29 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 

34300-XVI-37; 34000-XIII-118; 33043-17; 32849-67; 31239-159; 31239-158; 34000-XVII-32; 34000-XVII-31; 34000-VIII-51; 32735-134; 26485-205; 33495-89; 34300-XIII-50. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Dierziekten en antibioticagebruik, met als eerste spreker het lid Wassenberg namens de Partij voor de Dieren; 

  • -het VAO Voorstellen van de Europese Unie ter uitvoering van de BEPS-afspraken, met als eerste spreker het lid Merkies namens de SP. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Bashir. 

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Bij de behandeling van het Belastingplan 2016 is een motie aangenomen waarin het kabinet wordt verzocht om bij het Belastingplan van dit jaar een voorstel uit te werken om per 2018 de vermogensrendementsheffing om te zetten in een vermogenswinstbelasting, zodat niet iedereen over een fictief percentage belasting betaalt, maar over werkelijk gemaakte rentes en winsten op de rekeningen. Afgelopen week heeft de ECB besloten om de rente verder te verlagen. Tegelijkertijd hebben we een brief van de staatssecretaris van Financiën gekregen. Daarin staat dat hij pas bij het Belastingplan een voortgangsrapportage naar de Kamer wil sturen. Dat is niet wat de Kamer vroeg. Wij vroegen om een uitgewerkt wetsvoorstel. 

De voorzitter:

Maar wat is op dit moment uw vraag? 

De heer Bashir (SP):

Ik wil graag mijn dertigledendebat over dit onderwerp omzetten in een volwaardig debat en zou graag zien dat dit snel wordt ingepland. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Ik heb de heer Bashir eerder gesteund. Dat doe ik nu ook. 

De heer Nijboer (PvdA):

De rentestanden houden politiek Den Haag bezig, want ik zie dat er in deze regeling van werkzaamheden vier verzoeken over zullen worden gedaan. Er is een verzoek nu van de heer Bashir, de heer Ulenbelt heeft een verzoek in verband met de effecten op de pensioenen. Ook de heer Krol en de heer Omtzigt zullen hier iets over aanvragen. 

De voorzitter:

Dat klopt. 

De heer Nijboer (PvdA):

Het lijkt mij praktisch om één debat te houden over de bredere effecten van het ECB-beleid op de pensioenen en de financiën. Daarbij zouden dus de bewindspersonen van Sociale Zaken en Financiën aanwezig moeten zijn. Ik wil de heer Bashir wel steunen om het dertigledendebat om te zetten in een gewoon debat, maar dan wil ik wel die vier onderwerpen tegelijkertijd bespreken, voorzitter. Dat lijkt mij voor u ook een praktische suggestie. 

De voorzitter:

Ik kijk even naar de heer Bashir. 

De heer Bashir (SP):

Mijn voorstel is om te spreken over het omzetten van de vermogensrendementsheffing in een vermogenswinstbelasting. Daar wil ik het over hebben, maar ik zou het niet erg vinden als de heer Nijboer aan het debat deelneemt en het over andere zaken gaat hebben. 

De voorzitter:

Dan wil ik expliciet van de heer Nijboer horen of hij dit verzoek steunt, dus niet het voorstel om het te verbreden. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik heb hier een beetje gepolst bij de anderen. Volgens mij is mijn voorstel een praktische oplossing, dus dat handhaaf ik. Als de heer Bashir het niet wil verbreden, steun ik het niet. 

De voorzitter:

Oké. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Steun voor dit verzoek. De staatssecretaris moest alles op alles zetten en daar wilden wij net over debatteren. Ik heb geen groot principieel bezwaar tegen samenvoegen. Ik doe het liever apart, zeg ik tegen de heer Bashir, maar als het nodig is om het überhaupt te kunnen bespreken, dan zal hij dat wellicht zo ook nog even wegen. 

De heer Harbers (VVD):

Het tussenvoorstel van de heer Nijboer vinden wij een heel praktisch verzoek. Dat impliceert dat de heer Bashir wel zijn verzoek moet verbreden. Dan hebben wij een debat over alle aspecten van de renteverlaging door de ECB. 

De voorzitter:

Dat doet de heer Bashir dus niet. 

De heer Harbers (VVD):

Ik steun dus niet het voorstel van de heer Bashir sec, maar alleen als hij bereid is om het te verbreden, zoals de heer Nijboer zojuist heeft voorgesteld. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik sluit mij kortheidshalve aan bij de collega's van de PvdA en de VVD. 

De heer Bashir (SP):

Ik vind het op zich niet erg. Wij kunnen het erover hebben, maar dan wil ik ook aan het debat deelnemen. Dan zal ik het grootste deel van mijn tijd over de vermogensrendementsheffing spreken. Als anderen het ergens anders over willen hebben, is dat hun goed recht, maar dan moeten we ook meer bewindspersonen uitnodigen, namelijk de minister van Financiën, de staatssecretaris van Financiën en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 

De voorzitter:

U hebt geen steun voor uw verzoek om het apart te doen, als ik het tot zover mag beoordelen. Mijnheer Van der Staaij, doe eens een briljant voorstel. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Mijn briljante voorstel is eigenlijk al gedaan, namelijk dat de heer Bashir de eer gegund wordt om door verbreding van zijn verzoek een flink aantal andere verzoeken overbodig te maken en daarmee het debat te krijgen. Ik zeg: steun, als hij bereid is om het te verbreden. Als hij het blijft beperken, dan zal ik bij een ander debat moeten proberen om die verbreding te krijgen. 

De voorzitter:

Dan ga ik toch het rijtje af. 

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor het verzoek van de heer Bashir, maar als de rest het wil verbreden, willen wij dat ook steunen. 

De heer Krol (50PLUS):

Ook steun, maar ook veel meer voorkeur voor het samenvoegen. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor de verbreding. We moeten wel even goed kijken wie daarbij aanwezig zijn. Wat ons betreft zouden dat de staatssecretaris van Financiën en de staatssecretaris van Sociale Zaken zijn. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Steun voor het verzoek. Ik geef de heer Bashir mee om het niet te verbreden, maar om zijn verzoek om een dertigledendebat over de vermogensrendementsheffing gewoon te laten staan. Dat onderwerp verdient wat mij betreft separate aandacht. We kunnen daarnaast altijd een breder debat houden over het kamikazebeleid van de ECB. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Ik steun het verzoek van de heer Bashir. Als een verbreding ervan ertoe leidt dat wij snel een breder debat hebben, is dat wat ons betreft next best en verdient dat toch steun als next best. 

De voorzitter:

Mijnheer Bashir, u hebt geen meerderheid, tenzij u uw verzoek verbreedt. Dan hebt u wel een meerderheid. 

De heer Bashir (SP):

Dan luister ik heel goed naar de collega's die vragen om het te verbreden. Daar ga ik in mee, maar dan ga ik het wel grotendeels over de vermogensrendementsheffing hebben. 

De voorzitter:

U gaat over uw eigen inbreng. 

De heer Omtzigt (CDA):

Dank aan collega Bashir dat hij het verbreedt. Dat stellen we zeer op prijs. Dan zouden wij van tevoren in staat willen zijn om een aantal vragen aan de regering te stellen. Mevrouw Klijnsma wist die niet te beantwoorden. Volgens de CDA-fractie zouden hierbij in ieder geval aanwezig moeten zijn de minister van Financiën en de staatssecretaris van Sociale Zaken. De debataanvraag is met de staatssecretaris van Financiën, dus dan komen we op drie bewindspersonen. 

De voorzitter:

Drie? Even kijken. 

De heer Omtzigt (CDA):

Twee van Financiën en de staatssecretaris van SZW. 

Verder heb ik in de commissie voor Financiën het voorstel gedaan om binnen een week of drie een hoorzitting te organiseren over het rentebeleid van de ECB en om daarbij de president van de Nederlandsche Bank en een aantal hoogleraren uit te nodigen. Het zou fijn zijn als dat in de tijd voor dit debat geschiedt. Dat kan dan een week later worden ingepland. 

De voorzitter:

U doet twee oproepen, mijnheer Omtzigt. De schriftelijke vragen moeten echt via de commissie. Dat geldt ook voor de hoorzitting. Beide zaken moeten via de commissie. 

De heer Omtzigt (CDA):

Nou, ik stel de schriftelijke vragen voor dit debat. Dan hoort het bij dit debat, dus dan doen we het verzoek ook hier. Het voorstel ten aanzien van de hoorzitting zal ik in de commissie doen, maar ik doe u nu een planningsverzoek zodat u er rekening mee kunt houden dat dit erachteraan komt. 

De voorzitter:

Ja, daar zal ik zeker rekening mee houden. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voor de rest ging het inderdaad over de bewindspersonen. 

De voorzitter:

Ja, dank u wel. Ik zie veel leden bij de interruptiemicrofoon staan. Wat is de bedoeling? Jullie zijn allemaal al aan de beurt geweest. U wilt het mij makkelijk maken, mijnheer Krol? 

De heer Krol (50PLUS):

Nu het debat verbreed wordt, voorzitter, maak ik het u makkelijk en trek ik mijn verzoek in. 

De voorzitter:

Dat is heel fijn. Dat is inderdaad winst voor de regeling. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Nu ook de pensioenen zijn toegevoegd, wil ik in het verlengde van wat er in het vragenuur is gewisseld graag een brief van de staatssecretaris ontvangen over de uitkomsten van haar gesprek met de Nederlandsche Bank en de maatregelen die zij eventueel voornemens is te treffen. Dan kunnen we dat betrekken bij het debat, want anders praten wij zonder te weten wat het kabinet van plan is. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Het verzoek van de heer Omtzigt om een hoorzitting moet nog behandeld worden in de procedurevergadering. Dat is dus nog niet gedaan. Ik zeg dat toch maar even voor de goede orde. Nogmaals, ik blijf de heer Bashir steunen. Als het allemaal wordt samengevoegd, vind ik dat prima, maar dan wel met drie bewindspersonen. 

De voorzitter:

Oké. 

De heer Bashir (SP):

Het is nu wel heel breed geworden. Daarom stel ik voor om ook de spreektijden uit te breiden naar zes minuten. Dan kunnen we uitgebreid met de bewindspersonen daarover spreken. 

De voorzitter:

Ik kijk even rond. Er wordt ja geknikt, dus u hebt een meerderheid voor dit verzoek. Ik geleid het stenogram van dit deel van de vergadering door naar het kabinet. Ik zeg erbij dat hoe meer bewindspersonen worden uitgenodigd voor een debat, hoe ingewikkelder het wordt om een tijdstip te vinden waarop iedereen kan; dat even ter attentie. 

Ik zie dat de heer Ulenbelt al klaarstaat. 

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Mijn voorstel is natuurlijk helemaal overruled door wat hiervoor is gebeurd. 

De voorzitter:

Dat vermoedde ik al. 

De heer Ulenbelt (SP):

Ik vind dat helemaal niet erg, dus ik ben even naar het spreekgestoelte gekomen om te zeggen dat ik dit verzoek intrek. 

De voorzitter:

U steunt de heer Bashir. Dank u wel. Geldt dat ook voor de heer Omtzigt? Ja. Dit gaat heel goed! 

Dan geef ik nu het woord aan de heer Koolmees namens D66. 

De heer Koolmees (D66):

Mevrouw de voorzitter. Afgelopen zaterdag stond op de voorpagina van Het Financieele Dagblad een artikel met de kop: Balans tussen jong en oud raakt zoek. De kern van dit verhaal is dat de spreiding van het inkomen over iemands levensloop in Nederland erg scheef is. Het Centraal Planbureau heeft vorige week hierover een analyse gepubliceerd met verschillende opties om het inkomen beter te spreiden over het leven. Mijn verzoek is als volgt: in eerste instantie een brief van het kabinet waarin een reactie wordt gegeven op de analyse en de beleidsopties van het Centraal Planbureau en vervolgens een debat met de minister van Financiën en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 

De voorzitter:

Wie hierover? De heer Nijboer. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik ben zeer voorstander van een brief. Ik wil dan even zien of dat wat erin staat, zich ervoor leent om bij de Voorjaarsnota te betrekken of dat er een apart debat nodig is. Op dit moment verleen ik geen steun aan een debat. 

De heer Harbers (VVD):

Daar sluit ik me bij aan. Ik ga akkoord met een brief. Het lijkt me inderdaad een heel goede suggestie om zo'n brief te zijner tijd te betrekken bij een ander financieel-economisch debat, zoals dat over de Voorjaarsnota. 

De heer De Graaf (PVV):

Daar sluit ik me bij aan. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik ook. 

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ik steun het verzoek. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Steun voor het verzoek. 

De heer Ulenbelt (SP):

Een brief is heel welkom. 

De heer Koolmees (D66):

Ik heb het goed gehoord, voorzitter. We vragen om een brief, maar die moet dan wel graag in april binnen zijn, zodat we hem kunnen betrekken bij het debat over de Voorjaarsnota. 

De voorzitter:

Dan stel ik voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Leijten. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. We moesten van de NOS vernemen dat TSN Thuiszorg deze week toch echt failliet gaat. Daarover wil ik graag een debat met de staatssecretaris. Een derde van de mensen is overgenomen. Dan heb ik het zowel over de zorg als over de medewerkers. Nog steeds verkeren tienduizenden mensen in onzekerheid over de vraag of hun zorg doorgaat. Zeker meer dan 8.000 mensen vragen zich af of zij nog een baan hebben. Ik wil hierover graag een debat met de staatssecretaris. 

Mevrouw Agema (PVV):

Ik vraag niet zo vaak om een brief, maar die vraag ik in dit geval wel. Ik wil de staatssecretaris vragen of hij dit bericht in de context kan plaatsen van zijn vele honderden miljoenen aan bezuinigingen. Voor de rest wil ik het debat graag steunen. Graag wil ik dat dat spoedig plaatsvindt, want dit is een soort dominosteen: de eerste valt en de rest ook. Daarom ontvang ik graag morgen of overmorgen een brief met duiding van de staatssecretaris. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook GroenLinks maakt zich zorgen over wat dit betekent voor de huishoudelijke zorg voor veel mensen en voor het werk van de mensen die deze huishoudelijke zorg leveren. GroenLinks steunt dus ook het verzoek van de SP. 

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Ook de Partij van de Arbeid maakt zich zorgen. Daarom steunen wij het debat, maar het lijkt mij wel verstandig dat we eerst een brief krijgen. Aan de hand daarvan kunnen wij beoordelen wanneer het debat het best kan worden ingepland. Wij willen dat in die brief wordt ingegaan op de actuele stand van zaken en op de vraag welke stappen er eventueel worden gezet. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik zie nog het PvdA-congres voor me waarin de heer Van Rijn werd gezien … 

De voorzitter:

Nee, mevrouw Keijzer, ik vraag u om aan te geven of u het verzoek wel of niet steunt. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik wil het toch even zeggen. Ik zie nog het PvdA-congres voor me waarin de heer Samsom de heer Van Rijn als redder van de thuiszorg … 

De voorzitter:

Nee, mevrouw Keijzer, u kunt in het debat zeggen wat u ervan vindt. Ik verzoek u om geen voorschot te nemen op het debat. Dit is toch echt de regeling van werkzaamheden. Ik zie erop toe dat wij tijdens de regeling niet gaan debatteren. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

U laat vaker een bredere toelichting toe op de reden waarom steun wordt gegeven. Ik vind het opmerkelijk dat u dat nu niet toestaat, maar het zij zo. 

De voorzitter:

Voor iedereen geldt dat ik dit niet toesta. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

In ieder geval zie ik het tegenovergestelde gebeuren; ik zie Van Rijn niet als de redder van de thuiszorg. Ik wil graag hierover debatteren, want als er niets verandert en de tarieven te laag blijven, valt hierna de volgende weer om. Daarom steun ik het verzoek van harte. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het verzoek om een debat. Het is inderdaad goed om in de aanloop naar dat debat een brief te ontvangen. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ook D66 steunt het verzoek om een brief en het verzoek om een debat. 

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u hebt steun van de grote meerderheid, eigenlijk van iedereen. Er is ook steun voor het verzoek om een brief voorafgaand aan het debat. Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Mevrouw Leijten (SP):

Het lijkt mij goed als we die brief deze week kunnen ontvangen. 

Voorzitter, ik heb nog een verzoek. 

De voorzitter:

Ga uw gang, mevrouw Leijten. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Mensen met een laag inkomen mijden de tandarts vaker. Het lijkt mij goed dat we op dit punt een reactie krijgen van de minister en dat wij naar aanleiding daarvan een debat voeren. 

De heer Rutte (VVD):

Ik steun het verzoek niet. Wij hebben deze week een algemeen overleg over de eerstelijnszorg. Daarin kunnen dit soort zaken uitstekend worden besproken. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Zo denk ik er ook over. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik steun het verzoek om een brief. Mijn suggestie voor mevrouw Leijten is om voor te stellen weer eens een keer een algemeen overleg over mondzorg te houden. 

De voorzitter:

Dat kan ook via de commissie. Steunt u het huidige verzoek? 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Nee. 

De voorzitter:

Geen steun dus. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ook wat D66 betreft is er heel snel een mogelijkheid om hierover te spreken, namelijk bij het AO Eerstelijnszorg. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook ik heb het AO Eerstelijnszorg op de agenda zien staan. Het lijkt mij goed om dit onderwerp daarbij te betrekken. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat lijkt ons ook een goed idee. Een debat over mondzorg zou ook een goede optie kunnen zijn. 

Mevrouw Leijten (SP):

We betrekken het bij het AO Eerstelijnszorg. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

Dan geef ik het woord aan mevrouw Agnes Mulder. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. We hebben net mondelinge vragen gehad over het bericht van RTV Noord dat huizen in Groningen een miljard minder waard zijn door de aardbevingen. De minister heeft een aantal toezeggingen gedaan. Het lijkt mij belangrijk dat we die toezeggingen in de Tweede Kamer bespreken. Daarom pleit ik voor een debat hier op het moment dat de stukken aan de Tweede Kamer zijn toegezonden. Mijn fractie hecht daaraan. Ik verwacht dus eerst een brief van de minister op dit punt. Het lijkt mij goed dat we de zorgen die in Groningen heel breed leven, ook in de Tweede Kamer bespreken. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Steun van de Partij van de Arbeid. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Steun. Het zou goed zijn als we in die brief ook inzicht krijgen in de reden waarom er zulke grote verschillen zitten tussen de eerdere ramingen en de ramingen die wij nu krijgen. Van harte steun voor dit debat. 

De heer Bosman (VVD):

In ieder geval steun voor de brief, want dan wordt het duidelijk. We zien wel wat er in de brief staat en zullen dan beoordelen of het nog nodig is om een debat te voeren. Wel steun voor de brief, niet voor het debat. 

De heer Wassenberg (PvdD):

Namens de Partij voor de Dieren twee keer steun: voor de brief en voor het debat. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks steunt beide verzoeken. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor de brief en steun voor het debat. Ik zou het fijn vinden als in de brief nader kan worden ingegaan op de opkoopregeling. 

De voorzitter:

Er is net geen meerderheid, mevrouw Mulder. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik kijk even naar de collega van de SP. Zou zij steun kunnen verlenen aan dit verzoek over Groningen? Dat doet de SP over het algemeen graag. 

Mevrouw Leijten (SP):

Er gaat niets boven Groningen en in dit geval: steun voor het debat. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Dank voor deze steun. 

De voorzitter:

Daarmee is er een meerderheid voor het houden van een debat. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Ik geef vervolgens het woord aan mevrouw Bruins Slot van het CDA. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Voorzitter. Er staat een meerderheidsdebat op de agenda over het Slotervaartziekenhuis en heroïneproductie. Vandaag kregen wij het bericht, na een beter onderzoek van de antwoorden op de schriftelijke vragen, dat de minister uit geheime jaarverslagen citeert. Ik heb daarom een tweeledig verzoek. Allereerst zou ik graag een brief van de minister ontvangen met een antwoord op de vraag waarom zij uit geheime jaarverslagen citeert en op de vraag of deze, ook op grond van artikel 68 van de Grondwet, naar de Tweede Kamer kunnen worden gestuurd. Gezien de slordige beantwoording van de vragen op dit punt verzoek ik om inplanning van dit debat over twee tot drie weken. 

De heer Rutte (VVD):

Het lijkt mij goed dat de minister een brief stuurt. Ik sluit mij niet aan bij het oordeel dat een en ander slordig is. Ik steun wel het verzoek om een brief en het verzoek om een spoedige inplanning van het debat. 

Mevrouw Leijten (SP):

De minister zegt eigenlijk tegen de Kamer dat zij haar huiswerk beter had moeten doen en dat het in de jaarverslagen gelezen had kunnen worden. Dat is niet echt netjes. Het lijkt mij zeer zinvol dat de minister laat weten hoe het kan dat zij de beantwoording doet zoals zij het heeft gedaan. Hoe sneller het debat wordt gevoerd, hoe beter het is. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Wij zouden een brief heel goed vinden. Ik weet niet of wij een debat willen steunen, want wij hebben deze week een AO Governance. 

De voorzitter:

Er is al steun gegeven voor het voeren van het debat. Het gaat nu om de snelle inplanning van het debat dat al op de lijst staat. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik ga het opnieuw zeggen. Er is een governancedebat deze week, dus ik vraag mevrouw Bruins Slot of zij wil overwegen om dit debat daarin onder te brengen, want dat is pas echt snel. 

De voorzitter:

Dat is geen steun voor het snel inplannen. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik heb een tussenvraag gesteld. Als wij het echt snel willen, zouden we het donderdag kunnen doen. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Het gaat om veel meer dan alleen maar governance. In brede zin gaat dit over dividenduitkeringen en winstuitkeringen. Ik was toentertijd al heel blij dat de PvdA het voeren van dit debat steunde. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Dan steun ik het voeren van het debat. Ik wilde even deze tussenvraag gesteld hebben. 

De voorzitter:

Steun dus voor het snel inplannen van het debat. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Steun voor het eerder inplannen van het debat. Ik denk dat het goed is dat wij voor die tijd een brief van de minister krijgen. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor de brief en steun voor het snel inplannen van het debat. 

Mevrouw Agema (PVV):

Steun voor de brief. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Bij de planning gaan wij rekening houden met een termijn van twee à drie weken. 

Het woord is aan de heer Van Weyenberg. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Vanochtend konden we in Het Financieele Dagblad lezen dat de Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging een steen in de vijver gooit voor het debat over de toekomst van de arbeidsmarkt. Zij doet suggesties om de tweedeling te slechten tussen mensen met een vaste baan en de 2 miljoen werknemers met een flexcontract die die vaste baan graag willen, maar voor wie die minder bereikbaar wordt, en om veel meer te investeren in scholing. Ik vind het interessant om naast alle debatten over de Wwz toch eens ten fundamentele te praten over die tweedeling en de toekomst van de arbeidsmarkt. Daarom zou ik graag een debat willen met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voorafgegaan door een brief van het kabinet, waarin het uitgebreid reageert op dit plan en aangeeft hoe het zelf die toekomst ziet. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Het valt mij op dat D66 louter en alleen vragen stelt over de voorpagina van het FD, maar dat terzijde. 

De voorzitter:

Wel of geen steun? Ik heb net met mevrouw Keijzer die discussie gehad. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Steun voor een brief, niet voor een debat. Laat ik het kort houden. 

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor een brief en ook voor een debat. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De OESO heeft een tijd geleden ook een voorstel gedaan voor een single contract. Ik stel voor dat aan het kabinet wordt gevraagd om in deze brief ook daarop te reageren. Vervolgens kan ik het verzoek om het debat van harte steunen. 

De heer Van 't Wout (VVD):

Steun voor een brief en ook voor een debat hierover. Dat kan interessant zijn. Ik denk wel dat wij te zijner tijd even moeten kijken welke debatten we nog meer hebben, bijvoorbeeld over de Wwz, maar ik zie de heer Van Weyenberg al instemmend knikken. Op zich is het goed om hierover te spreken. 

De heer Ulenbelt (SP):

Geen steun voor het debat. Eigenlijk is het ook zonde om de regering te vragen om hier een brief aan te wijden … 

De voorzitter:

Nee, dat kan niet, mijnheer Ulenbelt. 

De heer De Graaf (PVV):

Steun voor een brief, niet voor een debat. Mocht het ooit tot een debat komen, dan kan dat wat ons betreft worden samengevoegd met het verzoek dat de heer Koolmees zojuist heeft gedaan, want het overlapt elkaar nogal. 

De heer Pieter Heerma (CDA):

Zeker steun voor een brief. Ik denk dat het heel goed is als het kabinet hierop ingaat. Wat mij betreft, kunnen we nadat de brief binnen is, bekijken op welke plek we dat debat het best kunnen houden. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor de brief. Daarna bekijken we of we het debat daarover moeten houden dan wel of we het kunnen samenvoegen met alle andere debatten die daarover kunnen gaan. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Weyenberg, u hebt geen meerderheid. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Dan zou ik graag een dertigledendebat op de lijst zetten. Ik steun het voorstel van mevrouw Voortman om de brief te verbreden naar het OESO-voorstel. Het is in die zin echt een ander verzoek dan dat van collega Koolmees. Dat gaat over bestedingspatronen en over de levensfase. Dit gaat over de tweedeling op de arbeidsmarkt. D66 wil dat graag heel snel bespreken, maar helaas een aantal andere partijen nu nog niet. 

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Ik lees hier de naam van mevrouw Gesthuizen, maar ik zie mevrouw Siderius. 

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. Namens mevrouw Gesthuizen vraag ik of haar schriftelijke vragen over de inzet van PostNL in de onderhandelingen over de PostNL- en zaterdagbestellers-cao vanavond nog kunnen worden beantwoord. Morgenochtend is er namelijk een AO Post. 

De voorzitter:

De vragen zijn ingezonden op 3 maart. Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Hiermee zijn wij aan het eind gekomen van de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven