2 Vragenuur: Vragen De Graaf

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde. 

Vragen van het lid De Graaf aan de minister van Veiligheid en Justitie over berichten van dreigende aanslagen door IS. 

De heer De Graaf (PVV):

Voorzitter. "Hak de hoofden af van burgers in landen van de coalitie die vecht tegen de Islamitische Staat. Hak hun hoofden af." Nog één keer: "Hak hun hoofden af. Stenig ze, gooi ze van een hoog gebouw, vergiftig ze en verbrand hun gewassen." Aldus de oproep gisteren vanuit de Islamitische Staat. De Islamitische Staat heeft vorige week opgeroepen tot aanslagen in de Verenigde Staten en in Australië. Een jihadist uit Vlaanderen zei dat burgemeester De Wever van Antwerpen zich terecht zorgen maakt over eventuele aanslagen in zijn stad. Khorasan, de nieuwste loot aan de gewelddadige islamitische tak, richt zich, weten we sinds gisteren, met aanslagen specifiek op Westerse, dus ook op Nederlandse doelen. 

Uit onderzoek blijkt dat bijna 7% van de moslima's in Amsterdam bereid is om zelf geweld te gebruiken om de islam te verdedigen. Als je dat extrapoleert, gaat het in Nederland om tienduizenden verdedigers van de islam die bereid zijn om geweld te gebruiken. De islamitische geweldsdreiging is dus om de hoek. Die is overal, hier in de stad en in het hele land. 

Bijna 80% van de Nederlanders, zo lazen we vanmorgen in de krant, vindt dan ook dat de regering te weinig doet aan het in kaart brengen van potentiële terroristen. 95% vindt dat Nederland niet veilig is voor terreur. Meer dan de helft voelt zich daadwerkelijk onveilig voor die terreur. Zo'n 60% van de mensen heeft het bij het juiste eind als ze zien dat die terreurdreiging gewoon met de islam te maken heeft. 

Daarom heb ik de volgende vragen, want wij beschermen de veiligheid en de vrijheid, die worden bedreigd. Waarom laat de minister jihadgangers, het liefst met zo veel mogelijk gelijkgestemden en familieleden, niet gewoon gaan om hen vervolgens nooit meer te laten terugkeren? Opgeruimd staat netjes! Waarom wil de minister hen zo graag in Nederland houden? Deelt de minister mijn mening dat de open grenzen niet meer te handhaven zijn? Is hij bereid deze grenzen te sluiten en weer controles in te stellen aan de grens? Dan zien we zelf wel wie we binnenlaten. 

Is de minister bereid in te zien dat zijn aanpak zoals onlangs gepresenteerd, deels onuitvoerbaar is maar vooral schromelijk tekortschiet? De allerbelangrijkste vraag voor vandaag is: hoe gaat deze minister, hier en nu, en misschien via andere kanalen, aan de bevolking, aan de mensen thuis duidelijk en concreet uitleggen dat zij veilig zijn in Nederland, thuis en op straat? 

Minister Opstelten:

Voorzitter. Dank voor de gestelde vragen. Het is duidelijk dat wij in Nederland ook staan voor de vrijheid en veiligheid van de bewoners in ons land. Wij laten ons niet intimideren door terroristen. Het kabinet heeft daarom het actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme gemaakt. Hierin staan de maatregelen. Deze hebben ook een brede steun in de Kamer gekregen. Deze maatregelen passen wij nu toe en voeren wij uit. Het is heel belangrijk dat we voorkomen dat mensen naar het jihadgebied gaan en vervolgens in terroristische handen komen. We moeten ook voorkomen dat ze terugkomen en dan een gevaar voor ons land zijn. Dat is het antwoord op de eerste vraag. 

De tweede vraag ging over het sluiten van de grenzen. Wij proberen het en doen het met alle inzet van onze diensten, politie, justitie, veiligheidsdiensten en het lokale bestuur. Wij doen het internationaal in samenwerking met onze collega's. Wij doen het wereldwijd — dat is bekend — om deze aanpak een succes te laten zijn. Deze aanpak moet een succes zijn. Ik zal niet verhelen dat het dreigingsbeeld in ons land substantieel is. Ook in Nederland is een aanslag een reële dreiging. Wij hebben geen kritisch dreigingsbeeld, want dat zou betekenen dat er nu een concrete dreiging zou zijn. Wij staan voor deze aanpak. Ik zeg u hier en nu dat mijn collega's hier, onze diensten, mijn collega's in het buitenland en hun diensten er op elk moment van de dag voor staan om alles te doen wat de nationale veiligheid in ons land dient. 

De heer De Graaf (PVV):

Bij de eerste vraag gaat het eigenlijk al mis. Mensen niet laten gaan, maar hier houden. Dan worden ze vervolgens opgeroepen door de Islamitische Staat om in Nederland en in het Westen aanslagen te plegen. Wij hebben ze in huis en ze staan klaar. Ik heb de percentages al genoemd. De minister laat zien geen enkel idee te hebben van de islamitische terreurdreiging die er is. Dat blijkt wel. Marokkaanse en Turkse paspoorten afpakken kan nog steeds niet. Jihadreizigers voor altijd buiten Nederland houden? De minister wil het niet. Grenscontroles instellen is broodnodig. Een immigratiestop voor islamitische landen moet. Teruggekeerde jihadi's moeten de gevangenis in en daarna Nederland uit. Moskeeën die steun geven aan ronselaars? Sluiten die haatpaleizen! Wij moeten vrijwillige remigratie stimuleren. Voor de helden van de AIVD moet veel meer geld beschikbaar worden gesteld. En last but not least: wij moeten Israël, de frontlinie in de strijd tegen de islamitische jihad, meer steunen, moreel, economisch en politiek, dan wij ooit gedaan hebben. Daartoe roep ik deze minister op. Mij rest een laatste vraag. Hoe lang denkt de minister nodig te hebben om alsnog deze door de PVV voorgestelde maatregelen in te voeren en daarmee Nederland daadwerkelijk veiliger te maken? Op die vraag wil ik een duidelijk antwoord, want de kijkers thuis, de gewone man en vrouw in Nederland, hebben in de eerste termijn geen helder antwoord gekregen van de minister. 

Minister Opstelten:

Ik gaf een buitengewoon glashelder antwoord op de vragen van de heer De Graaf. Ik herhaal dat wij in dit land geen terroristische aanslagen accepteren en dat wij geen jihadgang naar Syrië of Irak accepteren. Wij hebben een scala aan maatregelen. Wij zitten er bovenop. Wij laten dat zien met onze politie en het Openbaar Ministerie. Kijk naar de acties die hebben plaatsgevonden en die wij nemen. Wij nemen de paspoorten af. Wij bevriezen financiële tegoeden. Wij treffen ook daar de jihadgangers in het hart. Wij nemen uitkeringen af en wij voorkomen dat mensen afreizen. Dat voorkomt dat zij inderdaad in terroristische handen komen en van daaruit terugkeren en een bedreiging voor de nationale veiligheid zijn. Daar gaat het om. Wij zullen alles inzetten wat in ons vermogen ligt om te voorkomen dat er hier een aanslag plaatsvindt, maar wij kunnen dat niet garanderen. Vandaar het substantiële dreigingsbeeld. 

De voorzitter:

Mijnheer De Roon. 

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Door het enorm slappe asielbeleid van dit kabinet wordt Nederland op dit moment overspoeld door vooral Syrische asielzoekers, die vrijwel allemaal ook nog eens een verblijfsvergunning krijgen. Dat levert natuurlijk een groot veiligheidsprobleem op, want veel asielzoekers kunnen geen identiteitspapieren tonen. Je hebt dus geen idee wie je binnenhaalt. Kan het kabinet garanderen dat er binnen die enorme asielinstroom vanuit Syrië geen terroristen zitten? Heel concreet wil ik weten hoeveel verdachte Syrische asielzoekers tot nu toe zijn aangehouden. Natuurlijk roept de PVV het kabinet op om onze grenzen onmiddellijk te sluiten om die asieltsunami tot staan te brengen. 

Minister Opstelten:

We kennen het probleem van de asielzoekers, de vluchtelingen natuurlijk. Staatssecretaris Teeven heeft de Kamer daarover ook herhaaldelijk geïnformeerd. Dat is een enorm probleem, niet alleen voor Nederland maar voor geheel Europa. Dat pakken we ook op die manieren aan. We zullen natuurlijk voorkomen dat er misbruik van zal worden gemaakt en dat de verkeerde mensen in ons land terechtkomen. Daarom is er natuurlijk een aansluiting in deze procedures met de andere procedures waarover ik net sprak. Er is geen sprake van slap beleid maar van stevig beleid met informatie naar beide kanten en een geïntegreerde jihadaanpak, ook op dit punt. 

De heer Van Raak (SP):

We zien nu ook dat Nederlandse jihadisten mogelijk een aanslag wilden plegen in Brussel. Bij een eerdere aanslag in Brussel bleek dat de geheime diensten van België, Frankrijk en Nederland niet goed samenwerkten. Kan de minister hier verzekeren dat dit nu verbeterd is, dat de internationale samenwerking tussen geheime diensten nu op orde is? Verder is een heel belangrijk punt dat de verhalen gaan dat in België mogelijke dreigingen niet openbaar zijn gemaakt om geen onrust onder de bevolking te creëren. Kan deze minister verzekeren dat als er reële dreigingen zijn in Nederland, dit niet wordt verzwegen en dat de bevolking eerlijk wordt geïnformeerd? 

Minister Opstelten:

Dank aan de heer Van Raak voor zijn vragen. In antwoord op zijn eerste vraag kan ik zeggen dat samenwerking essentieel is en dat ook informatie-uitwisseling tussen de diensten, tussen de parketten, de Openbaar Ministeries en de politiediensten van België en Nederland essentieel en adequaat is, hetgeen afgelopen weekend ook is gebleken. We zullen de bevolking altijd informeren op de wijze zoals het hoort en zoals het moet. Een dreigingsbeeld is er niet voor niets. Er komt in november opnieuw een dreigingsbeeld uit. Ik herhaal dat dit in Nederland substantieel is. Als er een concrete dreiging is, zullen wij optreden. Het is natuurlijk belangrijk dat er opgetreden wordt en dat je de maatregelen neemt waardoor er een aanslag voorkomen kan worden. Ik bemoei mij niet met het beleid van mijn Belgische collega's maar wat betreft de situaties hier kan ik zeggen dat natuurlijk niet altijd alles openbaar zal zijn als dat dienstig is voor het voorkomen van een aanslag. 

De voorzitter:

Mijnheer De Roon, tweede vraag. 

De heer Fritsma (PVV):

Fritsma. 

De voorzitter:

Mijnheer Fritsma, sorry. 

De heer Fritsma (PVV):

Ik heb net geen duidelijk antwoord gekregen op mijn vraag. Er komen duizenden asielzoekers vanuit Syrië naar Nederland, onder wie velen zonder papieren. We hebben geen idee wie het zijn. De minister gaf aan dat hij er bovenop zit, maar ik wil wel weten of dat klopt. Dus heb ik gevraagd hoeveel verdachte asielzoekers uit Syrië er tot nu toe zijn aangetroffen. Dat hier sprake is van een veiligheidsprobleem is natuurlijk evident. De minister zegt: we zitten er bovenop. Dan wil ik ook weten wat er gebeurt. Hoeveel mensen zijn er concreet in beeld bij wie er problemen zijn aangetroffen en die een veiligheidsrisico vormen binnen die groep van die duizenden asielzoekers uit Syrië? Dat is een heel concrete vraag waarop ik graag antwoord krijg. 

Minister Opstelten:

Ten aanzien van het geven van verblijfsvergunningen aan asielzoekers heeft de staatssecretaris u bij herhaling geïnformeerd. Dat zal zo blijven. Ik herhaal dat er sprake is van een groot probleem. Over de andere punten doe ik hier geen mededelingen omdat het anders tot allerlei misverstanden kan leiden, en ook in het belang van onderzoeken die het Openbaar Ministerie doet, mag en kan ik daarover geen mededelingen doen. Dat is wederom een glashelder antwoord van mijn kant. 

De voorzitter:

Dank u voor uw antwoord. Nogmaals, mijnheer Fritsma, sorry dat ik u tot twee keer toe verwarde met uw fractiegenoot De Roon. Ik hoor de heer Fritsma nu zeggen: het is u vergeven. Ik zeg dit nog maar even in de microfoon voor de Handelingen. 

Naar boven