8 VAO Nationale veiligheid, crisisbeheersing en brandweerzorg (AO d.d. 10/11)

Aan de orde is het VAO Nationale veiligheid, crisisbeheersing en brandweerzorg (AO d.d. 10/11). 

De voorzitter:

Ik heet de minister van Veiligheid en Justitie welkom. Het woord is aan de eerste en tevens enige spreker: mevrouw Kooiman. 

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. We hebben in het AO over brandweerzorg heel veel besproken, maar twee punten zijn blijven liggen. Ik dien gewoon meteen mijn moties in, want ik denk dat ze duidelijk genoeg zijn. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

van mening dat de zeggenschap van de minister en gemeenteraden over de brandweer zeer beperkt is; 

van mening dat er hierdoor een democratisch gat ontstaat bij de zeggenschap over de brandweer en de veiligheidsregio's; 

overwegende dat de Wet veiligheidsregio's pas in 2019 geëvalueerd wordt; 

verzoekt de regering, de evaluatie van de Wet veiligheidsregio's al in 2017 te laten plaatsvinden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kooiman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 35 (30821). 

Mevrouw Kooiman (SP):

Wat zo mooi aan deze motie is, is dat de minister straks mogelijk na die evaluatie niet meer kan zeggen "daar ga ik niet over", want ik zou heel graag willen dat de minister wel eens ergens iets over te zeggen heeft. Daar gaat mijn volgende motie eigenlijk ook over. Zij is bedoeld om de minister een handje te helpen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de veiligheidsregio's bij een maatgevend incident afwijken van de in het Besluit veiligheidsregio's omschreven samenstelling van een basisbrandweereenheid; 

overwegende dat de veiligheidsregio's bij maatgevende incidenten niet meteen een tankautospuit en/of onvoldoende personeel inzetten en dit gevolgen heeft voor de primaire slagkracht; 

constaterende dat in artikel 3.2.1, lid 3 van het Besluit veiligheidsregio's 2016 staat dat de eenheid altijd beschikt over een tankautospuit met uitrusting; 

verzoekt de regering, de veiligheidsregio's erop aan te spreken dat zij zich houden aan het Besluit veiligheidsregio's en dat bij een maatgevend incident ook altijd direct een tankautospuit naar het incident wordt gestuurd, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kooiman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 36 (30821). 

De voorzitter:

Dat was keurig binnen de twee minuten, mevrouw Kooiman. 

Mevrouw Kooiman (SP):

Ja, ik denk dat ik gelijk klaar ben. 

De voorzitter:

Dank u wel. We wachten even tot de twee moties zijn gekopieerd. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Minister Van der Steur:

Voorzitter. Ik herinner mij goed dat wij met de Kamer zeer goed en gedegen van gedachten hebben gewisseld over alle aspecten die samenhangen met crisisbeheersing, rampenbestrijding en brandweerzorg. Heel veel elementen zijn ook al in gang gezet, ook met instemming van de Kamer. Er zijn twee moties ingediend door de SP-fractie. Met de motie op stuk nr. 35 wordt gevraagd om de evaluatie van de Wet veiligheidsregio's naar voren te halen. Dat zou gek zijn. We hebben de laatste evaluatie conform de afspraak met de Kamer gedaan in 2013. Vervolgens hebben we die ook met de Kamer besproken. Toen hebben we afgesproken dat we dat in 2019 weer zouden doen. Ik zie geen aanleiding om die afspraak anders in te vullen dan wij eerder met de Kamer hebben besproken. Ik moet de motie dan ook ontraden. 

De motie op stuk nr. 36 is interessant. Als mevrouw Kooiman deze motie zo bedoelt dat de veiligheidsregio's moeten voldoen aan de wettelijke bepaling dat bij een maatgevend incident wordt uitgerukt met een tankautospuit met uitrusting en dat daaronder de combinaties van bijvoorbeeld een SIV2 en een TS4, een TS6 of twee TS4's — die laatste zijn bij elkaar opgeteld een TS8 — verstaan kunnen worden, is de motie in overeenstemming met het huidige beleid. Dan is de motie overbodig, maar kan ik het oordeel aan de Kamer laten. Als mevrouw Kooiman de motie zo bedoelt dat het altijd een TS6 moet zijn, terwijl er binnen het kader van de wet door sommige veiligheidsregio's voor is gekozen om anders op te bouwen tot de slagkracht van een TS6, wordt het ingewikkeld om het oordeel over de motie aan de Kamer over te laten. 

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik moet het iets ingewikkelder maken voor de minister. In artikel 3.1.2, lid 3 van het Besluit veiligheidsregio's wordt namelijk aangegeven dat er wel met een tankautospuit gereden moet worden, maar er mag inderdaad worden afgeweken van de personeelsbezetting. Nu worden bij een maatgevend incident helaas SIV'tjes vooruitgestuurd, bijvoorbeeld in de Gooi- en Vechtstreek en Hellevoetsluis. Dat is eigenlijk niet conform de afspraken. Ik vraag de minister dus om te zeggen dat bij een maatgevend incident in ieder geval een tankautospuit met uitrusting komt. 

Minister Van der Steur:

Op dat punt kan ik mevrouw Kooiman dus geruststellen. Wij zijn het met elkaar eens dat, als er een noodzaak is om uit te rukken met een tankautospuit — dus als het maatgevende incident een tankautospuit voorschrijft — niet kan worden volstaan met twee SIV'tjes, want dan zijn er maximaal vier mensen met twee auto's. Dat is onvoldoende om aan de eisen van de regelgeving te voldoen. Als mevrouw Kooiman en ik het erover eens zijn dat deze motie zo moet worden begrepen dat er dan nooit in plaats van met een tankautospuit wordt uitgerukt met twee SIV'tjes of één SIV, omdat dat niet genoeg is, maar in ieder geval met een TS6, een TS4 en een SIV en/of twee TS4's, dan komt de motie overeen met het huidige beleid. Dan kan ik het oordeel over de motie overlaten aan de Kamer. 

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Kooiman. 

Mevrouw Kooiman (SP):

Het ging zo goed, tot dat laatste zinnetje. Het punt is namelijk dat in de wet staat dat het een tankautospuit moet zijn. Het mag met vier mensen, maar een SIV, een Snel Interventie Voertuig, heeft te weinig slagkracht. In het Besluit veiligheidsregio's staat dat een eenheid bij een maatgevend incident moet beschikken over een tankautospuit. Ik vraag de minister dus enkel en alleen om deze wet uit te voeren en de veiligheidsregio's daarop aan te spreken, zodat er geen plantenspuitjes worden gestuurd naar een maatgevend incident. 

Minister Van der Steur:

Het verschil van mening tussen mevrouw Kooiman en mij is kennelijk dat een TS4 plus een SIV — dat is samen 6 — onvoldoende zou zijn. Begrijp ik mevrouw Kooiman zo goed? Dat is namelijk de huidige praktijk, die naast de andere door mij genoemde combinaties ook mogelijk is. 

Mevrouw Kooiman (SP):

Als naar een maatgevend incident maar een tankautospuit gestuurd wordt. Daar mogen vier mensen in zitten, maar geen SIV'tjes. 

Minister Van der Steur:

Nee, maar die moeten er wel bij komen. Dat is de grap. Een TSV4 is ook niet genoeg voor een maatgevend incident, als ik het goed begrijp. Volgens mij is er nu verwarring ontstaan, terwijl wij het wel met elkaar eens zijn. Het is of een TS6, of een TS4 plus een andere TS4, of een TS4 plus een SIV2, maar nooit twee SIV'tjes. Dat heb ik de hele tijd gezegd. Mevrouw Kooiman en ik zijn het vanaf het begin aan eens. De motie is overbodig, maar ik laat het oordeel aan de Kamer. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Wij zullen volgende week dinsdag stemmen over de twee moties. 

De vergadering wordt van 13.59 uur tot 14.05 uur geschorst. 

Naar boven