26 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de vaste commissie voor Financiën stel ik voor om de wens te kennen te geven dat het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Verenigde Staten van Amerika tot verbetering van de internationale belastingplicht en de tenuitvoerlegging van de FATCA (34280 (R2058)) aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt overgelegd.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met het toekomstbestendig maken van de publieke mediadienst (34264).

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik:

  • -in de commissie voor de Werkwijze het lid Wolbert tot lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Vermue tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Laar.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 34000-XIII-79; 28973-151; 34183-27; 34183-23; 29270-101; 29270-102; 34038-(R2039)-11.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Toekomst van de verzekeringssector naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 24 september, met als eerste spreker de heer Ronnes van het CDA;

  • -het VAO Natuurbeleid en Oostvaardersplassen naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 24 september, met als eerste spreker de heer Rudmer Heerema van de VVD;

  • -het VAO Kindermishandeling/Geweld in afhankelijkheidsrelaties naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 24 september, met als eerste spreker mevrouw Bergkamp van D66;

  • -het VAO Armoede- en schuldenbeleid naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 24 september, met als eerste spreker mevrouw Karabulut van de SP.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef nu het woord aan de heer Van Raak, die een verzoek wil doen aan de Kamer.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Vrijdag werd bekend dat de Engelse geheime dienst iedereen wilde afluisteren: elke burger en elk land van de wereld dat gebruikmaakt van telefonie of internet, iedereen. Dat ging in 2012 om 50 miljard spionageactiviteiten per dag, en dat zou worden opgevoerd tot 100 miljard spionageactiviteiten per dag. Met die informatie zou onder meer zijn ingebroken bij Belgacom in België om het Europees Parlement, de Europese Commissie en ook Europese instituten af te luisteren, maar ook bij het Nederlandse bedrijf Gemalto om de versleutelingen te stelen.

De voorzitter:

Uw verzoek is?

De heer Van Raak (SP):

Ook als de informatie is versleuteld, kan die informatie dan toch worden verkregen. Daarbij komt natuurlijk het feit dat heel veel Nederlanders blijken te zijn afgeluisterd.

De voorzitter:

En uw verzoek?

De heer Van Raak (SP):

Over die informatie wil ik een debat aanvragen met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De heer Verhoeven (D66):

De heer Van Raak snijdt een zeer terecht punt aan. Het is een zorgelijk punt, dus steunen wij het verzoek van harte.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat geldt ook voor GroenLinks.

Mevrouw Keijzer (CDA):

De CDA-fractie heeft behoefte aan het inventariseren van een aantal vragen via de commissie om eerst helder te krijgen wat hier precies aan de hand is.

De voorzitter:

Op dit moment geeft u geen steun voor het debat, maar u wilt wel een inventarisatie van de vragen.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Wij steunen het verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Volgens mij weten ze het in Groot-Brittannië allang: de Partij voor de Dieren steunt dit verzoek ook.

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun voor de inventarisatie en daarna bekijken we in welk debat we dat kunnen betrekken.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Ook mijn fractie geeft op dit moment geen steun aan het debat; mogelijk komt het in een volgend AO aan de orde.

De heer Recourt (PvdA):

Daar sluit ik mij bij aan.

De voorzitter:

Mijnheer Van Raak, u hebt niet de steun van een meerderheid van de Kamer voor het houden van een meerderheidsdebat. Er is wel behoefte aan meer informatie en het verzoek is gedaan om via de griffier van de commissie die vragen te inventariseren en een brief te vragen. U kunt dan wellicht opnieuw een verzoek doen.

De heer Van Raak (SP):

Dat lijkt mij een goed idee. Het kan zijn dat sommige collega-Kamerleden denken dat dit debat voorbij is, omdat we er in het verleden al vaker over hebben gesproken. Dat is niet het geval: het debat gaat nu juist beginnen. De onthullingen zijn niet ten einde, maar gaan beginnen. Dan zal blijken dat iedereen in al zijn activiteiten is afgeluisterd.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Van Raak.

De heer Van Raak (SP):

Dus laten we beginnen met die inventarisatie. Dan zal het debat vanzelf komen.

De voorzitter:

Ik zal de griffier vragen om de inventarisatie te doen en ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Keijzer van het CDA.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Er is een patiëntenstop in de wijkverpleging. De wijkverpleging helpt mensen bij het douchen en doet wondverzorging. Vorige week stond ik hier om daar een debat over aan te vragen. Toen heeft een aantal van mijn collega's gezegd dat zij eerst behoefte hadden aan een brief van de staatssecretaris om te horen wat hier nu echt aan de hand is. We hebben gevraagd of we die brief vandaag voor 12.00 uur konden krijgen, maar alles wat is gekomen: geen brief; en dat terwijl de patiëntenstop er nog steeds is. Wel krijgen we vandaag via de pers te horen dat het overleg hierover tussen staatssecretaris, zorgverzekeraars en zorginstellingen misgelopen is. Ik sta daarom hier om het verzoek te doen aan mijn collega's om het dertigledendebat dat vorig week wel werd gehonoreerd om te zetten in een debat. De staatssecretaris krijgt het blijkbaar niet voor elkaar om de negatieve gevolgen van zijn beleid goed te maken. Dan ligt er een rol voor de Kamer.

De voorzitter:

Het verzoek is om het dertigledendebat over een patiëntenstop in de wijkverpleging om te zetten in een meerderheidsdebat.

Mevrouw Agema (PVV):

Het maakt mij niet uit met wie de staatssecretaris wat bekokstooft. Het kan niet zo zijn dat de hoogbejaarden in ons land door hem geen zorg krijgen. Ik zou graag deze week willen debatteren daarover. Ik steun mevrouw Keijzer daarin. Ik vind het ook echt niet kunnen dat we die brief niet hebben gekregen. Daarom ook het verzoek om die vandaag nog te krijgen.

De heer Van Gerven (SP):

De SP-fractie zou ook vandaag een brief willen ontvangen, ook naar aanleiding van het laatste nieuws. Er is gewoon een zorgplicht voor wijkverpleging. Dat moet vandaag geregeld worden, dus wat ons betreft houden wij dat debat vandaag, als dat zou kunnen. Graag plenair, want daar is het belangrijk genoeg voor.

De heer Krol (50PLUS):

Snel een brief, snel een debat.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Van harte steun voor het verzoek van de CDA-fractie om vandaag een brief te ontvangen en om vrij snel een debat te houden. Wij maken ons ook zorgen. Het is belangrijk om aan de staatssecretaris te vragen hoe het nu eigenlijk zit. Het kan niet zo zijn dat mensen de dupe zijn.

De heer Rutte (VVD):

Ik heb vorige week in reactie op een vergelijkbaar verzoek van mevrouw Keijzer aangegeven dat we graag een brief willen. Die willen we nog steeds. Dan moet echter wel de informatie beschikbaar zijn. We willen dus een brief. Geen steun voor een debat. De brief zouden we kunnen betrekken bij een algemeen overleg, dat op korte termijn kan worden ingepland.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt beide verzoeken: de brief en het snel inplannen van een debat.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

We wachten op de brief. Die moet echt snel komen. Daar heeft mevrouw Keijzer groot gelijk in. Ik heb vorige keer gezegd dat ik liever een algemeen overleg wil, zodat we verder kunnen praten. Daar blijf ik bij.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Als de Kamer vraagt om haar met spoed een brief te sturen, is het wel heel raar als die vervolgens niet komt en de Kamer vervolgens zou blijven afwachten. GroenLinks steunt dus het verzoek van mevrouw Keijzer.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, u hebt op dit moment geen steun om het dertigledendebat om te zetten in een meerderheidsdebat. Wel wordt er eigenlijk Kamerbreed gerappelleerd over de brief. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering met spoed en met klem doorsturen naar het kabinet, met de vraag om de brief zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen, zodat de Kamer op basis daarvan kan besluiten hoe zij daar verder mee wil omgaan.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dat is duidelijk. De complete oppositie wil hier dus wel over debatteren en de PvdA en de VVD nog niet. Ik sta hier om meteen te vragen om een deadline te stellen in het verzoek om die brief. Dat wil dus zeggen: voor vanavond een uur of zes. Dan kan ik mezelf weer aanmelden voor de regeling van morgen, want hierover moet gewoon gedebatteerd worden. Er is een patiëntenstop. Mensen krijgen geen zorg.

De voorzitter:

Uw punt is helder, mevrouw Keijzer. Ik zal die deadline er nog aan toevoegen. Het zou een volgende keer helpen, zo geef ik mee, als u aan het begin in uw verzoek zou aangeven dat het gaat om een deadline. U hebt nu Kamerbrede steun. Ik laat het nu zo doorgaan. Ik ga er ook verder via de microfoon geen discussie meer over voeren. Ik heb gezegd wat ik heb gezegd. Ik ga verder met het volgende punt. Ik heb hier een hele lijst, mevrouw Keijzer. Ik heb al gezegd dat ik de deadline zou toevoegen.

Het woord is aan mevrouw Helder van de PVV.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Aanstaande donderdag om 10.15 uur 's ochtends hebben we een debat over het gebeuren rondom Volkert van der Graaf, laat ik het zo maar zeggen. De titel van het debat is de informatievoorziening rondom Volkert van der Graaf. Ik heb in het verleden echter een dertigledendebat aangevraagd over de uitzending van Brandpunt. Later is daar inderdaad die informatiekwestie bij gekomen. Het gaat om twee grote kwesties, dus mijn verzoek is om de spreektijd uit te breiden. Vier minuten is natuurlijk mooi maar zes minuten zou mijn fractie veel beter uitkomen. Het gaat immers om twee belangrijke kwesties in één debat.

De voorzitter:

Het dertigledendebat hebt u de vorige keer laten staan. Ik ben ervan uitgegaan dat alleen het ene onderwerp zou worden geagendeerd. Als u nu zegt dat u het onderwerp van het dertigledendebat erbij betrekt en dat debat daarmee van de lijst afhaalt, dan snap ik dit verzoek. U wilt zes minuten spreektijd, hoorde ik.

Mevrouw Helder (PVV):

Ja, als dat kan graag.

De voorzitter:

Mijnheer Oskam, ik ben bereid om aan dit verzoek te voldoen, dus dit punt kunnen we gelijk afhameren.

De heer Oskam (CDA):

Dan knik ik alleen.

De voorzitter:

Oké, laten wij het zo doen.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik wil er nog een verzoek aan toevoegen. Wij hebben ook behoefte aan het ambtsbericht van het OM dat naar de minister is gestuurd ter voorbereiding van het vragenuurtje van vorige week.

De voorzitter:

Dat is een heel ander verzoek, hè.

De heer Segers (ChristenUnie):

Wellicht kan het stenogram van dit gedeelte van het verslag worden doorgestuurd.

De voorzitter:

Ik ben een beetje streng. Wij hebben de afspraak met elkaar dat wij verzoeken van tevoren aanmelden, zodat de collega's zich daarop kunnen voorbereiden. In dit geval zie ik dat alle collega's er zijn. Het is een verzoek om aanvullende informatie, om een ambtsbericht.

De heer Recourt (PvdA):

Ik heb er geen bezwaar tegen om het te vragen, maar ik wil wel heel nadrukkelijk opmerken dat ambtsberichten over het algemeen vertrouwelijk zijn en niet publiek gemaakt kunnen worden. Het is een bijzondere zaak, dus laten wij het vooral vragen. Maar ik wil geen precedent scheppen dat wij ambtsberichten zomaar openbaar maken.

De voorzitter:

Ik zie dat heel veel mensen zich bij de microfoon melden. Wij gaan even kijken wat wij kunnen doen. Als er een probleem is, moet u het morgen even opnieuw aanmelden voor de regeling. Ik wil geen punt van discussie hebben over iets wat niet is aangemeld voor de regeling. Zo hebben wij dat met elkaar afgesproken en er is nog tijd. Wij gaan even kijken wat wij voor u kunnen doen. De spreektijd is zes minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Wij hebben straks om 16.45 uur een debat over ProRail met staatssecretaris Mansveld. Ik wil vragen of de minister van Infrastructuur en Milieu, mevrouw Schultz, daarbij ook aanwezig kan zijn, vooral omdat zij ons heel recentelijk een evaluatie van het toezicht op zbo's en ProRail heeft toegestuurd met daarin een hele set conclusies en aanbevelingen die relevant zijn voor het debat van vanavond.

De heer Pechtold (D66):

Namens mevrouw Van Veldhoven, namens mijn fractie, mag ik zeggen dat de minister wat ons betreft niet bij het begin van het debat hoeft te zijn, maar wel stand-by moet staan en op afroep beschikbaar moet zijn, mocht het debat daartoe aanleiding geven.

Mevrouw De Boer (VVD):

Wat ons betreft hoeft de minister niet bij het debat te zijn.

De heer Hoogland (PvdA):

Wat ons betreft heeft de minister een vrije avond. De noodzaak om haar bij het debat aanwezig te laten zijn, zien wij niet.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het aanvankelijke voorstel, maar als dat onvoldoende steun heeft in de Kamer, lijkt het me goed als de minister er rekening mee houdt dat de Kamer haar halverwege het debat toch wil spreken.

De heer Fritsma (PVV):

Ook voor de PVV-fractie is de aanwezigheid van de minister niet vereist.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Eens met mevrouw Ouwehand.

De voorzitter:

Ik laat via het stenogram — dat doe ik altijd bij dergelijke verzoeken — even aan de minister weten wat het gevoelen in de Kamer hierover is. Het kabinet zal dan naar bevind van zaken handelen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Uiteraard.

De voorzitter:

U hebt nog een verzoek.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ja, voorzitter, dat is een vooraankondiging van een VAO Transportraad. Wij bespreken de Transportraad op donderdag tussen 16.00 uur en 18.00 uur en ik zou graag aansluitend op dezelfde dag nog een VAO houden, zodat wij daarover op dinsdag kunnen stemmen.

De voorzitter:

Er komt dus wel een algemeen overleg, maar u wilt niet daarna nog stemmingen, omdat die de week daarop kunnen plaatsvinden.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Stemming hoeft niet op die donderdag, want volgens ons is stemming op de dinsdag daarna nog op tijd voor de Transportraad.

De voorzitter:

Prima. Wij zullen dit verzoek in een nieuw schema verwerken.

Het woord is aan de heer Sjoerdsma van D66.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Kunduz is helaas in handen van de taliban gevallen. Dat is pijnlijk voor de Afghanen, maar het is ook pijnlijk voor de Nederlandse militairen, politieagenten en diplomaten die daar twee jaar hebben moeten werken. Gezien de Nederlandse betrokkenheid bij deze provincie wil ik graag een debat aanvragen met de minister van Buitenlandse Zaken en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, voorafgegaan door een brief waarin in ieder geval wordt ingegaan op de mogelijkheden om steun te bieden via de huidige operatie Resolute Support, op de andere mogelijkheden die minister Koenders ziet om steun te bieden en op de gevolgen voor het Nederlandse rechtsstaatprogramma dat op dit moment in Kunduz plaatsvindt.

De voorzitter:

Wie kan ik hierover het woord geven?

De heer De Roon (PVV):

De PVV is van mening dat besteding van tijd, moeite en geld van de belastingbetaler aan Afghanistan grote verspilling is. Daarom kan ik dit voorstel van collega Sjoerdsma niet steunen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het is in- en intriest dat Kunduz gevallen is en wij hopen dat het snel weer wordt omgekeerd. Steun voor het verzoek om een debat. Ik neem aan dat dit wordt voorafgegaan door een brief met een kabinetsreactie. In die brief zou ik graag een inschatting van het kabinet willen hebben van de vraag of het binnen de bestaande mogelijkheden ook in Resolute Support — er staat een haakje in — aanleiding ziet om Kunduz op dit moment al te steunen.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Het is vooral pijnlijk om te zien dat na het vertrek van de internationale gemeenschap zo'n bende het binnen de kortste keren kan overnemen. Wat ons betreft, is dat een falen van de langetermijnstrategie voor dit gebied. Daarom van harte steun voor het debat en een brief.

De heer Servaes (PvdA):

Dit is een terecht verzoek van collega Sjoerdsma. Ik steun het idee om snel een brief te krijgen. Ik zou er de voorkeur aan geven om het dan ook snel bij een debat te betrekken. We hebben volgende week een algemeen overleg over de Raad Buitenlandse Zaken, dus liever dan.

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat, wel voor de inhoudelijke brief en dan ook nog snel.

De heer Van Bommel (SP):

Er is alle aanleiding om snel geïnformeerd te worden over de feitelijke gang van zaken, die zich doorontwikkelt terwijl wij er hier over praten. Wat zijn de gevolgen voor Nederlandse initiatieven uit het verleden en voor ngo's in het heden? Daarover moeten we geïnformeerd worden. Vervolgens kunnen we besluiten hoe wij daarover het debat met de regering voeren, maar eerst die brief.

De heer Ten Broeke (VVD):

Terwijl wij hierover spreken, zijn Afghaanse special forces alweer bezig met een tegenaanval. We wensen ze daar heel veel succes bij. Tegen die achtergrond is het misschien goed om inderdaad snel een feitelijk overzicht van de situatie te vragen van de regering om te weten waar we nu staan. Zoals de heer Servaes zojuist aangaf, zie ik echter niet direct een aanleiding voor een plenair debat, omdat dit heel lang gaat duren. Ik wil er heel snel met de regering over spreken. De beste mogelijkheid daarvoor is volgens mij het algemeen overleg volgende week.

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat, maar wel voor de brief.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun voor het verzoek van de heer Sjoerdsma.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Steun.

De voorzitter:

Mijnheer Sjoerdsma, u hebt brede steun voor het vragen van een brief met de punten die u zelf hebt genoemd. Er zijn ook punten ter aanvulling genoemd. Op dit moment hebt u niet de steun van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een plenair debat, maar ik geloof dat er volgende week een algemeen overleg is waarin de inhoud van de brief aan de orde zou kunnen komen; dus op een andere plek.

De heer Sjoerdsma (D66):

Maar ik proef in ieder geval bij alle woordvoerders grote urgentie om op korte termijn over dit belangrijke onderwerp te spreken. Ik stel voor dat het kabinet ons deze brief dan ook uiterlijk maandag doet toekomen, zodat we dinsdag eventueel kunnen beslissen of we inderdaad in het algemeen overleg hierover spreken dan wel of we alsnog een plenair debat willen. Ik denk wel dat de inhoud van die brief en de appreciatie van het kabinet van de mogelijkheden die het ziet om hierin nog een eigenstandige rol te vervullen, ook wel belangrijk zijn om mee te wegen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, inclusief de deadline voor volgende week maandag, doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Agema van de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Een aantal keren wees ik al op de grote problemen die zouden kunnen ontstaan bij het administratiekantoor dat de eigen betalingen in de zorg organiseert. Vanmorgen bereikte ons het bericht dat 7.000 mensen nog geen rekening hebben ontvangen voor de eigen bijdrage in de Wmo doordat er een mismatch is tussen de gegevens die de zorgaanbieder en de gemeenten aanleveren. Het gaat om negen maanden. Dit betekent dat 7.000 mensen achteraf waanzinnig hoge rekeningen zullen krijgen. Ik vind dit dusdanig alarmerend dat ik graag op korte termijn een meerderheidsdebat hierover wil voeren.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor een debat.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Een veel te snelle invoering van zorghervormingen en complete onduidelijkheid over de financiële consequenties voor bijvoorbeeld de middeninkomens: twee redenen waarom het CDA tegen de Wmo heeft gestemd. Nu wordt duidelijk wat de effecten zijn. Daarom van harte steun voor dit verzoek.

De heer Van Gerven (SP):

Ik steun het verzoek om een debat. Dat gaat heel lang duren, want er komt vast geen meerderheid voor. Ik wil wel een brief van de staatssecretaris waarin hij aangeeft hoe hij de puinhopen die hij heeft veroorzaakt, die het kabinet heeft veroorzaakt, gaat repareren, en of er een regeling gaat komen voor die 7.000 mensen, die inderdaad een gigantische rekening zullen krijgen. Er zullen hiervoor oplossingen moeten komen. Ik wil dus graag een brief van de staatssecretaris daarover en zo snel mogelijk een debat.

De voorzitter:

U steunt het verzoek om een debat.

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor een brief en steun voor een debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik steun het verzoek om een brief. Ook ik wil het debat graag voeren, maar ik denk dat het het snelste is om dat in een AO te doen. Ik wil het dus graag daar agenderen.

De voorzitter:

Op dit moment dus geen steun voor een plenair debat.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Ik wil eerst een brief. Vandaag werd bekend dat er problemen zijn. Ik wil eerst een reactie van de staatssecretaris. Op basis daarvan kijken we dan wat verder nodig is.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Ik sluit mij daarbij aan: eerst een brief met feiten en dan bekijken hoe we dit verder kunnen behandelen.

De heer Potters (VVD):

Eerst een brief en mogelijk daarna nog een debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik steun het verzoek, maar deel wel de overweging van de heer Van Gerven dat het lang kan duren voordat we dat plenaire debat dan kunnen voeren.

De voorzitter:

Mevrouw Agema, op dit moment is er brede steun voor een brief met meer informatie, maar geen steun van een meerderheid van de Kamer voor een plenair debat. Iedereen wil eerst even de brief afwachten.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik vind dit enorm triest. We kunnen altijd bij meerderheid beslissen om te debatteren. De fracties moeten niet de indruk wekken dat dat niet het geval is. We kunnen altijd besluiten om deze week te debatteren. Het gaat om 7.000 mensen die een waanzinnig hoge rekening krijgen over negen maanden eigen bijdrage. Ik vind het daarom verschrikkelijk dat de PvdA, de VVD en D66 de andere kant op kijken.

De voorzitter:

Er waren 45 mensen die wél nu willen debatteren. Wat echter veel belangrijker is: de meerderheid van de Kamer wil graag een snelle brief en daarna beslissen hoe verder te gaan. Ik wil graag door naar het volgende verzoek, ook van mevrouw Agema. Mijnheer Van Gerven, hebt u nog een opmerking op dit punt?

De heer Van Gerven (SP):

Ja, ik heb nog een vraag op dit punt. Kan er ook een tijdslimiet aan worden verbonden? Ik stel dan voor dat we aangeven dat we die brief binnen twee dagen willen ontvangen.

De voorzitter:

Ik heb het eerder in deze regeling ook al aangegeven: als een tijdslimiet gewenst is, dan moet dat echt onderdeel van het verzoek zijn. Heel veel mensen hebben gezegd dat er duidelijkheid moet komen. Dat staat in het verzoek. Op dit moment is er geen tijdslimiet aan verbonden.

Mevrouw Agema (PVV):

Bij dezen steun ik het verzoek van de heer Van Gerven, voorzitter.

De voorzitter:

Ik heb het in de vorige ronde ook gezegd. Blijkbaar stond het niet duidelijk op het netvlies. Ik heb het toen laten meelopen. Het moet echt onderdeel zijn van het verzoek. Nu staat het op deze manier in het stenogram.

Het woord is opnieuw aan mevrouw Agema, voor haar tweede verzoek.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. In drie jaar tijd vernietigt het kabinet 60.500 verzorgingshuisplekken. Dat leidt ertoe dat enorm veel ouderen ongelukken krijgen. Een op de vijf posten voor spoedeisende hulp spreekt over een sterke stijging van het aantal ongelukken met hoogbejaarden. Ik wil hierover graag met spoed debatteren.

De heer Krol (50PLUS):

Vanzelfsprekend steun.

De heer Rutte (VVD):

Ik heb de berichtgeving ook gelezen. De achtergronden daarvan kennen we niet. Het lijkt mij heel goed dat we die toegelicht krijgen in een brief.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat dus.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ook D66 wil graag eerst opheldering in een brief. Daarna bekijken we hoe we daar verder mee gaan.

De heer Van Gerven (SP):

Waarschijnlijk zal de meerderheid een verzoek om een brief steunen. Ik zou dit willen betrekken bij een algemeen overleg dat wij volgende week hebben over ouderenmishandeling, want daarvan is hier kennelijk of mogelijk ook sprake. Wellicht moet dit algemeen overleg worden uitgebreid. We moeten dit ook heel snel tackelen. Morgenvroeg is er een procedurevergadering. Ik steun het verzoek van mevrouw Ouwehand wel, maar ik doe meteen een klemmend beroep …

De voorzitter:

Agema.

De heer Van Gerven (SP):

Agema, sorry. Ja, daar zit toch wel een verschil tussen. Mijn excuses, mevrouw Agema en mevrouw Ouwehand.

De voorzitter:

U steunt het verzoek, maar u gaat het ook ergens anders aan de orde stellen. Zo vat ik het samen.

De heer Van Gerven (SP):

Akkoord.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Nu wordt in de regeling zomaar ineens de toename van het bezoek aan de spoedeisende hulp gekoppeld aan ouderenmishandeling. Ik weet niet of dat helemaal terecht is. Het gaat over het onderwerp ouderen. Ik heb het gelezen en ik maak mij ook zorgen. Ik wil een brief en deze op enig moment betrekken bij een AO dat gepland staat. Ik denk dat het te lang duurt als we het voor de plenaire zaal gaan agenderen.

De voorzitter:

Er is op dit moment geen steun voor een plenair debat, zie ik.

De heer Bisschop (SGP):

Dat geldt ook voor de SGP: een brief met een toelichting en deze dan op een later moment betrekken bij een debat of een AO.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wij volgen de redenatie van mevrouw Dik-Faber.

De voorzitter:

Ik constateer geen steun voor een plenair debat, wel voor een brief.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Die redenatie volgt de Partij van de Arbeid ook.

Mevrouw Keijzer (CDA):

De CDA-fractie heeft behoefte aan uitleg van wat hier nu precies aan de hand is. Waar komt het door? In de vorige procedurevergadering hebben wij nog tegen elkaar gezegd dat er voor het einde van het jaar een algemeen overleg zou moeten worden gepland over de zorg. Ik denk dat het goed is om dit in de komende procedurevergadering met elkaar vast te stellen. Ik kijk mijn collega's aan en stel voor om die brief en dit onderwerp daar dan te behandelen. Op dit moment steun ik niet het verzoek om een debat.

De voorzitter:

Er is dus geen steun voor een plenair debat. Mevrouw Agema, ik proef in de Kamer een grote behoefte aan uitleg in een brief van wat er precies aan de hand is. Op dit moment hebt u echter niet de steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat.

Mevrouw Agema (PVV):

Ook niet voor een dertigledendebat?

De voorzitter:

Nee.

Het woord is aan mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik zag vandaag het bericht dat bij een thuiszorgorganisatie in het zuiden van het land een winstuitkering aan het management is uitgekeerd. De ChristenUnie is geen voorstander van winstuitkering in de zorg. Ik ben verder gaan kijken en heb begrepen dat deze wel volgens de wet is gedaan. Ik wil hierop graag een reactie van de staatssecretaris ontvangen, een brief waarin hij aangeeft of hij dit wenselijk vindt en of hij voornemens is de wet te wijzigen nu zijn eigen partij in de media heeft geuit dat ook zij van mening is dat de wet op dit punt zou moeten worden aangepast. Na de ontvangst van die brief zou ik hierover graag een debat willen plannen.

Mevrouw Agema (PVV):

Wel steun van de PVV voor de ChristenUnie!

De voorzitter:

Voor beide verzoeken?

Mevrouw Agema (PVV):

Jazeker, want het kan toch niet zo zijn dat er 1 miljoen euro wordt uitgekeerd in een branche waar de mensen momenteel gewoon hun zorg kwijtraken.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Dit is waanzin; 1 miljoen euro aan dividend aan jezelf toekennen, dat kan gewoon niet. Dit is ook reden voor mijn partijgenoot John Kerstens en mij geweest om daarover vanochtend direct Kamervragen te stellen. Wij hebben ook gevraagd welke wetgeving daarbij eventueel in de weg staat en wat er moet worden aangepast. Ik zou de antwoorden op die Kamervragen willen afwachten en dan willen bekijken wat wij hieraan kunnen gaan doen.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Een patiëntenstop in de wijkverpleging en blijkbaar jezelf 1 miljoen dividend uitkeren: als dit waar is, is het bizar. Het CDA wil weten hoe dit precies zit. Wij willen eerst antwoord op vragen die blijkbaar al gesteld zijn en een toelichting erop in een brief. Daarna willen we bekijken of erover gedebatteerd moet worden.

De voorzitter:

Op dit moment is er nog geen steun voor een plenair debat. Ik kijk heel even naar de heer Van Dijk en begrijp dat ook hij op dit moment geen verzoek om een plenair debat steunt.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Nee, eerst de Kamervragen beantwoorden.

De voorzitter:

Eerst de Kamervragen beantwoorden en dan kijkt u opnieuw hoe het verdergaat.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Wij willen eerst een brief om te lezen wat de feiten zijn en op basis daarvan bekijken of wij een debat willen.

De heer Bisschop (SGP):

Wij willen eerst een brief ontvangen en de vragen beantwoord zien, en dan bekijken of een debat nodig is.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik steun het verzoek van de ChristenUnie.

De heer De Lange (VVD):

Op dit moment steunen wij het verzoek om een debat niet. Wij willen graag eerst de antwoorden op de Kamervragen.

De heer Krol (50PLUS):

Ik steun het verzoek en wil het liefst snel antwoord op de Kamervragen.

De heer Van Gerven (SP):

Volgens mij zijn deze winstuitkeringen in de thuiszorg nog een erfenis van de puinhopen van Paars. Ik heb een probaat middel: lees het SP-plan De zorg is van ons. Daarin staat meteen de oplossing voor dit schandalige probleem. Die winstuitkering moet natuurlijk niet kunnen. Ik steun het verzoek.

De voorzitter:

Mevrouw Dik, u hebt niet de steun van een meerderheid voor het houden van een plenair debat. Wel is er breed de behoefte om eerst de antwoorden op de Kamervragen af te wachten en een brief te ontvangen over zaken die niet bij die Kamervragen aan de orde komen, maar wel van belang zijn om te melden. Een meerderheid wil daarna bekijken hoe dat op een andere manier betrokken kan worden bij een debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik ben blij met het brede gevoelen in de Kamer dat hier iets aan de hand is wat niet moet kunnen binnen de zorg. Veel partijen, iedereen volgens mij, hebben het verzoek om een brief gesteund. Er zijn ook Kamervragen gesteld. Laten we dat eerst afwachten. Dan zal ik in de procedurevergadering bespreken hoe we dit verder kunnen agenderen.

De voorzitter:

Als laatste spreker in deze regeling van werkzaamheden, in ieder geval als laatste persoon met een verzoek, is het woord aan de heer Krol van de 50PLUS-fractie.

De heer Krol (50PLUS):

Voorzitter. Eerder vandaag heeft de Kamercommissie voor OCW een procedurevergadering gehad naar aanleiding van de geplande aankoop van een of twee Van Rijns. Daarin is afgesproken dat ik hier nu een verzoek zou doen, mede namens collega Bosma, voor de plenaire behandeling van de incidentele suppletoire begroting inzake de verwerving van deze kunstwerken, beter bekend als de Rembrandts. Vandaag of morgen zouden wij graag de eerste termijn plannen en een dag later de tweede termijn, dit in verband met de zorgvuldigheid en met mogelijke amendementen.

De voorzitter:

U kunt altijd spreken. U had zich aangemeld. Daarmee was al duidelijk dat het behandeld moest worden, maar uw verzoek is eigenlijk om dit voor vandaag of uiterlijk morgen in te plannen in de plenaire agenda, zodat dit afgehandeld kan worden.

De heer Van Veen (VVD):

We hebben inderdaad een procedurevergadering gehad. Wat dat betreft spreek ik steun uit voor het houden van een debat. Wij hebben daar wel uitgesproken dat we er vandaag nog over willen stemmen. Het laatste deel van het verzoek steun ik dus niet. Wij steunen het verzoek om een debat voor degenen die daar behoefte aan hebben, maar we dringen wel aan op stemmingen vandaag nog.

De voorzitter:

U vult het verzoek nog aan. U zegt dat het vandaag gehouden kan worden, maar dat er vandaag ook stemmingen moeten zijn.

De heer Van Veen (VVD):

Precies.

De heer Pechtold (D66):

Akkoord met het verzoek om het vandaag te behandelen en akkoord met de aanvulling om er vandaag over te stemmen.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Dit proces verdient niet de schoonheidsprijs. Ik zie dat een aantal collega's nu al stelt dat het vandaag behandeld moet worden en dat er vandaag gestemd moet worden. Ik pleit voor een zorgvuldige behandeling van dit voorstel. Zorgvuldigheid gaat voor snelheid. Er is al heel veel mis in dit traject. Ik doe een dringend beroep op mijn collega's, maar ook op u als Voorzitter, om rekening te houden met de zorgvuldigheid in dit proces. Ik steun het verzoek van de heer Krol.

De heer Bisschop (SGP):

Ik denk dat het goed is om vandaag een debat te hebben, vandaag ook nog te stemmen en er een streep onder te zetten.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Een debat vind ik prima. Voor mij hoeft het niet per se vandaag.

De heer Monasch (PvdA):

De procedure verdient misschien niet de schoonheidsprijs, maar de schilderijen verdienen wat ons betreft wel de schoonheidsprijs. Laten we dus proberen om vandaag dat debat te houden en er ook vandaag over te stemmen. Dan kunnen we zaken gaan doen.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Een debat is prima. Wat het CDA betreft hoeft dat niet per se vandaag. Ik denk dat het wel goed is om aan de regering te vragen waarover we dan precies gaan stemmen. Als je leest wat er allemaal gaande is, is dat niet altijd helemaal duidelijk. Het lijkt mij wel van belang om dat te weten.

De voorzitter:

Vraagt u dan om een brief? Wat nu aan de orde is, is de incidentele suppletoire begroting. Daarin staat waarover het gaat. Het debat wordt gevoerd, dus de vragen kunnen gesteld worden. Als u dus een aanvullend informatieverzoek hebt, moet u dat denk ik iets meer specificeren.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Mijn vraag is of de suppletoire begroting nog klopt op deze manier. Als je de NRC vandaag leest, dan lijkt daar beweging in te zitten. Het lijkt mij wel zorgvuldig dat we weten waar we over stemmen. Dus als u zegt "dat is dan een brief", dan …

De voorzitter:

Nee, dat zeg ik juist niet. Dat is wat ik probeer uit te vragen. Bij een begroting is het vrij helder waarover je het hebt. Daar staan bedragen in en de Kamer moet daar ja of nee tegen zeggen, en dan is het een wet, althans als ze ook in de Eerste Kamer wordt aangenomen. Ik probeer even te achterhalen wat voor andere informatie u wilt hebben anders dan die vrij harde informatie die in de begroting staat en die niet gevraagd kan worden in het debat dat vandaag of morgen gepland gaat worden.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Als dat nog klopt, dan hebben we het daarover. Dan zal dat wel zo zijn.

De voorzitter:

Dat betekent dus dat gewoon tijdens het debat gevraagd kan worden of het nog klopt.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik wil het debat steunen, maar het hoeft niet noodzakelijk vandaag ingepland te worden.

De voorzitter:

Hebt u nog een aanvullende opmerking, mijnheer Van Dijk?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ja. Het is geen klein besluit. Daar hoeven we niet over te discussiëren. Er is ook nogal veel gebeurd. Mevrouw Keijzer verwijst naar de NRC van vandaag. Daar staat een relaas in van twee scenario's. Er wordt gesproken over diplomatieke vernedering. Ik wil dan wel weten hoe de regering hierin staat.

De voorzitter:

Maar dan is het ook helder waar de brief over moet gaan. Dat was mijn vraag. De heer Van Dijk zegt dus dat hij behoefte heeft aan een reactie van de regering op het artikel in de NRC, voorafgaand aan het debat. Dat snap ik.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Als die reactie er komt, lijkt het mij niet voor de hand liggen dat wij er per se vandaag nog het debat over voeren. Ik kan me wat dat betreft aansluiten bij de ChristenUnie en de SP.

De heer Bosma (PVV):

Ik sluit me graag aan bij de woorden van collega Jasper van Dijk. De heer Krol doet het verzoek namens mij. Dat is zeker waar. Ik wil echter juist niet dat het debat vandaag is. Ik wil juist dat we de tijd nemen. Ik wil eigenlijk het liefst dat we het debat volgende week houden en dat we dan een heldere, duidelijke brief hebben. Er zou sprake zijn van een plan A en een plan B, we zouden de schilderijen apart kopen en er is onenigheid met Frankrijk. Die dingen wil ik weleens neergelegd hebben in een brief en daar wil ik duidelijkheid over hebben. Daarna wil ik pas een debat. Dat hoeft niet snel, snel, snel. Daar zijn die schilderijen iets te mooi voor.

De voorzitter:

Ik vind het lastig. In het verzoek van de heer Krol werd duidelijk gesteld dat het debat vandaag of uiterlijk morgen moest plaatsvinden. Er kwamen nog aanvullende opmerkingen bij: als het debat dan gevoerd moet worden, dan moet het maar vandaag, en dan moet er ook vandaag over gestemd worden. Zo is het aan de orde geweest. In reactie op de vraag van de heer Krol heeft de meerderheid aangegeven het debat vandaag te willen inplannen. Ik ben altijd het liefst iedereen ter wille, maar de meerderheid is hier helder over geweest. Ik heb gehoord dat er een verzoek ligt om een reactie op het NRC-artikel. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering dus doorgeleiden naar het kabinet, en ik zal proberen om alle wensen die er leven — dat zijn de wensen om informatie en om er vandaag over te debatteren en te stemmen — bij elkaar te brengen. Of dat gaat lukken, laat ik u zo snel mogelijk weten.

De heer Bosma (PVV):

Voorzitter, als ik even mijzelf het woord mag geven?

De voorzitter:

Dat hebt u nu al gedaan.

De heer Bosma (PVV):

Zo kunnen we toch geen debat houden? Er is een diplomatieke rel met Frankrijk, er zijn diverse scenario's, er is het Rijksmuseum en de ministers crashen daardoorheen ...

De voorzitter:

U gaat het debat al ...

De heer Bosma (PVV):

We hebben echt volledige informatie nodig!

De voorzitter:

Dat is zo, maar ...

De heer Bosma (PVV):

Als het allemaal snel, snel en vandaag moet, dan kunnen we geen serieus debat houden.

De voorzitter:

Mijnheer Bosma, u hebt het woord genomen, maar ik kan niet anders dan concluderen dat de meerderheid van de Kamer het debat vandaag wil voeren. Ik probeer u maximaal te accommoderen in uw behoefte aan informatie. Ik wijs u er ook nogmaals op dat namens u het verzoek is gedaan om het debat vandaag of uiterlijk morgen te voeren. Dat is waar de Kamer op gereageerd heeft.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik neem het woord niet, ik vraag om het woord.

De voorzitter:

U krijgt het ook nog, maar houd het alstublieft heel kort.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Voorzitter, ik snap heel goed dat u de Kamer probeert te faciliteren en te accommoderen, maar hier is ook een andere rol weggelegd voor u als Voorzitter. U moet Kamerleden die er anders in staan ook de gelegenheid geven om dit op een zorgvuldige wijze voor te bereiden, met de nodige informatie. Ik wil die urgentie nogmaals uitspreken. Snelheid is niet belangrijk, zorgvuldigheid wel.

De voorzitter:

Het Reglement van Orde bepaalt dat de meerderheid van de Kamer over de agenda gaat. Dat moet ik volgen. Dat is mijn rol. Ik probeer daarbinnen maximaal te accommoderen en dus te vragen aan de regering om aan de informatieverzoeken te voldoen. U kunt dus allemaal een nieuwe agenda tegemoetzien.

De heer Krol (50PLUS):

Ik hoop toch echt dat u ons voldoende tijd geeft om dit zorgvuldig te doen en om eventueel amendementen in te dienen.

De voorzitter:

Bureau Wetgeving staat in de startblokken om voor u een amendement voor te bereiden.

De vergadering wordt van 16.08 uur tot 16.16 uur geschorst.

Voorzitter: Keijzer

Naar boven