6 Vragenuur: Vragen Koşer Kaya

Vragen van het lid Koşer Kaya aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over fraude met huisadressen. 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Wie woont waar? De overheid wil het graag weten en gebruikt die gegevens voor van alles. De Basisregistratie Personen moet dan ook kloppen. De minister vindt dat hij het aardig doet. Ongeveer 97% van de inschrijvingen in de basisregistratie klopt, zegt hij. Dat betekent dat het voor ongeveer 500.000 personen niet klopt. Het televisieprogramma De Monitor besteedt aandacht aan valse inschrijvingen. Uit onderzoek bleek dat je je in veel gemeenten zonder controle op een adres kunt inschrijven; online inloggen, een adres typen en de overheid denkt dat je er woont. Om een punt te maken, probeerde presentator Teun van de Keuken zich in te schrijven op het adres van de minister. Het lukte, voorzitter, het lukte! De gemeente gaf vervolgens zelf toe dat er geen bewijs was gevraagd, omdat er was aangevinkt dat er een huurcontract zou zijn. Het wegnemen van belemmeringen bij inschrijvingen levert zo wel grote problemen op voor anderen. Het risico dat hierdoor iemand in de knel komt, is groot. Velen waarschuwen hiervoor. De Ombudsman startte in februari een onderzoek naar de zorgvuldigheid van gemeenten bij het inschrijven in de Basisregistratie Personen. De WRR en de Algemene Rekenkamer waarschuwden eerder al voor de gevolgen van foute gegevens in digitale registraties. De hamvraag vandaag is wat de minister gaat doen. Accepteert hij dat gemeenten achteroverleunen en zeggen: piept u maar als het niet klopt? Of zorgt hij ervoor dat gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen en vooraf controleren? Rotterdam doet dit al en Amsterdam gaat deze wake-upcall ook toepassen. 

Minister Plasterk:

Voorzitter. Adresfraude is een serieus probleem. Het is vaak het begin van misbruik van sociale voorzieningen of het gebruik van de naam van iemand anders om verkeerde zaken te doen. Dat staat bij gemeenten scherp op het netvlies. Er is door mijn voorvanger al jarenlang een programma op dit punt gevoerd en ik heb dit voortgezet. Ik was twee weken geleden op een werkbezoek in Bergen op Zoom, uitsluitend gewijd aan adresfraude. Gisteren was er in Nieuwegein een bijeenkomst met 50 burgemeesters over het thema adresfraude. Niemand zit achterover. Er wordt zeer serieus naar dit probleem gekeken. 97% van de adresinformatie is inderdaad correct. Dat wil niet zeggen dat van die andere 3% gezegd kan worden dat er sprake is van fraude. Het zijn over het algemeen mensen die verhuisd zijn, maar dit nog niet hebben opgegeven. Er is echter inderdaad ook een zeker aantal fraudegevallen en dat wordt zeer serieus door gemeenten aangepakt, zowel voor als na het inschrijven. Wanneer iemand op zijn adres een bericht krijgt dat er iemand nieuw is ingeschreven en dit klopt niet, dan kan hij de gemeente daarop wijzen. 

Als je in Amsterdam bij online aangifte bij een koophuis, dus niet bij een huurhuis, aanvinkt dat je een huurovereenkomst hebt, vraagt de gemeente kennelijk niet naar die huurovereenkomst. Naar ik heb begrepen heeft in Amsterdam een D66-raadslid daarover een vraag gesteld aan de wethouder, die meen ik ook van D66-huize is. Ik ben benieuwd wat het antwoord op die vraag gaat worden, namelijk of men die lijn wil voortzetten. Ik heb mij laten informeren dat je bijvoorbeeld in Rotterdam wel een huurovereenkomst moet overleggen. Ik zeg er wel bij dat dat niet betekent dat je daarmee fraude voorkomt, want iemand kan natuurlijk ook met een huurovereenkomst frauderen. Vergeet niet dat de aangifte die in Amsterdam is gedaan in het geval waarnaar mevrouw Koşer Kaya verwijst, natuurlijk frauduleus is omdat er iets ten onrechte is aangevinkt. Het is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de gemeenten hoe zij aan de ene kant hun burgers zo goed mogelijk bedienen en aan de andere kant fraude zo goed mogelijk bestrijden. Ik ben wat dat betreft even benieuwd als mevrouw Koşer Kaya wat men op dit punt in Amsterdam gaat doen. Ik zal dat nauwlettend in het oog houden. 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

De minister bagatelliseert het probleem. Ik vind het geweldig dat de minister dit thema agendeert en daarover spreekt in het land, maar het probleem bestaat. Er is nog geen oplossing, terwijl de oplossing simpel is. Ik zeg met de WRR en de Algemene Rekenkamer dat dit probleem is op te lossen aan de voorkant. Als je dit niet doet, dan krijg je grotere problemen die je niet meer recht kunt trekken. Waarom wordt het voorbeeld van Rotterdam niet gevolgd? Waarom zegt de minister niet: ik ga er nu voor zorgen dat er aan de voorkant wordt gecontroleerd, zodat we het probleem niet aan de achterkant hoeven op te lossen, met als gevolg dat het soms helemaal niet meer oplosbaar is? De vraag is simpel. Gaan we vooraf controleren, volgen we hoe Rotterdam het doet of niet? 

Minister Plasterk:

Ik besteed elk jaar 13 miljoen euro aan het programma gericht op het bestrijden van identiteitsfraude. Er is een Centraal Meldpunt Identiteitsfraude op BZK, dat veel wordt ingeschakeld. Er is niet één simpele oplossing. Ik heb dat net al gezegd. Stel dat je op voorhand vraagt om een huurcontract, dan kunnen mensen daarmee frauderen. Je moet op veel meer fronten werken dan met één simpele oplossing. Ik doe veel werkbezoeken in het land op het terrein van adresfraude. Ik nodig mevrouw Koşer Kaya uit om een keer mee te gaan en in gesprek te gaan met de mensen van burgerzaken om eens te horen op welke verschillende manieren wordt geprobeerd om fraude te plegen. Dan zal het haar helder worden dat er hard aan wordt getrokken en niemand het bagatelliseert en dat het niet simpel met één maatregeltje op te lossen is. 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Als Rotterdam het kan, dan kan de rest van Nederland het ook. Ik blijf erbij dat deze minister de problemen bagatelliseert en onderschat. Ik weet dat de minister tijd genoeg heeft. Ik vind het buitengewoon jammer dat hier niet snel werk van wordt gemaakt. Voor mijn part komt de minister met een plan van aanpak om zo snel mogelijk controle vooraf mogelijk te maken. 

Minister Plasterk:

Ook in Rotterdam wordt helaas fraude gepleegd. Dat weet het gemeentebestuur van Rotterdam ook. Er zijn veel verschillende manieren om dat te doen. Ik ben ook in Rotterdam op werkbezoek geweest, bijvoorbeeld bij huisbezoek waarmee men fraude probeert op te sporen op basis van allerlei signalen. Ik nodig mevrouw Koşer Kaya uit om zich daar wat uitgebreider in te verdiepen. Ik wil echt de indruk bij haar wegnemen dat je met één simpele maatregel adresfraude kunt oplossen, want dan hadden gemeenten dat allang gedaan. 

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

De minister is de coördinerend minister. Hij kan met een plan van aanpak komen. Hij kan aangeven wat de problemen zijn en hoe ze zijn op te lossen. Dat hoor ik hem niet zeggen. Wat mij betreft heeft hij er tijd genoeg voor om dat snel naar de Kamer te sturen. 

Minister Plasterk:

Ik kan het blijven zeggen. Het correct bijhouden van de gemeentelijke basisadministratie — het woord zegt het al — is natuurlijk primair de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Daarnaast is er een uitgebreid landelijk programma waarin wij goed samenwerken, gisteren met het Genootschap van Burgemeesters in Nieuwegein — u had erbij moeten zijn; dan had u het kunnen zien — met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en met gemeentebesturen om de fraude te bestrijden. Dat is een ernstig probleem en daar wordt hard aan getrokken. 

De voorzitter:

Hiermee zijn wij aan het eind gekomen van dit vragenuur. We gaan zo dadelijk stemmen. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven