19 Najaarsnota 2014

Aan de orde is het debat over de Najaarsnota 2014. 

De voorzitter:

Ik heet de minister van Financiën van harte welkom. Eerder vanmiddag was hij ook al in ons midden. "Ik ben hier niet weg te slaan", hoor ik de minister nu zeggen. Dat gaan we maar niet proberen. Ik heet ook de mensen op de publieke tribune en de mensen die op een andere manier dit debat volgen, van harte welkom. 

De heer Merkies (SP):

Voorzitter. We behandelen vandaag de Najaarsnota. Ook de situatie in Griekenland zal langskomen. Op die situatie zal ik aan het einde van mijn betoog terugkomen. 

Traditioneel is de behandeling van de Najaarsnota ook een moment waarop we bekijken hoeveel geld er bij de verschillende ministeries op de plank is blijven liggen. Ik heb het dan over de zogeheten onderuitputting. We zijn nog niet aan het einde van het jaar, maar rond deze tijd kunnen we meestal wel redelijk inschatten waar men niet tot besteding van het geld is gekomen. Het gaat dit jaar om een bedrag van 425 miljoen euro. 

Heel de Kamer vindt onderwijs erg belangrijk. Dit jaar blijft er op het ministerie van Onderwijs 100 miljoen euro op de plank liggen. Het bleek bij het jaarverslag in de afgelopen twee jaar om ruim 200 miljoen te gaan. Hoeveel van deze onderuitputting van de afgelopen twee jaar is teruggevloeid naar de schatkist? Hoeveel is meegenomen naar het volgende begrotingsjaar via de eindejaarsmarge? Uit de tabel die in de schriftelijke antwoorden staat, blijkt dat OCW structureel in de kopgroep zit van ministeries met onderuitputting. Waar ligt dat aan? 

Ik wil de Kamer voorstellen om de onderuitputting van 100 miljoen bij het ministerie van Onderwijs dit jaar nog te investeren in dat onderwijs. Ik stel dus voor om dit geld niet terug te laten vloeien naar de algemene middelen. Wij spreken hier dus van dezelfde dekking als de dekking die vorig jaar door de regering werd gebruikt. Toen ging het om 650 miljoen. 

Ik zal het concreet maken. Mijn fractie stelt voor om de 100 miljoen in te zetten in het basisonderwijs. Het gaat daarbij om het volgende. Veel basisscholen kampen met geldtekort. Er zijn daarvoor verschillende redenen, maar vooral krimp is een reden. Het aantal leerlingen daalt, waardoor de inkomsten dalen. Scholen moeten daardoor leraren ontslaan en klassen vergroten. Die leraren moeten voorlopig nog wel worden doorbetaald, wat de lasten voor die scholen weer verhoogt. Met 100 miljoen kunnen wij die scholen helpen om de gaten te dichten. Hierdoor zijn ze in staat om leraren en leraressen die ze onlangs hebben aangenomen, in dienst te houden. Dit zijn namelijk degenen die er bij een ontslagronde het eerst uitgaan. Deze leraren kunnen op deze manier in dienst blijven, om hun oudere collega's te zijner tijd te vervangen als die met pensioen gaan. Ik zal hierover een amendement indienen. 

Ik kom op de naheffing van de EU van 1,1 miljard euro. Dat is natuurlijk een opvallend punt in de Najaarsnota. 

De heer Harbers (VVD):

Ik probeer het voorstel van de heer Merkies te doorgronden dat hij zojuist deed. Er is de eindejaarsmarge. Die kun je gewoon uitrekenen. Die zal 330 miljoen of 340 miljoen zijn. Nu heeft de heer Merkies een amendement op de begroting voor 2014. Wat stelt hij concreet voor? Stelt hij voor dat men bij de basisscholen volgende week nog niet met vakantie gaat, om dat geld nog dit jaar op te maken? Normaliter geldt gewoon altijd de eindejaarsmarge voor onderwijs. Men kan dus al geld meenemen naar volgend jaar. Wat is dus precies het voorstel? 

De heer Merkies (SP):

Het voorstel is om die 100 miljoen die nog niet is besteed, beschikbaar te stellen voor scholen. Het is een beetje vergelijkbaar met wat er is gebeurd met die 650 miljoen van vorig jaar. Dat geld moet beschikbaar komen voor scholen in de vorm van een toevoeging aan de lumpsum. De scholen kunnen in de periode dat zij met krimp te maken hebben, op die manier de salarissen blijven betalen van leraren die ze net hebben aangenomen. Die hoeven de scholen dan niet direct weer te ontslaan. 

De heer Harbers (VVD):

Dat geld moet dus nog dit jaar worden uitgegeven aan die scholen? 

De heer Merkies (SP):

Ja. 

De voorzitter:

Gaat u verder met uw betoog. 

De heer Merkies (SP):

Ik was gekomen bij de naheffing van de EU. Mijn collega Bashir heeft het daarover tijdens het debat over die naheffing natuurlijk al uitgebreid gehad. Hij heeft geschetst waarom mijn fractie daar niet mee kan instemmen. We maakten er bezwaar tegen dat andere landen kennelijk minder hoeven te betalen, omdat zij hun administratieve data slechter op orde hebben. Wij vinden het wat ver gaan dat wij gestraft worden voor het geven van het goede voorbeeld. Zorg eerst dat die datasets beter op orde zijn zodat we niet te maken hebben met volstrekt onvergelijkbare berekeningen van de afdracht aan Europa. Zorg ook dat Eurostat de juistheid en de kwaliteit van de aangeleverde data eerst beter controleert. Wij hebben daar al heel vaak om gevraagd. 

De ontwikkelingen in Griekenland volgen elkaar zeer snel op. Ik maak mij er zorgen over dat wij wederom onder druk met iets moeten instemmen, waarvan bedoeling en gevolgen onduidelijk zijn. In het algemeen overleg over de Ecofin dat wij altijd voeren voordat de minister met de andere ministers van financiën in Europa overlegt, vroeg ik niet voor niets naar de zogeheten technische verlenging van het huidige steunprogramma, die blijkbaar in de maak was. Deze verlenging stond nog niet officieel op de geannoteerde agenda, maar het is duidelijk dat men op 8 december tot overeenstemming is gekomen. 

Er spelen verschillende zaken door elkaar heen, te weten de afronding van het huidige programma, de vijfde tranche, een mogelijk nieuw steunprogramma — dat niet zo mag heten — en de verkiezingen. Om wat orde te scheppen, heb ik veel vragen aan de minister. Die heb ik zijn ambtenaren al gestuurd, zodat ik zeker weet dat ik de antwoorden ook krijg. 

Wie heeft het voorstel voor de technische verlenging bedacht? Is dat Griekenland zelf of is dat een van de partners van de trojka? Wat is er eigenlijk technisch aan die technische verlenging? Als het een technische verlenging is, waarom komt men daar nu pas mee? Dat had men dan toch eerder geweten? Wil dit nu ook zeggen dat de Grieken langer kunnen lenen, dus later hoeven terug te betalen? Wat is de belangrijkste reden dat hiervoor is gekozen? Heeft het iets te maken met wat morgen te gebeuren staat, namelijk dat het Griekse parlement stemt over de opvolger van de huidige president? De verrassende aankondiging van Samaras dat deze stemming nu ineens op zeer korte termijn zou plaatsvinden, kwam enkele uren nadat de eurogroep bij elkaar was. Was het voor de minister ook een verrassing of is hierover met de andere ministers van financiën van de eurolanden gesproken in het overleg? Waarom zijn die stemmingen eigenlijk naar voren gehaald? Als er geen technische verlenging was en dus al vrij snel zou moeten worden onderhandeld over nieuwe steun, kun je je voorstellen dat dit de huidige regering van Samaras niet zo goed uit zou komen. Zij moet dan immers wellicht toezeggingen doen aan de trojka dan wel het ESM in de periode voorafgaand aan de verkiezing van de president in het Griekse parlement en uiteindelijk in de aanloop naar de algemene verkiezingen. Speelt dit mee of is het toeval dat de huidige opzet van Samaras zo is gekozen, dat wil zeggen een combinatie van de vervroegde stemming en verlenging van het steunprogramma? Een vertrouweling van Samaras zei dat er sprake zou zijn van een win-winsituatie voor hem: zelfs als hij zou verliezen, zou hij nog winnen omdat de kiezers Syriza de schuld zullen geven van de ontstane chaos. Dat zal hem verzekeren van de overwinning in de nationale verkiezingen. 

Volgens de trojka zou Griekenland sinds de vorige bijeenkomst van de eurogroep in november vooruitgang hebben geboekt op de onderdelen van de vijfde voortgangsmissie die nog openstaan. Afronding van de voortgangsmissie is voor het einde van het jaar niet meer binnen bereik. Om die reden is een technische verlenging voorgesteld. Wat ik mij afvraag, is of er echt sprake is van een technische verlenging dan wel of dit niet meer politiek is ingegeven. Kan de minister ons garanderen dat deze technische verlenging niets te maken heeft met de politieke situatie in Griekenland, met de aankomende verkiezingen en met de mogelijke winst van Syriza? 

Ik maak mij zorgen over het democratische proces in Griekenland. Wat bedoelde Juncker toen hij voor de Oostenrijkse televisie de hoop uitsprak dat de Grieken niet verkeerd zouden stemmen? Kan de minister mij dit antwoord geven? Over wie had Juncker het toen hij zei dat hij niet zou willen dat extreme krachten aan de macht zouden komen? Vraagt de minister zich dit ook af en, zo ja, wat is zijn reactie daarop? Vindt de minister het gepast als de voorzitter van de Europese Commissie stemadvies geeft? 

Ten slotte speelt er nog een risico op het democratisch vlak. Ik kan mij zo voorstellen dat er flink wordt ingepraat op het kleine groepje parlementariërs dat nu over de streep moet worden getrokken. Hoe wordt erop toegezien dat daarbij geen sprake zal zijn van onoorbare praktijken? 

Ik heb nog een vraag over het HFSF, het Griekse fonds voor de banken. De trojka heeft voorgesteld om de beschikbaarheid van nog beschikbare middelen in het HFSF te verlengen, parallel aan de technische verlenging van het programma. Kan de minister ons bijpraten over wat oorspronkelijk de bedoeling was? Zouden beschikbare middelen eigenlijk vrijvallen op het moment dat het steunprogramma zou aflopen? Ik begrijp dat het aan de EFSF is om de beschikbaarheid van deze HFSF-middelen te verlengen. Moet de minister daaraan zijn instemming geven? Op basis van welk inzicht is de minister tot de conclusie gekomen dat hij het geld uit het tijdelijke noodfonds EFSF wel wat langer in de Griekse bankensector wil steken? 

Ik heb nog één vraag over het nieuwe steunpakket dat eraan komt. Het lijkt een pakket te zijn in de vorm van een kredietlijn: de ECCL. De minister kan natuurlijk zeggen dat dit heel wat anders is dan een lening en dat het geen steunpakket is, en dat klopt, maar het schept wel de mogelijkheid tot een lening. Dan is de vraag hoe die vormen van elkaar verschillen, want je kunt er een lening mee opnemen. 

Tot slot. Denkt de minister weleens: hadden we niet beter één keer een goede schuldensanering kunnen doen in mei 2010 dan elke keer maar weer opnieuw met geld over de brug te moeten komen? Is er niet te veel wensdenken geweest over de schuldhoudbaarheid van Griekenland? Vindt de minister de huidige schuld, die volgens mijn laatste informatie 177% bedraagt, houdbaar? Hoe hoog moet de schuld zijn om houdbaar te zijn? Wat is de prognose van de minister voor de toekomstige Griekse schuldhoudbaarheid? 

De heer Harbers (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Bij de Financiële Beschouwingen, drie maanden geleden, trok ik een vergelijking tussen een overheid die hervormt, de werking van de economie verbetert en het land concurrerender maakt, zoals hier in Nederland, en overheden die niet hervormen, maar de gaten met andere gaten vullen. Die landen zijn bekend. Uiteindelijk zijn het de inwoners van het land zelf die ermee komen te zitten als de overheden de rekening voor zich uitschuiven. 

In Nederland beginnen we resultaten te zien, in de eerste plaats dankzij de ruim 8 miljoen hardwerkende ondernemers en werknemers, die de schouders eronder hebben gezet toen het zwaar was en toen zij ook met heel veel nare, maar noodzakelijke maatregelen te maken kregen. In de tweede plaats zien we die dankzij de kabinetten-Rutte, die op consistente wijze en in weerwil van vele critici aan de slag zijn gegaan met het op orde brengen van de overheidsfinanciën, met het doorvoeren van noodzakelijke verbeteringen en met werken aan de toekomstige groei en concurrentiepositie van Nederland. Dat vind ik echt een grotere prestatie dan alleen leunen op de lagere eurokoers en olieprijzen, zoals critici nu gemakzuchtig beweren. Zie de landen die met dezelfde verschijnselen te maken hebben, maar waar het minder gaat. 

Hoe graag veel mensen ook hadden gewild dat de maatregelen een tandje minder ingrijpend waren geweest, het kon niet anders. Ook in Nederland had het, net als in Zuid-Europa, anders kunnen lopen: noodzakelijke vernieuwingen voor je uitschuiven, nog meer overheidsgeld bijlenen en daarmee Keynesiaans de economie zogenaamd gaan stimuleren. De VVD is blij dat dit niet gebeurd is. Het zou een recept zijn geweest voor nog vele jaren voortdurende ellende. 

De resultaten zien we nu. Net als in andere landen in de EU die grote hervormingen doorvoerden, keert de economische groei ook hier terug en daarmee het perspectief. Afgelopen week bleek uit de nieuwste prognoses van het Centraal Planbureau en de Nederlandsche Bank dat het fundament onder onze economie verstevigt en de groeiprognoses licht naar boven zijn bijgesteld. Het blijkt ook uit de Najaarsnota die we vandaag bespreken. Er zitten geen grote verschuivingen meer in, wat illustratief is voor het feit dat de begroting in rustiger vaarwater is gekomen, na moeilijke jaren van saldosturing. We zijn echter nog niet in begrotingsutopia. Bij de financiële beschouwingen pleitte ik er al voor om behoedzaam te blijven ramen. Die prudentie hebben we nodig om zeker te stellen dat het in de toekomst niet opnieuw uit de hand loopt. We hebben de overheid immers kleiner gemaakt, en dat wil de VVD graag zo houden. We gaan weer de goede kant op, maar er zijn wel wat sluipmoordenaars in de begroting die we goed in de gaten moeten houden. Ik noem er drie. 

De eerste kennen we al. Het is de eurozone en in het bijzonder het schuldenniveau en de laksheid van sommige landen ten opzichte van het Stabiliteits- en Groeipact. Het tekort is door de huidige regering heel sterk teruggebracht en zal de komende jaren nog meer dalen. De schuldenniveaus zijn echter nog hoog, waardoor de buffer in noodsituaties niet heel groot is op dit moment. Denk maar eens terug aan de schokproef in de Miljoenennota. Dat valt de regering niet aan te rekenen, want eerst moest ze het lek in het tekort dichten. We zitten nu op de goede weg richting een begrotingsoverschot. Mogelijk ten overvloede meld ik dat de VVD dit hoogst noodzakelijk vindt. Tegelijkertijd is het de reden dat de VVD een stringenter en niet al te flexibele houding wil ten aanzien van het SGP. We hebben geen zin in een herleving van de eurocrisis, al was het maar omdat onze schokbestendigheid precair is. Daarom hamerden we er de afgelopen maanden zo op dat Frankrijk, Italië en inmiddels ook België stevig aan hun afspraken gehouden moesten worden. Ik verwacht van de minister dat hij zijn stevige taal tegen deze landen komend jaar doorzet. 

De schuldenniveaus en de SGP-afspraken brengen mij op de tweede sluipmoordenaar. We zijn inmiddels allemaal toeschouwer geworden van een treurig schouwspel. Ik doel op de stevige meningsverschillen binnen de ECB. De president van de Nederlandsche Bank, de heer Knot, hield afgelopen maand een heel goed pleidooi in de Kamer, waarin hij zei dat de lage inflatie, zelfs als ze lange tijd aanhoudt, niet automatisch leidt tot deflatie. Ook zei hij dat de ECB de tijd moet nemen om het eerder ingezette beleid tot resultaat te laten komen en dat QE, quantitative easing, geen oplossing is voor de huidige problemen in de Europese economie. Toch begint het er steeds meer op te lijken dat we ergens volgend jaar opgescheept zitten met een vorm van QE. Ik noem het monetaire malligheid in onze muntunie. Monetair beleid wordt onafhankelijk vormgegeven en daar staan wij onverminderd achter. Mocht deze dreiging uitkomen, dan is het des te meer een zaak voor de minister en de politiek om de druk om te hervormen op de eurolanden te houden. Het opkopen van staatsobligaties kan voor landen als Frankrijk de druk van de ketel halen. Dat moet tegengegaan worden. 

Nu ik het toch over probleemlanden heb, noem ik Griekenland en de technische verlenging. Op zich lijkt het mij verstandig om het Griekse programma twee maanden te verlengen, maar dan moeten die twee maanden wel ten volle worden benut om de laatste hervormingen door te voeren. Precies dat hangt naar goed Grieks gebruik een paar dagen aan een zijden draadje, door eerst weer eens de binnenlandse politieke vetes uit te vechten en de rest van Europa te laten toekijken. Hoe kijkt de minister hier tegenaan en hoe gaan hij en de andere ministers van de eurozone ervoor zorgen dat Griekenland de tijd ten volle benut om alle eerder gemaakte afspraken na te komen? 

Tot slot noem ik een thema dat ik wel vaker aan de orde heb gesteld, namelijk de drang om zaken met garanties en achterborgstellingen te willen oplossen. Het feit dat een risico niet meer als geldstroom op de begroting staat maar als garantie, betekent niet dat het risico er niet meer is. Denk hiervoor ook aan de schokproef overheidsfinanciën en de Miljoenennota. Moeten we wel alles willen oplossen met een garantie? 

Met het garantietoetsingskader hebben we een goede toets voor garanties. Het kader is helder: afbouwen waar mogelijk. Toch kunnen we niet echt spreken van een explosieve afname van de garanties. In de Najaarsnota blijkt het om 113 miljoen te gaan op een bedrag van meer dan 200 miljard. Heel veel garanties liggen juridisch vast en zullen dus überhaupt niet afnemen. Welke verwachting heeft de minister voor de komende jaren? 

Op de valreep van het oude jaar kunnen we 2014 overzien. Het is een jaar waarin gigantisch veel gebeurd is om het fundament onder de overheidsfinanciën sterk te verbeteren. Denk aan grote nieuwe wetten, zoals de decentralisatie van de Jeugdzorg, de Wlz, de Participatiewet, het studievoorschot, de nieuwe inrichting van het woningcorporatiestelsel en de pensioenen. De grote hervormingen staan allemaal in de startblokken. Komend jaar werken we aan het laten slagen van allerlei doorgevoerde hervormingen. De veranderingen waar de politiek de laatste jaren over heeft gepraat, moeten normaal worden in de praktijk. Komend jaar moet ook op de woningmarkt het vertrouwen verder kunnen doorgroeien. Komend jaar moeten ondernemers weer de zekerheid en het vertrouwen krijgen dat regels en lasten voor hen het jaar daarop niet weer anders zijn, zodat ze weer mensen durven aan te nemen. Je ziet al dat het de goede kant opgaat, maar tegelijkertijd staan er nog te veel mensen aan de kant. Met al dat beleid geven we de Nederlanders het vertrouwen, de rust en de ruimte om hun eigen leven te leiden zoals ze dat willen, om te zorgen voor zichzelf en de mensen om hen heen en om ook komend jaar verder financieel uit de crisis te groeien. 

De heer Omtzigt (CDA):

Wanneer komt de eerste interruptie? Misschien mag ik dit wel niet zeggen. 

Voorzitter. Het is herfst. Dat geldt niet alleen voor het seizoen waarin we ons nu bevinden, maar ook voor de stand van de Nederlandse overheidsuitgaven. Het tekort zal uitkomen op 2,9% en de schuld rond de 70%. De vooruitzichten zijn gematigd somber of gematigd goed; het is maar met welke bril je het bekijkt. Het CDA bekijkt het graag met een realistische bril. De wereld staat in brand. De werkloosheid daalt gelukkig iets maar is nog steeds veel te hoog. De groei van de economie wereldwijd valt tegen. Zeker in Europa staan de seinen op oranje. Het blijft dus belangrijk om niet te verslappen met het op orde brengen van de overheidsfinanciën. Dit geldt temeer daar, afgezien van de positieve scenario's, die terecht door de coalitiepartijen worden en zullen worden geschetst, er ook risico's op een verdiepende crisis zijn, gelet op wat zich op dit moment voordoet met Rusland, Oekraïne en het Midden-Oosten alsook op de financiële markten. Dat is helaas een realistisch scenario, niet een om vrolijk van te worden. 

Uit de Najaarsnota voor 2014 komt een gemengd beeld naar voren. De minister van Financiën komt gemiddeld genomen ongeveer uit met zijn cijfers in vergelijking met de cijfers en de stand van de Miljoenennota 2015, maar ze zijn een stuk beter in vergelijking met die van de Miljoenennota 2014. Er zijn tegenvallers, die weer worden gecompenseerd door meevallers. Het CDA vindt het wel bijzonder dat die mee- en tegenvallers voor een groot deel zijn gecreëerd door de minister zelf zonder dat de Kamer daar iets over te zeggen had. Zo introduceerde de regering op Prinsjesdag een extra uitgave in 2014 voor de opvang van asielzoekers, evenals een extra uitgave voor noodhulp. Nu blijkt dat deze posten voor veruit het grootste gedeelte niet worden uitgegeven in 2014 maar worden doorgeschoven naar volgende jaren, en dan wordt dat opeens als een meevaller gepresenteerd. Deze meevallers vormen samen met andere meevallers op de begroting precies de 1,1 miljard die nodig is om de naheffing voor de EU-afdrachten al in 2014, op 30 december, te kunnen voldoen. Dat is erg toevallig. Er hangt een soort Franse geur van creatief boekhouden omheen, en die bevalt niet: in september tegenvallers presenteren en daarmee het begrotingstekort laten oplopen met 0,2%, en nog geen drie maanden later zijn de tegenvallers weer meevallers, maar het tekort wordt niet kleiner. Kan de minister aangeven in welk reces hij zich laat bijscholen door de heer Hans Klok? 

Maar goed, ik heb ook nog serieuzere vragen. De Kamer … 

De voorzitter:

Voordat u met serieuzere vragen doorgaat, geef ik de heer Nijboer de kans om een serieuze vraag aan u te stellen. 

De heer Omtzigt (CDA):

Het uitlokken is gelukt, voorzitter! 

De heer Nijboer (PvdA):

Ik zie uit naar serieuzere vragen en ook naar een serieuzere inbreng. Er wordt een bepaalde suggestie opgeworpen. De begroting is in september in de Kamer besproken en daaruit bleken mee- en tegenvallers. Vervolgens was er de naheffing van 1,1 miljard. Die werd pas enkele weken geleden bekend en iedereen was er verrast over. En dan zegt de heer Omtzigt: in september zag het kabinet die naheffing al aankomen en daarom is men creatief aan het boekhouden en is Hans Klok hier aan de macht. Dat slaat toch werkelijk helemaal nergens op? Hoe komt de heer Omtzigt daar nu bij? 

De heer Omtzigt (CDA):

De coalitie heeft vannacht wel een aantal goochelaars en toverkunsten nodig. Maar afgezien daarvan, ik heb iets anders gezegd, en wel het volgende. Er is in het najaar een aantal tegenvallers gepresenteerd, op de post hulp en op de post opvang asielzoekers, die niet realistisch zijn geraamd. Dat heb ik willen zeggen. Nu leiden die tot een onderbesteding. Je zet bijna 500 miljoen voor noodhulp opzij, maar je kunt er maar 100 miljoen van uitgeven. Hoe komt het dat dit niet realistisch is geraamd bij de Miljoenennota? Dat is mijn vraag. Zo meteen kom ik op de andere posten, zoals onderwijs en AIVD, waarbij er ook een afwijking is, maar die afwijking komt uit een andere hoek vandaan. 

De heer Nijboer (PvdA):

Zojuist verbond de heer Omtzigt het eerste, de onderbesteding, aan de 1,1 miljard, die toen nog volstrekt onbekend was. Hij zegt dat het allemaal wel heel toevallig was en dat het allemaal qua begrotingsbeleid nergens op leek. Eigenlijk insinueerde hij dat het kabinet het zo zou hebben gedaan. Ik zie echter dat de heer Omtzigt die insinuatie in zijn antwoord op mijn eerste vraag weer terugneemt. Daarover ben ik verheugd. 

De heer Omtzigt (CDA):

Al in het voorjaar gaf de regering aan dat zij daarvoor een reservering had getroffen van 600 miljoen en dat die later weer is ingetrokken. De 1,1 miljard mag een verrassing zijn, die 600 miljoen was dat geenszins. Ik kom daar zo op terug. 

De voorzitter:

Gaat u verder met uw betoog. "Een serieuze vraag", dat was het laatste wat u zei. Ik zie u zoeken in uw tekst. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ja, maar ik had ook een aantal dingen uit het vervolg al gezegd. 

Op deze manier is het lastig om bestendige beslissingen te nemen. Wij vragen de regering om een andere manier van begroten na te streven, waardoor er een realistische raming wordt gemaakt van de uitgaven, vooral op deze twee posten. De grootste verrassing in deze Najaarsnota is natuurlijk de naheffing van 1,1 miljard. De regering wil deze graag op 30 december al overmaken. Dit is een begrijpelijke actie van de minister van Financiën, want door de naheffing dit jaar over te maken, creëert hij volgend jaar extra ruimte voor uitgaven. Er zal dan ook een stuk teruggave plaatsvinden, althans dat is ons vermoeden. Kan de regering toezeggen in 2015 niet met voorstellen te komen voor extra uitgaven, anders dan door extra te bezuinigen op de overheidsuitgaven? Meevallers moeten komend jaar naar lastenverlichting en verlaging van het begrotingstekort gaan, want we zitten met 2,9% verrassend te dicht op de 3%. 

We hebben verschillende debatten over de naheffing gevoerd en we hebben ons ongenoegen duidelijk uitgesproken. Tot nu toe weigert de minister om gedegen onderzoek te laten doen naar de manier waarop de statistieken, waarop de naheffing is gebaseerd, in andere landen tot stand zijn gekomen. Dit is wat ons betreft een onbegrijpelijke houding. Wij hadden er de voorkeur aan gegeven als eerst de controle op de statistieken zou plaatsvinden, die het komende jaar plaatsvindt, en dan pas de betaling van de naheffing. Wij vinden het bijzonder raar dat die volgorde is omgedraaid. Ik probeer het toch, op grond van het individuele recht van een Kamerlid om vragen te stellen: waar is de brief van de Permanente Vertegenwoordiging van 17 oktober waarin over de extra afdracht werd gesproken? Waarom kon die niet eens vertrouwelijk ter inzage worden gegeven aan de Tweede Kamer? Waar is het verzoek van de Europese Commissie voor de betaling van de 1,1 miljard? Dat verzoek lijkt op 21 november gedaan te zijn, maar ook dat wordt niet naar de Kamer gestuurd. Het enige wat aan de Kamer wordt gestuurd, is een verzoek tot betaling. Wij hadden ook graag de achterliggende correspondentie willen kunnen inzien in het kader van de controle die wij op de regering uitvoeren. Dit kan niet binnen de democratische controle! Wij verzoeken de regering om te wachten met betalen, totdat wij de stukken hebben kunnen inzien en totdat de statistieken gecontroleerd zijn. Wij komen met een amendement hiervoor. 

Het ongenoegen van het CDA over de naheffing ontslaat ons niet van de plicht om ook naar de meevallers te kijken. Het is goed om te zien dat de begrotingskaders zorg en sociale zekerheid dit jaar een onderbesteding laten zien. Bij elk volgend stuk in de begrotingscyclus van het afgelopen jaar zien we dat de kosten binnen deze kaders dalen. Dit is een richting die hoopgevend is. In hoeverre zijn deze dalingen structureel? Gaat de minister de uitgavenkaders ook verlagen om ervoor te zorgen dat de daling van de lasten in deze kaders structureel kan worden? 

De ene meevaller is de andere niet. Wat dat betreft zijn de uitgaven voor Defensie zeer opvallend. Er is 68 miljoen minder geïnvesteerd dan was begroot. Het CDA zou het bij veel departementen toejuichen als er minder wordt uitgegeven. Wat is er bij Defensie aan de hand? De wereld staat in brand, wij hebben extra inzet moeten plegen voor de MH17, de branden in de Oekraïne zenden hun rimpelingen deze kant op en toch hebben we onderbesteding. Het is voor het CDA onvoorstelbaar dat in deze tijden van zware bezuinigingen op Defensie, de regering niet het gereserveerde budget voor Defensie kan uitgeven. Is de regering bereid ervoor te zorgen dat de uitgaven voor Defensie in 2015 wel op peil zijn? Of zelfs iets hoger conform de motie van de SGP? 

De onderbesteding op de begroting van het ministerie van Onderwijs is ook een opvallend punt. De heer Merkies refereerde hier al aan. Het lijkt erop dat er blind geïnvesteerd moest worden in onderwijs, een D66-feestje, maar het komt niet tot besteding. Dit is niet de eerste keer. Ook eind 2013, toen de minister van Financiën zijn portemonnee trok en er 600 miljoen uit toverde, wisten scholen niet wat ze met dat geld aan moesten. Hoe duidt de minister dat er bij dit ministerie alweer geld over is? Moeten we voor extra uitgaven voor dit belangrijke beleidsterrein niet eerst goed gedragen plannen vinden en dan pas het geld uitgeven in plaats van zomaar te bedenken dat er gesmeten moet worden? Ik hoor graag een reactie van de minister. 

Hetzelfde geldt voor de AIVD. 

De heer Koolmees (D66):

Ik wil toch even reageren op de uitspraken van de heer Omtzigt over onderwijsgeld. In december 2013 hebben we juist het geld dat we in het herfstakkoord hadden afgesproken, overgemaakt naar de scholen voor de lumpsumbekostiging waar de heer Merkies net aan refereerde. Dat was dus voor de financiering van de scholen zelf, voor achterstallig onderhoud of compensatie voor gestegen energieregelingen. Dat soort overwegingen. Dat geld is dus echt naar de scholen gegaan. De onderuitputting die we nu zien, komt bij de rest van de begroting vandaan. De link die de heer Omtzigt legt — er is geld over dat niet naar de scholen is gegaan — is dus geen terechte link. 

De heer Omtzigt (CDA):

Er is een onderuitputting op onderwijs; dat gaf de heer Merkies al aan. Ik vind dat enigszins onzorgvuldig in de planning. Onderwijs is redelijk goed te plannen. Op andere dossiers, waarop ik zo meteen terugkom, is dat anders. We weten aan het begin van het jaar ongeveer hoeveel leerlingen zich in welk cohort bevinden. Dat is wat anders dan het potje voor overstromingen of dierziekten. Bij dierziekten weten we dat ook in december nog de vogelgriep kan uitbreken, hoezeer we dat ook niet willen. En weer komt men aan het eind van het jaar met voorstellen: zullen we de laatste week nog wat overmaken aan de scholen? Wat zonet werd voorgesteld door de heer Merkies, vind ik geen steady beleid. 

De heer Koolmees (D66):

Daarmee ben ik het wel eens, maar mijn punt was dat de heer Omtzigt de suggestie wekte dat er zomaar wat was gesmeten met geld dat niet tot besteding is gekomen. En dat is niet juist. Ik neem toch aan dat de heer Omtzigt … 

De heer Omtzigt (CDA):

Nee, als niet tot besteding is gekomen, is er niet mee gesmeten. Maar er is wel gezegd: we gaan het uitgeven. Kennelijk waren er op dat moment onvoldoende plannen beschikbaar om te bedenken hoe we het gaan uitgeven. 

De voorzitter:

Gaat u verder. O, de heer Merkies voelt zich natuurlijk uitgedaagd. Natuurlijk, mijnheer Merkies, ga uw gang. Dat kan. 

De heer Merkies (SP):

Nou ja, toch even voor het stenogram. De heer Omtzigt zei namelijk: de voorstellen van de heer Merkies. Maar volgens mij bedoelde hij dat niet. 

De heer Omtzigt (CDA):

Dan heb ik misschien uw voorstellen verkeerd begrepen, want volgens mij wilde u nog extra geld aan de scholen overmaken in de laatste week van december, om het uit te geven. Of heb ik dat verkeerd begrepen? 

De heer Merkies (SP):

Ik wilde, vergelijkbaar met vorig jaar, dat geld waarvan wij allebei vinden dat het niet op de plank moet blijven liggen, doen toekomen aan scholen die nu te maken hebben met krimp en daardoor een probleem hebben met nieuwe leraren die ze net hebben aangenomen en weer zullen moeten ontslaan. 

De heer Omtzigt (CDA):

Nou, de plannen zijn toegelicht, voorzitter. 

De voorzitter:

Gaat u verder met uw betoog. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Hetzelfde geldt voor de AIVD. 

De voorzitter:

De heer Nijboer heeft toch nog een vraag op dit punt. 

De heer Nijboer (PvdA):

Ja, over onderwijs, omdat dat zo pregnant wordt gebracht. Er is door de coalitie, maar ook door de drie steunende oppositiepartijen, extra geld voor onderwijs uitgetrokken. De heer Omtzigt legt het verband dat die middelen niet worden besteed, maar dat zie ik helemaal nergens terug. Ik zie een meevaller van 20 miljoen. Er is dus minder uitgegeven dan verwacht bij de prestatiebeurs en de reisvoorziening, omdat er minder giften zijn verstrekt dan verwacht. Dat gaat om 1, 2 of 3 miljard en daarbij hebben we een meevaller van twee keer 20 miljoen. Ik zie ook iets in het Caribisch gebied van 7 miljoen, en 14 miljoen bij de huisvesting van rijksmusea. Dat telt samen op tot rond de 100 miljoen. Kan de heer Omtzigt dus zijn redenering enigszins toelichten? Ik probeer het CDA ook begrotingstechnisch altijd een beetje te volgen, maar het kost zo veel moeite. 

De heer Omtzigt (CDA):

Dat is inderdaad een onderuitputting van 100 miljoen. En aangezien de partijen dit aan onderwijs wilden uitgeven, ben ik benieuwd hoe dat tot stand is gekomen. 

De heer Nijboer (PvdA):

Maar dat las ik de heer Omtzigt net voor. Er worden allemaal dingen … 

De heer Omtzigt (CDA):

Nou, over het algemeen … 

De voorzitter:

Nee, de heer Nijboer is nu aan het woord. 

De heer Nijboer (PvdA):

Er worden allemaal dingen geraamd op een begroting van meer dan 30 miljard. We hebben 20 miljoen over op de prestatiebeurs en de reisvoorzieningen. Er was verwacht dat dit giften zouden zijn, maar blijkbaar verdienden mensen genoeg, hebben ze een baan gekregen of hebben ze meer terugbetaald dan precies geraamd. Zo zijn er een aantal van die posten, die optellen tot 100 miljoen. Dat heeft helemaal niets te maken met de investeringen die we hebben afgesproken in het mbo, in het basisonderwijs, in leraren of in meer scholen. Er zit dus helemaal geen verband tussen. Dat is heel precies in de Najaarsnota te lezen. Dat weet de heer Omtzigt ook, en toch houdt hij een hele redenering die inhoudelijk kant noch wal raakt. Dat is toch bijzonder? 

De heer Omtzigt (CDA):

Het is bijzonder dat deze partijen, die zo graag extra geld aan onderwijs uitgeven, het normaal vinden dat er geld bij onderwijs overblijft. 

Voorzitter. Hetzelfde geldt voor de AIVD. Door het jojobeleid van het kabinet geeft de AIVD dit jaar 5,5 miljoen minder uit dan begroot. De AIVD anticipeerde op de bezuiniging van het kabinet, maar kon niet meer terug-anticiperen toen bleek dat de bezuiniging werd teruggedraaid. Deze bezuiniging is door meerdere oppositiepartijen, waaronder het CDA, heftig bekritiseerd bij de behandeling van het regeerakkoord. Er was dus gewoon te weinig personeel om het budget uit te geven. Dit moet een hard negatief gevolg hebben. Bij geheime diensten is het wat lastig te controleren welke taken niet gedaan zijn. In tijden van oprukkend jihadisme en onder druk staande veiligheid in Nederland zijn dit zaken waarbij je kunt zien dat het te laat aanpassen van de begroting of van plannen leidt tot reële problemen waar die niet moeten zijn. 

Dan kom ik bij een punt waar wij niet onderuit kunnen: de accijnzen op brandstof. Het blijkt dat de regering afstevent op een tegenvaller van 300 miljoen in vergelijking met de ramingen van de Miljoenennota van ruim een jaar geleden. Hiervoor hebben wij ettelijke malen gewaarschuwd. Wil de regering nu eindelijk erkennen dat het verhogen van de brandstofaccijnzen niet zo'n goed plan was? Is de minister bereid om dit alsnog terug te draaien, c.q. de verhoging in 2015 niet door te voeren nu ook Duitsland zijn accijns in 2015 bevriest? De pomphouders in de grensstreek zullen blij met u zijn en het CDA ook. 

Vorige week werd bekend dat de Nederlandse Staat komend jaar voor ruim 94,4 miljard euro zal lenen. Ongeveer de helft hiervan wordt geleend op de geldmarkt. Dat betekent een staatspapier met een lening van maximaal een jaar. Met de historisch lage rente zou je kunnen denken dat de staatsschuld op dit moment voor langere tijd zou moeten worden vastgelegd. Dan heb je voor langere tijd zekerheid en als er een keer iets op de financiële markten gebeurt, heeft de Staat niet onmiddellijk grote financieringsproblemen. Deelt de minister deze mening en is hij bereid om na te gaan of de regering de staatsschuld wat langer kan financieren, ook via vaste leningen in plaats van derivaten, zodat het een wat stabielere marktomgeving is? 

Dan nog één extra ingezonden vraag. Zojuist heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel inzake verbod verticale integratie verworpen. Dat moet gevolgen hebben voor de begroting van volgend jaar, in de zin van hoe er wordt omgegaan met de zorgtoeslag en de hoogte van de zorgpremie. Kan de regering voor de tweede termijn van dit debat aangeven welke gevolgen dit voor de begroting heeft die wij op dit moment behandelen en welke gevolgen dit heeft voor de al afgesloten zorgpolissen? Er zijn immers mensen die een zorgpolis hebben afgesloten die nu wettelijk niet mogelijk blijkt te zijn. Wij zijn zeer benieuwd welke gevolgen dat heeft. 

De voorzitter:

U hebt nog twintig seconden. 

De heer Omtzigt (CDA):

Dan laat ik het bij deze laatste vraag. 

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Nijboer van de PvdA. 

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter. In 20 seconden kun je niet veel meer vragen, maar misschien heb ik daarin ongelijk. 

De Najaarsnota en de CPB-raming laten zien dat het weer beter gaat met Nederland. De werkgelegenheid neemt toe, de economische groei stijgt en het tekort daalt. Sommigen schrijven dat toe aan louter externe factoren. De olieprijs is laag, de eurokoers is gunstig voor de export en de wereldeconomie trekt aan. Dat is allemaal waar, maar dat is volgens de PvdA niet alleen de verklaring. Het kabinetsbeleid, samen met steun van andere partijen, heeft de basis gelegd voor dat economisch herstel. Er was best moed nodig om de overheidsfinanciën weer gezond te maken, om de woningmarkt te hervormen, de arbeidsmarkt eerlijker te maken en de financiële sector te herstructureren. Dit heeft de basis gelegd voor een gezond economisch herstel, de voorziene daling van de werkloosheid en de creatie van extra banen. De zekerheid die eindelijk, na tien tot twintig jaar, is geschapen door duidelijkheid te geven over de hypotheekrenteaftrek draagt eraan bij dat de woningmarkt weer aantrekt. Met de nieuwe wet inzake de arbeidsmarkt is er meer zekerheid voor mensen met een flexibel contract. De aanpak van zzp-constructies die banen verdringen, zorgt voor meer zekerheid voor mensen. Ook is er de aanpak van de financiële sector die weer dienstbaar wordt aan de samenleving. 

Wie denkt dat alleen maar stilzitten, pappen en nathouden het juiste politiek-economische fundament vormen om uit deze crisis te komen, zoals sommige politieke partijen beweren, heeft het mis. Aan de andere kant: sommigen denken dat het nu verstandig is om extra te gaan bezuinigen, om nog meer te doen, om nog harder te hervormen en de onrust aan te jagen, zoals de WW te verkorten tot een jaar, het eigen risico te verhogen tot €500 en een eigen bijdrage voor huishoudelijke hulp te vragen. Wie denkt dat zulks zal leiden tot een sterkere economie, heeft het volgens de PvdA ook niet bij het juiste eind. Wat nodig is, is dat het kabinet nu koers houdt en de aangenomen wetten gaat uitvoeren. De wetten zijn hier wel aangenomen en in de Eerste Kamer ook grotendeels, maar bij de uitvoering begint het echte werk pas. 

Hoewel de werkloosheid daalt en de werkgelegenheid stijgt, is de werkloosheid nog altijd te hoog. Die bestrijden blijft topprioriteit voor de Partij van de Arbeid. Naast de structurele maatregelen voor de arbeidsmarkt, de zorg, de financiële sector en de woningmarkt heeft de PvdA-fractie een stimuleringspakket gevraagd. We zien ook dat het werkt. Ik noem de starterslening met betrekking tot de woningmarkt, de schenkingsvrijstelling, de btw-verlaging voor de bouw en pensioenfondsen die meer investeren in Nederland. Niettemin blijft de PvdA-fractie het kabinet aansporen om werk te maken van het stimuleringspakket. Er wordt weliswaar gezegd en gecommitteerd door pensioenfondsen dat men meer investeert, maar de vraag is hoeveel dat dan is en of dat nog verder kan gaan dan de nu toegezegde zaken. De onderbesteding bij de mkb-kredietverlening, waarover we ook al hebben gesproken bij de begrotingsbehandeling, is de PvdA-fractie een doorn in het oog. Dat geldt ook voor de investeringen voor duurzame energie. Dat budget moet zo veel mogelijk worden benut; dat is er ook voor beschikbaar gesteld. 

Wat ook helpt, is dat de koopkracht stijgt, met iets meer dan voorzien in het najaar. Die stijging zou nog groter kunnen worden als bedrijven die er de ruimte voor hebben, ook de lonen verhogen in de sectoren waar dat kan. Die stijging zou ook nog groter kunnen worden als de beperking van de pensioenpremies die het gevolg is van het nieuwe financieel toetsingskader, ook echt in de portemonnee van mensen terechtkomt. We hebben daarover negen waarborgen afgesproken, die ook met de Kamer zijn gedeeld. Ik vraag de minister of dat geld daadwerkelijk in de portemonnee van de mensen terechtkomt. Het is immers hun premiegeld en het zou de economie ook helpen. 

Ik heb nog een drietal laatste punten. Het eerste betreft de financiële sector en de interventies. We zien dat de interventies met ruim de helft zijn beperkt de afgelopen jaren. Het was ruim 80 miljard en het is nu 40 miljard minder, en de komende tijd zullen de interventies nog verder afnemen. Ik wijs op het afstoten van ABN AMRO en verzekeraars. De PvdA-fractie hecht aan een beschermingsconstructie voor ABN AMRO; daarover hebben we ook eerder samen met het CDA een motie ingediend, waarin de minister gevraagd wordt verschillende varianten te bekijken. De PvdA-fractie vraagt ook hoe het staat met de uitvoering van de motie-Nijboer/Koolmees. 

Een ander belangrijk onderdeel van de financiële sector is het gezond maken van banken en het verhogen van de buffers en de leverage ratio. We hebben een motie ingediend over prudent dividendbeleid bij staatsdeelnemingen om de leverage ratio omhoog te krijgen. Hoe is die verhouding voorzien volgend jaar? 

Mijn tweede punt betreft Griekenland. De PvdA-fractie steunt de verlenging met twee maanden maar vraagt de minister maximale druk uit te oefenen ten aanzien van in ieder geval twee afspraken. De eerste betreft de hervorming van de belastinginning; mensen en bedrijven moeten daar gewoon belasting betalen zoals dat hoort en zoals dat in elk Europees land gebeurt. De tweede betreft de bestrijding van corruptie. In Griekenland is corruptie een blijvend en structureel probleem dat alle aandacht en moeite vergt. 

Mijn derde punt gaat over Rusland. We zitten in een situatie waarin de roebel fors onderuit gaat, de rente al boven de 17% is en de olieprijzen onder druk staan. Ik vraag de minister welke consequenties zijn voorzien voor de Europese en de Nederlandse economie. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Tijd voor een ander geluid. Het was niks en het wordt niks. Volgend jaar wordt niet veel beter dan dit jaar. Als de economie al een beetje aantrekt, dan is dat dankzij de lage euro, de lage inflatie en de lage olieprijs. Dus niet dankzij maar eerder ondanks dit kabinet, want dit kabinet doet er alles aan om het economisch herstel de kop in te drukken met meer bezuinigingen de komende jaren van 12,5 miljard en meer lastenverzwaringen van 2 miljard. Want wat heeft het kabinet volgend jaar voor ons in petto? De belastingen gaan weer omhoog met 1,6 miljard: op arbeid, op leidingwater, op energie, op autorijden, op afval en op onroerend goed. De ozb, het eigenwoningforfait; alles gaat omhoog. De accijnzen gaan volgend jaar weer verder omhoog, evenals de zorgpremie en het eigen risico. De huren schieten verder omhoog en de pensioenleeftijd gaat verder omhoog. Als klap op de vuurpijl krijgen 6 miljoen mensen een naheffing van de Belastingdienst. Alles gaat omhoog, terwijl dit nu juist de tijd is om de belastingen te verlagen, zodat mensen meer te besteden hebben. Dat zou de opwaartse trend juist kunnen versterken. Maar nee, het kabinet houdt vast aan zijn koers en knijpt de economie verder af. Het heeft gedaan wat Brussel van hem vroeg en daarmee is het eigenlijk uitgeregeerd; mission accomplished. 

Brussel vroeg het kabinet om het tekort onder de 3% te brengen. Dat heeft het gedaan, met 2,9%, maar het gevolg is wel dat de economie de afgelopen twee jaar met 2,5% is gekrompen, dat we nu 627.000 werklozen hebben en dat we 23.000 faillissementen rijker zijn. 

Brussel heeft gevraagd om de arbeidsmarkt te hervormen. Inderdaad, dit kabinet heeft de arbeidsmarkt misvormd. Mensen worden massaal ontslagen. Nog nooit zaten zo veel mensen in een uitkering; nog nooit! 425.000 mensen zitten in de bijstand en 419.000 mensen zitten in de WW. Meer dan 830.000 mensen zijn uitkeringsafhankelijk. Het kabinet belooft banen, maar we zien alleen maar ontslagen. De sectorplannen van 600 miljoen hebben tot nu toe geen banen opgeleverd, zo blijkt uit onderzoek. 

Voor volgend jaar ziet het er somber uit. Wie het nieuws heeft gevolgd — ik hoop dat mijn collega's dat doen — weet dat er het komende jaar een ontslaggolf dreigt: 2.800 banen bij ING, 1.000 banen bij ABN, 750 banen bij SNS, 580 banen bij KPN, 1.200 banen bij SBM Offshore, 320 banen bij Philips en 600 banen bij Brink's. Bij KLM, bij BAM, bij Ahold, bij Wegener; overal worden massaal mensen ontslagen het komende jaar. Dan heb ik het nog niet eens over de 50.000 mensen die hun baan in de zorg dreigen te verliezen. De verwachting is dan ook dat medio volgend jaar een volgende ontslaggolf dreigt, want dan wordt namelijk het ontslaan van mensen goedkoper en makkelijker, dankzij het kabinet. Dus minister, waar zijn die banen? Ik zie tot nu toe en in de toekomst alleen maar ontslagen. 

Op verzoek van Brussel wordt volgend jaar nog eens een keer de langdurige zorg aangepakt, of eigenlijk grotendeels afgeschaft. Het kabinet gooit alles over de schutting van de gemeenten en verzekeraars. Zo wordt deze zorg uitgekleed. Voor heel Nederland geldt volgend jaar een bezuiniging van 2,3 miljard. Heel Nederland houdt dan ook zijn hart vast, inclusief staatssecretaris Van Rijn. Eén ding is zeker: er worden vele miljarden bezuinigd en vele duizenden mensen zullen hun baan verliezen. De zorg voor onze ouderen zal nooit meer hetzelfde zijn. 

Op dictaat van Brussel werd ook de woningmarkt gesaneerd. Het gevolg is dat de prijzen zijn gekelderd met meer dan 20%. 1,5 miljoen mensen staan inmiddels onder water. Wat doet het kabinet? Het kabinet doet er alles aan om het broze herstel van de woningmarkt in de kiem te smoren door volgend jaar de hypotheekregels verder aan te scherpen. Hoe dom kun je zijn? De LTV gaat omlaag, de LTI gaat omhoog, de starterssubsidie wordt afgeschaft, de hypotheekrenteaftrek gaat verder omlaag, de schenkingsvrijstelling wordt verlaagd en de NHG-grens wordt verlaagd; allemaal zaken waardoor het prille herstel van de woningmarkt weer terugvalt. 

Brussel eiste ook dat de pensioenen werden aangepakt. Nou, dat hebben we geweten. De AOW-leeftijd werd verhoogd, de opbouw werd versoberd en de indexatie werd bemoeilijkt. Met een record van 1,2 biljoen in kas zijn we nog nooit zo arm geweest. De kruitdampen van dit afbraakbeleid beginnen langzaam op te trekken. De Nederlandse burgers hangen half murw geslagen in de touwen en zien sterretjes, maar het kabinet ziet lichtpuntjes. 

Dan de naheffing. Op papier is onze economie kennelijk gegroeid met 45 miljard dankzij de statistici. Dat betekent dat we een naheffing van Brussel krijgen, een boete omdat we het zo goed gedaan hebben, van 1,1 miljard. Deze minister — voor de PVV is dat onbegrijpelijk — staat te popelen om dit bedrag over te maken. Hij betaalt het niet volgend jaar september; hij betaalt het nog voor het einde van het jaar. In 2014 draagt Nederland een recordbedrag van 8,5 miljard keiharde euro's af aan Brussel. Oftewel, dat EU-lidmaatschap kost een gezin in Nederland meer dan €1.100 per jaar. Dat geld had normaal gesproken in Nederland besteed kunnen worden, maar vloeit nu naar Polen voor geluidsschermen voor koeien, naar Spanje, naar Portugal of naar, zoals we vandaag lazen, vliegvelden waar geen vliegtuig op landt. 

Dan het potje voor noodhulp. De heer Omtzigt had het er al over: het is inderdaad goochelen met cijfers als je in de Miljoennota 570 miljoen begroot voor noodhulp in de wetenschap dat je in december een meevaller kunt inboeken van 470 miljoen. Je wist immers van tevoren dat je dat bedrag nooit in 2014 kon uitgeven. De vraag is dan ook waarom het is gebeurd. Ook het geld voor die noodhulp, oftewel €670 per gezin, had in Nederland besteed kunnen worden. 

Dan de asielzoekers. Voor de eerstejaarsopvang is inmiddels 740 miljoen beschikbaar. Terwijl de ouderenzorg wordt afgebroken, wordt de rode loper uitgelegd voor asielzoekers. Er wordt bijna 800 miljoen vrijgemaakt om deze groep op te vangen; geen wonder dat vakantieparken en verpleeghuizen worden omgetoverd tot asielcentra. Deze asieltsunami kost elk gezin €100 per jaar, alleen al voor de opvang in het eerste jaar. Dat geld had ook anders besteed kunnen worden. 

Dan nog de accijnzen. Er is een tegenvaller van 300 miljoen, zoals de heer Omtzigt al zei. Toch houdt het kabinet stoïcijns vast aan de accijns, ook in 2015. Inmiddels heeft Nederland de hoogste benzineprijs van Europa. De accijnsinkomsten lekken met bakken weg naar onze buurlanden, maar het kabinet kijkt weg. De grensregio's betalen het gelag. Uit onderzoek van BOVAG blijkt dat 8.200 banen verloren gaan door deze accijnsverhogingen en dat zij de schatkist daarom niets opleveren maar een half miljard kosten. En dan wordt als klap op de vuurpijl ook de tabaksaccijns nog eens een keer verhoogd. Na een forse accijnsverhoging van €0,35 per pakje vorig jaar, wordt er nu nog eens €0,09 bovenop gegooid. In de grensstreken is het verschil met Duitsland en België al meer dan €1. Nu wordt dat €1,09. De vraag aan deze minister is dan ook of hij al een bosje bloemen heeft ontvangen van België en Duitsland. Want met €0,30 verschil voor een liter benzine en meer dan €1 op een pakje sigaretten is het natuurlijk wel heel gemakkelijk geld verdienen voor de Duitsers en de Belgen. 

Na jaren van inleveren, stijgt de koopkracht volgend jaar iets, maar dat is tientjeswerk. De consumptie trekt naar verwachting iets aan en de werkloosheid neemt iets af, maar dat gebeurt dankzij de olieprijs en de inflatie. En laten we niet te vroeg juichen. We zagen de afgelopen maand het consumentenvertrouwen weer afnemen, de huizenverkoop zal volgend jaar weer terugvallen door de strengere hypotheekregels en de consumptie ligt na drie jaar nog steeds op het niveau van 2005. We zitten dus eerder in een periode van stagnatie. De weg omhoog is nog ver te zoeken en zeer onzeker door alle externe factoren. De PVV vindt het dan ook onbegrijpelijk dat het kabinet niets meer doet om het economisch herstel te ondersteunen. Dit is het moment om de lasten te verlagen en de koopkracht te versterken, want als de olieprijs straks weer stijgt, zakt de economie in Nederland weer als een plumpudding in elkaar. Dit kabinet staat nog steeds op de rem, terwijl Nederland snakt naar lastenverlichting en economisch herstel. 

De heer Koolmees (D66):

Voorzitter. Het is tijd voor een ander geluid, want ik wil vandaag beginnen met een compliment aan de minister van Financiën. De begroting voor 2014 ziet er richting het einde van het jaar beter uit dan toen we begonnen. We begonnen met een tekort van 3,3%; dat is nu 2,9%. Het gaat langzaam en wij zijn er nog lang niet, maar ook meerjarig ziet het beeld er een stuk beter uit. In de Najaarsnota zitten, behalve de naheffing van de Europese Unie, geen grote verrassingen. In feite is de Najaarsnota best overzichtelijk. Langzaamaan gaat het de goede kant op met de begroting. Over de begroting van 2014 heb ik slechts een paar specifieke vragen. Daarom wil ik in dit debat vooral vooruitkijken. 

Wij zien dat het steeds beter gaat. De economie groeit sneller dan geraamd, bedrijven nemen steeds meer mensen aan, steeds minder bedrijven gaan failliet, het consumentenvertrouwen stijgt en zo kan ik nog even doorgaan. Dat het de goede kant opgaat, wil echter niet zeggen dat het al goed gaat. Het ijs van de economie is nog te dun om erop te schaatsen. Er zijn nog vele problemen die een verdere groei blokkeren. Allereerst in Europa. De nieuwe Europese Commissie heeft haar pakket gepresenteerd voor groei en werkgelegenheid. D66 ondersteunt de zogenoemde driehoek van Juncker: gezonde overheidsfinanciën, doorgaan met structurele hervormingen en het losmaken van investeringen. Ondertussen houden Frankrijk en Duitsland elkaar in een houdgreep. Frankrijk wil dat Duitsland investeert en Duitsland wil dat Frankrijk hervormt. Een politieke patstelling. De ECB heeft tot nu toe tijd gekocht. Draghi zorgde met zijn onconventionele beleid voor kalme markten en lage rentes. De trukendoos van de ECB biedt echter geen structurele oplossingen. De geldpers aanzetten om staatsobligaties op te kopen kan inderdaad nog meer tijd bieden, maar ik vind dat helemaal niet verstandig. 

Het is tijd voor actie. Vorige week nog heeft Fitch het kredietoordeel over Frankrijk weer een stapje verlaagd. De markten voeren de druk op Griekenland weer op. Daar is het steunprogramma vastgelopen en komen er nieuwe verkiezingen aan. Dat blijft een risico voor de eurozone. Als alle lidstaten zich committeren aan de 3%-regel en Frankrijk en Italië hervormen, kan Duitsland inderdaad de teugels iets laten vieren en met extra investeringen de Europese economie aanjagen. Zou dat geen deal zijn die Europa echt vooruitbrengt? 

In dit kader hoor ik ook graag hoe het staat met de plannen van de vier voorzitters. De minister van Financiën, in zijn hoedanigheid van voorzitter van de eurogroep, schrijft samen met de heren Draghi, Tusk en Juncker een rapport dat is bedoeld om politieke guidance te geven aan de Commissie-Juncker. Mijn vraag is hoe het hiermee staat. Brengt de nieuwe groeideal die de minister in oktober in Washington lanceerde, die groei daadwerkelijk dichterbij? Kunnen wij enige urgentie verwachten? Staan er in dat rapport ook concrete acties, bijvoorbeeld voor het openmaken van de markt in Europa of het openbreken van de beschermde beroepen? Graag ontvangen wij een reactie op dit punt. 

Ook in Nederland kan het kabinet meer doen om nieuwe groei te creëren. Het probleem ligt duidelijk op tafel: nog steeds zijn 600.000 mensen werkloos. Werkgevers betalen twee keer zo veel als wat de werknemers op hun bankrekening krijgen. Arbeid is veel te duur en mensen houden te weinig over. Bedrijven met veel personeel trekken weg. Vorige week nog zagen wij daarvan een voorbeeld in Drenthe: Philips in Emmen sluit vanwege te hoge loonkosten, wat 240 mensen hun baan kost, terwijl het werk in Drenthe echt niet voor het oprapen ligt. Nieuwe groei is hoognodig. Daarom moet het kabinet blijven hervormen. Ik wil er vandaag drie onderwerpen uitlichten: de pensioenen, de arbeidsmarkt en het belastingstelsel. 

Ons pensioenstelsel moet snel bij de tijd worden gebracht, anders bestaat het gevaar dat wij een uitgehold collectief systeem overhouden, of noodgedwongen tegen de klippen op sparen. Wij moeten naar een pensioenstelsel met meer ruimte voor individuele keuzes, dat past bij een arbeidsmarkt waarop mensen vaker van baan wisselen. 

Ook naar de arbeidsmarkt moet het kabinet goed kijken. De arbeidsmarkt is nu een ongelijk speelveld voor zzp'ers en werknemers. Voor werknemers betaalt de werkgever niet alleen salaris, maar ook de premies voor werkloosheid, pensioen en arbeidsongeschiktheid. Zzp'ers regelen dit zelf. Als zzp'ers zich minder uitgebreid verzekeren of minder sparen, zijn zij inderdaad goedkoper. In sectoren met veel concurrentie dreigt dan een neerwaartse spiraal. D66 wil voorkomen dat mensen die zich wel willen verzekeren, dat niet meer kunnen. Om ons klaar te maken voor de arbeidsmarkt van de toekomst, moeten wij dan ook ons stelsel aanpassen. 

De derde hervorming die hoog op de agenda moet worden geplaatst, betreft het belastingstelsel. Als het aan D66 ligt, gaat de belasting op arbeid snel omlaag. Werken moet lonen, zodat mensen meer te besteden hebben. Voor bedrijven moet het weer aantrekkelijk worden om mensen aan te nemen. Op het VVD-congres van enkele weken geleden kondigde de minister-president weer een belastingverlaging aan. Hij zei dat er in de coalitie met voorstellen gekomen zou worden om de belastingen uiteindelijk te verlagen. Ik vond dat ironisch. Ik heb die toespraak op YouTube teruggekeken. Je hoort het congres heel enthousiast applaudisseren, maar dan vraag je je toch af of al die VVD'ers weten dat de VVD in de Tweede Kamer steeds tegen voorstellen stemt om de belastingverlaging dichterbij te brengen. De minister van Financiën kijkt nu op; ik zal hem straks mijn tekst geven, dan kan hij nalezen wat ik heb gezegd. 

Ik geef de hoop niet op. De uitspraken van de premier hebben mij wel nieuwsgierig gemaakt. Wanneer komt die belastingverlaging er dan? Kan de minister een tipje van de sluier oplichten? 

Het kabinet is bezig met al deze toekomstdossiers. De pensioendialoog is aan de gang, het beleidsonderzoek naar zzp'ers, het ibo, is bezig en de belastinghervorming wordt voorbereid. Er wordt gepraat en er wordt nagedacht, maar dat is toch geen uitsteltactiek? VVD en PvdA zijn het namelijk op deze onderwerpen niet met elkaar eens. Ik zou het zo jammer vinden als de hervormingen van dit kabinet worden gesmoord in de onmacht om die tegenstellingen te overbruggen. De tijd dringt op deze onderwerpen; ik zie de heer Groot knikken. 

Ik heb een aantal specifieke vragen over de Najaarsnota, allereerst over de investeringen van Defensie. Het ministerie van Defensie heeft een kwart van zij investeringsbudget niet benut. Ik geloof dat ook de heer Omtzigt hier al aan heeft gerefereerd. Een bedrag van 200 miljoen is niet uitgegeven. De reden die wordt gegeven is "knelpunten in de verwervingsketen". Oftewel, Defensie heeft te weinig mensen om het geld goed te kunnen uitgeven. Veel partijen in deze Kamer hebben inderdaad de wens om meer geld uit te geven aan Defensie, maar zou de minister van Defensie niet eerst haar eigen organisatie op orde moeten brengen, zodat zij dat geld ook zinvol kan uitgeven? 

Ik heb ook een vraag over de inkomsten uit boetes en schikkingen bij de begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Dit jaar zagen we een paar grote klappers. De Rabobank betaalde tot 70 miljoen voor de affaire met Libor en SBM Offshore betaalde 192 miljoen om een corruptiezaak te schikken. Mijn fractie heeft sowieso twijfels over het schikken van dit soort grote zaken, maar ik vraag mij ook af of het niet gek is dat dit geld kan worden gebruikt om gaten in de begroting van Veiligheid en Justitie te dichten. Het Openbaar Ministerie wordt immers ook betaald uit die begroting. Ik wil voorkomen dat zelfs maar de schijn ontstaat dat er geschikt wordt om een tegenvaller bij het OM te dekken. Kunnen de inkomsten uit boetes en transacties, als die een bepaald niveau overstijgen, bijvoorbeeld als ze boven de 5 miljoen uitkomen, evenals de inkomsten uit dit soort grote schikkingen niet beter naar de algemene middelen vloeien in plaats van direct naar de begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie? 

Mijn laatste vraag gaat over de begroting van het ministerie van Economische Zaken. Daar worden subsidies uit het energieakkoord voor energie-innovatie pas in 2015 uitgekeerd. Ook is er vertraging bij het Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD). Mijn vraag is of dit budget, zoals afgesproken, mee doorschuift naar 2015. Of moeten de uitgaven van nu uit de begroting van 2015 zelf komen? 

Dat was het, voorzitter. Ik ben ruim binnen de tijd gebleven. 

De beraadslaging wordt geschorst. 

De voorzitter:

Ik ben u daar zeer erkentelijk voor. Dank voor uw bijdrage. Hiermee is er een einde gekomen aan de eerste termijn van de kant van de Kamer. 

Wellicht hebben de leden meegekregen dat er een extra regeling van werkzaamheden is aangevraagd. Ik heb deze aanvraag toegekend. Aansluitend aan deze regeling van werkzaamheden wil ik een uur schorsen voor de dinerpauze. Daarna hervatten we het debat over de Najaarsnota. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven