5 Vragenuur: Vragen Van Raak

Vragen van het lid Van Raak aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over politiek niet neutrale stempassen voor het referendum. 

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. De bevolking heeft gevraagd om een referendum. De minister beloofde dat hij dat goed zou organiseren, maar het is een rommeltje. Dat begon met de stemhokjes. In veel gemeenten vindt de burgemeester het referendum niet belangrijk, dus komen er veel minder stemhokjes. De gemeenten klaagden over geld. De gemeenten kregen meer geld, maar er kwamen niet genoeg stemhoekjes. Sommige gemeenten, zoals Zutphen, besloten het geld voor het referendum gewoon voor heel andere dingen te gebruiken. Mensen moesten zelfs naar de rechter. Ook dat werd een warboel. Son en Breugel moet van de rechter wel meer stembureaus inrichten, Oldenzaal niet. Hoe kan dat? Daarna begon het gedoe over verkiezingsborden. Nu krijgen we gedoe over stempassen. 

In verschillende gemeenten krijgen kiezers niet alleen een stempas, maar ook een stemadvies, door een werkelijk tenenkrommende samenvatting van wat voor- en tegenstanders zouden vinden. Gemeenten gebruiken ongeveer dezelfde teksten. Wie heeft die bedacht? Heeft de minister die soms bedacht? Sommige gemeenten, zoals Goeree-Overflakkee, geven in ieder geval beide argumenten. Andere gemeenten, zoals Westland, geven van het tegenargument de helft weer. En weer andere gemeenten, zoals Zeist, laten het tegenargument gemakshalve weg. 

De minister beloofde dat dit referendum goed zou worden georganiseerd, maar het is een rommeltje. Hoe gaat de minister dit verbeteren? Hoe gaat hij voorkomen dat de voorkeur van de burgemeester belangrijker is dan onze democratie? Is de minister bereid om buitenlandse waarnemers uit te nodigen om te bezien of dit gerommel met het referendum wel door de beugel kan? 

Minister Plasterk:

Voorzitter. Een paar gemeenten, waaronder Westland en Veldhoven, hebben behalve de stempas ook een formulier gestuurd waarop de adressen van de stembureaus zijn vermeld. Normaal staan die gegevens op de kandidatenlijst, maar die is er niet. Daarom hebben gemeenten de adressen apart vermeld. Zij dachten: laten we op de achterkant nog even kort samenvatten waar het referendum over gaat. 

In januari heeft de Referendumcommissie alle gemeenten aangeschreven. Zij heeft geschreven dat het het beste zou zijn wanneer gemeenten voor de inhoud zouden verwijzen naar de website van de Referendumcommissie. Daar staat een stuk op van tien pagina's, maar deze gemeenten hebben kennelijk gedacht: laten we een korte samenvatting daarvan leveren. Die samenvattingen heb ik erbij gepakt. Ik heb ook de bezwaren erbij gepakt die door GeenStijl daaraan zijn verbonden. Eerlijk gezegd vind ik dat er spijkers op laag water worden gezocht. In datgene wat is aangeleverd, staat bijvoorbeeld dat de doelstelling van het akkoord het brengen van stabiliteit en veiligheid is. Dan zegt men erbij: het sluiten van het verdrag zorgt juist voor onveiligheid. Ik wil hier geen debat voeren over de vraag waar het voor zorgt, maar ik concludeer wel dat de zinsnede in de samenvatting direct is ontleend aan het materiaal dat door de onafhankelijke Referendumcommissie is aangeleverd. Als je een stuk van tien pagina's samenvat op één kantje, zullen mensen altijd zeggen dat sommige argumenten ontbreken. Maar ik vind het niet goed om het in deze woorden af te schilderen. Recentelijk heb ik wel tegen gemeenten gezegd: probeer weg te blijven van al dat soort discussies door zo veel mogelijk naar de informatie van de onafhankelijke Referendumcommissie te verwijzen. 

De heer Van Raak (SP):

Het probleem is dat we burgemeesters hebben met een mening, die niet alleen een stempas sturen maar ook die mening. In sommige gevallen worden tenenkrommende argumenten, die blijkbaar niet door de minister zijn geformuleerd maar door de Referendumcommissie, bij de stempas gevoegd. In de meeste gevallen worden de tegenargumenten voor het gemak weggelaten. Het is niet de bedoeling dat burgemeesters politiek gaan voeren. Het is de bedoeling dat burgemeesters het referendum organiseren. De minister heeft beloofd dat het goed zou worden georganiseerd. Is het vanaf nu dan ook uit met burgemeesterspropaganda op de stempassen? Is dat nu klaar? Gaat de minister aan de gemeenten meedelen dat het klaar is en dat ze dat niet meer moeten doen? 

Is het ook uit met de gênante juridische procedures om überhaupt genoeg stemhokjes te krijgen? Wat vindt de minister ervan dat de ene rechter, in het geval van Son en Breugel, zegt dat er meer stembureaus moeten komen, maar dat een andere rechter, in het geval van Oldenzaal, zegt dat het helemaal niet nodig is dat er meer stembureaus komen? Vindt de minister dat de regie voor de organisatie van het referendum bij rechters moet liggen, die er ook nog eens verschillend over denken? Of vindt hij dat een verantwoordelijkheid voor hemzelf? 

Wat vindt hij ervan dat geld dat is bedoeld voor het referendum door klagende gemeenten, door klagende burgemeesters in eigen zak wordt gestoken? Wat vindt hij van het argument van gemeenten dat zij veel te weinig geld hebben om voldoende stembureaus in te richten? Gemeenten zeggen ook: wij hebben veel te weinig geld om onze mensen op een fatsoenlijke manier ja of nee te laten zeggen. Dat terwijl gemeenten het geld in hun eigen zak steken en aan andere dingen besteden. 

Minister Plasterk:

Dat is een hele stapel vragen. Laat ik mij beperken tot hetgeen waarnaar de heer Van Raak in eerste instantie vroeg, namelijk het formulier. Ik vind het werkelijk misplaatst om te zeggen dat het tenenkrommend is of dat het propaganda is. Ik heb er net ook een voorbeeld van gegeven. Dan nog kun je je afvragen of het verstandig is om überhaupt aan de inhoud te komen. Maar ik zou willen dat het debat zich de komende weken zal toespitsen op de inhoud van het associatieovereenkomst, de argumenten voor en de argumenten tegen, en dat we weggaan van wc-papieracties of vragen over de onafhankelijke rechterlijke macht. Wat moet ik in hemelsnaam met vragen over de rechterlijke macht? Er is de scheiding der machten; dat weet de heer Van Raak heel goed. Laten we ons richten op de inhoud van datgene wat voorligt. 

De heer Van Raak (SP):

Ik ben daarmee begonnen. Ik ben met dat inhoudelijke debat over dat verschrikkelijke verdrag begonnen. Wij hebben de aftrap gehad als SP. Wij gaan er een groot succes van maken. Wij hebben echter last van referendumorganisaties die namens mij gaan bepalen wat mijn tegenargumenten zijn en die ook nog eens bij de stempas gaan voegen. Ik heb daar last van. Ik wil een inhoudelijke campagne gaan voeren en dat moet de Referendumcommissie niet voor mij gaan doen. Er zijn heel veel problemen. Ik noemde al de stembureaus, de stempassen en de verkiezingsborden. Het is niet fatsoenlijk, het is een rommeltje. Daarom vraag ik of de minister bereid is om buitenlandse waarnemers uit te nodigen om te bekijken of dit gerommel met het referendum door de beugel kan. 

Minister Plasterk:

Ten derden male, ik verzet mij tegen het beeld van gerommel met het referendum. Ik heb veeleer het idee dat een aantal fracties, waaronder kennelijk die van de heer Van Raak, elke gelegenheid aangrijpt om de indruk te wekken dat het allemaal zo'n rommel is. Er is een kort geding geweest over de subsidie aan de stembureaus. Dit is door de Staat der Nederlanden gewonnen, laten we daar helder in zijn. Er wordt herhaaldelijk verwezen naar het formulier van de gemeente Westland. Ik heb daarnaar gekeken. Het is een korte samenvatting, maar wel een die ik heel redelijk kan herleiden naar de uitgebreidere samenvatting van de onafhankelijke Referendumcommissie. Natuurlijk kun je zeggen dat alle argumenten er niet op staan, maar dat zullen de voorstanders waarschijnlijk ook zeggen. 

Naar boven