13 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de fractie DENK benoem ik: 

  • -in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Öztürk tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Azarkan tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Azarkan tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Azarkan tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Financiën het lid Öztürk tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst het lid Öztürk tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Kuzu tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Öztürk tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Azarkan tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Azarkan tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Defensie het lid Azarkan tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Kuzu tot lid en het lid Azarkan tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures; 

  • -in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Öztürk tot lid en het lid Kuzu tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures; 

  • -in de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het lid Azarkan tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature. 

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik: 

  • -in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Yeşilgöz-Zegerius tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Visser; 

  • -in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Van 't Wout tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Hermans tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Yeşilgöz-Zegerius tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van den Bosch; 

  • -in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Yeşilgöz-Zegerius tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Arno Rutte. 

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 

34397-22; 34548-22. 

Tot slot stel ik voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 

31865-89; 31865-92; 34550-IX-17; 31066-349; 32847-296; 32545-63; 21501-02-1726; 21501-02-1733; 33495-98; 2017Z04137; 31936-386; 24804-94; 27863-70; 27863-69; 27863-66; 34550-IX-16; 32545-62; 30952-269; 33750-VIII-112; 30952-271; 30952-270; 21501-08-669; 2017Z03992; 2017Z03318; 21501-07-1422; 21501-07-1423; 21501-07-1418. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Grashoff namens GroenLinks. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter. 30% tot 40% van de mest in Nederland zou mogelijk in het zwarte circuit zitten. Dat is een ongekend hoog percentage. Dat slaat de bodem onder elk milieubeleid vandaan, maar tegelijkertijd lijden de goeden onder de kwaden. Dit lijkt mij echt aanleiding voor een debat. Daarom wil ik dat debat aanvragen. 

Mevrouw Lodders (VVD):

Als er fraude wordt gepleegd, dan moet die worden aangepakt en wat de VVD-fractie betreft keihard. Ik steun de vraag om een debat niet. Ik wil graag een brief van de staatssecretaris waarin opheldering wordt gegeven over deze kwestie. 

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Wat mij betreft voegen we dit toe aan het dertigledendebat over intensieve veehouderij dat we al hebben staan voor morgen. Mocht daar geen steun voor zijn, dan steun ik in ieder geval het verzoek om een brief. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Grappig dat de VVD stevige woorden spreekt, maar toch geen debat wil. De Partij voor de Dieren steunt het verzoek om een debat wel. Ik kan me voorstellen dat we het niet alleen maar over de fraude met mest hebben, maar het breder trekken naar de grote mestproblematiek in Nederland. 

De heer Öztürk (DENK):

We willen graag eerst een brief en daarna een debat. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik wil graag een brief om opheldering te krijgen over deze situatie. Wat mij betreft kunnen we het morgenmiddag aan de orde stellen. Als de brief er dan nog niet is, is er ook nog een algemeen overleg Mest. Daar kunnen we de brief dan bij betrekken. 

De heer Futselaar (SP):

We steunen een brief en ook wel een apart debat, want daar is dit onderwerp zwaar genoeg voor. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

We steunen een brief. Een apart debat lijkt mij niet nodig, omdat we binnenkort een AO Mest hebben. Dit onderwerp past daar uitstekend bij. Overigens zouden we het ook al daarover hebben. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

We steunen een brief, maar geen debat. Dit kan in het andere debat meegenomen worden. 

De voorzitter:

Mijnheer Grashoff, u hebt geen meerderheid. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Dat hoor ik ook, maar ik heb verschillende suggesties gehoord. Volgens mij hebben de meeste fracties gezegd dat ze een brief willen. Dat verzoek steun ik natuurlijk van harte. Sommigen hebben gesuggereerd om dit onderwerp te betrekken bij het debat over intensieve veehouderij dat morgen gepland staat. Wat mij betreft zou dat ook kunnen, maar dan moet die brief er morgenochtend liggen. Dan kunnen we dat op een zinvolle manier doen. Misschien is dat nog even het overwegen waard. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik had dat debat aangevraagd. Er was geen meerderheid voor, maar misschien wil D66 dit alsnog veranderen. Als het een meerderheidsdebat wordt en we de spreektijd kunnen verlengen, zou ik dat wel een optie vinden. Ik ben er echter niet zo voor om dit PBL-rapport te betrekken bij een dertigledendebat, waar we dus maar drie minuten spreektijd hebben. 

De voorzitter:

Mevrouw Lodders, ik ga niet opnieuw een rondje doen, want er is gewoon geen meerderheid voor het houden van een debat. Ik wil eigenlijk voorstellen … 

Mevrouw Lodders (VVD):

De heer Grashoff doet de suggestie om dit morgen te bespreken. Het debat morgen staat op de agenda als een debat over de intensieve veehouderij, maar ik hecht eraan om te zeggen dat het gaat over een opgestapte wethouder in een gemeente in Brabant. Laten we daar dit onderwerp niet bij betrekken. Het zou ook geen serieuze brief kunnen zijn als die brief er vanavond of uiterlijk morgenochtend moet zijn. Dat zou ik heel onverstandig vinden en dit kan dus ook niet op steun van de VVD rekenen. 

De voorzitter:

Er is nog steeds geen meerderheid. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan de heer Van der Lee namens GroenLinks. 

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Voorzitter. Afgelopen woensdag heeft collega Leijten een debat aangevraagd met de staatssecretaris van Financiën over een via een WOB-procedure publiek geworden notitie over de Nederlandse rulingpraktijk. Nu blijkt dat er via die WOB-procedure veel meer documenten publiek zijn geworden, waaronder een notitie over de gevolgen van een Europese richtlijn die tot stand is gekomen onder leiding van de minister van Financiën en die een verbod bevat op hybride mismatches. De inhoud van de notitie werpt ook een wat ander licht op het uitstel van de richtlijn dat Nederland gevraagd heeft. 

De voorzitter:

Dat komt allemaal aan de orde in het debat. 

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Precies. Mijn verzoek is om de minister uit te nodigen voor het reeds aangevraagde debat en om daar, als het even kan, in de spreektijd rekening mee te houden. 

Mevrouw Leijten (SP):

Dat lijkt me een goed idee. Het lijkt me dan ook goed om die notitie die via de WOB openbaar is geworden, te betrekken bij het debat. 

De heer Azarkan (DENK):

DENK steunt deze aanvraag, ook omdat uit die notitie bleek dat Nederland weliswaar op papier heel veel denkt te doen aan belastingontwijking, maar in Europees verband eigenlijk kampioen is in het faciliteren van bedrijven. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Steun voor het voorstel. 

De heer Omtzigt (CDA):

Als de indienster dit steunt, zal ik mijn steun niet onthouden. Ik vind het echter bij dit soort zaken wel handig om het over één punt tegelijk te hebben. Ik denk dat dit een debat wordt waarbij we alle punten aan de orde stellen, maar op geen enkel punt doorvragen. Dat is het risico van het op deze manier doen. Dat geef ik maar even mee. Eigenlijk ben ik er dus niet zo'n voorstander van. Dat gaat er namelijk gebeuren. Ik zou de punten dan ook echt een voor een pakken. 

Verder zou ik nog wel willen weten of er meer van dit soort memo's bekend geworden zijn die hierover gaan. Ik zou dan ook specifiek aan de minister willen vragen om al die memo's die hij heeft gehad over de hybride mismatches en die hem zijn voorgelegd voor de Ecofins en dergelijke, aan de Kamer te doen toekomen, want dan kunnen we beoordelen wat er precies aan de hand is. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik ben ook bang voor die versnippering, maar dit schijnt uit hetzelfde WOB-verzoek voort te komen, en daarom lijkt het mij goed om het in één keer op te pakken. Ik zie inderdaad ook wel het risico van grote versnippering en te veel onderwerpen. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik sluit mij bij de twee vorige sprekers aan. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik steun het voorstel. De heer Omtzigt is er zelf bij, dus die kan precies doorvragen bij dat debat; dat gaat vast goed aflopen. 

De voorzitter:

Mijnheer Van der Lee, er is wel steun voor uw verzoek om ook de minister van Financiën uit te nodigen bij dat debat. 

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik vind de suggestie van de heer Omtzigt nuttig. Laten we maar alvast vragen of er nog meer stukken zijn die niet via de WOB publiek zijn geworden maar die wel voor ons relevant zijn. 

