6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2015) (34220);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Zorgverzekeringswet met het oog op het opnemen van regels betreffende een Zvw-pgb (34233);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Economische Zaken, houdende een verhoging van voor de Autoriteit Consument en Markt geldende boetemaxima (34190);

  • -het wetsvoorstel Regels over het tijdelijk heffen van tol voor de gedeeltelijke bekostiging van de verbinding tussen de A15 bij Rozenburg en de A20 tussen Maassluis en Vlaardingen en de verbinding van de A15 tussen knooppunt Valburg en de A12 bij Zevenaar (Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15) (34189);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de invoering van een nieuw normen- en handhavingstelsel voor de luchthaven Schiphol en enige andere wijzigingen (34098);

  • -het wetsvoorstel Uitvoering van het op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (Trb. 2007, 169) (33990);

  • -het wetsvoorstel Rijkswet houdende goedkeuring van het op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (Trb. 2007, 169 en Trb. 2014, 113) (33992; R2034);

  • -Voorstel van wet houdende regels met betrekking tot de productie, het transport, de handel en de levering van elektriciteit en gas (Elektriciteits- en gaswet) (34199).

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor, het dertigledendebat over het sluiten van politieposten van de lijst af te voeren.

Aangezien voor de volgende stukken de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen:

24493-R1557-62; 30952-160; 23908-(R1519)-118; 23908-(R1519)-119; 23908-(R1519)-120; 33997-45; 33997-44; 34222-1; 34223-(R2052)-1; 34221-1; 34202-(R2051)-1; 34201-1; 34127; 34188; 34179-1; 34161-2; 34173-(R2049)-1; 34185-(R2050)-1; 34131-(R2044)-1; 34134-(R2046)-1; 34133-(R2045)-1; 34125-1; 24493-R1557-61; 34056-(R2042)-1; 34055-1; 34046-1; 34048-(R2040)-1; 34043-(R2041)-1; 33998-2; 34037-(R2038)-1.

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren:

31125-58; 31460-54; 31125-57; 31125-55; 31460-53; 33326-14; 34000-X-98; 27830-153; 34000-X-94; 34000-X-88; 25834-97; 27830-151; 26396-102; 33763-78; 33763-74; 34000-X-103; 34000-X-93; 34000-X-75; 33750-X-62; 26396-104; 26396-103; 26396-101; 26396-100; 33763-73; 27830-149; 33763-70; 27830-150; 2015Z11092; 2015Z11089; 21501-28-126; 21501-28-125; 29521-279; 28676-225; 28676-220; 34000-X-101; 34000-X-99; 34200-X-6; 34200-X-5; 34200-X-1; 34000-X-102; 34000-X-91; 34000-X-67; 34000-X-63; 2015Z09652; 21501-28-121; 21501-28-122; 2015Z08725; 31125-56; 2015Z08568; 21501-20-923; 34139-3; 34000-V-70; 21501-02-1511; 21501-07-1263; 34166-21; 21501-02-1509; 21501-02-1503; 21501-02-1502; 33848-14; 21109-219; 30952-175; 30952-176; 34000-XII-64; 27879-51; 32637-184; 24036-410; 34000-XIII-148; 34024-25; 34024-27; 34024-28; 2015Z08614; 33348-14; 33348-17; 27428-301; 34214-3; 22112-1967; 29684-115; 21501-33-545; 21501-33-517; 21501-33-518; 29664-123; 33576-42; 29675-180; 22112-1957; 26737-10; 29675-178; 29664-124; 29684-117; 29684-116; 2014Z11790; 29675-179; 33827-4; 2015Z10607; 27858-300; 30196-316; 33576-43; 32201-76; 21501-32-843; 21501-32-839; 21501-32-844; 21501-32-845; 27858-304; 33612-49; 33450-43; 27858-298; 29517-97; 2015Z00203; 2014Z12565; 2014Z11298; 26991-463; 33835-9; 32793-146; 26991-418; 26991-422; 27838-13; 24036-409; 26419-60; 32637-165; 29304-5; 32637-162; 33529-99; 33669-95; 33037-121; 21501-07-1280; 21501-03-87; 21501-07-1268; 2015Z12993; 28737-24; 2015Z12952; 2015Z11371; 34002-102; 34049-16; 2015Z12004; 33532-44; 26485-209; 33949-19; 34101-9; 33949-20; 21501-07-1278; 21501-20-986; 21501-07-1272; 21501-07-1269; 21501-07-1271; 21501-07-1270; 28165-216; 28165-193; 21501-20-984; 21501-07-1260; 31066-235; 31066-226; 28165-186; 22112-1964; 22112-1965; 22112-1950; 21501-07-1241; 21501-07-1246; 25087-101; 2015Z10056; 25087-99; 32384-3; 25087-98; 25087-102; 25268-112; 25268-107; 25268-106; 34000-XVI-95; 28828-74; 25268-102; 32772-6; 32772-4; 34200-XVI-10; 34200-XVI-9; 34200-XVI-1; 2015Z10516; 32761-84; 29544-614; 29817-136; 30545-152; 22112-1979; 28694-130; 33041-11; 28694-128; 30872-184; 30872-185; 30952-171; 30952-172; 30952-168; 30952-173; 30952-169; 30952-179; 30952-177; 2014Z22520; 23530-105; 29544-574; 29544-582; 29544-588; 34000-VI-78; 34000-V-65; 23530-106; 30952-184; 34000-XVI-107; 33997-42; 33997-38; 27925-530; 33783-16; 33542-18; 34000-VI-77; 28638-132; 34000-VI-79; 28684-439; 34000-VI-80; 27062-96; 19637-1993; 29838-80; 29628-530; 22112-1960; 33199-5; 33199-7; 29817-135; 29544-591; 33566-81; 29544-600; 29544-599; 2015Z05778; 29544-602; 29544-604; 32317-280; 19637-1991; 2015Z07582; 2015Z06697; 34000-VI-81; 34000-V-57; 32317-262; 31409-81; 29754-308; 31288-379; 31765-147; 25657-185; 25657-170; 22026-478; 34000-VIII-93; 27565-135; 33043-41; 27925-534; 32620-150; 29628-535; 29453-389; 33962-100; 27625-338; 28638-133; 32859-17; 30952-195; 30952-196; 30952-187; 30952-194; 30573-130; 29689-615; 29544-586; 29544-621; 24587-502; 29270-87; 29279-196; 29279-198; 31110-16; 31110-17; 29270-93; 29270-97; 29270-96; 31289-233; 33495-63; 31293-230; 34000-VIII-18; 31289-165; 29362-245; 2015Z08308; 25834-89; 2015Z01439; 29427-103; 32793-170; 25834-95; 22112-1955; 25834-99; 21501-20-982; 33962-7; 2015Z11381; 28719-93; 30169-41; 30545-162; 30545-163; 29544-624; 29427-107; 2015Z12038; 29279-226; 29407-203; 21501-31-370; 22112-1966; 21501-31-371; 21501-31-374; 32824-94; 29427-106; 2015Z11201; 29407-202; 34000-V-51; 34000-XV-59; 29407-199; 32824-87; 32824-85.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde, de volgende aangehouden moties zijn vervallen:

29517-77; 21501-02-1477; 32043-244.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO IVD-aangelegenheden en terrorismebestrijding, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 2 september, met als eerste spreker de heer Segers van de ChristenUnie;

  • -het VSO AFM-rapportage over het verkennend onderzoek bij de afdelingen bijzonder beheer die kredieten voor het mkb behandelen (31311, nr. 152), met als eerste spreker de heer Omtzigt van het CDA;

  • -het VAO Autobrief 2, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 3 september, met als eerste spreker de heer Van Weyenberg van D66.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Keijzer, die zich gisteren al voor deze regeling had aangemeld.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Dat is correct. Gisteren stonden in de kranten al allerlei vooraankondigingen en gesprekken over de uitzending van ZEMBLA van gisteravond "De spaghetticode" over de manier waarop de verstrengeling van overheid en ICT-bedrijven leidt tot onnodig hoge kosten. Gisteren stond ik hier om een debat aan te vragen met de staatssecretaris van SZW, maar gezien de uitzending van gisteravond en alle informatie die tot ons is gekomen — het gaat niet alleen over SZW; dezelfde situatie doet zich voor bij het ministerie van Veiligheid en Justitie, bij het UWV en bij het ministerie van Defensie met het ICT-project SPEER — sta ik hier vandaag om het verzoek nog een keer te doen en uit te breiden met de aanwezigheid van de minister voor Wonen en Rijksdienst. Dat is namelijk degene die verantwoordelijk is voor de overheidsbrede ICT.

De voorzitter:

Daarmee verbreedt u ook het onderwerp. De uitzending van ZEMBLA is de aanleiding om te spreken over grote ICT-projecten bij de overheid die niet goed lopen.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dat bleek ook uit de uitzending van ZEMBLA.

De voorzitter:

Ik zoek even naar een titel voor het debat.

Mevrouw Keijzer (CDA):

U zoekt een titel. Daar komt u vast goed uit.

De voorzitter:

U weet in welke richting wij zoeken.

De heer De Graaf (PVV):

Volgens mij hebben wij net een ICT-commissie achter de rug waarin mevrouw Keijzer misschien zelf zitting in had. Excuus, het was mevrouw Bruins Slot. Wat mij betreft kunnen wij dat laten gaan en het gewoon bij SZW houden. Ik steun het verzoek om een debat.

De voorzitter:

U steunt niet de verbreding die het verzoek behelst.

De heer De Graaf (PVV):

Ik steun dus een deel van het verzoek.

De voorzitter:

Dat is een smaak die wij niet kennen. Dat is net zoiets als onthouding bij stemmingen.

De heer De Graaf (PVV):

Dan heet het misschien "een ander voorstel"; dat gebeurt ook weleens bij de interruptiemicrofoon. Dan gaan we het zo noemen. Het is een beetje een semantische discussie. Ik zou het voorstel dat ik zojuist deed, toch willen handhaven.

De voorzitter:

Het verzoek van mevrouw Keijzer steunt u niet.

De heer De Graaf (PVV):

Nee, maar ik doe wel zelf een verzoek.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter, er staan volgens mij nogal wat debatten over ICT op de agenda. Ik weet dat er in ieder geval nog een debat over RADAR op staat dat ik zelf heb aangevraagd. Volgens mij heeft mevrouw Keijzer dat toen ook gesteund. Hierover hebben we net een brief ontvangen. Kunt u bekijken of het mogelijk is om alle debatten op de agenda over ICT en de drama's die daarmee samenhangen, samen te pakken, zodat we hier spoedig over de drama's rond ICT kunnen spreken?

De voorzitter:

Daar wil ik gelijk op reageren. Ik wil daarnaar kijken en ik kom dan ook tot allerlei conclusies. Ik merk wel op dat die conclusies doorgaans niet worden gedeeld door degenen aan wie ik ze voorleg. Ik stel daarom voor dat de aanvragers van de diverse debatten samen bekijken of het mogelijk is. Vervolgens ga ik dan met dit voorstel van de woordvoerders aan de slag. Het eerste werk is dus voor u. Daarna bekijk ik wat ik ermee kan.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Wat mij betreft is die bereidheid er zeker.

De voorzitter:

Dan bekijken we nu of er behoefte is aan een plenair ICT-debat.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Mevrouw Keijzer merkt terecht op dat een breed aantal departementen betrokken is bij deze problematiek. We hebben gisteren met elkaar om een brief gevraagd en de verschillende departementen zouden daarin dan ook moeten worden meegenomen. Het lijkt mij zinvol om die brief te betrekken bij het liefst een geïntegreerd debat over ICT. Daar zou ik steun aan willen geven, maar niet aan een apart debat over alleen deze brief. Laten we het integreren, maar het debat moet wel worden gevoerd.

De heer Klein (Klein):

Het is heel belangrijk om hierover in aansluiting op die uitzending goed door te praten. Mevrouw Keijzer en mevrouw Gesthuizen geven al aan dat we gezamenlijk kunnen bekijken hoe we het kunnen agenderen. Uiteraard is het altijd nog aan het kabinet om te bekijken wie het stuurt, want het is een verzoek van ons aan het kabinet om het hier plenair te bediscussiëren. Dus steun voor een debat.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

GroenLinks ziet inderdaad het probleem dat het heel moeilijk is om een onderwerp op een goede manier in debat te krijgen als dat onderwerp meerdere departementen raakt. Wij zouden een breed ICT-debat zeker steunen en ook een verzoek om een brede brief waarin de invalshoeken van de verschillende ministeries zijn verwerkt.

De heer Potters (VVD):

Gisteren stonden wij hier ook en toen hadden we het nadrukkelijk over wat er bij de SVB aan de hand zou zijn. Toen hebben we gezegd: laten we even afwachten wat er in de uitzending naar voren komt. Het is nu duidelijk dat er wat speelt. Ik zou steun willen geven aan een debat met alleen staatssecretaris Klijnsma en dus zonder minister Blok over de SVB en met name de ICT-ontwikkelingen daar. Dat is namelijk de urgente probleemstelling op dit moment. Dat voldoet niet helemaal aan het verzoek, maar het verzoek is dan ook op het laatste moment gewijzigd. Ik vind het daardoor gewoon een beetje lastig. Ik zou best een verzoek om een debat willen steunen om te bekijken wat er nu speelt, maar niet zo'n heel breed debat.

De voorzitter:

Ik snap het.

De heer Segers (ChristenUnie):

De ChristenUnie-fractie steunt de wens om een brief te krijgen. Dan kunnen we later bekijken bij welk debat we die betrekken.

De voorzitter:

Om die brief is gisteren ook al gevraagd.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Namens mijn collega Vermeij kan ik zeggen dat ook wij opheldering willen over de Sociale Verzekeringsbank. Wij willen dan ook een brief en een debat met de staatssecretaris. Ik realiseer me dat dit een ander verzoek is, maar dat is wat wij graag willen.

De voorzitter:

Ik ga een voorstel doen. Ik proef dat er behoefte is om over diverse onderwerpen te spreken. Ik denk echt dat het verstandig is dat we daar eerst even met elkaar over spreken. Als in de commissie een meerderheid aangeeft behoefte te hebben aan een plenair debat, kan dat debat altijd via de commissie worden aangevraagd. Dat lijken we soms wel een beetje te vergeten. Over hoe dat debat dan moet gaan heten, kunnen we het vervolgens nog even hebben. Zullen we het zo afspreken?

Mevrouw Keijzer (CDA):

Aan de andere kant moet je het ijzer wel smeden wanneer het heet is. Ik merk dat in ieder geval een meerderheid van de Kamer mijn voorstel steunt om te spreken over wat er gaande is bij de Sociale Verzekeringsbank. Ik zou het fijn vinden als dat debat als zodanig op de agenda komt, maar ik denk ook dat het goed is om te bekijken of we met elkaar een meerderheid kunnen vinden om naar het bredere ICT-verhaal te kijken. En dat moeten we niet hier doen, maar op een andere plek.

De voorzitter:

Dat betekent dat het verzoek dat op de lijst was aangekondigd op de lijst met meerderheidsdebatten komt, omdat een meerderheid uw verzoek voor dit debat blijkt te steunen. Ik stel voor dit debat een spreektijd vast van vier minuten per fractie. Overigens heb ik wel gehoord dat een meerderheid heeft gezegd dat te willen doen met de staatssecretaris van Sociale Zaken, maar goed. Daarna gaat u gezamenlijk naar die hele lijst kijken om te bepalen hoe we daarmee verdergaan.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik hoop dat we daar uitkomen.

De voorzitter:

Dat gaat vast lukken. Ik heb daar alle vertrouwen in.

Ik geef het woord aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Voor het zomerreces kreeg ik een meerderheidssteun om een debat te gaan houden met de minister-president en minister Kamp over de baanbrekende uitspraak in de Urgenda-zaak, de klimaatzaak. Ik wilde vragen of er steun is om dat debat spoedig in te plannen. Wij gaan richting de klimaatconferentie in Parijs en er zit ook druk op de beroepstermijn van deze zaak zelf. Graag hoor ik hoeveel steun er in deze Kamer is om dat snel aan de orde te stellen.

De voorzitter:

Ik moet voor mezelf eerst één onduidelijkheid oplossen. U had mij verzocht om het debat dat u wilt agenderen, met de minister van Economische Zaken te houden. In het huidige verzoek wordt gevraagd om de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu aanwezig te laten zijn. Wilt u beiden bij het debat hebben?

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Mijn oorspronkelijke verzoek was om dit debat te houden met de minister-president en de minister van Economische Zaken. Het staat het kabinet vrij om af te vaardigen wie het wil, maar dat was mijn oorspronkelijke verzoek. Ik kan mij ook voorstellen dat wij het alleen met de minister van Economische Zaken voeren, want hij voert dat beleid uit in Nederland.

De voorzitter:

En de aanwezigheid van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu?

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dat is voor mij geen absolute voorwaarde. Het gaat mij vooral om degenen die in Nederland aan de knoppen draaien en ervoor kunnen zorgen dat de CO2-uitstoot in Nederland vermindert.

De voorzitter:

Zo snel mogelijk te agenderen, begrijp ik. Mijnheer Vos.

De heer Jan Vos (PvdA):

Mevrouw Van Tongeren van GroenLinks, ikzelf en de 148 andere mensen in deze zaal draaien aan de knoppen. Wat dat betreft kunnen wij er dus snel uit zijn. Ik denk dat staatssecretaris Mansveld en minister Kamp aanwezig zouden moeten zijn bij dit debat, dat wij inderdaad snel zouden moeten inplannen, maar dan wel na de ronde tafel, de hoorzitting die wij zelf hebben aangevraagd. Wat mij betreft hoeft het niet op heel spoedige termijn, maar wel op spoedige termijn.

De heer Van Gerven (SP):

Steun voor een spoedig debat.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ook steun namens de ChristenUnie-fractie

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Een spoedig debat is natuurlijk ook een tijdig debat. Dat betekent dat wij het houden voordat de deadline verloopt, want anders kun je redelijk spoedig zijn, maar toch te laat. Steun voor het inplannen voor de deadline dus.

Ik verzoek ook om een reactie van de minister op de berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving en ECN die vandaag zijn verschenen, waaruit blijkt dat de doelstellingen al niet meer gehaald kunnen worden als wij pas over een jaar maatregelen nemen. Dat heeft direct betrekking op de vraag of je inhoudelijk in beroep moet gaan. Daarom zou ik die aanvullende brief willen hebben voordat het debat plaatsvindt.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Geen steun.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, u hebt de steun van een meerderheid van de Kamer om het spoedig te doen, maar niet om het direct te doen. Er is het verzoek om het na de ronde tafel, maar voor de deadline te doen. Er zit ook nog een week tussen waarin wij de Algemene Beschouwingen en Prinsjesdag hebben. Ik ga proberen om al die wensen te verknopen, maar het is een behoorlijke puzzel. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, zodat er een aanvullende brief kan komen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik had eerder zelf ook om een aanvullende brief gevraagd, want ik wil voor de Algemene Politieke Beschouwingen duidelijkheid of het kabinet extra maatregelen gaat nemen in 2016. Als het kabinet dat niet gaat doen, horen wij dat ook graag. Ik had daar afgelopen dinsdag al om gevraagd, maar herhaal het vandaag. Graag krijg ik voor de Algemene Politieke Beschouwingen helderheid over extra maatregelen vanwege deze klimaatuitspraak.

De voorzitter:

Dat stenogram ligt al bij het kabinet. Ik hoef dat dus niet opnieuw door te geleiden. Ik ga mijn best doen om het debat in te plannen. Wij hadden al eerder afgesproken dat wij een spreektijd van vier minuten per fractie zouden hanteren, want dit debat was al eerder aangevraagd.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Ik geef nu het woord aan de heer Graus van de PVV.

De heer Graus (PVV):

Mevrouw de voorzitter. Ik sta hier geloof ik voor de vijfde maal. Het gaat steeds slechter met KLM, een van onze grootste particuliere werkgevers, onze nationale trots, onmisbaar voor onze Nederlandse economie en ook voor Schiphol, een van onze mainports. Nu verschijnen er berichten in de couranten, die door de PVV zijn voorspeld, dat er bij KLM mogelijk 5.000 banen gaan verdwijnen en dat er bij Air France, zoals wij ook al maanden geleden voorspelden, niks gaat gebeuren. Bij rupsje-nooit-genoeg, dat KLM helemaal uit heeft gezogen en kapot maakt, gebeurt dus niks. Nee, bij onze nationale vogels vallen de slachtoffers. De heer Bontes heeft mij toen als een van de weinigen hier gesteund. Hij zei letterlijk: als de heer Graus een voorgevoel heeft, komt dat meestal uit en daarom steun ik hem. Mijnheer Bontes, u hebt gelijk gehad. Bedankt voor uw steun.

Ik wil graag een plenair debat aanvragen met de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, die ook verantwoordelijk is voor de luchtvaart. Ik wil dat graag op zo kort mogelijke termijn, gezien het nationaal belang van KLM en Schiphol, ook voor onze economie.

De heer Bashir (SP):

Volgens mij staat er al een debat op de agenda, maanden geleden, een halfjaar geleden ook door de heer Graus aangevraagd. Het verbaast mij dat de heer Graus nu weer hier staat. Als dit debat wordt toegewezen, zal het waarschijnlijk ergens in 2016, 2017 weer op de agenda komen. Ik begin mij een beetje te irriteren aan de heer Graus. Als hij het echt meent, zou hij dit onderwerp gewoon in het algemeen overleg over luchtvaart bespreken. Dan hebben we het eind deze maand nog daarover.

De voorzitter:

Dat betekent dat u geen steun geeft aan het verzoek.

De heer Van Helvert (CDA):

Ik kan de zorgen van de heer Graus enorm delen. Het zijn terechte zorgen. Er staat een debat van de heer Graus op de agenda. Wij hebben op 23 september een rondetafelgesprek over luchtvaart. Ik denk dat we het debat van de heer Graus over KLM, waarover terecht zorgen zijn, zo snel mogelijk na dat rondetafelgesprek moeten hebben. Ik denk ook dat we het een beetje moeten zien als een vraag van de heer Graus om het debat dat hij heeft aangevraagd naar voren te halen, zo snel mogelijk na het rondetafelgesprek van 23 september. Dat steun ik van harte.

De voorzitter:

U steunt niet een nieuw verzoek, maar u wilt wel dat het dertigledendebat wordt omgezet in een meerderheidsdebat.

De heer Leenders (PvdA):

Wij ondersteunen natuurlijk de zorgen van de heer Graus over de werkgelegenheid in Nederland, maar dit is een kwestie die we uitstekend kunnen bespreken in het door hemzelf aangevraagde dertigledendebat of in een AO. Dat zal het snelste gaan.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ik ken de heer Graus al een aantal jaren. Hij maakt zich altijd oprecht zorgen over KLM, dus het is vandaag niet voor het eerst. Ik steun dan ook zijn verzoek. Haal het naar voren.

Mevrouw Hachchi (D66):

Er is al heel veel gezegd. Ik wil toch vooral benadrukken dat we ervoor moeten waken dat we niet op de stoel van de directeur van KLM gaan zitten. Het gaat over een reorganisatie. We hebben binnenkort een rondetafelgesprek waarbij de directeur van KLM aan tafel zit, dus dan kunnen wij vragen aan hem stellen. We hebben ook een debat over luchtvaart, dus we komen snel te spreken over KLM en de luchtvaart in den brede.

De voorzitter:

Geen steun voor een apart debat op dit moment dus.

Mevrouw Visser (VVD):

Zoals al door mijn collega's is gezegd, hebben we een rondetafelgesprek. We hebben een algemeen overleg op heel korte termijn, juist over hoe we in de toekomst de luchtvaartsector in Nederland en in Europa kunnen versterken en behouden. Dan kunnen de zorgen van de heer Graus nadrukkelijk aan de orde komen. Laten we, zoals mevrouw Hachchi net zei, wel voor ogen houden dat het een bedrijf is en dat het in eerste instantie gewoon aan de directeur en zijn ondernemingsraad is om deze kwesties te bespreken.

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik begrijp dat er al momenten zijn geprikt om over dit onderwerp te kunnen spreken. Als dat plenair kan, is dat prima. Als dat niet lukt, kan het in een algemeen overleg. Laten we de afgesproken momenten daarvoor gebruiken.

De heer Graus (PVV):

De heer Bashir heeft mij waarschijnlijk niet gevolgd. Er staat een dertigledendebat gepland en ik vraag om een plenair debat. Dat is een heel ander verzoek, dus de heer Bashir hoeft zich niet aan mij te irriteren. Wij hebben altijd fijn samengewerkt. Het gaat om 5.000 arbeidsplaatsen en een luchthaven en een luchtvaartmaatschappij van nationaal belang. Gezien de druk en het belang heb ik om een plenair debat gevraagd. Dat is een heel ander verzoek, dus de heer Bashir zit er echt naast.

De heer Bashir (SP):

Het dertigledendebat dat is ingepland, is plenair. Dat is ook gesteund door de SP. Wat mij betreft, kunnen wij dat snel inplannen, maar daar gaat de voorzitter over. Misschien kunnen we de heer Graus toch tegemoetkomen door het kabinet om een brief te vragen waarin wordt ingegaan op de laatste ontwikkelingen. Dan kunnen we die betrekken bij het algemeen overleg over luchtvaart.

De heer Graus (PVV):

Ik kan heel goed tellen, dus ik zal het ermee moeten doen. Ik ben ook aanwezig bij dat rondetafelgesprek. Maar voor de mensen thuis moet wel goed uitgelegd worden dat een dertigledendebat een debat is met beperkte spreektijden en beperkte steun. Ik vraag een plenair debat met lange spreektijden, een volwaardig debat, aan. Dat is iets heel anders, mijnheer Bashir. Dat wil ik toch even gezegd hebben, want de mensen thuis moeten wel weten waarover het gaat.

De voorzitter:

Ik moet de heer Bashir wel gelijk geven dat een dertigledendebat een debat is dat plenair wordt gevoerd.

De heer Graus (PVV):

Maar het is geen volwaardig plenair debat, en dat wil ik. Het laatste wat ik nog wil zeggen: dat de regering zich hiermee niet mag bemoeien, is onzin. De regering heeft namelijk aandelen in KLM, en dan mogen wij ons overal mee bemoeien. Bovendien gaat het om een luchtvaartmaatschappij van nationaal belang. Daar mogen we ons allemaal mee bemoeien, zo vaak en zo veel als we willen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, met het verzoek om de brief voor het algemeen overleg over luchtvaart naar de Kamer te sturen.

Het woord is aan mevrouw Siderius van de SP.

Mevrouw Siderius (SP):

Voorzitter. Dinsdag luidden de docenten in het onderwijs al de noodklok over de invoering van het passend onderwijs en vandaag zijn het de schooldirecteuren. Ik maak een compliment aan die schooldirecteuren die de hand ook in eigen boezem steken, omdat zij zelf aangeven dat zij kinderen weigeren omdat zij beperkingen hebben, chronisch ziek zijn of gedragsproblemen hebben. Daarover moet gesproken worden, want dit is nou juist niet de bedoeling van het passend onderwijs. De SP wil dus graag een debat met de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. En een brief vooraf zou mooi zijn.

De heer Rog (CDA):

Mevrouw Siderius was mij net voor vanochtend. De CDA-fractie steunt dit verzoek van harte. Het is echt nodig dat we met de staatssecretaris op korte termijn over de problemen rond passend onderwijs in debat treden. Ik verleen dus graag steun.

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Steun voor dit debat.

De heer Beertema (PVV):

Steun voor de brief. Laat eerst een brief komen, daarna kunnen we alsnog bekijken of er een debat nodig is.

De heer Van Meenen (D66):

Steun voor brief en debat.

Mevrouw Straus (VVD):

Steun voor de brief. Laten we daarna kijken of er een debat nodig is.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Van harte steun voor de brief en het debat.

De heer Slob (ChristenUnie):

Steun voor de brief en het debat, al ben ik een beetje bang dat dat, de lijst voor de plenaire debatten kennende, pas na de begrotingsbehandeling OCW op de rol zal staan. Als het echt snel moet — daar kan ik mij iets bij voorstellen — zou er dus misschien ook gekeken kunnen worden naar de mogelijkheid om dat in commissieverband te doen.

De voorzitter:

U geeft op dit moment wel steun aan het verzoek. Daarmee heeft mevrouw Siderius een meerderheid van de Kamer achter zich. Ik zal het debat toevoegen aan de lijst.

Mevrouw Siderius (SP):

Hartelijk dank. Om de Partij van de Arbeid tegemoet te komen kunnen we daarbij misschien ook het andere verzoek uit de commissie over de leerlingen in het mbo betrekken. Dan kunnen we het mooi samenvoegen.

De voorzitter:

Ik moet de heer Slob overigens gelijk geven dat ik niet kan garanderen dat dit debat voor de begrotingsbehandeling op de agenda komt. De spreektijd per fractie is vier minuten.

Op verzoek van de heer Segers die naar een briefing moet, geef ik eerst hem het woord voordat ik verderga met de heer Omtzigt, die daarvoor toestemming heeft gegeven.

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. Dit verzoek is mede gedaan namens de Defensiecollega's, die daar allemaal heen moeten.

Vanochtend hebben wij het nogal schokkende bericht binnengekregen dat Defensie sterke aanwijzingen heeft dat een 26-jarige sergeant van de Luchtmacht zou zijn overgelopen naar ISIS. Dat is heel schokkend. Ik vraag om een brief. Ik wil weten welke maatregelen er worden genomen, voor zover dat publiekelijk bekend kan zijn, of dat vragen oproept over de screening van militairen, of de capaciteit van de diensten voldoende is om dit eerder te signaleren en waar mogelijk te voorkomen, en wat de gevolgen zijn voor het Nederlanderschap van deze militair. Daarover zou ik graag willen debatteren.

De voorzitter:

Uw verzoek is helder.

Mevrouw Helder (PVV):

Namens collega De Roon steun voor beide verzoeken, de brief en het debat.

De heer Van der Staaij (SGP):

Het is inderdaad een buitengewoon verontrustend bericht, waarover we graag een brief ontvangen en debatteren. Mijn fractiegenoot Dijkgraaf had het al aanhangig gemaakt via de commissie voor Defensie, omdat we nog even de mogelijkheid wilden openhouden om er gewoon via een algemeen overleg over door te praten, zodat er niet te veel op de lange baan wordt geschoven. Wij denken dat het onderwerp urgent genoeg is om er snel over te spreken.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Interessante vragen, voorzitter. De CDA-fractie wil graag een brief hierover ontvangen. Daarna kijken we verder.

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat op dit moment dus.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Een verontrustend bericht. Wij betreuren het dat dit is gebeurd. Wij steunen het verzoek van de heer Segers en voegen eraan toe dat in de brief uitgebreid moet worden ingegaan op de achterliggende oorzaken: waarom maakt iemand een dergelijke keuze?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik steun het verzoek om een brief. Ik geef in navolging van de heer Van der Staaij mee dat we volgende week in de commissie een algemeen overleg MIVD voeren waaraan het wellicht kan worden toegevoegd. Dan wordt het in ieder geval spoedig gevoerd.

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat. Of wel steun?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Geen steun voor een plenair debat.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Het is inderdaad een schokkend bericht. We hebben vanmorgen schriftelijke vragen gesteld. De antwoorden daarop kunnen geïntegreerd worden in de schriftelijke reactie van de regering. Een debat is echt op zijn plaats.

Mevrouw Hachchi (D66):

Steun voor een brief. Ik denk dat we bij het eerstvolgende debat — collega Van Dijk had het al over het AO MIVD — nog vragen kunnen stellen aan de minister. Maar het zou fijn zijn als de brief nog voor dat debat naar de Kamer komt.

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat dus.

De heer Teeven (VVD):

Steun voor een brief. Ik denk dat de minister uiteen kan zetten wat ze op dit moment weet. Maar absoluut geen steun voor een debat, op dit moment ook niet na de brief. Eerst de brief.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Uiteraard schokkend nieuws. Iedereen hier onderstreept dat terecht. Een brief? Ja, graag. We zullen eerst moeten afwachten wat de brief inhoudt voordat we überhaupt gaan besluiten om die te betrekken bij een algemeen overleg volgende week. Eerst de inhoud van de brief en zorgvuldigheid tegenover de mensen en alles wat er op dit moment gaande is. Ik denk dat dat vooropstaat. Zeker een brief, maar een algemeen overleg nog even niet.

De voorzitter:

En ook geen plenair debat.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Steun voor de brief. De meest logische oplossing lijkt me om die te betrekken bij het AO, maar dat kunnen we ook beoordelen als de brief er is. Dan moet die wel op tijd zijn.

De voorzitter:

Mijnheer Segers, u hebt heel brede steun van de Kamer voor een brief met daarin een antwoord op de vragen die u hebt gesteld. Ook ligt er een breed verzoek om de brief zo snel mogelijk naar de Kamer te sturen, het liefst voor het algemeen overleg van volgende week.

De heer Segers (ChristenUnie):

Als het niet strijdig is met de zorgvuldigheid waar collega Eijsink terecht om vraagt, dan inderdaad heel graag voor het AO over de MIVD. Dan kan het daarbij betrokken worden.

De voorzitter:

Laten we het dan zo formuleren: als de minister ziet dat ze de vragen niet voor het AO op een fatsoenlijke manier kan beantwoorden, laat ze dat even aan de Kamer weten. Dan kunt u er in de procedurevergadering verder over spreken. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Omtzigt, die geduld heeft gehad.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Ik wil graag het rappel van gisteren herhalen met betrekking tot de vragen die ik samen met de heer Oskam heb gesteld over de mogelijke sluiting of het totale uitkleden van de rechtbank in Almelo. Op die vragen wil ik morgenochtend voor 12.00 uur een antwoord ontvangen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Raak van de SP.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Dinsdag hebben veertien fracties in deze Kamer aangegeven dat ze er genoeg van hebben dat er voor Prinsjesdag voortdurend plannen worden gelekt door de regering. Dan denk je: op die ministeries zullen ze wel een beetje fatsoen hebben. Maar dat is niet zo. Sindsdien is het lekken immers met dubbele kracht doorgegaan. We hebben ondertussen een lange lijst. Zelfs het voorwoord van de Miljoenennota — het is krankzinnig — is gelekt. Al die dikke-ikken op de ministeries steken hun dikke vinger op naar dit parlement. Dit kan niet. Ik vind dat de fluwelen handschoen uit moet. Die types horen daar niet. Zij zijn verantwoordelijk voor het bestuur van ons land en laten zien dat ze geen fatsoen hebben. Morgen voor 17.00 uur wil ik de financiële onderbouwing van alles wat tot dan toe is gelekt. En ik wil een berichtje van de minister-president over de vraag hoe hij dit asociale gedrag gaat aanpakken.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik steun dit verzoek. Gisteren heeft de heer Van Raak al drie voorstellen gedaan. Ik heb toen ook een voorstel gedaan. Ik zou al die stukken graag morgen voor 17.00 uur ontvangen. Ik zou ook graag willen dat het Presidium of de Voorzitter na ontvangst van die stukken opnieuw in conclaaf gaat met het kabinet over de embargoregeling. Volgend weekend hebben we allemaal geheime stukken. We hebben voor geheimhouding moeten tekenen en kunnen zelfs door de Rijksrecherche vervolgd worden als we lekken. We zien nu echter dat alles naar beneden komt uit het kabinet, of het nu over de vermogensbelasting of over de belasting op het water gaat. Ik wil dus graag al die antwoorden krijgen. Daarna moet er gewoon een nieuw overleg komen en, hopelijk na overleg met u, voorzitter, een brief van het kabinet over hoe het tegen de embargoregeling aankijkt.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Wij vinden dit ook echt een wanvertoning. Wij verlenen dus steun aan het voorstel van de SP en aan de aanvullende vragen en opmerkingen van het CDA.

De heer Klein (Klein):

Gisteren was ik helaas niet aanwezig bij de regeling. Vijftien fracties moeten dit dus ondersteunen. Het is inderdaad een ritueel dat zich ieder jaar voordoet en waar we vanaf moeten. Gisteren hadden we een debat met minister Asscher over allerlei plannen met betrekking tot de arbeidsmarkt. Hij zei toen: ik heb het in de pers verteld, maar ik ga het hier niet vertellen. De ouderen zouden er in koopkracht op vooruitgaan, maar nee hoor, we kunnen het niet onderbouwd krijgen. Ik verleen dus van harte steun aan dit verzoek.

De heer Fritsma (PVV):

De PVV heeft gisteren de drie verzoeken van de heer Van Raak gesteund en steunt die nu wederom.

De heer Harbers (VVD):

Mijn oordeel is niet anders dan eergisteren bij de regeling: geen steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

De heer Van Raak (SP):

De Partij van de Arbeid heeft niet op mijn verzoek gereageerd.

De voorzitter:

Ze hoeft dat niet, maar ik zie dat de heer Van Dam wel bereid is om dat te doen.

De heer Van Dam (PvdA):

Mijn reactie is dezelfde als gisteren. Wij hebben er geen behoefte aan, maar wij hebben er ook geen bezwaar tegen dat het stenogram wordt doorgeleid naar het kabinet. Dan horen we wel wat het kabinet ermee doet.

De voorzitter:

Dat had ik al doorgeleid. Ik zal deze laatste opmerking daar nog aan toevoegen.

Het woord is aan de heer Van Gerven van de SP.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ruim twee uur geleden werden we opgeschrikt door het bericht dat de wachtlijsten in de ziekenhuizen toenemen. Dat is toch een bizar feit. Aan de ene kant heb je ziekenhuizen met artsen en voldoende capaciteit. Aan de andere kant heb je verzekeraars met 10 miljard of meer aan reserves. Het geld klotst aan alle kanten over de klippen, maar toch zijn er ziekenhuizen die zeggen dat zij patiënten niet helpen, omdat zij geen geld krijgen van zorgverzekeraars. Het hangt van je zorgverzekeraar af of je als patiënt in dat ziekenhuis wel of geen zorg krijgt. Dat moet je maar afwachten. Dat kan niet. Daarom wil ik hierover een debat voeren met de minister van Volksgezondheid.

De voorzitter:

Een verzoek om een debat over de wachtlijsten.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ik steun het verzoek om hierover een debat te houden. Er wordt gegoocheld met cijfers, capaciteit en geld. De patiënt mag daar niet de dupe van zijn. Ik ontvang ook graag snel een reactie van de minister om te vernemen of de berichtgeving klopt en wat zij op korte termijn al wil doen.

De heer Rutte (VVD):

Zorgverzekeraars hebben een zorgplicht. Een patiënt die zich richt tot zijn verzekeraar wordt bemiddeld naar een plek waar geen wachtlijst is. Op zich is dat goed. Men zou dat ook moeten doen. Afgezien daarvan verleen ik geen steun aan het verzoek om een debat. Ik kan me wel voorstellen dat wij de minister vragen om een reactie of de stand van zaken naar aanleiding van dit artikel.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat. Ik kijk nog even naar mevrouw Bruins Slot. U gaf wel steun, toch? Ja, ik zie u knikken.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Het is een zorgwekkend signaal, maar we willen eerst een brief ontvangen. Op basis daarvan bekijken we of een debat nodig is.

De voorzitter:

Geen steun op dit moment dus.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Wij willen ook graag een brief ontvangen. Er bestaat een zorgplicht in dit land. Mensen moeten dus geholpen worden. In die brief willen we graag vernemen welke ziekenhuizen mensen wel of niet behandelen en bij welke zorgverzekeraar je eerder aan de beurt bent of niet. Dat lijkt mij relevante patiënteninformatie. Wij zien graag dat die informatie in die brief verstrekt wordt.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Steun voor het verzoek om het debat.

De heer Fritsma (PVV):

De PVV steunt het verzoek om de brief en het verzoek om het debat.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor het debat.

De voorzitter:

Mijnheer Van Gerven, u hebt … O, mijnheer Slob nog.

De heer Slob (ChristenUnie):

Steun voor brief en debat.

De voorzitter:

Ik kijk nog even de zaal in, voordat ik weer iemand mis. Nee. Mijnheer Van Gerven, u hebt niet de steun van een meerderheid voor het houden van een debat. Er is wel behoefte aan een brief waarin op deze zaak wordt gereageerd.

De heer Van Gerven (SP):

Ik wil het volgende voorstellen. Er is wel steun voor een dertigledendebat, gezien het grote aantal fracties dat mijn voorstel steunt. Er is brede behoefte aan een brief. Het verzoek daartoe wordt door een meerderheid gesteund. Mijn voorstel is dat we het antwoord van de minister op deze verontrustende feiten voor volgende week maandag 17.00 uur ontvangen. Dan kunnen we eventueel alsnog bij een volgende regeling bekijken of er toch niet steun komt voor een meerderheidsdebat. Ik vraag in ieder geval om het dertigledendebat te noteren. We hopen dat we de brief van de minister snel krijgen.

De voorzitter:

Ik zal het debat toevoegen aan de lijst. De spreektijd is drie minuten per fractie. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw De Boer van de VVD.

Mevrouw De Boer (VVD):

Voorzitter. Ik wil graag zo snel mogelijk antwoord op de vragen over de miljoenenstrop bij het station Utrecht, die ik heb gesteld op 3 augustus. Ik wil graag antwoord voor woensdag 12.00 uur, zodat we de antwoorden kunnen betrekken bij het algemeen overleg van donderdagmiddag.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is, tot slot, aan de heer Vos van de Partij van de Arbeid. Het lijkt erop dat hij het heeft … O, ik zie hem! Ik dacht even dat u het had opgegeven, mijnheer Vos. Maar nee, dat is niet zo. Wat kan ik voor u doen?

De heer Jan Vos (PvdA):

Voorzitter. Mijn beleefde verzoek is om de minister voor Wonen en Rijksdienst, minister Blok, te betrekken bij het debat over de scanstraten, dat gepland staat met minister Bussemaker in het kader van de automatiseringscomponent.

De heer Ziengs (VVD):

Dat lijkt de VVD geen goed idee. We hebben met meerdere partijen nadrukkelijk een motie gesteund. Minister Bussemaker heeft die motie naast zich neergelegd. Er zijn door meerdere fracties vervolgvragen aan minister Bussemaker gesteld. We vinden dat het om die minister gaat. We hebben geen behoefte aan een bliksemafleider.

De voorzitter:

Zoals altijd bij dit soort verzoeken, zal ik het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, inclusief de gedachtewisseling die zojuist heeft plaatsgevonden, doorgeleiden naar het kabinet. Dat kan dan een eigen afweging maken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven