6 Vragenuur: Vragen Van Oosten

Vragen van het lid Van Oosten aan de staatssecretaris van Financiën over gesjoemel bij de Staatsloterij. 

De heer Van Oosten (VVD):

Voorzitter. Ongetwijfeld is de berichtgeving in de Volkskrant van afgelopen zaterdag niet onopgemerkt gebleven bij de staatssecretaris. Daarin wordt gesproken over gesjoemel met de Staatsloterij. Het lijkt mij geheel terecht dat de Kansspelautoriteit daarover geen twijfel laat bestaan en een onderzoek is gestart. De uitkomsten daarvan wacht ik met belangstelling af, want we hebben hier niet het gebruik ons te mengen in lopende onderzoeken. Niettemin heb ik daaromheen wel enkele vragen voor de staatssecretaris. 

In de eerste plaats zou ik graag van de staatssecretaris een algemene reactie op dat onderzoek vernemen. Hoe lang gaat dat naar verwachting duren? En wat wordt er nu eigenlijk onderzocht? 

In de tweede plaats vind ik het ook interessant om te weten wat er staat te gebeuren met aanstaande trekkingen van de Staatsloterij. Kan er met dit lot nog een eerlijke kans bestaan dat er een prijs wordt gewonnen? Of schort de staatssecretaris de aanstaande trekkingen op? Wat gaat hij doen? Wat zouden de financiële consequenties zijn als trekkingen eventueel niet doorgaan? 

Ten slotte wil ik graag weten welk effect dit lopende onderzoek heeft op de modernisering van het kansspelbeleid in algemene zin, en meer in het bijzonder op de samenwerking met De Lotto waarover gesproken wordt. 

Staatssecretaris Wiebes:

Voorzitter. Iedereen die aan een kansspel meedoet, moet ervan kunnen uitgaan dat er eerlijk gespeeld wordt. Om daarvoor te zorgen hebben wij in Nederland de Kansspelautoriteit. Elke keer als zij ook maar de geringste aanleiding heeft om te denken dat er iets misschien niet klopt, duikt zij daarbovenop. Dat is precies wat een kansspelautoriteit moet doen. Dat is precies zoals het systeem moet werken. Uiteraard verleent het management van de Staatsloterij daar alle medewerking aan, want ook dat is zoals het hoort. 

Dat betekent wel dat het niet aan de aandeelhouder — en in die hoedanigheid sta ik hier — en ook niet aan het departement is om de opzet, de focus, de duur en de aard van het onderzoek te bepalen. Dat is ook niet aan de beleidsverantwoordelijke bewindspersoon, mijn collega Teeven, die nu in de Eerste Kamer staat. Dat is aan de Kansspelautoriteit, want daartoe is zij een autoriteit. Uiteraard heeft de Kansspelautoriteit ook niet aan de aandeelhouder of aan de beleidsverantwoordelijke bewindspersoon gemeld hoe dat onderzoek er precies uitziet. Dat is echt aan de Kansspelautoriteit zelf, in volledige onafhankelijkheid. De Kansspelautoriteit bepaalt dus niet alleen zelf in welk tempo het onderzoek wordt uitgevoerd, maar ook of, hoe en wanneer zij daarover rapporteert. De Kansspelautoriteit heeft ook de bevoegdheid om naar aanleiding van het onderzoek maatregelen op te leggen aan de Staatsloterij. Zij kan dat eigenstandig doen. Zij kan ingrijpen en heeft dat soort machtsmiddelen. 

Er komen twee trekkingen aan. De Gelukstrekking, what's in a name, vindt plaats op 1 oktober. De reguliere trekking komt er weer aan op 10 oktober. De Kansspelautoriteit zou de Staatsloterij kunnen vragen om die trekkingen stil te leggen, maar dat heeft zij niet gedaan. Wel heeft het management van de Staatsloterij besloten om voor 1 oktober een audit door een externe partij te laten verrichten, om zich ervan te vergewissen dat alles in orde is. Ultiem zou het echter aan de Kansspelautoriteit zijn om te besluiten dat de trekking niet zou mogen doorgaan, maar dat heeft zij niet gedaan. 

De heer Van Oosten (VVD):

Ik dank de staatssecretaris voor zijn antwoorden. Ik begrijp dat een audit wordt uitgevoerd naast het onderzoek van de Kansspelautoriteit zelf. Dat lijkt mij gegeven alle informatie ook zeer verstandig. Ik denk dat het wel goed is om vast te stellen dat de staatssecretaris als aandeelhouder natuurlijk een niet onbelangrijke rol in het hele vraagstuk speelt, omdat de Staat eigenaar is van de aandelen. Dan wijs ik toch op het volgende. Zijn de vragen die bij de trekking in januari dit jaar zijn gerezen, ook betrokken bij de afweging om — zo vertaal ik de woorden van de staatssecretaris maar even — de trekking al dan niet vooralsnog door te laten gaan? Zijn bij die afweging ook de berichten uit de media dat een medewerker van het ministerie van Financiën de Staatsloterij zou hebben getipt dat er een onderzoek zou gaan plaatsvinden evenals een rapport van PwC van naar ik meen 2011 meegenomen? In dat rapport staan ook vragen hieromtrent en daar ben ik wel benieuwd naar. 

Staatssecretaris Wiebes:

In een audit van PwC in 2011 is vastgesteld dat er verbeterpunten waren in de systematiek. Die verbeteringen zijn uitgevoerd. In januari 2012 heeft dezelfde accountant vastgesteld dat er gevolg is gegeven aan de aanbevelingen, waarmee het systeem dus weer op veilig werd gesteld. 

Nu ga ik in op de vragen van de heer Van Oosten over de tip. Je kunt iemand alleen maar tippen, als je iets weet. Het departement zelf verkeert op dit moment in blakende onwetendheid. De persvoorlichters van het ministerie kregen er echter wel lucht van dat er mediavragen waren gesteld over een mogelijk onderzoek van de Kansspelautoriteit naar de Staatsloterij. Niet wetende wat daar speelde, maar in de veronderstelling dat de Staatsloterij daar wel van zou hebben gehoord, hebben wij de Staatsloterij toen om het hoe en het wat gevraagd. De Staatsloterij wist van niets en was dus ook niet getipt. De Staatsloterij heeft toen om opheldering gevraagd bij de Kansspelautoriteit en deze heeft een reeds voorzien overleg een dag naar voren geschoven. In dat overleg is het management van de Staatsloterij op de hoogte gesteld. Als tip stelde dit geheel echter weinig voor, want de mediavragen over een mogelijk onderzoek waren de aanleiding. 

De heer Van Oosten (VVD):

Wederom dank ik de staatssecretaris voor zijn reactie. Ik zou graag met de staatssecretaris de afspraak willen maken dat de Kamer ervan op de hoogte wordt gesteld als de audit wel degelijk tot iets leidt waardoor de trekkingen zouden moeten worden opgeschort, ook met de merites daaromheen. 

Tot slot. Ik heb een lot in mijn hand. Het spreekt voor zich dat ik nu niet meer het risico wil lopen dat hier een prijs op valt. Voor het geval dat dit toch gebeurt, gaat dat geld natuurlijk naar het goede doel. 

Staatssecretaris Wiebes:

Dat hebben wij geregistreerd. 

De heer Schouw (D66):

Ik verstond "geregisseerd", maar daar zal absoluut geen sprake van zijn. 

Dit is toch een beetje een loterij met een bijzonder luchtje aan het worden, want er is sprake van mogelijke fraude. Het valt mij op dat de staatssecretaris het allemaal een beetje van zich afschuift. Hij gaat niet over de Staatsloterij en het kabinet gaat al helemaal niet over het toezicht. De staatssecretaris weet net zo goed als ik dat dit toch iets anders ligt. Ik zou het op prijs stellen als het kabinet, deze staatssecretaris, zich inspant om binnen een week, desnoods met een quickscan, te komen met een antwoord op de vraag of er wel of niet iets aan de hand is. De mensen in Nederland moeten daarop kunnen vertrouwen. 

Staatssecretaris Wiebes:

Dit doet het onafhankelijke onderzoek van de Kansspelautoriteit geen goed. De aandeelhouder, dan wel het kabinet, gaat zich dan met een lopend onderzoek naar de Staatsloterij bemoeien en komt eigenstandig, zonder de daarvoor beschikbare expertise, tot een oordeel. Hiermee loopt hij het risico het onderzoek van de Kansspelautoriteit te beïnvloeden. Dat moeten we niet doen. We hebben een Kansspelautoriteit. Die gaat vaststellen of er überhaupt iets aan de hand is. Dat staat namelijk nog helemaal niet vast. Het management van de Staatsloterij meent bijvoorbeeld dat er niets aan de hand is. We gaan het zien. We hebben daarvoor een partij die onafhankelijk vaststelt of er iets aan de hand is. Naar aanleiding daarvan moeten de Kansspelautoriteit als eerste, het management van de Staatsloterij als tweede en de aandeelhouder als derde mogelijkerwijs iets doen. Laten we dat bekijken op het moment dat is vastgesteld dat er iets niet deugt. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Collega Van Oosten kon een lot laten zien, maar ik kan dat niet. Ik doe niet mee aan de loterij. Ik maak mij dus wat minder zorgen. Ik maak me echter wel zorgen over al die mensen die vol vertrouwen zo'n lot kopen en wellicht geflest worden. Dat zou natuurlijk zeer kwalijk zijn. 

We hebben het over staatsloterijen die onder toezicht staan van een toezichthouder. Er is ook nog een externe accountant die hiernaar kijkt. Nu heeft het kabinet het onzalige plan om de gokmarkt verder te liberaliseren, om de deur nog verder open te zetten voor internetbedrijven die nog verder op afstand staan van de toezichthouder. Welk licht werpt deze mogelijk kwalijke gang van zaken op de plannen voor verdere liberalisering? Is het kabinet bereid om die plannen te heroverwegen? 

Staatssecretaris Wiebes:

Op welke manier een markt ook gereguleerd wordt, er ontstaat geen grotere afstand tot een toezichthouder. De toezichthouder is de waakhond van de kansspelmarkt. Die moet vaststellen of het eerlijk verloopt. De toezichthouder doet dat gelijkelijk met partijen waarvan het aandeelhouderschap bij de overheid ligt en met partijen waarvoor dat niet het geval is. Nu is het nota bene zo dat er een onderzoek is naar een partij die in overheidshanden is. Dat is dus blijkbaar geen garantie dat je niet onder het onderzoek valt. De toezichthouder zit altijd bovenop alle kansspelpartijen en bewaart geen grotere afstand in het geval van een geliberaliseerde markt. De heer Segers onderschat daarmee de Kansspelautoriteit. 

De voorzitter:

Dank voor uw antwoorden en uw komst naar de Kamer. Ik hoop dat u nog even wilt blijven om de stemmingen namens het kabinet bij te wonen. 

Naar boven