Mevrouw Leijten (SP):

Maar dan gaat er wel wat door elkaar lopen. We hebben namelijk al aanvullende vragen gesteld naar aanleiding van het WOB-verzoek en de rulingpraktijken. Die zijn vrijdag naar het ministerie gestuurd. Als we nou nog een keer vragen gaan stellen, dan voorzie ik dat het debat op de lange termijn wordt geschoven. Dus steun voor de gedachte om de minister van Financiën bij het debat uit te nodigen en het andere document erbij te betrekken, maar laten we ervoor waken dat het leidt tot uitstel, want dat lijkt mij ook onverstandig. 

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Ik zie dat de heer Omtzigt nog iets is vergeten. 

De heer Omtzigt (CDA):

Nou, u hebt geen conclusie getrokken ten aanzien van de tweede vraag van de heer Van der Lee en die ging over een minuut of twee extra spreektijd. 

De voorzitter:

Daar ga ík gelukkig over. Het komt goed. 

Ik geef het woord aan mevrouw Ouwehand. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Afgelopen weekend is er in een België een groot lek geweest in een mestverwerkingsinstallatie. Gevaarlijk salpeterzuur hing over dorpen, waardoor die moesten worden ontruimd. Ik wil daar graag een debat over met de staatssecretaris van Economische Zaken omdat mestverwerking wordt gezien als dé oplossing van het mestprobleem in Nederland. Kijkend naar de gevaren daarvan, ook in Nederland, constateer ik dat er regelmatig incidenten zijn. We worden ook gewaarschuwd in verband met de volksgezondheid. Ik wil dan ook graag een debat voeren met het kabinet over de vraag of het nou wel zo verstandig is om al die installaties in Nederland neer te zetten. 

De heer Bosman (VVD):

Het gaat over een probleem in België. Ik zou graag van de minister willen horen of er op dit punt verschillen zijn tussen wat ze in België doen en wat wij in Nederland doen. We moeten namelijk geen appels met peren vergelijken. We moeten ook voorkomen dat als het in Nederland anders wordt gedaan, we nu onrust veroorzaken. Ik wil dus eerst graag een brief. Pas na de komst van die brief, ga ik bepalen of een debat al dan niet handig is. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik wil ook graag een brief. Ik denk dat er inderdaad reden is om aan te nemen dat een dergelijk incident zich hier niet zou kunnen voordoen, maar dat willen we dan wel graag zeker weten door middel van een brief. 

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Steun voor de brief maar ook voor het debat. 

De heer De Groot (D66):

Graag eerst een brief, die dan betrokken kan worden bij het AO over mest. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Het wordt een beetje een trend dat wanneer er in een ander land een probleem is, we er hier een debat over gaan voeren. De gevraagde brief zou ik wel willen, maar ik denk dat we daar dan vervolgens uit kunnen concluderen dat dit toch echt een Belgisch probleem is. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor de brief, die dan geagendeerd kan worden voor het AO over mest. 

De heer Futselaar (SP):

Steun voor een brief. Het is nog te vroeg voor een debat. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik stel mij voor dat die brief er komt en deze mag wat ons betreft best betrokken worden bij genoemd AO. 

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, u hebt geen meerderheid voor het houden van een debat. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Nee, voorzitter, ik kan ook tellen. 

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Hartstikke goed en dan krijgen we dus wel een brief. 

Ik heb nog een verzoek. In samengestelde producten, oftewel kroketten en bitterballen, zitten kip, varken en rund maar ook zwaar mishandelde paarden uit Argentinië. Zoals we konden zien in een uitzending van Radar gisteren, blijkt uit onderzoek van Eyes on Animals dat zieke en kreupele dieren worden verwerkt tot Nederlandse snacks. Ik zou daarover graag een debat met de staatssecretaris van Economische Zaken willen aanvragen. 

De heer Graus (PVV):

Ik ben voor een debat, maar ik heb vorige week een debat aangevraagd over het vlees van gemartelde dieren uit België en mogelijk kunnen we die debatten samenvoegen. Het betreft namelijk allemaal gemartelde dieren waarvan hier de producten op de markt komen. Dus als we die debatten samen zouden kunnen voegen, ben ik mevrouw Ouwehand erkentelijk. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wat zou het fijn geweest zijn als mevrouw Ouwehand haar verzoek zou hebben ingeleid door te vertellen hoe belangrijk het is dat we veilig Nederlands vlees hebben en niet afhankelijk worden van het vlees uit het buitenland. Dat gezegd hebbende, vind ik het prima om een brief te krijgen, maar vooral om daarna meer op te kunnen komen voor onze Nederlandse boeren, die er wel voor zorgen dat het veilig, gezond en prima is. 

De voorzitter:

U geeft dus voorlopig geen steun aan het verzoek. Dat is heel duidelijk. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik vind een brief een goed idee. Ik hoor net dat al een soortgelijk debat gepland is op verzoek van de PVV-fractie. Ik weet dat er ook nog een algemeen overleg over de NVWA gepland is, dus het verzoek om een apart debat over dit onderwerp steun ik niet. 

Mevrouw Lodders (VVD):

Ik zal het kort houden: ik kan het niet mooier uitspreken dan mevrouw Van Toorenburg. Ik steun dus niet het verzoek om een debat, maar wel het verzoek om een brief. Daarna zien we verder. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik vond dat de heer Graus wel een verstandig voorstel deed, maar daar hoor ik eigenlijk niemand op reageren. Ik zou dat een goede combinatie vinden. 

De heer Futselaar (SP):

Ik wil graag een brief. Het verzoek om een apart debat steun ik niet, maar samenvoegen zou wat ons betreft prima zijn. 

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor het houden van een apart debat. Er staat inderdaad een dertigledendebat van de heer Graus op de agenda. Daar zou dit onderwerp bij betrokken kunnen worden. Dat was de suggestie. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat vind ik op zich geen vervelende suggestie, maar de spreektijd bij dat debat is maar drie minuten per fractie. 

De voorzitter:

Ik voel hem al aankomen. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Misschien zouden we, als we besluiten om het samen te voegen, een minuut spreektijd kunnen toevoegen. De fracties van het CDA en de VVD moet ik er toch echt nog even fijntjes aan herinneren dat de Onderzoeksraad Voor Veiligheid heeft gezegd dat het vlees in Nederland, zowel het geïmporteerde als het in Nederland geproduceerde vlees, niet veilig is. 

De voorzitter:

Nee, mevrouw Ouwehand, dit moet u echt bewaren voor het debat. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Maar ik ken die dames. Spreken we af dat we de debatten samenvoegen en een minuutje spreektijd erbij krijgen? Wat is de conclusie? 

De voorzitter:

Nee, we gaan niets samenvoegen. Er is geen meerderheid voor het houden van een debat. Er is gezegd: er staat een dertigledendebat van de heer Graus op de agenda. Daar zou het onderwerp bij betrokken kunnen worden. 

De heer Graus (PVV):

Dat klopt, maar het verzoek om een minuutje spreektijd erbij steun ik wel, omdat er dan een heel zwaar onderwerp bij komt. Als er een meerderheid voor is, zou ik het fijn vinden als de spreektijd van drie naar vier minuten per fractie wordt verhoogd. 

De voorzitter:

Er is geen meerderheid. Ik houd het gewoon bij een dertigledendebat, zoals het op de agenda staat. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dan wachten we de brief af en bespreken we in de procedurevergadering waar we die agenderen: ofwel bij het plenaire dertigledendebat, ofwel bij een AO. 

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan de heer Van Nispen namens de SP. 

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag kregen we een brandbrief van het gevangenispersoneel. Dat luidde de noodklok over geweldsincidenten die dagelijkse praktijk zijn geworden, de extreem hoge werkdruk, het overtreden van de Arbeidstijdenwet en ernstige onderbezetting. De veiligheid van het gevangenispersoneel en de gedetineerden is niet langer te garanderen. Omdat ik vind dat we moeten staan voor de veiligheid van het gevangenispersoneel, wil ik hierover in debat met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Volgens mij is die brief gericht aan de informateur. Er is daar van alles aan de hand, maar volgens mij moeten we een broedende kip vooral niet storen. 

