26 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor, het dertigledendebat over de werkdruk in het basisonderwijs van de agenda af te voeren.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 29477-361; 31135-43; 31135-42; 31135-41; 31793-128; 26407-109.

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 34300-X-47; 29398-490; 29398-492; 33529-239; 31288-480; 29544-662; 26407-108; 28642-67; 34234-26; 34000-XIII-38; 21501-08-542; 31936-237; 33561-14; 21501-33-528; 21501-33-529; 21501-33-530; 33979-103; 28642-71.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Onderwijs aan vluchtelingenkinderen, met als eerste spreker het lid Van Meenen namens D66;

  • -het VAO Economische missies en handelsbevordering met als eerste spreker het lid Gesthuizen namens de SP.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Jasper Van Dijk namens de SP-fractie. Het is erg onrustig in de zaal.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen, maar Defensie wel. In 2008 drong Alberto Stegeman een kazerne binnen en afgelopen zondag deed hij dat opnieuw. Daarom vraag ik een debat aan met de minister van Defensie over de beveiliging van kazernes.

De heer Teeven (VVD):

Geen steun voor het debat. De VVD-fractie wacht de brief af die de minister heeft toegezegd over een nieuw onderzoek. Wel ziet de VVD-fractie graag dat de resultaten van het onderzoek dat er in 2009 schijnt te zijn geweest, worden meegezonden met de brief aan de Kamer.

De voorzitter:

Voordat ik mevrouw Eijsink het woord geef, verzoek ik de leden om …

De heer Jasper van Dijk (SP):

U hebt een hamer, voorzitter.

De voorzitter:

Ik heb een hamer, maar die wil ik zo min mogelijk gebruiken. Mevrouw Lucas en mevrouw Jadnanansing, u kunt uw gesprek buiten voortzetten. Ik geef het woord aan mevrouw Eijsink.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Ik zou bijna niet meer durven. Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Teeven. In de brief die wij gisteravond om 21.00 uur van de minister ontvingen, staat als laatste zin: "de uitkomsten daarvan zo spoedig mogelijk naar de Kamer sturen". Dat steun ik met klem. Voorlopig geen debat, eerst de brief, maar wel onder het voorbehoud dat die zo spoedig mogelijk naar de Kamer komt, binnen een tijdsbestek van een of twee weken.

De heer De Roon (PVV):

Hoe mooi de brief van de minister ook wordt, er zal in ieder geval over moeten worden gedebatteerd, want wat hier gebeurd is, is een ontzettende blamage. Ik steun het verzoek.

De heer Knops (CDA):

Steun voor het debat en ook voor een brief. Ik verzoek om in die brief expliciet in te gaan op de eerdere bevindingen van de Algemene Rekenkamer ten aanzien van beveiligingen, maar ook bijvoorbeeld op de vragen die zojuist niet zijn beantwoord door de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Die gingen over de relatie tussen de voortdurende bezuinigingen en de kwaliteit van de beveiligingsorganisatie.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Steun voor een brief en een debat. Het vragenuur leverde eigenlijk niets op. Wij moeten hier verder over spreken.

De heer Sjoerdsma (D66):

Steun voor het debat, voor de brief en voor de aanvullingen van de heer Knops.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Daarbij sluit de ChristenUnie zich aan.

De voorzitter:

U hebt geen meerderheid voor het houden van een debat, mijnheer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik wacht de brief af en dan zullen wij ons opnieuw beraden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan mevrouw Siderius namens de SP.

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. De schoolkosten in het mbo zijn zo hoog dat studenten niet meer goed toegang hebben tot onderwijs en besluiten om geen opleiding te volgen. Dat voedt de tweedeling in het onderwijs. Minister Bussemaker heeft in oktober nog gezegd dat zij een raster van verheffing over het onderwijsbeleid zou leggen, maar dit lijkt toch meer een raster van tweedeling.

De voorzitter:

En uw vraag is?

Mevrouw Siderius (SP):

Daarom wil de SP graag een debat met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de groeiende tweedeling in het mbo.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Van harte steun voor het verzoek.

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Ik heb samen met mevrouw Siderius moties ingediend en we hebben Kamervragen gesteld. Er zou een brief komen met een onderzoek naar die schoolkosten. Die brief wil ik absoluut hebben en daarna graag een debat.

De voorzitter:

Maar nu?

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Ik wil die brief hebben en daarna het debat.

De voorzitter:

Oké, dus voorlopig geen steun. Begrijp ik het zo goed?

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Steun voor een debat na de brief.

De voorzitter:

Dan is het steun voor het debat, dat is helder.

De heer Van Meenen (D66):

Steun.

Mevrouw Lucas (VVD):

Steun voor de brief, niet voor het debat.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun.

De heer Rog (CDA):

Steun, zowel voor de brief als voor het debat.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun voor beide verzoeken.

De voorzitter:

U hebt een meerderheid voor het houden van een debat, mevrouw Siderius. Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Mevrouw Siderius (SP):

Hartelijk dank.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Smaling namens de SP.

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. In Groningen liggen zaken heel gevoelig, dat zal niemand verbazen. Nu kwam het nieuws tot ons dat een aantal deskundigen op het gebied van schadeafhandeling min of meer zijn overgestapt van de NAM naar de Nationaal Coördinator Groningen, de heer Alders, die daar een programma moet gaan runnen dat is gericht op herstel van het aardbevingsgebied. Dat baart heel veel mensen zorgen. Zij zijn wantrouwend geworden door wat er in de afgelopen jaren allemaal is voorgevallen. Ik vind een debat met de minister van Economische Zaken hier op zijn plaats.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik herken het beeld dat de SP schetst. Er mag geen gebrek aan vertrouwen over bestaan dat de Nationaal Coördinator dit op een goede manier oppakt. Wij willen dit graag met de minister bespreken in een debat. Ik heb ook al een debat aangevraagd over Groningen. Dit onderwerp zou daaraan toegevoegd kunnen worden. Misschien kan de minister voor die tijd een brief sturen aan de Kamer, waarin hij ingaat op deze kwestie, en misschien zou het debat dan ook ietsje langer mogen duren van de voorzitter.

De voorzitter:

U steunt het verzoek niet, maar wel het bij een ander debat betrekken van het onderwerp. Dat is aan de Kamer.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik zou heel graag zien dat het allemaal samen wordt gevoegd. Dat scheelt misschien ook weer voor de agenda. Ik hoor graag hoe de aanvrager daarover denkt.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Volgens mij stonden wij hier vorige week ook met een aantal onderwerpen rondom Groningen. Ook toen werd de suggestie geopperd om het samen te voegen met een al bestaand debat. Het lijkt mij op zich geen probleem om dit erbij te doen, maar dat kan alleen als het debat langer kan duren, dus met meer spreektijd.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik steun het verzoek om een debat ook. Ik vind het inderdaad wel goed om dit te voegen bij het debat dat al gepland staat. Ook mijn fractie hoopt op iets meer spreektijd.

De heer Jan Vos (PvdA):

De situatie in Groningen laat op veel punten nog steeds te wensen over. Ik denk dat het verzoek, zoals dat is geformuleerd, steun verdient, maar wel op de wijze waarop mevrouw Mulder van het CDA het interpreteerde. Dit dus graag toevoegen aan het debat dat is aangevraagd door mevrouw Mulder, met een brief van het kabinet.

De heer Bosman (VVD):

Ik vind het voorstel van mevrouw Mulder uitstekend en ik sluit mij daarbij aan.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik sluit mij aan bij het verzoek van mevrouw Mulder. Het punt dat de heer Smaling hier te berde brengt, is heel belangrijk.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik heb dezelfde mening. Het eerdere verzoek van GroenLinks over de btw-fraude die mogelijk door de NAM gepleegd wordt, terwijl Groningse mensen schade hebben, is ook toegevoegd aan het debat dat het CDA had aangevraagd. Dit lijkt mij een heel belangrijk punt om eraan toe te voegen. Laten we dat debat op niet al te lange termijn gaan voeren.

De heer Fritsma (PVV):

De PVV steunt het verzoek, maar wij willen het ook het liefst samenvoegen met andere debatten.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Is het misschien mogelijk om het debat direct na het meireces in te plannen? We verwachten ook nog een ander debat, dat straks zal worden aangevraagd. Dat komt mogelijk na het volgende reces, maar dan hebben we op tijd over dit belangrijke onderwerp gesproken.

De voorzitter:

Ik ga mijn best doen. Het voorstel is om het onderwerp toe te voegen aan het bestaande debat, mijnheer Smaling.

De heer Smaling (SP):

Het lijkt mij een uitstekend idee om dat zo te doen. Wel ontvang ik graag een brief, want het is essentieel dat het vertrouwen in de club van de heer Alders overeind blijft in Groningen. In de brief wil ik graag lezen hoe de minister dat ziet.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter, kunt u al aangeven of er meer spreektijd mogelijk is?

De voorzitter:

Ik ga mijn best doen. Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan mevrouw Van Veldhoven namens D66.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Laat ik beginnen met mij aan te sluiten bij het verzoek dat net door de collega's werd gedaan om het gasdebat dat al staat spoedig in te plannen. Dat heeft de volledige steun van de D66-fractie.

Voorzitter. Afgelopen week hebben wij gehoord dat de NAM het nieuwe gaswinningsbesluit inmiddels heeft ingediend bij de minister. Ook hiervoor moeten we een zorgvuldig besluitvormingstraject uitwerken met elkaar. Ik stel de collega's voor om daarover een debat te voeren. Daarbij vragen we aan de minister om de planning die hij voor ogen heeft aan ons op schrift te doen toekomen. We vinden het allemaal belangrijk dat er voldoende tijd is om met de regio te overleggen. Misschien kan het debat dus net voor of na de zomer gehouden worden, zodat de Tweede Kamer ook voldoende tijd heeft om erover te debatteren.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik steun dit verzoek van harte. Ik kan me voorstellen dat het debat net na het zomerreces plaatsvindt, omdat er ook nog zienswijzen moeten kunnen worden ingediend door de mensen en de besturen uit de regio. Met die opmerking erbij denk ik dat het debat daarna zo snel mogelijk moet worden ingepland, want de minister moet vóór 1 oktober zijn besluit nemen en wij moeten er op tijd over kunnen debatteren. Ik steun het verzoek dus van harte, net als het verzoek om de planning van de minister te ontvangen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook ik vind dat dit debat heel belangrijk is en dat het gevoerd moet worden. Wel moeten we twee dingen weten, waarover ik graag in een brief van de minister wil lezen. Zijn we op tijd om de besluitvorming te beïnvloeden op een wezenlijke manier? En zijn de bewoners van Groningen en bestuurders daar aan de orde geweest? Ik wil dus graag een heldere tijdtabel van de minister. We moeten niet krijgen dat wordt gezegd dat er al heel veel gas gewonnen is en dat het gasjaar alweer is begonnen, waardoor wij nauwelijks nog invloed zouden kunnen uitoefenen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt dit debatverzoek van harte; het is heel belangrijk. Ik sluit me verder aan bij de opmerkingen en vragen van mevrouw Mulder en mevrouw Van Tongeren.

De heer Bosman (VVD):

We hebben met z'n allen afgesproken dat de bestuurders en bewoners van Groningen hierin een belangrijke rol moeten spelen. Ik vind dat ook belangrijk. Ik vind het van belang dat we die volgorde der dingen goed vasthouden. Ik steun het verzoek om de brief over het proces dat de minister gaat volgen om tot een besluit te komen. In die volgorde, als we alle informatie hebben, moeten wij kijken naar een debat, want we moeten wel ergens over kunnen spreken. De informatie moet dus wel allemaal beschikbaar zijn.

De voorzitter:

Maar voorlopig steunt u een debatverzoek dus niet?

De heer Bosman (VVD):

Ik steun het debatverzoek, maar met de kanttekening dat aan de voorwaarden voldaan moet zijn.

De heer Smaling (SP):

Steun, inclusief alle wijze woorden die met name door de vrouwen en een beetje door de heer Bosman zijn gesproken.

De voorzitter:

Door de vrouwen. Mevrouw Thieme.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun.

De heer Fritsma (PVV):

Steun.

De heer Jan Vos (PvdA):

Ook de Partij van de Arbeid steunt een debatverzoek voor het besluit. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we de Groningers zelf daarin voldoende aan het woord laten komen. Ik steun alle opmerkingen die zijn ingebracht door de dames en de heer Bosman.

De voorzitter:

Mevrouw Van Veldhoven, u hebt brede steun voor het houden van een debat. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik denk dat dit weer zo'n debat is waarvan we het belangrijk vinden dat er voldoende spreektijd is. Dan kunnen we dit voor Groningen zo belangrijke debat goed met elkaar voeren. Misschien kunt u dus vast uitgaan van een spreektijd van vijf à zes minuten. Dat zou heel fijn zijn. Ik hoor dat er in de zaal een suggestie wordt gedaan voor tien minuten. Ik zal geen veilingmeester gaan spelen, want daar zijn anderen beter in.

De voorzitter:

Ik heb die suggestie niet gehoord! Ik zal rekening houden met uw verzoek.

Mevrouw Van Veldhoven, u hebt een volgend verzoek.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Uit onderzoek is gebleken dat er mogelijk een verhoogd risico is op kanker bij omwonenden van Moerdijk. Ik zou daarover graag een brief ontvangen en een debat willen voeren. Ik heb begrepen dat mevrouw Van Tongeren een meerderheidsdebat heeft aangevraagd over DuPont. Daar zou dit wat mij betreft ook prima bij betrokken kunnen worden. Laat ik dat meteen als schot voor de boeg meegeven.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ik wil mevrouw Van Veldhoven helpen door het verzoek om een brief te steunen. Maar ik wil graag dat het niet bij het DuPontdebat wordt betrokken, maar bij het debat met nr. 36, dat door mevrouw Van Veldhoven zelf is aangevraagd.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Jazeker, dat is het debat over de aanhoudende incidenten bij Moerdijk.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Het debat nr. 36 gaat over incidenten rond Moerdijk, en dit gaat ook over Moerdijk. Mijn verzoek is dus om het onderwerp daaraan toe te voegen.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik vind het uiteraard prima om het bij een debat van mezelf te voegen, maar ik zou het ook prima vinden om het bij een debat dat door een collega is aangevraagd te behandelen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik heb in de praktijk geleerd dat debatten sneller op de plenaire agenda komen als je meerdere onderwerpen samenvoegt. Ik kan dus met beide varianten leven. Wij kunnen alle drie de debatten samenvoegen en een groot debat voeren over incidenten rond de chemische industrie, maar ik kan ook prima leven met de oplossing van de VVD, namelijk dat mevrouw Van Veldhoven deze debataanvraag voegt bij haar eigen eerdere aanvraag en dat het DuPontdebat separaat blijft staan.

De heer Geurts (CDA):

Wij steunen het verzoek om een brief en het verzoek om de debatten nrs. 63 en 36 samen te voegen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Mijn fractie wil graag dat dit debat wordt samengevoegd met de andere debatten. Wij steunen dit verzoek dus.

De heer Krol (50PLUS):

Wij steunen het verzoek om een brief en het verzoek om de debatten samen te voegen.

Mevrouw Cegerek (PvdA):

Wij steunen het verzoek om een brief, maar we willen dit debat graag samenvoegen met het al geplande debat over Moerdijk. Over DuPont willen we graag apart debatteren.

De heer Madlener (PVV):

Wij steunen het verzoek om een brief en het verzoek om de debatten samen te voegen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook de ChristenUnie steunt het verzoek om een debat. Wij willen de debatten ook graag samenvoegen.

De heer Smaling (SP):

Wij steunen de verzoeken, maar we willen DuPont graag apart houden, want dat begint toch wel een zaak op zich te worden.

De voorzitter:

Mevrouw Van Veldhoven, een meerderheid is ervoor om deze kwestie toe te voegen aan het debat dat nu onder nr. 36 staat aangekondigd.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dat is prima. Ik begrijp dat het debat over DuPont verder apart zal blijven staan. Daar was ook brede steun voor. Dan voegen we dit onderwerp toe aan het debat over de incidenten bij Moerdijk. Dank u wel.

De voorzitter:

Dan stel ik voor om dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren. Toch?

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Mijn excuses, wij waren druk aan het proberen te plannen hoe we al die chemiedebatten het beste konden afwikkelen.

Mijn fractie werd verrast door een bericht in de media dat staatssecretaris Dijksma ProRail mogelijk in een andere juridische vorm wil neerzetten. Dat betreft dus de grote structuurdiscussie over de vraag hoe het verder moet met het spoor. Als er al gedachtevorming is bij het kabinet, vind ik dat de Kamer daarbij betrokken moet zijn. Ik vind dit dusdanig belangrijk dat dit niet kan wachten tot juni. Dat is namelijk het moment waarop wij hoogstwaarschijnlijk het debat over de Fyra voeren, waarbij de aanbevelingen worden besproken over de vraag hoe de structuurindeling rond het spoor moet plaatsvinden. Ik zou graag dus op een redelijke termijn een debat willen met de verantwoordelijke staatssecretaris.

De heer Krol (50PLUS):

Ik ben blij met deze ontwikkeling en daarom steun ik dit verzoek van harte.

De voorzitter:

Het is erg onrustig in de zaal. Nu lopen ze allemaal weg. Dat is ook fijn.

De heer Van Helvert (CDA):

Mijn fractie steunt het debatverzoek, zeker omdat het, naar ik heb begrepen, gaat om een reactie op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Fyra over de prestaties van de Nederlandse Spoorwegen. De reactie is dan om ProRail onder de hoede van het ministerie te brengen. Daar zou ik wel duidelijkheid over willen krijgen. Misschien is het ook goed dat er dan vooraf een reactie van het kabinet komt.

De heer Hoogland (PvdA):

Mijn fractie steunt het verzoek om een debat niet. Het debat over de reactie van het kabinet op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Fyra wordt al gepland. Van de suggestie dat wij bij elke gedachtevorming van het kabinet betrokken zouden moeten zijn, zou ik overigens wakker liggen. Liever niet.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het verzoek om een debat.

De heer Madlener (PVV):

Ik heb een dergelijke debataanvraag vorige week gedaan, over de visie van de NS. Dat verzoek is toen niet gesteund, helaas. Ik steun dit verzoek om een debat wel, maar het zal wel weer sneuvelen door de coalitiepartijen.

Mevrouw De Boer (VVD):

De debatten over de Fyra zijn al ingepland voor de zomer. Kennelijk is er een reactie uitgelekt. Daar gaan we dan ook over spreken aan de hand van de officiële reactie. Ten aanzien van ProRail heeft het CDA wel een terecht punt maar daarvoor staat een AO Spoor gepland in de eerste week na het meireces. Daar zouden we het heel goed bij kunnen betrekken. Dus geen steun voor het debat.

