28 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in het Presidium het lid Van Ark tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Neppérus.

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de commissie voor de Werkwijze der Kamer het lid Geurts tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van een wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

  • -maandag 1 juni van 10.00 uur tot 14.30 uur van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie over de initiatiefnota van de leden Voortman en Gesthuizen over het kinderpardon (33953).

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 31239, nr. 158; 31239, nr. 159; 33043, nr. 17; 34000-XIII, nr. 118; 34000-XVII, nr. 31 en 34000-XVII, nr. 32.

Ik stel voor om bij het debat over de status van zorghervormingen spreektijden te hanteren van zes minuten per fractie, omdat het algemeen overleg over de wijkverpleging dat deze week stond geagendeerd, van de agenda is verdwenen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Berndsen-Jansen van D66 voor een verzoek in de regeling van werkzaamheden.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Voorzitter. Vorige week stond een interessant artikel in de NRC over onderzoeken met betrekking tot de gereguleerde wietteelt en dergelijke. Daaruit blijkt dat de voormalige minister van Veiligheid en Justitie de resultaten van die onderzoeken eigenlijk heeft verdraaid. Dat betekent dat wij op basis van foute aannames van de minister hebben gedebatteerd. Het lijkt mij goed als we dit gaan herstellen en alsnog een debat hierover gaan voeren.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een herhaaldebat over wietteelt.

De heer Van Oosten (VVD):

Mevrouw Berndsen refereert aan een interessant artikel. Dat heb ik ook gelezen. Maar voor we tot een debat komen, zou ik eerst een brief van de minister willen hebben om zijn kant van het verhaal te vernemen. Vervolgens kunnen we bepalen hoe we het verder een plek geven.

De voorzitter:

U steunt het verzoek om een debat dus niet. U wilt eerst een brief met nadere informatie.

Mevrouw Rebel (PvdA):

Ik zou ook eerst een brief willen. Laten we morgen via de procedurevergadering inzetten op een spoedig AO, want het is wel belangrijk dat we binnenkort opnieuw hierover spreken.

Mevrouw Helder (PVV):

Ik heb het artikel ook gelezen, maar zo stellig als mevrouw Berndsen het zegt, staat het er niet. We hebben geen behoefte aan een debat en ook niet aan een brief.

De heer Oskam (CDA):

Wat mij betreft komt er een brief, maar ik breng ook nog even in herinnering dat er een dertigledendebat openstaat dat door mij is aangevraagd. Dat debat gaat ook over softdrugs. Wat mij betreft voegen we het morgen op de procedurevergadering allemaal samen.

De voorzitter:

U steunt het verzoek om een debat op dit moment dus niet. U gaat nader bekijken hoe u dit gaat doen.

Mevrouw Kooiman (SP):

De minister heeft selectief geshopt in de resultaten. Het lijkt mij dus goed om daarover te spreken. Ik wil dus ook mijn steun hiervoor uitspreken, maar de vraag is wel om het snel te doen. Een algemeen overleg is denk ik wat sneller dan een plenair debat, maar ik steun het wel.

De voorzitter:

Steun voor een debat.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik spreek mijn steun uit voor een brief, maar niet voor een apart debat. Het kan worden gevoegd bij een bestaand debat over dezelfde problematiek.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook de SGP steunt de brief, maar heeft geen behoefte aan een debat.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor een debat.

De voorzitter:

Mevrouw Berndsen … O nee, mevrouw Van Tongeren wil nog iets zeggen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik stond een beetje opzij, voorzitter.

De voorzitter:

Ja, sorry.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik spreek mijn steun uit voor het debat, maar als dat op een zinnige wijze kan worden samengevoegd met een bestaand debat, dan zou GroenLinks dat, ook vanwege de snelheid, waarderen.

De voorzitter:

Mevrouw Berndsen, er is in de Kamer brede behoefte aan een brief met uitleg van de minister. Er is geen steun van een Kamermeerderheid voor het houden van een debat. Heel hoog op de lijst met dertigledendebatten staat er inderdaad een aanvraag voor een debat over de wietteelt. Ik zou u in overweging willen geven om de brief te vragen en die te betrekken bij het al geplande dertigledendebat.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Een brief vind ik natuurlijk altijd prima, maar om nou te zeggen dat het geplande debat de lading dekt … Het dekt de lading niet. Ik wil met name een debat hebben over de vraag hoe het kan dat een bewindspersoon op een andere manier met onderzoeken die hebben plaatsgevonden, omgaat. Dat is de kern van mijn debat. Maar goed, daar is geen meerderheid voor. Ik wil het best combineren met het debat dat op de lijst staat, maar mijn ervaring met een dertigledendebat is dat het maanden, zo niet een jaar, kan duren.

De voorzitter:

Het staat nu als tweede op de lijst.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Als u mij kunt garanderen dat dit debat heel snel wordt ingepland, vind ik dat prima, maar zo niet, dan zullen wij alsnog via de procedurevergadering een algemeen overleg plannen.

De voorzitter:

Garanties kan ik niet geven. Ik kan alleen zeggen dat het hoog op de lijst staat. Het is misschien hoe dan ook verstandig om via de procedurevergadering te bezien of het via een algemeen overleg kan, ook al omdat u eigenlijk over iets anders wilt praten. Ik zal in ieder geval het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Ik zou dan graag die brief willen hebben voordat u het dertigledendebat gaat plannen, zodat wij wel de informatie hebben.

De voorzitter:

Dat komt ook in het stenogram te staan.

Het woord is aan de heer Kuzu.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Voorzitter. Het is aan de orde geweest tijdens het mondelinge vragenuurtje. In NRC Handelsblad heeft de korpschef van de Nationale Politie een aantal uitspraken gedaan die ons zorgen baren, maar die ons eigenlijk niet verbazen, omdat wij met enige regelmaat signalen krijgen van discriminatie en uitsluiting binnen de politieorganisatie. Het is diezelfde politieorganisatie die aangifte van discriminatie in behandeling zou moeten nemen en diezelfde politieorganisatie waarover wij met enige regelmaat klachten krijgen waar het gaat om het thema etnisch profileren. U hebt gezien, voorzitter, dat tijdens het mondelinge vragenuurtje Kamerleden heel veel vragen wilden stellen. Daarom verzoeken wij om een debat. De minister heeft al een brief toegezegd. Naar aanleiding van die brief van de minister kunnen wij dit debat verder met elkaar voeren.

De voorzitter:

Het gaat om een verzoek om steun voor het houden van een debat over de uitlatingen van de korpschef over moslimagenten.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Wij hebben er zojuist tijdens het vragenuurtje al uitgebreid over gesproken. Als het goed is, vindt er deze week een algemeen overleg Discriminatie plaats of een algemeen overleg over discriminatie op de arbeidsmarkt. Daar zou het onderwerp prachtig aan de orde kunnen komen.

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek tot het houden van een plenair debat.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Wij hebben hier over vorige week uitvoerig gesproken in een algemeen overleg Politie, in aanwezigheid ook van de korpschef. Ik heb op dit moment geen behoefte aan een nader debat.

Mevrouw Helder (PVV):

Mijn fractie heeft nog wel vragen voor de korpschef, dus in dat kader steunen wij het verzoek om een debat wel.

De heer Marcouch (PvdA):

Wat ons betreft geen steun voor een debat. Wij hebben binnenkort een tweede ronde voor een algemeen overleg Discriminatie. Daar kunnen eventueel ook vragen aan de orde worden gesteld. De minister kan worden uitgenodigd om bij dat debat aanwezig te zijn.

De voorzitter:

Dat moet u niet via mij regelen, maar u geeft geen steun aan het verzoek om een plenair debat.

De heer Oskam (CDA):

Ook van mijn kant geen steun. Ik sluit mij aan bij de toelichting van mevrouw Berndsen.

Mevrouw Kooiman (SP):

Bij dat debat is de minister van Veiligheid en Justitie niet aanwezig, maar deze vragen zijn specifiek voor de minister van Veiligheid en Justitie. Ik kan de heer Kuzu in overweging geven om bijvoorbeeld de minister van Justitie uit te nodigen bij het debat, of om een algemeen overleg te plannen. Maar ja, dat kan niet hier plenair, maar moet in een procedurevergadering gebeuren.

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat dus. Mijnheer Kuzu, u hebt niet de steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Er zijn allerlei suggesties gedaan om dit punt op korte termijn aan de orde te stellen.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik heb de suggesties inderdaad gehoord. Wij zien dat er bij de algemeen overleggen over discriminatie en arbeidsmarktdiscriminatie heel veel onderwerpen op de agenda staan.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik vind het vooral heel erg jammer — die opmerking wil ik toch gemaakt hebben — dat de collega van de PvdA, die op verschillende blogs allerlei uitspraken doet ...

De voorzitter:

Nee, nee, nee, mijnheer Kuzu.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

... wel blaft, maar niet bijt. Dat is jammer.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Kuzu.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Van Ark van de VVD.

Mevrouw Van Ark (VVD):

Voorzitter. Vorige week dinsdag hebben wij gestemd over mijn motie om de minister van OCW te vragen de database voor topvrouwen, topvrouwen.nl, te beëindigen. Die motie is aangenomen. Inmiddels heeft de minister een uitgebreide brief aan de Kamer geschreven, waarin staat dat zij hiermee doorgaat en hierover debat wil. Zij heeft daarin een aantal argumenten genoemd. Die zijn wat mij betreft niet nieuw, en daarom vraag ik een debat aan.

De voorzitter:

Mag ik zo vrij zijn om een suggestie te doen? Er is al door mevrouw Yücel, volgens mij ook met steun van de VVD, een meerderheidsdebat aangevraagd over vrouwen in topfuncties en over het register voor topvrouwen. Dat staat op de lijst. We zouden ook met elkaar in meerderheid kunnen uitspreken dat dit debat zo snel mogelijk geagendeerd moet gaan worden. Zouden we dat kunnen doen? Ik kijk naar u. Wilt u een apart debat? Of vindt u dit een goede suggestie en zullen we het debat van mevrouw Yücel snel inplannen?

Mevrouw Van Ark (VVD):

Wij zijn voor een kleinere overheid en ook voor een kleinere agenda. Ik neem uw suggestie dus van harte over.

De voorzitter:

Het verzoek is om het debat van mevrouw Yücel zo snel mogelijk op de agenda te plaatsen.

Mevrouw Yücel (PvdA):

Ik heb nog een ander voorstel. Als wij over dit onderwerp nu heel snel een AO plannen, kunnen wij het plenaire debat in het najaar plannen. Dat komt qua timing beter uit, want dan kunnen wij ook de slotsom opmaken: hebben wij de streefcijfers van 30% vrouwen aan de top gehaald of niet?

De voorzitter:

Het verzoek van mevrouw Van Ark was om een plenair debat te houden. Ik heb haar in overweging gegeven om het debat over dit onderwerp dat uzelf hebt aangevraagd, zo snel mogelijk op de plenaire agenda te plaatsen. Dat is het verzoek dat nu voorligt. Wilt u uw debat zo snel mogelijk op de agenda of niet?

Mevrouw Yücel (PvdA):

Ik vind dat op zich prima, maar dan is dit verzoek ook overbodig, want mevrouw Van Ark heeft dit onderwerp al toegevoegd aan dat debat.

De voorzitter:

Nee, het verzoek is geworden om dit debat zo snel mogelijk op de agenda te plaatsen. Omdat wij zo veel meerderheidsdebatten hebben, is het nodig om dit via de regeling van werkzaamheden te doen. Ik noteer dat u steun geeft aan dit verzoek. Er is inmiddels al een meerderheid, maar ik ga iedereen even vragen of hij dit verzoek steunt of niet.

De heer Bisschop (SGP):

Wij steunen van harte uw suggestie. Ik zou daarbij wel willen betrekken dat het hier ook de weigering om een aangenomen motie uit te voeren betreft. Dat vind ik een complicatie die in het debat wel een plaats moet krijgen.

De voorzitter:

De brief waarin dit aan de orde komt, zal worden toegevoegd aan de agenda van dit eerdergenoemde plenaire debat.

Mevrouw Karabulut (SP):

Ik vind dit een prima suggestie. Laten wij het niet nog gênanter maken. Als de minister het bewijs heeft dat die database zou werken, zou ik dat graag nog wel voor het debat krijgen. Dat maakt het allemaal misschien wat aangenamer.

De heer Beertema (PVV):

Ik moet hier een beetje om lachen. Het is de PvdA niet gauw genoeg, lijkt het. Ik sluit mij graag aan bij uw suggestie, voorzitter, om het plenaire debat zo gauw mogelijk in te plannen.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Het CDA heeft eerder aangegeven dat wij het grote klasse vinden dat VNO-NCW zijn verantwoordelijkheid heeft genomen om zo'n topvrouwenlijst te maken. Wel zouden wij graag van de minister horen waarom zij volhardt in haar bemoeienis hiermee. Daarom steunen wij van harte dit verzoek.

De heer Van Weyenberg (D66):

Steun voor uw voorstel, voorzitter.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Geen steun voor het debat.

De voorzitter:

Ik stel vast dat een meerderheid dit debat snel op de agenda wil. Daarvoor ga ik mij inspannen. Omdat er ook verzoeken om informatie zijn gedaan, zal ik het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet met het verzoek om die informatie zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen, zodat wij dit debat zo snel mogelijk kunnen agenderen.

Ik geef het woord aan de heer Klein.

De heer Klein (Klein):

Voorzitter. Het onrealistische fictieve rendement van 4% over je spaargeld voor de vermogensrendementsheffing is mij al jaren een doorn in het oog. De Hoge Raad heeft recent in het licht van het EVRM ook vraagtekens gezet bij deze onbegrijpelijke belastingmaatregel. Daarom vraag ik een debat met de staatssecretaris van Financiën over de consequenties van dit arrest van de Hoge Raad aan. Wellicht is het goed om voorafgaand aan het debat een brief van de staatssecretaris over de duiding van het arrest te krijgen, om het debat beter te kunnen voeren.

De voorzitter:

U wilt een brief en een debat over het arrest van de Hoge Raad over de spaartaks.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Wij hebben binnenkort een AO Fiscale maatregelen. Wij zijn ook met elkaar in gesprek over mogelijke belastinghervormingen. Een brief van de staatssecretaris over hoe hij specifiek tegen de vermogensrendementsheffing in box 3 aankijkt, vind ik dus oké, maar een extra plenair debat is te veel extra. Aan dat verzoek geef ik dus geen steun.

De heer Omtzigt (CDA):

Steun voor de wat smallere brief die de heer Klein voorstelt, die heel specifiek moet gaan over het arrest van de Hoge Raad en over de vraag of dit ook betekent dat de regering gedwongen zal worden om de vermogensrendementsheffing naar beneden bij te stellen. Verder geven wij geen steun aan het verzoek. Wij betrekken de brief te zijner tijd graag bij een debat.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Er loopt op dit moment overleg over de stelselherziening en dus ook over het punt van de vermogensheffing. Dat betekent dat mijn fractie geen behoefte heeft aan een brief en dat zij ook het verzoek om een debat niet steunt.

De heer Koolmees (D66):

Vorige week stond de heer Bashir hier met ongeveer hetzelfde verzoek. Ik begrijp de discussie van de heer Klein, maar we hebben toen ook een brief gevraagd over hoever de staatssecretaris is met de stelselherziening en wanneer hij daarover iets meer kan zeggen. Daar wacht ik eerst op.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Bij dat laatste sluit ik me helemaal aan. We hebben hier al eerder naar gevraagd en toen ook om een brief gevraagd. Zolang die brief er niet is, is er niet veel nieuws.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ik sluit me aan bij de woorden van mevrouw Neppérus en de heer Koolmees: geen steun voor het debat. De brief is volgens mij al gevraagd.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Geen steun voor het debat, maar wel steun voor de al aangevraagde brief die is toegezegd.

De voorzitter:

Opnieuw steun voor de al aangevraagde brief dus.

Mijnheer Klein, u hebt niet de steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Ten aanzien van de brief heb ik vorige week al aangegeven het stenogram te zullen doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Klein (Klein):

Dat ging over de stelselherziening, terwijl dit specifiek over de 4% gaat. Je zou ook kunnen zeggen dat je helemaal geen stelselwijziging hoeft te hebben en dat je naar 1% gaat. Als dat meegenomen wordt in de brief, is dat wat mij betreft akkoord.

De voorzitter:

U wilt dat dit laatste punt wordt meegenomen? Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

U hebt nog een verzoek?

De heer Klein (Klein):

Ja, voorzitter. Vanuit vrijzinnig perspectief is het goed dat er steeds meer aandacht voor het basisinkomen is. In Wageningen worden experimenten gehouden met de bijstand, namelijk om die als basisinkomen te verstrekken. Dat is in afwijking van de Wet werk en bijstand. Ik wil graag een debat met de staatssecretaris van Sociale Zaken over het in de Wet werk en bijstand geven van meer mogelijkheden voor deze vorm van basisinkomen.

De heer De Graaf (PVV):

Als je Nederland een beetje vrijzinnig wilt houden, moet je aan dit debat nooit beginnen. Geen steun dus.

De heer Van Weyenberg (D66):

Steun. Ik krijg ook graag een brief van het kabinet over hoe het omgaat met verzoeken van gemeenten om met de bijstand te experimenteren. Er is een artikel dat toestaat om te experimenteren, en ik wil graag weten hoe het kabinet met dat soort verzoeken is omgegaan en hoe het in de toekomst van plan is hiermee om te gaan.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Geen steun voor het debat.

De heer Pieter Heerma (CDA):

Geen steun voor het debat.

Mevrouw Nijkerken-de Haan (VVD):

Wij sluiten ons aan bij de PvdA: geen steun voor het debat.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Geen steun voor een debat, maar wel steun voor de brief. Het lijkt me heel interessant. Ik zou graag een reactie van de regering willen op de vraag hoe dit zich verhoudt tot het afschaffen van de overdraagbaarheid van de heffingskorting. Volgens mij willen partijen, als ze een basisinkomen willen, die overdraagbaarheid weer terug. Dat willen wij ook graag.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Misschien kunnen we het leenstelsel daar dan ook aan toevoegen? De studiefinanciering was volgens mij immers ook een vorm van basisinkomen. Dit is heel interessant, dus steun voor een brief. Daarna kijken we hoe we daarmee verdergaan.

De voorzitter:

Mijnheer Klein, er is in de Kamer behoefte aan een brief. Op dit moment is er geen steun voor het houden van een plenair debat.

De heer Klein (Klein):

Ik wacht de brief met belangstelling af.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Segers van de ChristenUnie.

De heer Segers (ChristenUnie):

Mevrouw de voorzitter. Ik heb twee weken geleden een debat aangevraagd. Dat debat is toegekend met de premisse dat de plenaire behandeling van het nieuwe wetsvoorstel eraan kwam. Over dat wetsvoorstel wordt echter nog een speciale hoorzitting georganiseerd. Een en ander laat dus nog even op zich wachten. Tegelijkertijd zijn de schriftelijke vragen van collega Mei Li Vos van de PvdA-fractie behandeld die het extra urgent maken om nog over de handhaving van de huidige wet te spreken. Vandaar mijn verzoek om dat debat spoedig in te plannen.

De voorzitter:

Het gaat dus om een spoedige inplanning van het debat over het voortraject van gokvergunningen.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Als veroorzaker van de antwoorden op die vragen, voer ik dat debat toch liever in samenhang met de rest van het voorstel. Ik steun het verzoek van de heer Segers dan ook niet.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Geen steun.

De heer Oskam (CDA):

Wel steun. Wij overwegen nog om een nader schriftelijk overleg aan te vragen, maar dat komt morgen in de procedurevergadering wel aan de orde.

De voorzitter:

Dat zijn twee verschillende procedures.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Kooiman (SP):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Segers, u hebt geen steun van de meerderheid van de Kamer om dit debat snel in te plannen.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik zie dat collega Vos wegloopt, terwijl ik haar graag nog even zou aanspreken. Er is een nieuw feit naar voren gebracht, namelijk dat de CDA-fractie een nieuwe schriftelijke ronde over het wetsvoorstel overweegt. Dan zou het wetsvoorstel nog langer op zich laten wachten, dus dat maakt het nog urgenter ...

De voorzitter:

Dat hoeft niet per definitie. De commissie kan ook haast vragen als er behoefte is aan nadere informatie. Dan kunnen we het heel snel plenair inplannen. De keuze is aan de commissie of het wetsvoorstel klaar is voor plenaire behandeling. De commissie heeft mogelijkheden, die u volgens mij ook weleens hebt gebruikt, om dat snel te doen.

Gaat u verder. U had nog een verzoek.

De heer Segers (ChristenUnie):

Mijn tweede verzoek betreft de nulmeting die wij hebben gekregen van de minister van Veiligheid en Justitie over het prostitutiebeleid, in combinatie met de Wet regulering prostitutie, de novelle die er nog altijd ligt, waarbij wij nog altijd wachten op de nota naar aanleiding van het verslag. De minister heeft een uitgebreide brief gestuurd over het prostitutiebeleid, over wat er nodig is en over nieuwe maatregelen die moeten worden genomen. Het zou zeer behulpzaam zijn als de nota naar aanleiding van het verslag spoedig naar de Kamer wordt gestuurd. Dat zou dan kunnen worden samengevoegd, zodat wij één groot beleidsdebat kunnen hebben. Dat betekent wel dat die nota naar aanleiding van het verslag hier spoedig moet komen. Dan kunnen wij een groot debat voeren over de brief van de minister en de wet.

De voorzitter:

Eigenlijk verzoekt u via het stenogram dat die nota naar aanleiding van het verslag zo snel mogelijk naar de Kamer wordt gestuurd.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik zou heel graag een debat willen over het ene, maar ik zie dat het niet los kan staan van de Wet regulering prostitutie. Wij wachten daar al heel lang op. We moeten er niet eindeloos op wachten.

Mevrouw Helder (PVV):

Mijn fractie heeft in het verleden een tienpuntenplan ingediend. Naar aanleiding van Rutte I is er veel uiteindelijk bij de Eerste Kamer terechtgekomen. Maar één punt staat nog overeind; wij willen dus over de rest debatteren. Het blijft inderdaad al heel lang liggen, dus wij steunen het verzoek.

Mevrouw Rebel (PvdA):

Steun voor het verzoek, mede namens collega Van Oosten van de VVD.

De voorzitter:

Die knikt, dus het is inderdaad mede namens de VVD gedaan.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor het verzoek. Ik vind het een verstandige combinatie.

De heer Oskam (CDA):

Steun voor het verzoek van de heer Segers.

Mevrouw Kooiman (SP):

Goed voorstel, steun.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet met het verzoek om zo snel mogelijk de nota naar aanleiding van het verslag naar de Kamer te sturen. Dank u wel, mijnheer Segers.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik had dit verzoek mede moeten doen namens mijn collega Kooiman. Dat is echt een omissie.

De voorzitter:

Maar zij heeft dat rechtgezet door zelf alsnog naar de microfoon te wandelen. Dank, mevrouw Kooiman.

Ik geef het woord aan de heer Tony van Dijck van de PVV.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Het stof van de discussie over de bonussen en de schandalige salarisverhogingen van vorige week is nog niet neergedaald, of wat schetst mijn verbazing vanochtend toen ik De Telegraaf opensloeg? De topman van Schiphol krijgt een bonus van €370.000 bovenop de bijna vier ton die hij al heeft. De minister van Financiën is voor 69% aandeelhouder van Schiphol en stemt hiermee in. Vorige week noemde hij het nog moreel verwerpelijk en niet uit te leggen, maar vandaag stemt hij er stilzwijgend mee in.

De voorzitter:

Uw verzoek?

De heer Tony van Dijck (PVV):

Een debat met de minister van Financiën, waarin hij zich mag verantwoorden voor het instemmen met dit soort absurde bonussen.

De voorzitter:

Een debat over de bonus voor de topman van Schiphol.

De heer Koolmees (D66):

We hebben volgende maand een debat staan, het AO Staatsdeelnemingen. Ik wil dit punt graag daarbij bespreken. Wij geven geen steun voor een apart debat, maar willen dit wel meenemen bij het AO.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ook de VVD geeft geen steun voor een debat. Een toelichting in de vorm van een brief, die wij dan betrekken bij het AO Staatsdeelnemingen, zouden wij wel kunnen steunen.

De heer Omtzigt (CDA):

Het CDA heeft ook behoefte aan een brief van de minister van Financiën over deze bonus, maar liever over het bonusbeleid bij alle staatsdeelnemingen. Dat lijkt mij logischer dan hier nog een paar keer te staan voor het AO. Wij vragen de minister om in die brief niet alleen in te gaan op wat er bij Schiphol gebeurt, maar ook in te gaan op wat er bij UCN, NS of wat dan ook gebeurt. De brief kunnen wij dan betrekken bij het AO Staatsdeelnemingen.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Ik sluit mij aan bij de vorige sprekers: behandelen bij het AO met een brief waarin wordt ingegaan op bonussen bij alle staatsdeelnemingen.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik sluit mij daarbij aan, met de vraag of de brief tijdig voor het AO kan komen.

De voorzitter:

Mijnheer Van Dijck, u hebt brede steun van de Kamer voor een brief van het kabinet die meer in den brede gaat over bonussen bij bedrijven waarbij sprake is van staatsdeelneming. Op die manier kan dit punt betrokken worden bij het algemeen overleg dat voor volgende maand gepland staat.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Het ging mij meer over het beloningsbeleid bij staatsdeelnemingen, voorzitter, inclusief de bonussen. Vorige week ging het over een ton bij ABN AMRO en was dit huis te klein. Nu gaat het over bijna vier ton bij Schiphol, maar nu schuift de Kamer dit niet een week, niet twee weken, maar twee maanden vooruit. Het AO over staatsdeelnemingen zal namelijk pas op 6 juni worden gehouden.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan de heer Voordewind van de ChristenUnie als laatste spreker in deze regeling van werkzaamheden.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Vandaag werd bekend dat mogelijk verschillende jihadisten via Italië vrij Europa in hebben kunnen reizen. Daarover maakt mijn fractie zich grote zorgen. Ik wil daarover eerst een brief ontvangen en daarna een debat voeren.

De heer Fritsma (PVV):

De PVV ziet ook dat dit een gevaar is. Mijn fractie steunt daarom het verzoek om hierover een apart debat te houden. Ik steun ook het verzoek om een brief.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Dit is inderdaad een groot gevaar. Er staat over precies dit onderwerp echter al een debat gepland. Daarbij gaat het over infiltratie van ISIS in de vluchtelingenketen. Ik heb dat debat aangevraagd. Het is een breed debat; er staan daarbij nog meer onderwerpen op de agenda. De staatssecretaris is bij dat debat ook aanwezig. Laten we dat debat nu een keer naar voren halen.

De voorzitter:

U wilt dus liever dat het debat dat al op de lijst staat, sneller wordt ingepland.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Precies.

De heer Oskam (CDA):

Steun.

De heer Schouw (D66):

Steun.

De heer Potters (VVD):

Mijn fractie steunt het verzoek niet. De heer Bontes zei al dat hij hierover een debat heeft aangevraagd. Daarbij kunnen we dit onderwerp prima betrekken.

De voorzitter:

Wilt u dat al ingeplande debat dan wel zo snel mogelijk houden?

De heer Potters (VVD):

Nou, dat moeten we even zien. Volgens mij kan dat op redelijk korte termijn worden gehouden. We moeten echter één debat voeren over dit onderwerp.

De voorzitter:

Het kan alleen snel als u ook zegt dat het snel moet, mijnheer Potters.

De heer Potters (VVD):

Ik zal even bekijken wat de anderen vinden.

De voorzitter:

Nee, ik meen dit serieus. Ik vraag het nu aan u.

De heer Potters (VVD):

Van mij mag het debat snel worden ingepland.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Maij (PvdA):

Mijn fractie steunt wel het verzoek om een brief. Als we die hebben ontvangen, kunnen we bekijken of we een debat hierover willen.

De voorzitter:

U steunt het verzoek om een debat niet.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Steun, en snel.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik begrijp dat er redelijk wat steun voor mijn verzoek is. Ik ben wel bereid om een en ander in elkaar te schuiven, maar dan moet dit onderwerp wel bij het al geplande debat worden betrokken. Deze kwestie van mensen die mogelijk jihadist zijn en die via Italië en zonder registratie instromen, is namelijk wel echt een nieuw onderwerp. Laten we bekijken of we dat debat zo snel mogelijk kunnen voeren. Ik vind het prima als de heer Bontes daarbij de eerste spreker is.

De voorzitter:

Dat zullen we bekijken. Ik zal in ieder geval het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal me er verder voor inspannen om dit debat zo snel mogelijk te kunnen houden.

Hiermee is er een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt van 16.01 uur tot 16.30 uur geschorst.

Voorzitter: Van Raak

Naar boven