De heer Azarkan (DENK):

Ik denk dat het verstandig is om dat debat wel te voeren, dus ik steun het voorstel. 

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Steun voor een debat. 

De heer Markuszower (PVV):

Ook steun voor een debat vanuit onze fractie. 

De heer Segers (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het debat ook. 

De heer Van Oosten (VVD):

Geen steun. Zoals mevrouw Van Toorenburg aangaf, ligt de brief bij de informateur; laat het daar z'n beloop hebben. 

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Steun voor het debat. 

De heer Groothuizen (D66):

Geen steun voor het debat. 

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Absoluut steun voor dit debat. 

De voorzitter:

Dan gaan we tellen. 

Mevrouw Arissen (PvdD):

Steun voor dit debat namens de Partij voor de Dieren. 

De voorzitter:

Er is net geen meerderheid. 

De heer Van Nispen (SP):

Net niet? Even kijken of nog iemand mijn verzoek wil steunen? 

De voorzitter:

Thierry Baudet is er niet. 

De heer Van Nispen (SP):

Waar is Thierry als je 'm nodig hebt? 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Bij gebrek aan Baudet … 

De voorzitter:

Gaat u het verlossende woord spreken? 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Het lijkt mij goed om het debat te voeren. 

De voorzitter:

Kijk, u bent gered, mijnheer Van Nispen. U hebt een meerderheid voor uw verzoek gekregen, dus we gaan het debat plannen. 

Het woord is tot slot aan de heer Jasper van Dijk. O, de heer Baudet is er wel, zie ik, maar hij was er net niet op het moment dat het nodig was. Maar goed, er komen nog nieuwe kansen. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Hij kan mijn verzoek om een debat steunen! Ruim 230 wethouders slaan alarm in een manifest. Ze vragen om extra middelen om mensen met een arbeidsbeperking aan werk te helpen. Als dat niet gebeurt, komen die mensen thuis te zitten. Zij vragen die extra middelen bij voorjaarsnota. 

De voorzitter:

U wilt daar een debat over? 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Het is dus tijd voor actie. Ik vraag een debat aan. 

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Bij het woord "actie" voel ik mij direct aangesproken. Dus steun voor het debat. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

We worden een beetje een langspeelplaat die een soort haakje heeft waardoor iedere keer hetzelfde wordt gezegd. Ook in dit geval: het ligt op de formatietafel. Volgens mij gaan wij het er daarom hier niet over hebben. 

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Ik heb de acties gevoerd voor de sw. Wat mij betreft dus veel steun voor het voorstel van de SP. 

De heer Raemakers (D66):

Geen steun voor het debat. Eerst een brief graag. 

De heer Bruins (ChristenUnie):

Het manifest is deze keer wel gericht aan de Tweede Kamer en bevat niet alleen een oproep voor meer geld maar ook een aantal suggesties voor verbetering van de regelgeving. Dus heel graag een debat, maar ook eerst graag een brief met een reactie van het kabinet op dit manifest. 

De heer Azarkan (DENK):

Ook vanuit DENK steun voor deze kwetsbare groep. Steun voor een brief en steun voor het debat. 

Mevrouw Nijkerken-de Haan (VVD):

Geen steun. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het CDA vindt het een goed idee om niet te spreken over dingen die op de formatietafel liggen. De Partij voor de Dieren vindt precies het tegenovergestelde. Steun voor het debat. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Het is en blijft een actuele aangelegenheid. Daar kunnen wij prima een debat over voeren, ook al ligt het ook al op andere tafels. Dus steun. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun. 

De voorzitter:

Er is geen meerderheid, mijnheer Van Dijk. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Hè, echt waar? 

De voorzitter:

Echt niet. En de heer Baudet schudt ook nee. Dat helpt dus niet. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Maar hebben we dan wel alle partijen gehad? 

De voorzitter:

Volgens mij wel. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik merk ten overvloede op, met name aan het adres van mevrouw Van Toorenburg, dat het helemaal niet gaat om een brief aan de formatietafel. Dit gaat om een urgente kwestie die nu bij voorjaarsnota geregeld moet worden. 

De voorzitter:

U hebt als een leeuw gevochten, maar er is echt geen meerderheid. Ik constateer dat er wel om een brief is gevraagd. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven