3 Vragenuur: Vragen Kerstens

Vragen van het lid Kerstens aan de minister van Infrastructuur en Milieu over het bericht "Vrachtwagenchauffeurs overtreden wet na afspraak met overheid". 

De heer Kerstens (PvdA):

Voorzitter. Vandaag is het 7 oktober. Dat weet de minister natuurlijk — we kunnen het ook allemaal zien op de kalender die hier hangt — maar weet de minister ook dat het vandaag de World Day for Decent Work is? Dat is de dag waarop wereldwijd wordt stilgestaan bij gewoon goed, eerlijk, fatsoenlijk werk; niet alleen elders op de wereld, ver hier vandaan — we weten allemaal dat er nog heel wat te doen valt op dit terrein — maar ook hier in Nederland. Uitbuiting, oneerlijke concurrentie en verdringing komen namelijk ook gewoon hier om de hoek voor, bijvoorbeeld in de transportsector. Daar wordt de Nederlandse beroepschauffeur in toenemende mate ingewisseld voor twee Polen, drie Bulgaren of vier Roemenen voor de prijs van een. 

Net voor de zomer stonden de minister en ik hier ook tijdens het vragenuur. Toen pleitte ik voor een grotere verantwoordelijkheid van opdrachtgevers zoals IKEA, die zich het liefst onttrekken aan wat er verderop in de door henzelf gecreëerde, vaak ondoorzichtige keten van onderaanneming fout gaat. Bij die gelegenheid brak ik een lans voor het uitbreiden van de zogenaamde ketenaansprakelijkheid en sprak de minister uit dat zij vooral heil ziet in controles aan de bron. Ik ben groot voorstander van die uitgebreidere ketenaansprakelijkheid. Ik ben er blij mee dat die nu ook een plek zal krijgen in de aangekondigde wet voor de aanpak van schijnconstructies. Natuurlijk ben ik ook een voorstander van gerichte controles op de weg en op parkeerplaatsen, die in toenemende mate als goedkope camping worden gebruikt door buitenlandse chauffeurs. 

Minder enthousiast ben ik over het beleid van de minister om convenanten met bedrijven af te sluiten, waarin zij beloven zich te gedragen in ruil voor de belofte dat zij niet meer gecontroleerd worden. Ik weet dat het beter is om problemen te voorkomen dan erachteraan te hollen. De inspectie kan natuurlijk niet overal zijn, maar waar die convenanten toe kunnen leiden, zeker in een sector als deze, die er wat dit betreft gekleurd op staat, was toch een beetje te voorspellen. Bedrijven zien zo'n convenant soms als een ticket om zich juist niet aan de regels te hoeven houden, zo blijkt uit een onderzoek van de vakbond FNV Bondgenoten. Te veel uren achter het stuur, te weinig uren in bed en het convenant onderin een la. Waaruit bestaat de controle na het afsluiten van zo'n convenant? Kan een bedrijf dat zich er niet aan houdt, een extra boete tegemoetzien omdat het klaarblijkelijke vertrouwen geschaad is? Waarom is het de vakbond en niet het ministerie van de minister zelf die deze misstanden constateert? 

Is de minister bereid om, net als haar collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, haar inspectie net als de Inspectie SZW nauwer te laten samenwerken met sociale partners en met vakbonden? 

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Voorzitter. Om te beginnen wil ik duidelijk maken dat het uitgangspunt uiteraard is dat bedrijven regelgeving moeten naleven. De ILT houdt daar ook zicht op. Wij controleren een heleboel bedrijven maar een van de middelen die wij ook inzetten, is het afsluiten van convenanten. Dat doe je niet zomaar. Het is een volwaardige toezichtsvorm, geen wanhoopsmiddel om met minder inspecteurs toe te kunnen. We doen dat bij bedrijven die aantoonbaar de wet- en regelgeving goed naleven en laten zien dat zij hun verantwoordelijkheid nemen. Pas als wij overtuigd zijn van de prestaties van een bedrijf zullen wij ook daadwerkelijk zo'n convenant afsluiten. Daaraan gaat een lange voorbereidingstijd vooraf. 

Dat bekent niet dat er niet toch nog een keer iets mis kan gaan. Dat is waar de heer Kerstens naar vraagt: waaruit bestaat nu de controle na afsluiting van een convenant? Wij zorgen in ieder geval dat we halfjaarlijks een lijst bespreken met incidenten en ook hoe die is nageleefd door de bedrijven. De ILT beoordeelt die rapportage en evalueert die. 

Maar we checken ook of de afspraken zijn nagekomen. Daarbij maakt de ILT ook gebruik van signalen van de vakbonden, van andere werkgevers en werknemers of van andere inspectiediensten. De signalen uit de buitenwereld kunnen ook een moment betekenen om de zaken die je hebt afgesproken in je convenant opnieuw aan de orde te stellen. 

Waaruit bestaat de straf? Dat is natuurlijk afhankelijk van de overtreding, maar de uiterste straf, om het maar zo te noemen, zou kunnen zijn dat het convenant weer wordt ingetrokken en dat alle boetes die horen bij de diverse overtredingen aan de orde zijn. De vakbonden worden hierbij dus ook betrokken, want we maken serieus gebruik van de signalen die er op dat vlak komen. Maar nogmaals, we sluiten pas een convenant nadat we het gevoel hebben dat een bedrijf het ook echt kan. Op het moment dat er signalen zijn, worden die ook gecheckt. We hebben de halfjaarlijkse checks, maar we hebben ook altijd nog gewoon de controles op de weg bij diverse vrachtauto's. Dus het is zeker geen vrijbrief. Dat betekent niet dat er nooit iets mis kan gaan. In dit individuele geval uit het artikel in de krant zullen we het er ook over hebben, maar wij zitten er bovenop. 

De heer Kerstens (PvdA):

Ik heb de minister net ook gevraagd of zij bereid is om, net als haar collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, toch wat nauwer de samenwerking te zoeken met sociale partners, niet alleen naar aanleiding van geconstateerde incidenten maar eigenlijk juist preventief en proactief. Sociale partners hebben een andere verantwoordelijkheid dan de minister maar samen staat u volgens mij wel voor hetzelfde doel, namelijk het aanpakken van misstanden, het oppakken van boeven en zorgen voor gewoon goed werk. 

Ik heb als het mag nog wat korte vervolgvragen aan de minister. Een tijdje geleden stelde ik haar een aantal schriftelijke vragen over de situatie in Zeeuws-Vlaanderen. Klaarblijkelijk wordt er in ons buurland België vaker en strenger gecontroleerd. Dat leidt tot een soort waterbedeffect: chauffeurs die de grens overgaan om, om het maar simpel te zeggen, hier de wet te overtreden. Wat gaat de minister daaraan doen? Ziet zij dat effect en is zij bijvoorbeeld bereid — ik verwees net al naar haar collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid — om ook eens na te denken over het creëren van een zogenaamde businesscase, net als bij Sociale Zaken en Werkgelegenheid is gebeurd? Dat kan door het aantrekken van extra inspecteurs die zichzelf kunnen terugverdienen. 

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Er zijn twee vragen gesteld, een naar aanleiding van schriftelijke vragen over de situatie in Zeeuws-Vlaanderen en een waterbedeffect. Ik kan daar nu geen antwoord op geven, want ik weet daar nu het fijne niet van, maar ik neem aan dat dit ook in de schriftelijke vragen zal worden beantwoord. 

De tweede vraag is of ik een businesscase kan opstellen waaruit blijkt hoeveel inspecteurs wij nu eigenlijk nodig hebben om de werkzaamheden te verrichten die zij moeten doen Ik heb mijn inspectie gevraagd om niet alleen op dit terrein maar op alle terreinen opnieuw te bezien wat er, gelet op de wet- en regelgeving die moet worden nageleefd, minimaal nodig is aan inspecteurs en wat op sommige terreinen wenselijk zou zijn. Op het ene terrein wordt nu eenmaal meer gefraudeerd dan op het andere. Dat onderzoek, onder andere naar aanleiding van discussies over cabotage hier in de Kamer, is inmiddels zo goed als afgerond. Naar aanleiding daarvan zullen wij eerst intern en daarna extern een discussie hebben over de vraag of er op sommige plekken wat bij dan wel af moet. 

De heer Kerstens (PvdA):

Dank. Ik heb nog een verzoekje aan en een tip voor de minister. De tip is om niet alleen te kijken naar nauwere samenwerking met de sociale partners, maar ook met de collega's van de Inspectie SZW daar waar het gaat om het onderdeel arbeidsmarktfraude. Het verzoekje betreft een rappel als het gaat om de beantwoording van de schriftelijke vragen, want de termijn daarvoor is verstreken. 

Ik zei in het begin dat het vandaag World Day for Decent Work is. Daar moeten we niet alleen vandaag maar elke dag bij stilstaan. Ik ben erg blij dat zelfs onze koning in zijn troonrede de bekende vakbondsslogan "gelijk werk voor gelijk loon" gebruikte. Ik zou graag zien dat de minister alles uit de kast haalt om de arbeidsmarktfraude terug te dringen. 

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Voor mij is een goed werkende transportmarkt heel belangrijk. Wij doen ook alles op dat terrein. Ik heb geen enkel signaal van mijn collega van Sociale Zaken dat er geen goede samenwerking zou zijn met de Arbeidsinspectie. Sterker, ik zei zojuist nog dat de signalen van andere inspecties ook een rol spelen bij onze inspecties. Dat is het enige wat ik erover mee kan geven. 

De voorzitter:

Dank voor uw komst naar de Kamer. 

Naar boven