De heer Smaling (SP):

Wij wachten liever even de officiële reactie af en dan kunnen wij in het debat over de Fyra al deze zaken meenemen.

De voorzitter:

Dus geen steun.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik denk dat ook in praktische zin het Fyra-debat eerder ingepland wordt dan dit debat. Dat wil zeggen dat ik denk dat deze debataanvraag achterhaald is op het moment dat we het Fyra-debat hebben gehad. Dus geen steun daarvoor. We gaan het betrekken bij het Fyra-debat. Mevrouw Van Tongeren brengt overigens terecht dit belangrijke punt onder de aandacht.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, geen steun voor het houden van een apart debat, maar wel steun om het onderwerp te betrekken bij het debat over de enquêtecommissie Fyra.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dan zou ik er graag een dertigledendebat van willen maken. We zullen zien welk debat het eerste aan de orde komt. Als dat inderdaad het Fyra-debat is of het AO Spoor, prima, zo niet, dan kom ik gewoon nog een keer terug, omdat het echt tijd is om over dit belangrijke onderwerp van gedachten te wisselen met het kabinet.

De voorzitter:

Goed. Dan zal ik het dertigledendebat hierover op de lijst zetten. Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan mevrouw Thieme namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. In november van het afgelopen jaar zijn in Nederland resistente bacteriën gevonden in kippen, kalkoenen en kalveren. Dit weekend bleek dat de resistente bacterie, veroorzaakt door het laatste redmiddel, antibiotica Colistine, ook in mensen voorkomt. We hebben mondelinge vragen hierover gesteld. We hebben daarnaast een algemeen overleg Dierziekten gehad en we hebben schriftelijke vragen hierover gesteld. De staatssecretaris is niet voornemens om de consumenten te waarschuwen of om maatregelen te nemen. Ik verzoek de Kamer dan ook om een debat hierover te houden omdat dit een alarmerende ontwikkeling is.

De heer Geurts (CDA):

Steun voor een eventuele brief. Die kan dan betrokken worden bij het algemeen overleg Infectiepreventie.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor een brief die dan betrokken kan worden bij het algemeen overleg.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Ik sluit mij aan bij de woorden van het CDA.

De heer Van Dekken (PvdA):

Steun voor een brief die aan de orde kan komen bij een algemeen overleg.

De heer Ziengs (VVD):

Idem.

De heer Van Gerven (SP):

Idem.

De voorzitter:

Mevrouw Thieme, u hebt geen meerderheid voor het houden van een debat, maar wel voor het vragen om een brief.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ja, ik zou graag een brief willen. Via de commissievergadering kunnen de vragen dan worden geïnventariseerd.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan de heer Merkies.

De heer Merkies (SP):

Voorzitter. Ik wil een debat aanvragen over ABN AMRO. Bekend is geworden dat deze bank via een dochterbedrijf in het buitenland vennootschappen houdt waarmee belasting kan worden verhuld of in ieder geval de eigenaar kan worden verhuld. Ik wil daaraan gekoppeld vragen om een brief van de minister van Financiën waarin hij aangeeft of hij dit zogeheten nominee shareholdership, dat bij andere banken overigens al niet meer mogelijk is, wettelijk kan verbieden. Ook vraag ik hem om te onderzoeken of bij die dochterbedrijven geen sprake is van belastingontduiking.

De voorzitter:

Dus u wilt een debat.

De heer Merkies (SP):

En een brief.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

De heer Merkies wil ook nog een mini-enquête. Er staan bovendien nog twee andere debatten gepland. En we blijven zo maar doorgaan. Zeer zeker geen steun.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Van harte steun voor dit debat. Het is weer eens een smet op de financiële sector.

De heer Koolmees (D66):

Van harte steun voor een brief, die we dan kunnen betrekken bij het reeds geplande debat over belastingontwijking.

De voorzitter:

Dus geen steun voor een debat.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Steun voor een brief en wat ons betreft kan het onderwerp betrokken worden bij het debat dat al gepland staat. Dus geen steun voor een apart debat.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Steun voor de brief. Misschien kunnen we in de commissie wat aanvullende vragen stellen die we graag in de brief beantwoord willen hebben. Ik heb ook nog een hoop vragen. Ik steun ook het debat, want het is natuurlijk schandalig dat de aandeelhouder, de minister van Financiën, een heel andere kant op wil dan wat zijn bank doet.

De heer Groot (PvdA):

Steun voor de brief. Het onderwerp kan heel goed worden betrokken bij het debat dat al gepland staat. Daarmee sluit ik me aan bij voorgaande woordvoerders.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

De heer Merkies vraagt er terecht aandacht voor: steun voor de brief en voor het debat.

De heer Ronnes (CDA):

Steun voor de brief. Wat ons betreft betrekken we het bij het debat dat reeds gepland staat.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor de brief. Het is zeker belangrijk dat we hierover spreken, maar het lijkt mij beter om het te betrekken bij de debatten die we al hebben ingepland. Dus: betrekken bij het debat dat al staat ingepland over de Panama Papers.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Het is een belangrijk onderwerp, dat snel aan bod moet komen. Dat kan ook wat de GroenLinksfractie betreft het snelste door het te voegen bij het debat dat al gepland staat. Uiteraard steun ik ook het verzoek om een brief.

De voorzitter:

Mijnheer Merkies, u hebt geen meerderheid voor het houden van een debat. Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Merkies (SP):

Er is in ieder geval wel steun voor een brief. Er is een voorstel gedaan om daaraan aanvullende vragen te kunnen toevoegen. Dat lijkt me een goed voorstel.

De voorzitter:

Oké, dank u wel.

Ik geef het woord aan de heer Omtzigt namens het CDA.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. De president van Oekraïne, de heer Porosjenko, vermeldt netjes op zijn website dat hij vrijdag een telefoontje kreeg van de minister-president van Nederland, de heer Rutte, over het referendum: "Mister Rutte informed me that he was upset with the result of the referendum". Daarna bediscussieerden ze hoe het associatieverdrag alsnog geïmplementeerd wordt. Tot slot beloofde minister-president Rutte dat Nederland hem zou steunen in het visumvrij reizen voor Oekraïners.

De voorzitter:

Wat is uw verzoek?

