Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | nr. 68, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | nr. 68, item 3 |
Aan de orde is het VAO Bouwregelgeving en brandveiligheid (AO d.d. 16/03).
De voorzitter:
Ik heet de minister welkom bij dit VAO. Ik geef als eerste het woord aan de heer Krol namens de fractie van 50PLUS. Hij heeft een spreektijd van twee minuten.
De heer Krol (50PLUS):
Voorzitter. Ik feliciteer u van harte met het feit dat u vandaag voor het eerst als voorzitter aan deze vergadering deelneemt.
Ik houd het kort, want ik heb drie moties. De eerste motie heb ik enkele maanden geleden ook al ingediend. Gezien het feit dat de fractie van 50PLUS inmiddels in haar overtuiging wordt gesteund door Brandweer Nederland, de Brandweeracademie, het Verbond van Verzekeraars en het Veiligheidsberaad, dien ik de motie opnieuw in in de hoop dat een meerderheid van de collega's al deze aanbevelingen op waarde weten te schatten.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat rookmelders verplicht zijn in woningen gebouwd vanaf 2003;
overwegende dat onder meer Brandweer Nederland en de Brandwondenstichting pleiten voor een verplichte rookmelder in alle woningen;
overwegende dat na invoer van een dergelijke regeling in het Verenigd Koninkrijk het aantal doden door woningbrand met 40% daalde;
overwegende dat een verplichting van rookmelders gecombineerd met een breed ingezette bewustwordingscampagne levens kan redden;
verzoekt de regering, het plaatsen van een rookmelder ook in woningen gebouwd voor 2003 verplicht te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat verminderde mobiliteit bij senioren in toenemende mate voorkomt;
overwegende dat het Bouwbesluit uitgaat van een normale fysieke zelfredzaamheid;
overwegende dat in seniorencomplexen en andere extramurale woonvormen voor ouderen hierdoor niet volledig voldaan wordt aan geldende bouwregelgeving;
verzoekt de regering, te onderzoeken hoe een aanpassing van het Bouwbesluit inzake brandveiligheidseisen aan seniorencomplexen en andere extramurale woonvormen voor ouderen gerealiseerd kan worden, bijvoorbeeld door het formuleren van een subcategorie in het Bouwbesluit;
verzoekt de regering, het definiëren van een seniorencomplex en zorgwoning hierin te betrekken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Krol (50PLUS):
Tot slot heb ik nog een heel korte motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de ministeries van Wonen en Rijksdienst, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie alle betrokken zijn bij het beleid rondom het brandveilig zelfstandig kunnen wonen van ouderen en andere kwetsbare groepen;
overwegende dat voor het welslagen van dit beleid goede coördinatie van groot belang is;
verzoekt de regering, op korte termijn te bepalen welk ministerie de regie heeft op dit beleidsterrein en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Bashir (SP):
Voorzitter. Een veilig huis is voor iedereen van belang. Een huis moet beveiligd zijn tegen diefstal en brand, maar ook tegen koolstofmonoxidevergiftiging. Daarom pleit mijn fractie al jaren voor een keuring van wooninstallaties, een soort apk voor het huis dus. In Utrecht zijn daarmee schokkende resultaten geboekt. Zes op de tien woningen bleek namelijk niet te voldoen aan de keuringseisen. Ook het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid toont aan dat cv-ketels regelmatig niet goed worden geïnstalleerd.
De minister komt op ons verzoek met een uitgebreide reactie op dit rapport, maar wij moeten daar natuurlijk nog op wachten. De vraag is of wij bewoners van onveilige huizen kunnen helpen om nu al ongelukken te voorkomen. Ik dien daarom een motie in waarin wordt gevraagd om een onderzoek naar de mogelijkheid van een apk voor woningen. Die apk hoeft natuurlijk niet ieder jaar te worden uitgevoerd; dat kan om de vier jaar gebeuren. Ik begrijp dat sommige fracties moeite hebben met een verplichte apk. Daar heb ik in deze motie rekening mee gehouden. We beginnen nu gewoon met een onderzoek en we bekijken wat mogelijk is en hoe dat vormgegeven kan worden. Een verplichting is dus nog niet aan de orde.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de volksgezondheid bedreigd wordt door onder meer brand en koolmonoxidevergiftiging in woningen;
constaterende dat uit het onderzoek van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid naar koolmonoxideongevallen blijkt dat 46% van de ongevallen gebeurt met een cv-installatie, waarvan het merendeel modern en goed onderhouden is;
constaterende dat een pilot in de gemeente Utrecht laat zien dat 60% van de woningen niet voldoet aan de keuringseisen voor wooninstallaties;
verzoekt de regering om samen met de verzekerings- en installatiebranche te onderzoeken hoe een periodieke keuring van wooninstallaties mogelijk gemaakt kan worden en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van der Linde (VVD):
Kan de heer Bashir aangeven in hoeverre dit voorstel verschilt van het onderhoudscontract dat ik toch al heb voor mijn cv?
De heer Bashir (SP):
Tijdens het debat hebben wij hier uitgebreid over gesproken. De heer Van der Linde heeft een onderhoudscontract, maar heel veel anderen hebben dat niet. Ik ben natuurlijk trots op de heer Van der Linde omdat hij goed voor zichzelf zorgt, maar er zijn ook mensen die minder goed voor zichzelf zorgen of voor wie minder goed wordt gezorgd. Ik heb het dan bijvoorbeeld over studenten, ouderen of mensen in verzorgingshuizen. Ik wil dat ook die groepen zo'n onderhoudscontract hebben. Dit is misschien meer geformaliseerd en voorzien van een certificaat, maar daardoor weet je in ieder geval zeker dat wordt voldaan aan de eisen die worden gesteld.
De heer Van der Linde (VVD):
Wordt dit wel of niet van bovenaf opgelegd?
De heer Bashir (SP):
Zoals ik in mijn inbreng zei, heb ik rekening gehouden met hetgeen onder anderen de heer Van der Linde heeft ingebracht. Hij wil niet dat dit verplicht wordt gesteld. Dit is overigens geen motie waarin zaken meteen worden verplicht. We gaan gewoon even onderzoeken wat wij nu het beste kunnen doen en welke eisen gesteld moeten worden. Vervolgens stuurt de minister een voorstel naar de Kamer en dan hebben wij het er nog een keer goed over. Ik hoop zo de heer Van der Linde mee te krijgen.
De heer Van der Linde (VVD):
Voorzitter. Brand is ongeveer het ergste wat je kan overkomen. Ik heb ooit een brandje meegemaakt en ik denk niet licht over brandveiligheid. Je kunt die echter prima zelf regelen, of in overleg met een vereniging van eigenaren of eventueel met de woningcorporatie. Voor €300 koop je een veilige inductiekookplaat. Voor een tientje koop je een rookmelder. Voor €60 koop je een rookmelder die aangesloten is op je smartphone en die zelf meldt dat hij nieuwe batterijen nodig heeft. Inventieve, maatschappelijk verantwoorde bedrijven pakken dit op. Daarnaast voert het kabinet een prima beleid voor bewustwording en preventie. Wie slecht ter been is en bij een brand niet weg kan komen, kan gericht worden ondersteund op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning.
Tijdens het AO heb ik collega's horen pleiten voor een verplichte inspectie aan huis voor iedereen boven de 65 of 75 jaar. "Pa, ma, vanmiddag komt de meneer jullie huis inspecteren. Dat is niet omdat er iets aan de hand is, maar omdat jullie 75 zijn en niet meer zelf mogen nadenken." De VVD gruwt van een overheid die als uitgangspunt heeft dat je bij mensen achter de voordeur moet kijken. Ik dien daarom de volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat brandveiligheid een zaak van groot maatschappelijk belang is waarbij iedere Nederlander een verantwoordelijkheid heeft voor zijn eigen omgeving en die verantwoordelijkheid naar eigen inzicht invult;
overwegende dat oudere Nederlanders daarbij niet betutteld willen worden, en al helemaal niet op grond van een leeftijdsgrens;
verzoekt de regering, het huidige beleid voor brandpreventie en -voorlichting voort te zetten, en op geen enkele wijze verplichtingen op te leggen die discrimineren op grond van leeftijd,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van der Linde (VVD):
86% van de 80-plussers woont zelfstandig, in een gewoon huis. De VVD stáát voor die mensen, die gewoon hun eigen leven willen leiden en niet gekoeioneerd wensen te worden.
De heer Koolmees (D66):
Voorzitter. Ik val vandaag in voor mijn collega Vera Bergkamp, die dit AO heeft gedaan.
Als de veiligheidsregelgeving binnen de bouw tekortschiet, kunnen er slachtoffers vallen. Dat is helaas gebeurd bij branden in zwembaden en bijvoorbeeld bij de gasexplosie in Diemen. D66 wil een motie indienen omdat men veel meer moderne oplossingen zou kunnen inzetten om het ouderwetse probleem van brand op te lossen. Mijn eerste motie luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het aantal ouderen dat slachtoffer wordt van brand in eigen huis bij ongewijzigd beleid de komende jaren zal toenemen;
constaterende dat hiervoor snel oplossingen gevonden moeten worden;
constaterende dat domotica, die de veiligheid en leefbaarheid in huis sterk kunnen bevorderen, in opmars zijn;
verzoekt de regering, in de maatregelen die nu worden genomen om domotica te stimuleren, brandveiligheid expliciet mee te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Koolmees (D66):
Bij de gasexplosie in Diemen kwamen twee mensen om en vielen vijftien gewonden. Een van de oorzaken was het feit dat huisaansluitingen niet zijn opgenomen in de Wion, de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten. Diemen is niet het enige ongeval dat om deze reden heeft plaatsgevonden. Men graaft vaak door om onbekende gasleidingen te kunnen vinden, maar gelukkig vallen daarbij meestal geen doden. Het opnemen van de huisaansluitingen in de Wion zal nog acht jaar duren. Dat vindt D66 te lang. Vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten, Wion, geen huisaansluitingen zijn opgenomen en dat dit heeft geleid tot verscheidene ongevallen, waarbij soms doden zijn gevallen;
constaterende dat daarom huisaansluitingen dringend in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten dienen opgenomen te worden;
verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat alle huisaansluitingen binnen een termijn van maximaal vijf jaar in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten zijn opgenomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Albert de Vries (PvdA):
Voorzitter. Tijdens het algemeen overleg bespraken we enkele alarmerende rapporten. De kabinetsreactie op het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid was helaas nog niet beschikbaar. Uit dat rapport blijkt dat koolmonoxide een echte sluipmoordenaar is en dat deze sluipmoordenaar tot ieders verrassing ook op kan treden bij nieuwe verwarmingsketels en ketels waarbij normaal periodiek onderhoud plaatsvindt. Wij gaan ervan uit dat het kabinet de drie zeer stellige adviezen van de onderzoeksraad zal opvolgen. Wij wachten met belangstelling de brief van het kabinet af. Wanneer kunnen wij die verwachten?
Ik wil de minister danken voor de toezeggingen die hij tijdens het AO heeft gedaan met betrekking tot het rapport van de Brandweeracademie over de verhoogde risico's die ouderen lopen bij brand. Wij wachten met belangstelling de analyse af waaruit zal blijken of er een goede definitie gevonden kan worden van voor mensen met een beperking aangepaste woningen en welke preventieve maatregelen de minister daarvoor noodzakelijk acht.
Wij wachten ook de brief van de minister af waarin hij zal rapporteren over de uitkomsten van het overleg met de staatssecretaris van VWS over zijn toezegging om te bekijken op welke manier brandveiligheid betrokken kan worden bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning.
Naar de mening van de Partij van de Arbeid is het wenselijk om de mogelijkheden voor een algemene periodieke keuring, een apk, voor woningen te onderzoeken. Als het aan ons ligt, gebeurt dit samen met de installatie- en verzekeringsbranche. Tijdens het algemeen overleg kondigde ik aan daarover een motie te zullen indienen. De motie van de heer Bashir bleek uiteindelijk echter beter dan die van mijzelf en daarom heb ik ervoor gekozen om zijn motie mede te ondertekenen.
Ik zeg tegen de heer Van der Linde: met de motie wordt een apk mogelijk gemaakt en die apk is echt breder dan uw onderhoudscontract voor de ketel. Het lijkt ons de mooiste weg als we die apk niet verplicht stellen, maar mee laten nemen door de verzekeringswereld. Daarmee wordt de eigen verantwoordelijkheid van mensen ondersteund en niet ingeperkt.
De heer Ronnes (CDA):
Voorzitter. We hebben terecht een uitgebreid debat gehad over de brandveiligheid bij de huisvesting van senioren. Naar aanleiding van dit debat hebben wij twee moties geformuleerd. Een van de moties gaat over een soort vrijwillige keuring. Het betreft geen apk; ze lijkt een beetje op het politiekeurmerk dat we al kennen. Deze motie luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat periodieke keuring op brandveiligheid van woningen en complexen waar veel ouderen wonen, zinvol kan zijn om de schade door brand te beperken en dat ook verzekeringsmaatschappijen daarbij gebaat zijn;
verzoekt de regering, in overleg te treden met betrokkenen zoals de VNG, Brandweer Nederland en de verzekeringssector teneinde de mogelijkheden van een vrijwillige periodieke keuring van woningen en complexen waar ouderen wonen, in combinatie met verlaging van de verzekeringspremie, nader te onderzoeken en de Kamer daarover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de bouwregelgeving beter dient aan te sluiten op de ontwikkeling dat meer burgers met zwaardere beperkingen zelfstandig wonen;
overwegende dat naar deregulering van regels wordt gestreefd in het nieuwe Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl);
verzoekt de regering, de brandveiligheidsvoorschriften in het Bbl te bespreken met instanties als leder(in), PCOB, Unie KBO, Woonbond en VACpunt Wonen, waarbij bezien wordt hoe deze voorschriften beperkt maar effectief en doelgericht dienen te zijn ten aanzien van ouderenhuisvesting, én de Kamer daarover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Hiermee is een einde gekomen aan de inbreng van de zijde van de Kamer. We schorsen een ogenblik, want ik zie dat de minister enkele van de moties nog moet krijgen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Minister Blok:
Voorzitter. Ik begin met te constateren dat de woordvoerders Wonen niet alleen hier fris en fruitig het licht hebben uitgedaan maar hier ook weer fris en fruitig aanwezig zijn. Dat is goed om te zien.
De voorzitter:
Net als de minister, overigens.
Minister Blok:
Ze zijn daarbij bovendien zeer productief. Ik zal de negen ingediende moties van mijn reactie voorzien. In de motie op stuk nr. 122 van de heer Krol wordt de regering verzocht om het plaatsen van rookmelders ook in de woningen van voor 2003 verplicht te stellen. Net als ik in het AO al zei, vind ik dit een grote inbreuk in de huiselijke sfeer van mensen. Ik vind het ook niet effectief omdat ik niet van buiten kan beoordelen of mensen ook de batterijen verwisselen en de rookmelder niet afplakken. Bovendien heb ik ook geen inspectiemogelijkheden om een verplichting te controleren. Alles bij elkaar opgeteld is dat voldoende reden om deze motie te ontraden.
In de motie op stuk nr. 123 wordt de regering verzocht om het definiëren van een seniorencomplex en zorgwoning te betrekken bij de aanpassing van het Bouwbesluit. Hiermee krijg ik eigenlijk een vraag terug die ik bij de heer Krol had neergelegd in het AO. Ik had aangegeven dat het begrip zorgcomplex wel te definiëren is, maar het begrip ouderenwoningen niet. De meeste ouderen wonen gewoon in eengezinswoningen en appartementen, net als wij allemaal. Deze motie biedt daar geen enkele oplossing voor en laat het probleem voortbestaan, dus ook deze motie ontraad ik.
De derde motie van de heer Krol, op stuk nr. 124, gaat over drie ministeries die betrokken zijn bij brandveiligheid, te weten het ministerie voor Wonen en Rijksdienst, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Veiligheid en Justitie. In de motie wordt gevraagd om een coördinerend ministerie aan te wijzen. Aan de betrokken ministeries zou de heer Krol nog kunnen toevoegen het ministerie van Economische Zaken, in verband met de verantwoordelijkheid voor gasleidingen, en het ministerie van Binnenlandse Zaken in verband met de verantwoordelijkheid voor binnenlands bestuur en de toezichthoudende functies die gemeentes hierop hebben. Op het woord "coördinerend" kan niemand tegen zijn, maar in de praktijk is het een onding. De Kamer wil immers wetgeving behandelen met de minister die daarover gaat, ook als dat niet de coördinerende minister is. Als het gaat om de toezichthoudende rol van gemeenten willen de woordvoerders Binnenlandse Zaken dat echt met de minister van Binnenlandse Zaken bespreken. Als het gaat om het Bouwbesluit willen de desbetreffende woordvoerders dat met mij bespreken. Als het gaat om regelgeving voor leidingen in Nederland willen de woordvoerders Economische Zaken dat met de minister van Economische Zaken bespreken. Waar het gaat om het begrip "coördinerend minister" kan ik ook verwijzen naar wat mevrouw Bergkamp daarover de vorige keer vroeg, in de zin dat mocht zij ooit als minister gevraagd worden, dan geldt: hoed u voor het begrip "coördinerend minister", want in de praktijk werkt het niet. Kortom, ik ontraad deze motie.
Dan kom ik op de motie van de heer Bashir op stuk nr. 125. De heer Bashir gaf aan begrepen te hebben dat een groot aantal collega-Kamerleden, net als ik overigens, niet zijn voor een verplichte apk omdat ook die sterk ingrijpt in de privésfeer en bovendien mensen op kosten jaagt. Hij formuleerde het aldus: we beginnen met een onderzoek en een verplichting is nog niet aan de orde. Als het zo wordt aangekondigd in een motie kan er echter geen misverstand bestaan over het uiteindelijke doel van de motie, namelijk een inleiding naar een verplichting. Ik heb al aangegeven dat ik daar niet voor voel. Om die reden ontraad ik de motie.
De heer Bashir (SP):
Dan neem ik het woordje "nog" terug en behoeven we het daar dus niet meer over te hebben. De minister moet natuurlijk niet zoeken naar intenties die nu nog niet in de motie zijn geformuleerd. Uiteraard weet de minister dat wij bepaalde wensen hebben op dit terrein, maar die zijn in deze motie niet geformuleerd. De motie is meer een handreiking richting de minister en als ik hem was zou ik die zeker aangrijpen.
Minister Blok:
De motie zelf verzoekt de regering om samen met de verzekerings- en installatiebranche te onderzoeken hoe een periodieke keuring van wooninstallaties mogelijk gemaakt kan worden. Dat is een zeer sturende motie. Dus ook kijkend naar de letterlijke tekst van de motie, blijf ik bij ontraden.
De heer Albert de Vries (PvdA):
De minister gaat dan voorbij aan de bijdrage die ik in het debat heb geleverd waarbij ik uitsprak dat als er een apk wordt ontwikkeld mijn voorkeur ernaar uitgaat dat die via de verzekeringswereld een plek krijgt. Ook de PvdA zit helemaal niet te wachten op een verplichte apk, maar wel op de komst van een apk die effectief is.
Minister Blok:
Ik kom zo meteen te spreken over de motie van de heer Ronnes. Die spreekt mij in ieder geval meer aan omdat die expliciet uitspreekt dat het niet gaat om een verplichting maar om het aansluiten bij de voordelen die het kan bieden voor een verzekeraar. Dat vind ik een elegantere route.
De heer Bashir (SP):
Maar dat staat ook in onze motie. Er wordt daarin wel degelijk gesproken over de verzekerings- en installatiebranche.
Minister Blok:
Zeker, maar het woord "vrijwillig" staat er niet in. Er staat wel in: hoe een periodieke keuring ingevoerd kan worden. Ik vind deze motie dan ook zeer sturend naar een eindsituatie, waarover ik dan met de heer Bashir van mening verschil, wat natuurlijk kan.
De voorzitter:
Dus het oordeel blijft ontraden.
Minister Blok:
Het oordeel blijft ontraden.
In zijn motie op stuk nr. 126 verzoekt de heer Van der Linde de regering het huidige beleid voor brandpreventie en -voorlichting voort te zetten en op geen enkele wijze verplichtingen op te leggen die discrimineren op grond van leeftijd. Daar ben ik het vanzelfsprekend mee eens. Dus deze motie zie ik als ondersteuning van beleid.
De heer Koolmees verzoekt in zijn motie op stuk nr. 127 de regering in de maatregelen die nu worden genomen om domotica te stimuleren, brandveiligheid expliciet mee te nemen. Ik ben het eens met de heer Koolmees dat daar grote kansen liggen en dat er nog grote stappen te verwachten zijn die verdergaan dan een rookmelder die alleen een piep kan geven. Deze motie beschouw ik dan ook als ondersteuning van het beleid.
De motie op stuk nr. 128 van de heer Koolmees verzoekt de regering ervoor te zorgen dat alle huisaansluitingen binnen een termijn van maximaal vijf jaar in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten zijn opgenomen. Deze wet valt onder de collega van Economische Zaken, waardoor ik de motie niet goed van een inhoudelijk oordeel kan voorzien. Ik zou de heer Koolmees dan ook willen vragen om deze motie aan te houden voor een debat met de collega van Economische Zaken.
De heer Koolmees (D66):
Dat wil ik doen.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Koolmees stel ik voor, zijn motie (32757, nr. 128) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Blok:
De heer De Vries vroeg wanneer de brief met de reactie op het rapport over koolmonoxide van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid komt. Ik hoop die brief in mei aan de Kamer te sturen. Ik wil onder meer de ervaringen in andere landen met het voorkomen van ongelukken met koolmonoxide daarin meenemen. De heer De Vries wees terecht op mijn toezeggingen in het AO dat ik zal bekijken of er in het Bouwbesluit wel een definitie voor een aangepaste woning voor mensen met een beperking kan komen en hoe wij het onderwerp brandveiligheid in de Wmo-gesprekken kunnen meenemen.
De heer Ronnes heeft ten eerste een motie ingediend waarin de regering wordt verzocht om in overleg te treden met betrokkenen zoals de VNG, Brandweer Nederland en de verzekeringssector teneinde de mogelijkheden van een vrijwillige periodieke keuring van woningen en complexen waar ouderen wonen in combinatie met verlaging van verzekeringspremie nader te onderzoeken en de Kamer daarover te informeren. Deze motie sluit door het leggen van de nadruk op vrijwilligheid aan bij wat ik voor ogen heb. Ik laat het oordeel over de motie op stuk nr. 129 dus graag aan de Kamer.
In de tweede motie van de heer Ronnes wordt de regering verzocht om brandveiligheidsvoorschriften in het Besluit bouwwerken leefomgeving, eigenlijk het nieuwe Bouwbesluit, te bespreken met instanties die zijn betrokken bij ouderen en gehandicapten om te bekijken hoe die voorschriften effectief en doelgericht kunnen zijn ten aanzien van ouderenhuisvesting. Ik beschouw deze motie op stuk nr. 130 ook als ondersteuning van beleid.
Ik hoop hiermee de vragen beantwoord te hebben en de moties van een oordeel voorzien te hebben.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik bedank de minister voor Wonen en Rijksdienst voor zijn komst naar de Kamer. Over de ingediende moties gaan wij volgende week dinsdag stemmen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20152016-68-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.