26 Instroom asielzoekers

Aan de orde is het debat over het bericht dat de VVD de grenzen wil sluiten voor asielzoekers van buiten de Europese Unie.

De voorzitter:

Ik heet alle aanwezigen van harte welkom. Ik heet in het bijzonder de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van harte welkom. Hij is nog geen zeven dagen in functie, maar hij mag nu al wel op donderdagavond in de Kamer verschijnen. Hij is hier deze week zelfs al voor de tweede keer, want hij voerde ook al het woord tijdens het vragenuurtje.

Er hebben zich voor dit debat elf leden gemeld. Elke fractie heeft maximaal zes minuten spreektijd. Tijdens een interruptie mag er één vraag en maximaal één vervolgvraag worden gesteld.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Zondagavond werd tijdens het NOS Journaal een plan van de VVD de wereld in geholpen. De VVD wil de urgente en hartverscheurende problematiek rond de verdrinkende vluchtelingen in de Middellandse Zee aanpakken. Het is fijn dat de VVD-fractie zegt dit zeer urgente probleem te willen oplossen. Het getuigt echter van een ongekend opportunisme en het is stuitend schaamteloos dat de VVD dit wil doen door de Europese grenzen helemaal dicht te gooien voor deze vluchtelingen. Arnon Grunberg verwoordde het gebrek aan logica in de Volkskrant als volgt: in het ziekenhuis gaan mensen dood, dus sluiten we alle ziekenhuizen, want dan gaat er niemand meer dood in het ziekenhuis.

De heer Azmani zei bij Nieuwsuur dat de VVD niet machteloos wil toekijken terwijl mensen verdrinken in de Middellandse Zee. Als hij die uitspraak echt heeft gemeend, dan moet hij nu ook doorpakken en niet aan wal blijven staan met een praktisch onhaalbaar en moreel onaanvaardbaar voorstel in zijn hand. Dan moet hij zich aansluiten bij bijvoorbeeld het voorstel van GroenLinks om van de grensbewaking door Frontex weer terug te gaan naar een missie zoals Mare Nostrum was. Met zo'n missie moeten we ons EU-breed inzetten om vluchtelingen op de Middellandse Zee te redden. Dan moet de heer Azmani zich aansluiten bij ons voorstel om de kern van het probleem aan te pakken; meer geld voor diplomatieke inzet bij conflicten in de wereld, meer ontwikkelingshulp en meer steun voor onstabiele en economisch zwakke landen.

De heer Azmani (VVD):

Ik wil beginnen met mevrouw Voortman te complimenteren met het feit dat zij, als reactie op het plan van de VVD, met een eigen plan is gekomen.

De voorzitter:

Wat is uw vraag?

De heer Azmani (VVD):

Een onderdeel van haar plan is om toch weer terug te gaan naar een operatie die vergelijkbaar is met Mare Nostrum. Hoe wil zij daarmee voorkomen dat er mensen in de Middellandse Zee verdrinken?

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De missie Mare Nostrum heeft ervoor gezorgd dat 150.000 vluchtelingen niet verdronken en werden gered. Door zo'n missie worden mensen dus gered.

De heer Azmani (VVD):

Is het mevrouw Voortman bekend dat er tijdens de operatie Mare Nostrum, die vorig jaar plaatsvond, 3.000 mensen zijn verdronken?

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het is verschrikkelijk dat er vorig jaar ook 3.000 mensen zijn verdronken. Daarom moeten we ervoor zorgen dat die missie Mare Nostrum terugkomt. Wat mij betreft komt die missie terug en wordt zij ook versterkt. Volgens mij bied je daarmee een echte oplossing. Die oplossing bied je niet met de voorstellen van de VVD. Daarmee voorkom je niet dat mensen alles zullen doen om hun land te ontvluchten.

De voorzitter:

Gaat u verder met uw betoog.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het mag duidelijk zijn dat GroenLinks, in tegenstelling tot de VVD, niet gelooft in een Europa omringd door hoge hekken en prikkeldraad. GroenLinks heeft dan ook inmiddels een tegenvoorstel gepresenteerd als alternatief voor de doodlopende weg die de VVD in lijkt te willen slaan. Daarin doen wij vijf voorstellen om de noodsituatie rond de mensensmokkel en de verdrinkende vluchtelingen in de Middellandse Zee écht aan te pakken. Dat doen wij op een sociale en humanitaire manier. Ik hoop vandaag bij andere partijen steun te vinden voor deze voorstellen, zodat we echt aan de slag kunnen gaan met het aanpakken van deze noodsituatie. Want we kunnen niet niks doen; daar heeft de heer Azmani wél een punt.

GroenLinks stelt voor om het aanvragen van asiel op ambassades in bijzondere of schrijnende omstandigheden weer mogelijk te maken. Sinds 2003 zijn de mogelijkheden daartoe beperkt. Het is zeer onwenselijk dat deze mogelijkheid er nog maar nauwelijks is. De illegale migratie wordt immers vooral veroorzaakt door een gebrek aan legale migratieroutes. Zogenaamde "protected entry procedures" zouden wat GroenLinks betreft op twee manieren kunnen worden georganiseerd. De optie op korte termijn is om vluchtelingen in staat te stellen een humanitair visum aan te vragen bij onze ambassades in crisisgebieden, om een asielaanvraag in Nederland te mogen indienen. De tweede optie is een optie voor de langere termijn. Daarbij zou in EU-verband moeten worden geregeld dat vluchtelingen zich bij EU-ambassades kunnen aanmelden voor een Europees hervestigingsprogramma voor de meest kwetsbare vluchtelingen.

De drie grote voordelen van dit voorstel zijn ten eerste dat vluchtelingen door zo'n programma geen gevaarlijke tocht hoeven te maken met behulp van mensensmokkelaars en ten tweede dat mensen die te zwak zijn om zelf naar een veilig heenkomen te vluchten, zoals zwangere vrouwen en ouderen, kunnen worden geholpen. De heer Azmani zei in Nieuwsuur ook dat hij het oneerlijk vond dat de EU zo veel investeert in de opvang van mensen die bij de EU aankloppen ten opzichte van mensen die dat niet kunnen. Ik reken dus op zijn warme steun. Ten derde kunnen we zo komen tot een eerlijkere verdeling van vluchtelingen over EU-landen, waar nu vooral grenslanden met een groot capaciteitsgebrek zitten. Ik hoor graag van de staatssecretaris hoe hij tegen deze twee opties aankijkt.

Er is gelukkig één punt uit ons plan dat wel overeenkomt met het plan van de VVD. We zijn het namelijk zeer met de VVD eens dat er meer moet worden geïnvesteerd in opvang in de regio. De opvang in crisisregio's, zoals bij de grenzen van Syrië, is erbarmelijk. De UNHCR meldt op handen zijnde voedseltekorten. We moeten deze landen dus helpen fatsoenlijk onderdak en basisvoorzieningen te geven aan mensen die voor geweld zijn gevlucht. Daar moet wat ons betreft structureel extra geld voor worden vrijgemaakt, maar dat mag niet ten koste gaan van het budget voor ontwikkelingssamenwerking. Laten we in Nederland alsjeblieft niet van de afdeling "sigaar uit eigen doos" zijn. Kan de staatssecretaris aangeven of het kabinet bereid is extra geld vrij te maken voor opvang in eigen regio bij de volgende begroting? Graag een reactie.

De heer Azmani zei het afgelopen zondag al, de zomer komt eraan en we moeten vrezen dat meer mensen via gammele bootjes de overtocht gaan wagen. Het is dan ook belangrijk dat we nu maatregelen nemen en niet wachten tot bijvoorbeeld een volgende kabinetsperiode.

De heer Azmani (VVD):

Het plan van GroenLinks bevat inderdaad een aantal elementen die overeenkomen met het VVD-plan. Daar ben ik blij mee. Op één onderdeel wil ik nog verduidelijking, namelijk aanvragen via ambassades. Ik zie dan grote IND-kantoren in ieder land voor me. Is dat het beeld? Dan is er nog steeds een mogelijkheid om asiel aan te vragen in Europa, en-en dus?

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat is een mogelijkheid die tot 2003 bestond. Wellicht herinnert de heer Azmani zich dat nog uit de periode dat hij zelf bij de IND werkte. Het gaat om kwetsbare vluchtelingen. Zij moeten zo'n aanvraag kunnen doen. Je verplicht mensen dan niet om naar EU-landen te komen. Ik denk dat zo'n route ervoor zorgt dat mensen kunnen kiezen voor een legale route in plaats van een illegale.

De heer Azmani (VVD):

Stel dat je het en-en wilt doen en het voor iedereen bereikbaar wilt maken. Op dit moment zijn 51,2 miljoen mensen op de vlucht of ontheemd. Eigenlijk geeft GroenLinks met het plan aan dat zij het prima vindt dat 51,2 miljoen mensen naar Europa toestromen middels de ambassades. Dan zou ik zeggen tegen GroenLinks: doe gewoon het voorstel, plaats een fysieke loopbrug tussen Afrika en Europa.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik neem daar echt afstand van. Ik heb al aangegeven dat het ons gaat om schrijnende situaties. Ik wil de gelegenheid te baat nemen om op te merken dat ik ferm afstand wil nemen van het woord "gelukszoekers" dat de VVD gebruikt in haar nota, alsof mensen die vluchten voor oorlog en geweld, hier komen om geluk te zoeken!

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Terwijl we hier spreken, teisteren conflicten de wereld. Terwijl we hier spreken, worden over de hele wereld mensen vervolgd vanwege hun geloof, geaardheid of politieke overtuiging. Terwijl we hier spreken, zijn miljoenen mensen, families met kinderen, op de vlucht voor marteling, vervolging of moordzucht. Nederland moet deze slachtoffers van de vele conflicten in de wereld een veilige haven blijven bieden. Het overgrote deel van deze vluchtelingen wordt in de regio opgevangen, in kampen, onder meer in Libanon en Turkije. Nederland levert daar, gelukkig, een belangrijke financiële bijdrage aan.

Gelijktijdig sterven er jaarlijks duizenden mensen in de Middellandse Zee. Mensensmokkel is een miljardenbusiness geworden. €5.000 voor een overtocht met 300 andere mensen op een te kleine boot levert een mensensmokkelaar 1,5 miljoen per boot op. Veel vluchtelingen hebben niet de mogelijkheid noch de middelen om op een andere manier een veilig heenkomen te vinden.

Er ligt dus daadwerkelijk een levensgroot probleem, dat alleen Europa gezamenlijk kan oplossen. Het is overigens geen nieuw probleem. Al decennialang wordt hierover gesproken in Europa, zonder resultaat. De horror in Lampedusa van oktober 2013, waar ruim 300 vluchtelingen verdronken in de Middellandse Zee, was geen eenmalige ramp. Alle reden dus om te kijken naar echte oplossingen.

De grenzen sluiten, zoals de VVD wil, willen wij niet. Wij willen mensensmokkelaars de pas afsnijden, maar niet door vluchtelingen te weren in Nederland of Europa. We willen wel bekijken hoe we wel tot oplossingen komen. In mei komt de Europese Commissie met een visie op migratie. Wat de Partij van de Arbeid betreft, moet de regering daarbij inzetten op de volgende maatregelen.

De voorzitter:

Mijnheer Schouw, was u al zover?

De heer Schouw (D66):

Was ú al zover, voorzitter?

De voorzitter:

Ik zeker, maar ik wist niet zeker of u al een vraag wilde stellen.

De heer Schouw (D66):

Ik kreeg nog niet helemaal die indruk, maar nu we beiden zover zijn …

De voorzitter:

… stelt u graag uw vraag.

De heer Schouw (D66):

Mijn fractie heeft via de media meegekregen — ik wil even verifiëren of dat klopt — dat de Partij van de Arbeid en de VVD samen het plan van aanpak zouden presenteren, maar dat zij er op een gegeven moment niet uitkwamen. Klopt het dat u dat samen wilde doen?

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Wij hebben op een gegeven moment samen om tafel gezeten om te bekijken hoe we de agenda om dat levensgrote probleem van migratie en asiel in Europa op te lossen, zouden moeten vormgeven. Met de oplossing die de VVD nu ook in haar plan heeft gepresenteerd, haar visie, konden wij ons echter niet verenigen. Dit betekent ook dat we niet gezamenlijk aan de uitwerking van een plan hebben gewerkt.

De heer Schouw (D66):

Dat vind ik heel verstandig van de PvdA-fractie. Alleen, na lezing van de brief van de nieuwe staatssecretaris vandaag en na lezing van het werkje van de heer Azmani kwam ik tot de conclusie dat er toch heel veel overeenkomsten zijn. Mijn conclusie is eigenlijk dat pak 'm beet 90%, 95% van die zeven pagina's van de VVD kabinetsbeleid is, met uitzondering van de zin "Dat betekent dat we in principe alleen Europese vluchtelingen asiel bieden in Europa." Dat is het grote verschilpunt. Zie ik dat goed?

Mevrouw Kuiken (PvdA):

U hebt samen met het CDA een motie gemaakt waarin u juist de punten eruit hebt gehaald die onderschrijven wat we wel met elkaar willen, of in ieder geval deels. We delen een deel van de analyse en van de oplossingen, maar dus niet alle oplossingen.

Voorzitter. Uiteraard moeten wij zelf ook met oplossingen komen. Wij denken daarbij aan de volgende maatregelen. We moeten uiteraard conflictgebieden stabiliseren en armoede bestrijden, de bronnen van ellende. We moeten de Frontex-operaties uitbreiden: niet alleen grensbewaking, maar ook redden en hulp bieden. Er moet kwalitatief betere opvang in de regio komen met adequate bescherming, juist met het doel om de noodzaak tot vluchten te verminderen. Zorg dat alle Europese landen hun verantwoordelijkheid nemen, iets wat nog een hele uitdaging zal zijn. We moeten meer vormen van legale migratie en hervestiging verkennen. Ten slotte moeten we kiezen voor een stevige aanpak en meer vervolging van mensensmokkelaars. Europol moet veel meer slagkracht krijgen en er moet Europees kunnen worden berecht. Denk daarbij aan het bevriezen van tegoeden en het ontnemen van gelden en misschien zelfs aan vervolging door het ICC, omdat het soms ook gaat over wreedheden tegen de menselijkheid. Mensen worden immers gedwongen in barre weersomstandigheden de zee op te gaan. We moeten proberen om op de punten die ik heb genoemd afspraken te maken met landen om ons heen, zoals Turkije en Marokko. Zo is het niet alleen een Europees asielbeleid, maar een asielbeleid dat ook gedragen wordt door de landen die de transit vormen voor veel vluchtelingen die hierheen komen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dat zijn goede plannen van de Partij van de Arbeid. Eentje daarvan betreft het uitbreiden van het hervestigingsbeleid. Mevrouw Kuiken voelt mijn vraag waarschijnlijk al aankomen: wij hebben daar gezamenlijk een motie over ingediend. Die werd niet uitgevoerd door het kabinet. Vervolgens hebben we die nog een keer ingediend, maar toen waren we de steun van de Partij van de Arbeid kwijt. Maar nu staat de inhoud van die motie wel in de plannen van de Partij van de Arbeid. Misschien kunnen we die motie weer gezamenlijk indienen. Dan komen we in ieder geval tot die uitbreiding van het hervestigingsbeleid met 250 vluchtelingen.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Volgens mij hebben we toen ook afgesproken dat we later in het jaar gaan kijken hoe we omgaan met de mogelijkheid die Nederland heeft om tot extra hervestiging te komen. Die 500 doen we sowieso. Het moment daarvoor is niet nu, maar ik vind het een goede vraag om aan de staatssecretaris te stellen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik vind het ook een goede vraag. Ik zal deze straks ook aan het kabinet stellen, maar u staat er nu als vertegenwoordiger van de Partij van de Arbeid. We hadden die motie eerder gezamenlijk ingediend. De Partij van de Arbeid geeft een visitekaartje af, namelijk het sluiten van de buitengrenzen …

Mevrouw Kuiken (PvdA):

De VVD, bedoelt u.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De VVD, sorry. Ik hoop dat de Partij van de Arbeid echt een ander signaal afgeeft in dit debat, namelijk dat een oplossing zou kunnen zijn om het hele hervestigingsbeleid veel meer uit te breiden, zodat de mensen niet gedwongen worden in de handen van die mensenhandelaren.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik doe hier voorstellen die ik graag mee wil geven bij de voorstellen die straks in de Europese Commissie komen. Dat is in mei. We hebben met elkaar afgesproken dat we later dit jaar gaan kijken of er ruimte is voor meer hervestiging. In principe sta ik daarvoor open. Op dit moment moet u vragen hoe de staatssecretaris tegenover dat idee staat en misschien ook de heer Azmani. Ook in zijn plannen was er ruimte voor hervestiging.

Voorzitter. Met de voorstellen die ik nu heb gedaan, heb ik niet de pretentie het grote asielvraagstuk voor eens en altijd op te kunnen lossen. Ik ben ook sceptisch over waar de Europese Commissie mee gaat komen. Zolang er conflicten en ongelijkheid zijn in de wereld, blijven mensen de Middellandse Zee oversteken. Het begint ermee dat alle Europese landen gezamenlijk hun verantwoordelijkheid nemen en lef tonen, en soms over hun eigen schaduw een stap vooruit durven te zetten, om in ieder geval een begin van een oplossing te kunnen maken. Europa afsluiten voor mensen die vluchten voor oorlog, kan daarbij nooit een oplossing zijn. Niet omdat het volgens internationale verdragen niet zou mogen, maar puur omdat we ons herinneren waarom we überhaupt ooit tot die afspraken zijn gekomen en omdat we de morele plicht voelen om een veilige haven te zijn en te blijven voor degenen die deze nodig hebben.

De VVD heeft recht op haar visie, maar tegelijkertijd is duidelijk dat dit geen kabinetsbeleid zal worden. Wel heb ik zorgen over de onbedoelde effecten die wel weer worden gecreëerd. Het geeft lucht en voeding aan sentimenten zoals "vol is vol" en "minder, minder". Mijn mailbox stroomt over van dit soort berichten. Ik zoek soms bijna wanhopig naar een tegenstem tegen dit sentiment. Ik vind dat we als Europa die kant niet op moeten. De Partij van de Arbeid wil eraan blijven werken dat Europa en Nederland blijven strijden voor en geloven in solidariteit en verdraagzaamheid, ook als het soms een beetje moeilijk is.

De heer Schouw (D66):

Dat is mooi gezegd. Mevrouw Kuiken slaat de spijker op de kop. Het is vissen in troebel water, wat de heer Azmani doet, en met groot gemak, omdat hij toch weet dat het geen kabinetsbeleid is en er geen meerderheid voor is. Hij gaat er nog wel een tijdje mee door, denk ik. Ik heb hierover de volgende vraag aan de Partij van de Arbeid. De Partij van de Arbeid kan dat natuurlijk ook. Waar de VVD naar rechts overhelt, als het gaat om het asielbeleid, kan de Partij van de Arbeid zich ook losweken van deze coalitie en dat naar links doen, want links is er wel een meerderheid in deze Kamer om het beleid humaner, beter en socialer te maken. Wat de VVD-fractie nu doet, buiten de coalitie spelen, is de Partij van de Arbeid dat ook van plan? Op de steun van mijn fractie kan ze rekenen.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik denk even na over het antwoord, omdat het een vraag is met meerdere ladingen. U vraagt of ik mij ga losweken, maar ik ben onderdeel van deze coalitie en ik wil me houden aan het regeerakkoord. Waar nodig en wenselijk zullen we onze eigen voorstellen doen. Ik heb dat nu ook gedaan met de plannen zoals ik deze zie.

De heer Schouw (D66):

Ik moet het misschien nog een puntje aandraaien. De hele VVD-fractie zegt: we gaan Europa afsluiten voor vluchtelingen van buiten. Dat vindt zij en dat blijft zij roepen, terwijl iedereen die er een beetje verstand van heeft, weet dat het niet kan. Zij roept dat, want dat vindt zij electoraal interessant. De Partij van de Arbeid kan nu echt wat voor elkaar krijgen, want er is in de Kamer nu een meerderheid om het asielbeleid wat meer de sociale kant op te drukken. Zou het niet logisch zijn als de Partij van de Arbeid ook eens rechtop ging staan, ook met dit soort voorstellen kwam en ging bekijken of ze daar een meerderheid voor zou kunnen vinden, buiten de VVD om?

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik neem aan dat de heer Schouw niet bedoelt dat ik met onaanvaardbare, onzinnige voorstellen moet komen, die vervolgens in de hele wereld worden afgebrand. Wat mijn voorganger en ik in de afgelopen twee jaar altijd hebben gedaan, is zoeken naar goede voorstellen, soms binnen het regeerakkoord en soms aanvullend aan het regeerakkoord. Ik zal dat blijven doen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

In dat geval heb ik wel een voorstel voor mevrouw Kuiken. De heer Azmani interrumpeerde mij net toen ik sprak over de Mare Nostrummissie, waarin wordt ingezet op het redden van vluchtelingen. Ik vraag me af hoe de Partij van de Arbeid daarin staat.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik noemde dat als een van mijn maatregelen. Maar inderdaad vind ik dat we naar een Frontex-operatie toe moeten die niet alleen gaat om grensbewaking, maar ook om het bieden van hulp en zorg aan de vluchtelingen, die er nu eenmaal zijn.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik ben blij om dat te horen, omdat de Frontex-missie nu is gericht op het bewaken van de grenzen. Wij vinden dat het redden van vluchtelingen ook een belangrijk onderdeel daarvan moet zijn. Het is fijn dat wij elkaar hierin kunnen vinden.

De heer Oskam (CDA):

In het interruptiedebatje met de heer Schouw noemde mevrouw Kuiken de motie van Buma, Pechtold en Van der Staaij. Ik vraag haar of de Partij van de Arbeid bereid is om die motie te steunen. Ik vraag dat ook omdat de VVD inmiddels heeft aangegeven dat zij de motie zal steunen, nu deze in die zin is gewijzigd dat de staatssecretaris de coördinator wordt van het beleid en de informatievoorziening via de JBZ-Raad zal lopen. Ik vraag mevrouw Kuiken dus of ook haar fractie bereid is om deze motie, waarvoor de steun steeds breder wordt, te steunen.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Daarop ga ik me beraden.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Omdat mevrouw Kuiken aan het eind van haar inbreng is gekomen, wil ik haar graag even de volgende vraag stellen. Vorige week hadden we nog geen staatssecretaris; toen zat deze staatssecretaris nog in de VVD-fractie. Een vraag die mij al een hele tijd op de lippen brandt, is in hoeverre de huidige staatssecretaris op de hoogte was van dit alles. De heer Azmani heeft dat plannetje vast niet helemaal in zijn eentje verzonnen en ingediend. Wat voor gevoel krijgt mevrouw Kuiken van de fractie van de Partij van de Arbeid over het feit dat er een nieuwe, kersverse staatssecretaris van Veiligheid en Justitie is, die verantwoordelijk is voor het asielbeleid en die rechtstreeks uit de fractie komt waarin een plan is gebrouwen waarvan in ieder geval bij mij de nekharen overeind gaan staan en, als ik woorden als "onaanvaardbaar" en "onacceptabel" goed begrijp, bij mevrouw Kuiken ook?

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik ben vooral bezig geweest met wat ik ervan vond en wat ik erbij voelde; niet zozeer met wat de nieuwe staatssecretaris erbij voelde. Dat moet u echt aan hemzelf vragen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dat kan ik wel een beetje raden. Hij kwam namelijk uit die fractie. De VVD-fractie was hierover unaniem; ik heb tenminste nog geen dissidenten gehoord. Inmiddels heeft hij plaatsgenomen in dit kabinet. Ik vraag u daarom nog een keer wat de fractie van de Partij van de Arbeid ervan vindt dat een kersverse staatssecretaris van Veiligheid en Justitie wellicht heeft meegewerkt aan een dergelijk plan, dat absoluut niet past in mijn wereldvisie en volgens mij ook niet in die van de PvdA, terwijl die staatssecretaris nu wel het asielbeleid moet gaan uitvoeren?

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Wij zijn het eens. Volgens mij heeft de staatssecretaris aangegeven dat hij er geen letter van heeft getypt. Maar nogmaals, vraagt u dit aan hem. Het is niet aan mij om op deze vraag een antwoord te geven.

De heer Azmani (VVD):

Ik wil ook een vraag aan mevrouw Kuiken stellen. Ik heb haar pleidooi gehoord voor haar eventuele voorstellen ter verbetering van het proces. Hoe wil zij voorkomen dat eigenlijk alleen maar mensen met geld die overtocht kunnen maken, terwijl ze slachtoffer zijn van de mensensmokkelindustrie? Hoe wil zij die menselijke drama's in de Middellandse Zee voorkomen? Hoe wil zij die ongereguleerde stroom voorkomen? Ik hoor die dingen niet zo goed in het betoog van mevrouw Kuiken.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik heb een flink aantal maatregelen genoemd. Laat ik, zonder compleet of heel specifiek te willen zijn, twee maatregelen noemen die u waarschijnlijk aanspreken. Ik denk aan "tough on crime", dus het harder en steviger aanpakken van mensensmokkelaars. We geven Europol een positie hierin. We willen Europees berechten en tegoeden bevriezen. We maken afspraken met landen waarin een en ander nu op grote schaal plaatsvindt. Libië is lastig, maar met Turkije en Marokko kunnen we wel dat soort afspraken maken.

Daarnaast proberen we met de transitlanden tot goede afspraken te komen. Voor een deel vangen die landen al mensen op. Turkije doet dat al en we kunnen ook proberen om met Marokko afspraken te maken. We kunnen ook afspraken maken over de vraag hoe we omgaan met doorvoer. Nogmaals, deze maatregelen zijn nog niet helemaal uitgewerkt, maar ik zie er wel wat in. Het gaat er mij niet om dat het beleid grenzeloos moet zijn. Ik heb moeite met het VVD-verhaal, omdat Nederland daarmee zijn ogen sluit voor zijn eigen verantwoordelijkheid om vluchtelingen op te vangen. Er is ook een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid in Europa om vluchtelingen op te vangen. Ik wil geen vluchtelingen weren. Ik zoek naar mogelijkheden om de immigratiestromen goed in de gaten te houden en beheersbaar te houden. We hebben één gemeenschappelijk doel, namelijk de mensensmokkelaars de pas afsnijden.

De heer Azmani (VVD):

Ik heb alle respect voor mevrouw Kuiken. Ik begrijp dat de PvdA haar best wil doen om mensensmokkel aan te pakken. Ik begrijp dat zij haar best wil doen om mensenlevens te redden. Mevrouw Kuiken moet het dan ook met mij eens zijn dat het ultieme resultaat is dat niemand meer verdrinkt in de Middellandse Zee en dat niemand meer slachtoffer is van de mensensmokkelindustrie. De armen blijven in de regio. Dat is het overgrote deel. Alleen de mensen met geld maken toch die overtocht. De PvdA houdt zo het proces in stand. Ze probeert het te verbeteren, maar houdt het in stand.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik heb niet de pretentie dat we kunnen voorkomen dat er nooit meer slachtoffers zullen zijn of dat niemand meer die oversteek zal wagen. Ik hoop dat de VVD ook niet de pretentie heeft dat dit met haar plan wel het geval zal zijn. We kiezen voor een andere aanpak. We hebben een andere visie. Ik vind dat Nederland een verantwoordelijkheid heeft en dat de Europese landen een verantwoordelijkheid hebben. Grenzen sluiten is niet de oplossing. Het is ook moreel niet juist.

De heer Oskam (CDA):

Voorzitter. De analyse en de suggesties in de VVD-notitie zijn, op het idee voor het sluiten van de buitengrenzen van de EU na, niet nieuw. De CDA-fractie heeft naar aanleiding van de roerige zomer van 2014 al concrete voorstellen gedaan. Miljoenen mensen werden door de oorlog in Irak en Syrië tot vluchteling gemaakt. Het CDA heeft een ontheemdenstatus voorgesteld. Het CDA wijst bovendien al langere tijd op de noodzaak van zorgvuldige registratie en strikte controles aan de Griekse en Italiaanse grens.

De vorige staatssecretaris wuifde de plannen van het CDA weg. Hij zei dat ze niet nodig waren. Na de VVD-notitie van afgelopen weekend is er nu wel opeens dit debat. Deze notitie is overigens niet officieel ingediend in de Kamer. De oplossingen in deze notitie zijn feitelijk ook loze kreten, omdat de heer Azmani er nu eenmaal niet voor kan zorgen dat de grenzen dichtgaan.

Afgelopen dinsdag vond een interessant debat plaats in de Kamer over dit onderwerp, naar aanleiding van de motie van het CDA, D66 en de SGP. In deze motie werd de minister-president opgeroepen om de coördinatie van een nieuw gemeenschappelijk asielsysteem op zich te nemen, in het kader van het EU-voorzitterschap in 2016. De minister-president wil hiervoor niet verantwoordelijk zijn en laat het over aan de staatssecretaris. De staatssecretaris is vanmiddag met een reactie gekomen op de maatregelen waarom gevraagd wordt in de motie. De conclusie is dat alles al bestaand beleid is. De vraag is of dit wel zo is. In de motie wordt namelijk opgeroepen tot het maken van concrete afspraken over het garanderen van veilige havens voor de opvang van vluchtelingen in de regio. De CDA-fractie vraagt vanavond aan de regering welke concrete afspraken er dan op dit moment zijn.

In de motie wordt aangegeven dat er een systeem moet worden ingevoerd voor hervestiging van vluchtelingen, op uitnodiging en in extreme situaties. De staatssecretaris zegt dat dit staand beleid is. Dat is bijzonder, want het invoeren van een systeem duidt op een verandering van het huidige systeem. In de motie werd een migratiesysteem voorgesteld dat gebaseerd is op een combinatie van een puntensysteem en een systeem waarbij werkgevers migranten kunnen aantrekken. De regering zei "staand beleid", verwijzend naar de geldende regelgeving, die echter niet is vormgegeven in een zogeheten puntensysteem. Daar komt nog bij dat de onderdelen uit deze motie gelijk zijn aan de actiepunten uit de VVD-notitie, op het volledig sluiten van de EU-buitengrenzen na. De staatssecretaris heeft vandaag aan de Kamer geschreven dat de maatregelen uit de motie van collega Van Haersma Buma staand beleid zijn. Zegt de staatssecretaris daarmee dat de notitie van de VVD, behalve het sluiten van de EU-grenzen, ook staand beleid is? Welke maatregelen acht de staatssecretaris nodig bovenop het bestaande beleid om het ideaal van de VVD te verwezenlijken dat alle EU-buitengrenzen worden gesloten? Hoe realistisch en haalbaar acht de staatssecretaris zowel deze aanvullende maatregelen als het uiteindelijk sluiten van alle EU-grenzen? Graag krijg ik hierop een reactie.

De verhoogde instroom van asielzoekers in Europa heeft de afgelopen twee jaar feilloos blootgelegd dat de oprichting van een gemeenschappelijk Europees asielsysteem niet van de grond komt. Van gemeenschappelijkheid is geen sprake. Illustratief blijft de reddingsactie Mare Nostrum, waarbij Italië ruim 150.000 vluchtelingen van zee opving, maar er slechts zo'n 30.000 registreerde; de rest kreeg een vrije doortocht in Europa. De CDA-fractie heeft de regering er in juni 2014 toe opgeroepen om de Europese Commissie te vragen, een onderzoek te starten naar de aanhoudende ernstige gebreken met betrekking tot het toezicht door de Italiaanse overheid aan de buitengrenzen. De VVD-fractie heeft toen tegen deze motie gestemd. Hoe kijkt de staatssecretaris nu aan tegen de wijze waarop onder meer de Italiaanse overheid de buitengrenzen bewaakt? Hoe kijkt hij aan tegen het deze week door de Italianen gelanceerde plan om patrouilles op de Middellandse Zee uit te besteden aan landen als Egypte en Tunesië? Wat is de positie van de regering ten aanzien van het Italiaanse voorstel voor opvangcentra voor asielzoekers in de transitlanden?

Voor het verbeteren van het gemeenschappelijk asielsysteem is het ook van belang dat lidstaten hun afspraken nakomen, richtlijnen implementeren en deze ook daadwerkelijk uitvoeren. In dat kader vraagt de CDA-fractie de staatssecretaris om een beoordeling van EU-richtlijn 2001/55/EG. Deze richtlijn is tot stand gekomen naar aanleiding van de Bosnië- en Kosovocrisis en geeft de Raad van de Europese Unie de mogelijkheid om gedurende een bepaalde periode tijdelijke bescherming in te stellen voor bepaalde groepen. Hoe denkt de staatssecretaris over het nut van deze richtlijn? Volgens de CDA-fractie toont deze richtlijn aan dat het wettelijk instrumentarium om in tijden van verhoogde instroom effectief te kunnen samenwerken binnen de EU ten dele al aanwezig is.

De CDA-fractie wijst op artikel 33 van het Dublinakkoord, dat ruimte biedt voor een crisisrespons. Wat blijkt nu? Er is nog niet één keer gebruikgemaakt van deze richtlijn en dat zou anno 2015 ook niet meteen kunnen. In België, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Italië, Letland, Malta, Polen en Slovenië — ik houd ermee op — is deze richtlijn nog niet eens volledig geïmplementeerd. De CDA fractie heeft bij de vorige staatssecretaris geïnformeerd naar de implementatie van EU-richtlijnen in andere landen. De resultaten waren onthutsend. Veel richtlijnen dienen al jaren geïmplementeerd te zijn door de EU-lidstaten, maar dat blijkt gewoon niet gebeurd te zijn. Is de staatssecretaris bereid om dit punt bij de volgende JBZ-Raad op de agenda te zetten?

De CDA-fractie pleit al geruime tijd voor effectievere en intensievere grenscontroles, vooral op de plekken aan de Middellandse Zee waar de problemen zich al twee jaar opstapelen. De CDA-fractie wil meer opheldering over de wijze waarop Frontex geopereerd heeft en in de toekomst versterkt kan worden. Kan de staatssecretaris eens ingaan op de status van het Europese surveillancesysteem, Eurosur? Daarmee wil Frontex migratiestromen opsporen en analyseren, drenkelingen redden en tegelijkertijd criminaliteit tegengaan. Zijn de budgetten die aan Frontex worden toegekend, toereikend? Kan de staatssecretaris ingaan op de mogelijkheden van versterking van het EU-agentschap voor asielondersteuning?

De heer Azmani (VVD):

Ik denk dat het goed is dat de CDA-fractie al een aantal maatregelen uit het plan dat door de VVD naar buiten is gebracht, in een motie vervat heeft. Naar één punt ben ik erg benieuwd: de ontheemdenstatus. Dat punt is mij in het verleden al opgevallen en de heer Oskam heeft het vandaag weer naar voren gebracht. Hoe kan de ontheemdenstatus de maatschappelijke problemen oplossen waar wij ons voor gesteld zien?

De heer Oskam (CDA):

Het is natuurlijk niet altijd een oplossing voor de problemen met het huidige asielbeleid, maar het punt is wel dat mensen hierdoor tijdelijk hiernaartoe kunnen, dat we in tijden van nood mensen kunnen opnemen en dat we hun ook enige zekerheid kunnen geven over hun verblijf. Ik denk dus dat het voor de mensen die zo'n status krijgen goed is om te weten dat zij hier tijdelijk kunnen blijven, gedurende die status, maar deze maatregel alleen lost natuurlijk niet de problemen met het asielbeleid op. Dat snap ik ook wel.

De heer Azmani (VVD):

Begrijp ik het dan goed dat ook het CDA van mening is dat we moeten investeren in veilige havens in de regio, in veilige derde landen, om uiteindelijk tot een lagere instroom te kunnen komen in Europa? Mag ik die conclusie trekken?

De heer Oskam (CDA):

Die conclusie kunt u trekken, ja.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. We zijn vanavond bijeen en dat is niet om een voorstel vanuit het kabinet te bespreken, maar om een werkstuk van een ijverig Kamerlid te bespreken. Ik feliciteer hem daarmee, want het gebeurt niet vaak dat daar een donderdagavond voor wordt ingeruimd. Woensdag praten we er weer met elkaar over. Dat is ook goed, want de materie verdient het. Er is ook ijverig gewerkt aan het werkstuk. We hebben de heer Azmani daarover op televisie gehoord. Hij zei toen: ik, nou ja ik, de fractie heeft er een jaar aan gewerkt. Een jaar! Het is natuurlijk fantastisch dat dit gecomprimeerd is samengevat in zeven pagina's waarvan er zesenhalf gevuld zijn met staand kabinetsbeleid zoals wij ook na lezing van de brief van het kabinet van vandaag eigenlijk kunnen concluderen. Het is dus een hele prestatie dat dit gelukt is.

Er is wel ten minste een explosieve zin aan het staande kabinetsbeleid toegevoegd. Die staat halverwege pagina 7 en luidt: "Dat betekent dat we in principe alleen Europese vluchtelingen asiel bieden in Europa." Dat is ook een beetje het mantra waaronder de VVD-fractie die nota heeft verkocht. Ik vraag mij het volgende af. Waarom heeft het nu een jaar geduurd om die ene zin te borduren in een stuk dat eigenlijk kabinetsbeleid bevat? Voorzitter, ik vraag dat maar via u aan het kabinet en via het kabinet aan de heer Azmani. Waarom is ervoor gekozen om die zin zonder enige toelichting verder uit te werken? Iedereen hier en ook de buitenwereld denkt dat je dat niet kunt realiseren vanwege allerlei juridische verdragen en toestanden, maar de VVD denkt van wel. Ik zie dadelijk echt uit naar de inbreng van de heer Azmani waarin hij dat dan ook eens toelicht. Dat ontbrak er immers nog aan. Dat vind ik jammer: als je er een jaar aan hebt gewerkt en het dan nog niet helemaal is doorgekomen.

Er is de afgelopen dagen genoeg benadrukt wat er mis is met dat ene zinnetje van de VVD-fractie waarin wordt voorgesteld om de Europese grenzen te sluiten. Zoals een van onze kranten het tamelijk briljant samenvatte, is het "moreel dubieus, politiek onrealistisch, bestuurlijk onuitvoerbaar en juridisch ondenkbaar". Het is natuurlijk niet helemaal onjuist wat daarover werd gezegd. Aan de andere kant wil dat ook niet zeggen dat het niet goed is om dit onderwerp te agenderen en de discussie aan te scherpen. Daarom komen de fracties van CDA, D66 en SGP ook met een motie om wat zaken misschien wat aan te scherpen.

De staatssecretaris is hier natuurlijk ook niet voor niets. Hem gaan we dadelijk dus eens fijn ondervragen over de wijze waarop hij in zijn andere rol betrokken was bij die studie van een jaar binnen de VVD-fractie en de positionering van dat zinnetje. De staatssecretaris was hier deze week ook en hij reageerde ook op dat plan door te stellen dat dit niet zijn plan is. Mijn fractie vond het erg verstandig dat de nieuwe staatssecretaris dat zei. Maar over het uitvoeren van dit plan stelde de staatssecretaris: als partijen in de Kamer via een motie daartoe oproepen en die motie een meerderheid haalt, dan gaat het kabinet dat natuurlijk doen. Dat is een tamelijk domme uitspraak van deze staatssecretaris. Het is natuurlijk niet zo dat wanneer een motie een meerderheid haalt in de Kamer, het kabinet die motie ook altijd uitvoert. Het kabinet maakt immers altijd zijn eigen afwegingen. Ik zie de staatssecretaris bevestigend knikken. Ik moet hem toch ook op dat punt een beetje corrigeren. Mocht het namelijk zo zijn dat de adviseurs van de staatssecretaris tot de conclusie komen dat een dergelijke motie vanwege allerlei internationale verdragen niet uitvoerbaar is, dan kan het kabinet die dus ook gewoon niet uitvoeren. Ik vraag de staatssecretaris derhalve om toch nog even te reflecteren op zijn eerste en wat impulsieve opmerkingen van afgelopen dinsdag over dit onderwerp. Wanneer dit zinnetje uit het plan van de VVD-fractie in een motie wordt vervat en daar een meerderheid voor is, zou het kabinet dat dan ook echt unverfroren gaan uitvoeren?

Ik wil nog even iets zeggen over de motie. Wij praten hier vanavond over een belangrijk onderwerp. Ik vind eigenlijk ook dat de VVD-fractie boter bij de vis moet leveren met betrekking tot die explosieve opmerking om Europa te sluiten voor vluchtelingen van buiten Europa. Het mag niet bij een vrijblijvende opmerking blijven. Het mag ook niet zo zijn dat er volgende week, volgende maand of over zes maanden weer een nieuwe nota van de VVD-fractie verschijnt met weer dat zinnetje erin. Ik wil daar eigenlijk vanaf.

Dat kan heel eenvoudig. Dat weet de heer Azmani ook. Ik roep hem ertoe op om die zin ook in een motie te vervatten en die motie binnenkort in stemming te laten brengen. Dan zijn we in één keer van dat onderwerp af, want die motie gaat het niet halen. Dan is het onderwerp dood en begraven en dan kan de heer Azmani met zijn onrealistische plan stoppen. Ik vrees dat als we dat niet op deze manier doen, we daar de komende tijd alleen maar last van hebben. Ik zeg mevrouw Kuiken na dat dit leidt tot een hoop onrust en gedoe. Dat moet je niet hebben met voorstellen die eigenlijk niet uitvoerbaar zijn.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De heer Schouw heeft het de hele tijd over dat ene zinnetje over het sluiten van de grenzen van de Europese Unie. Maar dan doet hij het plan van de heer Azmani tekort. Vindt de heer Schouw werkelijk dat dat ene zinnetje het enige bezwaarlijke is van het plan van de VVD?

De heer Schouw (D66):

Ik verwijs naar de brief die wij vandaag van het kabinet hebben ontvangen. Een hoop van de voorstellen die in het zogenaamde VVD-plan staan, is kabinetsbeleid. Dat hebben we ook in de afgelopen jaren tot in den treure met elkaar besproken. Dat hebben we doorgenomen in alle vergaderingen over asiel en JBZ, over de opvang van vluchtelingen in de regio, over een sluitend net bij de buitengrenzen et cetera. Al dat soort zaken hebben we met elkaar besproken. Daar was mevrouw Voortman ook bij.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het gaat mij om de bredere analyse die in de nota naar voren wordt gebracht. Ik heb het bijvoorbeeld over de zinnen over ontwrichting van de samenleving en over gelukzoekers. Er wordt gesproken van steeds meer gelukszoekers die het land bereiken. Dat zijn toch zaken die meespelen in dit plan? Ik mag toch aannemen dat ook de D66-fractie zich daar verre van wil houden?

De heer Schouw (D66):

Die woordjes zijn gebruikt om belangstelling te wekken voor een ontwrichtend voorstel. Ik vind het prima dat je woordjes gebruikt in een analyse. Iedereen mag dat doen, maar het gaat mij om de concrete voorstellen: wat wordt hier nou eigenlijk voorgesteld? Als je er goed naar kijkt, zie je dat 90% overgeschreven is. Het is immers kabinetsbeleid. En juist dat ene zinnetje is gestolen uit de snoepwinkel van de PVV, anders is het niet.

De heer Azmani (VVD):

In de trant van het betoog van de heer Schouw vraag ik het volgende. Is de heer Schouw een type dat zaken recyclet?

De voorzitter:

Ik denk dat u uw vraag nog even moet herhalen, mijnheer Azmani.

De heer Schouw (D66):

Ja, voorzitter, het is een moeilijke vraag.

De heer Azmani (VVD):

Het is waarschijnlijk een moeilijke vraag. Is de heer Schouw iemand die doet aan recyclen?

De voorzitter:

Aan hergebruik.

De heer Azmani (VVD):

Ja, aan hergebruik.

De heer Schouw (D66):

Over het algemeen doe ik daar wel aan. Wij scheiden thuis papier, gft-afval en allerlei andere dingen waarvan wij denken dat we die goed kunnen gebruiken in het kader van de duurzame kringloop.

De heer Azmani (VVD):

Dat had ik al gedacht. Dan is het ook fijn te constateren dat iets wat in een prullenbak wordt gegooid, er meteen weer wordt uitgehaald en tot de zijne wordt gemaakt.

De heer Schouw (D66):

Ik dacht al dat er vast een gevoeligheidje zat bij de heer Azmani. Ik moet mijn woorden dan toch even toelichten. Dat afschuwelijke zinnetje in het werkstukje c.q. pamfletje is natuurlijk zeer verwerpelijk. Het veroorzaakt heel veel onrust in de samenleving en tegelijkertijd is het onuitvoerbaar. Dat weet iedereen. Waarom gaat de grootste politieke fractie in deze Kamer zo'n voorstel doen, terwijl ieder weldenkend mens weet dat het niet uitvoerbaar is? Zoiets verdient het om in de prullenbak gegooid te worden.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Het debat dat wij vanavond voeren is eigenlijk overbodig gebleken, aangezien dinsdagavond de premier hier in vak-K al heeft gezegd: het is geen kabinetsbeleid, het past niet binnen het kabinetsbeleid en we gaan het ook niet uitvoeren op deze manier. Het kabinet ziet het VVD-plan dus niet zitten. Over de aantallen asielzoekers hebben we volgende week al een debat. Dat heeft de heer Fritsma al aangevraagd. Het debat dat wij vanavond voeren over het plan-Azmani, zoals ik het maar even zal noemen, is in mijn ogen toch iets te veel eer. Dat meende ik ook al uit de ondertoon van de heer Schouw te kunnen opmaken. Ik zie het vooral als een nogal hitsige lokroep naar de PVV-achterban. Zoals dat hoort bij hitsigheid, is die oproep vooral gericht op de onderbuik. Dat is kwalijk, ten eerste omdat je met zo'n plan heel veel angst aanjaagt. De nota spreekt van vluchtelingen die — ik citeer letterlijk — echt met honderdduizenden tegelijk zouden gaan komen. Ik stel mij dan duizenden per dag voor. Het werkelijke aantal over 2014 was 30.000. Dat is hoog, want jarenlang heeft het aantal rond de 12.000 gelegen en jarenlang is het nog minder geweest. Dat het nu hoger ligt is logisch, omdat de Syrische brandhaard hier nu ook weer niet overdreven ver vandaan is. De VVD stelt dat dit onhoudbaar is, wat niet waar is. Er waren namelijk jarenlang per saldo meer mensen uit niet-westerse landen die terugkeerden naar hun geboorteland dan dat er nieuwe mensen uit die landen bij kwamen.

In de tweede plaats is de nota in mijn ogen ook een miskenning van de geschiedenis. Na de alle verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog is internationaal besloten om mensen niet meer op zo'n manier aan hun lot over te laten. Mensen moesten ergens heen kunnen vluchten, of het nu christenen, joden of moslims waren. Of het nu gaat om mensen die zwart of wit zijn, of zij nu vervolgd worden wegens hun ras of hun geloof; mensen zijn mensen, Europees of niet, en het blijven mensen. Van dit principe lijkt de VVD te willen afstappen, juist nu, in tijden van oorlogen die door hun aard en omvang zo veel miljoenen mensen op de vlucht doen slaan.

De heer Azmani (VVD):

Met alle respect voor mevrouw Gesthuizen, maar ik had verwacht dat zij de notitie iets beter had gelezen. Hoe komt zij erbij dat de VVD de handen van het Vluchtelingenverdrag of van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens zou willen aftrekken?

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dan zou ik het echt helemaal verkeerd moeten hebben begrepen. Ik verkeer echt in de veronderstelling dat de heer Azmani in zijn nota heeft opgeschreven: Europa alleen nog maar voor de Europese vluchtelingen. Dat betekent dat je dus onderscheid gaat maken tussen mensen, wat niet kan als je naar de internationale verdragen kijkt. Daar ging mijn betoog over. Ik zie dus niet in hoe je de nota van de heer Azmani zou kunnen uitvoeren zonder verschillende verdragen op te zeggen.

De heer Azmani (VVD):

Mevrouw Gesthuizen loopt al wat langer mee op dit dossier. Ik ken haar als iemand die de materie inhoudelijk en juridisch goed kent. Mevrouw Gesthuizen weet ook dat het Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens vooral gericht zijn op het voorkomen van refoulement, de terugkeer naar landen waar mensen een reëel risico lopen op een onmenselijke behandeling of waar zij moeten vrezen voor vervolging. Dat is het beschermingsrecht dat voortvloeit uit die verdragen. Waarom dan de VVD in de schoenen schuiven dat zij het Vluchtelingenverdrag zou willen opzeggen, of dat de VVD daarvoor geen verantwoordelijkheid zou willen nemen?

Mevrouw Gesthuizen (SP):

In de eerste plaats omdat ik blijkbaar behoor tot een grote groep van mensen in dit land die dit zo hebben opgevat: de VVD wil van het Vluchtelingenverdrag af. Het punt dat overeind blijft staan is dit. Ik heb zelf bewust het Vluchtelingenverdrag niet genoemd, omdat ik het nooit zo dapper vind om te zeggen: het kan lekker toch niet, dus wat u vindt, doet er niet toe. U hebt recht op die mening, zeg ik tegen u, voorzitter, tegen de heer Azmani en de VVD-fractie, maar u maakt daarmee wel onderscheid tussen mensen die van Europese afkomst zijn en mensen die dat niet zijn. Mijn fractie kan dat gewoon niet billijken.

Ten derde rept het rapport met geen woord over de verantwoordelijkheid van alle landen, waar ook ter wereld, voor het voorkomen van vluchtelingenstromen. Het buitenlandbeleid dat door Nederland in de afgelopen decennia is gevoerd is vaak ondoordacht geweest. Ik noem de gevolgen van foute militaire interventies, wapenexport en oneerlijke handelsvoorwaarden. Hoe vaak ook ging niet de handelsgeest voor het besef van ethiek. Daar zit echter een belangrijk deel van de echte oplossing. Wie een einde wil maken aan migratiestromen — mevrouw Kuiken zei het al — moet zich integer opstellen waar het gaat om bijvoorbeeld militair buitenlandbeleid, om internationale handel en om eerlijk delen wereldwijd. Het is opvallend dat de partijen PVV en VVD, die altijd het eerst roepen dat de grenzen misschien maar dicht moeten, ook de partijen zijn die het minst voelen voor eerlijke handelsafspraken. Zij halen al helemaal hun neus op voor meer geld voor ontwikkelingshulp. Hun ware aard is — ik kan het echt niet anders dan zo zeggen — gewoon puur en zuiver egoïsme. Niks eerlijk delen. Alles is voor degenen die rijk zijn en wie arm is kan stikken.

