7 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat mevrouw Visser de motie-Visser/Ronnes (21501-33, nr. 619), die zij indiende bij het VSO Transportraad, aanhoudt. 

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van een notaoverleg met stenografisch verslag op maandag 23 januari 2017 van 14.00 uur tot 18.00 uur van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken over de initiatiefnota van de leden Bouwmeester en Oosenbrug: "Lobby in daglicht". 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer het debat over de Europese Top van 15 en 16 december 2016 en daarbij spreektijden te hanteren van: 

  • -tien minuten voor de VVD en de PvdA; 

  • -zeven minuten voor de SP, het CDA, de PVV en D66; 

  • -vijf minuten voor de ChristenUnie, GroenLinks, de SGP, de PvdD en 50PLUS; 

  • -tweeënhalve minuut voor de Groep Kuzu/Öztürk en de Groep Bontes/Van Klaveren; 

  • -anderhalve minuut voor Houwers, Klein, Monasch en Van Vliet. 

Ik stel verder voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met het toevoegen van het onderdeel participatieverklaring aan het inburgeringsexamen en de wettelijke vastlegging van de maatschappelijke begeleiding (34584); 

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de socialezekerheidswetgeving, de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, de Wet studiefinanciering 2000, de Wet studiefinanciering BES, de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in verband met opname van een grondslag voor beëindiging van uitkeringen, studiefinanciering en tegemoetkoming bij deelname aan een terroristische organisatie (34577). 

Ik stel voorts voor, in de Parlementaire ondervragingscommissie Fiscale constructies te benoemen: de leden Groot, Merkies, Koolmees, Bruins en Grashoff. Tevens stel ik voor, vast te stellen dat op de werkzaamheden van de ondervragingscommissie het Tijdelijk protocol parlementaire ondervraging van toepassing is. 

Ik deel de Kamer mee dat de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Bosman. 

Ik stel voor, dinsdag a.s. ook te stemmen over de moties ingediend bij het wetgevingsoverleg over het begrotingsonderdeel Media en bij het notaoverleg over het MIRT. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VSO over de rapportage van de Autoriteit woningcorporaties over de stresstest derivaten woningcorporaties, met als eerste spreker het lid Van Vliet; 

  • -het VAO Voor- en vroegschoolse educatie, met als eerste spreker het lid Van Meenen. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Verhoeven namens D66. 

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. We behandelen zo dadelijk de begroting van Veiligheid en Justitie. Dat moet zorgvuldig gebeuren. We hebben gehoord dat de heer El Bakraoui vanuit Turkije ongezien via Schiphol naar Brussel zou zijn gereisd omdat de diensten in Nederland een bericht gemist hadden. Nu vernemen we opnieuw via de media dat de heer El Bakraoui smeergeld aan de Turkse autoriteiten zou hebben betaald om naar Nederland uitgezet te worden in plaats van naar België. Dat zou betekenen dat Nederland een soort safe haven voor terroristen is. Blijkbaar weet men dus wat Nederland met informatie over terrorisme doet, namelijk niets. 

Ik zou graag een brief van de minister willen ontvangen met een reactie op dit nieuws en in ieder geval een antwoord op de volgende vragen. Klopt dit bericht? Zo ja, was de minister van Veiligheid en Justitie hiervan op de hoogte en, zo ja, wanneer? Wanneer waren de Belgen hiervan op de hoogte en hebben ze Nederland hierover geïnformeerd? Had onze minister de Kamer hier niet over moeten informeren? Wat zegt het bericht over andere uitzettingen vanuit Turkije naar Nederland? Hoeveel mensen zijn sindsdien uitgezet vanuit Turkije naar Nederland? Heeft de minister signalen dat dit vaker voorkomt? Wat gaat hij doen om dit bij zijn Turkse ambtsgenoot aan te kaarten? Verloopt het contact met België over terreur moeizaam omdat het kabinet de verbindingsofficier in Brussel heeft wegbezuinigd? 

De heer Omtzigt (CDA):

Steun voor deze vragen. Ook wij waren hierdoor geschokt. Op 4 mei 2016 heb ik in de Raad van Europa schriftelijke vragen gesteld aan het Comité van Ministers over de uitzetting van de heer El Bakroui en gevraagd of er over wat er is gebeurd gezamenlijk overleg gevoerd is tussen de Belgische, Nederlandse en Turkse regering. Op de vraag of ze dat gezamenlijk hebben geëvalueerd, is eigenlijk geen antwoord gekomen. Ik wil graag weten of deze drie regeringen gezamenlijk gesproken hebben over de dingen die mis zijn gegaan tijdens dat hele proces en daarop een antwoord krijgen in de brief. Als er conclusies waren, wil ik weten wat die waren en als er geen conclusies waren, wil ik weten waarom ze daarover niet eens aan tafel zijn gaan zitten. 

De voorzitter:

Begrijp ik het goed dat u het hebt over schriftelijke vragen? 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik had het over schriftelijke vragen op stuk nr. 705 van de Raad van Europa, gedateerd 4 mei 2016. 

De voorzitter:

De Raad van Europa. Dat is het verschil. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Deze schokkende zaak roept inderdaad veel vragen op. Steun dus voor de vragen en steun voor het verzoek van de D66-fractie. 

De heer Van Nispen (SP):

Ook steun van de SP voor de brief over deze vragen. 

Mevrouw Tellegen (VVD):

Ook namens de VVD steun voor een brief. 

De heer Recourt (PvdA):

Daar sluit ik me bij aan. 

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan de heer Omtzigt van het CDA. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Gister stond ik hier om een brief te vragen van de minister-president over het bericht van de VVD dat de Wet DBA is uitgesteld, wat niet zo is. Vandaag zouden wij hierover voor 12.00 uur een brief ontvangen met daarin een antwoord op een aantal vragen. Die brief hebben we niet ontvangen, terwijl we over ongeveer een uur wel een hoorzitting over de Wet DBA hebben. Ik wil met klem vragen of we die brief van de minister-president en/of de staatssecretaris van Financiën met het antwoord op die vragen zo snel mogelijk kunnen ontvangen. Zo de brief er morgen bij de regeling niet is, overweeg ik om u te vragen hem naar de Kamer te halen. Het gaat om de vraag of de wet geldig is en of zzp'ers aan de slag kunnen. 

De voorzitter:

Ik zal dit deel van de vergadering met spoed doorgeleiden naar het kabinet. 

Hiermee zijn we gekomen aan het einde van de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven