5 Vragenuur: Vragen Van Hijum

Vragen van het lid Van Hijum aan de staatssecretaris van Financiën, bij afwezigheid van de minister van Financiën, over het bericht "Banken moeten vaker nee zeggen bij het verlenen van kredieten". 

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Over dit citaat zou ik graag een vraag aan de staatssecretaris willen stellen. De minister van Financiën vindt dat banken vaker nee moeten zeggen tegen een vraag naar krediet, bijvoorbeeld door bedrijven. De CDA-fractie vindt deze oproep onbegrijpelijk. In bestuurskamers van banken is deze oproep vast met gejuich ontvangen, maar heel veel ondernemers merken in de praktijk al heel lang dat de kredietkraan ver is dichtgedraaid. Dat remt de economische ontwikkeling en de banengroei in het midden- en kleinbedrijf. 

De feiten spreken voor zich. De kredietverlening aan bedrijven krimpt al enige jaren. In de periode 2010 tot 2012 daalde het uitstaande krediet al met 4% gemiddeld. Voor kleine leningen aan het midden- en kleinbedrijf bedroeg die daling zelfs 14%. De Nederlandsche Bank meldde onlangs dat die krimp nog steeds verder doorzet. Maar liefst 45% van het aantal aanvragen wordt momenteel afgewezen. Dat percentage is alleen in Griekenland hoger. Begin dit jaar noemde het kabinet dit gegeven nog zorgelijk. De banken hadden deze aansporing dus helemaal niet nodig. Graag verneem ik van de staatssecretaris wat zijn minister nu eigenlijk wil. Zouden wij banken niet juist nu moeten oproepen om hun maatschappelijke rol weer op te pakken en om goede initiatieven en plannen de ruimte te geven? 

Staatssecretaris Wiebes:

Voorzitter. Het antwoord op de laatste vraag is: ja. Ik heb de tekst van het interview er even bij gepakt. Door het selectief gebruik van de verleden tijd en de woorden "nu" en "toen" heeft de minister van Financiën met zijn uitspraak duidelijk gedoeld op de situatie van voor de kredietcrisis. In het interview maakt hij duidelijk dat de toegang tot krediet op dit moment een groter knelpunt is dan overcreditering. Daarmee deelt hij dus de zorgen. Dat is ook de basis geweest voor het Aanvullend Actieplan Mkb-Financiering, dat hij mede heeft ondertekend. Daarmee is het antwoord op de vraag van de heer Van Hijum of de minister het onderkent dus: ja. 

De heer Van Hijum (CDA):

Ik vind het een verrassend kort antwoord, maar het interview gaat over overcreditering. De knelpunten die het mkb ervaart, worden er nauwelijks in benoemd. Ik wil er echt toe oproepen om ook in uitlatingen in de media niet de indruk te wekken dat het probleem bij de ondernemers ligt in plaats van bij de banken. Ik herhaal dus mijn vraag aan de staatssecretaris: is hij bereid, ook dat punt aandacht te geven? 

Staatssecretaris Wiebes:

Ik heb hier de letterlijke tekst voor me liggen. De minister van Financiën schreef daarin dat huishoudens en bedrijven gewend waren aan makkelijk krediet; banken faciliteerden dat. De term "overcreditering van voor de crisis" duidt aan dat hij daarmee doelde op de situatie voor de crisis. Hij besteedt wel degelijk aandacht aan het probleem dat er nu is. Hij schrijft dat de kwaliteit van de vraag naar krediet weliswaar tekortschiet, maar dat kansrijke en gezonde mkb'ers ruimte moeten krijgen om te ondernemen. 

Het kabinet heeft daarom maatregelen genomen om de kredietverlening aan zulke bedrijven te stimuleren. Uiteraard moeten de bankenbalansen daarvoor sterk genoeg zijn. Zoals u weet, wordt daar uitvoerig aan gewerkt. Kortom, deze minister van Financiën vindt dat de overcreditering uit het verleden moet worden voorkomen, maar dat tegelijkertijd de toegang tot krediet van het mkb nu moet worden vergroot. 

De heer Van Hijum (CDA):

We hebben hier heel veel reacties op gekregen. Veel mensen hebben het zo ervaren dat de minister heeft gezegd: de banken moeten vaker nee zeggen. Mensen vinden dat hij de indruk wekte als zou dat op dat moment al aan de orde zijn. Ik ben blij dat de staatssecretaris nu in ieder geval aangeeft dat de minister het zo niet bedoeld heeft. Dat vatten we dan maar op als een kleine terugtrekkende beweging op dat punt. Die verwelkom ik zeer. 

Ik wil nog wel aan de staatssecretaris vragen om expliciet in te gaan op het punt dat het eenvoudigweg door heel veel banken niet aantrekkelijk gevonden wordt om op de vraag van het mkb in te springen. Wil hij ook inhoudelijk ingaan op de vraag hoe dat punt te ondervangen valt? Dat kan bijvoorbeeld door de omgeving van ondernemers in de gelegenheid te stellen, bijvoorbeeld via een tanteagaathregeling, om de kredietwaardigheid van bedrijven weer te verbeteren. 

Staatssecretaris Wiebes:

De heer Van Hijum is blij met het wegnemen van het misverstand. Dat ben ik ook, want het kabinet wil natuurlijk graag de toegang van het mkb tot krediet zo goed mogelijk houden. Tegelijkertijd kan het niet de rol zijn van de minister van Financiën om banken te stimuleren tot het aangaan van slechte kredieten. Dat moet niet. Dus iedereen moet bij zijn volle verstand blijven en zijn ogen openhouden. 

Er ligt een maar liefst 16 pagina's tellend aanvullend actieplan mkb-financiering, ondertekend door de minister van Financiën, waarin allerlei maatregelen zijn opgesomd. Daarin komt onder andere het achtergestelde leningenfonds van 0,5 miljard aan de orde, evenals de Business Angels van het ministerie van Economische Zaken. Dat zijn allemaal manieren om ervoor te zorgen dat het mkb toegang heeft tot kapitaal, niet alleen vreemd vermogen, maar juist en vooral ook eigen vermogen. 

De heer Van Hijum (CDA):

Over het actieplan komen wij graag te spreken. Daar zitten goede elementen in, maar juist het basale probleem wordt daarmee onvoldoende ondervangen. Het basale probleem wordt ook door het kabinet zelf geschetst, namelijk dat kleine kredieten voor banken relatief onaantrekkelijk zijn om in behandeling te nemen en om er het beheer over te voeren. 

Wil de staatssecretaris ook inhoudelijk ingaan op mijn voorstel — ik heb het zojuist herhaald — om bijvoorbeeld via een tanteagaathregeling, die we jarenlang hebben gehad, de omgeving van ondernemers in staat te stellen om risicodragend bij te dragen aan het herstel van de kredietwaardigheid van die bedrijven? 

Staatssecretaris Wiebes:

Dat is dan meer een vraag aan de staatssecretaris van Financiën. Dan switch ik even van pet. Er is uitdrukkelijk voor sommige dingen wel gekozen en voor andere dingen niet. Een van de ervaringen met de tanteagaathregeling was dat die weinig extra vermogen losmaakte. Het ging veelal om vermogen dat sowieso was losgemaakt. Daarom is er gekozen voor instrumenten die in de ogen van het kabinet effectiever zijn. Die zijn samengevat in het actieplan. Ik denk dat het een goede suggestie is van de heer Van Hijum om dat met de twee bewindslieden te gaan bespreken. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zie dat mevrouw De Vries nog een vraag voor de staatssecretaris heeft. Ik zie ook dat hij al bezig is, vak-K te verlaten. Staatssecretaris, er staat hier nog iemand die u een vraag wil stellen! 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik ben blij met het antwoord dat banken inderdaad niet vaker nee hoeven te zeggen. Ondernemers hebben het al zo moeilijk om krediet te krijgen. De vraag is echter wel of dit soort interviews en uitspraken bijdraagt aan het economisch herstel en het vertrouwen van ondernemers, dat toch al broos is. 

Staatssecretaris Wiebes:

Als dat "de vraag" is, dan beschouw ik dat maar even als een vraag aan mij. Als je de letterlijke tekst van het interview erbij neemt, dan zie je heel genuanceerd dat de minister van Financiën enerzijds waarschuwt tegen overcreditering zoals in het verleden — iedereen moet bij zijn volle verstand blijven en op basis van ratio blijven beslissen; geen hete hoofden — en anderzijds zijn zorgen uitspreekt over de toegang tot het krediet van het mkb. Nogmaals, daarin speelt dat aanvullend actieplan een belangrijke rol. 

De voorzitter:

Dank voor uw antwoorden namens de minister van Financiën en namens uzelf. Dank voor uw komst naar de Kamer. 

Naar boven