8 Kustwacht Caribisch gebied

Aan de orde is het VAO Kustwacht Caribisch gebied (AO d.d. 06/09). 

De voorzitter:

De planning was dat de heer De Roon als eerste het woord zou voeren, maar hij is nog onderweg. Dan beginnen wij met de heer Omtzigt namens de fractie van het CDA. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Het rommelt op de vulkaan Venezuela. Dat is een van onze buurlanden, ook al denken wij daar in Den Haag niet elke dag aan. Het land verkeert in diepe crisis. Het aantal migranten op gammele bootjes richting de eilanden neemt toe en daarmee ook de werkdruk voor de Kustwacht in het Caribisch gebied van het Koninkrijk der Nederlanden. En wat doet het kabinet? Mede vanwege de dollar- en eurokoers bezuinigt het effectief op de kustwacht. Dat leidt tot verminderde inzet. Wij hebben hiervoor eerder aandacht gevraagd in de motie-Knops/Ten Broeke (29653, nr. 22). Als er nu niets gebeurt, zijn er ingrijpende maatregelen met veel minder inzet terwijl er grote onrust in Venezuela is. Dat vinden wij buitengewoon onwenselijk en daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de regering diverse maatregelen neemt als gevolg van een tekort van ruim 3 miljoen euro op de begroting van de kustwacht in het Caribisch Gebied, waaronder bezuinigingen; 

constaterende dat indien geen structurele oplossing wordt gevonden voor dit tekort maatregelen noodzakelijk zijn die de operationele inzet van de Kustwacht vergaand zullen raken; 

constaterende dat de regering onder druk van dit tekort de mogelijkheden onderzoekt voor "herdimensionering" van de kustwacht; 

overwegende dat de regering geen geruststellende maatregelen ten behoeve van de territoriale integriteit en stabiliteit van de Benedenwindse Eilanden heeft genomen, ondanks de motie-Knops/Ten Broeke (29653, nr. 22); 

overwegende dat de ontwikkelingen van de veiligheidssituatie in het Caribisch gebied geen enkele aanleiding geven tot herdimensionering van de kustwacht in negatieve zin; 

verzoekt de regering, alles in het werk te stellen om herdimensionering van de kustwacht te voorkomen en daarover op de kortst mogelijke termijn, doch uiterlijk 3 oktober aanstaande aan de Kamer te rapporteren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt, Knops, Vuijk en Eijsink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 128 (34300-X). 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik heb een procedureel punt. Gezien de datum stel ik voor om eventueel donderdag te stemmen. 

De voorzitter:

Dat is morgen. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ja, omdat wij volgende week niet stemmen. Anders zitten wij al ongeveer op 3 oktober. 

De voorzitter:

Ik overleg even. Ik geef het woord aan de heer De Roon namens de fractie van de PVV. 

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. De Antillen profiteren al jaren van een kustwachtorganisatie die grotendeels door Nederland wordt gefinancierd. In 2010 heeft de Rijksministerraad een verdeelsleutel vastgesteld die bepaalt dat Nederland voor bijna 70% van de kosten mag opdraaien. Een te hoog percentage naar de mening van de PVV. Maar dat is nog niet alles. Deze verdeelsleutel is van toepassing op slechts de helft van die kustwachtbegroting. De landen Curaçao, Aruba en Sint-Maarten betalen namelijk geen cent mee aan de kosten die worden gemaakt met luchtverkenningen en het daarvoor benodigde ondersteunend personeel. Door deze oneerlijke kostenverdeling betaalt Nederland bij de eindstreep maar liefst 85% van de totale Kustwachtbegroting. Dat kan en moet anders en daarom dien ik twee moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de helft van de kustwachtbegroting, waaronder de luchtverkenningen, volledig door Nederland wordt gefinancierd; 

overwegende dat het onwenselijk is dat landen die daar baat bij hebben, te weten Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, daar geen cent aan bijdragen; 

verzoekt de regering, te bevorderen dat de verdeelsleutel van toepassing zal zijn op de gehele kustwachtbegroting, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Roon. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 129 (34300-X). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de Rijksministerraad op 10 oktober 2010 een verdeelsleutel heeft vastgesteld die van toepassing is op de begroting van de kustwacht in het Caribisch gebied; 

overwegende dat deze verdeelsleutel niet in verhouding staat tot de mate waarin de diverse landen baat hebben bij de kustwacht in het Caribisch gebied; 

verzoekt de regering, zich binnen de Rijksministerraad in te zetten voor een nieuwe verdeelsleutel die meer financiële verantwoordelijkheid neerlegt bij de landen Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Roon. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 130 (34300-X). 

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Voorzitter. Ik heb, zoals door de heer Omtzigt al is aangegeven, de motie ondersteund die door hem samen met de collega's Vuijk en Knops is ingediend. Het enige wat ik hieraan zou willen toevoegen is dat hetgeen wij vandaag bespreken over de kustwacht, niet alleen deze minister regardeert, omdat zij in feite namens drie, vier ministeries hier vandaag wederom het woord voert. Ik wil daar graag mijn waardering voor uitspreken, want iedere keer wanneer wij over de kustwacht spreken … We doen dat nu niet in al te positieve zin. De minister heeft in het algemeen overleg toegezegd dat het budget volgend jaar teruggaat naar wat het in 2015 was. Dat horen we zo meteen, maar ik wil even duidelijk maken dat waarover we vandaag in feite spreken, vier departementen regardeert. Ik bedank de minister voor het feit dat zij deze taak wil waarnemen. Ik zou willen voorstellen — ik zal dat ook met collega's bespreken in de procedurevergadering — dat op een volgend algemeen overleg over de kustwacht ook andere ministers daarover samen met ons in gesprek kunnen gaan. 

De voorzitter:

Het laatste is een punt voor de procedurevergadering van uw commissie. 

We zijn hiermee gekomen aan het einde van de bijdrage van de zijde van de Kamer. Ik zie dat de minister aanstonds kan antwoorden. 

Minister Hennis-Plasschaert:

Voorzitter. Over de eerste motie op stuk nr. 128 hebben wij vorige week lang gesproken tijdens het algemeen overleg over de kustwacht Carib. Ik heb toen duidelijk aangegeven dat ik een herdimensionering van de kustwacht Carib een zeer slechte zaak zou vinden en dat er dus een oplossing moet worden gevonden voor de geconstateerde valutaproblematiek. We hebben tijdelijke maatregelen moeten nemen voor het jaar 2016. Als je die zou moeten voortzetten in 2017, wordt het structureel. De heer Omtzigt stelde dat terecht. Een herdimensionering zou in dat geval inderdaad onvermijdelijk zijn. 

Ik heb toen gevraagd om tot Prinsjesdag te wachten. Ik ben weliswaar de beheerder van de kustwacht, maar die staat wel op de begroting van een ander ministerie. Ik zou de heer Omtzigt daarom willen vragen om de motie aan te houden tot de begrotingsbehandeling van BZK. Wellicht wordt hij dan aangenaam verrast. 

De voorzitter:

Ik kijk naar de indiener. Misschien wil hij hierover meteen al iets zeggen. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, dan trek ik mijn verzoek in om aankomende donderdag te stemmen. Ik wacht gewoon op de prinsjesdagstukken. Dan kijk ik verder en ik hoop inderdaad op een aangename verrassing. 

De voorzitter:

Dat betekent dat u aankondigt die motie eventueel in te trekken dan wel aan te houden. U wilt even afwachten en laat de motie boven de markt hangen? Aanhouden? 

De heer Omtzigt (CDA):

Nee, hoor. De motie blijft gewoon staan. Ik wacht gewoon even op de prinsjesdagstukken. Ik kan daarvoor genoeg geduld opbrengen. 

De voorzitter:

De omstandigheden zijn ineens zodanig dat u zegt: de stemming hoeft niet morgen. Dat snap ik nu. 

Minister Hennis-Plasschaert:

Dat waardeer ik zeer, voorzitter. 

De tweede motie gaat net als de derde motie over de verdeelsleutel. Ik heb daarover ook tijdens het algemeen overleg met de commissie gesproken. Ik heb toen gezegd dat er duidelijke afspraken zijn gemaakt op 10-10-10, dat er daarvoor een statuut is en dat Defensie het hele Koninkrijk bedient. Ik denk dat we dat in ons achterhoofd moeten houden als we praten over de verdeelsleutel. Ik moet daarom de motie op de stukken nrs. 129 en 130 ontraden. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Daarmee zijn wij gekomen aan het einde van de beantwoording door de minister bij de behandeling van dit verslag algemeen overleg. Ik bedank haar zeer voor haar aanwezigheid en de gegeven antwoorden. 

In afwijking van wat wij eerder bespraken, stel ik voor om dinsdag over anderhalve week te stemmen over de ingediende moties. 

De vergadering wordt van 17.34 uur tot 18.32 uur geschorst. 

Voorzitter: Arib

Naar boven