7 Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

De voorzitter:

Ik stel voor, zo dadelijk ook te stemmen over de aangehouden motie-Sjoerdsma (23432, nr. 401) en de aangehouden motie-Dijkgraaf c.s. (33348, nr. 184). 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Voortman. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vraag uitstel van de stemmingen onder de punten 10, 11 en 12 van de stemmingslijst omdat wij graag nog even goed naar een aantal amendementen willen kijken. 

De voorzitter:

Ik zie dat daartegen geen bezwaar is. Daarmee zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap (33852-(R2023)) uitgesteld. 

Het woord is aan de heer Van der Staaij. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Het gaat over een motie onder punt 18 van de stemmingslijst en wel de motie-Van der Staaij c.s. over de situatie in het Midden-Oosten. Ik wil nog een paar woorden aan die motie toevoegen. Daar zijn wij nu te laat mee, omdat die wijziging rustig gedeeld moet kunnen worden. Daarom vraag ik om de eerstvolgende mogelijkheid voor stemming over de gewijzigde motie te benutten. Als er donderdag stemmingen zijn, dan graag ook stemming over deze motie en anders volgende week dinsdag. 

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van der Staaij stel ik voor, zijn motie (23432, nr. 430) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Krol. 

De heer Krol (50PLUS):

Om dezelfde soort redenen wil ik graag mijn motie over de splitsing van het ministerie van Veiligheid en Justitie onder punt 6 van de stemmingslijst, de stemmingen naar aanleiding van het debat over een nader onderzoek door de commissie-Oosting, nog even aanhouden. 

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Krol stel ik voor, zijn motie (34362, nr. 22) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Naar boven