast de conclusie trekken dat de komende kabinetsperiode heel homoseksueel Nederland niet op de VVD behoeft te rekenen. 

Minister Blok:

Ik vind dat hier enorm tekort wordt gedaan aan de inzet van het Openbaar Ministerie en de inzet van de politie. Ik behoef niet in herhalingen te vervallen om te schetsen wat er allemaal gebeurd is. De verdachten zijn opgepakt en zitten nu vast. Het recht heeft zijn loop. Zo hoort dat ook te gaan. Dus het wantrouwen dat hier spreekt naar de mannen en vrouwen van politie en Openbaar Ministerie die hun werk moeten doen, vind ik ongepast. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wanneer ik zie hoe ook veel mensen met een autochtone achtergrond nog reageren wanneer twee mannen hand in hand lopen, denk ik dat het probleem breder is. Dat is ook iets waar ik het graag over wil hebben. Het COC geeft aan dat 1.500 aangiften resulteren in 9 veroordelingen en bovendien geldt dat wanneer mensen de moed hebben verzameld om aangifte te doen, er lang niet altijd iemand aanwezig is die goed naar ze luistert en die goed is ingevoerd in hoe je dat op een goede manier doet. Dan denk ik dat er daar dus ook sprake is van een groot probleem. We moeten er juist voor zorgen dat mensen echt bereid zijn om aangifte te doen. Ik hoor dan ook graag van de minister wat hij daaraan gaat doen. 

Minister Blok:

Mevrouw Voortman wijst op de cijfers van het COC over het grote verschil tussen het aantal aangiften en het aantal veroordelingen op basis van discriminatie. Ik ken die cijfers ook. Het is inderdaad zo dat veroordelingen echt op basis van discriminatie relatief weinig voorkomen. Dat wil niet zeggen dat van die ruim 1.500 meldingen er ook maar 9 veroordelingen hebben plaatsgevonden. Er zitten ook veel veroordelingen tussen in verband met geweldpleging, omdat tussen het aantal meldingen en het aantal veroordelingen altijd het proces van bewijsvoering ten behoeve van de veroordeling ligt en in de praktijk blijkt dat geweldpleging gemakkelijker aantoonbaar is dan discriminatie. Dat is geen reden om te zeggen: dat moet maar zo blijven. Dat is ook de reden dat een aantal acties in gang zijn gezet. Heel belangrijk zijn de activiteiten van de politiemensen, verenigd in Roze in Blauw, omdat zij er heel bewust voor willen zorgen dat wanneer er sprake is geweest van geweld tegen homo's, mensen bij een vertrouwenspersoon aangifte kunnen doen en daarbij ook ondersteuning kunnen krijgen. Om diezelfde reden wordt op de Politieacademie maar ook breder in de opleiding van agenten specifieke aandacht besteed aan het probleem van discriminatie en het probleem van geweld tegen homo's. Niet voor niets heeft de korpschef nog zeer recent en met mijn volle steun gezegd: de samenstelling van de medewerkers van de politie moet diverser. Diverser heeft een heleboel invalshoeken: man/vrouw, autochtoon/allochtoon maar ook homo/hetero. Zo zijn er een heleboel sporen in gang gezet. We moeten alert blijven. Het kan niet zo zijn dat je zegt: ach we hebben een heleboel beleid in gang gezet, nu is het klaar. Dat is niet zo. In gang gezette acties bieden wel vertrouwen en bieden ook de basis voor effectief optreden. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dit soort zinloos geweld en dit soort hatecrimes zijn een grof schandaal en te vaak komen de daders ermee weg. Je moet er dus alles aan doen om de pakkans te vergroten door middel van investeringen in de politie. Dat kan de Kamer doen door straks de SP-motie op stuk nr. 695 te steunen die gaat over 200 miljoen extra voor de politie. Dan mijn vraag en die gaat over het onderwijs, want preventie is net zo belangrijk. Toch weigert nog altijd 20% van de scholen om voorlichting te geven in seksuele weerbaarheid, die juist cruciaal is om dit soort zaken te voorkomen. Is de minister bereid om in overleg met zijn collega dit soort scholen hard aan te pakken, financieel te korten of desnoods over te gaan tot sluiting? 

Minister Blok:

De heer Van Dijk heeft gelijk dat het onderwijs een cruciale rol speelt in voorlichting over de kernwaarden van de Nederlandse samenleving, zoals gelijkheid, ook die tussen homo en hetero. Ik ben graag bereid om nog een keer met de collega's van Onderwijs te bespreken of de manier waarop daaraan aandacht wordt besteed, voldoende is. Dat betekent niet dat ik meteen met de knoet ga dreigen, wat ik een beetje in de woorden van de heer Van Dijk hoorde. Ook hiervoor geldt: ik weet dat heel veel scholen hierin uitstekend werk doen, maar we mogen niet verslappen, dus ik zal het bespreken. 

De heer Azarkan (DENK):

De minister zei het aan het begin van zijn antwoord zo mooi: het was een mooie lenteavond, maar dat was het niet voor deze twee mensen die hand in hand over straat liepen. Dat is buitengewoon triest en verdient sterke afkeuring. Ik heb ook meegeluisterd naar het oplezen van het kladje van de PVV. Ik wil de minister vragen of hij aan de PVV kan uitleggen dat in 80% van de gevallen de dader meer lijkt op de gemiddelde PVV'er dan op het Marokkaanse straattuig, waar de PVV het over heeft, en dat het probleem serieus aangepakt moet worden. 

Minister Blok:

Over de cijfers over de achtergrond van de plegers van criminaliteit, specifiek geweld, zijn een aantal dingen waar. Het is waar dat de meerderheid van de plegers van homofoob geweld uitsluitend de Nederlandse nationaliteit heeft. Het is echter ook waar dat er een oververtegenwoordiging is van daders met een allochtone achtergrond. Beide zijn waar. Voor de vervolging maakt het natuurlijk geen verschil. Dit zijn afschuwelijke misdrijven, die zwaar bestraft moeten worden. 

Mevrouw Bergkamp (D66):

Ik vind het heel goed dat de Kamer hier zo veel aandacht aan besteedt. Ik wil een beroep doen op mijn collega's van de PVV en DENK om dan ook het akkoord van het COC te ondertekenen, want dat is nog niet gebeurd. 

Mijn vraag aan de minister dient ter aanvulling van die van de SP. Het lijkt mij heel goed dat er in de docentenopleiding ook aandacht komt voor seksuele diversiteit. Dat moet gewoon een verplicht onderdeel van het curriculum zijn. Die aandacht is er namelijk niet. De Kamer heeft ervoor gezorgd dat dit punt in de kerndoelen staat, maar docenten worstelen daar soms mee. Ik vind dat we die docenten moeten helpen door het in ieder geval in de opleiding expliciet te formuleren. Wil de minister dit doorgeven aan zijn collega van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap? 

Minister Blok:

Ik ben het met mevrouw Bergkamp eens dat het goed is dat we uitgebreid bij dit verschrikkelijke gebeuren stilstaan. Ik gaf in antwoord op de vraag van de heer Van Dijk al aan dat ik met de collega's van Onderwijs zal bespreken of er voldoende aandacht in het onderwijs is voor gelijkheid, specifiek de gelijkheid van homo's en hetero's. Hebben we dat goed geregeld en wordt dat goed toegepast in het onderwijs? Het lijkt mij goed dat, na overleg met de collega's, zij of ik hierop terugkomen. 

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Na weer een vreselijk geweldsvoorval dit weekend is het goed dat er in de Nederlandse samenleving mensen zijn opgestaan en dat we dit nu ook in de Kamer en het kabinet doen. Dat is een heel sterk signaal. Komende donderdag zullen we een uitgebreider debat voeren over racisme en discriminatie. Ik denk dat dat heel hard nodig is. Veel slachtoffers denken en hebben het gevoel dat het geen zin heeft om aangifte te doen van discriminerende uitspraken op straat en intimidatie. Hoe gaan we deze negatieve spiraal bij alle slachtoffers, die die aandacht wel verdienen, doorbreken? 

Minister Blok:

De heer Van Dijk heeft gelijk dat het van enorm belang is dat mensen aangifte durven te doen. Dat moeten ze altijd doen als ze slachtoffer zijn, maar specifiek als het te maken heeft met homofoob geweld, omdat dat voor sommige mensen ook het moment van uit de kast komen kan zijn. De afgelopen jaren zijn er, met steun van de Kamer, een heel aantal wetten ingediend en een heel aantal maatregelen genomen om de positie van het slachtoffer te versterken. Gisteren nog heb ik aan de politie het eerste exemplaar mogen uitreiken van een beknopte, maar daarom heel handige brochure, die agenten voortaan bij zich hebben en overhandigen aan het slachtoffer. Als je slachtoffer bent, ben je namelijk echt even van de kaart, wat ook het feit was waarmee je geconfronteerd bent. Hoewel onze politiemensen uitstekend in staat zijn om mensen op te vangen, ontgaat die mensen dan waarschijnlijk even de informatie dat zij beroep kunnen doen op een schadefonds of op een advocaat. Er is sinds gisteren dus een heel handzame brochure beschikbaar, die mensen thuis, als ze op de bank zitten bij te komen, nog eens goed kunnen bekijken. 

Daarnaast is de specifieke rol van politiemensen die zelf homo of lesbisch zijn en deel uitmaken van het netwerk Roze in Blauw, enorm van belang, omdat zij slachtoffers van homogeweld ondersteunen bij de aangifte en dus in feite, in zekere zin als lotgenoot, kunnen zeggen: wij begrijpen jouw situatie, er is geen enkele reden om terughoudend te zijn en wij willen ook echt werk maken van jouw aangifte. 

De heer Van Dam (CDA):

Ook bij de CDA-fractie bestaat de behoefte om haar afschuw uit te spreken over datgene wat dit weekend gebeurd is. Zij wil ook haar waardering uitspreken voor de maatschappelijke discussie die op gang komt, voor de mensen die daarvoor initiatieven nemen. De manier waarop we daar met z'n allen op reageren, geeft toch ook weer heel veel vertrouwen. 

Zonder dat ik op enigerlei wijze wil treden in het autonome proces van politie en justitie, wil ik het volgende vragen. Komende donderdag is hier een debat over racisme en discriminatie. Ik denk dat het zou helpen als de feitelijkheid rond deze zaak dan zo veel mogelijk op tafel ligt. Het doet niets af en toe aan de zaak of het met of zonder een betonschaar was, het blijft even vreselijk. Ik heb het gevoel dat als we zo snel mogelijk weten hoe de vork precies in de steel zit, we daarmee ons voordeel kunnen doen. 

Minister Blok:

Ik ben het met de heer Van Dam eens dat naast de gevoelens van afschuw over wat er in het afgelopen weekend gebeurd is, er ook iets is van een gevoel van trots over de manier waarop een heel groot deel — de meerderheid van de Nederlandse samenleving — reageert als zulke verschrikkelijke gebeurtenissen plaatshebben. De heer Van Dam stelde een praktische vraag over informatie over de laatste stand van zaken voor het debat van donderdag. Ik wijs erop dat de vervolging nog loopt, maar ik ben graag bereid om op basis van de informatie die politie en Openbaar Ministerie beschikbaar kunnen stellen, een laatste stand van zaken te sturen. Dat zal dan woensdagavond of donderdagochtend zijn. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

Naar boven