6 Ondernemen en gastvrijheidseconomie

Aan de orde is het VAO Ondernemen en gastvrijheidseconomie (AO d.d. 01/04). 

De voorzitter:

Ik heet de minister van Economische Zaken van harte welkom. Fijn dat u weer bij ons bent. We hebben een hele middag voor u gereserveerd. U kunt uw borst natmaken! 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. We hebben al over veel onderwerpen van gedachten gewisseld tijdens het algemeen overleg. Rest mij nog op één punt een motie in te dienen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat een systematisch en transparant overzicht van de omvang van de eenmalige veranderkosten voor ondernemers en de inhoudelijke nalevingskosten van wet- en regelgeving met een Europese oorsprong in de voortgangsrapportages regeldruk ontbreekt; 

overwegende dat ondernemers aanlopen tegen deze kosten, waarbij Actal heeft geadviseerd deze kosten in beeld te brengen; 

overwegende dat het van belang is dat deze kosten inzichtelijk worden gemaakt om de controlerende taak van de Kamer optimaal uit te kunnen voeren; 

verzoekt de regering om in de toekomstige voortgangsrapportages over regeldruk ook systematisch en transparant te rapporteren over de omvang van de eenmalige kosten van nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving en over de nalevingskosten van wet- en regelgeving met een Europese oorsprong, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agnes Mulder, Verhoeven en Ziengs. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 177 (32637). 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

We hopen natuurlijk dat de minister deze motie welwillend zal ondersteunen. Hij zal dat natuurlijk graag zichtbaar maken! 

De heer Ziengs (VVD):

Voorzitter. In 2012 hebben we de Aanbestedingswet aangenomen. Bij de behandeling van de Aanbestedingswet, die breed werd gedragen door alle partijen, hebben partijen ook gezegd dat er een commissie van aanbestedingsexperts moest komen. We hebben daarover altijd gezegd "een commissie met tanden". Als er een advies gegeven zou worden, zou dat in ieder geval kunnen bijdragen aan een uiteindelijke uitspraak om zo te voorkomen dat er een rechtsgang zou volgen. Ik constateer dat bij met name het ministerie van OCW via de penvoerder, de Belastingdienst, een uitvraag is gedaan, een aanbesteding, voor de aanschaf van scanstraten. Ik heb dit punt aan de orde gesteld bij het algemeen overleg, maar het antwoord was voor mij niet bevredigend. Daarom dien ik een motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat het optuigen van een scanstraat voor het Nationaal Archief bij de Belastingdienst een streep trekt door de marktvraag en daarmee voor mkb-ondernemers in deze sector een groot verlies aan omzet en arbeidsplaatsen betekent; 

constaterende dat de Commissie van Aanbestedingsexperts, die is ingesteld door de minister van Economische Zaken om de aanbestedingspraktijk in Nederland te verbeteren, van oordeel is dat er bij het inrichten van deze scanstraat geen sprake was van inbesteden en dat de overheid daarmee in strijd heeft gehandeld met de Aanbestedingswet 2012; 

constaterende dat de Commissie van Aanbestedingsexperts stelt dat er een aanbestedingsplicht geldt voor deze digitaliseringswerkzaamheden; 

verzoekt de regering, deze inbesteding terug te draaien en zich in te spannen voor een eerlijke en transparante aanbestedingsprocedure voor haar digitaliseringswerkzaamheden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ziengs. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 178 (32637). 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Ik heb één motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat PIANOo en TenderNed in 2015 een budget van respectievelijk 1,2 miljoen en 6,2 miljoen euro ontvangen en een personeelsbestand hadden van respectievelijk 9,5 fte en 10,8 fte; 

constaterende dat de evaluatie van PIANOo inzicht geeft in de budgetten en het personeelsbestand van PIANOo en TenderNed, maar niet van de kosten gemoeid met de inhuur van externen; 

van mening dat zulke uitgaven inzichtelijk moeten worden gemaakt; 

verzoekt de regering, jaarlijks te rapporteren wat PIANOo en TenderNed op jaarbasis spenderen aan inhuur van externe deskundigen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jasper van Dijk en Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 179 (32637). 

