3 Vragenuur: Vragen Karabulut

Vragen van het lid Karabulut aan de minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat Israël voor het eerst in twintig jaar een nieuwe nederzetting bouwt. 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Karabulut namens de SP. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Later dit jaar, in juni, wordt een trieste mijlpaal bereikt. Dan is Palestina al 50 jaar bezet door Israël. Die bezetting gaat gepaard met keiharde onderdrukking van de Palestijnen en een grootschalige uitbreiding van de illegale nederzettingen, in strijd met ons internationaal recht. Palestijnen worden verjaagd van huis en haard en huizen worden vernietigd. Volgens schattingen wonen er nu al ongeveer 600.000 Israëli's in bezet gebied. Sinds het aantreden van president Trump in januari lijken de remmen helemaal los. De Israëlische regering heeft sindsdien de bouw van vele duizenden woningen in bezet gebied aangekondigd. Zo gebeurde het dat zij vorige week voor het eerst in twintig jaar toestemming verleende voor de bouw van een nieuwe nederzetting. Vanuit de Verenigde Naties en een aantal EU-landen is daar terecht stevige kritiek op geuit, maar van deze minister heb ik nog niets gehoord. Hoe kan dat? De minister is het toch met mij eens dat de voortdurende bezetting van Palestina en de nederzettingenbouw de grootste obstakels zijn voor vrede en de tweestatenoplossing? Dan kan hij toch niet anders doen dan het Israëlische beleid veroordelen? Daarop krijg ik graag een reactie. 

Een veroordeling moet, maar is absoluut onvoldoende. Israël gaat immers al decennialang door met het op grote schaal schenden van het internationaal recht. Niets minder dan de levensvatbaarheid van Palestina staat op het spel. Daarom verzoek ik de minister om in EU-verband maar ook bilateraal de druk op te voeren. Dat kan bijvoorbeeld door het opschorten van de associatieovereenkomst van de EU met Israël en van het samenwerkingsforum van Nederland en Israël. Is de minister daartoe bereid? 

Minister Koenders:

Mevrouw de voorzitter. Ik dank mevrouw Karabulut voor de gestelde vragen. Ik veroordeel het besluit van Israël om nieuwe nederzettingen te bouwen ten sterkste. Dat heb ik ook vorige week gedaan, ook in het kader van de Europese Unie. Het kabinet maakt zich ernstige zorgen over de voortdurende uitbreiding van Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied. De nederzettingen zijn illegaal en vormen een obstakel voor het bereiken van een tweestatenoplossing. Dat vindt Nederland en dat vindt de Europese Unie. Dat is nogmaals bevestigd in VN-Veiligheidsraadsresolutie 2334 en tijdens de MOVP-conferentie in Parijs, waar Nederland ook bij aanwezig was. 

Uitbreiding van de nederzettingen staat ook haaks op het commitment dat premier Netanyahu zelf heeft uitgesproken ten aanzien van de zogenoemde tweestatenoplossing. De kans op vrede wordt immers alleen maar kleiner als je die nederzettingen uitbreidt. De internationale gemeenschap is hier eensgezind over; dit is overigens ook benadrukt door de Verenigde Staten. Bij mijn afwezigheid hebben wij dit specifieke punt al vorige week op hoog ambtelijk niveau nadrukkelijk opgebracht in een gesprek met de Israëlische ambassadeur. Er is vorige week in Nederland trouwens ook al direct op gereageerd. Ook de Hoge Vertegenwoordiger heeft daar in de Europese Unie terecht aandacht voor gevraagd. Ik heb gisteren uitgebreid gesproken met de secretaris-generaal van de Arabische Liga om te bekijken hoe we hier samen met de collega's uit Europa verder mee moeten. Vanuit de Arabische Liga wordt de nadruk op een aantal punten gelegd. Niet alleen wordt die nederzettingenpolitiek veroordeeld; er wordt ook nadruk gelegd op het verdergaan met het zogenoemde Arabische vredesinitiatief. Ook vanuit Nederland en de Europese Unie wordt gevraagd om de druk op Israël te vergroten om misschien met een correctie maar in ieder geval met de basis van de principes van het Arabische vredesinitiatief verder te gaan, want als deze beweging doorgaat, krijg je natuurlijk een negatieve ontwikkeling met betrekking tot de tweestatenoplossing. Nederland en de Europese Unie zijn hiertoe bereid. Vandaag vinden enkele besprekingen plaats in de Verenigde Staten. Ik kan op dit moment natuurlijk niet zeggen of zij enig positief resultaat hebben, maar in ieder geval veroordeel ik deze nederzettingen. Ik vind dat zij niet in overeenstemming zijn met de tweestatenoplossing. 

De EU-associatieraad is nog niet belegd. De vraag is altijd of zo'n associatieraad het moment is om de druk op te voeren of dat je juist geen krediet moet geven aan het feit dat die nederzettingen nu zijn uitgebreid door te zeggen dat we die raad voorlopig niet hebben. Dat is een beslissing van de Hoge Vertegenwoordiger. Ik vind in ieder geval dat dit punt daarbij heel nadrukkelijk boven aan de agenda zou moeten staan. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Gelukkig veroordeelt de minister dit. Ik had ook niet anders verwacht, omdat de minister zegt te staan voor vrede, veiligheid en de tweestatenoplossing. Het mag dan zo zijn dat Netanyahu lippendienst bewijst aan de tweestatenoplossing, want dat is wat hij doet, maar in de praktijk is het zo dat er sinds het aantreden van Trump nieuwe nederzettingen worden gebouwd, dat er 6.000 nieuwe huizen zijn aangekondigd in nederzettingen en dat hij doorgaat met bezetting, kolonisatie en annexatie van Palestina. Dat brengt op dit moment de vrede en de tweestatenoplossing verder weg. Dat is allemaal strijdig met het EU-associatieakkoord, waarin staat dat de mensenrechten leidend moeten zijn. Het is in strijd met de vorig jaar aangenomen resolutie 2334 van de VN-Veiligheidsraad. Met andere woorden: het is goed dat de minister de ambassadeur heeft aangesproken en dat hij hier een punt maakt in internationaal verband. Zolang er echter geen consequenties aan worden verbonden, drijft de praktijk een andere kant op. Ik meende bij de minister ruimte te horen waarin hij zegt dat Nederland mogelijk wil gaan pleiten voor het opschorten van het EU-associatieverdrag of in ieder geval van het samenwerkingsforum. Kan en wil de minister dat bevestigen? Anders dreigt een oplossing verder weg te geraken dan ooit. 

Minister Koenders:

Over de bilaterale fora ben ik het echt niet met mevrouw Karabulut eens. Die wil ik ook niet opschorten, integendeel. Mij is juist gebleken, ook op basis van het overleg dat we met de Palestijnen voeren, met president Abbas en zijn mensen, dat hij de bilaterale relaties die we hebben met zowel de Palestijnse Autoriteit als met Israël van groot belang acht. Hij ziet die relaties juist als een methode om datgene wat wij hier vandaag naar voren brengen, te berde te brengen. Het gaat er natuurlijk ook om hoe effectief je mogelijkheden zijn en hoe je die kunt uitbreiden. Het opschorten van de bilaterale fora is zelfs niet in overeenstemming met wat de Palestijnen willen. Daarmee ben ik het dus niet eens. Die zou ik niet willen stoppen. 

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Karabulut. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Dan is mijn vraag nog altijd niet beantwoord. De Palestijnse staat wordt op dit moment door Israël de nek omgedraaid — dat wordt hij — en wij hebben in het EU-associatieverdrag de regel dat de mensenrechten leidend moeten zijn en dat Israël moet stoppen met het schenden van internationaal recht. Dat gebeurt allemaal niet. Wanneer komt voor deze minister dan wel de grens waarop hij zegt: en nu gaan wij er consequenties aan verbinden? Want het veroordelen, dat doet hij. Het veroordelen, dat doet de EU. Er ligt een VN-resolutie. De praktijk is echter dat de tweestatenoplossing op dit moment wordt geblokkeerd door het handelen van de staat Israël. 

Minister Koenders:

We zijn het eens met de analyse van mevrouw Karabulut. Ik veroordeel het dan ook ten sterkste. Daarom gaan we er ook internationaal mee aan de slag, met de Arabische staten en met de Palestijnen. Wat mij betreft gaan we ook aan de slag met een aantal initiatieven die deze dagen worden genomen. De EU-associatieraad is er juist om die zaken aan de orde te stellen. Ik zie dus niet gelijk wat mevrouw Karabulut voor consequenties wil die wel effectief zouden zijn. Ik denk in ieder geval dat wij juist zeer actief moeten zijn om te voorkomen dat de nederzettingenpolitiek leidt tot een vermindering van de kans op een tweestatenoplossing. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Het is weer zover: het Midden-Oosten staat in brand en gelijk moet het grootste punt worden gemaakt van de huizenbouw in een gebied waarvan de status inderdaad betwist is en waarvoor op de onderhandelingstafel een oplossing gevonden moet worden. Volgens de analyse van de SGP is het veel belangrijker dat er een eind komt aan alle steekpartijen, raketten en zelfmoordaanslagen, die de vrede daar écht bedreigen. Vindt de minister het niet interessant dat juist de rechtsstaat in Israël met zich meebrengt dat er gewoon bezwaar geuit kan worden tegen nederzettingen? In het verleden is een plaats als Amona zelfs nog ontruimd door het hooggerechtshof. Klopt de analyse dus wel dat er daarin nooit wat verandert? Er worden immers ook grenzen gesteld door het eigen Israëlische gerechtshof. 

Minister Koenders:

Ik heb een aantal punten. Ten eerste zijn we vanmiddag, toen het ging over het Midden-Oosten, niet begonnen over het Israëlisch-Palestijnse conflict maar over Syrië. Ten tweede is het internationale recht wel degelijk ook in de fractie van de heer Van der Staaij een belangrijk element en criterium. Zoals de heer Van der Staaij weet, is de nederzettingenbouw niet in overeenstemming met het internationale recht en wordt nu voor het eerst in vele jaren een uitbreiding geeffectueerd en voorgesteld die niet in overeenstemming is met het internationaal recht. Vandaar dat de Nederlandse regering die veroordeelt. Ten derde is Israël een rechtsstaat en bestaan daar inderdaad checks-and-balances. Dat vind ik ook belangrijk. Dat neemt niet weg dat deze uitbreidingen niettemin gewoon doorgaan. Sommige daarvan — niet de outposts — kunnen weliswaar misschien volgens het nationale recht, maar andere niet. Aangezien deze uitbreidingen de tweestatenoplossing niet dichterbij brengen en ze de onderhandelingen bemoeilijken, veroordeelt de Nederlandse regering deze nederzettingenpolitiek. Dat doen wij overigens niet alleen, maar met alle buurlanden, de Europese Unie en bijna de hele internationale gemeenschap. 

De heer Kuzu (DENK):

Dat deze minister het beleid van de regering-Netanyahu ten scherpste veroordeelt, is goed, maar het is niet genoeg. Al decennialang gaat de bouw van illegale Israëlische nederzettingen gewoon door. Met veroordelen alleen komen we er niet. Is de minister bereid om consequenties te treffen in EU-verband om ervoor te zorgen dat deze onrechtvaardigheid gaat stoppen? Als we het blijven houden bij veroordelen, weten we in ieder geval één ding: dan lezen we binnenkort in de media dat er weer een illegale Israëlische nederzetting gebouwd gaat worden. Is de minister dus bereid om consequenties te treffen, zoals het boycotten van producten uit illegale Israëlische nederzettingen? 

Minister Koenders:

Ten eerste zijn wij glashelder over de veroordelingen. Ten tweede weet de heer Kuzu dat het niet bij klare taal is gebleven. Zo stelt de Europese Unie in alle overeenkomsten tussen Israël en de Europese Unie dat die niet van toepassing zijn op de sinds 1967 door Israël bezette gebieden. Met andere woorden: nederzettingen mogen dus niet meeprofiteren. Verder ontmoedigt Nederland, zoals bekend, al jaren economische relaties met bedrijven in Israëlische nederzettingen. Dat blijft onverminderd van toepassing. Ik verwijs ook naar maatregelen die dag in, dag uit worden genomen indien nodig. Israël doet mee aan het Europese onderzoeksprogramma Horizon en daarbij past de EU de uitgangspunten van de grenzen van '67 toe. Je ziet dus dat de Europese Unie eigenlijk scherper wordt op de grenzen van '67 om de tweestatenoplossing mogelijk te maken. Ik denk dat dit de kern is. De Nederlandse regering verzet zich tegen een boycot van Israël. 

De heer Ten Broeke (VVD):

Anders dan mevrouw Karabulut ken ik niet al 70 jaar de Palestijnse staat. Dat is jammer, want die zou er wel moeten komen. Ik ken wel al 70 jaar Israël. Daarvoor mijn oprechte felicitaties; ik hoop dat er nog heel veel jaren bij komen. Een oproep tot een eenzijdige boycot vanuit Nederland is juist in het nadeel van de Palestijnen en van de toekomst van de twee staten die we allemaal zo wensen. Amona is een nederzetting die illegaal was. Het is goed dat die is gesloten. Het is jammer dat die vervolgens is verplaatst. Is de minister het met mij eens dat in ieder geval sinds vrijdag, ook onder druk van de Amerikanen — ik geloof dat het op dit moment met hulp van de heer Jason Greenblatt gebeurt — de Israëlische regering aangeeft geen uitbreidingen meer te willen doen plaatshebben? Klopt het dat zij alleen nog inbreidingen wil, zoals dat zo mooi genoemd wordt? Klopt het dat zij geen nieuwe nederzettingen en uitbreidingen wil? Dat spreekt in ieder geval het oordeel van mevrouw Karabulut tegen. 

Minister Koenders:

Voor het eerst in twintig jaar wordt er een nieuwe joodse nederzetting gebouwd op de Westelijke Jordaanoever. Vandaar de Nederlandse veroordeling. Daar blijven we niet stil bij zitten, want naast die veroordeling hebben we ook een aantal beleidspunten ten aanzien van de grenzen van '67. Tegelijkertijd is het belangrijk om met de Arabische Liga en de Verenigde Staten verder te komen. Premier Netanyahu heeft namelijk inderdaad gesproken over een limitering van uitbreiding elders. We moeten zeker weten dat dit gebeurt. Dat moet zich in feiten, op de grond, bewijzen. 

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Deze nieuwe stap, deze nieuwe escalatie in het nederzettingenbeleid, laat zich volgens mij alleen duiden als een test voor het tot nu toe zwalkende beleid van de Verenigde Staten in de relatie met Israël. Daarom heb ik de volgende vraag aan de minister. Hij zegt dat we met allerlei partners samenwerken om te bekijken of we de druk kunnen opvoeren. Wat zou hij kunnen doen om er in EU-verband of bilateraal met een aantal gelijkgezinde landen, juist in relatie met de Verenigde Staten, voor te zorgen dat er niet alleen toezeggingen worden gedaan over toekomstig uitbreiden of inbreiden — dat hebben we immers al heel vaak gehoord — maar vooral om dit onzalige besluit teruggedraaid te krijgen? 

Minister Koenders:

Ik ben dat zeer met de heer Van Ojik eens. We hebben in het verleden twee dingen gedaan en we gaan dingen in de toekomst doen. Toen de regering-Trump begon en haar beleid ten opzichte van Israël en de nederzettingen onduidelijk was, heeft de Nederlandse regering meegedaan aan de Parijse conferentie om de criteria helder te houden over wat we altijd gevonden hebben en om ervoor te zorgen dat die niet verwateren. Dat gaat bijvoorbeeld ook over de positionering en de lokaliteit van ambassades en het respect voor de VN-resolutie die eind december is aangenomen. Dat deden we om ook in de beïnvloeding duidelijk te maken waar Europa en Nederland staan. 

Daarnaast is president Sisi vandaag in Washington — een belangrijk punt — en zijn er Amerikaanse vertegenwoordigers in het Midden-Oosten om samen met Arabische landen te bekijken in hoeverre er weer een serieus vredesproces begonnen kan worden. Of ik daar vertrouwen in heb, kan ik nu nog niet beoordelen, maar de benadering van Nederland en Europa zal precies zijn zoals de heer Van Ojik zegt. Het gaat ons namelijk om het intrekken van nieuwe nederzettingen. En als er in de toekomst een beperking komt, zou dat volgens ons daadwerkelijk moeten kunnen leiden tot een nieuw vredesinitiatief. Ik ga hier echt geen knollen voor citroenen verkopen, want ik weet ook niet hoe het zal gaan, maar dit is wel de methode waarop ik effectief kan reageren op wat er gebeurd is. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

Naar boven