Ten vierde en tot slot krijgt wie het rapport leest, bijna de indruk dat het de VVD te doen is om die arme migrant. Die zou beter af zijn zonder gevaarlijke oversteek, zonder mensensmokkelaars, dicht bij huis in een land dat wat minder ontwikkeld is, wat meer op het niveau van de migrant.

In Libanon, dat ik zelf in januari nog bezocht, is zeker één op de vier mensen Syriër. In Turkije zitten vele honderdduizenden mensen in kampen en daar komen er iedere dag nog velen bij. In Kenia zitten in vluchtelingenkamp Dadaab, dat al 23 jaar bestaat, 470.000 mensen bijeen. Dat is de derde stad van Kenia. Dát is pas een vluchtelingenstroom waar je u tegen zegt! Dát brengt pas risico's met zich mee, qua veiligheid, op economisch vlak, maar ook voor een mogelijk overslaan van het conflict!

Ik wil maar zeggen, voorzitter: 80% van de vluchtelingen wereldwijd wordt in de eigen regio opgevangen. 90% van de vluchtelingen wereldwijd wordt opgevangen door derdewereldlanden, door landen waar al heel veel armoede is. En die landen worden nu gesommeerd door de heer Azmani in dit beschamende stuk om al die vluchtelingen binnen hun grenzen maar gewoon een verblijfsvergunning te geven. Ik zei het al, voor de VVD en de PVV geldt één ding: als het maar niet ons probleem is.

Het cynisme viert dan ook hoogtij. Terug naar de tijd van voor de Tweede Wereldoorlog, met de VVD en de PVV die de angst van gewone mensen aanwakkeren. Angst die ik mij zelf heel goed kan voorstellen, van mensen die zich zorgen maken over hun eigen veiligheid en die van hun kinderen. Dat zie ik als het grote gevaar van deze tijd.

Ik heb de staatssecretaris nog niet gefeliciteerd met zijn nieuwe functie. Dat doe ik bij dezen van harte. Omdat ik het toch wel zo aardig vind om hem een vraag te stellen, ga ik niet de vraag stellen naar de visie van de Partij van de Arbeid-fractie, want die kan hij mij niet geven. Ik vraag hem wel of hij zin heeft in zijn nieuwe taak.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Dit debat gaat over het asielplan van de VVD en dus over een losse flodder. Het gaat over een gemiste kans en over minachting van de kiezer. Die is door de VVD namelijk wederom blij gemaakt met een dode mus. De VVD blinkt uit in valse beloftes en je zou denken dat het een keer tijd is om daarmee op te houden. De €1.000 die elke werkende Nederlander terug zou krijgen, de hypotheekrenteaftrek die zou staan als een huis, de stelling dat er geen cent meer naar de Grieken gaat: leugens, die allemaal nog vers in het geheugen liggen. De partij gaat echter door met deze volksverlakkerij en voegt daar nu het verhaal van de dichte grenzen voor asielzoekers aan toe.

De PVV had afgelopen zondag nog de hoop dat het echt de goede kant op zou gaan met de VVD. Als je zegt dat we in een soort alarmfase zitten, waarbij massa's asielzoekers deze kant op komen, waaronder terroristen die hier de zaak kunnen komen opblazen, dan mag je redelijkerwijs verwachten dat het de VVD deze keer menens is. Dan verwacht je dat de partij snel harde maatregelen wil, om de ontwrichting van de samenleving snel te stoppen. Maar wat gebeurt er? Een dag later wordt de keutel alweer ingetrokken. Een dag later wordt gezegd dat het asielplan niet wordt uitgevoerd. De PvdA wil het niet. De VVD buigt weer voor de PvdA en dus gebeurt er helemaal niets.

Wat een wanstaltige vertoning en wat een lafheid ook. De burger is een beeld voorgehouden dat de VVD de asielcrisis wil oplossen. Mijn fractie wilde daar graag aan meewerken en heeft het plan van de VVD dus ook omarmd. Ondanks het feit dat elementen van dat plan niet in lijn zijn met de PVV-oplossingen, was dit voor ons een heel mooie "second best"-aanpak. We stonden te popelen om zaken te doen met de VVD, om het doel te bereiken, de asielinstroom te stoppen. Maar in plaats daarvan blijft de VVD dus het opengrenzenbeleid van de PvdA uitvoeren. Zo is het op het gebied van vreemdelingenzaken overigens altijd al gegaan, denk aan de uitvoering van een nieuw generaal pardon, denk aan het van tafel vegen van de strafbaarstelling van illegaliteit en ga zo maar door. Op alle aspecten van het vreemdelingenbeleid is de PvdA heer en meester. Het asielplan van de VVD is waarschijnlijk bedoeld om dat allemaal te verhullen. Het moet verhullen dat onder verantwoordelijkheid van de VVD juist als nooit tevoren immigratierecords worden gebroken.

De PVV heeft geen vragen aan de staatssecretaris, want ook hij heeft afgelopen dinsdag al aangegeven dat het asielplan van de VVD niet wordt uitgevoerd. Eerder heeft de fractievoorzitter van de VVD dat ook al gezegd en later volgde als derde nog de premier met dezelfde mededeling. Duidelijker kun je niet maken dat de burger met het VVD-asielplan is beduveld.

Kortom, dit debat gaat slechts over een losse flodder van de VVD, die wat de PVV betreft snel is uitgeknald. Daar kan ik het bij laten, voorzitter.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Voorzitter. Na dit werkelijk krankzinnige verhaal van de PVV, waarin wordt beweerd dat er met losse flodders wordt geschoten, wil ik toch beginnen met de opmerking dat die losse flodders door de heer Fritsma en zijn fractievoorzitter al tien jaar worden afgeschoten.

Ik begin met een boodschap. Vluchteling word je niet voor je plezier. Dat doe je alleen als het niet anders kan, als je in je eigen land vreest voor je leven. Door te vertrekken geeft een vluchteling alles op. Dat vereist moed en dat zorgt voor verdriet. Laten wij dus met respect over deze mensen spreken. Wij spreken niet over abstracties, maar over mensen.

Bij het lezen van het migratieplan werden wij emotioneel geraakt, maar alleen in het begin. Er werd vol gevoel geschreven over het menselijk leed rondom de vluchtelingenstromen. Het verhaal van Samia, wat een tragedie. In 2014 verdronken meer dan 3.000 vluchtelingen in de Middellandse Zee. Het probleem is enorm, dat zijn wij met de VVD eens. Maar toen wij de oplossing lazen, kregen wij het ijskoud. Ineens ging het niet meer over menselijk leed, maar over efficiency, puntensystemen en het tegenhouden van gelukszoekers. Er moest een hek om de buitengrenzen van Europa; Fort Europa waar mensen van buiten de Europese grenzen niet welkom zijn. Schokkend, wereldvreemd en onrechtvaardig.

Het liberalisme van de VVD is selectief liberalisme, waarin de vrijheid van de happy few moet worden beschermd tegen mensen die ook hun kans op vrijheid en welvaart willen. Maar muren en vrijheid gaan niet samen. Dat hebben wij gezien bij de Sovjet-Unie, dat hebben wij gezien in Duitsland bij de Berlijnse muur, dat hebben wij gezien in China en dat zien wij nu dagelijks in Israël. Wij hebben hier te maken met een dubbele moraal. Wel vrije handel met arme landen zodat wij gebruik kunnen maken van hun grondstoffen en hun lage lonen, maar de grenzen dicht voor mensen die voor hun leven vrezen. Wel de business en het geld, maar niet de problemen. Wij leven in een fundamenteel onrechtvaardige wereld, waarin de verhoudingen compleet uit de bocht gevlogen zijn.

Wij vinden dat Nederland niet minder, maar juist meer voor vluchtelingen moet doen. Mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld, moeten kunnen rekenen op steun van andere landen, ook van Europese landen. Wij zetten ons in voor humaan asielbeleid, voor fatsoenlijke opvang en voor eerlijke spreiding in Nederland. Gemeenten die daar niet aan bij willen dragen, moeten daar publiekelijk op worden aangesproken. De vluchtelingen mogen wij niet in psychologisch belastende en kostenslurpende kulprocedures laten zitten.

Ook buiten Nederland moeten wij veel meer doen. Uit het UNHCR-rapport over 2013 blijkt dat 90% van alle vluchtelingen wordt opgevangen in ontwikkelingslanden. Terwijl wij hier klagen over een relatief kleine groep vluchtelingen gaan grote stromen vluchtelingen naar de armste landen in de wereld. Nederland moet het goede voorbeeld geven, niet minder doen, maar veel en veel meer. Ik heb de staatssecretaris al gefeliciteerd. Nu hij geen onderdeel meer is van de VVD-fractie, wil ik een oproep aan zijn adres doen. Durf anders te denken, durf rechtvaardig te zijn.

De heer Azmani (VVD):

Ik heb het betoog van de heer Kuzu gehoord. Is hij het met mij eens dat het eigenlijk niet fair is dat wij vele miljarden investeren in de opvang van zo'n klein deel van het aantal vluchtelingen wereldwijd en dat dit een veelvoud is vergeleken met het budget van de UNHCR? Zou het niet veel fairder zijn als we met de euro die we in Nederland aan opvang besteden veel effectiever voor een grotere groep vluchtelingen humaner adequate opvang zouden bieden, perspectief en een duurzaam bestaan?

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Wat fair zou zijn, is als de grootste fractie in het Nederlandse parlement zich zou houden aan het internationale recht, waarbij ook wordt aangemerkt dat we op een humane wijze omgaan met vluchtelingenstromen en met asielzoekers in de Europese Unie. Wat al helemaal fair zou zijn, is als de VVD zou zeggen: we sluiten de grenzen niet, maar we investeren juist in die regionale opvang. Ik heb dat in het VVD-plan, het "werkstukje" zoals de heer Schouw het noemde, helaas niet kunnen lezen.

De heer Azmani (VVD):

Dan verzoek ik de heer Kuzu om die notitie nog een keer goed te lezen. De investeringen liggen juist op het creëren van veilige havens en veilige derde landen, zodat we elke vluchteling en elke ontheemde kunnen bereiken in plaats van dat we in het totaal Europees vele miljarden besteden aan zo'n klein deel van de vluchtelingen.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Het is natuurlijk frappant dat de woordvoerder van de grootste fractie in dit parlement aangeeft de grenzen van de Europese Unie te willen sluiten en alleen maar Europese vluchtelingen te willen aannemen in Europa. Het zou de VVD echt sieren als zij zou houden aan het internationale recht en geen onderscheid zou maken tussen de kwetsbare vluchteling hier en die elders, waar dan ook in de wereld. Durf rechtvaardig te zijn.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Het plan van de VVD bevat goede elementen. Laat ik eens positief beginnen. Zowel in opvang in de regio, het uitbouwen van het uitnodigingsbeleid en hervestigingsbeleid als in het breed afstemmen van het asielbeleid binnen Europa kan de ChristenUnie zich goed vinden. Het is mooi dat de VVD hiervoor pleit. Ik zeg er tegelijkertijd bij dat het natuurlijk geen nieuwe plannen zijn van de VVD. Daar pleit zij eigenlijk al een hele tijd voor. Sterker nog, ik denk dat de grote meerderheid van deze Kamer voor die zaken pleit: harmonisatie van asielbeleid in Europa, opvang in de regio, et cetera, et cetera.

De werkelijke vraag is natuurlijk of de VVD ook bereid is om boter bij de vis te doen, als het gaat om het uittrekken van geld voor de opvang van vluchtelingen in de regio. Is zij bereid hiervoor volgend jaar bijvoorbeeld weer extra geld uit te trekken, iets waar de ChristenUnie zich de afgelopen jaren hard voor heeft gemaakt met de 570 miljoen tezamen met de twee partijen in het kabinet? Uitbreiding van het uitnodigingsbeleid, via de motie van de PvdA en de ChristenUnie, daar was de VVD tot nu toe ook mordicus tegen. Het ging maar om 250 van de meest kwetsbare vluchtelingen extra. De vraag is nu of de VVD met dit voorstel alsnog bereid is om die motie uit te voeren. Dat vraag ik eigenlijk ook aan deze nieuwe staatssecretaris — ook ik feliciteer hem met zijn benoeming — want ook mij was opgevallen dat hij zei dat een motie die is aangenomen door de Kamer uitgevoerd zou moeten worden. Daar had hij natuurlijk helemaal gelijk in, in principe. Dat is een kanttekening die de heer Schouw maakte. In principe heeft hij daar helemaal gelijk in. Ik vraag hem dus ook of hij alsnog bereid is om bijvoorbeeld de motie over het quotum van illegalen, die wij eerder met de PvdA hebben ingediend en die het gehaald heeft, en de motie over extra opvang van 250 uitgenodigde asielzoekers volgens zijn eigen lijn uit te voeren. Ik ben zeer benieuwd naar zijn reactie.

Het sluiten van de grenzen van Europa was natuurlijk wel nieuw. Dat kenden we wel in de commissie, van de PVV. Die opperde dat keer op keer en de VVD reageerde standaard met de opmerking dat dit absoluut onrealistisch was, dat het niet kon en dat verdragen moesten worden opgezegd. Het was vloeken in de kerk van de VVD. Wat zien we nu? Het voorstel komt uit de VVD-koker. Een draai van 180 graden. En waarom?

Ik vraag het kabinet of het kan aangeven welke verdragen er allemaal gewijzigd zouden moeten worden, wil het plan van de VVD uitgevoerd kunnen worden. En hoelang zou het gaan duren om die verdragen allemaal te wijzigen?

Nu we het toch hebben over het vernieuwd asielbeleid, wil ook de ChristenUnie wel een aantal van haar ideeën kwijt. Ik noem ze snel. In de eerste plaats: neem mensenhandelaren hun handel af, reduceer de noodzaak om met gammele bootjes de oversteek te maken en breid het uitnodigingsbeleid gewoon uit. In de tweede plaats: maak in Afrika voor asielvergunningen een selectie aan de poort, door de asielaanvraag te laten behandelen door de Nederlandse ambassades, door EU-delegaties of, nog beter, met behulp van de vluchtelingenorganisatie van de VN. In de derde plaats: kom tot harmonisatie van asielbeleid door in Europa met één risicoanalyse te gaan werken per land van herkomst. Ik geef toe dat ook dit geen nieuw idee is, maar we zitten er wel helemaal bovenop. In de vierde plaats: kom met een robuuste en humane grensbewaking, en bouw de Frontex-missie Triton weer om tot Mare Nostrum, wat we eerder hadden. Mare Nostrum had wél het doel, mensenlevens te redden. In de vijfde plaats: investeer structureel in de opvang van vluchtelingen in de regio door humane opvang en uitzicht op werk te bieden, in plaats van wat nu gebeurt. Nog steeds vriezen er namelijk vluchtelingen dood in Libanon.

Ik kom op de grotere oorzaken van de migratiestromen. De VVD en het kabinet zouden de ogen niet moeten sluiten voor de armoede en de ongelijkheid in de wereld. Dat doet men nu wel door die megabezuiniging op ontwikkelingssamenwerking. Help mensen juist door hun een perspectief te geven op een betere toekomst. Investeer in die landen via hulp en via handel. Breng het budget voor ontwikkelingssamenwerking weer terug op 0,7%, zoals op voorstel van de ChristenUnie werd gevraagd in een motie die vorige jaar in de Kamer is aangenomen. Graag hoor ik de reactie van het kabinet ook op deze voorstellen van de ChristenUnie. De Kamer is uitgenodigd om weer eens te debatteren over dit voorstel van de ChristenUnie, misschien volgende week.

De heer Schouw (D66):

De heer Voordewind is zo goed bezig dat ik me eigenlijk het volgende afvraag. Stel dat het kabinet valt, er nieuwe verkiezingen komen, de ChristenUnie natuurlijk als kool groeit en komt te spreken met de heer Azmani over het toekomstig asielbeleid. Is het dan op de een of andere manier voor de ChristenUnie acceptabel om iets te doen aan dat punt dat we in principe alleen Europese vluchtelingen asiel bieden in Europa? Of is het wat dat punt betreft voor de ChristenUnie: nu niet, nooit niet?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik dacht dat ik in mijn betoog had gezegd dat er groeielementen zitten in de VVD-voorstellen, maar dat van die voorstellen het sluiten van de grenzen van Europa het slechtste of het ergste voorstel is. Ik dacht dat ik gezegd had dat we absoluut daar niet heen moeten. Ik heb wel voorgesteld om te bekijken hoe we die stroom vluchtelingen zouden kunnen tegengaan en met name hoe we zouden kunnen voorkomen dat er sprake is van drenkelingen op de Middellandse Zee. De eerste zes pagina's van het VVD-plan gaan daar ook zo'n beetje over. Op dat vlak ziet mijn fractie de mogelijkheid om juist het uitnodigingsbeleid veel meer uit te breiden, zodat de mensen die het meest kwetsbaar zijn, geholpen kunnen worden aan een veilig thuis.

De heer Schouw (D66):

Dat was mij natuurlijk duidelijk. Ik probeer als resultaat van deze avond ook op te halen dat grote en belangrijke politieke partijen in dit huis over met name dát voorstel van de VVD durven zeggen: nu niet en nooit niet. Dan creëren we volgens mij namelijk met elkaar gewoon politieke duidelijkheid.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik ben een beetje verbaasd over het feit dat de woordvoerder van D66 deze vraag aan mij stelt. De heer Schouw kent mij en kent mijn inzet op dit gebied. We hebben daarover vele debatten gevoerd. Als hij echter een bevestigend antwoord van mij zoekt, zeg ik ronduit: ja.

De voorzitter:

Gaat u verder met uw betoog.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik heb nog een aantal vragen. De staatssecretaris zit hier tenslotte niet voor niets. Ook het kabinet hecht aan opvang in de regio. Is het dan ook bereid om hierin in de komende jaren meer te investeren? Is de conclusie juist dat het kabinet het plan van de VVD om de buitengrenzen te sluiten resoluut afwijst, zoals in de brief van het kabinet wordt gesuggereerd? Ik hoor graag een duidelijk antwoord op die vraag. Erkent het kabinet dat de Triton-missie ten opzichte van de oude missie Mare Nostrum een afzwakking en inperking is van het mandaat? Gaat het kabinet zich tijdens het Europese voorzitterschap ook weer hard maken om die missie terug te halen? Verder schrijft het kabinet in de brief vooral andere lidstaten erop aan te spreken, deel te nemen aan het herhuisvestingsprogramma. Ik neem toch aan dat dit kabinet ook de hand in eigen boezem moet steken en tot uitbreiding zou moeten komen.

Kortom, de ChristenUnie is voor een rechtvaardig, alsook humaan asielbeleid. Ik hoop dat de VVD zich niet ingraaft in onrealistische PVV-standpunten, maar daadwerkelijk bereid is om te komen met constructieve plannen over asielbeleid.

De heer Azmani (VVD):

Laat ik eerst zeggen dat ik in ieder geval blij ben met de constructieve houding van de heer Voordewind namens de ChristenUnie. Er zitten heel veel parallellen tussen het VVD-plan en de voorstellen van de heer Voordewind. Hij daagt ons eigenlijk uit om volgende week in het debat ook over zijn plan te spreken. Ik ga het alvast proberen. Als ik het goed heb begrepen, wil de heer Voordewind meer selectie buiten Europa laten plaatsvinden. Maar als je dat doet en de mogelijkheid openhoudt om in Europa asiel aan te vragen, hoe voorkom je dan problemen zoals geschetst: de menselijke drama's op de Middellandse Zee, de mensensmokkelindustrie et cetera?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Die voorkom je natuurlijk nooit helemaal, tenzij we daadwerkelijk met elkaar in Europa, samen met Amerika en met andere rijke landen, de armoede in Afrika te lijf gaan. Maar we weten ook wel dat dat niet van vandaag op morgen zal gebeuren. Daar kunnen u en ik ons steentje aan bijdragen door middel van eerlijke handelsverdragen, schuldkwijtschelding en ontwikkelingssamenwerking. Op dat laatste bezuinigt u overigens 3 miljard. Het hervestigingsbeleid waar u het over hebt in uw nota, biedt haakjes. Als we dat kunnen uitbreiden voor de meest kwetsbaren, duwen we deze mensen niet in handen van mensenhandelaren en voorkomen we dat ze ook in die bootjes moeten stappen. In plaats daarvan worden ze uitgenodigd om met een vliegtuig naar Europa te komen. Dan moeten we hier de lasten eerlijk verdelen.

De heer Azmani (VVD):

Ik zie nog niet hoe we de problemen rondom mensensmokkel en het verdrinken van mensen in de Middellandse Zee met dit plan kunnen voorkomen. Er worden wel stappen gezet door de heer Voordewind. Is hij het met mij eens dat het de inzet moet zijn, ook van de EU-buitenlandpolitiek, om stabiele landen in Afrika te stimuleren om een veilig heenkomen te zijn voor vluchtelingen, derde landen waar vluchtelingen humaan worden opgevangen en waar ook perspectief is in de vorm van een verblijfsrecht voor hen die langdurig bescherming nodig hebben? Is dat de ontwikkeling die de ChristenUnie wil?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Zeker. Opvang in de regio gebeurt al voor 80% of 90%, zoals andere collega's al zeiden. Als de heer Azmani samen met mij wil nadenken over de vraag hoe we de opvang in de regio verder kunnen uitbouwen, ook financieel, ook volgend weer — afgelopen jaar hebben we dat ook gedaan met 570 miljoen — dan doe ik dat heel graag. Ik zeg er tegelijkertijd bij dat dit niet de enige oplossing zal zijn om die boottocht te voorkomen. Daarvoor zullen we nog meer moeten investeren in Afrika om de ongelijkheid te lijf te gaan.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Vanavond voeren we een bijzonder debat met elkaar. Eigenlijk vind ik dat de heer Azmani in vak-K zou moeten zitten en dat we een debat over een soort initiatiefnota moeten voeren, zoals we dat ook wel eens doen in een algemeen overleg. Nu zit de staatssecretaris hier in feite om vragen over plannen van de VVD te beantwoorden, terwijl we het debat over het kabinetsbeleid op een later moment voeren.

Niettemin zullen we dit debat binnen het huidige format met plezier voeren. Zelf mag ik sinds 1998 woordvoerder asielbeleid zijn. Daarbij ben ik vele plannen tegengekomen. Het zal u misschien verrassen, maar dit VVD-plan doet mij denken aan een ChristenUnie-plan. Het komt eigenlijk het dichtst bij een plan dat ooit uit de koker van een voorganger van de ChristenUnie is gekomen. Ik doel op een plan van de heer Leerling namens de RPF-fractie. In de jaren negentig al heeft hij bij de Algemene Beschouwingen van 1992 — ik heb het er nog even bij gezocht — aangegeven dat we de asielzoekersproblematiek kunnen vereenvoudigen als mensen die hun land om welke reden dan ook ontvluchten en elders hun heil zoeken, voor een eerste opvang zich moeten melden bij een VN-kamp in de regio. Aanpassing van het Vluchtelingenverdrag is daarvoor nodig. Dat was de klassieke lijn die ook door de ChristenUnie naar voren werd gebracht.

Er is ook nog wat migratie in standpunten tot stand gekomen in de loop van de tijd. Niettemin sprak het uitgangspunt ook de SGP-fractie in het verleden aan dat je je wel bekommert om mensen in nood die op zoek zijn naar een beter heenkomen — laat ik dat vooropstellen — maar dat je je niet vastlegt op één bepaalde manier van "zo moet het, dat is heilig en het is een taboe om het anders te willen". Zo staat de SGP-fractie er nog steeds in.

We zagen dat het plan van Leerling toen uitvoerig is bediscussieerd en gaandeweg met wat meer sympathie is bejegend. Staatssecretaris Kosto ging er indertijd positief op in en staatssecretaris Albayrak kwam met een brief over de toekomst van het asielbeleid waarin opvang in de regio veel meer centraal zou staan. Het ging echter slechts mondjesmaat. Er werd moeizaam vooruitgang geboekt, mede omdat de praktijk was, ook in overleg met andere landen, dat men zei: opvang in de regio moeten we verder versterken, maar het moet niet in mindering gebracht worden op de verplichtingen die we internationaalrechtelijk en verdragsrechtelijk hebben om voor mensen die hier aankloppen een fatsoenlijke procedure te volgen om na te gaan of zij vluchtelingen zijn in de zin van het Vluchtelingenverdrag. Toen bleek dat het niet haalbaar was om meer exclusieve toetsing in de eigen regio te krijgen. Eveneens bleek dat het niet haalbaar was om ons erop te richten om de opvang in de regio te verbeteren en van daaruit proberen te voorkomen dat mensen heel ver zouden moeten gaan omdat er niet voldoende opvang in de eigen regio te vinden zou zijn.

Is daar iets aan veranderd in de loop van de tijd? Denkt de staatssecretaris dat het meer bespreekbaar zou zijn om meer toetsing in de eigen regio te krijgen? Ik heb nog niet gemerkt dat die internationale beweging er is. Ik herinner mij nog een debat in 2001, waarin toenmalig woordvoerder Kamp naar voren bracht dat er een nieuw Vluchtelingenverdrag moest komen met toetsing in de eigen regio. De VVD-fractie en fracties van andere partijen gingen er toen van uit — kennelijk was dat in het verleden het uitgangspunt — dat dit een aanpassing van het Vluchtelingenverdrag vergde en dat het niet in het kader van het bestaande verdrag zou kunnen. Wat is het standpunt van het kabinet op dat vlak?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik dank de heer Van der Staaij ervoor dat hij heeft aangegeven hoe consistent onze lijn is geweest vanaf 1992, zo begreep ik. Opvang in de regio is inderdaad nog steeds onze lijn. Ik begrijp wel van de heer Van der Staaij dat ook zijn partij voor een humaan asielbeleid is, ook in Europa. Ik vraag hem dan wel waarom zijn collega onlangs in een asieldebat opperde om maar ietsje betere bootjes te gaan aanschaffen zodat de mensen die eventueel Europa zouden naderen zo snel mogelijk weer teruggestuurd kunnen worden naar het land van herkomst.

De heer Van der Staaij (SGP):

Dat mensen in gammele bootjes een goed heenkomen in Europa zoeken zouden we allemaal niet moeten willen. Dat vind ik een terecht punt in de nota van de VVD-fractie. We moeten er veel meer op inzetten dat juist het grensbewakingssysteem goed is, dat mensensmokkelaars worden aangepakt en dat mensen op een fatsoenlijke manier hier kunnen aankloppen, maar niet via de route die eigenlijk levensgevaarlijk is en die we eigenlijk alleen maar gaan aanmoedigen als we op die manier juist gaan proberen om de mensen zo veel mogelijk op te pikken en in Europa een veilig heenkomen te bieden. Daarmee stimuleer je dat dit soort levensgevaarlijke toestanden zich voordoen in plaats van dat je die bestrijdt.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Daar zijn we het allemaal wel over eens. Je moet de mensen redden op het moment dat ze drenkeling worden. Het voorstel van de SGP in die commissie was dat je de mensen die je redt, linea recta weer moet terugsturen, terwijl deze woordvoerder van de SGP zegt dat we mensen de kans moeten geven om in Europa opgevangen te worden. Ik vraag mij af welke lijn de juiste lijn van de SGP is.

De heer Van der Staaij (SGP):

Dat is exact dezelfde lijn. We zullen altijd de mogelijkheid moeten hebben —de SGP heeft dat trouwens ook steeds voorgestaan in haar plannen — dat Europa een verantwoordelijkheid neemt om in het geval dat mensen in grote aantallen in de eigen regio verblijven, mensen ook hier tijdelijke bescherming te bieden in plaats van te zeggen dat die landen het zelf maar moeten oplossen.

Een ander punt, waarover ik ook de mening van de staatssecretaris wil vragen, is dat ik heb gehoord dat de Italiaanse overheid plannen heeft om de kustwacht van Tunesië en Egypte in te zetten, ondersteund door Europese middelen en expertise, om mensen die daar in bootjes ronddobberen, terug te brengen naar de kust, om op die manier te voorkomen dat dit soort praktijken zich doorzetten. Dat lijkt op wat collega Voordewind net aanhaalde. Ik hoor graag een reactie van de staatssecretaris op dat plan.

Het draagvlak voor ons asielsysteem wordt maximaal bevorderd wanneer vergunningen voor bepaalde tijd ook echt tijdelijk zijn. Het uitgangspunt in de wet is dat een vergunning wordt ingetrokken of niet wordt verleend wanneer de grond voor verlening is vervallen. In hoeverre wordt dat uitgangspunt in de praktijk ook actief uitgevoerd? Dat heeft ermee te maken dat als je tijdelijke bescherming ook echt tijdelijke bescherming laat zijn, dat naar onze overtuiging ook een beter draagvlak geeft en meer mogelijkheden biedt voor ruimhartige tijdelijke opvang van vluchtelingen.

Ik sluit mij aan bij de opmerkingen van collega Voordewind over opvang in de regio. Daarover is al heel veel gezegd. In het verleden zijn er plannen gesmeed om tot verbetering te komen, niet alleen in aantallen, maar ook in omstandigheden. Ik kan mij heel goed voorstellen dat mensen vaak niet in die opvangkampen terecht willen komen, omdat de situatie daar behoorlijk belabberd is. In zo'n vluchtelingenkamp zou je echt niet graag willen zitten. Hoe kan de internationale inspanning worden versterkt om veel humanere en betere opvang in de regio te waarborgen, zodat mensen niet op zoek gaan naar een beter heenkomen en dan ongelofelijke einden moeten reizen, maar ook dichter bij huis opgevangen kunnen worden?

Tot slot vraag ik welke mogelijkheden de staatssecretaris ziet voor een stevigere aanpak van mensensmokkelaars, in aanvulling op het beleid dat tot nu toe is gevoerd.

De heer Schouw (D66):

Ik heb de heer Van der Staaij nog niet gehoord over het springende punt waarom wij hier vanavond bijeen zijn. Dat springende punt is het voorstel van de VVD-fractie om in principe alleen Europese vluchtelingen asiel te bieden in Europa. Is dat een interessant idee voor de SGP-fractie of zegt ook de SGP-fractie dat dit wel een beetje te ver gaat?

De heer Van der Staaij (SGP):

Op zichzelf vind ik het een goede gedachte om te kijken of je meer in de eigen regio kunt toetsen. Dan wordt de hoofdlijn niet meer dat grote aantallen eerst in Europa komen en hier pas overgaan tot indiening van een asielaanvraag. Als je zegt: zo veel mogelijk in de regio, is de vraag wel of je daarmee een grens om Europa kunt zetten. Als er problemen zijn aan de noordrand van Afrika kun je je afvragen of dat mede onze regio uitmaakt, waarvoor wij medeverantwoordelijkheid hebben. Dat is een reden. Een tweede reden is dat er ook mensen kunnen zijn die in de eigen regio niet terecht kunnen voor toetsing of voor opvang. Ik denk dat je altijd nog wel een mogelijkheid moet openhouden voor het indienen van asielaanvragen in de landen van Europa zelf en nooit alleen kunt volstaan met toetsing en opvang ver weg.

De heer Schouw (D66):

We moeten elkaar ook niet voor de gek houden. Eerst opvang in de eigen regio is geen nieuw inzicht in de notitie van de VVD-fractie. De heer Van der Staaij is ook woordvoerder voor asiel, dus hij weet als geen ander dat we daar al jaren op duwen. Ik vind het wel belangrijk om klare wijn te hebben van de SGP over dat principiële punt. Ik versta de reactie zo dat de SGP het niet logisch vindt — om het woord "onaanvaardbaar" te vermijden — om de grenzen voor vluchtelingen van buiten Europa te sluiten.

De heer Van der Staaij (SGP):

Dat laatste vind ik weer een andere formulering. Als je zegt: de grenzen sluiten voor de vluchtelingen van buiten Europa, vind ik dat sowieso een veel te vergaande stellingname. Ik vind dat we hoe dan ook een verantwoordelijkheid hebben in Europa voor mensen die in grote aantallen in het buitenland in problemen kunnen komen. Dan kun je zeggen dat je een verantwoordelijkheid hebt om een bijdrage te leveren. Dit hoeft niet per se te betekenen dat het systeem zo is dat iedereen naar Europa moet kunnen komen om hier een aanvraag in te dienen. Dat kan immers ook daar. Ik zou van die systeemkwesties dus niet zo gauw een moreel principe maken. Mijn morele principe is meer dat er altijd opvang moet zijn voor vluchtelingen in nood. En ja, daar hebben ook wij een bijdrage aan te leveren.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik wilde even ingaan op die toetsing buiten Europa. Ik heb zelf voorgesteld dat het weer mogelijk moet worden dat een asielaanvraag niet per se plaatsvindt in een EU-land, maar ook in het eigen land of in crisisgebieden. Begrijp ik het goed dat de SGP dat voorstel steunt?

De heer Van der Staaij (SGP):

Zeker. Wij vinden het een goede gedachte dat al in iemands eigen regio, dus zo snel mogelijk, kan worden getoetst of hij vluchteling is in de zin van het Vluchtelingenverdrag. Dat bevordert trouwens ook de waarheidsvinding; dan hoeft er namelijk niet te worden uitgezocht of iemand na een heel ingewikkelde reis met allerlei toestanden in een ver verleden in Verweggistan, wel of niet vluchteling is in de zin van het Vluchtelingenverdrag. Ik ben het daar dus mee eens; dat is een goed uitgangspunt. Dit moet in eerste instantie zijn gekoppeld aan opvang in de eigen regio, in een fatsoenlijke en kwalitatief hoogstaande opvang door de UNHCR. In bijzondere gevallen en omstandigheden kan de opvang in Europa plaatsvinden.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat is helder. De heer Van der Staaij geeft aan dat hij een fatsoenlijke opvang belangrijk vindt. We zien de beelden van de opvangkampen in Jordanië en Libanon. Is dat volgens de heer Van der Staaij een fatsoenlijke opvang?

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik ben zelf in heel wat vluchtelingenkampen geweest en ben vaak geschrokken van de opvangkwaliteit aldaar. Dat motiveert mij zeer. Voorstellen om de omstandigheden aldaar te verbeteren, heb ik daarom steeds gesteund. Het heeft een zekere onrechtvaardigheid in zich dat mensen die niet verder kunnen komen omdat ze het geld niet hebben om naar Europa te gaan, in de omstandigheden van daar moeten blijven, terwijl wij hier een heel duur systeem hebben voor de grotere, net wat meer gegoede groepen, die het zich wel kunnen veroorloven om de reis hiernaartoe te maken. Destijds zei Leerling het al en nu komt dat eigenlijk ook naar voren in het VVD-plan.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik sluit aan op de vraag van collega Voortman. We weten dat de SGP straks bij de eventuele verdere begrotingsonderhandelingen meer geld wil voor Defensie. In het afgelopen jaar zijn we gezamenlijk opgetrokken voor de investering van die 570 miljoen in de regio's van de opvang van vluchtelingen. Is de SGP-fractie voornemens om in de begroting voor volgend jaar weer een extra investering op te nemen ten behoeve van de financiering van die opvang in de regio?

De heer Van der Staaij (SGP):

Ja. Wij hebben dat altijd gesteund en zullen het absoluut blijven steunen, vanuit het uitgangspunt om meer in te zetten op de opvang in de regio en daarvoor meer gelden ter beschikking te stellen. Maar dat moet natuurlijk wel gebeuren in combinatie met andere landen, die ook op hun verantwoordelijkheid moeten worden aangesproken. Het is niet de bedoeling dat Nederland daar weer extreem onevenredig aan bijdraagt.

De heer Azmani (VVD):

Ik ben blij met de constructieve houding van de SGP en ik wil de heer Van der Staaij het volgende vragen. Als we veiligheidshavens willen introduceren en willen voldoen aan het Vluchtelingenverdrag en aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, komt dat neer op het creëren van veilige derde landen. Als ik de heer Van der Staaij goed begrijp, vindt hij dat in individuele gevallen asiel kan worden geboden. Is de heer Van der Staaij het met mij eens dat dat ook via het instrument van hervestiging zou kunnen?

De heer Van der Staaij (SGP):

Ja, dat zou inderdaad ook via hervestiging kunnen. Die route is daartoe geëigend, nadat er is getoetst en is vastgesteld dat het om vluchtelingen gaat; dan kunnen vluchtelingen een plek Nederland krijgen. Maar helaas is de werkelijkheid altijd net iets ingewikkelder dan in onze plannen kan worden vervat. Er kunnen dus omstandigheden zijn waarin niet in redelijkheid van mensen kan worden gevraagd dat zij in hun eigen regio vragen om toetsing en opvang, omdat ze zich daar onvoldoende veilig voelen. We hebben al de discussie gehad over bepaalde groepen christenen die in de vluchtelingenkampen in Syrië en Irak in de problemen kwamen, die zich ook daar niet veilig genoeg voelden en daar daadwerkelijk problemen ondervonden. Er zullen ook andere voorbeelden zijn te vinden.

De heer Azmani (VVD):

Ik heb het ook niet over die vluchtelingenkampen. Ik heb het over stabiele landen, bijvoorbeeld in Afrika, waar je een soortgelijk systeem kunt opzetten als in Europa. Als dat er is en vluchtelingen dus beschermd worden, kan er bij een individueel geval wel sprake zijn van hervestiging. Daarmee kun je dan toch ook het asielsysteem zoals we dat in Europa kennen, voor hen afsluiten? Die mogelijkheid van onderdak in een veilig land is er dan namelijk al. Voor een individueel geval kunnen we dan overgaan tot hervestiging in Europa.

De heer Van der Staaij (SGP):

Je moet altijd de mogelijkheid openhouden dat er bijzondere redenen zijn waarom mensen de noodzaak ervaren om een aanvraag in Europa te doen. Je kunt het loket niet helemaal dichtdoen. Dat kan namelijk aanleiding geven tot schrijnende situaties. Dit is dan nog even meer in de sfeer van de plannenmakerij. Er speelt hierbij echter ook een praktisch punt een rol. Toen deze ideeën in het verleden geuit werden, was er internationaal geen draagvlak voor. Minder ontwikkelde landen waren bang dat de last te veel op hen geschoven zou worden en dat Europa hiermee te makkelijk de handen vrij zou houden. Ik heb niet het idee dat daarin veel is veranderd. Om dit te realiseren zijn er behoorlijke aanpassingen van verdragen nodig en ik vraag me af of daar in de verste verte ook maar enig zicht op is.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. De VVD probeert wanhopig het beeld te creëren dat zij streng is op immigratie en asiel. Beeld en werkelijkheid lopen echter gigantisch uiteen. Ik geef u de feiten. In het afgelopen jaar kwamen er meer dan 30.000 asielzoekers aan in ons land, maar liefst 75% meer dan in 2013.

Het kabinet vestigde vorig jaar een immigratierecord. In 2014 kwamen er 181.000 immigranten binnen. De woonplaats van staatssecretaris Dijkhoff, Breda, heeft net zo veel inwoners. Kortom, de VVD is op het immigratie- en asieldossier totaal ongeloofwaardig. Asielzoekers moeten we niet in Nederland, maar in het buitenland opvangen. Nu raken sommige kleine dorpjes in ons land compleet ontwricht door de toestroom van honderden asielzoekers. Dat moet stoppen. Nederland is geen opvanghuis.

Mijn fractie is voor opvang in de regio. Syriërs moeten niet in Nederland, maar in Jordanië, Turkije en Georgië worden opgevangen, of in steenrijke golfstaten als Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten. Opvang in de regio is veel goedkoper. Voor iedere asielzoeker die we hier opvangen, kunnen we er in het buitenland een veelvoud opvangen. Dat is pas humaan. Wij kunnen daarvoor het noodhulpbudget gebruiken.

Linkse partijen zijn emotioneel, mijn fractie is rationeel. Mijn fractie wil dus geen asielopvang in Nederland. Daarnaast willen wij geen kansloze immigratie, maar een streng immigratiebeleid, net als in Australië. Alleen mensen die iets toevoegen aan onze samenleving, zijn wat ons betreft welkom. Pim Fortuyn zei: we moeten niet dweilen met de kraan open. De integratieproblemen zijn al groot genoeg. De oververtegenwoordiging van niet-westerse allochtonen in de bijstand en de criminaliteit leidt tot hoge kosten. De massale immigratie vanuit niet-westerse landen erodeert bovendien onze westerse kernwaarden, zoals de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen, de scheiding van Kerk en Staat en de vrijheid van meningsuiting.

Zowel VVD-premier Rutte als VVD-staatssecretaris Dijkhoff durft zijn vingers niet te branden aan het VVD-asielvoorstel. Het bleek dus de zoveelste lege huls van de VVD. Niet de VVD, maar de Partij van de Arbeid is de baas in deze coalitie. De letters "VVD" staan inmiddels voor: Vrienden Van Diederik.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

De heer Bontes gebruikte in zijn interessante betoog een paar keer het woord "we": we moeten mensen opvangen in de regio; we moeten mensen opvangen in Saudi-Arabië en allerlei andere landen. Wie bedoelt de heer Bontes precies met "we"?

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Nederland als land.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dus "we" is Nederland? Deze staatssecretaris, het kabinet? Dus zij moeten mensen gaan opvangen in Saudi-Arabië? Hoe dacht de heer Bontes dat voor elkaar te krijgen?

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Dat kan heel goed. Dat zijn rijke landen die kunnen zorgen voor vluchtelingen uit de regio. Zij moeten liever worden opgevangen in het soort landen dat ik noemde. Ik heb ook Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten genoemd. Dat zijn schatrijke landen. Laat die mensen daar opgevangen worden en niet in Nederland. Wij hebben er afgelopen jaar 30.000 gehad. Dat is meer dan genoeg.

De heer Azmani (VVD):

Voorzitter. Allereerst feliciteer ook ik de staatssecretaris met zijn benoeming. Het is het eerste debat dat we met elkaar voeren. Ik zie erg uit naar de vele debatten die we met deze staatssecretaris zullen voeren.

Moeten we blijven toekijken? Moeten we blijven toekijken hoe asielzoekers opeengepakt in gammele bootjes de overtocht proberen te maken van Afrika naar Zuid-Europa? Moeten we blijven toekijken hoe ze verdrinken in de Middellandse Zee? Ik vind van niet. Moeten we trots zijn op het Europees asielsysteem, waar criminelen en terroristische organisaties dankbaar gebruik van maken, waarin misbruik wordt gemaakt van asielzoekers, waarin ze worden mishandeld en waarin hun leven in gevaar wordt gebracht door hun een overtocht te beloven in ruil voor veel geld? Ik vind van niet. Is het rechtvaardig dat een kleine groep vluchtelingen die geld heeft, gebruik kan maken van het huidige asielsysteem, terwijl de veel grotere groep armen in de regio blijft? Ik vind van niet. Is het logisch dat we juist aan die kleine groep asielzoekers die de EU kan bereiken, een veelvoud uitgeven van het budget dat de UNHCR uitgeeft aan de grote groep kwetsbaren in de regio? Ik vind dat niet rechtvaardig. Moeten we dan maar blijven toekijken hoe elk jaar de instroom van asielzoekers toeneemt? Het afgelopen jaar was er een toename van het aantal asielaanvragen van 465.000 naar 626.000. De gevolgen zijn niet te overzien in de toekomst: verlies van draagvlak voor opvang, druk op de verzorgingsstaat en spanningen in EU-samenlevingen. Willen we dat? Ik vind van niet. Is het normaal dat we een systeem handhaven terwijl we eigenlijk niet weten wie we tot het Europees grondgebied toelaten? Is het een vluchteling, een gelukszoeker of een terrorist? Ik vind dat niet langer houdbaar. Zo kan ik nog even doorgaan, maar voor mij is de conclusie heel duidelijk: het huidige EU-asielsysteem is onhoudbaar en moet dringend worden herzien.

Ik wil niet langer machteloos toekijken. De VVD heeft het benoemen van grote maatschappelijke problemen nooit geschuwd. Het benoemen van problemen is nog tot daar aan toe. Het komt altijd aan op het oplossen van problemen, of op zijn minst op het leveren van een bijdrage daaraan, hoe controversieel of rigoureus deze oplossingen in eerste instantie ook lijken. Stilzitten is geen optie en toekijken al helemaal niet. Problemen verdwijnen niet als je je ervan afwendt en je solidariteit alleen met de mond belijdt. Ik ben ervan overtuigd dat de problemen op termijn zo groot zullen zijn, dat andere partijen wel mee zullen moeten doen. De VVD is ervan overtuigd dat opvang van ook die 1% tot 3% in de eigen regio bijdraagt aan de oplossing van de problematiek. Door het creëren van veilige havens in de regio kunnen de asielstromen naar Europa worden gestopt.

De voorzitter:

Ik heb niet gezien wie er eerder bij de interruptiemicrofoon stond, de heer Voordewind of mevrouw Voortman. Het was een beetje ex aequo. De heer Voordewind mag eerst.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het siert de VVD dat zij nadenkt over hoe het nu verder moet met het asielbeleid. Daar hebben we eerder natuurlijk veel debatten over gevoerd. Ik was er ook blij mee dat er een plan lag, maar als je alle barmhartige woorden van de inleiding van het plan had afgepeld, kwam je uit bij één oplossing van de VVD, die nieuw was voor de VVD maar niet voor de PVV, namelijk: het sluiten van de Europese buitengrenzen. Hoe denkt de VVD door het sluiten van de grenzen van Europa te kunnen bijdragen aan het versterken van de barmhartigheid of de rechtvaardigheid waar de heer Azmani zijn bijdrage mee begon?

De heer Azmani (VVD):

Om een misverstand weg te nemen: die grenzen zijn al gesloten. De buitengrenzen van Europa zijn in principe gesloten. Europa heeft geen vrije, open grenzen. Alleen het feit dat iemand een asielaanvraag kan indienen, maakt dat die persoon toegang heeft tot het Europese grondgebied. Mijn voorstel is juist om tot een andere inrichting te komen waarbij we wel voldoen aan de verplichtingen uit het Vluchtelingenverdrag, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het antifolterverdrag en er zo voor zorgen dat we de asielstromen naar Europa kunnen beëindigen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik hoor de heer Azmani zeggen: we gaan geen verdragen aanpassen; dat hoeft ook niet. Begrijp ik het dan goed dat de VVD zegt: op het moment dat ze aan de poort komen bij ons, dan zetten we ze weer in bootjes in de richting van Afrika, Algerije of Tunesië en dan wensen we ze daar weer heel veel sterkte? Is dat dan de oplossing van de VVD?

De heer Azmani (VVD):

De oplossing van de VVD is dat je veilige havens in de regio creëert en dat je veilige derde landen hebt die het Vluchtelingenverdrag en andere verdragen die zij zelf ook ondertekend hebben, zoals het Afrikaans Vluchtelingenverdrag dat zelfs nog verdergaat dan het VN-Vluchtelingenverdrag, respecteren. Als je ervoor zorgt dat die mensen de verantwoordelijkheid daarvoor nemen en daar invulling aan geven zoals wij in Europa ook hebben gedaan, als die landen die ontwikkeling ook maken, dan kun je in die zin het asielsysteem voor Europa dus ook afschaffen. Dat brengt dan met zich dat die mensen niet meer op die bootjes naar Europa gaan omdat ze de veilige haven dicht bij hun eigen land kunnen vinden en er in die zin dus niets meer te zoeken valt in Europa.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De heer Azmani begon met een inleiding waarvan elke zin begon met "Moeten we toekijken?". Een van de voorbeelden die hij noemde, ging over de verschillen die er nu zijn tussen de mensen die het zich kunnen veroorloven om via mensensmokkel hiernaartoe te komen en de mensen die dat niet kunnen. Hoe zijn die mensen nu geholpen met het plan van de VVD om de grenzen van Europa nog verder te sluiten?

De heer Azmani (VVD):

Die mensen zijn daarmee geholpen omdat wij juist veilige havens willen creëren en willen investeren. Wij willen juist dat de EU als totaal in de regio investeert. Nederland is een van de grote donateurs in vergelijking met de andere EU-lidstaten als het gaat om investeringen in die regio's zelf. Landen als Duitsland en Zweden kiezen ervoor om grote aantallen Syriërs te gaan hervestigen. We zien wat het resultaat daarvan is. Er valt zelfs een regering in Zweden vanwege de grote aantallen. In Duitsland zijn de spanningen in de samenleving ook al voelbaar. De vraag van die landen aan de andere EU-lidstaten is eigenlijk al: zou u wat van ons over willen nemen? Dat is niet de oplossing. De oplossing is een gemeenschappelijk Europees asielbeleid dat gericht is op investeringen in de regio door adequate, humane opvang waarbij een duurzaam perspectief kan worden gegeven aan mensen die een langdurige bescherming nodig hebben. Als je dat hebt gerealiseerd, is het ook niet meer nodig om hier in Europa asielzoekers van buiten op te vangen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Als je nu kijkt in die regio — ik neem aan dat de heer Azmani daar Europa niet mee bedoelt, maar dat hij het dan heeft over landen als Jordanië en Libanon — dan zie je dat de vluchtelingenkampen daar juist enorm uitpuilen en dat daar sprake is van voedseltekort en erbarmelijke omstandigheden. Dan kun je toch niet met droge ogen beweren dat dat de enige oplossing is? Als je wilt dat mensen echt humaan behandeld worden, moet je ook erkennen dat dat puur en alleen met het opvangen van de mensen aldaar niet lukt. Als de heer Azmani zegt dat zijn fractie wel degelijk de grenzen wil sluiten, dan kijkt hij juist weg. Dan doet hij immers niets aan de problemen die mensen nu al ondervinden.

De heer Azmani (VVD):

Wij besteden in Europa juist miljarden aan een klein deel van de vluchtelingen. Het is een veelvoud van het UNHCR-budget. Ik zou geen systeem in de lucht willen houden dat alleen bedoeld is voor de rijke vluchteling, voor de vluchteling die geld heeft om via de mensensmokkelindustrie naar Europa te gaan. Ik heb liever dat die investeringen, die een veelvoud bedragen van het budget van de UNHCR, worden gedaan in die kampen in de gebieden die mevrouw Voortman ook adresseert.

Ik noem het voorbeeld van Turkije. Daar worden 1,7 miljoen Syrische vluchtelingen opgevangen. Die opvang is in mijn ogen humaan. Er zijn containerwoningen en men gaat in samenwerking met de UNHCR over tot de implementatie van een asielsysteem. Het budget daarvoor is 275 miljoen euro. Nederland hanteert in zijn begroting voor 2015 een prognose van 25.000 asielaanvragen. Wij weten dat er het komend jaar meer aanvragen zullen komen. Alleen al met de opvang van het COA, de eerstelijnstopvang, is 399 miljoen gemoeid. Als je daar de procedures bij optelt, kom je op 0,5 miljard. Dat kan oplopen tot 1 miljard. Dan denk ik bij mezelf: we kunnen dat geld toch veel effectiever inzetten en een veel grotere groep mensen bereiken? Dat zal toch ook GroenLinks moeten aanspreken. We moeten geen systeem in de lucht houden dat alleen bedoeld is voor mensen die het geld hebben om via de mensensmokkelindustrie naar Nederland te komen. Daarbij riskeren ze ook nog hun leven.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Laat duidelijk zijn dat mijn fractie de heer Azmani graag had gesteund bij dat plan. Wat dat betreft, heeft hij mijn volledige steun. Wij zien hetzelfde probleem. Ik heb alleen wel vragen over de oplossingen. De VVD heeft in 2012 in haar verkiezingsprogramma gesteld dat er een opt-out moet komen over asiel en immigratie. Nederland moet dus weer baas worden over zijn eigen asiel- en immigratiebeleid. Nu pleit de heer Azmani ervoor om de buitengrenzen hermetisch af te sluiten. Welke van de twee gaat het nu worden, want ergens bijten ze elkaar?

De heer Azmani (VVD):

In het verkiezingsprogramma van de VVD is een mogelijke opt-out geïntroduceerd wat betreft het gezinsherenigingsbeleid. Er zijn EU-richtlijnen voor het reguliere gezinsherenigingsbeleid. Wij zouden graag tot een verdere aanscherping komen met het oog op verzoeken tot familie- of gezinshereniging. Daar is die opt-out voor. Voor de VVD is het heel duidelijk dat asielbeleid geen nationaal beleid is. Je kunt hier niet heel goed aan de knoppen draaien om die stroom te reguleren. Het is een Europees probleem. Het is een Europees issue. Alle wetgeving en beleid komen ook voort uit Europa. Het heeft dus geen zin om op nationaal niveau aan die knoppen te draaien. Met andere woorden: in het verkiezingsprogramma van de VVD is een opt-out bedongen rondom het reguliere migratiebeleid voor gezinshereniging en niet voor het Europese asielbeleid.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

De volgende keer kunnen we dus beide plannen tegemoetzien in het verkiezingsprogramma van de VVD? Dan heb ik het over de opt-out voor asiel en immigratie en het hermetisch afsluiten van de buitengrenzen.

De heer Azmani (VVD):

De VVD pleit juist niet voor een opt-out wat betreft asiel. Asiel is een Europees issue. Asiel is een Europees probleem. Of je moet net als de PVV zeggen dat je de Nederlandse grenzen wilt sluiten, maar daarin verschilt de VVD van de PVV. Dat zien wij niet zo. We hebben Schengengrenzen et cetera in het kader van vrij verkeer van personen, diensten en goederen. Onze welvaart is daarop gericht. Het zou dus grote consequenties hebben als je de Nederlandse grenzen sluit. Wij verschillen ook van de PVV wat betreft het weghalen van de handtekening onder het Vluchtelingenverdrag. Dat zijn de twee verschillen. Die opt-out bepleit ik dus niet.

Ik zie een groot Europees probleem, een groot maatschappelijk probleem. Europa was tot voor kort alleen aan het navelstaren: wie betaalt welk deel van de kosten van het gemaal? Dan heb je het over het herverdelingsvraagstuk. In mijn ogen is dat symptoombestrijding. Dat heb ik ook altijd in de debatten hierover aangegeven. Je moet de oorzaak bestrijden. Wat is de oorzaak? Wat is de trigger? De reden waarom heel veel mensen bereid zijn om die risico's te nemen, is dat wij met elkaar een asielsysteem in de lucht houden die die trigger bedient. Volgens mij kun je het anders inrichten vanuit een humaan, sociaal en maatschappelijk vraagstuk, maar ook vanuit een veiligheidsvraagstuk, aangezien die stroom niet gereguleerd is.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

De heer Azmani doet precies hetzelfde als de heer Bontes, namelijk vanachter het katheder een beetje roepen dat Nederland er maar voor moet zorgen dat er elders in de wereld allerlei vluchtelingenkampen komen met uitstekende faciliteiten. Dat stond overigens ook in de nota van de heer Azmani. Maar dat kan natuurlijk helemaal niet. Zoals de VVD als geen ander weet, hebben wij helemaal geen zeggenschap over andere landen. Wij bepalen niet of Turkije nog een vluchtelingenkamp opent of dat Libanon nog meer vluchtelingen toelaat. De VVD kon van tevoren al op haar vingers natellen dat er waarschijnlijk geen meerderheid voor is in de Kamer en dat het juridisch gezien allemaal niet kan, nog afgezien van de vraag of het morele oordeel hierover op een juiste manier zou uitvallen. Is het niet zo dat de heer Azmani heeft geprobeerd om met dit plannetje heel goedkoop te scoren en dat hij daarmee precies datgene doet waar we ver van moeten blijven, namelijk het aanwakkeren van angst onder de Nederlandse bevolking voor massa-immigratie, datgene waar de PVV al jaren op teert?

De heer Azmani (VVD):

Met alle respect: mevrouw Gesthuizen kijkt weg voor de problemen. Partijen kunnen wegkijken voor problemen. Het is mogelijk dat ze problemen niet durven te benoemen en niet durven aan te pakken. Ik heb geen voorstellen van de Socialistische Partij gehoord die deze problemen daadwerkelijk oplossen. Dan heb ik het over de menselijke drama's op de Middellandse Zee. Er wordt geprobeerd om die systemen in de lucht te houden. Dat brengt met zich dat het alleen voor de rijken is en dat de armen kunnen stikken. Juist de Socialistische Partij houdt dat in stand. Er is sprake van druk op de verzorgingsstaat en op de sociale zekerheid. Er is een toenemende toestroom van migranten. Het aantal asielaanvragen is gestegen van 435.000 naar 626.000. De verwachtingen zijn dat die aantallen de komende jaren alleen maar verder toenemen.

Ik wil die verantwoordelijk niet alleen nemen. Ik wil bekijken hoe je dat grote maatschappelijke probleem kunt oplossen. Wat is de trigger? Hoe kun je het anders inrichten, zodat het veel meer solidair is ten behoeve van alle vluchtelingen en ontheemden? Daar hoor ik mevrouw Gesthuizen niet over. Zij zegt alleen badinerend dat het een soort profileringspuntje zou zijn.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dat is totale onzin. Totale onzin! Ik verwijs naar Dennis de Jong, Europarlementariër voor de SP. Ik heb het plan hier zelfs aan staatssecretaris Teeven voorgelegd. De SP heeft al lang en breed alternatieven om ervoor te zorgen dat de migratie naar Europa, waar de heer Azmani zo verschrikkelijk bang voor is, in betere banen wordt geleid. Dat plan ligt er allang, dus dit is echt flauwekul. De kern van het probleem is dat de heer Azmani komt met een oplossing voor die 10% asielzoekers van het totaal. 10% van de vluchtelingen wereldwijd weet zijn weg te vinden naar het wat beter bedeelde deel van de wereld; bijvoorbeeld de VS, bijvoorbeeld de Europese Unie, bijvoorbeeld Canada, bijvoorbeeld Australië. De rest zit allang in die kampen en groeit daar al generatie na generatie op. Wat u doet met uw plannetje, mijnheer Azmani, is gemakkelijk scoren voor de bühne en het aanwakkeren van nog meer angst onder de Nederlandse bevolking.

De voorzitter:

Wat is uw vraag?

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik zal zo tot een vraag komen.

De voorzitter:

Ik wil graag dat u nu tot een vraag komt, alstublieft.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Is het niet een beetje jammer dat de heer Azmani, in plaats van de handen ineen te slaan met partijen hier in de Kamer die met realistische oplossingen komen, ervoor kiest om snel de weg van de PVV op te gaan en de bevolking van Nederland angst aan te jagen? Wij zouden juist echt iets moeten doen voor vluchtelingen, voor de Nederlandse bevolking en voor de bevolking van de Europese Unie

De heer Azmani (VVD):

Het is eigenlijk een herhaling van zetten. Ik denk dat mevrouw Gesthuizen wegkijkt van het grote maatschappelijke probleem en de menselijke drama's op de Middellandse Zee. Ook het plan van de Socialistische Partij zal daar de oplossing niet voor bieden. De toekomst zal dat uitwijzen. Het is gemakkelijk gezegd van mevrouw Gesthuizen, maar ik sta hier om die problemen te adresseren en een voorstel in te dienen. Ik kan mij voorstellen dat dit op mevrouw Gesthuizen vrij controversieel overkomt, maar het is de enige oplossing om solidariteit te betrachten met de arme vluchtelingen en ontheemden die nu in kampen zitten, terwijl lidstaten ervoor kiezen om meer mensen hiernaartoe te halen in plaats van aldaar te investeren. Ik zou zeggen: zo raar is dat voorstel niet, ook niet als je door de bril van de Socialistische Partij kijkt.

De heer Oskam (CDA):

De heer Azmani geeft een bloemlezing van de maatregelen uit zijn plan, maar wat in de Kamer blijft hangen — en ik denk ook bij de burger en bij de media —is dat de buitengrenzen van de EU dichtgaan. Mijn vraag — de heer Voordewind heeft het zojuist ook geprobeerd — is: welke specifieke maatregel in het plan van de heer Azmani leidt ertoe dat de buitengrenzen van de EU dichtgaan? Hij heeft zojuist de veiligheid van de havens genoemd, maar dat is toch iets anders. Ik probeer het nog even op deze manier.

De heer Azmani (VVD):

Dan zou ik mijn inleiding verder willen vervolgen, want daarin komt het antwoord op de vraag van de heer Oskam.

De voorzitter:

Zou u toch willen proberen een antwoord te geven?

De heer Azmani (VVD):

Dat kan ook. Waar het op vastzit is dat een veilige haven, die wij willen, een veilig derde land, niet in strijd is met het Vluchtelingenverdrag. Bij de VVD heeft iedere vluchteling ook recht op dat veilige onderkomen. Wij sturen dus ook geen mensen terug naar landen waar mensen te vrezen hebben voor vervolging of waar zij een schending te duchten hebben van hun rechten in de vorm van een onmenselijke behandeling als bedoeld in artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Wij moeten een veilige haven creëren in een veilig derde land, dat respect heeft voor het leven en de vrijheid van mensen en waar men niet wordt bedreigd op basis van ras, religie, nationaliteit of lidmaatschap van een bepaalde sociale groep of politieke overtuiging. Dat land moet het beginsel van non-refoulement in het kader van het Verdrag van Genève naleven, alsook het verbod op verwijdering in strijd met het recht op vrijwaring van foltering en andere wrede of onmenselijke of vernederende behandelingen zoals neergelegd in het internationaal recht. Als wij dat creëren en als dat de EU-buitenlandpolitiek is, voldoen we aan de verdragen. Dan kun je ervoor zorgen dat er een veilig derde land is. De verdragen verplichten ons niet om iemand een vergunning te geven of een bestaansrecht in Europa. De verdragen verplichten ons ertoe hen te beschermen na terugkeer naar de landen waar zij te vrezen hebben.

De heer Oskam (CDA):

Dan wordt het tenminste duidelijk, want alle partijen willen die opvang in de regio. In het plan en ook in de media is duidelijk naar buiten gebracht dat het gaat om de sluiting van de buitengrenzen. Mijn conclusie is dat die conclusie te voorbarig is, tenzij de heer Azmani nog andere plannen heeft, maar dat vraag ik hem dan.

De heer Azmani (VVD):

Het is een misverstand dat de buitengrenzen open zijn. Wij hebben de buitengrenzen van de EU gesloten, alleen zijn ze niet langer gesloten op het moment dat iemand een asielaanvraag indient. Dan zul je de aanvrager moeten verwelkomen op het grondgebied van de EU en ga je een procedure starten, die kan leiden tot een verblijfsrecht. Die grenzen zijn niet open. Ze zijn in principe gesloten. Je moet voldoen aan voorwaarden om aan een verblijfsvergunning te komen. Het gaat er voor de VVD om dat we een einde maken aan de asielstromen die Europa binnenkomen, gelet op de alsmaar toenemende aantallen migranten die een impact kunnen hebben op de samenleving. Op de veiligheid, omdat de instroom ongecontroleerd is, maar ook sociaal humaan bekeken, omdat je menselijke drama's wilt voorkomen en omdat je de opvang in de regio verder wilt verbeteren. Dat vergt een ander EU-asielbeleid en een andere stimulering, met een andere focus en een grotere ambitie dan die tot nu toe is uitgesproken in Europa en in Brussel.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

De buitengrenzen van Europa zijn inderdaad gesloten. Wat de heer Azmani wil doen, is een fort om Europa heen bouwen, zodat geen enkele asielzoeker meer Europa in kan komen. Daar zijn de nodige vragen over gesteld. Ik heb een persoonlijke politieke vraag aan de heer Azmani, en wel over het volgende. Ik vind het opvallend dat de VVD voor de portefeuille een exotische naam naar voren schuift en onder dit plan de naam Malik Azmani laat zetten. Waarom leent u zich daarvoor, mijnheer Azmani?

De heer Azmani (VVD):

Met alle respect, ik ben blij dat ik lid ben van een politieke partij waar het niet gaat om je afkomst en waar het niet gaat om de naam die je hebt. Het gaat er uiteindelijk om wat jouw visie is. Ik voel mij bij een liberale partij die het maximale uit mensen haalt en die propageert een land te zijn waar een dubbeltje een kwartje kan worden, heel erg thuis.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

De heer Azmani staat daar heel netjes in een pak met een stropdas en geeft aan dat hij een fort om Europa heel wil bouwen, waardoor geen enkele asielzoeker meer naar binnen kan komen. Beseft de heer Azmani wel dat zijn vader, zijn eigen vader, ooit zelf nog gelukzoeker was en naar Europa kwam? Beseft hij dat hij hier niet had gestaan als zijn vader zijn geluk niet was komen zoeken in Europa? Vindt u dat niet een beetje hypocriet, mijnheer Azmani?

De heer Azmani (VVD):

Voorzitter.

De voorzitter:

Mijnheer Azmani, deze vraag is wel erg ver buiten de orde. U hoeft er geen antwoord op te geven. U kunt de vraag ook in zijn algemeenheid beantwoorden.

De heer Azmani (VVD):

Dat ga ik ook doen. Ik zou de heer Kuzu willen aanraden om zich verder te gaan verdiepen in het vreemdelingenrecht en het immigratiebeleid. Er zijn meerdere redenen waarom migranten naar Nederland of naar Europa toe komen. Hij brengt hier een soort appel- en perenvergelijking naar voren. Over fort Europa: ik wil erop wijzen dat we nu al een vorm van fort Europa hebben. Als ik de heer Kuzu uitnodig naar Marokko om te kijken naar de hekwerken die om de Spaanse enclaves heen zitten, dan is dat het beeld dat we nu hebben, een fort Europa. Als je het onnodig maakt om je asielaanvraag in Europa in te dienen, omdat er een veilig bestaan is in de regio, dan heb je die hekwerken ook niet meer nodig. Dan weet men dat men geen kans heeft om naar Europa te gaan op basis van asielmotieven. Er kunnen wel andere redenen zijn waarom je toegelaten wordt in Europa, bijvoorbeeld als je arbeid gaat verrichten in Europa.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De heer Azmani heeft het over het willen voorkomen van menselijke drama's. Op het NOS Journaal zei hij ook dat hij wilde voorkomen dat nog deze zomer mensen de dood zouden vinden bij het maken van de overtocht naar Europa. Hoe kan zijn voorstel eraan bijdragen, dat te voorkomen?

De heer Azmani (VVD):

Mijn hoop is erop gevestigd om dat te doen, maar dat kan alleen als de Kamer zich daarover moet uitspreken. We kunnen nu constateren dat het merendeel van de Kamer dat punt nog niet wil maken. Dat begrijp ik ook, want we moeten in mijn optiek juist nu ambitieus gaan inzetten op die veilige derde landen. Dat is het proces dat in gang moet worden gezet. Ik proef bij een aantal partijen een constructieve houding. Die proef ik niet bij mevrouw Voortman. Ongeveer 40% van haar plan komt overeen met mijn plan, maar wat mevrouw Voortman vooral wil, is en-en. Ik zei het al even in antwoord op een interruptie van mevrouw Voortman: dan kun je wat mij betreft net zo goed een fysieke loopbrug bouwen tussen Noord-Afrika en Europa.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik heb in het plan van de VVD geen enkel voorstel gezien waarmee je al deze zomer voorkomt dat mensen de overstap maken. Dat is het punt. Wij stellen voor dat mensen op een legale wijze asiel kunnen aanvragen zodat zij die overstap niet hoeven te maken. Dat is een manier waarmee je én mensensmokkelaars de wind uit de zeilen haalt én ervoor zorgt dat mensen niet hun leven wagen met een illegale overtocht. Dat is een echte oplossing. Met de voorstellen van de heer Azmani kijk je juist weg en zorg je ervoor dat ook komende zomer mensen de dood zullen vinden op de Middellandse Zee.

De heer Azmani (VVD):

Beschamend, voorzitter. GroenLinks wil 51,2 miljoen vluchtelingen en ontheemden in Europa opvangen. GroenLinks wil terug van de Triton- naar Mare Nostrum-operatie. Afgelopen jaar zijn er 3.000 mensen verdronken in de Middellandse Zee. Misschien kunnen wij beter ons best doen om te voorkomen dat er drenkelingen komen, zodat mensen daar niet hun dood vinden. Het is te gemakkelijk gedacht dat je dit kunt voorkomen. Wij weten dat hoe meer schepen wij in de Middellandse Zee in het kader van reddingsoperaties hebben, hoe slechter de bootjes zijn waarop de vluchtelingen door mensenhandelaren worden vervoerd: minder benzine en meer vlotten met alle risico's van dien. Ik wil die verantwoordelijkheid niet nemen, maar GroenLinks kennelijk wel.

De heer Fritsma (PVV):

Ik wil graag van de heer Azmani weten waarom de VVD niet doorpakt. Waarom zet de VVD niet door? Waarom dient hij een asielplan in om één dag later al aan te geven dat het niet wordt uitgevoerd?

De heer Azmani (VVD):

Wij zetten in op de weg om uiteindelijk het gewenste resultaat te bereiken. Als ik de Kamer zo hoor, kan er best een meerderheid komen voor al die instrumenten. Voor mij is het al grote winst dat wij dit debat voeren. Via een motie kunnen wij de staatssecretaris laten weten op welke onderdelen Europa een veel grotere ambitie moet laten zien in het asiel- en migratiebeleid dan op dit moment.

Natuurlijk is mijn partij gebonden aan de afspraken die wij in het regeerakkoord hebben gemaakt. Dat betekent echter niet dat het denken stilstaat. Ik leg nu een plan neer dat voor heel veel partijen controversieel is. Ik ben blij dat het niet controversieel is voor de PVV. Het is nu aan de andere partijen om zich te realiseren wat het plan kan betekenen. Als daarvoor meer tijd nodig is, dan zij dat zo. Ik wil hier niet langer machteloos toezien.

De heer Fritsma (PVV):

Dat is precies wat de heer Azamani nu wel doet: machteloos toezien. Hij pleit voor urgente maatregelen, maar hij zegt tegelijkertijd: sorry, wij doen het niet, want de PvdA wil het niet. Als hij zijn maatregelen echt serieus had genomen, dan had hij die boven de PvdA gesteld. Dan had hij de PvdA moeten lozen. Nu pleegt hij kiezersbedrog van de ergste soort en daar moet hij zich voor schamen.

De heer Azmani (VVD):

Lozen, lozen, lozen. Wij zijn een partij die verantwoordelijkheid neemt.

De heer Fritsma (PVV):

Ik wil het wel toelichten.

De voorzitter:

Nee, nee, nee. U hebt zojuist uw vraag gesteld. Ik wil de heer Azmani graag de gelegenheid geven om te antwoorden.

De heer Azmani (VVD):

Lozen, lozen, lozen, zoals ik al zei. Wij zijn een partij die verantwoordelijkheid neemt. Wij hebben grote problemen. Dit is niet het enige. Wij staan voor grote problemen in de samenleving. Daar nemen wij verantwoordelijkheid voor. Dat is anders dan de partij van de heer Fritsma, dat weten wij nu wel. Dat is evident. Wij nemen onze verantwoordelijkheid, maar dat brengt niet met zich dat ik geen standpunt kan innemen ten aanzien van een door ons gewenst migratiebeleid. Als de instrumenten met ambitie worden gepresenteerd dan kom je heel snel tot een resultaat waar de VVD voor wil staan. Dat is anders dan de PVV die morgen al de handtekening onder het vluchtelingenverdrag weg wil hebben. Wij voelen ons wel verantwoordelijk voor vluchtelingen.

De heer Fritsma (PVV):

De VVD dient een asielplan in en loopt daar nu zelf voor weg. Echt, waardelozer kan het niet.

De heer Azmani (VVD):

Dit is retoriek. Ik loop helemaal niet voor het asielplan weg. Ik sta hier voor het asielplan en volgens mij voeren we nu een debat over dit asielplan. Volgens mij moeten we uiteindelijk een meerderheid in deze Kamer gaan creëren om het te kunnen vervolmaken.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik wil eerst even een misverstand wegnemen. De Azmani had het over 250 miljoen die wordt uitgetrokken door de UNHCR voor de opvang van Syrische vluchtelingen in Turkije. Dat is geld dat wij uitgeven voor vluchtelingen. Ik wil hem eraan herinneren, en de mensen in de zaal ook, dat gaat om meer van 1,5 miljard — er wordt zelfs gesproken over 3 miljard — die de Turkse regering zelf bijlegt om de opvang van die Syrische vluchtelingen mogelijk te maken. Nog los van de vraag of we kunnen zeggen of die opvang kwalitatief goed is.

Voorzitter. Dan mijn vraag, want die wil u van mij weten. Ik wil het niet alleen hebben over waar we het niet met elkaar over eens zijn. Volgens mij heb ik dat meer dan helder gemaakt. We zijn het echter over één ding wel eens. Het merendeel van de vluchtelingen wordt nu al opgevangen in de regio. Het merendeel van de vluchtelingen voelt ook niet per se de noodzaak om daar weg te gaan op het moment dat daar goede opvang is en men daar perspectief ziet. Welke concrete stap gaat de VVD zetten om die kwalitatieve verbetering in de opvang te realiseren?

De heer Azmani (VVD):

Ten aanzien van Turkije: ik geef al aan dat we in Europa voor de opvang van 1% tot 3% van de vluchtelingen een veelvoud uitgeven van wat de UNHCR heeft om uit te geven. Ik vind dat een belangrijke vergelijking. Ik denk dat we met de vele miljarden die we besteden aan de opvang van zo'n kleine groep asielzoekers …

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Dat is niet ons geld, hè?

De voorzitter:

Mevrouw Kuiken, we doen het om de beurt. U stelde een vraag en de heer Azmani geeft nu antwoord.

De heer Azmani (VVD):

Wij doneren ook geld aan de UNCHR. Dat is mij ook helder en dat is mij ook duidelijk. Het gaat mij erom dat we meer doen hier voor een kleine groep vluchtelingen en ontheemden dan dat we daar doen voor een heel grote groep vluchtelingen en ontheemden. Volgens mij kunnen we elkaar daarin ontmoeten, zodat we daar meer in gaan investeren. Het heeft echter wel te maken met communicerende vaten. Het voorstel van mevrouw Voortman is bijvoorbeeld en-en. Daar komen we uiteindelijk niet uit, als je aan de ene kant zegt dat je meer vluchtelingen naar Europa wilt en aan de andere kant dat je meer wilt investeren in die vluchtelingenkampen. Het zouden communicerende vaten zijn.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik heb de heer Azmani goed gehoord. Hij zegt zelf ook dat op het moment dat de opvang in de regio goed geregeld is, de noodzaak voor veel mensen om de overtocht via de Middellandse Zee te maken veel minder is. Ik heb een concrete vraag. Die stap kunnen we al zetten zonder dat dat tot verstrekkende gevolgen of plannen moet leiden, zoals de heer Azmani voorstelt. Welke stap gaat hij nu zetten?

De heer Azmani (VVD):

Ik hoor mevrouw Kuiken toch ook en-en zeggen, dus én investeren in opvang aldaar én ervan uitgaan dat dan kennelijk minder mensen naar Europa toe zouden gaan. Ik geloof daar niet in. Er zal altijd een perspectief zijn van een verdere economische toekomst et cetera om de gang te maken om middels een asielprocedure te proberen het verblijfsrecht te krijgen in Europa. Ik geef aan dat mij dat niet wenselijk lijkt. Laten we ervoor zorgen dat we meer daar doen. Dat betekent echter uiteindelijk ook dat we hier stoppen met de asielprocedure, omdat we dan veilige derde landen hebben, veilige havens hebben gecreëerd, waarbij we het Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens respecteren.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik concludeer dat de heer Azmani ten aanzien van zijn eigen voorstel om te zorgen voor een kwalitatief betere opvang in de regio zelf niet concreet thuis geeft. Dat vind ik jammer.

De heer Schouw (D66):

Ik zit nog een beetje met de vraag of de heer Azmani ons nu wat op de mouw heeft gespeld of niet als het gaat om het aanpassen van de verdragen. Een suggestie is dat er geen vluchtelingen van buiten Europa meer in Europa opgevangen moeten worden. De heer Azmani beweert dat je daar geen verdragen voor hoeft te veranderen, zonder dat ik daar enige onderbouwing voor heb gezien. Ik zei in mijn eerste termijn al dat er een jaar op is gestudeerd. Ik heb me rot gezocht naar de bijlagen en naar de onderbouwing. Iedereen die er verstand heeft, zegt: dit kan niet. De heer Azmani zegt echter: dit kan wél. Ik wil een beetje uit dit welles-nietesspelletje komen. Is de heer Azmani alsnog bereid om die bijlagen nou eens te leveren?

De heer Azmani (VVD):

Voor de heer Schouw is het toch niet zo moeilijk om gewoon de literatuur en de jurisprudentie te lezen? Dan kan hij gewoon concluderen dat bijvoorbeeld artikel 33 van het Vluchtelingenverdrag, of artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, of het antifolterverdrag ons niet verplichten om mensen hier te lande asiel te bieden. Door die verdragen zijn wij alleen verplicht om vluchtelingen te beschermen tegen het teruggestuurd worden naar landen waar zij moeten vrezen voor vervolging of naar landen waar zij een reëel risico lopen om te worden onderworpen aan een onmenselijke behandeling. Daaraan verbinden die verdragen ons. Dat betekent dat veilige havens of veilige derde landen zullen moeten voldoen aan die verdragen. De heer Schouw heeft volgens mij wel enkele van mijn optredens in de media gezien, maar misschien moet hij ook de uitzending van afgelopen zondag van Met 't Oog op Morgen een terugluisteren. Daarin belde een hoogleraar in. Misschien is het interessant voor de heer Schouw om die discussie te horen.

De voorzitter:

Mijnheer Schouw, u mag ook een vraag stellen.

De heer Schouw (D66):

Ik luister heel goed. Ik zie een verschil tussen wat er in die VVD-notitie staat en wat de heer Azmani zegt. In die notitie staat namelijk dat het onmogelijk moet worden. Maar volgens de verdragen kun je het niet onmogelijk maken. Dat is het grote punt. Daarvoor hoef ik dus helemaal geen hoogleraar na te luisteren bij Met 't Oog op Morgen. De heer Azmani weet als jurist als geen ander dat daar een verschil in zit. Het valt mij op dat de heer Azmani dat allemaal probeert te verbloemen. Hij doet alsof er geen juridische obstakels zijn. Waarom doet hij dat nu eigenlijk? Waarom durft hij hier niet eerlijk te zeggen dat als we opschrijven dat er geen vluchteling meer van buiten Europa naar Nederland mag komen, dit ongelooflijk grote consequenties zal hebben, ook in juridische zin? Dan moet je namelijk verdragen veranderen, en dat zal jaren en jaren gaan duren. Waarom durft hij dat niet eerlijk te zeggen? Ooit, in een vorig coalitieakkoord, samen met de PVV, heeft de VVD opgeschreven dat de gezinsherenigingsrichtlijnen zouden moeten worden aangepast. Nou, daaraan heeft de minister twee jaar gewerkt. Op een gegeven moment heeft hij gezegd: dat ga ik dus niet meer doen, want dat is onmogelijk. Datzelfde geldt voor het huidige voorstel van de VVD.

De heer Azmani (VVD):

Ik merk dat er sprake is van een verschuiving. In de eerste reacties, afgelopen zondag, zei men: dit kan helemaal niet, want vluchtelingen moeten we hier asiel bieden. In de interruptie van de heer Schouw merk ik dat er sprake is van enige verschuiving. Het is heel helder en heel duidelijk. Het Vluchtelingenverdrag, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het antifolterverdrag verbieden ons niet om mensen een verblijfstatus in Nederland te geven. Wij hebben alleen de plicht om mensen niet heen te zenden naar een land waar zij moeten vrezen voor vervolging of naar een land van waaruit zij vervolgens weer kunnen worden heengezonden naar een ander land waar zij onmenselijke behandeling te duchten hebben, dus "indirect refoulement". Die verantwoordelijkheid voelt de VVD ook. Wij voldoen aan de verplichtingen uit het vluchtelingenverdrag en uit het EVRM als wij een en ander kunnen waarborgen met veilige havens en met landen die voldoen aan de criteria die ik zojuist bij een eerdere interruptie van de heer Schouw heb opgesomd. Laten we hier verder niet alleen maar een juridische discussie voeren, want het gaat ook om de maatschappelijke problemen die je ziet. Wij staan voor het vluchtelingenverdrag.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Azmani (VVD):

Dat verdrag is na de Tweede Wereldoorlog ontstaan. Daarvoor willen wij niet weglopen, maar tijden veranderen. Dat betekent dat je het niet maar hiermee moet afdoen. Er is maar één oplossing om die menselijke drama's te voorkomen. Die oplossing is het stoppen met de asielprocedure in Europa!

De heer Oskam (CDA):

Afgelopen dinsdag namen we al een beetje een voorschot op dit debat. Toen heeft de minister-president een aantal interessante uitspraken gedaan. Die wil ik de heer Azmani toch even voorhouden. Over het plan van de heer Azmani zei de minister-president dat het in strijd was met het regeerakkoord en dat het niet paste binnen het kabinetsbeleid. Nu hoorde ik mevrouw Kuiken dat net iets minder hard beweren. Zij zei: ik heb wel meegedacht over het plan, maar we konden ons niet vinden in de oplossingen. Is de heer Azmani met de minister-president van mening dat zijn plan in strijd is met het regeerakkoord?

De heer Azmani (VVD):

Daarvoor loop ik ook niet weg. We hebben afspraken in het regeerakkoord. Ik heb de uitspraken van de Partij van de Arbeid gehoord. Gelet op het regeerakkoord kloppen die ook. Maar dat ontslaat mij niet van de verplichting om na te denken over een groot maatschappelijk probleem. Ik heb er wat langer over nagedacht. Ik heb het stuk weggelegd en er weer over nagedacht. Ik heb gekeken naar de juridische analyse; hoe los je dat op? Uiteindelijk kom ik tot één oplossing, één route. Wil je misstanden voorkomen — dat klinkt misschien controversieel in deze tijd — dan moet je de asielaanvraagprocedure stoppen in Nederland en in de rest van Europa. Je moet wel de verantwoordelijkheid nemen voor vluchtelingen — daar lopen we niet voor weg — door veilige havens voor ze te creëren.

De heer Oskam (CDA):

De minister-president zei nog iets anders — in staatsrechtelijk opzicht ben ik daar nieuwsgierig naar — namelijk dat het regeerakkoord eigendom is van de Partij van de Arbeid en de VVD. Ik vroeg mij af of u dat ook vindt. Is het regeerakkoord eigendom van de regering?

De heer Azmani (VVD):

Volgens mij sluit je een regeerakkoord, een coalitieakkoord, als je een meerderheid hebt in de Kamer. Je maakt dan afspraken. Waar sta je voor? Op welke punten vind je elkaar niet? Daar komt een stuk uit, het regeerakkoord. Het kabinet heeft de opdracht om daar uitvoering aan te geven. Ik kan ook constateren — dat wist ik al eerder — dat mijn plan niet voldoet aan het regeerakkoord. Maar dat ontslaat mij toch niet van de verplichting om mevrouw Kuiken te overtuigen van de enige oplossing om deze menselijke drama's te voorkomen en de mensensmokkelindustrie de wind uit de zeilen te nemen? Er is een veiligheidsvraagstuk. De almaar toenemende instroom zorgt voor oplopende spanningen. We weten niet of we te maken hebben met een vluchteling, een economische gelukszoeker of een terrorist. Dat ontslaat mij er toch niet van om met elkaar het debat aan te gaan en daar een meerderheid voor te creëren?

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Gaat de heer Azmani dat dan doen? Gaat hij een motie indienen om dat te bereiken?

De heer Azmani (VVD):

Volgens mij is er al een motie ingediend, al heel snel. Eigenlijk was ik daar zelf ook wel verrast over. Dinsdagmiddag hebben we bij de regeling van werkzaamheden afgesproken om een nog deze week te houden debat te voeren. Dat wilden de partijen ook. Ik had daar geen problemen mee, want eigenlijk wilde ik dat ook. Men wist niet hoe snel men een motie moest indienen. Eigenlijk bij het eerste debat dat deze week plaatsvond in de Kamer, het terugblikdebat in het kader van de Europese Raad, werden er al moties ingediend door de fractieleider van het CDA, de fractieleider van D66 en de fractieleider van de SGP, de heer Van der Staaij. Ik kan er alleen maar content mee zijn dat het proces kennelijk zo snel gaat dat de instrumenten om uiteindelijk te komen tot het eindresultaat zoals ik dat voor ogen heb om daadwerkelijk het probleem op te lossen, al tot de hunne worden gemaakt. Daarom doe ik ook voorstellen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De heer Azmani moet zich niet van de domme houden. Hij roept nu meerdere keren dat de enige oplossing het sluiten van de asielprocedure voor mensen van buiten de Europese Unie is. Dat is nu juist het enige voorstel dat níét in die motie van het CDA staat. Dus als de heer Azmani lef heeft, dient hij vandaag dat voorstel in. Anders heeft hij zijn eigen plannen in feite helemaal ingetrokken.

De heer Azmani (VVD):

Dit is volstrekt onzin. Allereerst moet je veilige derde landen vervolmaken en creëren. Die zijn er nu niet. Het gaat erom dat de EU, dat de lidstaten een gezamenlijk beleid voeren, zodat er veilige havens ontstaan en we kunnen voldoen aan onze gedragsverplichtingen en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Ik ben in ieder geval blij dat er partijen in de Kamer zijn die constructief willen meedenken en die zelf een motie indienen om dit uiteindelijk te realiseren. Het is heel helder. Dat is niet wat mevrouw Voortman wil. Zij wil volgens mij gewoon een loopbrug tussen Afrika en Europa.

Is de staatssecretaris bereid om daadwerkelijk in Brussel in te zetten op veilige havens als de Kamer daar in meerderheid om vraagt? Het doet mij dus ook deugd, zoals ik al heb gezegd, dat deze week partijen niet wisten hoe snel ze een motie moesten indienen. Ik denk dat dit alleen maar goed is, want het is de enige juiste weg om gezamenlijk in te slaan en om ervoor te zorgen dat de grote maatschappelijke problemen waarvoor we gesteld zijn, worden opgelost. Het resultaat zal vast sneller komen dan mensen hier in deze zaal vermoeden. De toekomst zal dat uitwijzen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

De heer Azmani is inmiddels aan het einde van zijn betoog. Hij heeft in de tussentijd nog een aantal keren op nogal indringende wijze laten blijken dat hij ervoor vreest dat bijvoorbeeld een partij als GroenLinks en naar ik aanneem ook mijn partij de komst van 51,2 miljoen vluchtelingen naar Nederland ambiëren. Daarom vraag ik hem nogmaals waarom hij meedoet aan dat soort PVV-spelletjes.

De heer Azmani (VVD):

Ik heb in ieder geval heel duidelijk het plan van mevrouw Voortman gelezen. Ik heb haar ermee gecomplimenteerd dat zij zo snel met een plan is gekomen in reactie op het plan van de VVD. Ik moet constateren dat zij in haar plan mensen de mogelijkheid geeft om op de ambassades in de eigen landen of in naburige landen een asielaanvraag in te dienen. Het is niet heel moeilijk om dan te concluderen dat iedereen natuurlijk bereid zal zijn om daar een asielaanvraag in te dienen. Er zullen dan heel gemakkelijk verblijfsvergunningen worden gegeven voor Europa. Die conclusie is vrij simpel te trekken.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Het is mijn doel — ik wil mevrouw Voortman hiermee niet het gras voor de voeten wegmaaien — om in de Kamer met het werk dat ik doe, juist de veiligheid van en de vrede in Nederland te bewaren. Ik weet dat de pleuris uitbreekt, om het even heel onparlementair uit te drukken, als ik ga zeggen dat de SP zou vinden dat alle vluchtelingen van de wereld, meer dan 51 miljoen, op uitnodiging naar Nederland moeten komen. We weten dat 10% van de vluchtelingen wereldwijd de eerstewereldlanden weet te bereiken. De rest wordt opgevangen in de regio door de derdewereldlanden. Die mensen zullen nooit de mogelijkheid krijgen om middelen te vinden om te doen waarvoor de heer Azmani waarschuwt. Waarom speelt hij met vuur? Waarom doet hij hier denken dat, ongeacht wie in de Kamer het zou beweren, het mogelijk zou zijn dat meer dan 50 miljoen vluchtelingen Nederland gaan bestormen als dat zo ver van de werkelijkheid staat en als dat de gemoederen alleen maar verder ophitst? Dat terwijl hij zegt ervoor te willen waken dat onlusten, vreemdelingenhaat, racisme en onwelkomheid voor vreemdelingen ontstaan en hij zegt dat juist te willen bezweren.

De heer Azmani (VVD):

Dat laatste wil ik ook heel erg bezweren en daarom doe ik dat voorstel. Als er in alle ambassades in de nabijheid de mogelijkheid wordt gecreëerd om een asielaanvraag in te dienen, dan hebben vluchtelingen geen mensenhandelaren meer nodig aan wie ze veel geld moeten betalen. Dit betekent dat mensen natuurlijk bereid zullen zijn om die asielaanvraag in te dienen. Die zal ook worden verleend. We zullen daardoor een enorme instroom van vluchtelingen krijgen in Europa. Dat zet enorme druk op het draagvlak in de samenleving, op het socialezekerheidssysteem, op de verzorgingsstaat. Dat is precies waarvoor mevrouw Gesthuizen bang is: raciale spanningen. Die wil ik juist voorkomen en daarom doe ik dit voorstel.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter, dank dat ik nog even kan reageren op het plan dat GroenLinks heeft gepresenteerd. Wij stellen voor dat mensen in geval van schrijnende situaties een asielaanvraag kunnen indienen op ambassades. Die zal natuurlijk getoetst worden. Het beeld dat de heer Azmani oproept, dat er zoveel miljoenen hiernaartoe zouden komen, is gewoon dikke onzin. Zoals mevrouw Gesthuizen terecht aangeeft, draagt hij hiermee bij aan het beeld dat absoluut niet klopt. Daarmee creëert hij juist die spanningen. Dat we dat van de PVV horen, oké, maar ik zou toch echt verwachten van de grootste partij hier, een partij die in het kabinet zit, dat zij wat beter kan kijken naar de feiten.

De heer Azmani (VVD):

Dit is absurd. Volgens mij moet er bij de selectie worden gekeken of iemand te vrezen heeft voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag in plaats van naar schrijnende situaties. Dat betekent de facto dat alle Syriërs die een asielaanvraag doen bij een ambassade in de nabijheid worden toegelaten, of niet? Ik zou als wedervraag aan mevrouw Voortman willen stellen of dat betekent dat alle Syriërs worden opgevangen. Of wil GroenLinks daar een selectie in maken?

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik heb heel helder aangegeven dat het ons gaat om schrijnende situaties en om specifieke groepen. Ik wil inderdaad dat mensen in de regio goed en fatsoenlijk worden opgevangen. Dat is iets wat de heer Azmani niet doet. Hij beweert dat hij ervoor kan zorgen dat iedereen kan worden opgevangen in de regio, maar hij gaat er helemaal aan voorbij dat de opvang daar nu juist erbarmelijk is. Als wij daar de druk willen verlichten, moeten wij juist wat meer solidair willen zijn. De heer Azmani heeft de mond vol over solidariteit, maar hij weet niet eens wat het woord betekent.

De heer Azmani (VVD):

Solidariteit is zeker alleen toegeëigend door de fractie van GroenLinks. Het is juist niet solidair als je een systeem in de lucht houdt dat alleen is bedoeld voor de rijken en waarbij de armen kunnen stikken. Daar wil ik het bij laten.

De voorzitter:

De staatssecretaris heeft aangegeven enige tijd nodig te hebben om zijn antwoord voor te bereiden.

De vergadering wordt van 22.13 uur tot 22.36 uur geschorst.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Voorzitter. Het is fijn om in mijn eerste week meteen al een avonddebat te hebben. Misschien wordt het zelfs nachtwerk. Ik beloof dat ik daar niet aan zal bijdragen door heel lange verhandelingen te houden. Ik kon me namelijk wel vinden in de typering van de heer Van der Staaij, namelijk dat dit toch vooral een soort notaoverleg in de plenaire zaal is, dus tussen partijen onderling. Dat gaat niet zonder de aanwezigheid van een lid van het kabinet. Ik ben daarom blij dat mij ook wat vragen zijn gesteld en zal die met alle plezier beantwoorden.

Ik heb veel gehoord vanavond. Iedereen deelt de constatering dat er problemen en uitdagingen zijn. Iedereen heeft ook zijn eigen oplossingen. Toch zijn er wel wat gemene delers. Ik denk dat we het eens kunnen zijn over de algemene uitgangspunten, namelijk dat we een betere bescherming willen van vluchtelingen en dat we willen voorkomen dat migranten aan risicovolle tochten over de Middellandse Zee beginnen. Er kwamen ook vele voorstellen die ik kan herkennen als passend bij het kabinetsbeleid. Ze zijn soms niet precies hetzelfde, maar liggen wel in dezelfde lijn. Vanmiddag heb ik dat in een brief toegelicht. Ik zal die niet gaan voorlezen, maar daaruit blijkt wel dat wij vele zaken en inspanningen delen. Zo is de opvang in de regio cruciaal; daarom zet het kabinet daar ook op in. Het Europese asielstelsel moet verder worden geharmoniseerd. Wij zullen daar hard aan trekken. De Kamer zal veel van ons horen als we reageren op de Europese agenda voor migratie, die in mei komt. We moeten voorkomen dat er mensen verdrinken in de Middellandse Zee. En we moeten mensensmokkelaars, die misbruik maken van de noodsituatie van mensen, stevig aanpakken.

Natuurlijk lopen de meningen uiteen over de wijzen waarop we die doelen kunnen bereiken. De fracties zijn het niet altijd eens met het beleid van het kabinet; en andersom nemen wij niet altijd hun voorstellen over. Wij hanteren als belangrijk uitgangspunt dat het effectief moet zijn en moet passen binnen de bredere Europese context en bij het gezamenlijk optrekken met de andere lidstaten.

De heer Schouw (D66):

Tussen neus en lippen door werd de inzet van het kabinet aangekondigd voor het nieuwe Europese asielbeleid. Iedereen vindt dat het huidige Europese asielbeleid vastloopt, dus het is goed dat het kabinet daar voortvarend mee aan de slag gaat. Ik vroeg me wel af waar ik een samenhangende brief kan vinden, waarin het kabinet die inzet duidelijk maakt.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ik kondigde niet zozeer een inzet aan, als wel een reactie op de Europese agenda, dus op de brief die uit Europa komt. Het kabinet zal daarop reageren. Zelf vond ik de brief van vandaag een behoorlijk samenhangend beeld van het kabinetsbeleid geven. En natuurlijk bespreken wij die inzet bij de voorbereiding van iedere JBZ-Raad. Die zal voornamelijk zijn gericht op opvang in de regio, op een verdergaande gelijkschakeling van het Europese beleid en op een gelijkmatigere verdeling van de verantwoordelijkheid.

De heer Schouw (D66):

Met de vorige staatssecretaris waren we op een cruciaal punt beland voor de verandering van het Europese asielbeleid. Het had te maken met een evenredige verdeling van het aantal asielzoekers over de Europese landen. Ik kan me nog heel goed herinneren dat de vorige staatssecretaris zei dat dat best een knoop en een worsteling was. Hij was daarmee bezig, maar er zaten voor- en nadelen aan. Ik denk dat de Nederlandse regering heel snel met een standpunt daarover moet komen, want in de Europese circuits gaat men wel verder. Kan de staatssecretaris toezeggen dat hij daarover apart of in het kader van de JBZ-Raad met de Kamer komt praten, in ieder geval ergens tussen nu en over een week of zes? De vorige staatssecretaris was er namelijk nog niet uit.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Deze staatssecretaris ook niet, in de zin dat hij dit geen doel op zich vindt. Zo'n mechanisme kan in een palet van andere maatregelen een effect middel zijn, maar er kan niet één ding uit worden gelicht als doel op zich. Ik denk dat de insteek en de manier waarop Nederland hiertegen aankijkt duidelijk zijn. De volgende stap is dat de Europese Commissie haar voorstellen, waaraan ze al een tijd werkt, neerlegt en dat wij daar vervolgens mee aan de slag gaan om te bekijken waarvoor er draagvlak bestaat en hoe we kunnen komen tot een coherent stelsel waarvan dit een onderdeel zou kunnen zijn.

De voorzitter:

Gaat u verder met uw betoog.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ik heb de vragen geclusterd. De eerste cluster gaat over de Europese grenzen en de mensensmokkel. Onder anderen de heren Oskam en Voordewind vroegen wat er nodig is om, zoals in de VVD-nota wordt bepleit, de grenzen te sluiten. Ik heb er geen uitvoerige studie van gemaakt, omdat het geen voorstel van het kabinet is. Wij hebben dus ook niet uitgewerkt hoe het zou moeten gebeuren. Het lijkt me ook niet echt aan het kabinet om dit uit te werken, omdat we niet voorzien dat we dit plan in deze kabinetsperiode aan de Kamer zullen voorleggen.

De heer Oskam heeft een vraag gesteld over de voorstellen van Italië voor Search and Rescue (SAR). Nederland is er in principe een voorstander van dat de buurlanden van bijvoorbeeld Libië de verantwoordelijkheid nemen bij het bewaken op zee. Ieder land is zelf verantwoordelijk voor Search and Rescue. Wegens omstandigheden kan Libië niet zelf voldoende activiteiten ondernemen in zijn eigen zone. Buurlanden kunnen dan meer verantwoordelijkheid nemen. Het idee is dat Tunesië en Egypte meer kunnen doen en dat ze daarvoor ook meer financiële en technische middelen aangeboden krijgen. Dat vindt dit kabinet nu nog te voorbarig. Het is van belang dat we eerst bekijken wat die buurlanden al kunnen doen en wat hun capaciteiten en middelen zijn, voordat we vooruitlopen op eventuele bijdrages daaraan.

Dan kom ik op de vraag van de heer Van der Staaij over de aanpak van mensensmokkel en de inzet van Nederland. Het is een prioriteit van dit kabinet om mensensmokkel te bestrijden. Het is natuurlijk pervers om misbruik te maken van de wanhoop van mensen die in uiterste nood verkeren en om hun een traject aan te bieden dat in de praktijk vaak nog ellendiger is dan de situatie waarin ze al zitten. De Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Marechaussee en de Nationale Politie onderzoeken dan ook gecoördineerd de reisroutes en de wijze van opereren van de smokkelaars, de faciliteerders en de reisagenten. Iedereen die een rol heeft, ook al is die wat kleiner dan die van degene die er het meeste aan overhoudt, moeten we aanpakken en in kaart brengen. Onderdeel hiervan zijn ook de ervaringen van asielzoekers. Daar worden patronen uit gedestilleerd, die vervolgens bestreden worden. Het OM is natuurlijk verantwoordelijk voor de vervolging van mensensmokkelaars.

In de brief van 19 mei vorig jaar is de Kamer breder geïnformeerd over de maatregelen die Nederland treft. Onlangs is er een liaisonofficier geplaatst in Rome om meer informatie uit te wisselen met Italië, dat een belangrijke as is in dit spectrum, en om wederzijds beter inzicht te krijgen in de procedures.

Dan kom ik op de vraag van mevrouw Kuiken en de heer Voordewind over het mandaat van de operatie-Triton en de middelen van de operatie. Hoe verhoudt Triton zich tot Mare Nostrum? Triton wordt nu uitgevoerd volgens een mandaat van Frontex. De primaire rol daarvan is het ondersteunen van het grensmanagement van lidstaten en de grensbewaking. Als je die operatie-Triton uitbreidt, blijft het binnen die operatie. Op dit moment levert Nederland een bijdrage daaraan. Die bijdrage wordt binnenkort uitgebreid. Als in de toekomst gevraagd wordt om die bijdrage nog verder uit te breiden, zullen we dat in overweging nemen.

Er is af en toe een beetje sprake van semantiek als het gaat over het redden van mensen. Dat gebeurt. Die plicht heeft men ook, of dat nu een primair doel is of niet. Het effect van de grensbewakingsmissie is dat mensen gered worden als er een noodsignaal is. Misschien is dat effect wel belangrijker dan de vraag of het van tevoren een doel is.

De heer Oskam heeft gevraagd of het budget van Frontex toereikend is. Frontex krijgt jaarlijks een budget uit de Europese middelen. Dit jaar heeft het ongeveer 114 miljoen gekregen. Frontex geeft zelf aan dat het daarmee het jaarplan kan uitvoeren en dat het budget dus op dit moment toereikend is. Zolang dat zo is, gaan we Frontex niet vragen of het nog meer kan gebruiken.

De heer Oskam heeft ook een vraag gesteld over de status van Eurosur, het Europese surveillancesysteem dat sinds december 2014 operationeel is in alle lidstaten. Dit systeem moet bijdragen aan een beter management van alle migratiestromen, door het beperken van irreguliere migranten die onopgemerkt Schengen kunnen bereiken, het beschermen van de levens van illegale migranten, het beperken van het verlies van levens op zee door betere Search and Rescue aan de zeegrenzen van de Europese Unie en het verbeteren van de interne veiligheid van de Unie door het voorkomen van grensoverschrijdende criminaliteit aan de buitengrenzen. Het is nu meer dan eerder mogelijk om informatie te delen en om in een vroegtijdig stadium op te treden aan de buitengrenzen van de Europese Unie.

Het tweede thema gaat over de behandelcentra in derde landen. De heer Oskam heeft daarnaar gevraagd. Ruim tien jaar geleden is de discussie over behandelcentra in derde landen aan de buitengrenzen of zelfs in de landen zelf ook al gevoerd. In Duitsland en Italië zijn die geluiden laatstelijk weer te horen geweest. Er is hiervoor nog geen breed draagvlak in de Europese Unie. De Europese Commissie heeft ook nog geen officieel standpunt ingenomen. Het is wel vaak een mixvorm, die een beetje spanning oplevert met opvang in de regio. Als opvang in de regio het hoofddoel is, ligt het niet voor de hand om daarnaast nog een balie te hebben om opvang buiten de regio makkelijker te maken. De vraag is in hoeverre het de wind uit de zeilen neemt van de migratie in die verschrikkelijke bootjes. Het is natuurlijk niet gezegd dat iemand, als hij in het land van vertrek al te horen zou krijgen dat hij niet in aanmerking komt voor een vluchtelingenstatus, geen poging meer waagt. Veel mensen die nu de poging wagen, weten ook wel dat ze er niet zeker van kunnen zijn dat ze in aanmerking komen voor een vluchtelingenstatus.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik ga nog even terug naar Triton en Mare Nostrum. De staatssecretaris doet het een beetje voorkomen alsof ze in elkaars verlengde liggen, alsof het een semantische discussie is. Het gaat om het redden van mensen. Er is toch een duidelijk onderscheid in het mandaat van Triton en dat van de missie daarvoor? De missie daarvoor had een mandaat om op de hele Middellandse Zee mensen te redden. Die missie werd afgeslankt en vervangen, mogelijk omdat zij veel geld kostte, door de Tritonmissie, die als kerntaak de bescherming van de grenzen op zee had.

Staatssecretaris Dijkhoff:

De heer Voordewind geeft terecht aan dat het verschil niet zozeer is gelegen in wat er in de praktijk gebeurt op die boten, als wel in waar ze varen. Zij varen dichter bij de Europese kust. Hoe moet je dit wegen? Dat is een dilemma. Het is lastig om een inschatting te maken van het uiteindelijke effect. Het onbedoelde neveneffect van Mare Nostrum — daar was die operatie echt niet voor bedoeld — was dat de kwantiteit van de bootjes leek toe te nemen en de kwaliteit van de bootjes leek af te nemen. Uiteindelijk kun je het afmeten aan het aantal mensen dat we redden, het aantal mensen dat niet overlijdt. Als het effect is dat minder mensen een poging wagen waardoor er geen redding nodig is en er ook geen overlijdensgevallen zijn, kan dit een effectievere methode blijken te zijn. Het verschil zit 'm dus vooral in waar de boten varen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ja, dat was het verschil. Daar hebben we de consequenties van gezien. Er zijn toentertijd 150.000 mensen gered op de Middellandse Zee. Dat redden we nu niet meer, omdat de focus en de scope veel kleiner zijn. Natuurlijk is dat niet de oplossing en kan het inderdaad zelfs een aanzuigende werking hebben. Je moet het echter beide doen: ervoor zorgen dat mensen niet verdrinken en ervoor zorgen dat er harmonisatie van het EU-asielbeleid tot stand komt. Je moet het een niet laten en het ander inzetten. Dat is mijn oproep aan het kabinet voor de harmonisatie van het EU-beleid.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Dat laatste is natuurlijk ook een doelstelling: ontmoediging. Ontmoediging van mensen die de oversteek willen wagen, kun je stimuleren door duidelijk te maken dat er na de oversteek geen perspectief op legaal verblijf is. Je moet ook de mensensmokkelaars ontmoedigen om mensen in heel slechte condities op zo'n bootje te zetten met het idee: als we maar een beetje in de buurt komen van het gebied waar Mare Nostrum werd uitgevoerd, komt het wel goed.

Een ander groot verschil is dat Triton onder Frontex een Europese operatie is. Mare Nostrum was vooral Italiaans gericht. Daar moet je ook rekening mee houden. Ik denk dat wij nu nog steeds een operatie hebben — daar draagt Nederland ook aan bij — die het effect heeft dat mensen gered worden. Het is moeilijk vooraf in te schatten wat beter zou zijn. Moet je veel mensen de oversteek laten wagen, waarbij je veel mensen moet redden, of is het beter, wanneer deze operatie er niet meer is in de oude vorm, als minder mensen de oversteek wagen en dus niet gered hoeven te worden omdat ze niet in die penibele situatie komen? Dat kan ook een effect zijn.

Ik kom op de opvang in de regio door vooral de UNHCR. Er is gevraagd hoeveel geld Nederland daaraan uitgeeft en hoeveel geld daarvoor ter beschikking is gesteld. In 2015 gaat het om een Nederlandse kernbijdrage van 33 miljoen euro aan de UNHCR. Daarnaast zijn er andere bijdragen via gezamenlijke internationale organisaties en de UNHCR in het kader van specifiek de Syriëcrisis. Het UNHCR-budget is nooit volledig dekkend. Het is ook nooit volledig stabiel. In 2013 was het 5,3 miljard dollar. In datzelfde jaar, ook omdat er crises ontstonden met name in Syrië, kwam daar nog 2,9 bij gepledged. Er komt natuurlijk niet altijd hetzelfde binnen. In 2015 is het budget voorzien op 6,2 miljard dollar. Dat is dus weer meer. Dat is het budget van de UNHCR op dit moment. Nederland draagt daar structureel aan bij en levert ook incidenteel bijdragen als het gaat om verzoeken naar aanleiding van een specifieke crisis.

Mevrouw Voortman en de heer Voordewind vroegen ook of er dan meer geld komt voor de opvang in de regio. Dat kun je natuurlijk altijd vragen als je dit als speerpunt benoemt, maar ik wil dan ook wijzen op het geld dat daar al beschikbaar voor is, omdat het een speerpunt is. Het gaat om 33 miljoen per jaar, maar ook om 126 miljoen specifiek voor de Syrische vluchtelingen waardoor de UNHCR ook van Nederland een flinke bijdrage krijgt, vooral in vergelijking met hetgeen andere, vergelijkbare landen doen. Nederland staat op dit punt nooit onder aan de lijsten.

In de brief die we vandaag naar de Kamer hebben gestuurd, is ook aangekondigd dat er in de komende maanden nog een nadere brief van collega Ploumen komt over de specifieke besteding van middelen.

De heer Oskam heeft gevraagd naar concrete afspraken voor veilige opvang in de regio. Het is staand kabinetsbeleid om de bescherming van vluchtelingen in de regio te versterken. Dat doen we, zoals gezegd, via de UNHCR — de bedragen heb ik net genoemd — en ook via het steunen van een regionaal ontwikkelings- en beschermingsprogramma in het Midden-Oosten.

Dan kom ik op de hervestiging. Diverse Kamerleden hebben daar vragen over gesteld. Het kabinet blijft op dit moment bij het aantal van 500. Ik denk ook, eerlijk gezegd, dat wij ons daar helemaal niet voor hoeven te schamen. Er zijn uiteraard landen die meer doen, maar het gaat natuurlijk wel om een structurele inspanning die Nederland al heel erg lang levert, terwijl dat in andere landen veel meer fluctueert. Die laten dan nu wel even een piek zien, maar doen over het algemeen veel minder.

Als je ook kijkt naar de reguliere instroom en hetgeen we op de reguliere manier al doen, zie je dat Nederland meer dan gemiddeld bijdraagt — het levert zijn steentje ruimschoots bij — om opvang te bieden aan vluchtelingen uit alle delen van de wereld en zeker ook aan hen die naar aanleiding van het conflict in Syrië op de vlucht zijn geslagen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het was eigenlijk een opmerking naar aanleiding van het VVD-plan. Daarin werd gezegd: kijk nu eens naar een mogelijke uitbreiding van het hervestigingsbeleid in extreme omstandigheden. Ik neem aan dat er nu sprake is van een extreme omstandigheid in Syrië. Ik zeg dit ook naar aanleiding van de eigen uitspraken van de staatssecretaris. Hij zei: een aangenomen motie is een aangenomen motie, en die moet worden uitgevoerd. Die twee zaken bij elkaar hebben bij mij toch wel tot een grote verwachting geleid dat we alsnog die motie van 250 Syrische vluchtelingen zouden kunnen uitvoeren. Als het de inzet van dit kabinet wordt om te bekijken hoe we de bootjes kunnen voorkomen, dan zou het kabinet zich toch ook moeten inzetten voor een verdere uitbreiding van het hervestigingsbeleid? Dat staat ook in de brief van de staatsecretaris die we vandaag hebben gekregen. Vandaar mijn hoopvolle blik naar de staatssecretaris over die motie.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Het is natuurlijk altijd leuk als je je eigen woorden terughoort. Ik bedank ook de heer Schouw die mij in eerste termijn uitgebreid attendeerde op de ruimte die het kabinet bij een aangenomen motie altijd heeft om daar zelf nog iets van te vinden. Ik heb in het kader van mijn woorden daarover afgelopen dinsdag meerdere keren antwoord gegeven op die vraag en daar ook heel vaak bij gezegd: als een meerderheid van de Kamer een motie aanneemt en het kabinet zich daarin kan vinden, wordt de motie uitgevoerd. Tegen de heer Schouw zou ik willen zeggen: wees niet bang, ik zal dat niet vergeten. Tegen de heer Voordewind zou ik willen zeggen: helaas, ik zal dat niet vergeten.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik dacht al dat die nuancering eraan zou komen. Ik sla dan toch nog even aan op het citaat uit de brief van de staatssecretaris. Hij zegt daarin dat het kabinet inzet op een uitbreiding van het hervestigingsbeleid en dat het daar andere landen ook op zal aanspreken. Mijn concrete vraag was: wat wordt die inzet dan bijvoorbeeld voor dit jaar ten aanzien van het uitnodigingsbeleid?

Staatssecretaris Dijkhoff:

Voor Nederland blijft die hetzelfde. Je kunt kijken naar het hele spectrum van landen, dus ook buiten Europa, maar alleen al binnen de Europese Unie is er natuurlijk een meerderheid van landen die daar gewoon niets aan doet. Er zijn ook landen waarover je, gezien hun omvang, kunt zeggen: daar mag je meer van verwachten. Het zou voor Nederland raar zijn om andere landen daarop aan te spreken als wij zelf ver onder maat zouden zitten. Wij zitten echter niet ver onder de maat. Ik denk dat je ook niet alleen moet kijken naar dat ene getal. Er ligt onder andere door de instroom van Syrische vluchtelingen, die hier terecht een plek zoeken om hun leven zeker te zijn, een enorme druk op de reguliere instroom en op het COA. We doen als land dus al gewoon heel erg veel.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De staatssecretaris spreekt over een inzet op hervestiging, maar het lijkt er ondertussen op dat hij zegt: we blijven doen wat we nu doen, we gaan niet iets meer doen. Maar op het moment dat je andere landen oproept om meer te doen, moet je zelf toch ook het goede voorbeeld geven? We kunnen toch niet zeggen dat we inzetten op hervestiging, terwijl we vervolgens niets extra's doen?

Staatssecretaris Dijkhoff:

Dat vind ik een beetje een lastig punt. Je vindt dat je iets moet inzetten. Daarom doe je iets. En dan zou je iedere keer als je herhaalt dat dat je inzet is, meer moeten doen om dat waar te maken. Dat is een eeuwig groeiende ambitie. Nederland doet het helemaal niet slechter dan anderen. Er zijn juist heel veel landen die helemaal niks doen, waar we dus al het goede voorbeeld aan geven. Er zijn ook heel veel landen die wel wat doen, maar dan incidenteel. Een land als Denemarken, dat wel minder inwoners heeft dan Nederland, zit op 140. Hongarije zit op 30. In Polen is het rond de 100. Dat terwijl wij op 500 zitten. Als die landen ons voorbeeld volgen en andere landen die op nul zitten ons voorbeeld ook volgen, is het hervestigingsbeleid veel sterker dan het nu is. We kunnen niet alles alleen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Daar staan weer andere landen tegenover die juist beduidend meer doen. Denk aan Duitsland en Zweden. Zo kunnen we natuurlijk wel bezig blijven.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Inderdaad, er zijn ook landen die meer doen. Soms doen zij dat incidenteel. Sommige landen zijn ook een stuk groter. Als je in het hele spectrum kijkt, zie je dat Nederland op hoog niveau meedraait. Wij kunnen met goed fatsoen andere landen wijzen op het belang van dit beleid.

Ik kom op de ontheemdenstatus. Het CDA heeft daar aandacht voor gevraagd. Ook de heer Van der Staaij heeft ernaar gevraagd. De heer Oskam zei dat de rechter had gezegd dat het niet nodig was. Zo kun je ernaar kijken. We hebben het eigenlijk al, omdat asielvergunningen in eerste instantie altijd tijdelijk zijn, dus voor een bepaalde tijd. Na vijf jaar bekijken we hoe de situatie in het land van herkomst is. Dan kan de vergunning worden ingetrokken of niet verlengd worden of, als de situatie daar aanleiding toe geeft, wel verlengd worden. Het gaat hierbij om verplichtingen die worden voorgeschreven door de EU-richtlijnen.

De heer Van der Staaij vraagt of die vergunningen dan ook worden ingetrokken door de IND. Dat wordt inderdaad gedaan, maar natuurlijk zijn er altijd gevallen waarbij ook na vijf jaar het land van herkomst niet veilig genoeg is. Dan wordt de vergunning niet ingetrokken.

De heer Oskam (CDA):

Ik had met name aandacht gevraagd voor de implementatie van die richtlijn. In heel veel Europese landen had die al jaren geleden geïmplementeerd moeten worden, maar is dat nog steeds niet gebeurd. Ik vraag de staatssecretaris om dat punt mee te nemen naar de JBZ-Raad en om het daar op de agenda te zetten.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Dan gaat het over de vraag waarom de Richtlijn tijdelijke bescherming niet wordt benut. Dat ligt ook een beetje aan de voorwaarde van die richtlijn zelf, los van de implementatie door lidstaten. Het gaat hierbij om buitengewone voorzieningen bij een massale toestroom in de Europese Unie. Als de Commissie het heeft voorgesteld, kan bij besluit van een gekwalificeerde meerderheid van de Europese Raad de Richtlijn tijdelijke bescherming in werking worden gesteld. Dat is alleen nog nooit gebeurd, niet alleen vanwege de ratificatie maar ook omdat de Commissie het nog nooit heeft voorgesteld. Dat is namelijk stap één. Ook hebben lidstaten de Commissie nooit gevraagd om de richtlijn in werking te laten treden. Dat is vooral omdat, hoe het af en toe ook piept en kraakt, het nog niet is voorgekomen dat de instroom ineens zo massaal was dat de lidstaten het gezamenlijk niet aankonden. Dat is ook de reden waarom deze richtlijn, die er voor een situatie is die zich nog niet heeft voorgedaan, in de praktijk niet gebruikt is.

Voorzitter. Ik kom op de vraag van de heer Oskam over het puntensysteem voor immigratie. Terecht zei hij: in de brief van het kabinet staat dat we dit doen, maar we hebben geen puntensysteem. Daarom staat ook in de brief dat het kabinet het deels uitvoert en dat we het deels hebben. We hebben geen puntensysteem, maar we hebben wel een andere manier van vraaggestuurd arbeidsmigratiebeleid, namelijk het primaire systeem. Daarbij wordt gekeken naar de behoeften van de Nederlandse maatschappij en naar de behoeften van de arbeidsmarkt. Er zijn ook elementen van aanbodgestuurd beleid, waarbij wordt bekeken of iemand die een aanvraag doet, specifieke kwalificaties heeft, bijvoorbeeld via de zelfstandigenregeling, waardoor hij ervoor in aanmerking komt. In de ogen van het kabinet vormt het systeem dat we nu hebben een goede balans tussen wat Nederland nodig heeft en wat arbeidsmigranten en kennismigranten kunnen bijdragen. Wij hebben nu geen puntensysteem nodig om het in de praktijk beter te laten werken voor ons land.

Dan kom ik op de vraag van de heer Oskam over de JBZ-Raad en over het implementeren van asielregelgeving, los van die ene richtlijn waar we net over spraken. We hebben die richtlijnen en afspraken niet voor niets. Die moet je natuurlijk implementeren. Dat valt niet altijd mee. In Nederland doen we ook graag wat langer over het implementeren van bepaalde Europese richtlijnen. Er zijn ook richtlijnen die we graag wat kariger interpreteren. Maar uiteindelijk moet ieder land die richtlijnen wel implementeren om te zorgen voor een gelijk speelveld binnen de EU. Als we dat niet doen, bereiken we ook het doel niet, namelijk dat gelijksoortige asielverzoeken in verschillende Europese landen tot dezelfde uitkomst leiden. Los van dat wij in iedere vergadering van de twintig punten die wij kunnen adresseren dit ook kunnen zeggen, is het van belang dat juist de Europese Commissie de hoeder is van dit proces. Juist de Europese Commissie is de instantie die de nakoming van wetgeving in de Europese Unie moet bewaken. Die primaire rol zou ik daar willen laten liggen.

De heer Oskam heeft ook gevraagd naar de toegevoegde waarde van de EASO. De EASO speelt een belangrijke rol bij de harmonisatie van de asielsystemen van lidstaten om uiteindelijk te komen tot een gemeenschappelijk asielbeleid. Het gaat erom dat een aanvraag in land A op dezelfde manier behandeld wordt en dezelfde uitkomst heeft als in land B binnen de Unie. Dit gebeurt onder andere via training van nationale asielambtenaren, cijferanalyses van de asielinstroom en noodhulp aan lidstaten die deze nodig hebben als zij niet op eigen kracht Europese asielregelgeving kunnen naleven. Wij hebben ook uitwisselingen, zoal de al eerder genoemde in Rome, waarbij landen elkaar helpen en experts uitwisselen.

Dan kom ik op de vraag van mevrouw Voortman van GroenLinks over een eerlijke verdeling van asielzoekers binnen de EU. Uiteindelijk moet er een gelijk speelveld zijn tussen de lidstaten op Europees niveau. Dat begint met het implementeren van de asielwetgeving zoals die nu is en met het werken aan verdere harmonisatie in de praktijk. Het gaat erom dat het niet alleen op papier hetzelfde is, maar in de praktijk ook. De instroom van asielzoekers in de Europese lidstaten is hoog, maar niet gelijk verdeeld over de lidstaten. Er zijn oplossingen om daar meer balans in te brengen. Nederland heeft daar ook baat bij, zeg ik eerlijk, omdat wij niet bepaald onderaan bungelen. Dat helpt ook voor het draagvlak. De belangen zijn natuurlijk divers. Ik zal niet pretenderen dat wij zo'n systeem snel zullen hebben. Een cijfermatige herverdeling is het beste middel, maar de haalbaarheid daarvan is natuurlijk lastig. Er zijn landen, zoals Nederland, waar bovengemiddeld veel asielzoekers worden opgevangen. Andere landen hebben niet zozeer veel echte vluchtelingen, maar veel illegale migranten waar zij mee kampen en weer andere landen hebben geen van beide. Bij hen is de druk om iets te doen en te bewegen het kleinst. Dat maakt het een ingewikkelde puzzel. Als je al op het standpunt staat dat wij iets moeten doen met al die lidstaten, wordt de vraag hoe je dat dan doet vervolgens nog een ingewikkelde puzzel. Wij blijven eraan werken en wij blijven het middel verkennen. Maar ik wil wel de illusie wegnemen dat dit iets is waarmee wij binnen een paar maanden een belangrijke oplossing hebben. Volgens mij heb ik daarmee de vragen beantwoord.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

ik heb ook gevraagd naar de mogelijkheid om mensen de gelegenheid te geven om asiel aan te vragen via EU-ambassades. Ik heb daarbij twee opties geschetst, voor de korte en voor de lange termijn. Zou de staatssecretaris daar ook op kunnen reageren?

Staatssecretaris Dijkhoff:

Zoals ik al zei: in algemene zin zit er een spanning tussen het inzetten op opvang in de regio en het in dezelfde regio creëren van een balie voor opvang buiten de regio. Daarom is het kabinet daar geen voorstander van. Het levert ook allerlei praktische problemen op, ook al zou je het EU-breed doen. Dit is wel het hoofdpunt waarom ik er niet echt enthousiast van word.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De staatssecretaris gaf ook aan dat je een pakket aan maatregelen moet nemen. Je kunt niet alles op één maatregel inzetten. Dan zou dit toch heel duidelijk deel kunnen uitmaken van een breder pakket?

Staatssecretaris Dijkhoff:

Je moet wel achter iedere maatregel in het pakket staan. Het liefst moeten daar geen maatregelen in zitten die elkaar weer ontkrachten. De indruk wordt gewekt dat je met zo'n systeem kunt voorkomen dat mensen zo'n barre tocht beginnen, maar daar ben ik niet van overtuigd. Veel mensen die nu zo'n tocht beginnen, weten ook wel dat de kans op een vluchtelingenstatus niet zo groot is. Als mensen nul op het rekest krijgen bij een aanvraag volgens het model dat mevrouw Voortman wil, zullen mensen niet denken: oh, jammer. Dan is nog steeds het risico dat mensen denken: dan moet ik het maar op een illegale manier proberen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik snap het dan eigenlijk helemaal niet meer, want dit zou betekenen dat de staatssecretaris zegt: het heeft überhaupt nooit zin om grenzen te sluiten voor vluchtelingen, want een illegale stroom van mensen zal er altijd zijn.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Het is een beetje academisch, maar de enige manier om geen enkele poging tot illegale binnenkomst van een land meer te hebben, is door geen grenzen te hebben en geen beperkingen. Dan kán het niet illegaal, want dan mag alles. In de praktijk zal er altijd een stroom zijn, maar dat betekent natuurlijk niet dat er geen middelen zijn om die stroom te ontmoedigen of om ervoor te zorgen dat daar zo min mogelijk slachtoffers bij vallen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dat begrijp ik, maar heel concreet was mijn vraag: kwalificeert de staatssecretaris dan daarmee ook het VVD-plan? Als ik hem goed gehoord heb, zei hij net: het plan van mevrouw Voortman heeft helemaal geen zin, want mensen zullen dan teleurgesteld zijn dat ze toch geen verblijfsvergunning krijgen of niet erkend worden als vluchteling en gaan het illegaal doen. Dan maakt het dus ook nooit wat uit of je nu wel of niet je Nederlandse of je Europese grenzen sluit voor vluchtelingen. Mensen zullen toch altijd illegaal de oversteek wagen. Dan is de kwalificatie van het VVD-plan dus: leuk geprobeerd, maar helaas.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Dan komt er spanning tussen het hebben van een dichte grens en het uitsluiten dat iemand ondanks die dichte grens en de grensbewaking toch een poging waagt om binnen te komen. Dat is zo oud als grenzen, douanes en grensbewaking. Zolang die er zijn, zullen er pogingen zijn om buiten die grenzen om toch binnen te komen. Het is voor mij wat hypothetisch om te filosoferen over het sluiten van de Europese buitengrenzen voor echte vluchtelingen, aangezien dat geen kabinetsbeleid is.

De heer Oskam (CDA):

Nog even over de motie van Buma, Pechtold en Van der Staaij. De minister-president heeft gezegd: ik heb liever dat de staatssecretaris dat gaat doen. We zijn aan de wensen van de VVD tegemoetgekomen en hebben dat inmiddels veranderd. De VVD steunt ook de motie. De staatssecretaris zegt dat die motie deels staand beleid is, maar niet helemaal. Kan hij met die motie uit de voeten?

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ja. De motie is niet staande dit debat ingediend, maar ik heb er een blik op kunnen werpen. Ik voel de motie als ondersteuning van staand beleid en als ik over de portefeuille en de verantwoordelijkheid die mij is toegediend, zelf de coördinatie mag houden, vind ik dat wel prettig.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik wil toch graag een kleine opheldering over de afwijzing van de staatssecretaris. Over de registratie in de regio zegt de staatssecretaris: dat heeft geen zin, want ze zullen toch wel komen, maar het is wel uniek dat de mensen die nu komen, Syriërs en Irakezen, voor 95% een status krijgen. Als je dat in de regio zelf zou registreren, hebben we een voordeel, want dan kun je pas echt aan de poort aan burden-sharing gaan doen. Dat heeft dan toch wel degelijk een voordeel? Het zit in het voorstel van de VVD, het zit in het voorstel van GroenLinks en ik hoor het anderszins ook, dus waarom zou de staatssecretaris dat niet zien als een verbeterslag?

Staatssecretaris Dijkhoff:

Het registreren in de regio voor opvang in de regio wel, maar dan zoekt iemand echt opvang en een safe haven daar, en krijgt dat ook daar ter plekke via de UNHCR. Dat is iets anders dan een loket daar voor de registratie voor opvang buiten de regio. Dan krijg je natuurlijk ook een grote groep mensen die niet naar een vluchtelingenkamp zouden gaan, omdat ze niet per se op de vlucht zijn — anders konden ze immers daar terecht — maar juist op zoek naar een verblijf hier, om economische redenen of in ieder geval om andere dan asielrelevante redenen. Als dat de insteek is, leidt het kunnen doen van een aanvraag ter plekke natuurlijk niet ertoe dat bij een afwijzing niet alsnog een poging tot oversteek wordt gemaakt.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Als je wel registreert in de regio zelf, kun je toch veel beter een selectie maken van mensen, met name de meest kwetsbare mensen, van wie je zegt: die willen we graag opvangen? Natuurlijk staat dat los van het feit dat je in de regio zou kunnen opvangen. Daar is het hervestigingsbeleid een voorbeeld van. Juist als je dat centraal registreert in de regio zelf, als je daar registreert in plaats van hier in Europa, zou je het hervestigingsbeleid veel meer kunnen uitbreiden.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Een van de effecten van het hervestigingsbeleid is dat opvang in de regio draagbaarder wordt door de meest schijnende gevallen eruit te lichten. Dat is wel een proces dat via de UNHCR loopt. De UNHCR vangt de mensen in eerste instantie op en zegt tegen andere landen dat het beter is om bepaalde mensen buiten de regio op te vangen. Dat systeem is er en daar ben ik ook niet tegen. Ik wil er alleen niet iets naast zetten. Het zou helpen als veel andere landen die het kunnen dragen op het Nederlandse niveau van hervestiging komen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Als je, gezien de situatie in Syrië, toch al weet dat een groot deel van de Syrische vluchtelingen een status krijgt als zij zich in Nederland melden, wat is er dan op tegen om meteen de toets uit te voeren als deze mensen zich melden in een land buiten de EU? Op dat moment komen zij in ieder geval op een legale, veilige manier hier.

Staatssecretaris Dijkhoff:

U vraagt eigenlijk: waarom halen wij niet iedereen die in een reguliere opvang terechtkomt, hierheen? Dat bijt met de doelstelling van opvang in de regio. Het kan zijn dat wij daar verschillend over denken, maar wij willen vooral opvang in de regio.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dan heeft de staatssecretaris mijn voorstel niet helemaal goed begrepen. Het gaat wat mij betreft om specifieke groepen; groepen waarbij er sprake is van een schrijnende situatie.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Daar heb je dus het traject voor van opvang in de regio en hervestigingsprogramma's via de UNHCR. Mevrouw Voortman heeft het over mensen in een specifieke situatie. Ik begrijp haar zo dat niet iedereen die in aanmerking komt voor een vluchtelingenstatus in haar systeem in aanmerking komt voor opvang hier. Zo'n systeem hebben wij al. Laten wij daar dan niet eenzelfde systeem naast zetten.

De voorzitter:

Daarmee is er een eind gekomen aan de eerste termijn van de regering. Ik heb zo maar het idee dat er behoefte is aan een tweede termijn. Daarin is als eerste het woord aan mevrouw Voortman.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vond het een nuttig debat. Bijna Kamerbreed is het VVD-voorstel om de EU-grenzen te sluiten voor asielzoekers van buiten de EU, ronduit naar de prullenbak verwezen. Dat vind ik een goed punt. Dat is winst van dit voorstel. Ik zie de heer Azmani ook knikken. Het is fijn dat er misschien toch nog sprake is van voortschrijdend inzicht.

Ik heb van verschillende fracties gehoord wat er dan wel moet gebeuren. Dat is ook belangrijk. Als je roept dat een bepaald plan geen goed idee is, heb je als volksvertegenwoordiger de dure plicht om te zeggen wat je dan wel wilt. Ik doe bij dezen twee voorstellen waarmee ik hoop dat wij in ieder geval een stap kunnen zetten om de situatie te verbeteren.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het aantal ontheemden uit oorlogsgebieden onverminderd groot is en het aantal mensen dat asiel zoekt in Europa in 2014 verder is gestegen;

constaterende dat er nog steeds migranten overlijden bij een levensgevaarlijke tocht naar de EU over de Middellandse Zee, opvangkampen in de regio uitpuilen en mensensmokkelaars geld verdienen aan vluchtelingen;

van mening dat mensen die vluchten voor oorlog en geweld een veilig toevluchtsoord moeten hebben en houden in Nederland en de Europese Unie;

verzoekt de regering, met het oog op het standpunt van de Europese Commissie over migratie in te zetten op de volgende elementen:

  • -een gemeenschappelijk Europees asielbeleid en het waarborgen van asielbescherming en fatsoenlijke opvang in alle lidstaten;

  • -het investeren en bevorderen van goede opvang in de regio;

  • -een humanitaire missie in de Middellandse Zee die niet alleen toeziet op grensbewaking maar ook het doel heeft om levens van vluchtelingen te redden;

  • -een Europees hervestigingsbeleid met deelname van alle lidstaten;

  • -het inzetten op het komen tot een systeem van veilige en legale migratie;

  • -een harde en effectieve aanpak van mensensmokkel;

en dit alles met de bescherming van vluchtelingen en voorkomen van onnodige en onveilige migratie als doel,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voortman en Kuiken. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1960 (19637).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat illegale migratie vooral wordt veroorzaakt door het gebrek aan mogelijkheden tot legale migratie;

van mening dat het voor de meest kwetsbare en noodlijdende vluchtelingen mogelijk moet zijn om bij diplomatieke posten van de EU aan te kloppen voor hulp zodat zij zonder tussenkomst van mensensmokkelaars naar veilig gebied kunnen komen;

verzoekt de regering, de mogelijkheid te creëren voor verifieerbaar noodlijdende vluchtelingen om een humanitair visum aan te vragen bij Nederlandse diplomatieke posten op basis waarvan legaal naar Nederland kan worden gereisd om alhier een asielaanvraag in te dienen;

verzoekt de regering tevens, zich binnen de EU in te spannen om tot gemeenschappelijk beleid te komen over het aanvragen van humanitaire visa bij Europese diplomatieke posten in crisisgebieden en een evenwichtige hervestiging van vluchtelingen met een dergelijk humanitair visum over de lidstaten van de EU,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voortman en Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1961 (19637).

De heer Oskam (CDA):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor de snelle en uitgebreide beantwoording. Ik was onlangs onder andere met mevrouw Gesthuizen bij Europol. Dat brengt mij nog op het volgende punt, namelijk de samenwerking tussen Frontex en Europol. Het schijnt namelijk dat die nogal moeizaam verloopt. Ik wil graag weten wat de staatssecretaris daarvan weet. Ambtenaren die toezien op databescherming schijnen op dit moment twee maanden nodig te hebben om de beperkte werkafspraken die er zijn vorm te geven en goed te keuren. Ik wil graag van de staatssecretaris weten of hij die gang van zaken herkent. Waarom is het akkoord dat beide organisaties hebben gesloten om dit te verbeteren nog niet goedgekeurd door de European Data Protection Supervisor? Deelt de staatssecretaris de mening dat het belangrijk is dat Europol en Frontex snel direct informatie kunnen uitwisselen? Kan hij zijn invloed aanwenden bij de supervisor om dat akkoord zo snel mogelijk goed te keuren?

Ik kijk nog even terug naar het debat. In zijn inbreng geeft de heer Azmani aan dat hij met zijn plannen verder gaat dan het kabinetsbeleid. Dat siert hem. Tegelijkertijd doet hij het voorkomen alsof CDA, D66 en SGP zijn plannen steunen middels de door de leden Buma, Pechtold en Van der Staaij ingediende motie. Nergens in die motie valt echter te lezen dat deze drie partijen de buitengrenzen van Europa willen sluiten. Integendeel, zou ik zeggen. Wij zoeken als partijen naar oplossingen. De maatregelen staan in de motie. Het CDA staat voor een strikt en humaan asielbeleid.

Het afgelopen weekend is media-aandacht gegeneerd met de conclusie dat de buitengrenzen gesloten kunnen worden. Dat blijkt echter niet uit de maatregelen die zijn voorgesteld door de heer Azmani. Mijn conclusie is dan ook dat de ballon die dit weekend is opgelaten vanavond lek is geprikt.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. In het debat van de grote doorgeprikte ballonnen heb ik ook gewoon mijn tweede termijn. Ik dank de staatssecretaris voor zijn beantwoording. Ik denk dat er een hoop zaken zijn opgehelderd. Twee dingen echter nog niet. Het eerste is natuurlijk de vraag wat de rol is geweest van nu staatssecretaris en eerder Kamerlid Klaas Dijkhoff bij het stand brengen van dit plan. We zullen dat nooit te weten komen, als de staatssecretaris dat niet uit vrije wil hier naar voren brengt. Dus dan blijven we daar maar naar gissen. Het tweede dat nog een mysterie blijft, is of er wet- en regelgeving gewijzigd moet worden, inclusief internationale verdragen, als je het idee wilt uitvoeren om de buitengrenzen van Europa te sluiten voor vluchtelingen en, zo ja, welke dan. Dat mysterie zal de komende tijd wel opgelost moeten worden. Mijn fractie neemt daarin een ander standpunt in dan de VVD-fractie. Wij zijn er namelijk van overtuigd dat je, als je dat echt meent, wel een groot aantal verdragen zult moeten veranderen.

Ik heb twee moties. Eentje gaat over de eerlijke verdeelsleutel. Ik neem het de staatssecretaris niet kwalijk dat hij daar wat luchtigjes overheen ging, want hij kan niet alles weten. Hij moet echter wel begrijpen dat de Kamer het wel op prijs stelt om te weten wat de vrucht is van de denkexercitie die zijn voorganger echt had beloofd aan de Kamer. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het aantal asielzoekers dat de EU binnenkomt onevenredig is verdeeld;

verzoekt de regering, zich actief in te zetten in EU-verband om te komen tot een meer eerlijke verdeelsleutel van asielzoekers binnen de EU en hierover de Kamer te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Schouw en Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1962 (19637).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het sluiten van de Europese buitengrenzen zich niet verhoudt tot internationale verdragen zoals het Vluchtelingenverdrag, waar Nederland aan gehouden is;

verzoekt de regering, zich onverkort in te zetten voor een streng, rechtvaardig en humaan asielbeleid waarin de Europese buitengrenzen niet worden gesloten voor vluchtelingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Schouw, Voordewind en Kuiken. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1963 (19637).

Ik geef het woord aan mevrouw Gesthuizen. Ik zie dat zij afziet van haar tweede termijn.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik wil mijn tweede termijn gebruiken voor het indienen van één motie. De inhoud ervan, spreekt voor zich.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Nederlandse burger de laatste tijd blij is gemaakt met vele dode mussen, variërend van het terugkrijgen van €1.000 tot het in stand laten van de hypotheekrenteaftrek;

constaterende dat deze loze beloften steeds van VVD-zijde komen;

constaterende dat deze trend doorgaat nu ook ten onrechte is aangegeven dat genoemde partij de asielinstroom wil stoppen;

spreekt uit dat het nu afgelopen moet zijn met het beduvelen van de burger,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Fritsma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1964 (19637).

De heer Kuzu heeft zich afgemeld voor de vergadering.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Als er tijdens dit debat één ding duidelijk is geworden, dan is het wel dat we het er eigenlijk allemaal over eens zijn dat de grenzen van Europa niet gesloten moeten worden. Als de heer Azmani dat zinnetje uit zijn plan had gehaald, zouden we volgens mij een heel constructief gesprek met hem gevoerd hebben. De andere ideeën van de heer Azmani komen immers heel dicht in de buurt van hetgeen we volgens mij in de Kamer allemaal willen, namelijk een harmonisatie van het asielbeleid in Europa en het bekijken hoe je de opvang in de regio zou kunnen stimuleren. Om dat nog iets scherper te krijgen, wil ik de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat vanwege de oorlogssituatie in Syrië en Irak miljoenen onschuldige burgers op de vlucht zijn geslagen;

constaterende dat Nederland jaarlijks circa 500 vluchtelingen van de meest kwetsbare categorie uitnodigt om naar Nederland te komen en dat voor deze groep een versnelde hervestigingsprocedure geldt;

verzoekt de regering, de mogelijkheden te onderzoeken om het aantal genodigde vluchtelingen te vergroten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind en Schouw. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1965 (19637).

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Een tweede motie gaat over Frontex. De regering wordt daarin opgeroepen om te bekijken of we niet tot een robuustere missie kunnen komen voor Triton.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat alleen al in 2014 circa 3.500 migranten onderweg naar Europa in de Middellandse Zee zijn omgekomen;

verzoekt de regering, zich ervoor in te spannen dat het Frontex-programma Triton robuuster wordt teneinde de migratiestroom te beperken en meer mensenlevens te redden, en hiervoor concrete plannen te presenteren vóórdat het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie begin 2016 aanvangt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1966 (19637).

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De laatste motie gaat over die belangrijke opvang in de regio.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er in 2014 een recordaantal van 626.000 asielzoekers zich heeft gemeld in de Europese Unie;

verzoekt de regering, de mogelijkheden te onderzoeken om de opvang in de regio te versterken;

verzoekt de regering tevens, op alle mogelijke manieren de Golfstaten aan te spreken op de gedeelde verantwoordelijkheid om deze ongekende humanitaire nood te verzachten door ook asielzoekers op te nemen en de opvang in de regio ook financieel te ondersteunen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind en Schouw. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1967 (19637).

Ook de heer Van der Staaij heeft zich afgemeld voor de vergadering.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. De Partij van de Arbeid is de baas in deze coalitie. De Partij van de Arbeid dicteert het asiel- en immigratiebeleid en de VVD huppelt er braaf achteraan. Hans Wiegel zei het goed, we zien hier de nederlagenstrategie van de VVD. Deze VVD-staatssecretaris durft, zoals verwacht, zijn vingers niet te branden aan dit VVD-asielvoorstel. Dat is jammer voor Nederland. Ons land smacht naar een streng asiel- en immigratiebeleid. Zo vindt maar liefst 52% dat terroristen door het huidige beleid te makkelijk hun weg vinden naar Nederland.

Ik rond af. We wachten met veel belangstelling op de volgende VVD-proefballon, die daarna weer door de Partij van de Arbeid kan worden doorgeprikt.

De heer Azmani (VVD):

Voorzitter. Volgens mij hebben wij een constructief debat gevoerd met elkaar. Ik denk ook dat het goed is dat wij dit debat voeren. Zoals al eerder gezegd, verbaasde het me dat er partijen waren die niet konden wachten om een motie in te dienen en dat al deden in het eerste debat dat de Kamer deze week voerde. Ik ben daar blij mee. Dit zijn maatregelen om uiteindelijk tot het resultaat te komen. Hoe je het wendt of keert, als je problemen wilt voorkomen — ik noem de almaar stijgende toestroom, de menselijke drama's, de mensensmokkelindustrie en de veiligheid: heb je te maken met een vluchteling, een economische gelukszoeker of een terrorist? — dan is daar maar één antwoord op: stoppen met de magneetwerking van het systeem dat we in Europa hanteren. Dat systeem is niet solidair, het is niet sociaal, maar het is onhoudbaar. Ik hoop dat de staatssecretaris een aanjagende rol op zich wil nemen. Op basis van de moties die eerder zijn ingediend door drie fractieleiders hoop ik dat er een Kamermeerderheid is. Daarmee leveren we een bijdrage aan de datgene dat volgens onze overtuiging, ook na het voeren van dit debat, de oplossing is voor al die maatschappelijke problemen.

De tijd zal het leren. Uiteindelijk zal de druk zo hoog worden dat meer partijen de conclusie zullen trekken, en dat ook politiek durven benoemen, dat we moeten stoppen met het asielsysteem in Europa.

De voorzitter:

Hiermee is er een einde gekomen aan de tweede termijn van de zijde van de Kamer. Ik heb verheugend nieuws: de staatssecretaris is in zijn eerste debat van plan om direct te reageren op de ingediende moties.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Voorzitter. Los van de moties moet ik ook ingaan op de vraag van de heer Oskam. Hij vroeg naar het agreement tussen Europol en Frontex. De partijen mogen persoonsgegevens uitwisselen. Het voorstel voor een samenwerkingsovereenkomst moet nog worden voorgelegd aan de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming, om na te gaan of een en ander goed verloopt. De termijnen liggen vast in Europese regelgeving. Ik denk wel dat het van belang is dat de samenwerkingsovereenkomst ook zorgvuldig tot stand komt. Snelheid is belangrijk, maar we moeten wel het advies van de Europese toezichthouder afwachten, zoals we ook hebben geschreven in de brief van 11 maart. We moeten immers tegemoetkomen aan de privacyaspecten.

Ik kom op de moties, te beginnen bij de motie-Voortman/Kuiken op stuk nr. 1960. Ik herken me in heel veel van wat er staat, sowieso in de intenties en ook in een aantal maatregelen. Ik deel de ambitie van een geharmoniseerd asielbeleid in de Europese Unie. Vanzelfsprekend deel ik de inzet op het tegengaan van mensensmokkel, net als het geven van prioriteit aan een goede opvang in de regio. Over twee punten aarzel ik. Als ik er mijn eigen interpretatie aan geef, kan ik ermee leven, maar ik weet niet of dat dezelfde interpretatie is als die van de indieners. Onder een humanitaire EU-missie in de Middellandse Zee met als doel levens te redden, zou ik ook verstaan wat we nu doen. Als er echt mee beoogd wordt dat wat we nu doen, veranderd wordt, moet ik de motie op dat punt ontraden. Het is namelijk wel een missie die Search and Rescue doet, maar geen missie die dat als hoofdtaak heeft. De hoofdtaak is de grensbewaking omdat de bevoegdheid van Search and Rescue en de verantwoordelijkheid daarvoor in eerste instantie bij de afzonderlijke lidstaten ligt en daar ook moet blijven liggen.

Over de inzet om te komen tot een systeem van veilige en legale migratie zou ik zeggen: dat systeem hebben we in mijn ogen al voor kennismigratie en andere vormen van migratie. Ik zei dat al eerder in reactie op vragen van de heer Oskam. We hebben ook systemen voor veilige en legale migratie voor mensen die hier komen en asiel aanvragen. Als daarmee de systemen worden bedoeld die ik "de balie in de regio voor opvang buiten de regio" heb genoemd, dan moet ik de motie ontraden. Daarmee is die namelijk in strijd met het kabinetsbeleid. Het hangt dus een beetje af van de weging.

De voorzitter:

Er liggen nu twee oordelen voor, afhankelijk van de interpretatie. Ik denk dat het verstandig is dat er wat verduidelijking komt over de motie.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wij spreken niet voor niets over het doel om levens van vluchtelingen te redden. In die zin leest de staatssecretaris de motie goed. Dan is het wel heel jammer dat hij de motie om die reden zou ontraden. Wij vinden dat er niet voldoende sprake is van inzet om te komen tot een systeem voor veilige en legale immigratie. Anders zouden we het niet formuleren als "om te komen tot een systeem".

Staatssecretaris Dijkhoff:

Dat is heel helder: dan moet ik de motie ontraden. Je kunt niet meteen alles hebben.

De motie-Voortman/Voordewind op stuk nr. 1961 ontraad ik ook. Die verhoudt zich niet met de opzet om juist in te zetten op bescherming in de regio. Het hervestigingsbeleid voorziet al in de mogelijkheid om zich via de UNHCR te melden voor opvang in derde landen.

Als ik de motie-Schouw/Voordewind op stuk nr. 1962 lees, komt die wat overbodig op mij over. We zetten namelijk in op een beleid dat leidt tot het meer gelijkmatig dragen van de last van het opvangen van asielzoekers of het meer gelijkwaardig genieten van de deugd om dat te mogen doen, afhankelijk van de opvatting. Deze motie acht ik overbodig.

Hetzelfde geldt voor de motie-Schouw c.s. op stuk nr. 1963.

De voorzitter:

Betekent "overbodig" dat u de motie ontraadt?

Staatssecretaris Dijkhoff:

De motie ondersteunt het beleid ook.

De voorzitter:

Oordeel Kamer?

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ja.

In de motie-Schouw c.s. wordt de regering verzocht, zich onverkort in te zetten voor een streng, rechtvaardig asielbeleid en om te zorgen dat de grenzen niet worden gesloten. Deze motie vind ik in de context echt overbodig. Ik ontraad haar omdat ik dat al zo stellig heb gebracht dat ik denk: tja, als het dan ook nog in een motie komt, is het geen ondersteuning meer maar een dubbeling. Dan vind ik de motie echt overbodig en moet ik haar ontraden. Dat is niet iets waarop we aansporing nodig hebben. Er staat al een punt achter voor het kabinet.

Bij de motie-Fritsma op stuk nr. 1964 zou ik haast punten geven voor de creativiteit, maar toch ontraad ik die.

De heer Fritsma (PVV):

Met alle respect voor de staatssecretaris, maar de motie bevat geen verzoek aan de regering maar vraagt om een Kameruitspraak. Het zou sportief zijn als de staatssecretaris het oordeel over de motie aan de Kamer laat.

De voorzitter:

De staatssecretaris als adviseur van de Kamer.

Staatssecretaris Dijkhoff:

De Kamer mag mijn advies natuurlijk in de wind slaan. Zullen we het zo afspreken?

Over de inhoud van de motie-Voordewind/Schouw op stuk nr. 1965 hebben we het uitgebreid gehad. Daarover verschillen we van mening. Om die reden zal ik die dus ook ontraden. We blijven bij het huidige aantal. We kunnen het de hele tijd alleen hebben over die 500, maar daarnaast is er nog een instroom van 30.000 mensen die we opvangen. Dat aantal is natuurlijk een stuk groter.

Dan kom ik op de motie-Voordewind op stuk nr. 1966. We willen wel kijken naar het versterken van de capaciteit, maar niet het mandaat uitbreiden, dus daarom ontraad ik deze motie. Dat gold eigenlijk ook voor de motie op stuk nr. 1960.

Dan kom ik op de motie-Voordewind/Schouw op stuk nr. 1967. Het eerste element, opvang in de regio, is staand beleid. Na lezing van het tweede element kom ik tot de conclusie dat ik beide gezamenlijk ontraad. Het is niet zo dat de Golfstaten niets doen. Er is al sprake van financiële ondersteuning door Koeweit met 633 miljoen dollar sinds 2012, Qatar 237 dollar en Saudi-Arabië 570 miljoen dollar. Ik zeg niet dat het niet welkom zou zijn als zij nog meer zouden doen, of ook opvang doen, maar ik vind het niet per se aan ons om er een speerpunt van te maken om hen daar steeds op aan te spreken.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dat is dan weer een verschil tussen deze staatssecretaris en de vorige staatssecretaris. Hij benadrukte juist dat hij de Golfstaten daartoe wilde aanzetten. Het klopt dat er een financiële bijdrage komt, maar als je kijkt naar het aantal opgevangen vluchtelingen, dan kwam de vorige staatssecretaris niet verder dan zes. Het is niet zozeer een nieuw speerpunt als wel een aanmoediging. Als wij onze verantwoordelijkheid nemen om te investeren in de regio, dan zou het ook goed zijn als de Golfstaten dat doen. Als dat het breekpunt is, ben ik ook bereid om dat laatste verzoek eruit te halen, want het gaat mij vooral om het eerste verzoek.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Dat is staand beleid. Er staat: de mogelijkheden te onderzoeken om de opvang in de regio te versterken. Dat roept bij mij dan weer de vraag op wat voor onderzoek dat zou moeten zijn. We doen het al. In die zin kan ik zeggen dat ik deze motie ook overbodig vind. Ik kan niet helemaal duiden wat er achter dat onderzoek vandaan komt. Daarom blijf ik deze motie ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We stemmen komende dinsdag over de ingediende moties. Ik dank u allen hartelijk voor uw aanwezigheid.

Naar boven