Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | nr. 75, item 5 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | nr. 75, item 5 |
Vragen van het lid Jasper van Dijk aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, bij afwezigheid van de minister van Defensie, over een nieuw schokkend beveiligingslek.
De voorzitter:
Ik heet de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking welkom.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Voorzitter. Afgelopen zondag zagen we Alberto Stegeman in het programma Undercover in Nederland. Zonder problemen drong hij de militaire legerbasis in Oirschot binnen. Hij kon er rustig rondrijden tussen de legervoertuigen. Niemand die hem aansprak. Tot overmaat van ramp reed hij ook nog eens naar buiten met een legerjeep vol met apparatuur van Defensie. Geen haan die er naar kraaide. De beveiliging is zo lek als een mandje. Dit is niet alleen gênant voor Defensie, het is ook nog eens gevaarlijk, want de volgende keer is het niet Alberto Stegeman die naar binnenloopt maar iemand met kwade bedoelingen, zoals een terrorist. Nu heeft de minister van Defensie al gezegd dat zij de controle gaat aanscherpen maar dat hebben we eerder gehoord. In 2008 deed Stegeman namelijk precies hetzelfde. Toen drong hij de luchtmachtbasis Woensdrecht binnen. Ook toen was er sprake van een substantieel dreigingsniveau vanwege terrorisme. Ook toen werd beterschap beloofd. Vandaar mijn volgende vragen.
Erkent de regering dat de actie van Alberto Stegeman laat zien dat de beveiliging van kazernes faalt? Deelt zij de mening dat dit levensgevaarlijk is vanwege de terreurdreiging? Hoe gaat zij ervoor zorgen dat een herhaling wordt voorkomen? Nu is de veiligheid van de militairen namelijk in het geding.
Minister Ploumen:
Voorzitter. Ik dank de heer Van Dijk voor de gestelde vragen. De minister van Defensie heeft gisteren naar aanleiding van de uitzending een brief naar de Kamer gestuurd waarin zij een aantal maatregelen aankondigt. De beveiliging van de kazernes en met name de controles aan de poort zijn inmiddels aangescherpt. Dat geldt in het bijzonder voor de landmacht. Voor de luchtmacht en de marine was er al voorzien in een persoonlijke beveiliging, in de vorm van een man of een vrouw aan de poort van elke locatie. Dat is nu ook ingevoerd voor de landmacht. Verder heeft de minister in genoemde brief aangekondigd dat ze onderzoekt welke structurele maatregelen nodig zijn om soortgelijke incidenten in de toekomst te voorkomen. Zij zal de Kamer over de uitkomsten van dat onderzoek informeren. Het gaat om honderden locaties. Ze wil dat onderzoek uiteraard heel zorgvuldig doen, maar zal de Kamer er zo snel mogelijk over informeren. Zoals de minister in haar brief van gisteren stelde, is het uiteraard onacceptabel dat dit zo heeft kunnen gebeuren.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik heb eens even teruggekeken naar wat er in 2008 is gedaan. Toen zei de toenmalige minister van Defensie Van Middelkoop: onacceptabel, dit kan echt niet, wij gaan maatregelen nemen. Welgeteld vier maanden is er aangescherpte beveiliging geweest en daarna is die weer opgeheven. Er zou ook een plan van aanpak komen. En nu vandaag in 2016 staan we hier gewoon weer. Wat doet de regering nu om mij, om ons te garanderen dat we hier niet volgend jaar weer staan en Stegeman weer een kazerne is binnengedrongen?
Minister Ploumen:
Zoals ik net al zei, zal de minister van Defensie een onderzoek doen naar alle locaties. Dat duurt even. Dit heeft als doel om te bezien of het bestaande systeem, een gelaagd systeem van beveiligingscategorieën, adequaat functioneert. Er wordt natuurlijk voortdurend, continu bekeken welke risico's er eventueel zijn en of daarop moet worden aangepast. Naar aanleiding van dat onderzoek zal de minister daar nog eens naar kijken en de Kamer berichten of er, naast de maatregelen die zij gisteren al heeft genomen, nog aanvullende maatregelen nodig zijn. Nogmaals, het is een continu proces van risico-inschatting waarin wordt uitgegaan van een gelaagd stelsel met verschillende beveiligingscategorieën.
De heer Jasper van Dijk (SP):
"We zullen dat allemaal gaan zien" en "het is een continu proces". De minister kan vandaag al twee heel concrete dingen doen, zeker op de plekken met gevaarlijke zaken, zoals wapens. Volgens mij zijn dat bemensing bij de ingang — die was er niet, als u de uitzending hebt gezien — en slagbomen. Die blijven erg lang openstaan, zodat Stegeman achter een andere auto aan gewoon kon doorrijden. Zijn die twee zaken nu opgepakt?
Minister Ploumen:
De heer Van Dijk slaat de spijker op zijn kop. Dit zijn precies de twee maatregelen die de minister van Defensie gisteren heeft getroffen. Bij de luchtmacht en de marine was dat al zo, maar ook bij de landmacht komt er nu een man of een vrouw aan de poort. Ook wordt op alle locaties bekeken of de slagboom snel genoeg naar beneden gaat. Dat was natuurlijk een probleem, zoals we allemaal hebben kunnen zien.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Kan ik er daarmee van uitgaan dat wij dus niet meer gaan zien dat Alberto Stegeman of iemand met kwade zin in zich in de toekomst een legerbasis binnendringt? Kan de minister ons dat beloven?
Minister Ploumen:
Zoals ik al zei, zijn er veiligheidsmaatregelen getroffen, al naar gelang het object en de activiteiten bij dat object. De minister doet nader onderzoek op alle locaties. Dat zijn er veel. Naar aanleiding daarvan stuurt ze nog een brief naar de Kamer, waarin ze eventueel — als dat nodig mocht zijn — naast de maatregelen die ze gisteren heeft getroffen, nog aanvullende maatregelen zal aankondigen.
De heer Knops (CDA):
De heer Van Dijk refereerde er al aan: 2008. Ik was bij dat debat. Ik kan me de uitzending nog herinneren. Deze minister heeft nu de pech dat ze hier weer mag staan als er een groot probleem is bij Defensie, maar daar kan deze minister niets aan doen. Zij vertegenwoordigt het kabinet. De toenmalige minister van Defensie kondigde toen aan dat er structurele maatregelen zouden worden genomen; precies de geruststellende woorden die deze minister nu ook uit. Het gevoel dat aan deze kant van de Kamer toch heerst, komt tot uiting in de vraag hoe serieus die beloften nu zijn, als er de afgelopen jaren blijkbaar allerlei systeemfouten ingeslopen zijn. Mijn vraag aan de minister luidt als volgt. Zijn de bezuinigingen van de afgelopen jaren oorzaak geweest van het feit dat de beveiliging van deze locaties is zoals ze is? Heeft de uitbesteding van de beveiligingsdiensten hierin een rol gespeeld? Mijn tweede vraag is of ook het probleem van de pasjes, die zoals in de uitzending naar voren kwam nog in grote aantallen aanwezig zijn en rondzwerven, ook bij mensen die daar niet toe bevoegd zijn, wordt aangepakt.
De voorzitter:
Mijnheer Knops, het moet echt kort en met één vraag.
De heer Knops (CDA):
Het is een belangrijk onderwerp, voorzitter.
De voorzitter:
Zeker. Alle onderwerpen zijn belangrijk.
Minister Ploumen:
De minister van Defensie zal in de rapportage van dat onderzoek ongetwijfeld terugkomen op de pasjes. Dit hoort natuurlijk bij het domein van beveiliging. Ook zal ik de vraag doorgeleiden die de heer Knops daarvoor stelde. De beveiliging, zowel van de manschappen en vrouwschappen in de kazerne als van het materieel, staat natuurlijk bovenaan. Defensie heeft een systeem waarmee zij de risico's inschat. Ik kan mij zo voorstellen dat dat altijd op peil is, maar we hebben nu gezien dat er verbetering mogelijk was. Dat heeft de minister gedaan.
Mevrouw Belhaj (D66):
D66 heeft, zoals vele Nederlanders, met verbazing kennisgenomen van de uitzending. In aanvulling op de gestelde vragen ben ik met name geïnteresseerd in hoe het kan dat op 9 februari 2009 nota bene een communiqué is uitgegaan van Defensie met de mededeling dat aanvullende veiligheidsmaatregelen niet meer noodzakelijk zijn omdat uit onderzoek van de interne Beveiligingsautoriteit is gebleken dat het op orde is. Is de minister bereid om dat onderzoek te delen met de Kamer en om uit te leggen hoe de situatie heeft kunnen ontstaan?
Minister Ploumen:
Ik ben duidelijk geweest: er komt een nieuw onderzoek. De minister gaat alle locaties opnieuw bekijken aan de hand van het risicomanagement. Mij lijken de resultaten van een volledig onderzoek anno 2016, zoals de minister zich dat voorstelt, relevanter dan teruggrijpen naar 2009.
Mevrouw Belhaj (D66):
Ik ben het niet helemaal met de minister eens. We kunnen leren van de reden waarom iemand in 2009 heeft besloten dat het beter is. Anders probeer ik het nog op een andere manier.
Mijn tweede opmerking en vraag gaan over het volgende. In de brief die eigenlijk maar drie alinea's beslaat, wordt twee keer gerefereerd aan het feit dat een onderzoeksjournalist dit heeft gedaan. Dat verbaast ons enorm. Waarom nodigt Defensie überhaupt niet mensen uit om af en toe te testen hoe het is gesteld met de beveiliging? De suggestie dat de onderzoeksjournalist degene is die fout is geweest, vind ik een verkeerde suggestie. Maar wellicht heb ik het zwaarder opgevat dan de bedoeling is, ondanks het feit dat twee van de drie alinea's aan dit punt worden besteed. Ik wil hierop graag een reactie.
Minister Ploumen:
In de brief heb ik niet kunnen lezen dat de suggestie is gedaan waar mevrouw Belhaj op doelt. Het is onacceptabel dat het heeft kunnen gebeuren, punt. Dat is ook de opvatting die de minister van Defensie hier heeft verwoord. Ik heb al gezegd dat het niet zo had moeten gebeuren.
De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):
Er is sprake van een enorme terreurdreiging. We zijn in oorlog met IS. Dat onze militaire terreinen, vliegbases et cetera niet voldoende worden beveiligd, is natuurlijk volstrekt belachelijk en onacceptabel. Ik heb klachten ontvangen van onder andere Vliegbasis Eindhoven. Die vliegbasis is niet de minste of geringste, maar militairen daar zeggen: onze vliegbasis wordt bewaakt door twee onbewapende burgers en dus niet door militairen. Kan de minister hierop reageren en ervoor zorgen dat de situatie bij wijze van spreken morgen wordt gewijzigd?
Minister Ploumen:
Ik ben zelf niet in de positie om de melding die de heer Bontes heeft ontvangen, te bevestigen. Ik zal de opmerking van de heer Bontes ter observatie graag doorgeleiden naar de minister van Defensie. Bij het onderzoek wordt ongetwijfeld ook Vliegbasis Eindhoven betrokken.
De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):
Ik wil graag een tweede vraag stellen. De beveiliging op verschillende militaire terreinen en vliegbases is uitbesteed. Dat er op de Vliegbasis Eindhoven twee ongewapende burgers staan, kan te maken hebben met het uitbesteden of aanbesteden van beveiliging aan derden. Dat heeft naar mijn inschatting te maken met de enorme bezuinigingen die Defensie de laatste tijd ondergaan heeft. Dan ga je juist dit soort dingen doen. Ziet de minister het verband tussen de bezuinigingen die Defensie de afgelopen jaren over zich heen heeft gekregen en de slechte beveiliging van militaire terreinen?
De voorzitter:
De heer Knops stelde die vraag ook.
Minister Ploumen:
Ik wou net zeggen: ik val een beetje in herhaling. Excuses daarvoor. Zoals ik al zei, richt Defensie de beveiliging in aan de hand van een risico-inschatting. Die kent vier categorieën; dat weet de heer Bontes met zijn staat van dienst ongetwijfeld ook. Afhankelijk van die inschatting wordt er beveiligd. Nogmaals, wat er is gebeurd, is niet acceptabel. Daarom kondigt de minister van Defensie een onderzoek aan. Ik zeg de heer Bontes nogmaals toe dat Vliegbasis Eindhoven ongetwijfeld ook bij dat onderzoek betrokken zal zijn.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20152016-75-5-n1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.