Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 24, item 5 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 24, item 5 |
De voorzitter:
Ingekomen is een brief van het lid Klein, houdende de mededeling dat hij vanaf heden geen deel meer uitmaakt van de 50PLUS-fractie en zijn Kamerlidmaatschap als onafhankelijk lid voortzet. Het Presidium zal op korte termijn de gevolgen van deze mededeling vaststellen.
Ik stel voor, dinsdag a.s. ook te stemmen over het wetsvoorstel Implementatie van richtlijn 2011/99/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 december 2011 betreffende het Europees beschermingsbevel (PbEU L 338) (33954).
Ik stel voor als hamerstuk toe te voegen aan de agenda van volgende week:
-het voorstel tot Wijziging van het Reglement van Orde in verband met het opnemen van de mogelijkheid voor commissies om langs schriftelijke weg te besluiten (34005);
-het voorstel tot Wijziging van het Reglement van Orde in verband met wijzigingen van de bepalingen ter zake van door de leden der Kamer bij te houden registers van nevenactiviteiten, buitenlandse reizen en geschenken (34070).
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Rog tot lid in plaats van het lid Omtzigt.
Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde de volgende aangehouden moties zijn vervallen:
32824-66; 33750-VI-129; 33168-26; 33750-VII-63; 33893-3; 33940-3; 29544-538; 24515-286; 32605-141; 26485-181; 26485-182; 26485-185; 26643-317; 33905-6; 31497-126; 31497-132; 31497-134; 29628-461; 33750-A-81; 29924-109; 24587-591; 31524-199; 31524-200; 21501-20-905.
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:
-het VAO Telecommunicatie, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 12 november, met als eerste spreker mevrouw Mulder van het CDA;
-het VAO Raad Algemene Zaken d.d. 18 november 2014, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 12 november, nog heden te houden, inclusief stemmingen, met als eerste spreker de heer Pechtold van D66. We doen dit dus voor de stemmingen vanmiddag;
-het VAO Integratieonderwerpen, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 12 november, met als eerste spreker mevrouw Karabulut van de SP;
-het VAO Decentralisatieproject, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 12 november, met als eerste spreker mevrouw Voortman van GroenLinks.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de heer Van der Staaij van de SGP.
De heer Van der Staaij (SGP):
Voorzitter. Vanmorgen kwam in het nieuws dat burgemeester Van Aartsen van Den Haag mede namens andere burgemeesters problemen heeft aangekaart als het gaat om de aanpak van teruggekeerde jihadisten of juist jihadisten die verhinderd zijn om uit te reizen. Zij vragen in feite om aanvullende maatregelen van de kant van het Rijk. Mijn vragen aan het kabinet zouden zijn of deze problemen worden herkend en welke maatregelen het in dit kader wil nemen. Ik ontvang hierover graag een brief, voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van Veiligheid en Justitie, die over twee weken plaatsvindt.
De voorzitter:
Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik voeg daaraan toe dat het kabinet de brief tijdig moet sturen voor de begrotingsbehandeling, zodat de Kamer die kan verwerken in haar inbreng.
Dan geef ik het woord aan de heer Bosma van de PVV.
De heer Bosma (PVV):
Voorzitter. De subsidieontvanger Partij van de Arbeid, die drukt op de begroting van Binnenlandse Zaken, gaat haar werknemers een kwart van hun werktijd de straat op sturen om daar te praten met het volk. Dat zal tot veel overlast leiden in onze straten, maar dat is niet mijn punt. Als een subsidieontvanger minder gaat werken, in dit geval een kwart, kan het natuurlijk niet zo zijn dat de subsidie voor 100% doorloopt. Mijn partij is sowieso een tegenstander van subsidie aan politieke partijen, maar dat is het punt niet. Als een subsidieontvanger zegt een kwart minder te gaan werken, lijkt het mij logisch dat we gaan praten over een voorstel dat ik graag wil lanceren in de vorm van een motie: een kwart minder subsidie. Daarover zou ik graag een debat willen hebben.
De heer Van Raak (SP):
Ik vond het wel goed nieuws dat de PvdA nu ook de straat opgaat en met mensen gaat praten. Ik denk dat al die PvdA'ers daar een hoop van zullen leren. Het is goed dat ze, als ze hier debatten moeten voeren, weten wat mensen daar nou allemaal van vinden. Ik juich het van harte toe. Ik denk dat ook de heer Bosma een volksvertegenwoordiger is, en dat doe je ook buiten deze Kamer.
De voorzitter:
Dat betekent dat u het debat ...
De heer Van Raak (SP):
Nee, dat lijkt mij eigenlijk heel onzinnig.
De voorzitter:
Niet steunt dus.
De heer Van der Staaij (SGP):
Ik ben wat verbaasd over de definitie van werk die de PVV-fractie hanteert. Die impliceert dat contact met burgers op straat geen werk zou zijn, terwijl ik dat werk van volksvertegenwoordigers juist heel belangrijk vind. Een formeel debat daarover lijkt mij te ver gaan. Ik stel voor dat de PVV er op straat een informeel debat over voert.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Het staat de PVV volledig vrij om de eigen subsidie in te leveren. Daarnaast is het natuurlijk onderdeel van het zijn van volksvertegenwoordiger om in gesprek te gaan met de kiezer. Je kunt je hooguit afvragen waarom de PvdA dat tot op heden niet gedaan heeft. Ik geef zeker geen steun voor een debat.
De heer Taverne (VVD):
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is weliswaar verantwoordelijk voor de financiering van politieke partijen, maar gaat niet over de wijze waarop Kamerleden hun werk doen. Het lijkt mij niet voor de hand te liggen om hierover een debat met de minister te voeren. Ik ben daar dus tegen.
De heer Klaver (GroenLinks):
Het is een totaal ridicuul voorstel van de heer Bosma. Hij moet zich vooral verhuren voor feesten en partijen om dit soort conferences te houden. Ik steun het voorstel niet.
De heer Schouw (D66):
Ik heb geen behoefte aan een debat. Als een politieke partij de straat op wil, dan moet zij dat vooral doen. Het raakt denk ik wel de inrichting van het binnenlands bestuur op het moment dat dit ook voor gekozen en benoemde bestuurders van die partij geldt. Maar daar kan de heer Van Dam misschien duidelijkheid over geven.
De voorzitter:
Mijnheer Van Dam, eigenlijk is aan de orde de vraag of u de aanvraag van een debat al dan niet steunt. Ik verzoek alle leden om niet te veel debat met elkaar te voeren tijdens de regeling van werkzaamheden. Daarbuiten kan het wat mij betreft overal.
De heer Van Dam (PvdA):
Dan laat ik die laatste vraag liggen en richt ik mij op het verzoek van de heer Bosma. Mij is opgevallen dat de leden van de PVV-fractie de laatste tijd ongeveer een kwart van hun tijd hebben besteed aan de inhoud van het Sinterklaasjournaal. Dat is ook heel belangrijk — het leeft enorm — maar ik zou niet willen voorstellen dat de PVV daarom een kwart van haar subsidie moet kwijtraken. Een debat daarover lijkt ons dus niet heel zinvol. Wij besteden die tijd liever aan contact met onze achterban.
De voorzitter:
Mijnheer Bosma, ik stel vast dat de meerderheid van de Kamer u niet steunt in uw behoefte om hierover te debatteren.
De heer Bosma (PVV):
Ik ga graag in op het voorstel van de heer Van Dam om een kwart van de subsidie van de Partij voor de Vrijheid in te leveren. Wij krijgen namelijk helemaal geen subsidie. Dat is ook een reactie op de mededeling van mevrouw Keijzer: mijn partij accepteert geen subsidie. Ik vind het vreemd. De Tweede Kamer moet controleren wat er met subsidie gebeurt. Als een organisatie zegt dat haar werknemers een kwart minder gaan werken, dan vind ik het raar dat wij daar geen mening over hebben. Het zij zo.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de heer Bashir.
De heer Bashir (SP):
Voorzitter. De afgelopen dagen heb ik meerdere keren om een brief gevraagd over willekeurige afschrijvingen tussen 2009 en 2013, die nu mogelijk tot een strop leiden. Het verbaasde mij zeer toen ik in de krant zag dat het nu ook mogelijk is om €15.000 ergens in te investeren en dan via de fiscus in juli, dus al over een paar maanden, €19.705 terug te krijgen. Meer geld terugkrijgen dan je investeert: dit roept bij onze fractie heel veel vragen op. Hoe kan het dat dit nu weer gebeurt?
De voorzitter:
Wat is uw verzoek?
De heer Bashir (SP):
Wij willen een brief over dit onderwerp, gevolgd door een debat, waarin wij alle fiscale trucjes kunnen bespreken.
De voorzitter:
Dit gaat niet over het onderwerp waarover u van de week al sprak, de schepen?
De heer Bashir (SP):
Nee, dit is een nieuwe truc, een nieuw fiscaal gat, dat weer tot een strop gaat leiden.
De voorzitter:
Dan stel ik voor om het stenogram … O nee, u vroeg ook om een debat.
De heer Bashir (SP):
Ja, ook om een debat.
De voorzitter:
In dat geval vraag ik toch of andere leden van de Kamer ook behoefte hebben aan een debat.
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik zou graag een brief van het kabinet krijgen waarin hierop nader wordt ingegaan. Ik steun het verzoek om een debat.
De heer Groot (PvdA):
Ik kan nog niet overzien welke regeling dit is en krijg graag eerst een brief. Daarna zien we wel of een debat daarover opportuun is. Op dit moment geen steun voor het debat.
De heer Omtzigt (CDA):
Wij steunen graag het verzoek om een brief en vragen de regering om in die brief in te gaan op de vraag of dit gat een onmiddellijke reparatie vraagt, zodat we niet over iets wat blijft doorlekken over een paar maanden in debat gaan. Wij willen die brief dan ook voor aankomende maandagmiddag hier hebben en willen die het liefst agenderen voor een algemeen overleg. Wij zullen eraan meewerken om dat spoedig te organiseren.
De voorzitter:
Dat moet u verder regelen via de procedurevergadering. Geen steun voor een plenair debat dus, wel steun voor de brief.
Mevrouw Neppérus (VVD):
Over de zaak van gisteren vond ik de brief duidelijk, maar kennelijk is er iets nieuws. Daarover wil ik een brief zien, maar ik geef geen steun voor een debat.
De heer Koolmees (D66):
Ook steun voor de brief, maar geen steun voor het debat.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Steun voor de brief en steun voor het debat.
De voorzitter:
Mijnheer Bashir, u hebt op dit moment niet de steun van de meerderheid voor het houden van een plenair debat. Er is brede steun om het kabinet te vragen om in een brief uitleg te geven over deze situatie. Er is brede behoefte om daarna opnieuw te bekijken of erover gedebatteerd moet worden en, zo ja, in welke vorm dat gebeurt.
De heer Bashir (SP):
Dit krijgt dus een vervolg. Daar ben ik blij mee.
De voorzitter:
Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is aan de heer Klaver van de fractie van GroenLinks.
De heer Klaver (GroenLinks):
Voorzitter. Vorige week heeft de Kamer een motie aangenomen van mijn partij, de SP en de Partij voor de Dieren over de 100% weidegang van koeien. In eerste instantie heeft de staatssecretaris van Economische Zaken laten weten de motie niet te willen uitvoeren, maar nu komt zij toch met een uitvoering van de motie, namelijk een ruim onderzoek. Daarover hebben we het vanochtend gehad en daarbij hebben we die toezegging gehad. Daarom vragen de Partij voor de Dieren, de SP en GroenLinks een debat aan met dezelfde staatssecretaris, na ommekomst van de gegevens die zijn toegezegd, om met elkaar te spreken over de 100% weidegang van koeien.
De voorzitter:
Ik zal het verzoek voorleggen aan de Kamer, maar ik begrijp dat u vanmorgen precies hierover met de staatssecretaris hebt gedebatteerd.
De heer Klaver (GroenLinks):
Dat klopt. Er is vanochtend een debat geweest, maar daarin is aangegeven dat er nog heel veel zaken over de weidegang moeten worden uitgezocht. Ik heb gezegd dat te begrijpen, maar omdat ik weet hoelang het duurt voordat debatten gehouden worden, vraag ik alvast een debat aan zodat we hier met elkaar over kunnen debatteren in het voorjaar, als de koeien weer de wei ingaan. Een ding werd namelijk heel duidelijk in het debat: hier moet nog heel lang en veel over gesproken worden.
De heer Bosman (VVD):
Zoals de heer Klaver al zei, zijn er heel veel toezeggingen gedaan door de staatssecretaris. Een en ander wordt uitgezocht. Het is gebruikelijk dat de staatssecretaris daarna met antwoorden naar de Kamer komt. Die komen in de vorm van een brief en komen vanzelf aan de orde in de procedurevergadering. Tijdens de procedurevergadering hebben we alle mogelijkheden om daar keuzes in te maken en alle soorten verschillende dingen te doen. Daarom geen steun voor het debat. We wachten de toezeggingen van de staatssecretaris af.
De heer Geurts (CDA):
Het onderzoek waarover de heer Klaver spreekt, komt pas als mijn motie volgende week wordt aangenomen. Ik neem aan dat hij ook mijn motie steunt. Daar ben ik heel blij mee. Dat is één. Twee: we praten 75% over koeien in de wei en 25% over ons Belastingplan; dat heb ik gisteren ook weer gezien. Het lijkt mij verstandig om het rapport af te wachten en te kijken of het Belastingplan op dat moment niet voorrang heeft. Daarna kijken we of we het debat steunen. Op dit moment geen steun.
Mevrouw Dikkers (PvdA):
Als Kamerlid dat verplicht is tot weidegang namens het partijbestuur, steun ik het plan van GroenLinks, uiteraard na ommekomst van de brief. We willen even goed kijken wat we dan hebben.
De heer Schouw (D66):
Van harte steun.
De voorzitter:
Volgens onze telling hebt u niet de steun van de meerderheid voor het houden van dit debat, mijnheer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik kijk nog even naar de PVV, want zij heeft de motie waarover ik spreek ook gesteund.
De voorzitter:
Ik hoor de heer Bosma buiten de microfoon reageren. Dit is uitlokking. Ik stel vast dat de meerderheid van de Kamer op dit moment geen steun wil geven voor het houden van een plenair debat over dit onderwerp, maar dat die behoefte wellicht verandert na ommekomst van de brief over de toezeggingen en de toegezegde rapporten. Dan zie ik u vast hier terug, of hebt u dit al op een andere plek besproken.
De heer Klaver (GroenLinks):
Dat is een belofte, voorzitter.
De voorzitter:
Ja, daar twijfel ik niet aan.
Het woord is aan mevrouw Dikkers van de PvdA-fractie.
Mevrouw Dikkers (PvdA):
Voorzitter. Dan de laatste grap van de dag in de schaarse momenten die mij in deze zaal nog gegund zijn omdat ik zo naar buiten ga. De consument moet kunnen weten wat hij eet. We lazen in De Gelderlander dat de bedrijven niet klaar zijn voor de nieuwe etiketteringsplichten die vanuit Brussel worden opgelegd. Wij vinden het heel erg belangrijk dat consumenten op het etiket kunnen zien wat voor product zij in de supermarkt kopen. Daarom willen wij graag, mede namens D66, een debat met de minister van VWS over etikettering en de problemen die de invoering van de nieuwe etiketteringsplicht oplevert.
De voorzitter:
Een verzoek om steun voor het houden van een debat.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Het is een zeer belangrijk onderwerp. Vandaar dat ik het verzoek van harte steun.
De heer Geurts (CDA):
Steun voor een brief. Ik steun op dit moment het verzoek om een debat niet. Ik hoop dat mevrouw Dikkers niet al te vaak buiten de deur gaat eten, want zij gaat in die restaurants vast al die etiketten opvragen.
Mevrouw Dikkers (PvdA):
Oeh, dat moeten we niet hebben.
De heer Rutte (VVD):
Geen steun voor een debat, wel steun voor een stand-van-zakenbrief. Als er haast bij is, kunnen we die brief beter betrekken bij een op korte termijn te plannen algemeen overleg. Als we dat doen, kan het op korte termijn worden besproken, terwijl het nog wel eens heel lang kan duren voordat wij een plenair debat kunnen houden. Laten we het eerst maar houden bij een verzoek om een brief.
De heer Klaver (GroenLinks):
Steun voor het verzoek.
De heer Van Gerven (SP):
Wij zouden hierover graag een brief ontvangen. Die brief kan vervolgens betrokken worden bij het algemeen overleg over voeding dat volgens mij voor december staat geagendeerd. Dus geen steun voor een debat.
De voorzitter:
Mevrouw Dikkers, u hebt niet de steun van een meerderheid voor het houden van een plenair debat. Ik proef wel veel behoefte in de Kamer om er op een andere plek over te spreken. Ik stel voor dat u het in de procedurevergadering nog een keer met de andere leden bespreekt.
Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, zodat er ook een stuk komt te staan op de agenda van de procedurevergadering.
Mevrouw Dikkers (PvdA):
Dat is prima. Ik zie die brief voor de agenda graag komen.
De voorzitter:
Dank u wel.
Ten slotte geef ik het woord aan iemand die niet is toegevoegd aan de lijst, namelijk aan mevrouw Keijzer voor een rappel. Ik sta dat toe, omdat dit rappel verband houdt met een aangehouden motie die vandaag al dan niet in stemming wordt gebracht.
Mevrouw Keijzer (CDA):
Voorzitter, excuus. Ik heb het naar het verkeerde e-mailadres gestuurd.
Het gaat om het volgende. Op 6 november heb ik een motie ingediend, waarin ik de Kamer vroeg, zich uit te spreken voor het meer tijd geven aan budgethouders in de zorg om te kiezen. De tarieven zijn nog niet uit en ze weten dus niet waarvoor ze kiezen.
De voorzitter:
Doe maar gewoon uw rappel.
Mevrouw Keijzer (CDA):
De staatssecretaris heeft toen gezegd: geef me even de tijd; ik ga het uitzoeken. Die brief moet er dan wel vanmiddag zijn. Ik vraag u daarom om dit aan het kabinet door te geven. Mocht die brief er niet komen, dan ben ik genoodzaakt om die motie vanavond in stemming te brengen.
De voorzitter:
Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.
Hiermee is een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20142015-24-5.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.