35 Budget nationale politie

Aan de orde is het debat over het budget van de nationale politie.

De voorzitter:

Ik heet de minister van Veiligheid en Justitie van harte welkom en ik geef het woord aan mevrouw Helder. De spreektijden zijn vier minuten.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Dan zal ik snel beginnen. Tijdens het debat over de herijking van de realisatie van de nationale politie, op 10 september vorig jaar alweer, heeft de minister toegezegd op alle terreinen onderzoek te laten doen naar de voorgenomen bezuinigingen. De centrale vraag was: kan de nationale politie de reorganisatie en haar werkzaamheden uitvoeren binnen haar begroting? De conclusie: in 2016 is er een financieel gat van maar liefst 170 miljoen euro, oplopend naar 292 miljoen in 2020, tussen wat de politie krijgt en wat zij daadwerkelijk nodig heeft.

De Kamer voelde de bui al hangen en daarom is er vorig jaar bij de begrotingsbehandeling een motie aangenomen met daarin een verzoek aan de minister om bij de Voorjaarsnota te zorgen voor voldoende middelen, zodat de politie haar primaire taken kan blijven uitvoeren. Bij de Voorjaarsnota kwam er een bedrag van 188 miljoen, en de idiote opmerking van minister Dijsselbloem "dat de leidinggevenden van de dienstonderdelen ook eens gewoon de problemen kunnen aanpakken in plaats van alleen maar in de krant om geld vragen".

Deze minister kan er echter ook wat van. Ten eerste voert hij de door de Kamer aangenomen motie niet uit. Het staat vast dat er minder geld bij komt dan nodig is om de primaire taken te kunnen blijven doen. Ten tweede spreekt de minister maar de halve waarheid, want hij zegt er niet bij dat het bedrag van 188 miljoen is bedoeld voor de volgende posten: 49 miljoen voor de kosten die samenhangen met een hogere asielstroom, 43 miljoen voor een nieuwe politie-cao en 10 miljoen voor de kortetermijneffecten van de Contourennota versterking opsporing. In totaal komt dit op 102 miljoen. Voor het dichten van het financiële gat resteert er 86 miljoen euro. Ik zei al dat uit het onderzoeksrapport is gebleken dat er in 2016 een bedrag nodig is van 170 miljoen, exclusief die drie posten die ik net heb genoemd. In de periode tot 2020 loopt het financiële gat op tot maar liefst 292 miljoen euro. De minister weet heel goed dat er sprake is van structurele onderfinanciering en dat de begroting in de voorgaande jaren "sluitend" is gemaakt door het eigen vermogen aan te spreken. In zijn brief van 20 juni jongstleden toont de minister wat mijn fractie betreft aan dat hij stekeblind is voor deze structurele onderfinanciering, terwijl de brieven van de korpschef, de commissie van toezicht, de Review Board Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie en de Algemene Rekenkamer, mensen dus die het kunnen weten, hier lijnrecht tegenover staan. In zijn brief weet de minister zelfs te melden dat er nog wel 8 miljoen gevonden kan worden door te strepen in de kantoorartikelen.

Vervolgens komt de minister met een paar oplossingen die helemaal geen oplossingen zijn. We kunnen volgens het kabinet een financiële meevaller tegemoetzien, maar dat is geen oplossing. Ten eerste gaat die meevaller over 2017 en ten tweede moeten we nog maar zien of er een meevaller komt en hoe hoog die dan zal zijn. Een garantie is er dus niet, maar volgens de minister-president krijg je die alleen nog maar op stofzuigers. Dat was deze minister helaas even vergeten. Andere oplossingen hebben te maken met de zogenaamde sturingsmaatregelen. De vraag om welke maatregelen dat gaat, liet de minister wijselijk onbeantwoord. Dat schuift hij natuurlijk door naar de korpschef. Ik citeer de minister: "Daar zal de korpschef gewoon beleid op moeten maken." Als dit niet lukt, wordt het bedrag bij het eigen vermogen in rekening gebracht, maar daar is, zoals ik net zei, al jarenlang een beroep op gedaan. Volgens de minister kan dat best zonder gevaar. We zijn beschuldigd van verkiezingsretoriek, dus dan zeg ik dit er ook maar bij: de oranje balken onder de bekende verkiezingsslogans van de VVD zitten bij de minister blijkbaar voor de ogen.

Ik zal tot slot het sommetje voor hem maken. Nodig in 2016: 170 miljoen. Er komt 86 miljoen bij. Er is dus een gat in 2016. Er was vorig jaar al sprake van een tekort van 72 miljoen en er komen tegenvallers aan waar de nationale politie aan moet bijdragen. Als we de stukken moeten geloven, gaat dat om maar liefst 30 miljoen.

De minister is zeker net zo trots als ik op de nationale politie. Hij gaat het dus vast niet zover laten komen dat er een herstelplan nodig is en er gesneden moet worden in de capaciteit. Ik heb daarom mar één vraag aan hem. Wanneer komt het bedrag van naar boven afgerond 200 miljoen euro erbij? Het mag overigens ook best iets meer zijn.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Onze politie, de grootste werkgever van Nederland, waar deze minister de baas van is, gaat als het zo doorgaat dit jaar nog failliet. Deze minister staat er, als baas van de politie, bij en kijkt ernaar. Dat de hele ICT-innovatieafdeling van de politie al is weggestuurd, is dan jammer; de politie werkt met computers uit het tijdperk-Flintstone.

Waarom laat de minister dit gebeuren? Wat is bijvoorbeeld zijn reactie op het vertrek van het plaatsvervangend hoofd van de landelijke recherche, Inge Philips, die belast was met de invoering van de wet computercriminaliteit III en aangaf dat de bezuiniging op ICT volstrekt onverenigbaar is met alle nieuwe ICT-taken van de politie? Uit onvrede is zij nu weg, tezamen met de ICT-innovatieafdeling, die al naar huis was gestuurd. Is de minister het met mij eens dat dit slecht werkgeverschap, slecht management en een minister onwaardig is?

De oppositie verzocht om uitvoering van de motie-Kooiman, ondertekend door de gehele oppositie en gesteund door de gehele Kamer. Daarin werd verzocht om voldoende middelen voor de politie. Die motie is niet uitgevoerd; mijn collega had het er ook al over. De Partij van de Arbeid en de VVD lieten helaas de politie twee weken geleden nog stikken. Zij zeiden: er komt geen geld meer bij.

Laat ik de minister, de Partij van de Arbeid en de VVD nog één keer uitleggen hoe het met de cijfers zit. Dat doe ik met liefde. Op verzoek van de minister zelf kwam er een onderzoek. Dat onderzoek, het PwC-rapport, ligt vandaag voor ons. Kort samengevat kun je concluderen dat het met de reorganisatie en de slechte aansturing van de politie een enorme chaos was, dat budgetten steeds werden overschreden en dat de begroting van de nationale politie niet sluitend te maken was. Tel daar een enorme bezuiniging van Rutte I en Rutte II bij op, en de huidige situatie is er een van bittere ellende. Hierdoor is er een structureel tekort van 250 tot 300 miljoen.

Niet meegenomen in het PwC-rapport zijn de extra kosten voor bijvoorbeeld vluchtelingenopvang, opsporing van jihadstrijders en kosten naar aanleiding van de terreurdreiging. De raadsman bij het politieverhoor of de effecten van de cao zijn ook niet meegenomen. De generieke taakbijstelling is een heel rare pot die het ministerie tekortkwam en nu wordt verhaald op de politie. Dit terwijl de reserves van de nationale politie in het afgelopen jaar al zijn gehalveerd en haar langlopende schulden zijn verdubbeld.

Nu laat de minister het dit jaar dus komen tot een faillissement. Mijn vraag aan de minister is dan ook heel simpel. Wat gaat hij hieraan doen? Waar is het plan van aanpak om deze bittere ellende nu eens te stoppen? Niet wachten tot volgend jaar, maar nu! Het water staat de politie nu al aan de lippen. De minister is verantwoordelijk voor het personeel van de politie. Zorg dan ook — zeg ik via u, voorzitter, tegen de minister — voor uw personeel.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. De minister kijkt op de kalender en zegt vervolgens heel opgewekt: kijk, het is zomer. Maar de CDA-fractie kijkt naar buiten en ziet dat de regen met bakken uit de lucht komt. Er vallen hagelstenen uit de lucht als tennisballen zo groot. Alles gaat goed, zegt de minister. Alles gaat de goede kant op. Maar zo ervaren de mensen op de werkvloer het niet, zo ervaren de burgers het niet en wij hebben vorige week al een debat gehad waarin ik heb aangegeven dat ondernemers het al helemaal niet zo ervaren.

De collega's van de PVV en de SP hebben heel mooi in beeld gebracht waar het er in financieel opzicht aan schort. Laat ik even kijken wat we verder voor geluiden van de werkvloer krijgen. We krijgen geluiden over de aanrijtijden van de politie, die nog steeds veel te lang zijn. De politie is echt veel te langzaam ter plekke. De communicatieapparatuur zou niet misstaan in het PTT-museum. Ik noem de politiebureaus die gesloten worden en de politieauto's die dienst zouden kunnen doen als politiebureau. Maar vervolgens is het de vraag: moeten daar dan de sporen worden neergelegd? Immers, opsturen aan het NFI, dat kan niet.

Bij de totstandkoming van de nationale politie zouden regio's worden samengevoegd. Wij krijgen signalen dat die niet alleen zijn samengevoegd maar dat vervolgens ook het personeel is verminderd en dat de administratieve lasten de pan uitrijzen. Ik kreeg vandaag een overzicht van wat er gebeurt als iemand een aangifte komt doen. Je moet eerst een afspraak maken. Dan kom je bij de medewerker van de Afdeling intake en service. Dan gaat je aangifte naar de Afdeling screening, dan naar een wegingscommissie, dan naar een overleg met justitie, dan naar een prioriteitenloket, dan komt die bij de werkvoorbereider, dan gaat die aangifte naar de inzetcoördinator, dan moet die worden voorzien van een analyse en ten slotte kom je in het beste geval bij een rechercheur terecht die zegt: dit is zo ingewikkeld, ik weet niet wat ik verder mee moet en ik doe er niets mee. Dat is wat er op dit moment gebeurt wanneer je een aangifte doet. En geloof me, dat is niet wat een agent wil meemaken. Dit is wat er gebeurt wanneer de minister zegt dat hij de administratieve lasten bij de politiebureaus gaat verminderen. En dan zien we nog dat de specialismen bij de recherche onderbemand zijn. Dat is een grote zorg. De instroom bij de politieacademie is al jaren te laag. Mensen gaan met pensioen en er komen te weinig mensen bij.

Als we dat totale pakket overzien, met die goede uitleg die we net kregen over wat er financieel aan de hand is, hoe kan de minister dan zeggen: kijk naar de kalender, het is zomer? Wat ik dan nog het meest ontluisterend vind, is dat de minister in het laatste debat en ook in een brief heeft aangegeven dat er nu uiteindelijk heel concreet 55 miljoen door de politie moet worden gevonden. Ik heb net voorgelezen wat er nu aan de hand is. Waar kan de politie dat geld dan vinden? De minister zegt: dat zijn dan de sturingsmaatregelen van de korpschef.

Wij hebben veel contact met de politie, ook naar aanleiding van dit debat. En wat horen wij? Dat het feitelijk gewoon interen is op eigen vermogen. Dat klinkt heel leuk, alsof de politie een enorm budget aan eigen vermogen heeft. Als een kabinet zijn post verlaat, dan staan er vaak lijken in de kast. Weet u wat het pijnlijke is: hier liggen de lijken midden in de kamer en de politie wordt genoodzaakt om eroverheen te stappen. Wat gaat deze minister hieraan doen?

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. We zeggen het bijna iedere week: de veiligheid in ons land is bij dit kabinet niet in goede handen. Terwijl er grote gaten in de begroting zitten en de reorganisatie nog eens honderden miljoenen extra gaat kosten, snijdt het kabinet verder in de politie. Zo moet de korpschef opnieuw 50 miljoen euro aan bezuinigingen vinden. Het is zowel beschamend als onverantwoordelijk. De politie loopt op zijn laatste benen, de organisatie is stuurloos en het cynisme onder agenten groeit met de dag. Het ziekteverzuim stijgt verder en verder. Talentvolle politiemensen zijn zo teleurgesteld dat zij ontslag nemen. De capaciteitsproblemen blijven ongekend groot, waardoor potentiële terroristen door een gebrek aan screening ongezien kunnen meereizen in de asielinstroom. Ook Marokkaans straattuig heeft vrij spel, van Ede tot Almere en van Gouda tot Amsterdam. Overal in Nederland worden auto's in de fik gestoken en wordt het openbaar vervoer geterroriseerd. Deze VVD-minister hoor je er niet over. Hij onderneemt wel actie in de onzinnige discussie over etnisch profileren.

Het is totaal absurd. Het roer moet echt om. Wij stellen het volgende voor. Investeer ruim 1 miljard extra in onze politie. Veiligheid, de kerntaak van de overheid, mag niet langer worden verwaarloosd. Stop met de huidige verstikkende en dure reorganisatie en ga alleen door op drie quick-wins: inkoop, ICT en werkprocessen. Treed keihard op tegen Marokkaanse straatterroristen en maak de bestrijding hiervan een landelijke topprioriteit.

Voorzitter. De politie moet haar slagkracht en geloofwaardigheid terugkrijgen. Maak ons land weer veilig. De Nederlanders hebben daar recht op.

Mevrouw Swinkels (D66):

Voorzitter. Vier jaar geleden werd, onder leiding van toenmalig minister Opstelten, met veel bravoure de reorganisatie van de nationale politie gestart. De nationale politie moest er komen, koste wat kost. Dat hebben we geweten. Reorganiseren en bezuinigen is een combinatie die vraagt om problemen. D66 heeft daar al vaak voor gewaarschuwd. De problemen liegen er niet om. Het ging hier al over tafel: een ziekteverzuim van 7%, overbelaste wijkagenten, een achterstand van 30% als het gaat om de ICT-vernieuwing, ICT'ers die dus naar huis worden gestuurd, een recherche die de kennis en expertise mist om de strijd tegen de digitale criminaliteit te winnen en een ophelderingspercentage dat blijft steken onder de 26. Dat zijn geen problemen die pas in 2017 spelen. Nee, ze spelen nu, anno 2016.

Daarom sta ik hier vandaag weer om uitleg aan de minister te vragen. Was het niet elke keer de oppositie die wel voor de veiligheid in de bres sprong en de coalitie opriep om juist geld uit te geven in plaats van te bezuinigen op diensten die elke dag keihard werken om de veiligheid van Nederland te waarborgen? Twee weken geleden nog reikte de oppositie de minister opnieuw de hand. Dat was weliswaar een lamme hand, maar opnieuw keek de minister weg. Sluit de minister dan zijn ogen voor de berichten over de politie van de afgelopen maanden? Ik zal de krantenkoppen nog maar eens kort de revue laten passeren. Februari 2016: "Minister komt beloftes over betere ICT politie niet na". April 2016: "Onvrede binnen Dienst Speciale Interventies groeit". Mei 2016: "Vernietigend rapport over functioneren recherche". Opnieuw mei 2016: "Beveiliging ambassades rammelt". In juni: "Inlichtingenafdeling politie achilleshiel bij terreurbestrijding". Tot slot, ook in deze maand: "Talent verlaat politie door interne afrekencultuur". Mijn collega Kooiman had het al over mevrouw Philips, die weggaat.

Dit zijn geen geruststellende berichten. Hoe kan het dan dat de minister tijdens het vorige debat nog zei dat er geen reden was om nog dit jaar, dus in 2016, extra in de nationale politie te investeren, terwijl er nog steeds een tekort is van 50 miljoen? Volgens de minister moet dat dan maar worden opgelost met "sturingsmaatregelen", een toverwoord, en zonder gedwongen ontslagen. Hoe gaat dat dan in zijn werk? Hoe wordt het opgelost? Daarvoor kijkt de minister naar de korpschef. De korpschef, die al bij zijn aantreden zei voor de basistaken structureel 300 miljoen tekort te komen en nu dus een incidenteel tekort van 50 miljoen mag oplossen. Ik ben niet gerustgesteld. Kan de minister daarom duidelijkheid geven over waar die 50 miljoen vandaan moet komen? Als ik voor hem zou denken, vraag ik me af of de instroom van nieuwe jonge politieagenten wordt beperkt of de inhuur van externe specialisten wordt gestopt. Moeten de broodnodige ICT-investeringen dan nog maar een jaartje wachten? Of kijkt de minister toe hoe de reserves van de politie slinken en nog dichterbij de kritische ondergrens van 1,5% komen? Kan hij niet alleen voor 2016, maar ook voor 2017 garanderen dat er niet toch mensen worden ontslagen en dat er niet toch minder blauw op straat zal zijn? Schuift de minister de problemen niet simpelweg door naar een volgend kabinet?

Ik rond af. Zonder extra geld wordt de weerbaarheid van de politie in 2016 tot op het bot aangetast. Deze minister zegt ondertussen monter dat extra investeringen in de politie niet nodig zijn. De verontrustende berichten die ik zojuist noemde, maken mij huiverig voor een kwetsbare organisatie die met dit budget niet meer is opgewassen tegen een volgende tegenvaller in 2016.

De heer Van Veen (VVD):

Voorzitter. Er zijn cijfers genoeg. De politiemannen en -vrouwen op straat leveren een prima prestatie. Burgers die de politie nodig hebben, zijn daarover tevreden. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat Nederland in het afgelopen jaar weer een beetje veiliger is geworden. Dat voelt misschien niet zo met Parijs en Brussel in het achterhoofd, maar dat is wel een feit. Dit alles is gebeurd tijdens het veranderingsproces dat iedere politieagent in Nederland gevoeld heeft: de vorming van de nationale politie. Ik ben blij dat de dienstverlening op peil is gebleven, ondanks alle strubbelingen die met een reorganisatie gepaard gaan. Dat zegt iets over het karakter van de Nederlandse politieagent, die ondanks alle druk, de veiligheid van iedereen in het vizier hield en koers heeft weten te houden. Dat verdient een groot compliment.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Is het onderzoek van VNO-NCW volledig aan de VVD-fractie voorbijgegaan? In dat onderzoek zeggen ondernemers dat de nationale politie hun niets heeft opgeleverd. Er staat ook in waarom ondernemers zo teleurgesteld zijn in de politie. Er werd gezegd dat je als ondernemer ontzettend kwetsbaar bent en dat als je in Roemenië aangifte doet, twee derde van de zaken binnen één dag wordt opgelost. Is dat volledig aan de VVD-fractie voorbijgegaan?

De heer Van Veen (VVD):

Absoluut niet. Wij hebben ook dit rapport gelezen, net als alle andere rapporten die wij hebben ontvangen.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Kan de VVD dan uitleggen waarom zij vandaag zegt dat iedereen tevreden is, terwijl ondernemers zeggen dat het niet eens meer zin heeft om aangifte te doen? Zij geven aan dat ze liever hun eigen camerabeelden uitwisselen en dat ze de daders zelf wel pakken, omdat ze door deze regering volledig in de kou gezet zijn. Wat is daarop het antwoord van de VVD-fractie?

De heer Van Veen (VVD):

Ik heb niet gelezen dat zij zeiden dat ze door de regering in de steek gelaten zijn. Men had het in dat rapport over de effectiviteit van de politie en over de vraag of men nog aangifte moet doen. De oproep van de VVD is dat je altijd aangifte moet doen van vernieling, van diefstal en van allerlei andere zaken en criminele feiten. Die oproep zullen wij blijven doen. Het is op zich zorgwekkend dat een groep ondernemers op deze manier hun zorgen uit, en het is aan de minister en aan de politiek om daar uiteindelijk iets aan te doen. Maar het feit staat dat uit onderzoeken blijkt dat burgers tevreden zijn over de dienstverlening van de politie.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Dat staat in rapporten waar deze regering zelf mee is gekomen. Maar gewone mensen kijken ook onderling wat er speelt, en dan zijn de uitslagen anders. Mensen voelen zich in de kou gezet. Ik vind het jammer dat het zelfs de VVD totaal niet meer kan schelen dat ondernemers zich zo voelen.

De heer Van Veen (VVD):

Die conclusie kun je volgens mij niet trekken uit datgene wat ik heb gezegd. Ik heb gezegd dat ik kennis heb genomen van het rapport, dat een aantal ondernemers hun zorgen hebben uitgesproken over de dienstverlening van de politie en dat er een oproep is gedaan om daar serieus mee om te gaan. Ik wil tegen de minister zeggen dat wij dat heel erg belangrijk vinden.

Mevrouw Swinkels (D66):

Ik heb hier het blad Forum in mijn hand. Ik hoor de VVD zeggen dat het om een groepje ondernemers gaat, maar ik lees hier: "Vaker dan burgers worden ondernemers het slachtoffer van criminaliteit. Dat is zeker het geval op het gebied van cybercrime, een criminele tak van sport in opkomst. Drie jaar geleden zei 3% van de ondernemers daarvan slachtoffer te zijn geworden. Dit jaar is dat percentage gestegen tot maar liefst 33." Hoe kan de heer Van Veen dan nog praten over een groepje ondernemers?

De heer Van Veen (VVD):

Er wordt nu een relatie gelegd met het stijgen van de cybercrime. Die gaat volgens mij gepaard met technische ontwikkelingen. Steeds meer ondernemers worden wakker geschud door zaken die ze niet willen. Het betreft een aandachtsgebied waar de politie zich steeds meer in zal moeten bekwamen. Cybercrime moet aangepakt worden. Dat past ook in het antwoord dat ik net gaf op vragen van het CDA.

Mevrouw Swinkels (D66):

Ik vraag de heer Van Veen om het artikel niet alleen te lezen maar ook de staatjes kritisch te bekijken. Er is ook gevraagd naar de houding van de politie bij de aangifte. De tevredenheid daarover is ten opzichte van 2013 met maar liefst 5% gedaald. Het gaat dus niet beter maar slechter met de aangiftebereid.

De heer Van Veen (VVD):

Ik refereer aan het rapport van de Algemene Rekenkamer. In dat rapport wordt duidelijk aangegeven dat de burgers in Nederland tevredener zijn over de service van de politie. Ik vind dat dit gerust gezegd mag worden. Dat betekent niet dat we onze ogen moeten sluiten voor onderdelen waarbij het slechter gaat. Dat kan allerlei oorzaken hebben. Ik noem de kennis van de criminelen. Die neemt heel snel toe. De feiten liegen wat dat betreft niet.

Mevrouw Kooiman (SP):

Dat burgers tevreden zijn, is niet te danken aan dit kabinet. Burgers zijn tevreden ondanks dit kabinet. Ik denk dat de gehele Kamer het met de VVD eens is dat het personeel heel hard werkt. Wij zijn het er echter niet mee eens dat de VVD in deze Kamer stug blijft bezuinigen op de politie, ook op de ICT, waar ondernemers tegenaan lopen. Wat is dan het antwoord van de VVD hierop? Laten zij de politie failliet gaan? Dat is namelijk wat er gebeurt als er niet wordt ingegrepen.

De heer Van Veen (VVD):

De VVD laat de politie natuurlijk niet failliet gaan. Dat is een angstbeeld dat op niets is gebaseerd. De feiten wijzen uit dat op het moment dat er geleverd moet worden, de VVD ook levert. In het beeld dat de VVD de politie failliet laat gaan, herken ik mijzelf niet.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik adviseer de VVD om dan toch echt met de politie zelf in gesprek te gaan. De politie teert zo op het eigen vermogen in, dat zij een herstelplan moet schrijven. Dat betekent, kort gezegd, dat iemand een faillissementsplan moet gaan schrijven. Zo dik interen op je reserves kan namelijk niet, maar de VVD laat dat hier gewoon gebeuren. De VVD laat het ook gebeuren dat ICT-personeel naar huis is gestuurd, terwijl wij de cybercrime moeten aanpakken. Ik wil heel graag van de VVD horen wat zij vandaag gaat doen. Wordt het alleen een hallelujaverhaal dat burgers zo blij zijn of gaat de VVD de politie daadwerkelijk een keer helpen?

De heer Van Veen (VVD):

Op het moment dat de politie geholpen moet worden, staat de VVD er en levert de VVD. Ik werp echt verre van mij dat wij aansturen op een faillissement. Ik ga ervan uit dat deze minister richting Prinsjesdag en de Najaarsnota weer zal ingaan op de problemen die er dan eventueel bij de politie zijn. Daar ga ik van uit.

Mevrouw Kooiman (SP):

Over de Voorjaarsnota en Najaarsnota spreken wij morgen nog, maar wij hebben het nu ook over het PwC-rapport over de komende jaren. Daaruit blijkt duidelijk dat er een structureel tekort is van bijna 300 miljoen. De kraters van het eeuwige VVD-beleid zijn al geslagen. Ik heb al gezegd dat het faillissementsplan er al aan zit te komen. Ik roep de VVD nogmaals op om te stoppen met hallelujapraatjes en te komen met een plan om daadwerkelijk de gaten op de politiebegroting op te lossen.

De heer Van Veen (VVD):

Ik vind dat er best reden kan zijn om ook eens een keer iets positiefs over de politie te zeggen. In de weinige woorden die ik tot nu toe in dit debat heb gesproken, heb ik alle politieagenten in Nederland een groot compliment gemaakt. Ondanks een reorganisatie maken zij er het beste van. Zelf heb ik veel reorganisaties meegemaakt in het bedrijfsleven en ik weet welke onzekerheden dat met zich mee kan brengen, maar ik weet ook dat uiteindelijk de bakens worden verzet en er weer koers wordt gezet. De politieman en de politievrouw in Nederland zijn daar al heel goed mee bezig.

Mevrouw Helder (PVV):

Ik wil het even positief benaderen. Ik meen een toezegging gehoord te hebben van de collega van de VVD, namelijk dat de VVD de politie niet failliet laat gaan. Ik heb hier een rekensommetje over de inzet van het eigen vermogen van de politie voor onvoorziene lasten in 2013. De lasten voor de inzet van politie bij evenementen die niet doorbelast zijn, bedragen 60 miljoen. In 2014 bedragen de zelf opgevangen lasten voor een nieuw politie-uniform 57 miljoen. De geplande investeringen vonden beperkt plaats, met name in de ICT. Uit de boeken weten wij dat 2015 een tekort opleverde van 72 miljoen. De VVD laat de politie niet failliet gaan, dus kan de politie wat cash tegemoetzien?

De heer Van Veen (VVD):

De VVD laat de politie niet failliet gaan, omdat er gewoon geleverd wordt op het moment dat er geleverd moet worden. Ik heb dezelfde cijfers als mevrouw Helder van de PVV en ik constateer dat er een mutatie op het eigen vermogen van de politie heeft plaatsgevonden. Volgens mij hebben wij morgen een algemeen overleg over de politie. Dat is een mooie aanleiding om daar eens met de minister over te debatteren. Hoe ziet hij de meerjarenraming van de reserves bij de politie?

Mevrouw Helder (PVV):

Ik blijf het positief benaderen. De VVD zegt: wij leveren wanneer er geleverd moet worden. Iedereen heeft tot nu toe gezegd dat er geleverd moet worden. Over het bedrag gaan wij nog steggelen; dat doe ik graag. Maar feit is dat er geleverd moet worden, en daarvoor val ik toch weer even terug op dat PwC-rapport. Ik vraag mij af wat collega Van Veen daarvan vindt.

De heer Van Veen (VVD):

Ik heb het rapport van PwC doorgenomen. Er staat een aantal grote waarschuwingen in. Ik constateer dat de minister daarop al heeft geacteerd door dit jaar al tweemaal extra geld voor de politie toe te zeggen.

De voorzitter:

Mevrouw Helder, tot slot.

Mevrouw Helder (PVV):

Ja, tot slot. Dat sommetje heb ik daarnet ook gemaakt voor de minister. Ik had gehoopt dat collega Van Veen zou opletten. In 2016 is er een gat van 170 miljoen voor de primaire taken. De minister levert voor die primaire taken 86 miljoen.

De heer Van Veen (VVD):

Ik heb die vraag aan de minister gehoord. Ik ben benieuwd wat hij daarop gaat antwoorden.

De voorzitter:

Gaat u verder.

De heer Van Veen (VVD):

Ik zei net al dat de politieman en de politievrouw een groot compliment verdienen. De wijkagent neemt daarin een bijzondere plaats in. Hij of zij is het eerste aanspreekpunt voor mensen in de buurt. Ik begrijp dat bij de definitieve plaatsing van wijkagenten voor diverse plekken nog geen wijkagent gevonden is. Ik vraag de minister hoe hij die gaten gaat dichten. Uit de digitale eindrappportage administratieve lastenvermindering blijkt dat een belangrijke wens van agenten is uitgekomen: minder bureaucratie en meer tijd op straat. Door die effectieve aanpak zijn de 5.500 fte's van de lastenverlichting ten goede gekomen aan de primaire politietaken.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Weet de VVD hoeveel tijd een wijkagent was beloofd om aan zijn wijk te kunnen besteden?

De heer Van Veen (VVD):

Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik dat niet direct paraat heb.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ongeveer 85%. U weet waarschijnlijk ook niet hoeveel tijd hij werkelijk aan zijn wijk kan besteden. Dat is 66%. De mensen zijn niet in staat om aandacht te besteden aan hun wijk. Er is een ratio van 1 op 5.000 afgesproken, maar die moet nu opgeschroefd worden. Herkent de VVD dit?

De heer Van Veen (VVD):

Die laatste cijfers heb ik wel gezien. Wat mij opvalt en ook niet meer dan dat, is dat 128 wijkagenten aan het onderzoek hebben meegedaan, terwijl er in Nederland 3.194 wijkagenten zijn. Wij kunnen de minister daar nu naar vragen of anders morgen tijdens het AO. Ik heb mijn twijfels of dit wel een representatieve steekproef is. Ik heb inderdaad gelezen dat de 128 wijkagenten die bevraagd zijn, daar iets over hebben gezegd. Zij vinden dat zij meer tijd op straat moeten besteden,

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

We hebben met wijkagenten gesproken. Zij herkennen dit beeld wel. Ik heb ook gehoord dat heel wat wijkagenten zo overwerkt zijn dat zij niet eens tijd hebben om aan de enquête mee te doen. Maar ik ben blij dat de VVD in ieder geval erkent dat agenten 66% van hun tijd aan hun wijk kunnen besteden. Wij voldoen daarmee niet aan wat is afgesproken. Ik ben benieuwd wat de VVD erbij plust om de afspraak met de Kamer na te komen.

De heer Van Veen (VVD):

Die laatste conclusie trek ik niet. Ik zeg dat ik kennis heb genomen van het rapport en dat ik constateer dat 128 wijkagenten zijn bevraagd. Er ontstaat het beeld dat de VVD geen contact heeft met wijkagenten en dat de VVD geen werkbezoeken aflegt. Dat doen wij ook, maar misschien op andere plekken dan andere partijen. Natuurlijk horen wij zorgelijke verhalen over hoe het gaat. Zoals ik al in mijn betoog aangaf, heeft dat ook te maken met de reorganisatiedruk die er is geweest. Ik vind het heel knap dat ondanks al die reorganisatiestress zo veel mensen zich zijn blijven inzetten voor de burgers van Nederland.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Van Toorenburg.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Laten wij het daarover eens zijn. Het is ontzettend knap dat die wijkagenten ondanks dit kabinet nog zo hun best doen voor de burgers.

Mevrouw Swinkels (D66):

De heer Van Veen had het over reorganisatiestress die wellicht een van de oorzaken van het ziekteverzuim bij de politie is. Is dan wel verstandig om de politie, die al onder zo veel druk staat, tot het najaar te laten wachten op een belofte die haar in staat stelt om haar taak goed uit te voeren?

De heer Van Veen (VVD):

Nu wordt er een relatie gelegd tussen geld en het proces van vorming van de nationale politie. Die relatie leg ik niet. Ik leg een relatie met de stressvolle situatie van politiemensen die in afwachting zijn van hun plaatsingsbesluit en nog niet weten wat dat voor hen gaat betekenen. Ik heb het helemaal niet over geld gehad.

Mevrouw Swinkels (D66):

Ik zal het verduidelijken. Het gaat om een kwetsbare organisatie die in transitie is en waarvan het eigen vermogen wordt uitgehold, tenzij er nog op iets anders bezuinigd kan worden. Er gaan mensen weg. Er is een natuurlijke leegloop. Mensen anticiperen op de veranderingen. De organisatie wordt daardoor steeds zwakker. Wat is de reactie van de VVD daarop? De heer Van Veen zegt: we laten ze wachten tot het najaar.

De heer Van Veen (VVD):

We hebben met elkaar afgesproken dat we 49.802 fte's voor de politie beschikbaar willen hebben. Ik kom straks terug op het percentage ziekteverzuim. Het verhaal dat zojuist werd verteld, gaat helemaal niet op. Het gaat erom dat de mensen die er nu werken en die nu in dienst zijn, bijdragen aan de veiligheid van Nederland. Daar zijn wij hen dankbaar voor.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter, het kan kort. Wij hebben helemaal niet afgesproken dat wij die sterkte willen. De VVD en de Partij van de Arbeid hebben ervoor gekozen om 2.000 fte eraf te halen. Laten wij er helder over wezen: de oppositie is daar niet voor. Ik vind het belangrijk om dat genoemd te hebben, want de VVD en Partij van de Arbeid hollen de sterkte alleen maar uit. Daar zijn wij dus niet voor.

De heer Van Veen (VVD):

Ik wil daar toch nog even kort op reageren. Ik zei inderdaad dat wij het hebben over 49.802 fte's aan politiemensen die wij hebben ingezet. Dat is ook een heel belangrijk richtsnoer naar de toekomst voor de effectiviteit van de politieorganisatie.

De VVD wil dat mensen zichtbaar zijn en hulp bieden waar dat nodig is. Wat kan de minister op korte termijn nog aan resultaten presenteren die bijdragen aan een nog beter functioneren van de politieorganisatie, niet door nieuwe lijstjes te introduceren, maar door ruimte te geven aan de mooie functie van agent? Het PwC-rapport over de vorming van de nationale politie liegt natuurlijk niet. Ik ben blij dat de minister tijdig extra geld beschikbaar heeft gesteld voor de nationale politie.

De criminaliteit is vorig jaar met maar liefst 5% gedaald. Ziet de minister ook dat de pakkans gaat verbeteren? Wat verwacht hij daar het komende jaar van? De ophelderingspercentages moeten omhoog. Daar krijgt de burger namelijk vertrouwen door. Wij zullen daar morgen in het algemeen overleg over de politie nog op terugkomen.

De VVD vindt het jammer dat de onzekerheid rond de vorming van de nationale politie heeft geleid tot een hoger ziekteverzuim van 7%. Andere partijen spraken daar ook al over. Dat is hoog ten opzichte van andere werknemers in Nederland. Ik vraag mij af of ziekte hier en daar voor bezettingsproblemen kan zorgen nu de reorganisatie ten einde komt. Agenten weten nu eindelijk waar ze aan toe zijn en wat er van hen verwacht wordt. Dan verwacht ik, misschien net als de minister, dat het ziekteverzuim weer gaat dalen. Is de minister dat, in vervolg op zijn brief van 30 maart 2016, met mij eens?

De VVD kijkt uit naar Prinsjesdag, de doorkijk naar 2017 en de begroting van de politie voor volgend jaar.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Wij hebben hier een klassiek oppositie-regeringspartijendebat, waarbij de verenigde oppositiepartijen allemaal vanuit een verschillende argumentatie zeggen: wij vinden de politie ongelooflijk belangrijk; wij krijgen op allerlei niveaus de signalen binnen dat het financieel niet past; wij vinden dat — de motie werd al genoemd — er gewoon bijgepast moet worden, maar dat gebeurt niet. Net hoorden wij weer de uitleg dat het allemaal wel past. Die overtuigt mijn fractie in elk geval absoluut niet.

Veiligheid is iets absoluut primairs voor iedereen in Nederland. Gewone politievrouwen en politiemannen werken daar elke dag heel hard voor. Dat hebben alle woordvoerders gezegd. Wij moeten daarop vertrouwen. Dat is niet iets wat burgers zelf in een participatiemaatschappij kunnen regelen. Het is ook niet iets waarvan je denkt: dat slaan wij maar even een halfjaartje of een jaartje over. Het is veel te vaak aan de orde; het politiebudget en trouwens het hele budget van Veiligheid en Justitie. Daarop wordt van allerlei kanten bezuinigd. Er worden grotere prioriteiten gesteld. Er worden meer taken neergelegd. Vervolgens moppert men dan weer als het de politie niet lukt in de tijd die men wil. De politie heeft zelf het eerdergenoemde PwC-onderzoek laten doen naar het benodigde budget. Daar zit een groot verschil in. Ik ben heel benieuwd hoe deze minister straks het vierkant weer rond gaat praten.

Een van de dingen die wij heel erg belangrijk vinden, is dat er geen politiemensen ontslagen worden en dat er niet bezuinigd wordt op de politie. Wij willen ook weten of er gedwongen ontslagen komen. Ik begon al met politievrouwen en politiemannen, maar er zijn ook andere zaken aan de orde, zoals diversiteit. Dat lukt nog niet zo goed bij de politie. Daar is echter wel veel enthousiasme voor. Laten we in elkaar geval niet beknibbelen op die projecten en die wervings- en selectietrajecten die ervoor moeten zorgen dat de diversiteit juist een klein beetje groter wordt. Ik krijg graag een bevestiging van de minister dat we dat zeker niet gaan doen. Tot nu toe heeft het kabinet zich inderdaad financieel nergens op laten vastpinnen. Dit punt zal morgen in het AO ook aan bod komen, maar wij willen van de minister een duidelijke visie horen op de verwachtingen die aan de politie worden gesteld. Wat heeft prioriteit? En als er geen geld bij komt, welke dingen mogen van deze minister dan een tijdje versloffen? Dan hebben we tenminste helderheid en inzicht. Als er echter minder geld naar de politie gaat, terwijl alles minstens even goed moet en er een flinke lijst met nieuwe taken bij komt, dan weet iedereen dat dat niet gaat lukken.

In het debat van 15 juni is gevraagd naar wat de sturingsmaatregelen inhouden. Dat punt stelde een aantal woordvoerders ook vandaag aan de orde. Dat zou 50 miljoen opleveren. Mijn fractie is er na gepuzzel niet achter gekomen waar die maatregelen uit zouden moeten bestaan. In de brief van de minister van 20 juni lezen we bovendien dat dat bedrag binnen vijf dagen alweer is opgelopen naar 55 miljoen. Op pagina 7 staat een toelichting, maar die begrijp ik nog niet. Hoe zit dat nou? Blijft het bij 55 miljoen of loopt het bedrag nog verder op?

Dit stelt ons voor de fundamentele vraag: wat vind je als rechtsstaat dat de politie mag kosten? Op V en J wordt er heel veel beargumenteerd op basis van de gedachte: we hebben zoveel geld, dus kunnen we alleen maar x of y doen. Wat GroenLinks betreft zijn politie, veiligheid en justitie zo basaal aan een democratische rechtsstaat dat je aan de andere kant moet beginnen: welk niveau vinden wij acceptabel? Voor dat niveau moet dan het nodige geld worden gezocht. Wij willen niet dat de politie in het limbo van budgetspanning blijft aanmodderen.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Voorzitter. Afgelopen weekend trad Typhoon op Parkpop op. En precies één jaar en een dag geleden overleed Mitch Henriquez op Parkpop als gevolg van een nekklem.

Over het budget van de nationale politie is veel discussie. Wat ons betreft moet er ook meer geld naar de politie. Er moeten echter ook twee fundamentele problemen worden opgelost, namelijk etnisch profileren en het gebrek aan diversiteit.

Ik begin met het gebrek aan diversiteit. Wij lezen dat de Politieacademie en de politieorganisatie actief beleid voeren om de diversiteit in de opleiding en de organisatie te vergroten. Wij vragen ons echter af waarom de uitstroom zo hoog is.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik weet niet of ik een punt van orde moet maken. Eigenlijk gaat dit debat over de budgetten bij de nationale politie en het PwC-rapport dat daaronder ligt. De door de heer Kuzu genoemde thema's komen morgen aan de orde in het AO over de politie. Ik snap dat de heer Kuzu dit plenair wil uitleggen — het is ook een heel belangrijk onderwerp — maar we spreken vandaag over de tekorten van de nationale politie. Ik hoop dat de heer Kuzu het met ons eens is dat we dát thema vandaag moeten aanpakken.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik heb dat ook benoemd in mijn bijdrage. Het gaat inderdaad over het budget van de nationale politie. Ik heb ook aangegeven dat er budget bij moet om de tekorten bij de politie te kunnen wegwerken. Tegelijk vind ik dat er in het kader van het budget van de nationale politie aandacht moet worden besteed aan twee belangrijke thema's. Daarom zijn deze thema's wel degelijk relevant voor dit debat.

Ik sprak over de diversiteit bij de politieorganisatie. We zien dat daaraan aandacht wordt besteed in de organisatie en de academie, maar we zien ook dat de uitstroom hoog is. Wij maken ons ook zorgen over de cultuur bij de politieorganisatie; daarover heeft ook voormalig korpschef Gerard Bouman vorig jaar de noodklok geluid. Hij sprak letterlijk over "gif in de politieorganisatie"; met name moslimagenten worden binnen de politieorganisatie getreiterd en gediscrimineerd. Wij pleiten er dan ook voor dat dit debat en het budget ook worden gebruikt om meer genderdiversiteit en etnische diversiteit in de politieorganisatie te krijgen, niet alleen op de werkvloer maar ook in de top. Het is nu te veel een wittemannenbolwerk. Dat brengt een bepaalde cultuur met zich mee. Hoe wil de minister deze cultuur doorbreken?

Met betrekking tot het probleem van etnisch profileren heeft de minister al toegezegd dat hij met Typhoon in gesprek zou gaan. Heeft dat gesprek plaatsgevonden en wat zijn de uitkomsten daarvan? Typhoon had immers aangegeven dat hij graag wilde meehelpen, mits dat op structurele wijze gaat gebeuren en niet als snelle pleister zal dienen voor een dieperliggend probleem in Nederland.

Wij vragen concreet welk deel van het politiebudget naar deze thema's gaat. Hoeveel geld is er om etnisch profileren te bestrijden en hoeveel geld is er om de diversiteit binnen de politieorganisatie te verbeteren? En hoe wil de minister meer aandacht en budget besteden aan deze twee belangrijke thema's, waarvan ik weet dat hij die belangrijk vindt?

De heer Marcouch (PvdA):

Voorzitter. "Mensen kunnen vrij zijn doordat er mensen zijn zoals ik, die jouw vrijheid beschermen." Dat antwoordt kolonel Mostafa Hilali als mensen hem bevragen over zijn loyaliteit aan het leger, zijn werkgever. Ook de politie doet dat. Het mooie interview van Hilali door Greta Riemersma staat deze week in Vrij Nederland.

Zonder de politie was onze vrijheid van meningsuiting een mooi principe zonder bescherming. Ik koester de veilige bodem die de politie legt, opdat wij vrij zijn om te debatteren, te emanciperen en te bouwen. Als wij nu toch debatten herhalen over budgetten, herhaal ik dus graag het pleidooi om de politie te koesteren. Daarmee doel ik op de agent, die het werk doet. Koester de wijkagent, de surveillant en de rechercheur. Ik lees de onderzoeken over de tekorten bij de politie, zowel voor de salarissen als voor de materialen. Ik zie dat het gaat om tekorten voor de komende vier jaar en ook voor dit jaar. Die tekorten moeten worden opgelost. Ik heb geen reden om te veronderstellen dat de minister die niet zou oplossen. Dit jaar krijgt de politie er 188 miljoen bij voor extra openbare orde, de ICT, de uitrusting, het vervoer en de salarisverhoging. Voor de komende vier jaar vertrouw ik erop dat de minister dit regelt op Prinsjesdag, maar ik hoor de politie en de vakbonden, die toch bezorgd blijven. Hoe gaat de minister die zorg wegnemen?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

De vraag is natuurlijk wat de Partij van de Arbeid daar als coalitiepartij aan gaat doen. Nu heeft de korpschef immers de aap op de schouder gekregen: los die 55 miljoen in ieder geval zelf maar op. Wat vindt de Partij van de Arbeid daarvan?

De heer Marcouch (PvdA):

Wij vinden dat deze tekorten opgelost moeten worden. De minister heeft in het debat, volgens mij op 14 juni, gesproken over de sturingsmechanismen. Daar hebt u het zelf ook over gehad. Ik ben benieuwd naar het antwoord van de minister op de vraag wat die sturingsmechanismen precies zijn en hoe dat probleem opgelost gaat worden, maar dit moet opgelost worden.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wij kennen de heer Marcouch als een betrokken oud-politieagent. Als ook hij niet weet wat de sturingsmechanismen zouden zijn, anders dan "wegsturing" van slachtoffers of van politieagenten, komen we in de tweede termijn vast wel weer bij elkaar.

De heer Marcouch (PvdA):

Dat is niet wat ik onder "sturing" versta. Het basispolitiewerk moet gewoon gebeuren. Ik ben benieuwd hoe de minister dat gaat invullen.

Mevrouw Kooiman (SP):

De heer Marcouch is vast weleens in gesprek met de politie. Dan komt hij er ook achter dat het door de minister vrijgemaakte budget niet voldoende is. Ook uit het PwC-rapport blijkt dat er nog een gat is. Het is zo ernstig en er moet zo veel op de reserves worden ingeteerd dat de politie er dit jaar gewoon niet uit komt. Hoe gaat de heer Marcouch dat oplossen?

De heer Marcouch (PvdA):

Voor dit jaar is er 188 miljoen bij gekomen. Ik heb de zorgen van de bonden en de politietop gehoord. Er is een gat van ruim 50 miljoen. Daar moet een oplossing voor komen. Ik ben benieuwd hoe de minister dat gaat regelen. Voor de rest gaan de rapporten natuurlijk ook over de komende jaren. Er zijn structurele serieuze problemen die structureel moeten worden opgelost. In het begrotingsproces van de Tweede Kamer is Prinsjesdag het aangewezen moment daarvoor.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Kooiman.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik vind dit frappant. Het tekort is geen 50 miljoen. Dat is eigenlijk alleen maar de generieke taakbijstelling van het ministerie. Het tekort dat het ministerie heeft weggehaald bij de politie kun je doorschuiven naar de komende jaren, maar dat komt dan weer op ons bordje. Het probleem ziet echter op het hele budget. Mensen bij de politie zelf zeggen dat er alleen dit jaar al een tekort van 134 miljoen is. In de volgende jaren zal er een tekort van ongeveer 300 miljoen zijn. Als we de in de media uitgelekte berichten mogen geloven, moet de hele veiligheidsketen daarin meedelen en komen we er dan ook nog niet aan. Het wordt tijd dat de Partij van Arbeid een standpunt inneemt en ervoor gaat zorgen dat veiligheid daadwerkelijk betaald wordt.

De heer Marcouch (PvdA):

Er is een discussie over de begroting voor 2016. Het probleem dat daarop ziet, moet op korte termijn opgelost worden. Daarnaast zijn er tekorten op de lange termijn. De Partij van de Arbeid vindt dat die ook moeten worden opgelost, maar zoals gebruikelijk is Prinsjesdag het aangewezen moment daarvoor. Ik heb gelezen dat er in 2016 een gat is van ruim 50 miljoen. Ik wil van de minister weten hoe hij dat gaat oplossen.

Mevrouw Helder (PVV):

Ik sluit mij aan bij de rekensom van mevrouw Kooiman. Die vind ik een stuk overtuigender. Maar goed, ik zal dit bruggetje gebruiken om over te gaan op de sturingsmaatregelen. In het debat dat de heer Marcouch noemde, liet de minister die vraag onbeantwoord. In de brief van 20 juni komt de minister wel met een aantal dingen die hij doorschuift naar de korpschef. De minister schrijft in de brief: "Zo kan worden bezien of alle in het P/M onderzoek gecalculeerde meerlasten onvermijdelijk zijn of dat hier nog sturing mogelijk is." De minister heeft zelf de opdracht gegeven om dit rapport te laten opstellen, maar hij zegt eigenlijk: het rapport is wel goed, maar ja, met dat bedrag kan ik niks, dus we moeten toch maar bekijken of we daar nog wel wat kunnen uithalen. Vervolgens komt de minister dan met een paar briljante opmerkingen. Ik vind het een minister onwaardig. Er is in 2016 een gat van 170 miljoen. Ruim 90 miljoen daarvan heeft betrekking op meerlasten ten behoeve van inhuur. Misschien moet daarop geschrapt worden. Die inhuur is nodig om handen en voeten te geven aan de reorganisatie. Dat kan dus helemaal niet. De post Beheer ziet op kosten voor kantoorartikelen, externe adviezen, schadevergoedingen aan derden, representatie-, vergadering- en cateringlasten. Daar is 8 miljoen te vinden. Als we op dat niveau moeten gaan debatteren! Ik vind het een minister en eerlijk gezegd ook een coalitiepartner onwaardig. Ik geef de heer Marcouch dus graag de gelegenheid om te zeggen dat hij hier niet aan mee gaat doen.

De heer Marcouch (PvdA):

Ik constateer dat er dit jaar 188 miljoen bij is gekomen en dat er zorgen zijn. Net als iedereen hier vind ik het belangrijk dat het probleem dat er nu lijkt te zijn, wordt opgelost. De minister moet zelf weten hoe hij dat oplost, als hij het maar oplost. Ik wil straks meer horen over de manier waarop hij dat gaat doen. Dat zijn de feitelijke cijfers rondom het bedrag van ruim 50 miljoen. Er is een structureel probleem en daar moet op Prinsjesdag een structurele oplossing voor komen.

Mevrouw Helder (PVV):

We blijven in hetzelfde rondje ronddraaien. Ik vind dat wel heel jammer, want ik ga er vooralsnog wel van uit dat dit het antwoord van de minister zal zijn. Ik zal de heer Marcouch voor nu even met rust laten, maar ik denk dat ik in de tweede termijn toch nog een nieuwe poging ga wagen.

De voorzitter:

U wordt met rust gelaten door mevrouw Helder, mijnheer Marcouch.

De heer Marcouch (PvdA):

Dat stel ik altijd op prijs.

Laten wij ons intussen druk maken over een feitelijk bewezen zorg, namelijk die over de conditie en het welbevinden van onze agenten. Geld helpt, maar het is niet genoeg. Mijn oren suizen als agenten vertellen over hun verouderde auto's en haperende apparatuur. Ik krijg buikpijn als rechercheurs mij vertellen hoe zij met hun handen op hun rug zaken moeten oplossen, zonder voldoende geoefende collega's en zonder geroutineerde specialisten. Het grijpt me naar de keel als TNO concludeert dat per dag 3.500 agenten ziek thuis zitten, de agenten op de bank met een arbeidsconflict niet meegerekend, en dat ondanks volgsystemen, visiedocumenten en plannen van aanpak. Aangrijpend zijn de dossiers waarin de politie miljoenen moet betalen aan loonsancties omdat het UWV verwaarlozing heeft geconstateerd. Deze zieke agenten zijn vergeten. Meer kan ik daar niet van maken. Die verwaarlozing vind ik nog het pijnlijkst. Hoe gaat de minister organiseren dat de extra miljoenen richting rechercheurs, basisteams en wijkagenten stromen, dus naar de werkvloer, langs het hek van de overhead en voorbij de ravijnen van de managers? Wat doet de minister om te controleren dat het geld werkelijk terecht is gekomen bij de werkvloer? Als dat lukt, dan hebben wij hier het verschil gemaakt.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dat is een heel helder pleidooi van mijn collega van de PvdA: te weinig spullen, slechte spullen, verouderde spullen, soms niet de juiste collega's, soms collega's met niet de juiste training en zieke collega's die thuiszitten en in sommige gevallen vervolgens ook niet voldoende begeleiding krijgen. Maar wat stelt de PvdA zelf voor? Wat zou er moeten gebeuren? Hoeveel geld moet er volgens de PvdA bij? En wat moet er volgens de PvdA nog meer gebeuren om deze duidelijke misstanden op te lossen?

De heer Marcouch (PvdA):

Zoals ik al zei is er dit jaar 188 miljoen bij gekomen, boven op de basisbegroting. Er is een probleem over een bedrag van 50 miljoen. Dat moet worden opgelost. Het heeft ook te maken met kwaliteitsverbetering bij de recherche en de opleiding. Ik neem aan dat mevrouw Van Tongeren de stukken ook heeft gelezen. Het gaat ook om de manier waarop je met de mensen omgaat, over de kwaliteit van de uitvoering. Het is dus niet alleen een kwestie van "meer geld en dan lost het probleem zich op". Het gaat ook over de cultuur binnen de organisatie en over de manier waarop je met mensen omgaat en hen faciliteert om goed hun werk te doen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik hoor een heldere benoeming van de problemen — er zit zowel aan de organisatorische kant als aan de financiële kant een probleem — maar ik hoor nog niet wat de PvdA dan als oplossing aandraagt.

De heer Marcouch (PvdA):

Over die oplossing hebben we in elk AO over de politie gesproken. We hebben bijvoorbeeld moties ingediend om meer diversiteit te organiseren. Wil je meer effectiviteit in de opsporing, dan zul je de recherche beter moeten faciliteren en organiseren. We moeten opleiden en trainen. Op dit moment is een historische reorganisatie gaande bij de politie, juist om tot al die verbeteringen te komen. We hebben moties ingediend en hebben zelfs bij wet geregeld dat mensen met PTSS beter worden ondersteund. Uiteindelijk gaat het er echter om dat, wat je hier in Den Haag ook afspreekt, het terechtkomt op de werkvloer, bij de agent op straat. Daar spreek ik de minister op aan. Hij moet ervoor zorgen dat dit ook gebeurt.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik hoor eigenlijk dat de PvdA zich aansluit bij de oppositiepartijen en zegt dat het niet goed gaat bij de politie: de budgetten schieten tekort en, meer dan dat, ook de organisatie schiet fors tekort, waardoor men op de werkvloer niet fatsoenlijk aan de slag kan.

De heer Marcouch (PvdA):

Ik sluit me niet aan bij de oppositie. We delen een aantal zorgen, maar ik zie ook een organisatie die ondanks de grote reorganisatie en ondanks de door mij benoemde zorgen wel grote prestaties levert. Ik wil dat we beter voor de surveillant, de agent en de rechercheur zorgen door ervoor te zorgen dat de middelen die we voor hen beschikbaar stellen, daadwerkelijk bij de uitvoering terechtkomen. Ik heb niet de illusie dat problemen worden opgelost door geld. Geld is belangrijk, maar het is niet het enige. Je zult ook een aantal andere dingen moeten doen in de uitvoering. De mensen moeten goed worden ondersteund in de uitvoering van hun werk.

De vergadering wordt van 17.37 uur tot 17.50 uur geschorst.

De voorzitter:

Voordat ik de minister het woord geef, meld ik dat wij met elkaar hebben afgesproken om het aantal interrupties op twee te houden. Een interruptie bestaat uit een vraag en een vervolgvraag. Ik begrijp dat morgen een algemeen overleg Politie staat gepland, en morgen wordt ook de suppletoire begroting behandeld. Het woord is aan de minister.

Minister Van der Steur:

Voorzitter. Ik dank de woordvoerders, die ook vandaag van de gelegenheid gebruikgemaakt hebben om het belangrijke werk dat de Nederlandse nationale politie doet weer eens in het zonnetje te zetten. Ze hebben hun bewondering, waardering en respect uitgesproken voor alle politiemannen en -vrouwen die wij in Nederland hebben en die dag in, dag uit, van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat, door weer en wind, in licht en donker het goede werk doen waarvoor zij zijn aangenomen. Dat doen zij met ontzettend veel inzet en met een ongelooflijk enthousiasme, ondanks het feit dat pas sinds zeer kort de personele reorganisatie in de definitieve afrondende fase is gekomen, ondanks het feit dat pas vorig jaar, na maanden van ingewikkelde onderhandelingen, de cao is afgesloten, tot genoegen van alle politieagenten, en natuurlijk ondanks het feit dat wij er pas in de zomer van vorig jaar, vlak na mijn aantreden, in geslaagd zijn om samen met alle betrokken partijen, waaronder zeker ook de Kamer, afspraken te maken over de herijking van de reorganisatie van de nationale politie.

Mijn inzet vanaf de dag dat ik ben begonnen als minister was gericht op die drie belangrijke pijlers. Eén. Ervoor zorgen dat de herijking van de reorganisatie, die door mijn voorganger al was aangekondigd, haar beslag zou krijgen. Twee. Ervoor zorgen dat er zo snel mogelijk een deugdelijke cao zou zijn voor de mensen die bij de nationale politie werken. Drie. Ervoor zorgen dat ook de personele reorganisatie zo snel mogelijk zou worden afgerond, zodat de mensen de zekerheid hebben dat ze zitten op de plek waar ze zijn en zodat we de dringend gewenste vacatures konden openstellen. Het goede nieuws is dat we nu in de fase zitten waarin die drie belangrijke pijlers zijn afgerond en dat we nu vervolgens de tweede onderstroom zijn beslag laten krijgen, namelijk extra geld beschikbaar maken voor de nationale politie.

Hoe heb ik dat gedaan? Ik heb bij het debat over de herijking aan de Kamer toegezegd dat ik het zelf van groot belang vond om te bezien wat het effect zou zijn van het verlengen van die reorganisatie. Dat zag op twee sporen. Een daarvan was de vraag hoeveel meer extra geld je nodig hebt om die reorganisatie te kunnen financieren. Het antwoord daarop was 230 miljoen. Dat hebben we toegevoegd aan het budget voor de reorganisatie. Vervolgens was het tweede spoor de vraag of het efficiencypad dat was ingezet bij de aanvang van de reorganisatie van de nationale politie haalbaar is en of het ingeboekte bedrag ook wordt gerealiseerd. Ik heb toen PwC gevraagd om een onderzoek te doen. Ik heb dat rapport laten valideren door André de Jong, een van de leden van ABDTOPConsult. Dat leidt ertoe dat we een goed beeld hebben van wat we nodig hebben om de nationale politie te financieren. Dat uitgangspunt proef ik ook in de Kamer. Ik heb dat zelf gedaan omdat ik het zelf van groot belang vind dat je het debat met de Kamer kunt voeren op basis van feiten. Daar leidden deze beide onderzoeken toe; het onderzoek aan de ene kant en de validatie aan de andere kant.

De voorliggende rapportage gaat in op het te verwachten lastenniveau van de politie in de periode 2016-2020 en daarnaast op de interne financiële sturing en beheersing van de financiën van de politie. Daarmee voorzien het onderzoek en de validatie in de toegezegde informatie over de bij de herijking geconstateerde zorgpunten ten aanzien van de begroting van de politie. De inhoud van de rapportage, de aanbevelingen en de opvolging zijn en worden besproken binnen het kabinet, met het gezag, uiteraard met de burgemeesters, met het Openbaar Ministerie, met de politieorganisaties en met de overige betrokken partijen. Dat gebeurt in alle zorgvuldigheid. Het kabinet heeft vervolgens extra geld vrijgemaakt, zowel in de begroting voor dit jaar als in de Voorjaarsnota. Dat extra geld, dat in de vorm van een envelop beschikbaar was gesteld in de begroting, is in de Voorjaarsnota ook toegekend aan die elementen waarvoor het nodig is.

Daarnaast zal het kabinet bij de Miljoenennota 2017 ingaan op de financiële beslissingen die het naar aanleiding van deze rapportage meerjarig zal nemen. De voorzitter zei al dat we morgen nog een debat en een AO hebben. We hebben ook vorige week een debat gehad, dat eigenlijk ook over dit onderwerp ging, als ik heel eerlijk ben. Daarin heb ik gezegd: als het zo zou zijn dat er een bedrag van 300 miljoen beschikbaar zou komen voor mijn begroting voor 2017 en volgende jaren, zoals in het nieuws is geweest, dan zou dat een structurele, zeer welkome investering zijn in de veiligheid van Nederland.

Dat betekent dat in 2016 fors wordt geïnvesteerd in de nationale politie. Dat is ruim 187 miljoen bij Voorjaarsnota. Daarnaast is er nog 47 miljoen ontvangen voor een nabetaling voor de in 2015 gesloten cao. Is er dan, zoals mevrouw Kooiman zegt, sprake van een faillissement van de nationale politie? Nou, als je meer dan 5 miljard uitgeeft aan een organisatie is de kans op een faillissement niet zo groot.

Mevrouw Kooiman (SP):

Niet zo groot?

Minister Van der Steur:

Dat was humor, mevrouw Kooiman.

Mevrouw Swinkels (D66):

Ik hoorde de minister zeggen dat er een envelop is uitgedeeld. Die zou 310 miljoen bedragen, maar was het tekort in maart 2016, zoals begroot door de toen aantredende korpschef, niet ook dat bedrag?

Minister Van der Steur:

Misschien is het goed als ik het volgende zeg voor de zuiverheid. Mevrouw Kooiman en vooral mevrouw Helder hebben hier ook een berekening op losgelaten. We weten wat we nodig hebben voor 2016. Door middel van de envelop en de extra fondsen wordt daarin voor een heel groot bedrag voorzien. De rekensom is heel precies als volgt. 170 miljoen is volgens PwC noodzakelijk. Daar is 6 miljoen afgehaald als gevolg van de validatie van De Jong. Vervolgens zit er een bedrag in van 12 miljoen voor vakantieloon. Er zit ook een bedrag in van 10 miljoen voor de contourennota en 86 miljoen uit de envelop. Dat leidt ertoe dat er iets meer dan 50 of 55 miljoen nodig is voor 2016 waarin nog niet is voorzien. Daarover hebben we vorige week het debat gevoerd. Ik heb toen twee dingen gezegd. Eén. Ik vraag de korpschef om op dit punt zijn sturingskwaliteiten te laten zien. Twee. Als dat niet lukt, zullen we dat dekken uit het eigen vermogen.

Mevrouw Swinkels (D66):

Naar die sturingsmechanismen ben ik ook heel benieuwd. Wat verstaat de minister daaronder? En zal daarmee het tekort van 50 miljoen worden gedekt?

Minister Van der Steur:

Daarover heb ik de brief geschreven. Ik weet niet of hieruit het tekort van 50 miljoen gedekt gaat worden. Dat is juist de reden waarom ik in het vorige debat al heb gezegd dat het eigen vermogen als buffer zal optreden als dat niet lukt; dat zal mevrouw Swinkels niet zijn ontgaan. Ik heb echter goede hoop. Wij geven 5 miljard uit aan deze organisatie, waarvan grosso modo 3 miljard aan lonen en salarissen en 2 miljard aan de hardware, de spulletjes, waaronder bijvoorbeeld 600 miljoen elk jaar weer aan ICT en ICT-innovatie. Dan denk ik dat het ook goed mogelijk is dat er aan het eind van het jaar sprake zal zijn van meevallers. Dan vraag ik de korpschef om die meevallers te gebruiken en om geen beroep te doen op het eigen vermogen. Als er echter geen meevallers zijn, zal de korpschef een beroep moeten doen op het eigen vermogen, zoals ik ook in het vorige debat heb toegelicht.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

We hebben het al herhaaldelijk aan de minister gevraagd, maar de antwoorden blijven iedere keer vaag. De korpschef moet gewoon op zoek gaan naar eigen geld, terwijl de politie al helemaal is uitgeknepen en heel veel dingen niet meer kan. Ik wil dat de minister aangeeft waar de korpschef zogenaamd 55 miljoen vandaan moet toveren. Nu horen we alleen dat er zogenaamd 8 miljoen uit de administratieve ondersteuning weggehaald kan worden. Nou, die hebben ze niet eens meer.

Minister Van der Steur:

Mevrouw Van Toorenburg schetst altijd graag een beeld dat niet noodzakelijkerwijs helemaal overeenkomt met de werkelijkheid. Dat staat nog los van het feit dat niemand hier zal beweren dat de ondersteuning van de nationale politie op-en-top in orde is. Er wordt inderdaad nog steeds gebruikgemaakt van BlackBerry- en Nokiatelefoons, en sommige mensen willen inderdaad weleens wat moderners. Daar staat tegenover dat er in het afgelopen jaar 21.000 hypermoderne smartphones zijn uitgerold. Er kan dus inderdaad nog heel veel beter, maar de gedachtevorming die mevrouw Van Toorenburg schetst, is niet conform de realiteit, ondanks het feit dat er mensen zijn die graag die versnelling zouden willen zien die nodig is.

Mevrouw Van Toorenburg vraagt welke maatregelen de korpschef moet nemen. Het antwoord is hetzelfde als het antwoord dat ik in eerdere debatten en net al gaf: het is aan de korpschef om te sturen. De korpschef doet het cashmanagement. Het is aan de korpschef om eventuele meevallers te gebruiken. Als dat in het ergste geval niet lukt, zal het eigen vermogen een deel van het bedrag of het gehele bedrag kunnen opvangen. Dat heb ik in het vorige debat ook uitgebreid uit de doeken gedaan.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Dat eigen vermogen is al bijna niets meer. We vragen elke organisatie om een beetje eigen vermogen aan te houden om tegenvallers op te vangen, maar het eigen vermogen van de politie is inmiddels vrijwel nul. Waarom vertelt de minister dit soort verhalen terwijl hij het eigenlijk bij een volgend kabinet in de mik schuift? Dit is geen lijk in de kast meer, maar een lijk midden in de kamer. Ik wil niet dat deze minister daar opnieuw overheen stapt. Hoe gaat hij ervoor zorgen dat de Kamer weet hoe er dit jaar 55 miljoen euro wordt bespaard op de politie?

Minister Van der Steur:

Het wordt ingewikkeld debatteren als mevrouw Van Toorenburg zegt dat het eigen vermogen op dit moment nul zou zijn, terwijl de stand van eind 2015 156 miljoen euro is. Ik zie dat niet, met alle respect. De ondergrens die we met elkaar hebben afgesproken, is 75 miljoen euro. Dat betekent dat er meer dan 75 miljoen euro beschikbaar is voor het opvangen van eventuele extra's zonder dat er een herstelplan nodig is. Van een faillissement of een herstelplan is geen enkele sprake. Zo kun je een debat heel makkelijk vormgeven, maar dit zijn de feiten. Er is 156 miljoen eigen vermogen beschikbaar. Ik vraag de korpschef om te sturen op 50 miljoen. Het is aan de korpschef om dat te doen. Natuurlijk is dat lastig en moeilijk, maar in een organisatie die 5 miljard uitgeeft, zijn er ook meevallers. Misschien zijn er ook tegenvallers. Dat betekent per saldo dat het eigen vermogen dat kan opvangen. Daar is wat mij betreft geen enkel probleem mee.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ik zal de minister een handje helpen met te duiden waar die taakstelling van 50 miljoen aan op zal gaan. Ik wil er niet steeds naar terugverwijzen, maar ik heb 30 jaar bij de politie gewerkt. Ik heb een aantal van die taakstellingen meegemaakt. Wat gaat er gebeuren? Het budget voor overwerk wordt gekort. Dan sta je als rechercheur bij een overval en moet je weg omdat je niet mag overwerken. Dan sta je als noodhulpverlener bij een melding en moet je weg omdat je niet mag overwerken. De piketvergoedingen worden teruggedraaid. Mensen zijn niet meer 24 uur bereikbaar. Verschillende coördinatoren van speciale diensten zijn niet meer bereikbaar. Ik heb zelf meegemaakt dat je minder benzine mocht verrijden voor meldingen en surveillance. Je mocht in het kader van de bezuinigingen minder patronen afvuren tijdens schietoefeningen. Dat soort gekkigheid legt deze minister de korpschef op. Andere middelen om te bezuinigen heeft die namelijk niet.

De voorzitter:

En uw vraag is?

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Is dat wat de minister wil? Er staat daar een VVD-minister die gaat hakken in de nationale politie. Dat is een heel slechte zaak.

Minister Van der Steur:

Op zo'n vraag kan ik geen antwoord geven. Ik vraag de korpschef om zorgvuldig te sturen binnen zijn begroting van 5 miljard en een beetje. Dat betekent dat hij op alle terreinen maatregelen kan nemen. Waar hij dat doet moet hij zelf weten. Natuurlijk moet dat op een heel zorgvuldige manier, kijkend naar de kerntaken van de nationale politie. Hoe hij dat doet, zullen wij aan het einde van het jaar zien. Er is nog een halfjaar de tijd om dat te doen. Natuurlijk zijn er bij een organisatie waaraan je 5 miljard uitgeeft altijd meevallers, maar mogelijkerwijs ook tegenvallers. We hebben een ruimschoots eigen vermogen.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Dit zijn de consequenties. Dit gaan de gewone politieman of -vrouw en rechercheur op straat merken. Dit is geen managementverhaal, maar een operationeel verhaal, want daarop valt te bezuinigen. Je kunt niet auto's of boten van de rivier- of zeehavenpolitie verkopen. Je kunt het werk niet ineens met veel minder mensen gaan doen. Het enige waarop je kunt bezuinigen zijn de overuren, de piketvergoedingen, de brandstof en de training voor de politie. Dat roept deze minister over zich af. Laat dat nog een keer op u inwerken, minister, want dit is nogal wat. Graag krijg ik toch nog even een reactie.

Minister Van der Steur:

Ik ga niet in op de maatregelen die de heer Bontes noemt. Dat is echt aan de korpschef. Ik ben het voor een groot deel met de heer Bontes eens dat je dergelijke maatregelen niet moet willen. De heer Bontes heeft gelijk: je kunt geen auto's verkopen. Dat willen we overigens ook niet, want we hebben de auto's die we nodig hebben. Boten verkopen willen we ook niet, want als we die nodig hebben, moeten wij die gewoon hebben. Daar is geen discussie over. Ik denk dat het wel goed is om overwerkvergoedingen en piketvergoedingen te verminderen als dat verantwoord kan. Ik denk ook dat het van groot belang is dat het ziekteverzuim omlaaggaat, zodat je die twee dingen weer in evenwicht kunt brengen. Want het een kan natuurlijk ook voortvloeien uit het ander. Dat zou zomaar een mogelijkheid zijn om inderdaad op te sturen. Ik vraag de korpschef om dat te doen. Als dat niet voldoende werkt, is het eigen vermogen een mogelijkheid om eventuele tekorten te dekken.

Mevrouw Kooiman (SP):

Het is natuurlijk heel gemakkelijk om alle problemen neer te knikkeren op het bordje van de korpschef, terwijl deze minister eigenlijk in control moet zijn. Precies daarover gaan de vragen. De minister gebruikt heel andere cijfers dan de cijfers die de oppositie hoort na stevig en grondig onderzoek. Alleen al als je kijkt naar het rapport van PwC, zie je dat er dit jaar in totaal een tekort is van 54 miljoen. Het hele bedrag is helemaal niet meegerekend. Er zou een bedrag van 140 miljoen moeten komen, maar er wordt maar 86 miljoen uitgekeerd. Dan hebben we nog een tekort van 54 miljoen. Mevrouw Helder heeft dat ook al aangegeven. De feiten stroken niet met elkaar. De minister heeft het namelijk over heel andere feiten en lost het helemaal niet op. Is de minister wel in control?

Minister Van der Steur:

Mevrouw Kooiman en ik delen de mening dat het gaat over een bedrag van iets meer dan 50 miljoen. Dat is precies wat ik heb gezegd. Dat heb ik vorige week tijdens het debat gezegd en ik heb het ook nu weer gezegd.

Mevrouw Kooiman (SP):

Nee, dat was de generieke taakbijstelling die, hoppa, van het ministerie op het bordje van de politie werd geknikkerd. Daar zijn de extra tekorten van het niet uitkeren van de pensioenen bij de politie niet eens bij opgeteld. Nee, alleen al dit jaar is er een tekort van 134 miljoen op de begroting van de politie. En dan hebben we het slechts over dit jaar. De komende jaren loopt het tekort alleen maar op. Dit is struisvogelpolitiek.

Minister Van der Steur:

Tot die conclusie kan ik niet komen op basis van de voorliggende cijfers.

Mevrouw Helder (PVV):

Ik heb deze hele ronde afgewacht om te zien met wat voor cijfers de minister komt. Ik kom ook tot de conclusie dat het gewoon niet klopt. In het rapport van PwC staat dat er in 2016 een tekort van 170 miljoen is. De minister zegt dat je de validatie daarop in mindering moet brengen. Dat is 6 miljoen. Daar kun je over twisten, want het gaat over huisvestingskosten die niet voldoende onderbouwd zijn. Het is dus niet gezegd dat ze er niet zijn, maar ze zijn onvoldoende onderbouwd. Laat ik de minister die 6 miljoen dan even cadeau doen. Het is een heel bedrag, maar goed, laten we dat even meenemen. Dan kom je op 164 miljoen uit. Dan noemt de minister 10 miljoen voor opsporing, maar dat bedrag zat niet in die 170 miljoen. Die 10 miljoen moet je dus niet meetellen. Dat staat ook heel duidelijk in het rapport. Vervolgens komt er voor het financiële gat slechts 86 miljoen bij. Dat heb ik ook al gezegd. Onder de streep kom je dan echt niet uit op een restant van om en nabij 50 of 55 miljoen dat de korpschef zou moeten oplossen. Daar gaat de minister totaal aan voorbij. De minister zegt dat de hele begroting die naar de politie gaat, 5,2 miljard bedraagt en dat ongeveer 2 miljard daarvan voor spulletjes is. Nee, op die 2 miljard voor spulletjes ligt nog een taakstelling. Onder de streep leidt dit tot 4,8 miljard. Dan hebben we het over een heel ander verhaal. Dat was het derde punt. De minister moet het wel in zijn geheel bekijken. Ik heb de exercitie even afgewacht. Er komt een hele brij aan cijfers voorbij en daardoor lijkt het erop dat het allemaal wel meevalt. Als de minister deze opsomming hoort — die klopt, want ik heb de cijfers uit het verhaal van de minister zelf genoteerd — komt hij dan toch niet tot een wat bijgestelde conclusie, namelijk dat er echt nog wel een financieel gat is dat niet te overbruggen is met sturingsmaatregelen?

Minister Van der Steur:

Dat is precies wat ik de hele tijd zeg. Ik heb vorige week ook gezegd dat er een verschil is tussen het PwC-rapport, de validatie van De Jong en datgene wat nu beschikbaar is gekomen. Dat verschil is tussen de 50 en 55 miljoen. Hopelijk zijn we het daarover eens. Mevrouw Helder is het niet met mij eens, maar ik ben het wel met mezelf eens, zeg ik met een grote glimlach. Ik heb gezegd dat de korpschef, die verantwoordelijk is voor deze organisatie, moet bekijken of hij dit door middel van sturingsmaatregelen kan oplossen. Als dat niet kan, kan men dus een beroep doen op het eigen vermogen van 156 miljoen euro. Liever niet, maar als het niet anders kan, is dat beschikbaar.

Mevrouw Helder (PVV):

Wat mij betreft is het tekort op zijn minst die 170 miljoen min die 86 miljoen. Dan kom je op 84 miljoen. We moeten het dus niet zo moeilijk maken. De minister zegt dat er sturingsmaatregelen moeten komen. Wat er dan nog onder de streep overblijft, gaat ten koste van het eigen vermogen. Ik heb net in het interruptiedebatje met collega Van Veen gezegd dat je ook eens moet kijken naar wat er in 2013 en in 2014 al op het eigen vermogen in mindering is gebracht. Kan de minister die bedragen ook meenemen in die 175 miljoen? De minister zegt namelijk dat dit bedrag er nu nog is.

Minister Van der Steur:

Voor de goede orde: eind 2015 was er 156 miljoen. De ondergrens ligt op 75 miljoen. Dat is die 1,5%. Als men daaronder zakt, is er een herstelplan nodig. Mevrouw Kooiman heeft de indruk dat dit er vandaag al moet komen, maar dat is niet zo. Dat betekent dat er ruimte is in het eigen vermogen om eventuele tekorten op te vangen. Zo kan een korpschef ook gewoon handelen. Als je tekorten hebt, zul je een beroep moeten doen op het eigen vermogen. Ik vind dat ook goed. Daarom heb ik vorige week in het debat gezegd dat ik als bestuurder die verantwoordelijkheid neem. Ik vraag wel aan de korpschef of hij kan bezien of hij met een aantal meevallers rekening kan houden, zodat het totale beslag op het eigen vermogen lager wordt dan 50 miljoen. Dat zou voor iedereen heel goed zijn.

Mevrouw Helder (PVV):

Dan vind ik het toch heel vreemd dat we in maart van dezelfde korpschef hebben gehoord dat de politiek maar moet kiezen waarin gesneden moet worden. Dat verhaal geloof ik toch net iets meer dan datgene wat de minister net heeft gezegd.

Minister Van der Steur:

Dat debat zullen we zeker nog een keer voeren. Ik schat dat de Miljoenennota niet zonder debat over de begroting van Veiligheid en Justitie de Kamer zal passeren. Dan zullen we over het meerjarig kader, over de jaren 2017 en verder, praten en moeten we opnieuw bezien wat er aan extra geld beschikbaar komt. Ik heb in de media gelezen dat het gaat om een bedrag van 300 miljoen. Daar zou ik op een aantal terreinen geweldig mee geholpen zijn. Ik moet dan eens goed gaan plussen en minnen en bekijken hoe het zit met de behoeftes van bijvoorbeeld de politie, het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht. Dat wordt best nog wel een ingewikkeld puzzeltje, maar dat maakt niet uit. Dat gaan we doen, want daarvoor ben ik aangesteld. Daarover ga ik het debat graag met u aan.

Nu voeren we een debat over de nationale politie in 2016. Ik heb heel helder aangegeven dat het tekort om en nabij de 55 miljoen zal zijn. Ik heb de korpschef gevraagd om daarop te sturen. Dat mag je ook verwachten van een manager. Dat is hij ook, een kwalitatief heel hoogwaardige manager. Vervolgens zullen we aan het einde van de dag het eindresultaat zien. Daar zal ik de Kamer uiteraard bij het jaarverslag over rapporteren.

De voorzitter:

Uw laatste interruptie, mevrouw Swinkels.

Mevrouw Swinkels (D66):

Kan de minister mij uitleggen waarom het eigen vermogen een kritische ondergrens kent van 1,5%?

Minister Van der Steur:

Dat is conform de afspraak.

Mevrouw Swinkels (D66):

De minister begrijpt mijn vraag heel goed. Waarvoor dient zo'n reserve?

Minister Van der Steur:

Het eigen vermogen dient in een normale organisatie om eventuele tekorten op te vangen die ze in de loop van het jaar oploopt. In de afgelopen jaren hadden we te maken met financiële krapte als gevolg van een crisis. Mevrouw Swinkels kan zich misschien nog herinneren dat we die met een paar heel stevige maatregelen voor een groot deel hebben weten te beteugelen. Die crisis hebben we onder andere moeten opvangen door voor de nationale politie soms een beroep te doen op het eigen vermogen. Daar is het ook voor. Dat is ook precies hetgeen we mogelijkerwijs voor 2016 gaan doen.

Mevrouw Swinkels (D66):

Dan is mijn vraag aan de minister of hij het verstandig vindt om het eigen vermogen zo uit te hollen, nu al, zodat eventuele tegenvallers in de loop van 2016 niet meer opgevangen kunnen worden door de politie.

Minister Van der Steur:

Daar is geen sprake van. We hebben net vastgesteld dat er een enorme extra investering van alles bij elkaar 170 miljoen euro — althans, iets minder, want die 6 miljoen gaat er nog af — in de nationale politie wordt gedaan, met nog eens 50 miljoen extra voor de inzet ten aanzien van de asielproblematiek. Daarmee is een forse investering gedaan in de nationale politie. Als iemand de woordvoerders zou horen en verder het debat niet zou volgen, zou hij echt denken dat er geen cent voor de politie bij komt, maar we praten over substantiële investeringen. Ten opzichte van het pad dat we zelf hebben uitgerekend met PwC, is er nog een tekort van 50 miljoen voor 2016. Dat bedrag kan — als het nodig is; daar ga ik voorlopig niet van uit — ten laste komen van het eigen vermogen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik wil nog even door op het eigen vermogen. In mijn herinnering uit managementbanen die ik heb gehad, heb je een vrij besteedbaar eigen vermogen dat je naar eigen inzicht aan iets kunt uitgeven, maar heb je vooral ook heel veel bestemd eigen vermogen. Nieuwbouw komt bijvoorbeeld niet in één keer tot stand. Daar wordt in verschillende jaren wat voor opzij gezet. Op het moment dat het moet gebeuren, wordt het geld dan uit het eigen vermogen gehaald. Kan de minister mij de verhouding geven? Hoeveel eigen vermogen heeft een doelbestemming en hoeveel is compleet vrij eigen vermogen dat de politieorganisatie kan uitgeven voor wat dan ook?

Minister Van der Steur:

Dat is een goede vraag. Dat heb ik even niet zo paraat. Volgens mij, maar dan zou ik speculeren, is het eigen vermogen waar we het nu over hebben vrij besteedbaar. Of nee, ik weet zelfs zeker dat dit zo is. In het totaalbedrag van 5 miljard dat elk jaar weer wordt uitgegeven voor de nationale politie, zitten natuurlijk op alle mogelijke manieren investeringsbedragen en andere bedragen die geïnvesteerd worden in huisvesting, auto's en onderhoud. Die zaken vallen dus onder het totaalbedrag van 5 miljard. Nu hebben we het over het eigen vermogen dat gewoon vrij besteedbaar is. Het is echt bedoeld als buffer. Dat is precies waar we het mogelijkerwijs dit jaar voor nodig hebben.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik wacht toch even het preciezere antwoord af, want het is in mijn ervaring vrij ongebruikelijk dat een organisatie op haar balans zo'n bedrag heeft staan zonder dat daar een doelbestemming voor is. Misschien is het geen verplichte doelbestemming, maar ik kan me nauwelijks voorstellen dat het er staat als: overig; wij weten ook niet wat wij met dat geld aan moeten.

Minister Van der Steur:

Dat is precies waar het voor is. Het is vrij besteedbaar eigen vermogen. Maar let op: de afspraak is wel dat er een herstelplan nodig is als dat onder de 75 miljoen zakt. Op de rest van de begroting staan natuurlijk alle investeringsbedragen. Daar zit 600 miljoen aan investeringen bij die jaarlijks in ICT worden gedaan. Dat bedrag bestaat voor een deel uit mensen, voor een deel uit materieel. Daar is een normale investeringsagenda en een eventuele reserve binnen die begrotingspost voor. Dit gaat echt om het algemene, vrij besteedbare eigen vermogen van de nationale politie.

Mevrouw Swinkels heeft gevraagd of de sterkte van 49.800 fte in 2016 is gegarandeerd. Ja, dat is het geval. Daar zitten we op dit moment met 700 mensen boven. De instroom van nieuwe politieagenten is dit jaar hoger dan in de afgelopen jaren. Daar heb ik de Kamer ook uitgebreid over gerapporteerd. Daar kunnen we het morgen nog verder over hebben. Het zit daarmee op het niveau van de begroting voor 2016. In 2016 wordt geen personeel ontslagen, a. omdat het niet nodig is en b. omdat het niet kan omdat we in het kader van de reorganisatie een werkgarantie hebben afgegeven. Ook de ICT-investeringen zijn op het niveau van het PM-onderzoek dat is uitgevoerd door PwC.

Nu aarzel ik, want ik heb een aantal vragen die niet zozeer zien op de begroting zelf als wel op allerlei aanpalende stukken. Het zijn acht vragen en die zou ik heel goed mee kunnen nemen in mijn beantwoording in de eerste termijn van het algemeen overleg dat we morgen specifiek hebben over de politie. Aangezien ze niet met de begroting te maken hebben maar met de politie, zou het mijn gevoelen zijn dat het beter is om ze dan te bespreken, maar als de leden van de Kamer die vragen liever nu beantwoord willen hebben, dan ben ik natuurlijk altijd graag bereid dat te doen.

De voorzitter:

Mevrouw Kooiman, laatste interruptie.

Mevrouw Kooiman (SP):

Over die vragen heb ik geen vraag maar wel over de ICT bij de politie, waar de minister zelf zo-even over begon. Hij zei dat er mensen bij de ICT niet zijn ontslagen. Dat klopt. Er zijn mensen met een tijdelijk contract gewoon weggestuurd, namelijk de hele club bij de ICT die verantwoordelijk was voor de innovatie. We weten allemaal dat innovatie bij de politie heel erg nodig is. Dus wat gaat de minister doen om deze club weer in huis te halen?

Minister Van der Steur:

Allereerst wil ik in herinnering brengen dat er per jaar 600 miljoen euro wordt uitgegeven aan de ICT-portefeuille en dat dit dus niet niks is. Dus even in de goede verstandhouding tussen mij en mevrouw Kooiman: 600 miljoen euro die je uitgeeft aan ICT is niet niks. Het is dus ook niet zo dat er niet meer wordt geïnvesteerd. Dat wil niet zeggen dat er geen keuzes gemaakt moeten worden. Je kunt niet binnen de begroting van de nationale politie ongebreideld geld uitgeven aan de ICT. Het PM-onderzoek heeft uitgewezen dat er uitdagingen zijn op ICT-gebied, dat de basis op orde moet zijn en dat ICT daar een belangrijke rol in speelt en dat de 86 miljoen extra dit jaar voor een deel beschikbaar is voor ICT en de informatieportefeuille. Dit betekent dat het ICT-budget in 2016 op niveau is, zoals in het PM-onderzoek is aangegeven. PwC zegt in het rapport wel dat er keuzes gemaakt moeten worden. Welnu, die zijn ook gemaakt. Die leiden ertoe dat bepaalde activiteiten het komende jaar niet kunnen worden gedaan. Dat hoort erbij. Je kunt nu eenmaal niet alles doen wat je wilt.

Mevrouw Kooiman (SP):

Dus deze minister vindt het eigenlijk vrij normaal dat Inge Philips, plaatsvervangend hoofd van de Landelijke Recherche, gezegd heeft: als deze bezuinigingen van 44 miljoen doorgaan kan ik die verantwoordelijkheid niet aan en kan ik mijn taak niet uitoefenen, dus stap ik op? Op het moment dat de politie moet investeren in cybercrime kún je niet de hele innovatieclub naar huis sturen. En dat is precies wat er nu is gebeurd. Ik kijk de minister nog eens indringend aan en vraag hem nogmaals om die club van innovatieve mensen bij de ICT in huis te halen, want we zijn het tijdperk van The Flintstones bij de politie nu wel zat.

Minister Van der Steur:

Ik herken mij niet in het beeld dat er sprake zou zijn van The Flintstones. Ik heb aangegeven dat er natuurlijk in een lopende agenda investeringen worden gedaan die ikzelf misschien graag ook sneller zou willen doen. Maar ja, ook daarvoor geldt dat het niet ongebruikelijk is om binnen de begroting te blijven. Ik ga niet reageren op individuele uitlatingen van individuele politiefunctionarissen, maar in algemene zin zijn er zeker keuzes gemaakt, ook ten aanzien van de investeringen. Maar let op: in cybercrime is enorm geïnvesteerd. Daar zitten nieuwe afdelingen met nieuwe mensen. De vacatures zijn eerder opengesteld. Bovendien hebben de mensen daar de apparatuur die ze nodig hebben. Misschien willen we het allemaal nog meer en nog beter; mevrouw Van Toorenburg heeft er vorige week nog een pleidooi voor gehouden en dat pleidooi zal ik ook opvolgen met een verzoek aan de desbetreffende eenheid om zelf te zien hoe de kopieermachines eruitzien, want dat was een van de punten waarop mevrouw Van Toorenburg wees. Ik herken mij echter niet in de beeldvorming van mevrouw Kooiman.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Omwille van de tijd heeft de minister gezegd dat hij op een aantal punten inhoudelijk zal ingaan in het AO. Mag ik via u, voorzitter, dan vragen of hij morgen dan ook echt gericht ingaat op de reactie van VNO-NCW omdat ondernemers zich zo in de kou gezet voelen? Ik heb van de politie begrepen hoe zo'n proces van het doen van aangifte verloopt. Dat vond ik ontluisterend. Ik wil daar morgen echt met de minister over spreken, want ik ben daar erg van geschrokken. Ik snap nu waarom er uiteindelijk niets wordt opgelost.

Minister Van der Steur:

Dat doe ik met plezier. Ik zal dat gedetailleerd doen. Dat hoeft mevrouw Van Toorenburg morgen niet in haar eerste termijn te herhalen. Ik zal daar graag op reageren. Er is één punt dat ik nog wel wil meenemen.

Voorzitter. Ik zie mevrouw Van Tongeren nu bij de interruptiemicrofoon staan. Wilt u haar misschien eerst de gelegenheid geven om te interrumperen? Zo niet, dan ga ik door met mijn andere punt.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren staat er al een tijdje.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik wil graag mijn laatste interruptie plaatsen. Kan dat nu?

De voorzitter:

Natuurlijk. Ga uw gang.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik wil toch nog even iets meer helderheid krijgen over het eigen vermogen. Volgens de minister is daar ongeveer 156 miljoen voor beschikbaar. De minister heeft mij net verteld dat daar geen enkele verplichte of niet verplichte doelbestemming onder staat. De politie kan dat dus gewoon uitgeven. De korpschef mag dit jaar dus die 156 miljoen gewoon in zijn geheel uitgeven. Klopt dat?

Minister Van der Steur:

Ja en nee. Nee, hij zou dat in theorie kunnen doen, maar als hij onder de 75 miljoen komt, is hij wel verplicht om een herstelplan te maken. Dat zou ongewenst zijn. Wat mij betreft, betekent dat in principe dat hij geacht wordt om dat niet te doen. Dat betekent wel dat het tekort van om en nabij 55 miljoen dat wij in 2016 mogelijkerwijs hebben, uit het eigen vermogen kan worden gedekt. Dat kan overigens alleen na mijn goedkeuring, want ik voer het beheer over de nationale politie.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Oké, we zijn al een stapje verder. Dus niet het hele bedrag van 156 miljoen is vrij besteedbaar, want de korpschef mag sowieso niet onder een bedrag van 75 miljoen komen. Dat hoor ik de minister zojuist zeggen. Het eigen vermogen is dus een stuk kleiner dan die 156 miljoen. Als ik het goed begrijp, zit er ook wel degelijk een niet verplichte doelbestemming op. Het geld is namelijk bedoeld om eventuele niet begrote tegenvallers op te vangen. Klopt dat?

Minister Van der Steur:

Volgens mij is dat de essentie van een eigen vermogen: dat je daarmee tegenvallers opvangt waar je tegen aanloopt. Dat is de veiligheid die het eigen vermogen biedt. De korpschef kan die 75 miljoen wel aanspreken, maar dat heeft alleen desastreuze gevolgen. Dan is er namelijk een herstelplan nodig. De gedachtevorming is dat dat natuurlijk ongewenst is.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Er zijn heel veel organisaties die een eigen vermogen hebben voor een ander doel. Die willen daar iets anders mee doen. Dat is niet alleen maar een float om eventuele tekorten op te vangen. Dat is dus helemaal niet vanzelfsprekend. Als het niet bestemd en vrij besteedbaar is, zou de nationale politie met dat geld ook iets anders mogen gaan financieren. Als dat niet helder is, hoor ik graag in twee termijn hoe het dan wel precies zit met de mogelijkheden tot besteding van dat eigen vermogen.

De voorzitter:

Of morgen tijdens het algemeen overleg.

Minister Van der Steur:

Voorzitter. De vraag hoort echt wel thuis in dit debat. Volgens mij is het niet anders dan ik heb gezegd. Er is een eigen vermogen van 156 miljoen aan het einde van 2015. Als dat onder het niveau van 75 miljoen zakt, ontstaat er de verplichting tot het opstellen van een herstelplan. Dat herstelplan ziet erop om het eigen vermogen weer op het niveau boven de 75 miljoen te brengen. Als je dus een tekort oploopt in het jaar 2016, kun je met mijn toestemming aanspraak maken op het eigen vermogen. Dat heb ik ook met de korpschef afgesproken.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Een nieuwe landelijke beleidsprioriteit toevoegen kost geld in de vorm van mensen en middelen. Daarom breng ik het ook in in dit debat. Is de minister bereid om een nieuwe beleidsprioriteit te maken van de bestrijding van Marokkaanse straatterreur? Ieder weekend vliegen er auto's in brand, vandaag is er weer een bus bekogeld. De busruiten vliegen er zowat iedere dag uit. Er moet nu echt een landelijke aanpak komen. Dat kost geld. Dat moeten we nu beslissen, want het is nu gewoon vijf voor twaalf. Is de minister bereid, daar nu op dit moment extra geld voor vrij te maken? Is hij bereid om extra mensen en middelen in te zetten om dit te gaan bestrijden? Dit kan echt niet zo doorgaan.

Minister Van der Steur:

Ik deel zonder enig voorbehoud de zorg van de heer Bontes die hij hier uitspreekt over het vandalisme dat we in de afgelopen weken hebben gezien, met name tegen bussen in een aantal gemeenten in Nederland. Ik heb daar ook meermalen van aangegeven, naar ik meen ook in de richting van de heer Bontes, dat dit nu echt een voorbeeld is waarbij de lokale driehoek aan zet is. De lokale driehoek kan maatwerk leveren. De burgemeester, het Openbaar Ministerie en de chef van de betreffende eenheid of de politiechef kunnen onderling met elkaar afstemmen wat de juiste aanpak is. Dat betekent dat er prioriteitskeuzes kunnen worden gemaakt om hier paal en perk aan te stellen. De heer Bontes en ik delen dat dit moet gebeuren. Ik merk ook aan alles dat de inzet in Nederland erop gericht is om dit te doen, daar waar het voorkomt. Dat is niet in heel Nederland, maar het komt voor en het is een punt van grote zorg. Ik denk dat de lokale driehoeken dit heel mooi en goed oppakken. Ik ben daar heel tevreden mee.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Het is inmiddels helaas, zo zeg ik erbij, wel een landelijk probleem geworden. Het speelt in Vlaardingen, het speelt in Amsterdam-Noord, het speelt in Ede, het speelt in Veghel, het speelt in Almere. Alle plaatsen doen er zowat aan mee, dus wat dat betreft is er echt een landelijke aanpak nodig. Het gaat echt door heel Nederland heen. Als je er een gerichte landelijke aanpak op loslaat, ben je veel effectiever dan wanneer iedere lokale driehoek weer opnieuw het wiel moet uitvinden. Ik vraag dus geld van de minister voor extra politiemensen en extra rechercheurs om dit probleem nu een keer te tackelen.

Minister Van der Steur:

Nogmaals, het is helder dat er zeker steden zijn waar de problematiek zich voordoet. De heer Bontes noemde er een paar. Daar zijn politieagenten actief. Daar is het Openbaar Ministerie actief. Daar is de lokale burgemeester verantwoordelijk voor de inzet van de politie. Dat is het systeem dat we met elkaar hebben afgesproken. Volgens mij werkt dat goed. Er wordt fors geacteerd en ik dacht dat er ook al arrestaties zijn verricht. Ik deel de zorg, maar niet de bezorgdheid van de heer Bontes. Ik heb het gevoel dat de lokale driehoeken zeer goed in staat zijn om lokaal maatwerk te leveren. Volgens mij is dat ook van groot belang. Natuurlijk moeten ze van elkaar leren. Alle samenwerkingsverbanden zijn daarop gericht. Dat gebeurt via het LIEC, via de RIEC's en via de Veiligheidshuizen. Dat zijn allemaal samenwerkingsverbanden. Volgens mij is dat zeer adequaat.

De voorzitter:

Ik stel voor dat u verdergaat, minister, maar ook dat u gaat afronden.

Minister Van der Steur:

Ik heb nog één vraag die echt ziet op het jaar 2016, voorzitter. Dat is de vraag van de heer Van Veen over de administratieve lasten. Ook mevrouw van Toorenburg vroeg daarnaar. Ik wil daarover het volgende zeggen. Ik denk dat wij heel tevreden mogen zijn met het resultaat van het pakket dat de nationale politie heeft opgeleverd. Ik spreek in het bijzonder mijn waardering uit voor het team Meierij. Mevrouw Van Toorenburg weet dan onmiddellijk waar dat is. Ik heb dat nog even moeten opzoeken. Het team Meierij in Brabant heeft als voorloper gefungeerd om te laten zien hoe je met een aantal structurele maatregelen — sommige heel simpel, sommige heel ingrijpend — de administratieve lasten kunt terugbrengen. Ik ben daar heel tevreden over. Ik vind het goed om te zien dat deze goede voorbeelden nu ook door andere eenheden worden overgenomen. Het mooie daarbij is dat het geen blauwdruk is die moet worden overgenomen. Als iets in de Meijerij goed gaat, wordt eerst bekeken of het in andere eenheden, andere teams en andere regio's ook zal werken. Zo ja, dan nemen we het over. Zo nee, dan verzinnen we iets anders. Dat lijkt mij heel erg goed.

Mevrouw Van Toorenburg zei dat het op een aantal terreinen misschien nog beter kan. Ik kom daar morgen graag op terug, maar dat is ongetwijfeld zo. We zien nu bijvoorbeeld dat sommige formulieren zijn vereenvoudigd en dat het aantal formulieren is teruggebracht. Zonder enige twijfel zullen er in een organisatie die van 26 korpsen naar één nationaal korps is gegaan, nog ergens formulieren rondwapperen waarvan we zeggen dat ze anders en beter kunnen of dat we er misschien zelfs helemaal zonder kunnen. Ik ben echter heel erg tevreden met het resultaat: 5.500 fte zijn beschikbaar gekomen voor de kerntaken van de politie. Daarmee mogen we echt heel blij zijn. Ik vind dat er op dat punt een groot compliment kan worden uitgesproken — dat doe ik hier dan ook graag — aan al die mensen, individuele politieagenten, die aan dit project zo'n belangrijke bijdrage hebben geleverd.

Voorzitter. Daarmee ben ik aan het einde gekomen van de beantwoording van de vragen relevant voor dit debat.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we toegekomen aan de tweede termijn van de zijde van de Kamer. De spreektijden zijn 1 minuut en 30 seconden, inclusief het indienen van moties.

Mevrouw Helder (PVV):

Jeetje, voorzitter, anderhalve minuut. Ik ga gauw van start.

Voorzitter. Er zijn twee problemen om met een probleem om te gaan: je maakt het groot of je maakt het klein. Dat is precies wat deze minister doet: hij maakt het klein. Zoals verwacht worden de goede prestaties van de politie benadrukt, waarmee helemaal niemand het oneens is. Dat is alleen maar bedoeld om ons gunstig te stemmen, maar dat is wat mij betreft niet gelukt. De minister probeert daarom een andere tactiek door een som te maken, maar die som klopt onder de streep niet. Ik zal die som daarom nog een keer maken. Het rapport maakt duidelijk dat er in 2016 een gat is van 170 miljoen. Als je daar 6 miljoen vanaf haalt voor de validatie, kom je uit op 164 miljoen. De minister trekt daar nog 10 miljoen vanaf voor de opsporing, maar dat klopt niet, want de opsporing maakt geen deel uit van die 170 miljoen. Het gaat dus om een bedrag van 164 miljoen minus de 86 miljoen uit het bedrag van 188 miljoen, die de minister aan de politie uitgeeft om het financiële gat te dichten. Dan blijft er nog altijd een bedrag van 78 miljoen over, en dus niet het bedrag van om en nabij de 50 miljoen dat de minister noemde.

De korpschef moet hoe dan ook weer aan de slag met sturingsmaatregelen, en als dat niet lukt, gaat dat ten koste van het eigen vermogen. De minister zegt dat dit wel moet kunnen, maar ik ben het daar niet mee eens. Die grens komt immers heel rap in zicht. De minister zegt dat er een herstelplan moet komen. De mensen thuis denken misschien: mwah, een herstelplan. Een herstelplan is echter heel ernstig, want dat betekent dat de politie onder curatele komt te staan van het ministerie van Financiën. Minister Dijsselbloem is niet zo blij met de politie. De citaten waaruit dat blijkt, heb ik al genoemd in mijn eerste termijn. Onder curatele staan is de voorbode van een faillissement, daar had mijn collega Kooiman gelijk in. Hoe moet je dat oplossen? In gewoon Nederlands betekent dit dat je mensen moet ontslaan, en dat wil niemand. Ik hoop daarom dat de minister toch nog met extra geld komt.

Ik wil nog even wat citaten noemen die ik in de eerste termijn niet heb genoemd. De Commissie van toezicht op het beheer politie gaf aan dat de begroting op een kunstmatige manier sluitend wordt gemaakt door middel van een structurele inzet van het eigen vermogen. Dat moet niet gebeuren. De Rekenkamer gaf aan dat er onvoldoende rekening is gehouden met de financiële consequenties van de herijkingsnota, en de Review Board Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie geeft tot slot aan dat de inschatting van het benodigde budget misschien wel veel te voorzichtig is. Kortom: er moet echt geld bij.

Ik dien tijdens dit debat geen moties in, maar ik zal morgen tijdens de behandeling van de begroting een amendement indienen om er alsnog geld bij te krijgen, want deze minister voert helaas geen moties uit.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Je kunt hier wel spreken van een blamage, omdat deze minister het presteert om eerst een heel groot gat te graven en daar een paar schepjes zand in te gooien, om vervolgens te zeggen dat daarmee de hele problematiek bij de nationale politie is opgelost. Op die manier gaat hij om met zijn financiën. Mevrouw Helder verwoordde het mooi toen zij zei dat een herstelplan niets anders is dan faillissement. Daar komt het immers op neer. De nationale politie zal op een gegeven moment medewerkers moeten ontslaan, mogelijk dit jaar al. Er zijn immers al mensen ontslagen. Ik heb op dat punt een heel goede motie, en die dien ik nu in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ICT-specialisten die verantwoordelijk waren voor de innovatie bij de ICT van de nationale politie, naar huis zijn gestuurd vanwege financiële krapte;

van mening dat innovatie bij de nationale politie nodig is om de informatiepositie van de politie te versterken en cybercrimezaken op te kunnen lossen;

verzoekt de regering, de ICT-vernieuwing bij de politie niet stop te zetten en het personeel dat verantwoordelijk is voor ICT-innovatie, in dienst te houden zonder te bezuinigen op andere onderdelen binnen de politie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kooiman, Van Tongeren en Swinkels. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 648 (29628).

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik dien mijn laatste motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat nog niet alle huidige kosten en prioriteiten bij de politie zijn berekend zoals onder andere de vluchtelingenproblematiek, terrorismebestrijding en de raadsman bij het politieverhoor;

van mening dat een concreet plan van aanpak hoe dit op te lossen tot op heden ontbreekt;

verzoekt de regering, alle kosten voor de komende jaren in kaart te brengen en tevens te komen met een plan van aanpak met Prinsjesdag,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kooiman, Swinkels, Van Toorenburg en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 649 (29628).

Mevrouw Kooiman (SP):

De laatste motie gaat over de komende jaren, maar morgen zullen wij verdergaan met het debat over de Voorjaarsnota.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Als ik naar de minister kijk en naar hem luister, vraag ik mij wel eens af of hij nu eigenlijk trots is op de wijze waarop hij met de politie omgaat. Ik weet nog heel goed dat de minister toen hij campagne voerde, riep dat hij voor veiligheid ging. Maar als we bekijken wat er nu allemaal voorligt, dan kun je toch niet meer trots op jezelf zijn? Het lijkt mij akelig als je hier verantwoordelijkheid voor draagt.

Ik denk dat het over meer gaat dan alleen over geld. Het gaat namelijk over een politieorganisatie die, terwijl zij zo hiërarchisch en zo loyaal is, uiteindelijk bij ons aanklopt om aan te geven wat er mist en waar het allemaal fout gaat. Als de minister dat niet wil zien, moeten wij het zelf oplossen. Ik zal hierover geen motie indienen, want dat heeft totaal geen zin. Deze minister wil niet voor de financiën van de politie instaan. Het blijven maar holle woorden. Helaas zal de Kamer morgen zelf verantwoordelijkheid moeten nemen.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de vorming van de nationale politie heeft geleid tot groeiend cynisme en hoog ziekteverzuim onder politiemensen;

overwegende dat eerder al bleek dat de reorganisatie ernstig is vertraagd en twee keer zo duur uitvalt;

overwegende dat de verlenging van de huidige reorganisatie het functioneren van de politie ernstig blijft belemmeren;

verzoekt de regering om uitsluitend op drie quick-wins, te weten ICT, inkoop en werkprocessen, door te gaan met de reorganisatie van de nationale politie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bontes. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 650 (29628).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vele plaatsen in Nederland, zoals Almere, Gouda, Ede en Amsterdam, gebukt gaan onder Marokkaanse straatterreur;

overwegende dat het stichten van autobranden en het terroriseren van het openbaar vervoer een structureel karakter lijken te krijgen;

overwegende dat de nationale politie hiertegen veel steviger moet optreden;

verzoekt de regering om van de bestrijding van overlast door Marokkaanse jongeren een landelijke topprioriteit te maken en daarvoor middelen ter beschikking te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bontes. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 651 (29628).

Mevrouw Swinkels (D66):

Mevrouw de voorzitter. Voor D66 zijn twee dingen belangrijk. Ten eerste dat er blauw op straat blijft. Daarvoor dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de nationale politie voor 2016 nog steeds met financiële tekorten kampt;

overwegende dat het financiële tekort in 2016 niet ten koste mag gaan van de operationele sterkte van de nationale politie;

verzoekt de regering, zorg te dragen voor voldoende middelen om de operationele sterkte van de nationale politie in 2016 op peil te kunnen houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Swinkels, Kooiman en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 652 (29628).

Mevrouw Swinkels (D66):

Ten tweede is van cruciaal belang dat de instroom van nieuwe politieagenten gewaarborgd is. Daarvoor dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de nationale politie voor 2016 nog steeds met financiële tekorten kampt;

overwegende dat nieuwe instroom voor de toekomstbestendigheid van de politieorganisatie van cruciaal belang is;

verzoekt de regering, zorg te dragen voor voldoende middelen om te voorkomen dat de instroom van nieuw politiepersoneel wordt beperkt als gevolg van huidige tekorten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Swinkels, Kooiman en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 653 (29628).

De heer Van Veen heeft geen behoefte aan een tweede termijn.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Zoals wel vaker in de politiek heb je soms een herhaling van zetten. Dat hebben wij vandaag helaas ook gezien. De verzamelde oppositie uitte veel zorgen over het reilen en zeilen bij de politie. Dat bleek ook uit de tekst van de vertegenwoordiger van regeringspartij Partij van de Arbeid. De minister zei in feite: alles komt goed, gaat u rustig slapen, er is geld voldoende, de politie gaat het redden. Mijn partij vindt het heel jammer dat er door dit kabinet zelden vanuit principes — waar zitten de prioriteiten, waar moeten wij nou echt ons geld op inzetten? — gekeken wordt naar de hoeveelheid geld die nodig is. Eigenlijk is altijd het omgekeerde proces aan de orde: er is zoveel geld, dus daar moet het ingeduwd worden. De korpschef moet dat dan maar regelen. Ik heb moties van collega's van D66 en de SP medeondertekend om toch te proberen deze minister op een aantal punten op andere gedachten te brengen. Morgenochtend zal ik niet bij het AO Politie zijn, omdat ik de hele dag plenair over de Mijnbouwwet zal debatteren, een heel ander maar ook belangrijk onderwerp voor dit parlement.

De voorzitter:

De heren Kuzu en Marcouch hebben geen behoefte aan een tweede termijn. Ik schors de vergadering voor twee minuten, zodat de minister zijn reactie op de moties kan voorbereiden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Van der Steur:

Voorzitter. Dank aan de woordvoerders voor hun bijdrage in tweede termijn. Er waren een paar dingen bij die misschien niet zo aardig klonken, maar die ongetwijfeld zeer aardig waren bedoeld. Zo vroeg mevrouw Van Toorenburg hoe ik mij voelde als minister die verantwoordelijk is voor 65.000 politieagenten. Ik voel mij uitstekend. Ik vecht als minister al vanaf de dag dat ik hier ben aangekomen voor die mensen. Dat doe ik door de reorganisatie op een zorgvuldige manier af te maken, door de personele reorganisatie zo snel mogelijk af te ronden, door zorg te dragen voor een goede cao en door elke keer, bij elke gelegenheid die ik tot op heden heb gehad, extra geld vrij te laten maken door de regering voor de nationale politie. Daar ga ik wat mij betreft, heb ik weleens grappenderwijs gezegd, de komende twintig jaar mee door, want ik vind dat de politie dat ook verdient, maar niet alleen de politie; ik heb binnen mijn departement nog andere organisaties die het ook verdienen om op dezelfde wijze aandacht van mij te krijgen en die krijgen ze ook.

Dat wil niet zeggen dat de bomen tot in de hemel groeien. Dat wil niet zeggen dat ik ongebreideld extra geld aan mijn begroting kan toevoegen. Dat wil ook niet zeggen dat er niet af en toe keuzes gemaakt moeten worden. Dat is precies de reden waarom wij met elkaar zorgvuldig dit debat voeren. Mevrouw Kooiman zegt: de minister graaft een groot gat en gooit er dan twee scheppen zand in. Ik weet niet wat zij vindt, maar als je praat over structurele extra investeringen van honderden miljoenen, dan vind ik dat mevrouw Kooiman mij en de regering met haar beeldspraak een beetje tekortdoet. Voor het overige waardeer ik de warme belangstelling voor de nationale politie en de overige uitvoeringsdiensten, want zij doen zonder twijfel belangrijk werk.

Dan kom ik bij de motie-Kooiman c.s. op stuk nr. 648 over de ICT-vernieuwing. Daar heb ik met haar over van gedachten gewisseld. Het is een inbreuk op de begroting. Er is geen dekking voor haar verzoek. Het is ook een beetje een vorm van micromanagement: willen meesturen met de korpschef van de nationale politie. Die behoefte zou ik zelf ook niet moeten hebben, laat staan dat de Kamer dat zou moeten willen. Ik moet die motie dan ook ontraden.

In de motie-Kooiman c.s. op stuk nr. 649 wordt verzocht om een plan van aanpak met Prinsjesdag. Ik ken maar één plan van aanpak met Prinsjesdag. Dat heet de begroting en de Miljoenennota. Die zullen er komen. Iets anders dan dat zal er niet komen. Om die reden ontraad ik deze motie.

Zijn motie op stuk nr. 650 heeft de heer Bontes in ieder geval al één keer, misschien twee keer eerder ingediend. Om dezelfde reden als de vorige keer — ik verwijs naar de Handelingen — zal ik haar ontraden.

De motie-Bontes op stuk nr. 651 gaat over Marokkaanse jongeren. Daarover hebben wij in het debat van gedachten gewisseld. Er is geen aanleiding om daar een landelijke prioriteit van te maken. Voor zover de bestrijding van overlast geen landelijke prioriteit is, zijn de lokale driehoeken zeer goed in staat dat te doen. Ik ontraad dan ook deze motie.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Mijn motie op stuk nr. 650 is geactualiseerd. Lees het bericht in het AD vandaag over het cynisme en het ziekteverzuim bij de nationale politie. Dat hangt direct samen met die bureaucratische reorganisatie. Die moet stoppen. Rond haar af. Bewaar de nationale politie, maar rond die reorganisatie af en ga door op de drie quick-wins die ik genoemd heb: ICT, inkoop en werkprocessen. De minister zou haar moeten lezen tegen het licht van de actualiteit.

Minister Van der Steur:

De reorganisatie ligt vast in de herijkingsnota, zoals die met de Kamer is afgesproken. Dat is de basis van de reorganisatie. Dat is niet wat de heer Bontes hier bedoelt. Om die reden handhaaf ik mijn advies en ontraad ik de motie.

De motie-Swinkels c.s. op stuk nr. 652 verzoekt de regering zorg te dragen voor voldoende middelen om de operationele sterkte van de nationale politie in 2016 op peil te kunnen. Als mevrouw Swinkels met deze motie bedoelt dat het aantal van 49.800 agenten, dat als ondergrens met de Kamer is afgesproken, in 2016 gehandhaafd moet blijven — op dit moment zijn er ruim 700 meer dan dat — dan is mijn antwoord dat dat het uitgangspunt is van de begroting van de nationale politie. Om die reden is de motie ondersteuning van beleid, maar als mevrouw Swinkels haar zo bedoelt, is zij misschien ook in hoge mate overbodig, want daar zien de hele begroting van de nationale politie en de afspraken met de Kamer juist op. Zij is dus een herbevestiging van de afspraak met de Kamer om 49.800 agenten te hebben. Als ik het verkeerd zie, moet mevrouw Swinkels het zeggen, maar ik zie dan, met alle respect, niet zo heel erg de meerwaarde van de motie.

De voorzitter:

Mevrouw Swinkels, korte reactie.

Mevrouw Swinkels (D66):

Een motie moet natuurlijk worden gezien in verhouding tot alle andere middelen die de korpschef nu heeft om te bezuinigen. Dat moet hij doen, want hij moet ergens geld vandaag halen voor het tekort van 50 miljoen. Dan kun je mensen ontslaan. Dat is niet gewenst en daar voorzien de afspraken met de bonden niet in. Deze motie is zo bedoeld dat dat in ieder geval niet ten koste van de operationele sterkte gaat.

Minister Van der Steur:

Dan is de vraag welke operationele sterkte mevrouw Swinkels bedoelt. We hebben een operationele sterkte van 49.800 mensen afgesproken. Daar zitten we boven. We hebben ook een niet-operationele sterkte van achtduizend en nog wat ondersteunende mensen. Daar zitten we dus ook boven het afgesproken niveau. Conform de afspraken met de Kamer zullen er mensen uit de politieorganisatie treden. Dat gebeurt niet op basis van ontslag maar op basis van natuurlijk verloop en andere maatregelen. Er zullen dus mensen uit de politieorganisatie weggaan, maar dat is logisch want dat hebben we een paar jaar geleden zo met elkaar afgesproken. Dus als mevrouw Swinkels dat niet wil, dan is de motie ongedekt en moet ik haar ontraden. Maar als mevrouw Swinkels het zeer op prijs stelt als ik de motie zo lees dat de 49.800 plus ondersteunend personeel conform de afspraak met de Kamer in 2016 gehandhaafd blijven, dan is dat beleid. Daar kan ik niet tegen zijn, alleen is de meerwaarde van de motie dan niet heel groot.

Mevrouw Swinkels (D66):

De meerwaarde is dat hiermee een signaal wordt afgegeven dat in het hele pakket aan maatregelen dat genomen kan worden, deze maatregel zeker niet genomen zou moeten worden.

Minister Van der Steur:

Dat signaal is niet nodig, want de korpschef heeft conform de begroting de middelen die nodig zijn om die 49.800 mensen in dienst te hebben. Ik laat de motie oordeel Kamer, maar ik zie haar als ondersteuning van beleid en als ondersteuning van de begroting voor 2016. De meerwaarde van de motie zie ik met alle respect dus niet zo heel snel.

In de motie-Swinkels c.s. op stuk nr. 653 wordt gevraagd om zorg te dragen voor voldoende middelen om te voorkomen dat de instroom van nieuw politiepersoneel wordt beperkt als gevolg van de huidige tekorten. Als mevrouw Swinkels ook deze motie bedoeld in de zin van "over 2016", dan is in de begroting voorzien wat de instroom van de politie moet zijn. Die afspraken worden gewoon uitgevoerd. Ik heb in het debat al aangegeven dat de instroom van de politie in 2016 hoger is dan in de vorige jaren, als gevolg van de manier waarop we begroten en als gevolg van een extra investering. Daarmee is de motie ook volledige ondersteuning van beleid. Dan zou je kunnen zeggen dat zij oordeel Kamer is, maar ook hiervoor geldt: waar is een begroting nog voor als we alle onderdelen van de begroting gaan secureren met een motie? Ik denk niet dat dat dienstig is, maar ik laat het oordeel over de motie desondanks aan de Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we volgende week dinsdag stemmen.

De vergadering wordt van 18.53 uur tot 20.15 uur geschorst.

Voorzitter: Ypma

Naar boven