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Allereerst had ik nog een vraag die is overgebleven uit het AO van vorige week. Ik heb signalen gekregen dat institutionele beleggers geïnteresseerd zouden zijn in het overnemen van de portfolio van het Dutch Venture Initiative (DVI). Is de minister bereid, daarover in gesprek te treden met de pensioenfondsen en andere institutionele beleggers? De opbrengst daarvan zouden bijvoorbeeld in het startupfonds gestopt kunnen worden, waarvoor Neelie Kroes heeft gepleit. 

Tijdens het AO heb ik veel aandacht besteed aan het aantrekkelijk maken van het DVI voor institutionele beleggers. Hierdoor kunnen Nederlandse starters meer kapitaal aantrekken, wat belangrijk is voor ons innovatievermogen. Ik dien daarover de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat het versterken van de Nederlandse Venture Capital sector en het vergroten van kapitaalrondes van startups gebaat is bij een Dutch Venture Initiative dat aantrekkelijk is voor institutionele beleggers; 

overwegende dat het openbaar maken van het rendement van het Dutch Venture Initiative kan helpen bij het aantrekkelijker maken van het DVI voor institutionele beleggers; 

verzoekt de regering, het rendement van het eerste Dutch Venture Initiative openbaar te maken en de Kamer hierover voor het einde van het jaar te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Verhoeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 180 (32637). 

De heer Verhoeven (D66):

Ik zie dat ik nog 40 seconden spreektijd over heb. Die wil ik graag reserveren voor een volgende keer, zodat ik ook dan weer uitgebreid kan ingaan op een aantal belangrijke zaken. 

De voorzitter:

Ik zal het ergens opschrijven. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Minister Kamp:

Voorzitter. Ik begin met de motie van mevrouw Mulder op stuk nr. 177. Zij sprak net als in het algemeen overleg over de eenmalige kosten van nieuwe wet- en regelgeving en de nalevingskosten van EU-regelgeving. Zij wil inzicht hebben in het totaal van die kosten bij de verschillende ministeries. Ik kan mij goed voorstellen dat mevrouw Mulder en mogelijk ook anderen in de Kamer dat zouden willen, want ook eenmalige kosten veroorzaken merkbare regeldruk. Het kabinet heeft dan ook de neiging om ook daar attent op te zijn en die druk te willen beperken. Daarom geven we in iedere memorie van toelichting al aan hoe hoog die eenmalige kosten precies zijn. Ik heb ook al gezegd dat ik in de volgende voortgangsrapportage aan de Kamer zal melden hoe die kosten verder beperkt kunnen worden, en welke activiteiten wij daarvoor willen ondernemen. Ik heb gezegd dat dat zou kunnen door middel van een verbreding van het gebruik van regelhulpen die we gekoppeld hebben aan het ondernemingsdossier. Het kan ook middels een meer geleidelijke invoering van regels die hoge eenmalige kosten met zich brengen of door een betere toepassing van de bedrijfseffectentoets die we met elkaar hebben opgezet. 

Als dat door mevrouw Mulder en de medeondertekenaars van de motie als relevante informatie wordt gezien, is het mijn taak om ervoor te zorgen dat de Kamer die informatie krijgt. Ik ga nu dus uitzoeken hoe ik dat voor elkaar kan krijgen. Ik weet dat die eenmalige kosten van nieuwe wet- en regelgeving en de nalevingskosten van de EU-regelgeving nog niet systematisch worden bijgehouden. Ik moet dat dus gaan opzetten en zal het met ingang van 2016 voor de Kamer inzichtelijk kunnen maken. Als de Kamer mij de gelegenheid wil bieden om het te organiseren en vervolgens vanaf 2016 inzichtelijk te maken, zal ik dat doen. De Kamer blijft de cijfers krijgen die over een langere periode vergelijkbaar zijn; daar komen we ieder jaar mee en daarvoor hebben we onze doelstelling van 2,5 miljard euro. Daarnaast gaan we met ingang van het jaar 2016 ook dit andere inzichtelijk maken. Ik denk dat mevrouw Mulder dat bedoelt. Ik laat het oordeel over deze motie van haar, de heer Verhoeven en de heer Ziengs dan ook graag aan de Kamer. 

De volgende motie is de motie op stuk nr. 178 van de heer Ziengs. Hij constateert dat de Commissie van Aanbestedingsexperts heeft aangegeven dat er een fout is gemaakt met betrekking tot het archief. Laten we even kijken waarover het gaat. We hebben een Nationaal Archief. Het is de bedoeling om 10% van dat archief over een periode van vijftien jaar te scannen. Dat is dus werk dat de overheid voor zichzelf wil doen. Het is niet zo dat de overheid voor andere overheden wil gaan werken of dat de overheid in concurrentie met het bedrijfsleven komt te staan. De overheid heeft gewoon eigen werk te doen en beschikt over eigen scanstraten. Er staat er eentje bij BZK, eentje bij Veiligheid en Justitie en eentje bij de Belastingdienst. Om een indruk te geven: bij de Belastingdienst werken 200 tot 500 mensen. Het is dus een grote organisatie die voor een groot deel uit tijdelijke krachten bestaat, omdat de omvang ervan afhankelijk is van de hoeveelheid werk die gedaan moet worden. Aan het begin van het belastingjaar, als alle aangiften binnenkomen, is er meer werk dan op een ander moment van het jaar. Tussen de 200 en 500 mensen zijn dus bezig met die scanstraat. Dat is dus een bestaande, grote organisatie. De overheid heeft besloten om werk van de rijksoverheid zelf, namelijk het digitaliseren van een deel van het Nationaal Archief, door een deel van de overheid dat daarvoor is ingericht en dat daar extra apparatuur voor krijgt, te laten uitvoeren. Daarvoor zal, zo zeg ik uit mijn hoofd, een man of 30 van de 200 tot 500 mensen in deze organisatie aan de slag gaan. 

De Commissie van Aanbestedingsexperts zegt dat dit in strijd is met de wet. Ze hebben een vergissing gemaakt. Ze zijn er namelijk van uitgegaan dat je moet kijken naar aparte afdelingen. Als je naar de wet kijkt, zie je echter dat het niet gaat om afdelingen van de overheid maar om een rechtspersoon, één overheid. De rijksoverheid is een rechtspersoon; dat betekent dat er op dit punt een verkeerde inschatting, een verkeerde beoordeling, is gemaakt door de Commissie van Aanbestedingsexperts. Ze zijn dus op verkeerde gronden tot hun conclusie gekomen. De overheid is wel degelijk gerechtigd om dit eigen werk door eigen mensen te laten doen. Ik vind trouwens dat we bij de toepassing van de Wet markt en overheid wel moeten proberen om een eenduidig afwegingskader te hanteren om dit soort zaken te beoordelen. Ik ben dus van plan om te bekijken of het mogelijk is om een eenduidig afwegingskader op te stellen en vervolgens te bekijken hoe je vergelijkbare gevallen die zich in de toekomst voordoen, moet beoordelen. Dit is echter ad hoc beoordeeld. Ik denk dat dit op een zuivere manier is beoordeeld. De conclusie van de Commissie van Aanbestedingsexperts deel ik niet. Om die reden wil ik de motie van de heer Ziengs, waarin hij vraagt om de inbesteding — zo noemt hij het — terug te draaien en ons in te spannen voor een eerlijke en transparante aanbestedingsprocedure, ontraden. Mijn collega van OCW heeft besloten om dit zo te doen. Zij mocht daartoe besluiten. Het is niet aan mij om tegen een collega te zeggen dat zij iets wat mag, moet terugdraaien. Om die reden ontraad ik de motie van de heer Ziengs op stuk nr. 178. 

De heer Ziengs (VVD):

Ik geef toch even een korte toelichting voor de minister. In de beantwoording geeft hij aan dat het inderdaad gaat om al bestaande fte's, die kennelijk op een ander moment worden ingezet bij de Belastingdienst. In de onderbouwing van de klachten van de aanbestedingsexperts staat dat uiteindelijk 200 tot 500 fte's zeven dagen per week aan het werk komen. We noemen hen "experts" omdat zij experts zijn. Daarom hebben we hen ook aangesteld. Als een expert een dergelijk oordeel velt, mogen we ervan uitgaan dat hij, zij of de hele commissie daar goed over heeft nagedacht. Dan denk ik: wat zijn wij hier aan het doen met elkaar? Het kan toch niet zo zijn dat we dat niet aan de markt en aan het midden- en kleinbedrijf overlaten? Dat zijn gewoon keiharde banen die daar dan verloren gaan. Dat wil ik toch nog even meegeven ter overweging. 

Minister Kamp:

Het gaat niet om 200 tot 500 banen; het gaat om ongeveer 30 banen. Bij de bestaande scanstraat bij de Belastingdienst werken 200 tot 500 mensen, afhankelijk van het moment waarop in het belastingjaar de klussen gedaan moeten worden. Daar zit een grote flexibele schil op. Het is dus de bestaande scanstraat. Daar moet nu wat extra werk gedaan worden. Het is niet zo dat bij het bedrijfsleven banen verloren gaan, want tot nu toe werd er bij het nationale archief niet gedigitaliseerd. Door OCW is besloten om de komende vijftien jaar 10% van het archief te gaan digitaliseren. Dat is dus een nieuwe klus die binnen de overheid is ontstaan. Zo verdwijnen er soms ook klussen binnen de overheid. De overheid had dit kunnen laten doen door het bedrijfsleven, maar heeft gezegd: we hebben zelf drie scanstraten en een van die scanstraten, bij de Belastingdienst, is hier goed voor te gebruiken. De minister van OCW heeft ervoor gekozen om dat te doen. Ik vind dat zij formeel geen verkeerde beslissing heeft genomen. Materieel heb ik geen behoefte om het door haar genomen besluit te corrigeren, maar ik ben wel van plan om voor de toekomst, ook in de geest van wat de heer Ziengs naar voren heeft gebracht, te bekijken wat voor dit soort zaken een ideaal afwegingskader is en of ik dat kader kan opstellen. Zo ja, dan zal ik ook dit soort gevallen daaraan laten toetsen. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik beperk de interrupties even tot de indieners van de moties, want we moeten echt door naar het volgende debat over mijnbouw et cetera. De motie op stuk nr. 179. 

Minister Kamp:

De motie op stuk nr. 179 is van de heer Van Dijk en is medeondertekend door mevrouw Gesthuizen, die al vaak haar warme belangstelling voor PIANOo en TenderNed kenbaar heeft gemaakt. Ik ben daar al een aantal keren — volgens mij inmiddels al zes keer — op ingegaan. De laatste keer heb ik gezegd dat ik daarover naar mijn gevoel alles heb gezegd wat daarover te zeggen is. Ik ben het gewoon niet eens met de manier waarop mevrouw Gesthuizen dit benadert en met het beeld dat zij schetst. Ik denk dat hier niets aan de hand is. De kosten hebben we via een rapport van de auditdienst inzichtelijk gemaakt. Dat is een openbaar rapport en dat hebben we naar de Kamer gestuurd. Volgens mij is daar geen enkel misverstand meer over. Alle kosten die gemaakt worden door PIANOo en TenderNed, zijn dus bekend, inclusief de kosten van de inhuur van externe deskundigen. Ik ben van plan om ook in de toekomst dat inzicht in die kosten te blijven geven, voor zover dat in bijzondere mate relevant is voor de Kamer. In deze motie staat dat er iets nieuws is wat inzichtelijk moet worden gemaakt. Alles wat inzichtelijk moest worden gemaakt, is al inzichtelijk gemaakt. Daarom ontraad ik de motie op stuk nr. 179 van de heer Van Dijk en mevrouw Gesthuizen. 

De motie op stuk nr. 180 is van de heer Verhoeven. Hij stelt dat het rendement van het Dutch Venture Initiative bekend moet worden gemaakt. Als de heer Verhoeven behoefte heeft aan bepaalde informatie, is mijn eerste reactie om die informatie aan de Kamer te geven. Dat zal ik in dit geval ook doen. Ik merk wel op dat het, als je zo'n venturefonds opricht, de bedoeling is dat je investeert in bepaalde bedrijven en dat een aantal jaren volhoudt. Dat kan zes of acht jaar zijn, maar bij bepaalde soorten bedrijven kan het ook nog langer zijn. Op een gegeven moment verkoop je die bedrijven weer. Als je dan de bedragen die je hebt geïnvesteerd over een lange periode en de verkoopopbrengsten met elkaar in verband brengt, heb je een opbrengst. Die kun je delen door het aantal jaren en dan heb je een rendement. Ik kan dus niet in het eerste jaar al vertellen dat het 5,3% is. Zo werkt het niet. Dit moet over een langere periode opgebouwd worden. Maar ik vind het op zichzelf zinvolle informatie. De heer Verhoeven heeft kenbaar gemaakt dat hij die informatie bij de Kamer wil hebben. Ik ben bereid om die te geven. Als hij kan instemmen met de toelichting die ik zonet gegeven heb, laat ik het oordeel over de motie aan de Kamer. 

De heer Verhoeven heeft gezegd dat hem bekend is dat er bij institutionele beleggers belangstelling is om dit fonds, dat wij samen met het EIF hebben opgezet, over te nemen. Mij is dat niet bekend, maar ik denk dat ik dat naar aanleiding van de opmerking van de heer Verhoeven moet gaan uitzoeken. Vervolgens moet ik bekijken of dat overdoen aan institutionele beleggers meerwaarde heeft en daarover spreken met het EIF. Ik zal mij in die zaak verdiepen en doen wat ik denk dat verstandig is, ook indachtig hetgeen de heer Verhoeven daarover heeft opgemerkt. 

De heer Verhoeven (D66):

Wanneer denkt de minister daarin meer inzicht te hebben, zodat hij dat aan de Kamer kan melden? Dan kunnen we in een volgend algemeen overleg over dit onderwerp verder praten. 

Minister Kamp:

We hebben dus al één zo'n fonds. We gaan nu een tweede fonds oprichten. Dat is onderdeel van het aanvullende actieplan dat wij bij de begroting voor 2015 aan de Kamer hebben gepresenteerd en waarvoor wij ook steun hebben gekregen. Nu vraagt de heer Verhoeven mij om daarvan af te wijken. Ik ben bereid om dat te bekijken, zoals ik net heb gezegd. Ik ga dat echt niet langer ophouden dan nodig is. Ik zal bekijken wat het volgende AO is dat zich leent voor de behandeling van dit onderwerp. Ik zal proberen om de Kamer vóór dat AO inzicht te verschaffen. 

Voorzitter, ik denk dat ik hiermee op alle woordvoerders heb gereageerd en hetzelfde heb gedaan met betrekking tot hun moties, die ik van een advies heb voorzien. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Dat wordt hartelijk gewaardeerd. Dinsdag stemmen wij over de vier moties. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken voordat we aan het volgende debat beginnen. Ik zou de woordvoerders even hier willen hebben. 

De vergadering wordt van 14.50 uur tot 14.54 uur geschorst. 

Naar boven