8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie Van Tongeren/Dik-Faber (33858, nr. 23). 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Op verzoek van de SGP-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Europese Zaken de heer Bisschop tot lid in plaats van de heer Dijkgraaf en de heer Dijkgraaf tot plaatsvervangend lid in plaats van de heer Van der Staaij. 

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het debat over de toekomst van de accountancy van de agenda af te voeren. 

Voorts stel ik voor om toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Natuurbeleid naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 2 oktober, met als eerste spreker de heer Rudmer Heerema van de VVD; 

  • -het VAO Geneesmiddelenbeleid naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 2 oktober, met als eerste spreker mevrouw Leijten van de SP; 

  • -het VAO Voedselschandaal Foppen naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 2 oktober, met als eerste spreker de heer Graus van de PVV; 

  • -het VSO Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, negende tranche (32127, nr. 197), met als eerste spreker mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan de heer Klaver van GroenLinks. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Afgelopen week kwam de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid met een kritisch rapport over het Nederlandse landbouw- en voedselbeleid. De staatssecretaris van Economische Zaken heeft al aangegeven dat dit rapport de juiste vragen stelt bij het huidige beleid. Het gaat over de uitputting van grondstoffen en landbouwgrond, tekorten aan water en fosfaat, te veel dierlijke mest en achteruitgang van soortenrijkdom in de natuur. Daarom wil ik mede namens de Partij voor de Dieren een debat aanvragen voorafgegaan door een uitgebreide reactie van de staatssecretaris op dit rapport. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie-fractie geeft volop steun aan dit verzoek, zowel aan de brief als het debat. Ik stel voor dat wij daarbij ook de minister van Volksgezondheid uitnodigen vanwege het belang van gezonde voeding, dat ook in dit rapport aan de orde komt. 

De heer De Liefde (VVD):

Wij houden binnen nu en anderhalve maand een algemeen overleg over voedsel. Er staan heel veel thema's op de agenda daarvan die dit rapport raken en dit rapport betreffen. Het lijkt mij goed om een kabinetsreactie te vragen op het rapport en dat wij die dan agenderen voor het algemeen overleg Voedsel. 

De voorzitter:

Geen steun voor het plenaire debat dus. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik sluit mij aan bij de ChristenUniefractie, die het debat wil verbreden naar het beleidsterrein van VWS. Wij willen een brief met een reactie van het kabinet op beide elementen, eigenlijk op heel het rapport en geven steun voor het debat. 

De heer Schouw (D66):

Van harte steun voor het debat zoals aangevraagd door de heer Klaver. 

De heer Van Gerven (SP):

Ik heb geen bezwaar tegen een debat maar wij hebben al een algemeen overleg Voedsel staan. Ik kan mij voorstellen dat wij hierop terugkomen in de procedurevergadering zo dadelijk, want ik denk dat het algemeen overleg Voedsel, waarin dit rapport ook aan de orde kan komen, meer snelheid biedt. Ik geef steun voor de brief. 

De voorzitter:

Ik concludeer dat u toch ook steun geeft voor het debat, al geeft u er de voorkeur aan om het in een algemeen overleg te doen. 

De heer Geurts (CDA):

Ik geef steun voor de brief en voor het debat. Wij zitten er anders in dan GroenLinks, maar dat kunnen wij in het debat uitwisselen. 

De voorzitter:

Daar is het debat inderdaad voor. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik kijk ernaar uit. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik sluit mij geheel aan bij de vorige spreker. 

De voorzitter:

Mijnheer Klaver, u hebt de steun van de meerderheid voor het houden van een debat. De meerderheid wil met u een brief met een reactie, maar niet alleen van de bewindspersoon van Economische Zaken maar ook van die van VWS. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik dank de collega's voor de steun en de nuttige toevoeging om de minister van VWS ook om een reactie te vragen. 

De voorzitter:

De spreektijden zijn vier minuten per fractie. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Het is een vrij groot en omvangrijk debat. Daarom zat ik eerder te denken aan een spreektijd van zo'n zes minuten, temeer omdat het niet per se heel grote haast heeft en het bijvoorbeeld niet voor het kerstreces hoeft. Het is een breed beleidsdebat over de toekomst van onze voedselvoorziening. Dat verdient meer tijd dan vier minuutjes. 

De voorzitter:

Ik realiseer mij altijd dat de woordvoerders daarmee zullen instemmen als ik het aan hen vraag. Voordat zij antwoord geven, vraag ik hun rekening te houden met het volgende. 25 meerderheidsdebatten heb ik in agenda, dus alle collega's die hier in de zaal zijn en die nu niet bij de microfoon staan, willen ook nog aan de beurt komen. Als iedereen voor die debatten om meer spreektijd vraagt, kan ik dit debat pas ver na kerst inplannen. Dat geef ik maar mee. Mevrouw Wolbert, hoe denkt u over meer spreektijd? 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik denk dan aan meer spreektijd. Ik zou haast zeggen: dat spreekt vanzelf. Ik ben het eens met de heer Klaver dat er geen druk op dit debat zit. Dit is wel een breed debat dat ver in de toekomst kijkt en dat dus grondig moet worden gevoerd. Wat mij betreft is het helemaal geen punt als dat debat na het kerstreces kan, in de vorm van een mooi, breed debat over dit rapport. 

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, ik zie u al knikken. Dat is ook voldoende. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik sluit me daarbij aan. Het zou mooi zijn als we dit debat zorgvuldig en breed voeren. Dat kan gewoon na het kerstreces. 

De voorzitter:

Zullen we afspreken dat alleen mensen die níet meer spreektijd willen nog iets zeggen? 

De heer Geurts (CDA):

Ik heb geen behoefte aan meer spreektijd. Ik kan best wel in vier minuten vertellen wat wij vinden van dit rapport en ik neem aan dat GroenLinks dat ook kan. 

De heer De Liefde (VVD):

Volgens mij kunnen we de aanvrager het beste bedienen door het gewoon te combineren met het AO over voedsel, dat gegarandeerd vóór het kerstreces zal worden gehouden. 

De voorzitter:

Maar de meerderheid heeft al gezegd dat ... 

De heer De Liefde (VVD):

Geen steun voor uitbreiding van de spreektijd. 

De heer Graus (PVV):

Er komt nog een AO over voedsel. Als ik daar had gestaan, zou iedereen dat ook hebben gezegd. En anders: één minuut spreektijd is voldoende. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik wil er geen misverstand over laten bestaan: wij vinden het heel goed als er meer spreektijd komt, want het is een belangrijk onderwerp. 

De voorzitter:

Ik heb het gehoord. Ik wilde een spreektijd van vier minuten per fractie, u wilde er zes, mijnheer Klaver. Gezien de uitspraak van de Kamer stel ik voor dat we vijf minuten spreektijd per fractie noteren voor dit debat. Het mag altijd korter, maar langer eigenlijk niet. We stellen vijf minuten per fractie vast. Ik denk dat het na het kerstreces zal worden. Dan ligt er vast een mooie brief van het kabinet. 

Het woord is aan de heer Omtzigt. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. In september 2009 voerde deze Kamer een debat over Saban B., een in Nederland veroordeelde mensenhandelaar. Ik kan daarover de gruwelijkste details vertellen. Hij was op proefverlof vrijgelaten en ontsnapte naar Turkije. Turkije en Nederland hebben in 2011 toegezegd dat ze zouden samenwerken om hem op te pakken en zijn straf in Turkije uit te laten zitten. Hij loopt nog steeds vrij rond. Het wordt uit zijn vakantiefoto's volstrekt duidelijk hoe fijn hij het heeft. Hij moet natuurlijk snel opgepakt worden. Wij willen graag opheldering van de regering door middel van — ik noem het maar zelf — een debat, en dan bij voorkeur een interpellatiedebat. 

De voorzitter:

Ik leg het verzoek om steun tot het houden van een interpellatiedebat voor aan de Kamer. 

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Het is wel duidelijk dat er vanuit Nederland behoorlijk wat druk wordt uitgeoefend. Er ligt geen uitleveringsverzoek van Turkije aan Nederland. Desalniettemin moet deze zaak wel goed worden opgepakt. Ik steun geen interpellatiedebat, maar ik steun wel een verzoek om een brief van het kabinet. 

De heer Recourt (PvdA):

Laten we vooral horen wat het kabinet doet. Als het kabinet onvoldoende doet, is het misschien tijd voor een debat. Maar nu nog niet. 

De voorzitter:

Wel een brief, geen debat dus. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Deze boef hoort achter de tralies, want dat is de enige plek waar hij thuishoort. Steun voor dit debat. 

Mevrouw Helder (PVV):

Die brief is wat de PVV betreft niet nodig. Feit is dat de regering te weinig doet, want hij loopt nog steeds vrij rond. Geen steun voor een interpellatiedebat, wel voor een gewoon debat. 

De voorzitter:

Maar dat was het verzoek niet. Geen steun dus. 

De heer Van der Steur (VVD):

Ik ben het geheel eens met de heer Bontes, die zegt dat betrokkene achter de tralies hoort. Probleem is dat wij daar niet over gaan, want Saban B. woont en leeft in Turkije en dat land levert geen gevangenen uit. Dat is een groot probleem. We hebben de minister gevraagd, contact op te nemen met zijn collega. Daarover wil ik graag een brief: is het gelukt en wat gaat er gebeuren in Turkije? Geen steun voor een interpellatiedebat. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Dit is een ontzettend gevaarlijke man, die achter de tralies hoort en niet op het strand in Turkije. Steun voor het interpellatieverzoek en voor de brief die daarbij hoort. 

De heer Van Nispen (SP):

Dat die man in de gevangenis hoort, daarover zijn wij het eens. Maar ook mijn fractie heeft behoefte aan een aanvullende brief. Wellicht kunnen we vragen of we die brief binnen een week kunnen ontvangen. Daarin zou expliciet de vraag moeten worden beantwoord of Nederland het verzoek heeft gedaan om Saban B. zijn straf in een Turkse cel uit te laten zitten. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Wij steunen het interpellatieverzoek van de heer Omtzigt. Het is inderdaad een heel vervelende en ernstige kwestie. Als er gevraagd wordt om een interpellatie om nog eens een aantal specifieke, scherpe vragen te kunnen stellen aan de bewindslieden, dan vinden wij dat een goed recht. Dat steunen wij. 

De voorzitter:

Om een interpellatiedebat te houden heeft de heer Omtzigt de steun nodig van ten minste 30 leden in de Kamer. Op dit moment is die steun er niet. Wel is er een breed gevoelde behoefte om informatie te vragen aan het kabinet middels een brief. Ik stel voor om dat als eerste te doen, dan kan de heer Omtzigt later altijd nog besluiten wat de volgende stap is. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik dank de collega's die mijn verzoek steunen. Er zijn natuurlijk Kamervragen gesteld; die zijn beantwoord. Daarbij werd echter niet de vraag beantwoord — de heer Van Nispen verwoordde dat haarfijn — of de regering aan Turkije gevraagd heeft om de straf daar ten uitvoer te brengen. 

De voorzitter:

Daarom wordt die vraag nu opnieuw gesteld. Sommigen hebben gezegd dat het vragen moeten zijn die aanvullend zijn op, naar ik aanneem, eerdere Kamervragen. Ik stel voor dat we het ook op die manier doen. 

De heer Omtzigt (CDA):

Dan hoop ik die brief gewoon vrijdag voor 12.00 uur te ontvangen, inclusief het feitenrelaas over de dingen die wel zijn gedaan en het antwoord van Turkije hierop. 

De voorzitter:

Dat laatste verzoek wordt ook opgenomen in het stenogram dat ik zal doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Van Veldhoven van D66. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Mijn verzoek ligt een beetje in het verlengde van de mondelinge vraag die net aan de orde was. Uit een recent rapport blijkt dat met het huidige en voortgezette beleid de 100 petajoule aan energiebesparing niet gehaald wordt. Er is echter ook goed nieuws over energiebesparing, namelijk dat de helft van alle banen die in Nederland samenhangen met energie, gerelateerd is aan duurzame energie en energiebesparing. In 2020 gaat het zelfs om 230.000 banen. Die kunnen we realiseren, die wil D66 graag realiseren. Daarom willen we vaart maken met energiebesparing, met name in de gebouwde omgeving. Daarover wil ik dan ook graag een debat, waarvoor ik ook minister Blok graag zou willen uitnodigen. 

De voorzitter:

Het verzoek is om een debat te houden met de minister van Economische Zaken en de minister voor Wonen en Rijksdienst over … 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Energiebesparing in de gebouwde omgeving en het halen van de doelstelling op dat punt. 

De voorzitter:

Ik zal nog even nadenken over de titel, maar voor nu weet u allemaal waarover het gaat. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook ik vind dat er op heel korte termijn moet worden gedebatteerd over de uitkomsten van deze eerste Nationale Energieverkenning, maar er is al een meerderheidsdebat aangevraagd over het SER-akkoord. Wellicht kan dit daarbij worden gevoegd, met één of twee minuten extra spreektijd. Ik steun het verzoek om daar snel over te debatteren, maar we hadden in de Kamer afgesproken dat het debat over het SER-akkoord op de agenda zou komen te staan zodra dit rapport er was. Misschien kunnen we een mooie koppeling maken. 

De voorzitter:

Het is mooi dat ik u als eerste het woord geef. Mevrouw Van Veldhoven, kunt u met deze aanpassing van uw verzoek leven? 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik vind het een heel constructieve suggestie. Het is natuurlijk belangrijk dat we snel over dit onderwerp spreken; over dit rapport is natuurlijk nog veel meer te zeggen. Het is dan wel noodzakelijk dat de spreektijd wordt uitgebreid, anders handhaaf ik mijn verzoek om een apart debat. Ik denk dat de collega's dat dan ook zullen steunen, omdat we het allemaal belangrijk vinden dat we hierover goed kunnen spreken. Ook moeten natuurlijk beide bewindslieden bij dat debat aanwezig zijn. Dat moet dan gegarandeerd worden op die korte termijn. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat steun ik wel. Ik probeer een beetje te bedenken hoe we dat moeten laten samenlopen met het wetgevingsoverleg over energie, dat ook nog plaatsvindt. Ik schat zomaar in dat de Partij van de Arbeid haar woorden, zojuist uitgesproken in het mondelinge vragenuur, namelijk dat er echt aanvullende maatregelen moeten komen als dat nodig is, niet bij het eerste het beste debat zal omzetten in daadwerkelijke steun aan moties. Twee debatten lijkt mij dus prima. Ik steun dit. 

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ook wij steunen het voorstel om die debatten samen te voegen en het daar op de korte termijn over te hebben. Dat WGO werd al wel heel erg vol. Laten we dat maar mooi met extra tijd hier, plenair, doen. 

Mevrouw Klever (PVV):

De PVV wil graag debatteren over het energieakkoord, maar dan willen we ook graag de kosten-batenanalyse meenemen die aantoont dat wind op zee 5 miljard schade voor Nederland betekent. 

De voorzitter:

Betekent dit dat u ook zonder dat die analyse er is, wel steun geeft aan dit debat, of niet? 

Mevrouw Klever (PVV):

De analyse dat het 5 miljard schade oplevert, is naar buiten gekomen en daar willen wij graag over debatteren. 

De voorzitter:

Dan voegen we die toe aan de agenda. 

De heer Smaling (SP):

Ik zie het verzoek als een collegiaal rappel van een verzoek dat mevrouw Van Tongeren eerder al gedaan heeft. Ik denk dat we allemaal willen dat dit debat gewoon gevoerd wordt, inclusief minister Kamp, die hier zit. 

De heer Klein (50PLUS/Klein):

Natuurlijk, samenvoegen lijkt mij heel verstandig, maar we hebben op korte termijn zelfs een nog betere kans, namelijk bij de begrotingsbehandeling van EZ, waar we graag te horen krijgen hoe we het geld gaan besteden. Dat gaan we ook doen. Dat wordt dus een hele lijst. Steun dus van mijn fractie, maar er komen voldoende mogelijkheden om erover te spreken. 

De voorzitter:

Er zijn verschillende momenten om erover te spreken, maar wel steun voor dit verzoek. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik vind het een constructief voorstel van GroenLinks om de debatten te koppelen. Ik ben het daar helemaal mee eens. Laten we niet wachten op het WGO Energie, want dat staat voor half november gepland. Ik hoop echt dat dit debat vanwege de actualiteit op kortere termijn gepland kan worden. 

De heer Jan Vos (PvdA):

De Partij van de Arbeid vindt het van groot belang dat we op korte termijn debatteren over het nationale energieakkoord en de rapporten die vandaag bekend geworden zijn. Daarom steunen wij het voorstel. 

De heer Leegte (VVD):

Dit is een onverwacht constructieve suggestie van GroenLinks, die ik graag steun. Ik denk dat het goed is om het samen te voegen. Wat mij betreft gaat snelheid vóór de aanwezigheid van twee bewindspersonen en zou het dus alleen met de minister van EZ kunnen, maar ik leg me neer bij de meerderheid. 

De voorzitter:

De meerderheid heeft aangegeven het debat dat er al staat graag snel te willen inplannen, uitgebreid met het onderwerp van mevrouw Van Veldhoven, en het te willen voeren met twee bewindspersonen. Er is ook om meer spreektijd gevraagd. Ik heb nu niet helemaal het overzicht. Ik stel vast dat het debat er snel komt, maar "snel" is niet voor het herfstreces maar zo snel mogelijk. We hebben nog even overleg over de hoeveelheid spreektijd die verstandig is. Ik hoop dat we het op deze manier kunnen doen, dan kunnen we nu een beetje vaart in de regeling houden. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Mag ik u als suggestie alvast zes minuten meegeven? Dan kunt u daarover nadenken. Daarnaast is natuurlijk de aanwezigheid van beide bewindspersonen … 

De voorzitter:

Dat heb ik al goed gehoord, dus we gaan het op die manier doen. Ik kom nog terug op de spreektijden. 

Het woord is aan de heer Van Klaveren. 

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. Het Westen wordt geconfronteerd met een groeiende terreurdreiging, en niet alleen vanwege terugkerende jihadisten. Er verschijnen ook berichten over infiltratie door ISIS in de vluchtelingenketen, waar zonet al over is gesproken, infiltratie in kerncentrales en infiltratie in luchthavens. Daarvan gaat een enorme dreiging uit. Mijn fractie wil daarom een debat met de minister van V en J, de minister van BZK en de staatssecretaris van V en J. 

De voorzitter:

Dit is een verzoek om steun voor het houden van een debat met de minister van Veiligheid en Justitie, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie — volle bak — over mogelijke infiltraties van terroristen. 

De heer De Graaf (PVV):

Er staat al een debat gepland. U hebt beloofd om uw best te doen om dat naar voren te halen. Dat debat gaat over Syriëgangers. Wat mij betreft breiden we de titel van dat debat uit met het voorstel van de heer Van Klaveren. Dan kunnen we het meteen hebben over het feit dat de grenzen dicht moeten en we terroristen niet hier moeten houden, maar moeten laten gaan. Dan vatten we alles samen onder die ene noemer en kunnen we de regering aan de tand voelen over al die islamitische terreur die er wereldwijd al is maar die ook dreigt voor Nederland, en kijken naar de juiste oplossing. Als dat gebeurt, steunen wij het verzoek om een debat. 

De voorzitter:

Ik heb u gehoord. U hebt weer het geluk dat u de eerste was die iets kon zeggen. Ik ga even terug naar de heer Van Klaveren. Mijnheer Van Klaveren, kunt u ermee leven als wij uw verzoek toevoegen aan het debat over terugkerende Syriëgangers dat al op de lijst stond, en we daar een wat groter debat van maken? 

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

In principe zou ik daar best mee kunnen leven, maar ik vind het zonde om er een heel groot, algemeen debat van te maken, omdat het specifieke problemen zijn. Het debat dat er al staat, gaat over terugkerende jihadisten. Mijn punt gaat onder andere over infiltratie in kerncentrales, luchthavens en de vluchtelingenketen. Als het mogelijk is om het te scheiden, doe ik dat dus liever. Als daar echter geen meerderheid blijkt te zijn, sluit ik me aan bij het voorstel van de heer De Graaf. 

De heer De Graaf (PVV):

Steun voor dat debat, en ik wil daarbij dus graag het voorstel meenemen dat ik zonet gedaan heb. 

De voorzitter:

Er zijn nu dus eigenlijk twee verzoeken. U steunt het als ze worden samengevoegd, en anders steunt u het verzoek om een extra debat niet, begrijp ik. Of wel? 

De heer De Graaf (PVV):

Uiteraard wel. Het gaat allemaal … 

De voorzitter:

Maar u hebt voorkeur voor samen … 

De heer De Graaf (PVV):

Het gaat allemaal om islamitisch terrorisme. 

De voorzitter:

Oké, sorry. 

De heer De Graaf (PVV):

Dat is allemaal onder één noemer te vatten. Ik heb dus liever mijn voorstel, en anders geef ik ook steun voor het andere debat. 

De voorzitter:

Ja, oké. Ik ga verder. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

In principe steun ik de debataanvraag van de heer Van Klaveren. Ik geef geen steun aan het verzoek van de PVV-fractie, omdat het echt om twee verschillende groepen gaat. Het gaat in het ene geval namelijk om een grote groep vluchtelingen waartussen mensen kunnen zitten met kwade intenties. In het andere geval, van de heer De Graaf, gaat het om mensen die willen meedoen aan een oorlog. Dat lijken mij twee heel verschillende groepen. En dan nog een kleine aanvulling: mocht het zo zijn dat we dit sneller in een algemeen overleg kunnen bespreken, dan hoop ik dat de heer Van Klaveren zich binnen de commissie voor Veiligheid en Justitie inschikkelijk wil tonen. 

De heer Dijkhoff (VVD):

De VVD steunt het voorstel om dit samen te voegen met het debat dat al op de rol staat, al was het maar omdat we het dan eerder kunnen bespreken. De uitspraak "dan wordt het zo breed" van de heer Van Klaveren bracht me wel een beetje in verwarring. Hij nodigt er immers zelf drie bewindspersonen bij uit. Ik kan me voorstellen dat hij het deel over de nationale veiligheid loskoppelt van het deel over asiel en immigratie en dat hij dat in een AO wil doen. Dan zou hij het deel over de nationale veiligheid moeten betrekken bij het debat van zijn collega Bontes dat al op de rol staat. 

De voorzitter:

Ja, maar als we hier ook AO's gaan plannen, wordt het wel erg gecompliceerd. Er liggen nu twee voorstellen. U bent er kennelijk voorstander van om het samen te voegen. Als daar geen meerderheid voor is, maar er wel een meerderheid is voor twee debatten, bent u daar dan ook voor? Dat zijn de twee smaken die we hebben. 

De heer Dijkhoff (VVD):

Ik ben niet voor twee plenaire debatten. 

De voorzitter:

Dan houdt u het dus bij het debat dat al gepland staat, want dat is al snel. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Ik steun het voorstel van de heer Van Klaveren voor een plenair debat. Het maakt mij niet uit welke variant het wordt. 

De heer Recourt (PvdA):

Wij zouden het graag bij het debat-Bontes voegen dat al gepland staat. 

De heer Oskam (CDA):

Op dit moment steunen wij het verzoek tot een debat niet. We willen wel graag een brief, liefst per kerende post. Dan kunnen we altijd nog kijken wat we doen. 

De heer Schouw (D66):

Mijn fractie is een groot voorstander van efficiënt werken. We hebben ontdekt dat het debat van de heer Van Klaveren heel goed kan worden samengevoegd met het debat van de heer Bontes. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Klaveren, een meerderheid steunt uw verzoek. Dat wil zeggen, er is steun voor de variant waarmee de PVV kwam, namelijk om de twee debatten samen te voegen. De conclusie van velen, namelijk dat het dan veel sneller aan de beurt is, klopt. Inclusief mijn inspanningen om het zo snel mogelijk te plannen, zie ik toch enkele agendatechnische problemen. Ik probeer die te overwinnen, maar dat valt niet mee. Mijn voorstel is dus om de twee debatten samen te voegen. 

De heer De Graaf (PVV):

Dan wil ik net als twee weken terug vragen om de spreektijd uit te breiden. Volgens mij hebben we toen gevraagd om zes minuten. Daar kunnen best nog twee minuten bij, maar misschien dat we het met zes ook wel redden. 

De voorzitter:

Ik stel voor dat ik, net als bij het vorige verzoek om een debat, later bij de Kamer terugkom op de spreektijden. We voegen het in ieder geval samen. Aan de titel van het debat over terugkerende Syriëgangers voegen we toe dat we het ook hebben over de problemen van mogelijke infiltraties van terroristen. Ik zal dus nog terugkomen op de hoeveelheid spreektijd. De belofte dat ik me inspan, wordt onverkort gehandhaafd. 

Het woord is aan mevrouw Dik-Faber. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. De ChristenUnie heeft op 29 september schriftelijke vragen gesteld over de uitvoering van het gaswinningsakkoord. Ik verzoek de regering, die vragen spoedig te beantwoorden omdat wij aanstaande donderdag een debat hebben over de gaswinning. Ik vind het uitermate relevant dat de antwoorden op die schriftelijke vragen dan binnen zijn en dat we die kunnen betrekken bij het debat van donderdag aanstaande. 

De voorzitter:

Dit is een rappel. De minister zit in vak-K vanwege de stemmingen, en hij heeft het goed gehoord. Desalniettemin zal ik het stenogram doorgeleiden naar het kabinet zodat uw verzoek ook schriftelijk ondersteund wordt. 

Hiermee is een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven