8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, vanmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Bashir (34000-A, nr. 31).

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor om het dertigledendebat over het vertrouwen van advocaten in het justitiebeleid van het kabinet, het dertigledendebat over de ontwikkelingen met betrekking tot het vormen van een megaprovincie en het dertigledendebat over het verlies aan banen in het gevangeniswezen van de lijst af te voeren.

Op verzoek van de PVV-fractie benoem ik in het Presidium het lid Beertema tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature. Tevens benoem ik in de commissie voor de Werkwijze der Kamer het lid Bosma tot lid in plaats van het lid Beertema.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen:

34000-VIII-51; 34000-VIII-49; 29683-180; 33930-XIII-11; 33930-XIII-12; 33930-XIII-13; 31936-207; 34000-XIII-90.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

het VAO Verzamel-algemeen overleg Jeugdzorg naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 22 januari, met als eerste spreker mevrouw Siderius.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik zie dat mevrouw Siderius nu al een opmerking wil maken.

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. Het verzoek is om dat overleg deze week al in te plannen, want het heeft enige spoed. Het gaat om de eigen bijdrage voor kinderen die psychiatrische zorg nodig hebben. Een aantal kinderen krijgt die zorg op dit moment niet omdat hun ouders de eigen bijdrage niet kunnen betalen. Als het overleg dus deze week nog gevoerd zou kunnen worden, zou dat mooi zijn. Als dat niet mogelijk is, verzoek ik u dringend om het op de agenda voor volgende week te zetten.

De voorzitter:

Deze week inplannen betekent ook deze week stemmen?

Mevrouw Siderius (SP):

Nee, in dat geval kunnen wij volgende week stemmen.

De voorzitter:

Ik ga mij daarvoor inspannen. Op het herziene vergaderschema kunt u zien of dat gelukt is. Ik zal mijn best doen.

Ik geef het woord aan de heer Van Haersma Buma van het CDA.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. Vorige week donderdag heeft de ECB de geldkraan opengezet. Er wordt 1.140 miljard euro bijgedrukt. Dat besluit heeft grote consequenties voor de euro en voor Nederland. Voor spaarders kan het op de langere termijn grote gevolgen hebben. Daarom wil ik daarover met het kabinet in debat. In dat debat wil ik ook de uitslag van de Griekse verkiezingen betrekken, die eveneens grote gevolgen kunnen hebben voor de euro. De combinatie van geld bijdrukken en nog minder zicht hebben op hervormingen en terugbetaling van schulden geeft mij alle reden om daarover in debat te gaan met de minister-president en de minister van Financiën.

De voorzitter:

De heer Van Haersma Buma verzoekt om steun voor het houden van een debat met de minister-president en de minister van Financiën over de miljarden die de ECB in de economie stopt.

De heer Roemer (SP):

En vast en zeker nog 25 andere dingen die daarmee samenhangen. Steun voor het debat.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ook wij steunen het debat. Het is een grote schande dat de geldpersen aangaan en dat wij in Nederland daar niets van mogen vinden, terwijl wij tegen zijn. Ook Duitsland is tegen. Wij moeten er snel over debatteren.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Er zijn belangrijke beslissingen genomen, zeker gelet op de toevoeging van Griekenland. Dat is ook een belangrijke ontwikkeling die voor de deur staat, waar wij op een gegeven moment iets mee zullen moeten doen. Wij steunen de aanvraag.

De heer Koolmees (D66):

Het risico van het QE-beleid is dat hervormingen in de eurozone worden uitgesteld. D66 vindt dat een heel slecht idee. Daarom voeren wij graag een debat met het kabinet. Wel benadruk ik dat wij niet willen debatteren over het ECB-besluit zelf, want de ECB is onafhankelijk en wij gaan niet over dat besluit. Wij geven dus wel steun aan een debat, maar vanuit de aandacht voor de hervormingen. Wij mogen geen tijd verloren laten gaan.

De heer Nijboer (PvdA):

Ik sluit aan bij de laatste opmerking. Als politici de hand aan de geldkraan zetten, hoed je dan maar. Om die reden heeft de PvdA eerdere moties over dit onderwerp niet gesteund. De PvdA zal steun geven aan het voorstel van het CDA, morgen in de procedurevergadering van Financiën, om de heer Knot hier te horen. Dat is ook gebruikelijk op grond van de Bankwet. Echter, het debat over het monetair beleid en de beïnvloeding daarvan door politici zal de PvdA niet steunen. Geen steun dus voor het gevraagde debat.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Bijna in reactie op de heer Nijboer zeg ik dat de gevolgen wel degelijk voor Nederland zijn. Wij gaan hier niet spreken over het al dan niet nemen van een besluit, want dat besluit is al genomen. Dat besluit zal grote gevolgen hebben voor Nederland, onze pensioenen en de besparingen, maar ook voor de hervormingen in andere Europese landen. Het is goed om het kabinet daarover aan de tand te voelen.

De heer Harbers (VVD):

De regering gaat niet over het beleid van de ECB en het door de ECB genomen besluit. Om die reden is het vreemd om een debat te voeren met de regering. De VVD steunt dan ook niet de aanvraag voor een debat van de heer Van Haersma Buma. Het is in de Kamer goed gebruik dat wij bij grote ECB-operaties een hoorzitting organiseren met de heer Knot — dat doen wij al sinds jaar en dag — dus dat verzoek van de CDA-fractie zullen wij morgen wel steunen, zoals wij ook hebben gedaan bij voorgaande grote operaties. Wij steunen echter niet de debataanvraag van de heer Van Haersma Buma.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Het besluit van de ECB kan grote gevolgen hebben voor burgers. Er gaat meer geld van de noordelijke lidstaten naar de zuidelijke lidstaten. Daar mogen wij het als politiek best over hebben. Dat moeten wij niet van ons wegschuiven. Steun voor het debat.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Het kan ook kort. Ik steun het verzoek van de heer Buma.

De heer Klein (Klein):

Bij dat verzoek sluit ik mij graag aan. Dus ook heel kort: steun.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Buma, u hebt de steun van vele fracties, maar de meerderheid van de Kamer steunt uw verzoek niet.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Dat klopt, hoewel ik een grote meerderheid van het aantal fracties achter mij heb. Dat wil ik toch geconstateerd hebben. Ik vind het wel heel vreemd dat de VVD vorige week een motie indiende, om de kaders van het besluit in een motie van de Tweede Kamer te vangen. Vóór het besluit dus wel debatteren en daarna niet meer. Ik wil toch de oproep doen aan de heer Harbers om nu dezelfde opstelling te kiezen als hij vorige week deed en om het debat aan te gaan. Hij hoeft het besluit wat mij betreft niet te bekritiseren, maar anderen zeiden het ook: het gevolg van dit besluit voor Nederland is gigantisch en daar horen wij over te debatteren. Dus nogmaals het verzoek aan de heer Harbers, en overigens ook aan de Partij van de Arbeid, om te begrijpen dat wij hier als Kamer over moeten debatteren.

De heer Harbers (VVD):

Precies om die reden heb ik vorige week mijn inbreng in het debat en de motie heel precies geformuleerd, namelijk zo dat we als Kamer een uitspraak doen die niet ziet op een opdracht of een verzoek aan het kabinet. Dan vind ik het raar om daarover naderhand met het kabinet in debat te gaan. Wij hebben als Kamer een uitspraak gedaan. De ECB is onafhankelijk en heeft zelf een besluit genomen. Dan vind ik het een vreemde figuur om met het kabinet in debat te gaan over een besluit waar het kabinet zelf niet over ging.

De voorzitter:

Mijnheer Buma, het lijkt erop dat de meerderheid van de Kamer uw verzoek niet steunt. U hebt wel voldoende steun voor een dertigledendebat. Ik begrijp ook dat u voldoende steun hebt voor een hoorzitting met de president van de Nederlandsche Bank.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik ben bang dat een dertigledendebat niet zou worden gehouden voor de volgende ronde geldverruiming, dus dat heeft niet zo veel zin. We hebben, neem ik aan, in de week van de Europese Raad een debat ter voorbereiding daarvan. Die Raad is op 12 februari.

De voorzitter:

Dat hebben we altijd.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

In dat geval zou ik een brief willen vragen over deze onderwerpen. Wat zijn de gevolgen van deze zaak voor Nederland? Wat betekent het bijvoorbeeld voor spaarders en voor de euro op de langere termijn als wij daar geld in pompen? Ik lees ook graag wat de Griekse uitslag voor gevolgen heeft. Die brief wil ik graag kunnen betrekken bij dat debat. Voorts zou ik graag willen, maar dat kan eventueel ook later, dat de minister van Financiën daar eveneens voor uitgenodigd wordt.

De voorzitter:

Dat debat staat gepland voor 11 februari. Ik zal uw verzoek doorgeleiden in de vorm van het stenogram van dit gedeelte van de vergadering. Ik zal vragen of de brief waar u om vraagt, uiterlijk 10 februari naar de Kamer kan worden gestuurd. Dan hebt u ook nog even de gelegenheid om hem te bestuderen. Ik zal ook het verzoek doorgeven aan het kabinet of de minister van Financiën bij dat debat aanwezig kan zijn.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Dan zou het gunstig zijn, maar dat is aan de commissie, als we de president van de Nederlandsche Bank kunnen spreken voor dat debat, zodat we dat ook hebben gehad.

De voorzitter:

Ik begrijp dat u daar morgen in de procedurevergadering over gaat spreken en uw collega's hebben het nu alvast kunnen horen.

Dan geef ik het woord aan de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Mevrouw de voorzitter. Voor het kerstreces heb ik een debat aangevraagd over het leegzuigen van onze trots KLM door Air France en ik kreeg helaas niet voldoende steun voor een debat. Wel voor een dertigledendebat, met dank aan het CDA en de SGP, maar met name de VVD gaf toen te kennen dat de staatssecretaris niks kon doen hieraan. Nu las ik in Het Financieele Dagblad quotes van de heer Elias dat de staatssecretaris hier wel degelijk iets aan kan doen en dat hij dat ook gaat eisen van de staatssecretaris. Dan denk ik: als mijnheer Elias mij nu steunt, dan kunnen we een plenair debat houden, een volwaardig debat. Dus ik vraag om een ophoging en ik vraag om dat debat spoedig te houden. Immers, op 2 februari worden er knopen doorgehakt die van essentieel belang zijn. Het is een van de grootste particuliere werkgevers van Nederland en het is de Siamese tweeling van Schiphol, dus we kunnen dat niet uitstellen.

De voorzitter:

Dat zou betekenen: het omzetten van een dertigledendebat, te houden nog deze week, want het moet voor 2 februari. Het verzoek is om steun hiervoor.

De heer Van Helvert (CDA):

Die vraag hebben wij vorige week ook gesteld, dus in die zin steunt het CDA zeker dit debat, aangevraagd door de PVV. Mocht het zo zijn dat het zoals vorige week de meerderheid niet haalt, dan wil ik in verband met de datum van 2 februari die de heer Graus ook noemt — dat is volgende week en dan gaat de holding beslissen over de greep in de kas — dat wij deze week nog een spoed-AO houden.

De voorzitter:

Maar dat doen wij niet in de regeling van werkzaamheden.

De heer Van Helvert (CDA):

Nee, maar …

De voorzitter:

Dat moet u echt niet hier doen. Ik ga …

De heer Van Helvert (CDA):

Maar dan wil ik u vragen …

De voorzitter:

Nee, dat gaan wij echt niet doen.

De heer Van Helvert (CDA):

… om met een VAO rekening te houden.

De voorzitter:

Dat gaan wij ook allemaal nog niet doen, want in de volgordelijkheid der dingen moet u eerst de zaken bespreken in de procedurevergadering of via een e-mailprocedure binnen de commissie, niet hier.

De heer Bashir (SP):

Ik steun het verzoek namens de SP-fractie, want het zou heel raar zijn als zo meteen allemaal dingen gedaan worden zonder dat de Kamer zich erover heeft uitgesproken.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het verzoek.

De heer Bisschop (SGP):

Dat geldt ook voor de SGP-fractie.

De heer Leenders (PvdA):

De signalen die deze week tot ons kwamen zijn voor ons reden genoeg om dit te steunen, maar ik kan mij voorstellen dat een spoed-AO met een daaraan gekoppeld VAO beter is en sneller kan dan wat de heer Graus voorstelt. Dus dat wachten wij even af, maar voor dit moment steunen wij het debat.

