10 Afvalwaterinjectie Schoonebeek

Aan de orde is het VAO Afvalwaterinjectie Schoonebeek (AO d.d. 15/09). 

De voorzitter:

Ik heet minister Kamp van harte welkom. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat volgens het Landelijk afvalbeheerplan de bodem niet is bestemd voor het injecteren van afvalstoffen die niet ter plekke uit de bodem afkomstig zijn; 

overwegende dat daarom het onderzoek naar alternatieven grondig moet worden uitgevoerd; 

verzoekt de regering, erop toe te zien dat het onderzoek naar alternatieven voor de verwerking van afvalwater wordt gedaan met verwijzingen en gebruik van verifieerbare cijfers en dat nieuwe technieken voor zuivering, waaronder de techniek van het bedrijf Salttech, hierbij worden meegenomen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agnes Mulder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 86 (32849). 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik heb nog een motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat er afvalwater wordt geïnjecteerd en opgeslagen zonder mogelijkheid tot extractie; 

overwegende de grote onrust in Twente en het gelijktijdige proces van stilleggen en onderzoek naar de evaluatie van verwerking van afvalwater; 

verzoekt de regering, de afvalwaterinjectie in Twente op te schorten in afwachting van een besluit over de evaluatie van de verwerking van afvalwater, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agnes Mulder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 87 (32849). 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik dacht: laat ik eerst de moties indienen, want dan weet ik hoeveel tijd ik over heb om nog wat algemene opmerkingen te kunnen maken. 

Het verontrust het CDA zeer dat er zo veel te doen is om de afvalwaterinjectie in Twente. De rapporten die de TU Delft en Deltares hebben geschreven, geven daar ook wel aanleiding toe. Dit wordt op dit moment nog onvoldoende geadresseerd. Ik heb zojuist in het algemeen overleg met de minister vragen gesteld over wat er met de bodemlaag gebeurt op het moment dat je dat afvalwater weer in de Twentse bodem spuit. Misschien kan de minister nog eens aangeven waarom hij denkt dat daar geen risico in zit. Misschien kan de minister ook aangeven dat bij de alternatieven voor de afvalwaterinjectie ook afvalwaterzuivering goed wordt bekeken. Volgens het CDA is dat namelijk de weg die moet worden opgegaan. 

De voorzitter:

Op mijn lijst staat mevrouw Van Tongeren als volgende spreker, maar ik zie haar nog niet. Dan geef ik eerst het woord aan de heer Smaling, namens de SP. 

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. De minister heeft duidelijk verwoord hoe hij de gang van zaken in Twente ziet en hoe hij van plan is om hier verder mee om te gaan. Het verhaal was helder, maar ik proef toch een beetje dat hij eigenlijk zegt: mensen, maak je nou maar niet al te druk; het is een druk land, waar heel veel economische activiteiten zijn en waar we leven met allerlei risico's. Dat is ook zo, maar als ik de onrust in Twente, in Overijsel en in Drenthe bij elkaar optel, vind ik toch dat er reden is voor iets meer bezorgdheid. Die wil ik uiten in een motie die ik aanvlieg via de drinkwaterkwestie. Die heb ik in het algemeen overleg zojuist ook genoemd. Drinkwater is een nationaal belang en kan nooit dienen als afbakening voor wat je wel en niet wilt doen met de ondergrond. De motie luidt als volgt. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat in de Structuurvisie Ondergrond drinkwater als "nationaal belang" zal worden benoemd; 

overwegende dat 60% van ons drinkwater op grondwateronttrekking in het oostelijk deel van Nederland is gebaseerd; 

van mening dat in de huidige situatie met meerdere lekkages verspreid over een aanzienlijk gebied in Drenthe, Twente en net over de Duitse grens het voorzorgsprincipe dient te worden gehanteerd; 

verzoekt de regering, injectie in de ondergrond van water dat het restproduct is van olie- en gaswinning te verbieden in en onder waterwingebieden, grondwaterbeschermingsgebieden, intrekgebieden voor grondwaterwinning, boringvrije zones en strategische grondwatervoorraden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Smaling, Van Veldhoven, Dik-Faber en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 88 (32849). 

De heer Smaling (SP):

Ik zou de minister nogmaals willen attenderen op het advies van de OESO, die ons een geweldig land vind wat betreft watermanagement en drinkwatermanagement, maar zich veel zorgen maakt over onze ambitie op langere termijn, waarbij de drinkwatervoorraden onder grote druk kunnen komen te staan. 

De voorzitter:

Dank. Dan geef ik het woord aan de heer Vos van de PvdA. Hij gaat een sprintje trekken. 

De heer Jan Vos (PvdA):

Voorzitter. In de politiek leer je snel dat marathonlopen je meer oplevert dan sprintjes trekken. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat er op dit moment geen wettelijke basis is om de afvalwaterinjectie in Twente tegen te houden, maar dat er wel veel maatschappelijke onrust is over deze injecties; 

spreekt uit het wenselijk te achten dat de NAM wacht met hervatting van de winning tot de oplevering van de evaluaties, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jan Vos, Bosman en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 89 (32849). 

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik dank de minister voor de beraadslagingen en de antwoorden op de vragen. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. We hebben met elkaar een debat gevoerd over de vraag hoe we de besluitvorming over de afvalwaterinjectie in Twente zo zorgvuldig mogelijk kunnen doen. De minister heeft een heel proces geschetst. Daar zitten heel veel goede dingen in. Ik heb nog een suggestie, die ik heb neergelegd in een motie. Ook wil ik nog iets zeggen over de motie die zonet is ingediend door collega Vos. 

De NAM heeft volgens de vergunning die zij heeft, het recht om opnieuw te starten met afvalwaterinjectie, maar ons verzoek aan de NAM is: geef gehoor aan de ongerustheid in de regio en schort het proces nog twee maanden op na die veertien maanden dat het al stilligt, totdat het eindrapport er ligt. Daarom zal mijn fractie ook niet de motie van het CDA steunen, waarin staat dat de regering het proces moet stoppen. Op dit moment heeft de NAM namelijk een vergunning, maar we kunnen wel een dringend beroep op haar doen. Ik hoop heel erg dat de NAM daaraan gehoor geeft, vanwege alle ongerustheid in de regio. 

Aan het einde van het jaar gaan we met elkaar spreken over dat eindrapport, waarin dan alle alternatieven staan. We moeten er dan zeker van zijn dat dit een rapport is waarvan we met elkaar zeggen: we hebben nu alle gegevens voor een zorgvuldige besluitvorming. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat in het eindrapport een volledige getalsmatige onderbouwing van aannames, methodes en resultaten van alternatieven is opgenomen; 

verzoekt de regering voorts, ervoor te zorgen dat de bestuurlijke begeleidingsgroep ook inhoudelijke aanbevelingen kan doen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Veldhoven, Smaling, Agnes Mulder en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 90 (32849). 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat provincie en verschillende gemeenten bezwaar hebben aangetekend tegen het tijdelijke toestemmingsbesluit van Staatstoezicht op de Mijnen; 

verzoekt de regering, geen onomkeerbare stappen te nemen totdat de bezwaarprocedures zijn afgerond, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 91 (32849). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat het ontbreekt aan inzicht in de maatschappelijke opbrengsten en kosten van oliewinning, de fiscale maatregelen en de milieueffecten van die oliewinning te Schoonebeek; 

verzoekt de regering, de maatschappelijke opbrengsten en kosten in kaart te brengen van de oliewinning in Schoonebeek en de Kamer hierover te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 92 (32849). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat wereldwijd niet alle bekende reserves van olie en gas gewonnen kunnen worden met inachtneming van de afspraken van het Verdrag van Parijs; 

verzoekt de regering, de oliewinning in Schoonebeek op te schorten totdat duidelijk is welke oliereserves gewonnen kunnen worden met inachtneming van dat verdrag, en de Kamer hierover te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 93 (32849). 

We zijn hiermee gekomen aan het einde van de inbreng van de Kamer. Ik heb begrepen dat de minister gelijk kan antwoorden. 

Minister Kamp:

Voorzitter. Neemt u mij niet kwalijk, maar ik heb vijf moties gekregen, terwijl er acht zijn ingediend. Als ik ook de laatste drie moties heb, zal ik graag beginnen. 

De voorzitter:

Ik heb er ook maar vijf, anders had u ze van mij gekregen. Ik heb begrepen dat ze eraan komen. 

Minister Kamp:

Ik heb inmiddels ook de laatste moties gekregen. 

Mevrouw Mulder heeft niet alleen twee moties ingediend, maar ook een inhoudelijk punt naar voren gebracht. Ik ben net tijdens een algemeen overleg in de gelegenheid geweest om uitgebreid in te gaan op alle punten die door de Kamer naar voren zijn gebracht. De Kamer weet dat ik de evaluatie naar voren heb gehaald. Die evaluatie zou oorspronkelijk in het jaar 2017 plaatsvinden, maar we zijn daar al in 2015 mee begonnen. We zijn nu volop bezig om die evaluatie af te ronden, en die zou aan het eind van dit jaar voltooid kunnen zijn. Ik zal dan een besluit kunnen nemen over de vraag of er een meer milieuvriendelijke mogelijkheid is om om te gaan met het water uit Schoonebeek dat nu naar Twente wordt gebracht om daar geïnjecteerd te worden. 

Ik ben in de gelegenheid om dit besluit te nemen aan het eind van dit jaar. Dan ben ik een periode van ongeveer anderhalf jaar met de evaluatie bezig geweest. De evaluatie gaat over een manier van water verwerken waarvoor in 2010 door Gedeputeerde Staten van Overijssel en de toenmalig minister van Economische Zaken vergunningen voor onbepaalde tijd zijn afgegeven. Het is niet mogelijk om te zeggen dat er geen gebruikgemaakt mag worden van die vergunningen. Het is wel mogelijk om te bekijken of de keuzes die destijds zijn gemaakt op dit moment nog steeds gemaakt zouden worden of dat er betere alternatieven zijn. Ik ben op een zorgvuldige manier bezig om dat proces te doorlopen en ervoor te zorgen dat er aan het eind van het jaar een verantwoord besluit genomen kan worden. 

In de motie op stuk nr. 86 vraagt mevrouw Mulder de regering erop toe te zien dat nieuwe technieken voor zuivering, waaronder de techniek van het bedrijf SaltTech, worden meegenomen. Ik weet niet of het goed is als de Kamer zegt dat de techniek van bepaalde bedrijven moet worden meegenomen. Op dit moment worden alle technieken die denkbaar zijn voor verschillende alternatieven in beeld gebracht en beoordeeld. Dat wordt ook verwoord in een tussenrapport. Naar aanleiding van reacties daarop wordt het tussenrapport nu in een definitieve vorm gegoten. Er zal ook gekeken worden naar de mogelijkheden voor zuivering. Er zal naar zowel de kosten als de diverse varianten worden gekeken. Ik zou de Kamer niet aanbevelen om nu één techniek van één bedrijf eruit te halen en in een Kamermotie vast te leggen. Vandaar dat ik de motie op stuk nr. 86 ontraad. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Stel dat ik het zou wijzigen in "zoals bijvoorbeeld van het bedrijf SaltTech". Is dat een begaanbare weg voor de minister? Het gaat ons erom dat alle alternatieven heel goed worden gewogen. In het staatje van Royal Haskoning staan iets te veel plussen en minnen, zonder dat we goed kunnen verifiëren op basis van cijfers wat de voors en de tegens zijn van bepaalde technieken. We weten toevallig dat deze techniek in de VS wordt gebruikt bij schaliegaswinning en dat die daar ook uitgebreid getest is. Vandaar dat ik dit als voorbeeld heb genoemd. 

Minister Kamp:

Dat tussenrapport waarop mevrouw Mulder doelt, is een eerste versie, die tot stand is gekomen onder begeleiding van een commissie die bestaat uit zowel gemeentelijke als provinciale bestuurders in Drenthe en Overijssel. Deltares heeft op mijn verzoek een second opinion gegeven op dit tussenrapport. Er zijn ook andere commentaren op gekomen. Die worden allemaal verwerkt om te bezien of er nog redenen zijn om het tussenrapport aan te vullen of aan te passen. Ik wil degenen die dat doen, graag in de gelegenheid stellen dat te doen zonder dat bepaalde bedrijven voor bepaalde technieken door de Kamer naar voren worden gebracht. Het is lang geleden dat ik Kamerlid was, maar ik zou dat zelf niet doen. De Kamer moet maar uitmaken of zij dat doet, maar mijn aanbeveling aan de Kamer is om dat niet te doen en om degenen die met het tussenrapport bezig zijn — en dat zijn gerenommeerde bedrijven — hun werk te laten doen zonder belasting. Ik ontraad de motie op stuk nr. 86. 

In de motie op stuk nr. 87 verzoekt mevrouw Mulder de regering de afvalwaterinjectie in Twente op te schorten. Ik kan dat niet doen en ik wil het ook niet doen, omdat destijds, in 2010, een provinciaal en het landelijk bestuur meerdere vergunningen voor onbepaalde termijn hebben verleend. Aan de voorwaarden van die vergunning wordt volgens het Staatstoezicht op de Mijnen voldaan. Ik heb dan geen argumenten om te zeggen dat er geen gebruik kan worden gemaakt van die vergunning en dat de injectie van het water moet worden opgeschort. Het is een economische activiteit waarvoor een vergunning is verkregen. Daarbij wordt een hoeveelheid van 70 miljoen barrel olie gewonnen en naar boven gehaald, en is een opbrengst te verwachten in de orde van grootte van 750 miljoen tot 1 miljard, die voor het grootste deel naar de overheid gaat. Er zijn 240 arbeidsplaatsen aan verbonden, direct en indirect. Het opschorten tot het einde van dit jaar is ook niet redelijk, want als er een alternatief is dat beter en milieuvriendelijker is, zal dat eerst nog helemaal moeten worden voorbereid in de uitvoering. Dat duurt naar mijn schatting nog anderhalf tot twee jaar. Dus het opschorten tot het einde van het jaar is niet zinvol. Ik wil dat niet doen en daarom ontraad ik deze motie. 

In de motie op stuk nr. 88 van de heer Smaling c.s. wordt de regering gevraagd injectie in de ondergrond van water dat het restproduct is van olie- en gaswinning, in een aantal gebieden te verbieden. Het is heel verstandig om rekening te houden met de winning van water voor drinkwaterdoeleinden. In dit gebied in Twente wordt het water gewonnen op een diepte tussen de 40 meter en 60 meter. De injectie van het uit Schoonebeek afkomstige water vindt plaats tussen de 1.200 meter en 1.800 meter. Dit betekent dat de vorige keer goed rekening is gehouden met het belang van de drinkwaterwinning. Ik zal erop toezien dat daarmee ook deze keer goed rekening wordt gehouden. Het lijkt mij niet verstandig om bij voorbaat deze uitspraak te doen, omdat ik niet weet hoe het precies zit met de boringvrije zones, de strategische grondwatervoorraden, intrekgebieden, grondwaterbeschermingsgebieden en waterwingebieden. Ik denk dat al deze onderwerpen in zo'n zorgvuldig proces dat in totaal anderhalf jaar duurt, de aandacht krijgen die ze verdienen. De uitkomst zal worden betrokken bij de besluitvorming die uiteindelijk aan het einde van het jaar plaatsvindt. Ik ontraad de motie op stuk nr. 88. 

In de motie op stuk nr. 89 spreekt de Kamer uit — als zij doet wat de heren Vos en Bosman en mevrouw Van Veldhoven voorstellen — dat het wenselijk is te achten dat de NAM wacht met hervatting van de winning tot de oplevering van de evaluaties. Ik heb daar mijn opvatting over gegeven, maar hier wordt een uitspraak aan de Kamer voorgelegd die betrekking heeft op de Kamer. Het past mij niet om daar een opvatting over te hebben. Ik laat het aan de Kamer om daar een uitspraak over te doen. 

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, u bent niet de indiener van deze motie. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Maar ik heb een dringende korte vraag. 

De voorzitter:

Heel kort. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

De motie begint met de overweging dat er geen wettelijke basis is om de afvalwaterinjectie tegen te houden. De huidige Mijnbouwwet biedt die wel degelijk. Of zegt de minister dat hij op geen enkele manier, hoe dan ook, deze afvalwaterinjecties zou kunnen tegenhouden? Ik weet dat hij dat niet wil, maar het is toch niet zo dat een minister in Nederland dat niet zou kunnen, als hij dat zou willen? 

Minister Kamp:

Ik heb geen antwoord op die niet-gestelde vraag gegeven. De motie die voorligt, houdt in dat de Kamer zou moeten uitspreken het wenselijk te achten dat de NAM wacht met de hervatting van de winning. Ik heb daar tijdens het algemeen overleg mijn opvatting over gegeven. Ik denk daar anders over. Hier wordt niet aan mij gevraagd om een uitspraak te doen. Hier wordt ook niet aan het kabinet gevraagd om een initiatief te nemen of iets te doen, maar hier wordt alleen de Kamer gevraagd om een uitspraak te doen. Ik denk dat het aan de Kamer zelf is om daarover een opvatting te hebben. Ik ga daar geen advies over geven. 

De voorzitter:

Dan is het dus: oordeel Kamer? 

Minister Kamp:

Zo is het, mevrouw de voorzitter. Dank u wel. 

Dan kom ik op de motie-Van Veldhoven c.s. op stuk nr. 90. Deze verzoekt de minister om ervoor te zorgen dat de bestuurlijke begeleidingsgroep ook inhoudelijk aanbevelingen kan doen. Dat kan ik niet doen, omdat de bestuurlijke begeleidingscommissie die bij de totstandkoming van de eerste versie van het tussenrapport betrokken was, zelf, op eigen initiatief, heeft besloten om haar werkzaamheden te beëindigen. Die commissie bestaat niet meer, en daarom kan ik niet doen wat hier staat. Om die reden ontraad ik deze motie. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Als ik het goed heb, schetste de minister in het proces, zoals hij het uitlegde in het AO, toch ook weer betrokkenheid van de bestuurders bij de totstandkoming van het eindrapport. Dan zou ik het belangrijk vinden dat die bestuurders niet alleen over het proces, maar ook over de inhoud aanbevelingen kunnen doen. De tekst van de motie is met de hand geschreven, dus misschien niet tot op de punten en komma's in lijn met hoe de minister het proces voor zich zag. Als hij de motie zo kan interpreteren, kan hij er dan mee leven? Anders zal ik deze nog even aanpassen. Ik bedoel ermee dat bestuurders erbij betrokken moeten worden, tussen nu en het eindrapport, en niet alleen bij het proces, maar ook wat betreft de mogelijkheid om inhoudelijke aanbevelingen te doen. Deelt de minister dat? 

Minister Kamp:

Ik heb de Kamer een zeer uitgebreid proces geschetst. Ik zal het nu niet samenvatten, want dat zou te veel tijd vergen. Ik heb een uitgebreid proces geschetst dat zich tussen juli 2015 en december 2016 afspeelt, om tot een verantwoord besluit te komen. Daar zitten zo veel tussenstappen in en er zijn zo veel partijen bij betrokken dat ik een verdere verfijning en verbijzondering van het proces niet gewenst vind. Deze begeleidingscommissie heeft zichzelf opgeheven. Ik zal het overleg met bestuurders in het gebied de komende maanden zeker niet uit de weg gaan, maar ik heb met het burgerinitiatief in het gebied afgesproken dat als het tussenrapport er ligt, we samen zullen bekijken welke alternatieven het meest in aanmerking komen om in detail door te rekenen. Ik ben van plan om mij aan die afspraak te houden. 

De voorzitter:

Echt kort. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ja, maar de minister beperkt de inspraak nu alleen tot het burgerinitiatief, terwijl de bestuurders in het gebied natuurlijk een heel belangrijke partij zijn. De bestuurlijke begeleidingsgroep die er was, heeft zichzelf opgeheven. Dat is dan een feit. Is de minister bereid om met de bestuurders in het gebied te bespreken of zij graag betrokken willen zijn bij de aanloop naar die eindrapportage en als zij dat ook inhoudelijk willen zijn, daartoe de mogelijkheid te geven? 

Minister Kamp:

Er zijn talloze bestuurders in het gebied. Er is een commissie geweest die bestond uit provinciale bestuurders uit Overijssel en Drenthe en gemeentelijke bestuurders uit Overijssel. Zij zijn bij het proces betrokken geweest en hebben op een gegeven moment gezegd dat het is gegaan zoals het behoort. Die commissie heeft zichzelf toen opgeheven. Ik ga door met dat proces. Ik ben dankbaar voor hun werk, maar ik heb daarnaast ook contact met het burgerinitiatief. Daar heb ik afspraken mee gemaakt en daar houd ik mij aan. Ik zal zien of tussen nu en december met bepaalde bestuurders in het gebied nog aanvullend contact gewenst is. Dat kan op mijn initiatief, maar het kan ook op hun initiatief gebeuren. Ik wil de verdere procedure, die zeer uitgebreid en zorgvuldig is, daar niet mee belasten. In ieder geval bestaat die commissie niet meer. Daarom blijf ik deze motie ontraden. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik zou de motie willen aanhouden, zodat ik deze nog kan wijzen. We gaan meteen stemmen, dus dan is die wijziging niet meer mogelijk. Daarom houd ik de motie aan. Deze zal volgende week in stemming komen. 

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Van Veldhoven stel ik voor, haar motie (32849, nr. 90) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

De minister gaat verder. 

Minister Kamp:

In de motie-Van Tongeren op stuk nr. 91 wordt gevraagd om geen onomkeerbare stappen te nemen. Wat ik aan het doen ben, is een evaluatieproces doorlopen. Op een gegeven moment moet ik een conclusie trekken uit dat evaluatieproces. Dat ga ik in december doen. Ik ben van plan om het hele proces, dat loopt van juni 2015 tot december 2016 en dat ik heel zorgvuldig heb opgebouwd, ook heel zorgvuldig te doorlopen en tot een goed onderbouwd besluit te komen. Aan het eind van die evaluatie ga ik gewoon een besluit nemen, omdat dat mijn taak is. Ik denk dat in deze motie wordt getracht om de zaak op de een of andere manier te compliceren, en dat vind ik niet in het belang van een zorgvuldige afhandeling van het proces. Daarom ontraad ik de motie op stuk nr. 91. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Als ik het goed begrijp, is de minister dus niet bereid om te wachten tot de bezwaarprocedures zijn afgerond. Als dat niet lukt voor december, neemt de minister gewoon zijn besluit en dan komen de resultaten van de bezwaarprocedures pas daarna. 

Minister Kamp:

Er zijn termijnen voor bezwaarprocedures. Die termijnen zullen volgens de wettelijke regels worden afgewikkeld. Daarnaast is er ook een inhoudelijk proces en dat is mijn evaluatie. Het is mijn verantwoordelijkheid om die evaluatie na een zorgvuldige voorbereiding te laten uitmonden in een besluit. Ik ben ervan overtuigd dat ik die zorgvuldige voorbereiding in december achter de rug heb en op een verantwoorde manier een besluit kan nemen, en ik ben van plan om dat besluit dan ook te nemen. Ik heb het al aangegeven in de Kamer: als ik zou besluiten dat er een alternatief is dat milieuvriendelijker is dan de injectie van het water in Twente, zoals nu gebeurt, en dat alternatief komt in aanmerking voor uitvoering, dan kan die uitvoering ook wel een periode van anderhalf tot twee jaar vergen. Je kunt steeds blijven discussiëren over wanneer er sprake is van een onomkeerbare stap, maar ik denk dat dat de zaak alleen maar vertroebelt. Bezwaarprocedures moeten volgens de wet worden afgehandeld. Ik moet mijn evaluatie op een zorgvuldige manier afhandelen en dat ga ik ook doen. De motie op stuk nr. 91 ontraad ik. 

In de motie-Van Tongeren op stuk nr. 92 wordt gevraagd om de maatschappelijke opbrengsten en kosten in kaart te brengen van de oliewinning in Schoonebeek en de Kamer hierover te informeren. Ik heb de Kamer al geïnformeerd en gezegd waar het over gaat. Het aantal arbeidsplaatsen heb ik al genoemd: dat zijn er 240, direct en indirect. Ook heb ik het gehad over de hoeveelheid olie, naar mijn inschatting 70 miljoen barrel. De opbrengst daarvan is uiteindelijk grotendeels voor de Staat en bedraagt naar mijn inschatting tussen de 750 miljoen en 1 miljard euro. Dat is, denk ik, de relevante informatie, en die heb ik gegeven. Andere informatie die ik aan de Kamer zou moeten geven, zie ik niet, dus de motie op stuk nr. 92 ontraad ik. 

In de motie op stuk nr. 93 van mevrouw Van Tongeren wordt gevraagd om de oliewinning op te schorten. Ik ben niet van plan om de oliewinning op te schorten en daarom ontraad ik de motie op stuk nr. 93. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

De regering gaat in EU-verband het klimaatverdrag van Parijs ratificeren. Willen we dat nakomen, dan kunnen we niet alle bekende reserves boven de grond halen. De minister zegt dat dat wij gewoon doorgaan, maar als blijkt dat wij vanwege het klimaatverdrag niet aan onze verplichtingen voldoen, gaat de minister die oliewinning dan weer stilleggen? Is het niet veel handiger om van tevoren te kijken of de winning van die olie in Schoonebeek past onder de afspraken die wij gemaakt hebben in Parijs? 

Minister Kamp:

Ik ga helemaal niet gewoon door. Ik ben bezig om te zorgen dat de vijf grootste windparken op zee ter wereld voor de kust van Nederland worden aangelegd. Ik ben bezig om vijf kolencentrales te sluiten. Sommige zijn al gesloten, andere worden per 1 januari 2017 gesloten. Het zijn er vijf in totaal. Ik ben bezig om te zorgen dat in het jaar 2023 16% duurzame energie in Nederland wordt opgewekt, in plaats van de 3% aan het begin van deze kabinetsperiode. Van gewoon doorgaan is dus geen sprake. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

We gaan stemmen om 16.15 uur, ook over de moties die net zijn ingediend. 

De vergadering wordt van 16.04 uur tot 16.18 uur geschorst. 

Voorzitter: Arib

Naar boven