2 Vragenuur: Vragen Albert de Vries

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde. 

Vragen van het lid Albert de Vries aan de minister voor Wonen en Rijksdienst over het bericht "Minister Blok riskeert miljoenenboete met Doe-Het-Zelf energielabel". 

De heer Albert de Vries (PvdA):

Voorzitter. De minister voor Wonen en Rijksdienst is in november 2012 met een, naar nu blijkt, vrijwel onmogelijke klus op pad gestuurd. Een Kamermeerderheid veegde toen het wetsvoorstel van tafel waarmee het energielabel zou worden geregeld. De minister moest toen op een andere manier voldoen aan de aanvullende bepalingen uit de herziene Europese richtlijn energieprestatie gebouwen. De Partij van de Arbeid was destijds wel vóór het wetsvoorstel. Ze was voor omdat het van belang is dat kopers, en later stapsgewijs alle eigenaren van woningen, een betrouwbaar beeld hebben van de energieprestatie van hun woning. Dat is belangrijk omdat de energieprestatie mede de woonkosten bepaalt, en omdat er bij een lage energieprestatie een uitdaging ligt om geld te besparen door het treffen van isolerende maatregelen. Redenen voor de Kamermeerderheid om tegen het wetsvoorstel te stemmen, waren de kosten van circa €200 per energielabel en een anti-Europasentiment. 

De minister heeft een alternatief plan voorgelegd: het doe-het-zelflabel. Woningeigenaren krijgen digitaal een globale indicatie aan de hand waarvan ze zelf voor een paar tientjes via internet het label kunnen vaststellen. Als het label echt belangrijk is, bijvoorbeeld voor een hypotheek, moet aanvullend onderzoek worden gedaan en aanvullende kosten worden gemaakt. Zo ontstaan er meerdere energielabels. De minister heeft de indruk gewekt dat dit doe-het-zelflabel betrouwbaar is en dat daarmee aan de Europese richtlijn kan worden voldaan. Gisteren verschenen er berichten in Bouwformatie dat Brussel dat laatste onwaarschijnlijk acht en stevige kritiek heeft op het Nederlandse energiebeleid. De minister zou Brussel zelfs misleiden en daarmee een miljoenenboete riskeren. Dat is nogal wat. Daarom heb ik de volgende vragen aan de minister. 

Kent de minister deze kritiek en hoe beoordeelt hij deze? Is de minister het met de Partij van de Arbeid eens dat Nederland door het getalm met het energielabel inmiddels van koploper in de Europese achterhoede terecht is gekomen, waar het gaat om energiebesparing? Denkt de minister nog steeds dat hij met het doe-het-zelflabel tijdig en volledig aan de EU-richtlijn kan voldoen? 

Minister Blok:

Voorzitter. De vragen van de heer De Vries gaan over de implementatie van de Europese richtlijn energieprestatie gebouwen. Het is een richtlijn die alle Europese landen verplicht om ervoor te zorgen dat er een energielabel beschikbaar is, onder meer bij aan- en verkoop van woningen. De heer De Vries wees er al op dat een eerder voorstel, door mijn ambtsvoorgangers gemaakt, maar door mij verdedigd, niet op een meerderheid van de Kamer kon rekenen en dat ik daarom met een alternatief voorstel ben gekomen. Dat was om het belang van de zaak zelf — inmiddels is het overigens een onderdeel van het energieakkoord — maar ook om een dreigende Europese boete te voorkomen. Nederland is immers in gebreke gesteld. Over het alternatieve voorstel heb ik twee keer overleg gevoerd met de verantwoordelijke Eurocommissaris, de heer Oettinger. Over deze gesprekken heb ik de Kamer geïnformeerd. In de gesprekken heb ik geschetst hoe ik het energielabel wilde invoeren. De Europese Commissie heeft niet expliciet goedkeuring gegeven, omdat ze pas oordeelt nadat de wetgeving van kracht is geworden. Uit de gesprekken heb ik wel afgeleid dat de procedure die wij kiezen, niet op blokkades stuit. Echte zekerheid heb ik echter pas als we de regelgeving hebben geïmplementeerd. De vraag van de heer De Vries is of ik de kritiek ken. Gezien de procedure die ik heb gevolgd en de gesprekken die ik heb gevoerd, ken ik geen kritiek uit Europa die zou inhouden dat het energielabel strijdig is met Europese richtlijnen. Het definitieve oordeel volgt nog, maar Europa heeft uitgebreid informatie gehad over onze activiteiten. Het bericht dat Nederland van koploper in de achterhoede terechtgekomen zou zijn, is volgens mij onjuist. Ik denk dat we met het energieakkoord, dat breed gedragen wordt in de samenleving, aan andere Europese landen hebben laten zien hoe je heel goed en breed gedragen energiebeleid kunt voeren. Overigens zijn inmiddels vier landen voor het Europese Hof gedaagd, omdat ze in gebreke zijn gesteld vanwege deze energierichtlijn. Nederland is niet voor het Hof gedaagd. Ik verwacht dus dat ik met het energielabel dat vanaf 1 januari beschikbaar zal komen, kan voldoen aan de Europese richtlijn en, wat voor mij belangrijker is, dat dat ook een belangrijke bijdrage kan leveren aan energiebesparing in huizen. Ja, dat verwacht ik zeker. 

De heer Albert de Vries (PvdA):

Over dat laatste verschillen we in ieder geval van mening. De route van dat doe-het-zelflabel achten wij nodeloos ingewikkeld en minder zeker voor huurders en eigenaren, minder uitdagend voor het nemen van besparingsmaatregelen en financieel zeer risicovol ten opzichte van Europa. Brussel heeft Nederland al tot twee keer toe in gebreke gesteld. Een derde keer betekent een boete van bijna 100 miljoen. Ziet de minister de nadelen van de gekozen route voor de Nederlandse woonconsument inmiddels ook? Hoe ziet de minister het feit dat particuliere beleggers gebruik zullen gaan maken van een onnauwkeurig label in het woningwaarderingsstelsel? En hoe hoog schat de minister de risico's in dat Nederland een miljoenenboete aan zijn broek krijgt? Dat artikel is namelijk niet zomaar uit de lucht komen vallen. Naar ik heb begrepen zitten daar echt stukken uit Europa achter die erop wijzen dat Nederland serieus risico loopt. 

Minister Blok:

De heer De Vries vraagt allereerst naar het risico van een boete. Als ik niks zou doen, zouden we een boete krijgen. Het oorspronkelijke wetsvoorstel kon niet op een Kamermeerderheid rekenen. Nederland moet voldoen aan deze Europese richtlijn. Daarom ben ik met een alternatief voorstel gekomen, en wel vanwege het milieubelang, vanwege het belang van de huiseigenaar maar zeker ook om die boete te voorkomen. Ik gaf al aan dat Europa niet vooraf zekerheid geeft, maar dat ik wel een gerust gevoel uit de gesprekken heb overgehouden. 

De heer De Vries vroeg ook of ik vind dat huiseigenaren hiermee een onbetrouwbaar label zouden krijgen. Dat vind ik zeker niet. We bieden een internetinstrument aan, wat anno 2015 ook zo hoort, waarmee mensen zelf thuis achter de computer op grond van een indicatie die ze van ons hebben gekregen — alle huiseigenaren krijgen in januari een brief met een indicatief energielabel — zelf de verbouwingen of de isolatie voor hun huis toevoegen. Daarmee kunnen ze het energielabel zelf samenstellen. Dan kunnen ze ook nagaan welke aanvullende investeringen nuttig zouden zijn. Op het moment van verkoop kan dat energielabel worden verstuurd naar een labeldeskundige. Dat moet ook, omdat er een gecertificeerd label moet zijn bij overdracht. Omdat het allemaal online kan, creëren we zo een veel goedkopere procedure dan het geval zou zijn als die deskundige ook echt iedere keer zou moeten kunnen inspecteren. Zo vermijd ik dat huiseigenaren nodeloos met hoge kosten komen te zitten. 

De heer Albert de Vries (PvdA):

We verschillen echt van mening. De Partij van de Arbeid heeft, toen de Kamer het wetsvoorstel voor een betrouwbaar label afschoot, gesproken met allerlei mensen die die inspecties deden en daarbij gevraagd of de kosten van die inspecties niet omlaag konden. Toen werd gezegd dat, als het collectief zou gebeuren, de kosten tot €40 à €60 beperkt kunnen worden. Inmiddels is voor individuele inspecties de prijs al gezakt naar €80. Nu de prijsverschillen zo goed als verdwenen zijn, heeft de minister er dan niet achteraf, met de kennis van nu, spijt van dat hij niet toch de weg is ingeslagen om te gaan onderhandelen over de prijs? Dat was immers een van de voornaamste problemen die de Kamer met zijn voorstel had. Ik heb nog een laatste vraag. Ook de energieprestatieadviseurs, die vertrouwen hadden in het vorige label, voelen zich benadeeld. Zij hebben een claim ingediend. Kan de minister ons informeren over de stand van zaken betreffende die claim? 

Minister Blok:

Wat betreft de claim van de energieprestatieadviseurs zeg ik het volgende. Ik kan mij voorstellen dat een groep mensen die zich had voorbereid op de mogelijkheid om geld te verdienen met energielabels, er teleurgesteld over is dat dat niet kan. Dat is natuurlijk de keerzijde van het feit dat de Nederlandse huiseigenaren ook niet verplicht een hoge rekening krijgen. Deze energieprestatieadviseurs zijn teleurgesteld. Ze hebben een rechtszaak aangespannen tegen de overheid. Ze hebben die verloren. Hun staat de mogelijkheid van hoger beroep nog open, maar tot op heden heeft de rechter geoordeeld dat ze geen zaak hadden. 

Ik kom op de prijs die uiteindelijk zal moeten worden betaald. Op 1 januari gaat de nieuwe wet in. De bedragen die ik nu hoor, liggen rond de drie tientjes en dat is lager dan de bedragen waar de heer De Vries het over heeft in het kader van het oude energielabel. De bedoeling van deze maatregel, een goedkoper maar toch solide energielabel, lijkt ook daar te gaan lukken. 

De voorzitter:

Ik zie geen vervolgvragen. Dank voor uw komst naar de Kamer. 

Naar boven