De voorzitter:

Maar mijnheer Leenders, omdat het gaat om een verzoek om het debat nog deze week in te plannen, wil ik dat u steun uitspreekt voor een plenair debat — dan ga ik dat proberen te regelen — of dat u zegt: misschien komen wij morgen terug; wij gaan eerst kijken of wij dat via een algemeen overleg doen. U moet echt nu duidelijkheid geven.

De heer Leenders (PvdA):

Ik heb begrepen dat het CDA zo nog met een voorstel komt.

De voorzitter:

Maar dat doen wij niet hier. U steunt het op dit moment.

De heer Leenders (PvdA):

Steun voor een debat.

De voorzitter:

Steun voor een debat.

De heer Elias (VVD):

Ik werd zo nadrukkelijk aangesproken dat het een beetje raar zou zijn als ik er niet ook wat van zou vinden. Er zijn nieuwe ontwikkelingen. Ik heb inderdaad gezegd dat de staatssecretaris wel wat meer actie zou mogen ondernemen. Ik ben niet tegen een debat maar een AO heeft mijn voorkeur, want dat gaat sneller. De heer Graus wilde immers een debat voor 2 februari hebben.

De voorzitter:

Ik stel vast dat een meerderheid van de Kamer zich heeft uitgesproken voor een nog deze week in te plannen plenair debat over de KLM.

Mevrouw Hachchi (D66):

Daar kunt u de D66-fractie ook toe rekenen.

De voorzitter:

Dat maakt de meerderheid alleen maar groter. Ik ga mijn best doen om dat nog deze week in te plannen.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Bontes.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. In 2011 zei oud-CDA-minister De Jager: mensen, maak je geen zorgen over het geld dat naar Griekenland gaat; het komt terug met rente. Nu zijn wij een tijdje verder. De radicaal linkse beweging, de linkse partij Syriza is nu aan de macht. Dat lijkt mij dus heel ver weg. De nieuwe premier van Griekenland zal er namelijk keihard ingaan. Die gaat keihard onderhandelen met de EU, het IMF en de Europese Centrale Bank. Vrijdag gaat minister Dijsselbloem van Financiën naar Griekenland, maar met welk mandaat? Wat gaat hij daar zeggen? De regeringspartijen zijn verdeeld. De Partij van de Arbeid heeft een andere mening dan de VVD. Ik wil voor aanstaande vrijdag een debat, met in ieder geval de minister van Financiën, over de vraag wat hij in Griekenland gaat zeggen en wat zijn onderhandelingsruimte is.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het nog deze week houden van een debat met de minister van Financiën over de uitslag van de Griekse parlementsverkiezingen.

De heer Merkies (SP):

Steun voor het voorstel.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik geef steun, want de minister heeft al aangegeven dat hij geld gaat brengen. Schuldverlichting, renteverlaging en langere looptijden, alles is mogelijk. De Grieken hebben al 240 miljard gehad en ze zijn niet van plan om terug te betalen. We moeten dus inderdaad heel snel debatteren.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Het is goed om hierover te debatteren, maar we hebben hier vorige week bij de Ecofin ook al uitgebreid over gesproken. We kunnen dit soort dingen misschien voortaan wat meer bij de Ecofin betrekken. Voor nu is het goed om het te bespreken.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Er ligt een nieuw feit: er is een nieuwe Griekse premier.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Precies.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Het lijkt mij duidelijk dat we daarover dan ook een debat moeten hebben.

De heer Bisschop (SGP):

Het is een nieuwe situatie. Het lijkt me verstandig om daar op korte termijn het gesprek over te voeren. Ik geef dus steun voor het debat.

De heer Verheijen (VVD):

Ik geef geen steun voor een debat. Er is enkel een verkiezingsuitslag. Er ligt nog geen regeringsprogramma. De inzet van de VVD is duidelijk. De inzet van de Nederlandse regering is duidelijk. Er liggen geen nieuwe feiten. Wat ons betreft houden we ons gewoon aan de inzet. Die is strak, stevig en hard.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Mijn collega Omtzigt is op dit moment voor zaken in Straatsburg. Hij zou hier echter gezegd hebben dat hij de heer Bontes steunt.

De heer Nijboer (PvdA):

We bespreken de situatie in Griekenland om de drie weken in de eurogroep. De Groep Bontes is van harte uitgenodigd om daarbij aanwezig te zijn. Het mandaat is helder. Ik geef dus geen steun voor dit extra debat.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik ben voor een strak, stevig en hard debat en geef dus steun voor het verzoek.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Syriza haalt 36% van de stemmen en krijgt daarmee 49% van de zetels. Dat is het echte probleem. Griekenland is blijkbaar geen democratie. Ik steun echter het debat.

De voorzitter:

Mijnheer Bontes, hoewel veel partijen u zojuist hebben gesteund, heeft de meerderheid van de Kamer geen steun uitgesproken voor het debat. U hebt natuurlijk wel voldoende steun voor het houden van een dertigledendebat.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Dat zou ik dan wel graag voor vrijdag gepland zien. Vrijdag gaat de minister van Financiën namelijk met de Grieken onderhandelen. Voor die tijd moet dat debat plaatsvinden. Wat de Partij van de Arbeid zegt, klopt gewoon niet, want er zijn wel nieuwe feiten. Syriza is nu de grootste partij. Dat slaat dus nergens op.

De voorzitter:

We gaan het debat hier niet voeren. Ik heb u ruim de gelegenheid gegeven om uw verzoek toe te lichten. U hebt niet de steun gekregen van de meerderheid voor een deze week nog te houden debat. Ik zal uw verzoek — zo interpreteer ik uw woorden — toevoegen aan de lijst met dertigledendebatten. Er is drie minuten spreektijd per fractie. Zodra het debat aan de beurt is, zal ik het inplannen.

Ik geef het woord aan mevrouw Keijzer.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. De huishoudelijkehulptoelage zou leiden tot 14.000 banen. Door allerlei weeffouten in het systeem blijken dat nu echter niet meer dan 100 banen te zijn. De CDA-fractie vraagt dan ook om een brief om in te gaan op deze berichtgeving en om een debat om hierover te spreken.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over het banenverlies in de thuiszorg.

Mevrouw Siderius (SP):

Het is in ieder geval duidelijk dat de belofte van de Partij van de Arbeid voor 19.000 banen in de thuiszorg gebroken is. Ik heb vorige week al via de procedure een verzoek gedaan voor een algemeen overleg. Dat moet onder andere over dit onderwerp gaan, maar ook in het algemeen over de Wet maatschappelijke ondersteuning. Ook andere onderwerpen die hieraan linken kunnen daarbij besproken worden. Het verzoek komt morgen in de procedure en dat wil ik eigenlijk eerst afwachten voordat ik dit plenaire debat steun. De reden daarvoor is dat een AO veel sneller ingepland kan worden.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Steun voor het verzoek om een brief. Misschien kan daarin het bericht in De Telegraaf worden meegenomen over nog eens 55.000 verwachte extra ontslagen in de thuiszorg. En ook steun voor het verzoek om een debat.

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor zowel het verzoek om een brief als het verzoek om een debat.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Het kabinet probeert zo veel mogelijk banen in de zorg te behouden. Dat lijkt mij een goed streven. Over twee weken hebben we een algemeen overleg over arbeidsmarktbeleid in de zorg. Daar hoort het onderwerp huishoudelijkehulptoelage volgens mij prima bij. Ik steun dus het verzoek om een brief, die we dan mooi bij dat algemeen overleg kunnen betrekken, maar een apart debat hierover lijkt mij niet nodig.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Kortheidshalve sluit ik mij aan bij de heer Van Dijk.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dat geldt ook voor de ChristenUnie: steun voor het verzoek om een brief en dan agenderen voor een AO.

Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):

Ook ik sluit mij aan bij het verzoek van de heer Van Dijk.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Idem.

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, volgens mij is er grote overeenstemming over het feit dat hier binnenkort over gesproken moet worden, maar u hebt niet de steun van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Er is wel sprake van een brede steun voor en een brede behoefte aan een brief. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering dus doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Het woord is nogmaals aan mevrouw Keijzer, voor een tweede verzoek.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Ik heb hier al een aantal keren gestaan om een debat aan te vragen over alle grote problemen die bij de Sociale Verzekeringsbank ontstaan bij de uitbetaling of eigenlijk de niet-uitbetaling van de persoonsgebonden budgetten. Daar is telkens geen steun voor geweest. Er zijn wel allerlei brieven van de staatssecretaris gekomen. Ook gisteren is er nog een brief gekomen, maar ook daarin staan weer heel veel onduidelijkheden. De berichten blijven naar ons toe komen dat mensen de Sociale Verzekeringsbank niet kunnen bereiken en dat de pgb's niet worden uitbetaald. Daarom verzoek ik u mede namens de fracties van D66, de SP, GroenLinks en de PVV om het dertigledendebat dat al is toegezegd, om te zetten in een snel te houden regulier debat, zodat we dit kunnen bespreken.