De heer Omtzigt (CDA):

Ik wil graag weten of dit verslag klopt. Het kan geen geheim verslag zijn, omdat het al openbaar is. Ik wil dus gewoon weten of er een gespreksverslag van Nederlandse zijde bestaat en ik wil dat gespreksverslag voor morgenavond bij de Kamer hebben liggen, zodat we ongeveer weten wat aan andere landen wordt beloofd. Dat lijkt me niet onverstandig na dit referendum.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik wil ook heel graag weten of dit verslag klopt en, zo ja, hoe de minister-president dit ziet in verhouding tot de uitslag van het referendum, namelijk dat de burger heeft gezegd dat we moeten ophouden met dit associatieverdrag.

De heer Segers (ChristenUnie):

De ChristenUnie-fractie steunt het verzoek.

De heer Servaes (PvdA):

Het lijkt mij belangrijk om te weten wat de premier of andere vertegenwoordigers van de regering met alle relevante internationale partners hebben besproken. Wat dit onderdeel betreft mag dat per brief, maar ik zou morgen in het debat eerlijk gezegd ook willen horen welke gesprekken er met anderen zijn gevoerd.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Steun voor het verzoek. Als dit klopt, rijst inderdaad de vraag hoe zich dit verhoudt tot het overduidelijk "tegen" dat de Nederlandse bevolking heeft laten horen.

De heer Sjoerdsma (D66):

Steun voor het verzoek.

De heer Ten Broeke (VVD):

Morgenavond kunnen we het aan de premier zelf vragen, denk ik. Als de heer Omtzigt daar niet op wil wachten, zie ik geen bezwaar om eventueel de brief te steunen. Ik hoop dat het kabinet een iets betere vertaler heeft dan Google Translate.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Leijten (SP):

Steun voor het verzoek en voor de aanvulling van de heer Servaes inzake de gespreksverslagen van andere gesprekken die hebben plaatsgevonden na het "nee".

De voorzitter:

Mijnheer Omtzigt, ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Omtzigt (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Ik ben blij met de expliciete steun om de gespreksverslagen te krijgen, niet alleen van dit gesprek maar ook van eventuele andere gesprekken die zijn gevoerd. Het zou toch gek zijn als de Oekraïense bevolking meer recht heeft op zo'n gespreksverslag van een telefoontje van de minister-president dan de Nederlandse bevolking.

De voorzitter:

Dank u wel.

Ik geef het woord aan mevrouw Leijten namens de SP.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Bij een zorginstelling in Friesland blijkt dat de directeuren zichzelf werk geven doordat zij dat werk onderaanbesteden aan bedrijfjes waarvan ze ook weer directeur zijn. Het gaat over vele tonnen zorggeld. Het is zeker belangenverstrengeling. De vraag is of het ook fraude is. Ik wil hierover graag een debat aanvragen met de Kamer en de staatssecretaris, maar ik heb nog een verzoek. Kunnen wij als Kamer de staatssecretaris laten weten dat wij de constructie afwijzen waarbij de zorginstelling zelf onderzoek mag doen naar deze situatie? Kunnen wij als Kamer de staatssecretaris oproepen om een onafhankelijk onderzoek te gelasten via de Nederlandse Zorgautoriteit dan wel via de Inspectie voor de Gezondheidszorg, opdat de slager niet zijn eigen vlees keurt?

De voorzitter:

Dat laatste punt moet u echt in het debat aan de orde stellen, mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik had er graag mondelinge vragen over gesteld. Die zijn om procedurele redenen niet toegelaten. Op die manier had het snel afgehandeld kunnen worden. Ik wil deze week best een debat hierover voeren, maar als de Kamerleden kunnen reageren op het verzoek om geen onderzoek te laten doen door de instelling zelf en in plaats daarvan een onafhankelijk onderzoek te laten doen, dan kan de staatssecretaris daar in ieder geval mee verder.

De voorzitter:

Dat hoort echt in het debat aan de orde te worden gesteld.

Mevrouw Leijten (SP):

Dan moet het debat deze week plaatsvinden.

De heer Krol (50PLUS):

Ik steun het verzoek. Ik zal tijdens het debat het andere verzoek ook steunen.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Ik steun het debat en de brief. Ik wil wel dat we in de brief expliciet antwoord krijgen op de vraag of de staatssecretaris van mening is dat de Zorgbrede Governancecode is geschonden. Dat is volgens mij de kernvraag. Ik ben het ermee eens dat in het debat het andere vraagstuk moet worden besproken.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Dit zaakje stinkt. Het lijkt mij dus goed dat we daar een debat over voeren en om een brief vragen. Misschien is het ongebruikelijk, maar ik wil het verzoek van mevrouw Leijten wel steunen. Wellicht is het mogelijk dat we samen Kamervragen hierover stellen en dat we vragen om dit punt mee te nemen. Ik zou ook wel willen dat een externe hiernaar kijkt en dat het niet alleen intern wordt afgedaan.

De voorzitter:

Het spijt me zeer, maar dit hoort echt niet bij de regeling. Anders wordt de regeling ook een soort debat waarin van alles wordt gevraagd.

Mevrouw Leijten (SP):

Dan moeten we dus deze week het debat voeren.

De voorzitter:

Nee, mevrouw Leijten. Ik ben nu bezig met het aflopen van het rijtje. De heer De Lange is nu aan de beurt.

De heer De Lange (VVD):

Ons zorgstelsel is geen pinautomaat. Dit is een ernstige zaak. Om die reden steunt de VVD het verzoek om een debat. Wij willen ook graag naar een oplossing waarbij we het gevoel kunnen hebben dat er op een onafhankelijke manier naar deze zaak is gekeken. De uitdaging is om hier op de een of andere manier een oplossing voor te vinden, maar misschien is het een oplossing als de staatssecretaris per brief snel zijn licht hierop laat schijnen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het verzoek om een debat. Ik sluit mij aan bij de vraag van mevrouw Bergkamp of de governancecode in de opinie van de staatssecretaris al dan niet is nageleefd. Ik wil ook graag de mening van de raad van toezicht weten. Wellicht kan de staatssecretaris daar ook aandacht aan besteden in zijn brief.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik steun het debat van harte. Aangezien het stenogram van dit deel van de vergadering wordt doorgeleid naar de staatssecretaris, lijkt het me raadzaam dat hij op dit punt proactief handelt.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik steun het verzoek om het debat deze week te houden. Ik wil graag van de VVD en de Partij van de Arbeid weten of zij dat ook steunen. Mevrouw Leijten verzocht ook om een onafhankelijk onderzoek. Wij hebben wel een oplossing daarvoor, namelijk de schriftelijke procedure die kan worden gehouden naar aanleiding van een punt in de regeling. In de schriftelijke procedure, waarbij de Griffie inventariseert, kunnen we dit meenemen.

De voorzitter:

Het staat in de Handelingen.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik steun mevrouw Leijten. Ik stel voor dat het wordt meegenomen in de schriftelijke procedure naar aanleiding van dit punt. Ik neem aan dat de VVD en de Partij van de Arbeid dit ook steunen. Maar nogmaals: dit is zeer belangrijk. De VVD en de PvdA zeggen ook dat het belangrijk is. Ik wil dan ook boter bij de vis. Ik wil horen of we het debat deze week gaan houden.

De voorzitter:

Mevrouw Agema doet een nieuw verzoek, namelijk om het debat deze week te houden. Ik zal zo aan de andere Kamerleden vragen wat zij hiervan vinden.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Bij deze zaak is er sprake van belangenverstrengeling, maar tegelijkertijd vraag ik mij af of wat hier gebeurt verboden is. Ik wil graag dat de staatssecretaris in zijn brief antwoord geeft op deze vraag. Ik hoor ook graag een reactie op het volgende. Als het mag, wordt er blijkbaar geld overgehouden aan zorg, terwijl wij hier constant debatteren over tekorten. Ik wil ook wel graag weten hoe dat kan. Steun voor het verzoek. Omdat ik denk dat hiervoor wel even tijd nodig is, meen ik niet dat het debat deze week al gehouden kan worden.

De voorzitter:

U bent daar dus niet voor.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik ben wel voor een debat, zeker, maar niet deze week al.

De voorzitter:

Ja, dat heb ik begrepen. Mevrouw Leijten, een grote meerderheid — bijna iedereen, eigenlijk — steunt uw verzoek om het houden van een debat en het doorgeleiden van het stenogram van dit deel van de vergadering naar het kabinet.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter, ik snap dat u zegt: het is een bijzonder verzoek dat wij als Kamer aangeven dat we eigenlijk onafhankelijk onderzoek willen. Het lijkt mij goed, ook omdat het stenogram wordt doorgeleid, dat de staatssecretaris ziet dat een meerderheid van de Kamer dat wil. Het zou zonde zijn als er nu een zogenaamd onafhankelijk onderzoek door de instelling wordt gedaan, en er dan er over twee, drie weken, wanneer het debat wordt gehouden, wordt gezegd: er moet op een andere manier onderzoek gelast worden. Ik zou graag van de staatssecretaris willen horen of hij dat onafhankelijke onderzoek gaat gelasten; morgen of donderdag voor 12.00 uur, zoiets. Mocht hij dat niet doen, dan kom ik terug bij de regeling om dit debat spoedig te houden.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Mevrouw Agema had het voorstel om het debat deze week te houden?

Mevrouw Agema (PVV):

Ik sluit mij aan bij het voorstel van mevrouw Leijten.

De voorzitter:

Oké. Dan denk ik dat mevrouw Leijten donderdag terugkomt in de regeling van werkzaamheden. Ik hoop dat het niet nodig zal zijn.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik heb nog een verzoek. Ik wil niet op voorhand al vragen om meer spreektijd, maar ik heb nog wel een ander verzoek. Als het gaat om geld in de zorg, voldoende geld of geldtekort, dan is het bericht dat driekwart van de gemeenten fors geld overhoudt op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zeer opmerkelijk. Wij willen graag vaak debatteren over dingen die niet goed gaan. Wij hebben zo ook nog een debat staan over het faillissement van de grootste thuiszorgorganisatie, maar ik vind eigenlijk het bericht dat er zo veel geld over is ook een debat waard. Ik kan me voorstellen dat we dat behandelen in het debat over het faillissement van TSN Thuiszorg, maar ik wil graag van de collega's horen hoe zij dat zien. Moet het apart behandeld worden of samen? Ik meen wel dat het een debat waard is.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Mensen liggen wakker van de zorghervorming. Er is een verdubbeling van de hoeveelheid bezwaarschriften en er zijn steeds meer rechterlijke uitspraken die gemeenten terugfluiten. En dan komt het bericht dat driekwart van de gemeenten geld overhoudt!

De voorzitter:

Dus u steunt het verzoek?

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dus, voorzitter: steun voor het verzoek.

De heer Krol (50PLUS):

Steun.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun, en ik zou er een apart debat van willen maken.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Geen steun voor het debat. Het lijkt mij goed als de staatssecretaris met een brief komt. Ik vind het ook nog veel te vroeg om allerlei conclusies te trekken. In de jeugdzorg moet nog heel veel betaald worden, dus ik vind dit echt voorbarig. Ik steun wel het verzoek om een brief om daar duidelijkheid in te creëren.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik vind het ook belangrijk dat er duidelijkheid komt, dus graag inderdaad een brief van de staatssecretaris. Laten we het dan betrekken bij een AO of een plenair debat als er één op de rol staat, maar ik wil geen apart debat hierover.

De heer Potters (VVD):

Een brief is prima. Ik denk dat die duidelijkheid er ook snel moet komen. Ik ben er niet voor om het gelijk al bij TSN Thuiszorg te betrekken. Misschien moet er ooit een apart debat over komen of een AO. Laten wij eerst even kijken of het überhaupt wel twee onderwerpen zijn die bij elkaar horen. Dus geen steun voor een debat op dit moment.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Het is wel een opmerkelijk bericht. Dat is zeker zo. Aan de andere kant moeten de definitieve cijfers er nog komen. Ik zou wel heel graag willen weten hoe het nu precies zit en ontvang daar graag een reactie op van de staatssecretaris. Dan kunnen we kijken waar dit het beste bij betrokken kan worden, of er een apart debat moet komen of dat het betrokken kan worden bij het debat over TSN of bij een AO. Dat zullen we nog weleens zien. Het is inderdaad een opmerkelijk bericht, maar laten we eerst verifiëren hoe het precies zit.

Mevrouw Agema (PVV):

Een ruime meerderheid heeft al gezegd dit debat niet te zien zitten, dus ik kan het verzoek ook niet aan een meerderheid helpen. Er vindt wel op korte termijn een algemeen overleg plaats over de Wmo en de voortgang. Dan zou ik het daarbij betrekken.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Wat ons betreft steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u hebt geen meerderheid voor het houden van een debat. Wel is de suggestie gedaan om het te betrekken bij een algemeen overleg.

Mevrouw Leijten (SP):

Dat AO is over dik een maand. Dat zullen we zeker doen. Ik ga er dan vanuit dat de staatssecretaris ruim voor die tijd ook met een brief komt, zoals de VVD en de Partij van de Arbeid verzochten.

De voorzitter:

Dan zal ik het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Grashoff namens GroenLinks.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter. Vorige week zijn twee debatten aangevraagd over belastingontwijking en beide aanvragen zijn gehonoreerd. Ik verzoek om deze debatten in elkaar te schuiven omdat het, weliswaar belicht van verschillende kanten, in hoge mate over dezelfde soort onderwerpen gaat. Mijn verzoek is om mijn debat samen te voegen met het debat dat door de heer Koolmees is aangevraagd en het debat dat eerder door de heer Groot is aangevraagd. Ik kijk nu naar onze voorzitter met de vraag of zij bereid is om de spreektijden ietsjes op te hogen.

De voorzitter:

De heer Koolmees had volgens mij geen meerderheid voor zijn debat.

De heer Koolmees (D66):

Volgens mij wel.

De voorzitter:

Volgens mij niet.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Het lijkt mij een prima voorstel van collega Grashoff. Ik neem aan dat mij dan ook voldoende spreektijd in dit verzameldebat wordt gegund.

De heer Koolmees (D66):

Steun voor de suggestie van de heer Grashoff om de debatten samen te voegen. Dan kunnen we één goed debat over belastingontwijking voeren.

De heer Groot (PvdA):

Ook steun voor het debat en nadrukkelijk steun om ruimhartig om te gaan met de spreektijden.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Steun voor beide voorstellen, ook voor verlenging van de spreektijden.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Prima, maar even voor de duidelijkheid: dit heeft niks met de Panama Papers te maken. Ik wil de Panama Papers en de OESO graag gescheiden houden. Ik wil niet dat die onderwerpen in elkaar worden geschoven, want dat zijn twee gescheiden onderwerpen. Voor de helderheid: steun, mits het niet Panama/OESO betreft.

De heer Omtzigt (CDA):

Steun voor het voorstel. Ik wil dit graag herpakken in de procedurevergadering. Dan kunnen wij het hebben over de precieze volgorde en de instrumenten die worden ingezet. Daar zullen wij ook dit bij betrekken. Morgen of overmorgen sturen wij u namens de commissie een verzoek om dit debat op een bepaald moment wel of niet in te plannen.

De voorzitter:

Dat lijkt mij een heel goed voorstel. Ik zie dat ook de heer Grashoff knikt.

De heer Bashir (SP):

Steun voor het verzoek en ook steun voor voldoende spreektijd.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Het wordt inderdaad een steeds verder uitdijend debat, maar goed het dossier dijt ook steeds verder uit. Er is alle recht om dit verzoek te doen. Steun voor het voorstel en ook voor wat ruimere spreektijden.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor het voorstel.

De voorzitter:

Mijnheer Grashoff, er is een grote meerderheid voor het samenvoegen van de debatten en ook voor uitbreiding van de spreektijden.

Met woord is aan mevrouw Tanamal namens de PvdA.

Mevrouw Tanamal (PvdA):

Voorzitter. Ik vraag dit mede namens de heer Ulenbelt van de SP. Keer op keer worden we opgeschrikt door het feit dat werknemers grote gezondheidsschade oplopen. Jaarlijks sterven 3.700 mensen omdat ze worden blootgesteld aan schadelijke stoffen en daardoor een beroepsziekte oplopen. Wat er bij DuPont de laatste 30 jaar is gebeurd, is zo ernstig dat ik er graag een breed debat over wil aanvragen. Hoe kan het dat bedrijfsartsen niet aan de bel hebben getrokken, dat 30 jaar lang mensen ziek zijn geworden en niemand er iets van heeft gezegd?

De voorzitter:

Mevrouw Tanamal, spaart u al die vragen voor het debat.

Mevrouw Tanamal (PvdA):

Dat zal ik doen. Graag wil ik een breed debat hierover aanvragen. Voorafgaand daaraan wil ik graag een brief waarin wordt ingegaan op de kwesties die er spelen en met een terugkoppeling van de bevindingen van de inspectie bij DuPont tot nu toe.

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Steun. Het is een heel belangrijk onderwerp, daar moeten wij over debatteren.

Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):

Steun voor dit verzoek. Voorafgaand aan het debat graag een brief waarin alle aspecten van de oorzaken van beroepsziekten bij DuPont worden behandeld.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Volledige steun.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun, ook voor een uitgebreide brief, waarin wordt onderbouwd wat er allemaal gebeurd is, wat er al bij de inspectie bekend is en wat de minister zelf al heeft ondernomen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook mijn fractie vindt het een heel belangrijk onderwerp. Wij vragen ons echter af of het meerwaarde heeft om met de woordvoerders van Sociale Zaken een DuPontdebat te houden en een debat over hetzelfde onderwerp met de woordvoerders van I en M. Is het niet veel handiger om in een groot debat duidelijk te maken wat de positie van de Kamer is, voor werknemers, omwonenden, natuur en milieu?

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Van Tongeren. Het gaat om een belangrijk onderwerp. Ook van mij volle steun voor de brief over wat er aan de hand is. Ik ben daar erg nieuwsgierig naar. Er staat al een meerderheidsdebat gepland over de impact van DuPont op de omgeving. Het lijkt mij dat wij de werknemers van DuPont daarbij zeker niet mogen vergeten. Het is uitstekend om ook over hen een debat te hebben, maar ik zou dat graag samenvoegen.

Mevrouw Helder (PVV):

Steun voor de verzoeken van mevrouw Tanamal.

De voorzitter:

Mevrouw Tanamal, u hebt een meerderheid voor uw verzoek tot het houden van een debat met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Het debat is mede aangevraagd door de heer Ulenbelt, die mij nu uitnodigend aankijkt. Vertel.

De heer Ulenbelt (SP):

Ik wil naar voren brengen dat de aanleiding voor het aanvragen van het debat wordt gevormd door de miskramen en de dode kinderen als gevolg van blootstelling bij DuPont. Dat is toch iets anders dan de grote milieukwestie. Dat rechtvaardigt volgens mij het voeren van een apart debat daarover, zeg ik tegen mijn collega's van D66 en GroenLinks.

De voorzitter:

Er is brede steun voor het houden van een apart debat. Dat gaan wij dan ook plannen.

Het woord is aan mevrouw Van Toorenburg namens het CDA.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Afgelopen week vochten twee rivaliserende motorbendes hun ruzie uit tussen onschuldige mensen die zaten te eten in het restaurant van het hotel waar zij overnachtten. Wij hebben vaak gesproken over motorclubs. Het CDA heeft voorgesteld om te komen tot een verbod. Vanochtend werd duidelijk dat ook de politiechef van Rotterdam indringend pleit voor een verbod. Ik denk dat het hoog tijd wordt om daarover te debatteren met de minister van Veiligheid en Justitie.

Mevrouw Helder (PVV):

Het wordt inderdaad hoog tijd voor een dergelijk debat. De minister kan dan ook uitleggen waar zijn brief blijft. Al in mei 2015 zei hij dat hij de mogelijkheid van een verbod zou onderzoeken. De snelheid gaat wat mijn fractie betreft nu even voor, dus ik wil dit onderwerp graag betrekken bij het AO Politie dat op 19 april aanstaande plaatsvindt.

De voorzitter:

U geeft dus voorlopig geen steun aan het verzoek.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voor de SGP-fractie is dit onderwerp belangrijk genoeg om er een apart debat over te voeren. Wij steunen het verzoek van mevrouw Van Toorenburg.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Ook voor ons is de snelheid van belang. Graag betrekken wij dit punt dus bij het AO Politie van volgende week.

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek om een brief, maar het lijkt mij het handigst om dit punt bij het AO Politie te betrekken.

De heer Marcouch (PvdA):

Wij moeten het er inderdaad over hebben. Ik heb er vandaag Kamervragen over gesteld. Ik zou die vragen graag beantwoord willen hebben voor het AO Politie dat volgende week plaatsvindt. Dat AO is inderdaad de snelste manier om het erover te hebben. Geen steun dus voor een apart debat, maar dit onderwerp wel agenderen voor het AO Politie.

De heer Van Nispen (SP):

Ook de SP wil het graag over dit onderwerp hebben. De snelste weg is om het in commissieverband te bespreken, bijvoorbeeld tijdens het algemeen overleg Politie van volgende week.

De heer Van Weyenberg (D66):

D66 sluit zich aan bij de collega's die voorstellen om het onderwerp te betrekken bij het AO politie.

De voorzitter:

Mevrouw Van Toorenburg, u hebt geen meerderheid voor het houden van een debat.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Helaas. Ik denk niet dat dit onderwerp past in een AO Politie. Maar als de meerderheid van de Kamer het daar liever onderbrengt, fietsen wij het wel ergens in. Alleen staan in dat AO ook heel andere belangrijke zaken op de agenda. Dit gaat over motorclubs, niet over de politie.

De voorzitter:

Ik geef tot slot het woord aan de heer Verhoeven namens D66.

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Er komen steeds meer moderne auto's die allerlei data aangaande rijgedrag, toerental en snelheid maar ook telefoongegevens opslaan en bewaren en daar ook zaken mee doen, zonder dat de eigenaar van de auto daar weet van heeft of zonder dat hij weet wat er precies met die data gebeurt. Dit is overigens niet alleen het geval bij moderne auto's; het gebeurt op steeds meer plekken, als gevolg van het internet of things, waarbij alle apparaten op het internet zijn aangesloten. Wij willen met de minister van Veiligheid en Justitie debatteren over deze ontwikkeling en de mogelijkheid voor de consument om inzage te hebben in de opslag van deze gegevens en de omgang daarmee.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik vind dit een heel belangrijk onderwerp, dat in de toekomst steeds groter zal worden. Volledige steun dus van GroenLinks voor het verzoek van D66.

Mevrouw Helder (PVV):

Ik zou dit onderwerp graag betrokken willen zien bij het AO Privacy. Dat AO is geagendeerd voor eind mei.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Laten we ook dat dan in een algemeen overleg fietsen.

Mevrouw Visser (VVD):

Geen steun voor het houden van een debat. Het verzoek om een brief vind ik prima. Dit onderwerp staat vaak geagendeerd bij I en M. Toevallig is morgen de informele Transportraad, die helemaal over dit onderwerp gaat. Wellicht kunnen de uitkomsten daarvan erbij worden betrokken en kunnen we het ook gewoon bespreken bij het AO Wegverkeer.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Ik steun collega Verhoeven.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

De heer Verhoeven heeft vaker goede voorstellen voor debatten over privacy. Ik steun hem dus op dit punt, maar ik kan me ook voorstellen dat we omwille van de snelheid toch bekijken of we dit bij het algemeen overleg over privacy kunnen betrekken. Op die manier kunnen we het er snel over hebben. Dat moeten we dan met de commissie voor Veiligheid en Justitie afstemmen. Daarvóór moeten we echter door het kabinet middels een brief geïnformeerd zijn over dit onderwerp.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik steun het verzoek om een brief en wil het onderwerp dan betrekken bij het AO over privacy.

De heer Hoogland (PvdA):

Dit lijkt ook mijn fractie een onderwerp voor I en M te zijn. Maar voordat dit een tombola wordt, zeg ik dat mijn fractie het verzoek om een plenair debat hierover in ieder geval niet steunt.

De voorzitter:

Mijnheer Verhoeven, u hebt geen meerderheid voor een plenair debat.

De heer Verhoeven (D66):

Uit het enthousiasme van de twee woordvoerders verkeer concludeer ik dat ik dit onderwerp liever bij het privacydebat van V & J wil bespreken, omdat het echt over privacy gaat, en niet alleen over de autootjes. Dat zei ik al. Ik dank hen voor hun enthousiasme. Dank ook voor de suggestie van de VVD-fractie om een brief van het kabinet te vragen, in dit geval dus van de minister van Veiligheid en Justitie en niet van de minister van Infrastructuur en Milieu. Wat mij betreft wordt hij daarbij gesteund door de minister van Infrastructuur en Milieu. Ik zal verder in de procedurevergadering proberen te regelen dat wij een debat hierover gaan houden tijdens het AO over privacy. Ik dank de collega's die mijn voorstel wél hebben gesteund.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Hiermee zijn wij aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Neppérus

Naar boven