De voorzitter:

Een verzoek tot het omzetten van een dertigledendebat in een meerderheidsdebat over de noodscenario's voor pgb-houders.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt dit verzoek.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Wij willen geen gepraat, maar oplossingen. De staatssecretaris heeft gisteren een brief gestuurd met talloze maatregelen en deadlines. Die deadlines lopen nu. Ik stel dus voor dat wij van de staatssecretaris eind deze week een overzicht krijgen van de stand van zaken op dat moment met betrekking tot de uitbetalingen en de problemen, want volgens mij is dat waarop mensen zitten te wachten: hun geld en oplossingen.

De voorzitter:

Geen steun voor een debat nu, maar wel voor het eind van de week of uiterlijk maandag 12.00 uur een brief over hoe de deadlines zijn verstreken en wat daar het resultaat van is.

De heer Krol (50PLUS):

Mensen moeten niet langer in onzekerheid worden gelaten. Nu steun voor een debat.

De heer Van 't Wout (VVD):

Ik denk dat het belangrijk is dat de staatssecretaris op dit moment vooral tijd steekt in het oplossen van de problemen. Na deze week kunnen wij beoordelen of die beloftes zijn waargemaakt. Dus steun voor de brief zoals voorgesteld door de PvdA en nu geen steun voor een debat.

De voorzitter:

Mevrouw Dijkstra, ik heb begrepen dat het verzoek mede namens D66 is gedaan, maar wilt u er toch nog iets over zeggen?

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ik zou de partijen die nu opnieuw tegenhouden dat wij hierover gaan debatteren, de VVD en de PvdA, toch willen voorhouden dat we met elke week opschuiven de pgb-houders die nu zo enorm in verwarring zijn …

De voorzitter:

Dat verzoek ligt nu niet voor. Het verzoek dat nu voorligt, hebt u gedaan.

Mevrouw Keijzer (CDA):

In de brief die wij gisteren hebben gekregen, staat ineens dat de uitbetaling van het pgb niet op 27 januari zal plaatsvinden, maar vanaf 27 januari. Het schuift dus weer op, maar de fracties van de PvdA en de VVD willen hier niet plenair over praten. Dat zij dan zo. Dan zal ik morgen tijdens de procedurevergadering voorstellen om deze week nog een AO te houden. Ik mag er dan toch van uitgaan dat zij dat voorstel wel zullen steunen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, zodat we uiterlijk volgende week maandag om 12.00 uur een brief van het kabinet krijgen over dit onderwerp.

Het woord is aan mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft een marktanalyse laten uitvoeren naar de kip van morgen. Daarbij heeft ze geconcludeerd dat de afspraken over duurzaamheid in strijd zijn met de Mededingingswet. Wat mij betreft slaat de ACM daarmee de bodem weg onder onze duurzaamheidsambities, die worden gedragen door de sector, de levensmiddelenbranche, de samenleving en breed door deze Kamer. Ik vraag daarom graag een debat aan met de staatssecretaris van EZ, voorafgegaan door een brief. Ik wil dat heel graag, omdat deze uitspraak van de ACM niet alleen raakt aan de kip van morgen, maar ook aan andere sectoren en aan afspraken over duurzaam varkensvlees. We hebben de staatssecretaris al gevraagd om de beleidsregel inzake duurzaamheid eens goed tegen het licht te houden ...

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

... want ook die functioneert niet goed.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de duurzaamheidsafspraken over de kip van morgen, voorafgegaan door een brief.

De heer Geurts (CDA):

Ik zou bijna zeggen: de ChristenUnie is ook wakker geworden. Maar het vragen om een brief is vragen naar de bekende weg, want die brief hebben we vorige week in een debat al toegezegd gekregen. Ik wil dat verzoek best steunen, maar de brief is onderweg vanuit het kabinet. Een plenair debat duurt me veel te lang, dus ik wil dat in een AO geregeld hebben. Daarom geen steun voor dit belangrijke onderwerp.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Een zeer belangrijk onderwerp, waarmee we als Kamer breed al heel lang bezig zijn. Dit is een van de onderwerpen waarop we gewoon breed optrekken. Maar de ACM doet al jaren niets en het kabinet acteert niet. Hier moet echt actie ondernomen worden. Graag een brief van het kabinet met wat het hieraan gaat doen en steun voor de aanvraag.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun voor het verzoek om een debat over de kip van morgen, die wat mij betreft allang weer de kip van gisteren is.

De heer De Liefde (VVD):

Het lijkt me goed dat het kabinet met een reactie komt op het besluit van de ACM. Die brief kunnen we dan ontzettend goed betrekken bij het debat dat al gepland staat over het WRR-rapport Naar een voedselbeleid. Geen steun voor een apart debat.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Ik zou erg graag over dit onderwerp praten, maar liever tijdens een AO dan tijdens een plenair debat. Ik ben niet zo onder de indruk van de kip van morgen. Het wordt de kip van over-, over-, over-, over-, overmorgen. Wij wachten de brief af en betrekken die bij een debat dat we toch al gepland hebben over voedsel.

De heer Van Gerven (SP):

Ik ben ook geen voorstander van een plenair debat. Wel wil ik een AO over de ACM, maar dan breder, waarbij ook het rapport over de margeverdeling van de boeren wordt betrokken. Dat rapport is onderweg naar de Kamer. Dan zouden we veel breder kunnen debatteren over de rol van de ACM in de land- en tuinbouw en de veehouderij. In die brede context wil ik het debat voeren. Ik wil dus een apart AO over de ACM, in relatie tot landbouw en veeteelt.

De voorzitter:

Mevrouw Dik, u hebt op dit moment geen steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Maar er is grote overeenstemming over dat er snel en indringend over dit onderwerp gesproken moet worden. U hebt brede steun voor een brief. Ik stel daarom voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, zodat u antwoord krijgt op uw vragen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik ben blij met de Kamerbrede betrokkenheid bij dit onderwerp. Die betrokkenheid heb ik eerder geproefd en proef ik vandaag ook weer. We staan hier dwars door de partijen heen schouder aan schouder. Ik hoop dat de brief snel naar de Kamer kan komen, waarbij ik reken op steun van collega's om snel een AO over dit onderwerp te plannen. Maar dat komt dan aan de orde in de procedurevergadering.

De voorzitter:

Ik vraag de minister de brief binnen twee weken aan de Kamer te sturen.

Het woord is aan de heer Van Nispen.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. In november kregen we antwoord op Kamervragen waarin stond dat de bezuinigingen op het Nederlands Forensisch Instituut niet zouden leiden tot kwaliteitsverlies, dat het allemaal wel mee zou vallen en dat het zelfs beter zou worden. Nu is er een intern document boven tafel gekomen van een maand eerder, oktober, waarin staat dat de bezuinigingen er toch lelijk in zullen hakken. Bepaalde expertises zullen geheel verdwijnen en de politie moet meer zelf gaan doen op eigen kosten. Bij deze bezuinigingen wordt dan ook nog eens het hele management ontzien, terwijl de bezuinigingen er wel inhakken bij de experts die het belangrijke werk doen op de werkvloer. Ik wil mede namens mijn collega Oskam van het CDA een plenair debat aanvragen met de minister van Veiligheid en Justitie over de gevolgen van deze bezuinigingen op het Nederlands Forensisch Instituut.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de gevolgen van de bezuinigingen op het Nederlands Forensisch Instituut.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Dat steun ik zeker, want hier moet spoedig over gesproken kunnen worden. Als er niet snel een debat kan worden ingepland, moet er maar een algemeen overleg gehouden worden. Ik vind dat er heel snel over gesproken moet worden.

De heer Van Oosten (VVD):

Er is geen twijfel over dat dit een belangrijk onderwerp is. In aanvulling op het verzoek van de heer Van Nispen zou ik willen voorstellen dat we eerst een brief over deze materie ontvangen. Zo weten we exact waarover het gaat en hoe het kabinet erin staat. In plaats van te pleiten voor een plenair debat, zou ik daarnaast het volgende willen voorstellen. Morgen hebben we een procedurevergadering van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie. Als de heer Van Nispen daarin het voorstel doet om met de grootste spoed een AO te plannen, heeft dat mijn steun.

De voorzitter:

Dat gaat u dan morgen regelen.

De heer Van Oosten (VVD):

We steunen een debat dus niet.

De voorzitter:

U geeft dus geen steun voor een plenair debat, maar wilt er wel over spreken.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik steun het voorstel voor een brief dat net werd gedaan. Ik steun ook het debatvoorstel, met als terugvaloptie om morgen in de procedurevergadering andere opties te bekijken.

De heer Van der Staaij (SGP):

De SGP steunt het verzoek om een brief en een debat. Als een debat op korte termijn niet mogelijk is, dan moeten we ook wat ons betreft op korte termijn een AO plannen.

De voorzitter:

Mijnheer Van Nispen, u hebt brede steun voor de brief. Ik geloof dat ik ook mag constateren dat er brede steun is om over dit onderwerp te praten. Het verzoek is om dat morgen te bespreken in de procedurevergadering en dan een moment te prikken. U krijgt in ieder geval geen steun voor een plenair debat.

De heer Van Nispen (SP):

Ik zou graag een termijn willen verbinden aan de brief. Laten we zeggen dat die er uiterlijk over twee weken moet zijn.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, inclusief de termijn, doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan de heer Schouw van D66 voor een vooraankondiging.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Ik doe een vooraankondiging voor de VSO's over de JBZ-Raad. Die zouden we dan morgen moeten houden, denk ik.

De voorzitter:

Het VSO moet dus morgen nog gehouden worden. Het AO vindt aan het einde van de middag plaats. O, het gaat om een VSO; ik ben in de war met een andere Raad.

De heer Schouw (D66):

We hebben een schriftelijk overleg gehad. We moeten de antwoorden gewoon nog even goed bestuderen.

De voorzitter:

We gaan het inplannen. Dan komt er een nieuw schema, inclusief stemmingen. Er gaat dus morgen nog gestemd worden, zo zeg ik tegen de leden die hier aanwezig zijn.

Ik geef het woord aan de heer Van Helvert. Hij wil iets van de agenda af halen. Dat kan hij aan de interruptiemicrofoon doen.

De heer Van Helvert (CDA):

Voorzitter. Nu er steun is voor het debat over KLM kan het VSO over Gasunie en TenneT van de agenda gehaald worden. Ik wil erop aandringen dat de Voorzitter bij het kabinet bekendmaakt dat de antwoorden op de Kamervragen en de vragen die de commissie gesteld heeft over KLM-zaken uiterlijk twee uur voor het debat beantwoord worden. Anders kunnen we natuurlijk geen goed debat voeren.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Met excuses: ik zou het prettig hebben gevonden als we vandaag over de Postwet hadden kunnen stemmen, maar ik zie me toch genoodzaakt om uitstel van stemmingen aan te vragen. Naar ik begrepen heb, doe ik dat wel namens een ruime meerderheid van de Tweede Kamer.

De voorzitter:

U vraagt dat omdat u nog werkt aan amendementen, zo begrijp ik?

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Zeker. Ik zal ervoor zorgen dat het amendement-Gesthuizen/Mei Li Vos voor morgen klaar is om in stemming gebracht te worden.

De voorzitter:

U hebt de steun van de meerderheid van de Kamer nodig om stemmingen uit te stellen. Ik kijk even naar de Kamer: mevrouw Gesthuizen werkt nog aan amendementen bij de Postwet en verzoekt om uitstel van stemmingen over het wetsvoorstel Wijziging van de Postwet 2009.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter, misschien kan ik u alvast helpen. Dit verzoek doe ik mede namens de PVV, de ChristenUnie, D66 en de Partij van de Arbeid.

De heer Dijkgraaf (SGP):

En de SGP.

De voorzitter:

Bij dezen, mevrouw Gesthuizen; u wist het al, ik weet het nu ook. Er kan nog deze week over gestemd worden. Daarmee is er een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven