8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden moties-Graus (28286, nrs. 659 en 660). 

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor, het dertigledendebat over de suïcide van een bewoner van het asielzoekerscentrum in Schalkhaar en het debat over de sluiting van Philip Morris in Bergen op Zoom van de lijst af te voeren. 

Tevens stel ik op verzoek van de aanvragers voor om de dertigledendebatten over het wegsluizen van geld via Nederland door Oekraïense oligarchen en over het bericht "Fiscale roadshow trok ook langs Indonesië en Thailand" samen te voegen tot één debat. 

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 33750-XIII, nrs. 49, 50 en 46; 31936, nrs. 175, 176 en 177; 27858, nr. 250 en 23432, nr. 362. 

Op verzoek van de SP-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Siderius tot lid in plaats van het lid Smaling. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VSO Aangepaste planning van de structuurvisie ondergrond (33136, nr. 8), met als eerste spreker de heer Smaling van de SP; 

  • -het VAO Medische zorg voor vreemdelingen, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 28 mei, met als eerste spreker mevrouw Voortman van GroenLinks; 

  • -het VAO Onderzoeksrapport veiligheid van vreemdelingen en suïcide Armeense asielzoeker, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 28 mei, met als eerste spreker mevrouw Gesthuizen van de SP. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan mevrouw Schouten. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. Afgelopen woensdag kwam naar buiten dat er tussen de coalitiepartijen en de partijen D66 en GroenLinks een deal is gesloten rondom het leenstelsel, een stelsel waarin jongeren straks op voorhand al opgezadeld worden met duizenden euro' s aan schulden en dat de toegankelijkheid van het onderwijs in het gedrang brengt. De term "studieschuldenstelsel" zou wat ons betreft de lading dan ook beter hebben gedekt. Juist vanwege de grote consequenties die dit stelsel zal gaan hebben voor de jongeren die op het punt staan om te gaan studeren, is er voor mijn fractie een grote noodzaak om snel een debat te voeren met de coalitie, met de partijen die bij deze deal betrokken zijn, en met de minister, die hier ook aanwezig is. Ik zou erom willen verzoeken, dat debat zo snel mogelijk in te plannen, liefst deze of volgende week, maar zeker voor de zomer. 

De voorzitter:

Het verzoek van mevrouw Schouten is om op korte termijn een debat te houden over de toekomst van het leenstelsel. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ook de Partij voor de Dieren vindt het ongelofelijk dat de studiefinanciering wordt afgeschaft en omgezet in een studieschuld, dus van harte steun voor dit verzoek. 

De heer Beertema (PVV):

Steun voor het verzoek. 

De heer Rog (CDA):

Steun voor het verzoek. 

De heer Van Meenen (D66):

Hoewel ik de intro van mevrouw Schouten niet deel, heb ik ook geen bezwaar tegen een debat op hoofdlijnen. 

De voorzitter:

Die smaak kennen wij niet. Steunt u het verzoek of steunt u het verzoek niet? 

De heer Van Meenen (D66):

Als ik tussen die twee moet kiezen, dan steun ik het. 

De heer Klein (50PLUS/Klein):

Steun voor het verzoek. 

De heer Duisenberg (VVD):

Er komt ook nog een behandeling van het wetsvoorstel, maar als er een verzoek is voor een debat, zal ik dat steunen. 

De heer Bisschop (SGP):

Het lijkt mij een goed idee. Steun voor het verzoek dus. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik heb er even over na kunnen denken. Steun. 

De heer Mohandis (PvdA):

Steun voor het verzoek. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Steun. 

De voorzitter:

Mevrouw Schouten, er is duidelijk steun van een meerderheid van de Kamer voor het houden van een debat op korte termijn. Ik neem aan dat volgende week voor u goed genoeg is? 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Dat is prima, voorzitter. Dank u wel. 

De voorzitter:

Dan gaan wij ons daarvoor inspannen. De spreektijd zal vier minuten per fractie zijn. 

Dan geef ik het woord aan de heer Van Hijum van het CDA. 

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Gaat het roer dan eindelijk om? Het kabinet wil meevallers voortaan inzetten voor lastenverlichting, viel vanochtend uit de media te vernemen. Ondertussen is het uitdeelcircus Rutte al aan een nieuwe voorstelling begonnen. Terwijl het tekort nog 16 miljard bedraagt en de staatsschuld oploopt naar 73 miljard, wil het kabinet 600 miljoen uittrekken voor structurele extra uitgaven, viel vorige week in De Telegraaf te lezen. Naar verluidt gaat het om 500 miljoen extra voor ontwikkelingshulp door een statistische correctie van het bbp en 100 miljoen voor de wensen van de drie gedoogpartijen. In de media hebben de fracties al van alles geroepen over de besteding van dit geld. Wij vinden dit onbegrijpelijk en willen graag een debat over dit onderwerp, voorafgegaan door een brief met een antwoord op de volgende vragen. Klopt de informatie over de besteding van de 600 miljoen? Waarom betekent een statistische correctie van het bbp automatisch dat er extra uitgaven moeten plaatsvinden? Heeft het kabinet overwogen om dit geld in te zetten voor tekortreductie of voor lastenverlichting? 

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over ontwikkelingshulp. 

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik steun dit verzoek. Ik ben blij dat het CDA nu eindelijk ook inziet dat het afgelopen moet zijn met die miljarden voor ontwikkelingshulp. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik steun het verzoek. Het is belangrijk dat als er extra geld is, dit ten goede komt aan de allerarmsten in deze wereld. 

De heer Smaling (SP):

Wij stellen een brief op prijs, maar dan om te begrijpen waarom het bbp anders wordt uitgerekend. Hoe daarna eventueel de invulling plaatsvindt, kan ook in een AO worden besproken. Wij hoeven daarover niet met de minister van Financiën te debatteren. 

De voorzitter:

Steun voor de brief, geen steun voor het debat. 

De heer Nijboer (PvdA):

Het zijn allemaal vragen die aan de orde kunnen komen tijdens het debat over de Voorjaarsnota. Ik steun het verzoek voor dit debat niet. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Steun voor de brief. 

De voorzitter:

Steun voor de brief, geen steun voor het debat. 

De heer Harbers (VVD):

Ik steun het verzoek niet. Ik ben het eens met de heer Nijboer dat dit allemaal vragen zijn voor het debat over de Voorjaarsnota. Over de statistische correcties zijn al drie of vier brieven naar de Kamer gestuurd. In deze brieven staat steeds dat er pas in september meer informatie beschikbaar is, dus het is allemaal voorbarig op dit moment. 

De voorzitter:

Steun voor de brief, neem ik aan. 

De heer Slob (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het verzoek om een brief. Dit onderwerp kan inderdaad in het debat over de Voorjaarsnota worden meegenomen. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Hijum, u hebt brede steun voor de brief. Als ik het positief formuleer, zijn er enkele Kamerleden die hebben gezegd dat het debat al gepland is, namelijk het debat over de Voorjaarsnota. U hebt geen steun voor een apart debat over de extra ontwikkelingshulpgelden. 

De heer Van Hijum (CDA):

Ik betreur dit. Ik stel het op prijs als de informatie over die 600 miljoen — deze reservering is structureel in de Voorjaarsnota opgenomen — ruim voor de Voorjaarsnota kan worden verstrekt, inclusief het antwoord op de vragen die ik daarover heb gesteld. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Bij het verzoek van mevrouw Schouten heb ik gezegd dat ik ga proberen het debat voor volgende week in te plannen. Het is ook mogelijk dat het nog deze week wordt ingepland. Een schema volgt zo gauw mogelijk vandaag. 

Het woord is aan mevrouw Bruins-Slot. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Voorzitter. Vorige week was er een uitzending van Nieuwsuur, waarin bleek dat ouderen geen toegang krijgen tot nog een andere vorm van zorg, de geriatrische revalidatiezorg. Mevrouw Leijten en ik hebben in juli 2013 al een motie ingediend om dit probleem op te lossen, want het is een bureaucratisch probleem. Het is klaar. Ik verzoek dus om een debat in de Kamer, mede gesteund door D66, voorafgegaan door een brief om dit probleem nu eindelijk eens op te lossen. 

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de toegang tot revalidatiezorg. D66 heeft er al mee ingestemd. 

Mevrouw Leijten (SP):

Wij willen ook dat het wordt opgelost. Wij wilden dit vorig jaar al. Komende donderdag staan twee debatten gepland, één over de Zorgverzekereringswet en één over verspilling in de zorg. Beide onderwerpen lenen zich ook voor dit onderwerp. Als wij de minister vragen om nog vandaag een brief te sturen, kunnen wij dit goed behandelen. Mocht dit niet lukken, dan komen wij hier terug en zullen wij het verzoek om een debat steunen. 

De voorzitter:

Geen steun voor het debat op dit moment, want u wilt het onderwerp betrekken bij twee AO' s deze week. 

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Mevrouw Leijten komt terug van verlof en doet meteen een heel goed voorstel, dat wij zowaar steunen. 

De voorzitter:

Geen steun voor het debat. 

De heer Van 't Wout (VVD):

Het is een uitstekend voorstel van mevrouw Leijten, als het lukt vóór de AO' s aanstaande donderdag. 

De voorzitter:

Een brief vóór de AO' s, zodat deze daarbij betrokken kan worden. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks sluit zich aan bij het voorstel van mevrouw Leijten. 

Mevrouw Baay-Timmerman (50PLUS/Baay-Timmerman):

Ook 50PLUS/Baay-Timmerman steunt het voorstel van mevrouw Leijten. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor een debat. 

De voorzitter:

Mevrouw Bruins-Slot, u hebt niet de steun van een meerderheid voor het houden van een apart debat. Er is wel veel steun om de brief zo snel mogelijk te ontvangen, zodat deze kan worden betrokken bij twee AO' s komende donderdag. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Hieruit blijkt gelijk weer de meerwaarde van mevrouw Leijten in de Kamer. Ik vind het een verstandig en praktisch voorstel. Ik wil de brief dan wel graag morgen voor 17.00 uur ontvangen. Ik wil er specifiek het verzoek in opgenomen zien dat wij in de motie hebben gedaan om dit probleem op te lossen: een verwijzing door een huisarts, eventueel met een advies van een specialist ouderenzorg. Het is echt alleen maar een bureaucratisch probleem. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Ik geef het woord aan de heer Van Klaveren. 

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. Gisteren werd de nieuwe Palestijnse eenheidsregering geïnstalleerd. Deze regering wordt niet alleen gesteund door Fatah, maar ook door de islamitische terreurorganisatie Hamas. Het was wat ons betreft dan ook een zwarte dag. Nederland geeft jaarlijks meer dan 15 miljoen euro aan ontwikkelingshulp aan de Palestijnse Autoriteit. Ook indirect gaan er via de Wereldbank, de VN en de EU miljoenen naar dit bestuur. Wat mijn fractie betreft wordt deze nieuwe regering niet erkend en gaat er geen cent belastinggeld naar terroristen. Mijn fractie wil graag een brief en een debat over de ontstane situatie aanvragen met de minister van Buitenlandse Zaken en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp. 

De voorzitter:

Verzoek om steun voor het houden van een debat. 

De heer Ten Broeke (VVD):

Een soortgelijk verzoek was er vorige week van collega Voordewind. Toen is besloten dat er in ieder geval een brief komt. In die brief kunnen deze vragen worden meegenomen. Er is al een debat gepland, naar ik meen een algemeen overleg op 17 juni. Geen steun dus voor het debat en de brief lijkt mij al onderweg. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De brief heb ik inderdaad vorige week al aangevraagd naar aanleiding van het in wording zijnde eenheidskabinet. Wij hebben toen met de collega' s afgesproken om het debat hierover te betrekken bij het algemeen overleg van volgende week. 

De voorzitter:

Dus geen steun voor een apart debat op dit moment. 

De heer Sjoerdsma (D66):

De brief waarnaar de heer Van Klaveren vraagt, is er al. Het algemeen overleg staat al gepland, dus geen steun voor het debat. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook voor de SGP-fractie geldt dat wij er graag snel over willen spreken. Het algemeen overleg dat op korte termijn gepland staat, is daarvoor het beste moment. 

De heer Smaling (SP):

Het is prima om hier de internationale ontwikkelingen te bespreken. Wij hebben dat vorige week ook gedaan over Rwanda en Burundi. Dat is dus prima, maar dan wel in een algemeen overleg. 

De heer Bosma (PVV):

Steun. 

De heer Omtzigt (CDA):

Wij hebben vorige week steun voor een debat gegeven. In de Kamer is toen besloten om dat anders te doen. Het lijkt me goed om bij dat besluit van vorige week te blijven en dit toe te voegen. Als er nadere vragen gesteld moeten worden, steunen wij dat van harte. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Klaveren, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat. 

Ik geef het woord aan de heer Bontes. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. Op 24 mei is een horrorscenario werkelijkheid geworden. In Brussel sloeg een teruggekeerde jihadist, een teruggekeerde Syriëganger, aan het moorden, met als resultaat drie doden en een zwaargewonde. De slachtoffers werden gemaakt in het Joods Museum. Ik wil graag een keer een breed debat. Dit onderwerp wordt iedere keer ondergeschoven in een algemeen overleg met andere onderwerpen. Een breed debat is hier echt op zijn plaats. Er zijn ook tal van vragen. Want hoe kan zo iemand onder de radar verdwijnen? 

De voorzitter:

Die vraag moet u in het debat stellen. Uw verzoek is het houden van een debat. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ik wil eerst graag een brief ontvangen en daarna wil ik een debat. Ik vind dit onderwerp nu zo breed en actueel dat je het niet zomaar kunt wegstoppen in een algemeen overleg. 

De voorzitter:

Er is dus een verzoek om steun voor het houden van een debat over terugkerende Syriëgangers, voorafgegaan door een brief. 

De heer Oskam (CDA):

Dit is een belangwekkend onderwerp. Wij steunen het verzoek om een brief. In die brief moet ook worden meegenomen wat er deze week op dit gebied in Brussel wordt besproken tussen de Europese ministers. Na ontvangst van de brief zullen wij ons beraden op toestemming voor een debat. 

De voorzitter:

Dus steun voor een brief, maar nog geen steun voor een debat. 

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Ik denk dat het belangrijk is om in een algemeen overleg te spreken over nationale veiligheid aan de hand van een dreigingsanalyse, het dreigingsbeeld dat wij altijd krijgen. 

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat. 

De heer Marcouch (PvdA):

Dit is inderdaad een ernstig onderwerp, dus wat ons betreft steun voor een debat. Echter niet eerder dan dat wij een nieuwe dreigingsanalyse van de minister hebben ontvangen. 

De voorzitter:

Dus steun voor het debat, maar eerst moeten wij de dreigingsanalyse binnen hebben. 

De heer Marcouch (PvdA):

Ja, de nieuwe dreigingsanalyse van de minister, zodat wij weten waarover wij debatteren. 

De voorzitter:

Weet u uit uw hoofd wanneer die dreigingsanalyse ongeveer komt? 

De heer Marcouch (PvdA):

Ik weet dat niet uit mijn hoofd. 

De voorzitter:

Ik neem aan dat de woordvoerders dat wel ongeveer weten. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Dit is een zeer zorgwekkende situatie, dus steun voor de brief en het verzoek om hierover een keer in brede zin te debatteren, maar ik zou het willen betrekken bij een eerstvolgend overleg, bijvoorbeeld over nationale veiligheid. 

De voorzitter:

Geen steun voor het debat. 

Mevrouw Helder (PVV):

Wel steun voor een debat. Steun ook voor de brief en onder voorbehoud "ja" voor het afwachten tot het nieuwe dreigingsbeeld er is. Het moet alleen niet te lang duren en niet door de minister gebruikt worden om het debat vooruit te schuiven. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor de brief en ook voor het debat. Het lijkt ons goed om een plenair debat te hebben specifiek over de problemen als gevolg van de terugkerende jihadistische strijders in Syrië. 

De heer Van Raak (SP):

Hier moeten we snel over spreken, dus in ieder geval snel een brief. Daarin staat wat mij betreft ook of er in deze mate bezuinigd kan worden op de geheime diensten, omdat het in de gaten houden van mensen heel veel tijd en middelen kost. Als het kan, zien wij graag zo snel mogelijk die dreigingsanalyse. Laten we dan bekijken hoe we in deze Kamer daar zo snel mogelijk over kunnen spreken, maar ik denk dat dat eerder in een algemeen overleg kan gebeuren. Als dat kan, heeft dat mijn voorkeur. 

De voorzitter:

Dus geen steun voor het debat. 

De heer Van Raak (SP):

Ja. Eerst de brief en de dreigingsanalyse. Dan gaan we bekijken hoe we daar zo snel mogelijk over kunnen praten, het liefst in een AO. 

De heer Van der Steur (VVD):

Steun van de VVD-fractie voor de brief. Steun ook voor de aanvraag van de PvdA-fractie van de dreigingsanalyse. Die is belangrijk om bij het debat te betrekken, dus ook steun voor het debat. 

De voorzitter:

Mijnheer Bontes, u hebt steun van de meerderheid voor het houden van een debat, maar dat kan pas gepland worden als de nieuwste dreigingsanalyse binnen is. U zult via de commissiegriffier horen wanneer dat ongeveer is. Wij houden dat ook in de gaten. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ik kijk nu even de heer De Graaf aan, want die heeft een vergelijkbaar debat aangevraagd. Ik zou ook graag de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid willen uitnodigen; dan kunnen wij het als een geheel doen en dat is misschien wel zo goed. 

De voorzitter:

Een constructief voorstel. Mijnheer De Graaf, bent u bereid om uw verzoek toe te voegen aan het debat dat zojuist is toegezegd? 

De heer De Graaf (PVV):

Wij zijn altijd voor constructieve voorstellen. Dus graag de minister van Sociale Zaken erbij, dan kunnen we het volgende punt van de regeling schrappen. Prima. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Kan de dreigingsanalyse een beetje snel komen? Kan daar spoed achter gezet worden? 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, inclusief deze laatste opmerking, doorgeleiden naar het kabinet. 

De heer Van der Steur (VVD):

Nog even één opmerking daarover. Voor onze fractie is de aanwezigheid van de minister van Sociale Zaken niet noodzakelijk voor het debat. Ik wilde dat nog even opgemerkt hebben voordat u het stenogram doorgeleidt. 

De voorzitter:

Dat kan. 

De heer Marcouch (PvdA):

Dat geldt ook voor ons. 

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Dat geldt ook voor D66. Het is echt een aangelegenheid van V en J. 

De voorzitter:

Dan stel ik vast, mijnheer Bontes, dat een meerderheid zich heeft uitgesproken voor een debat alleen met de minister van Veiligheid en Justitie. Ik kan in het stenogram dat wij doorgeleiden, laten weten dat een aantal leden in dit huis behoefte heeft aan de aanwezigheid van de minister van Sociale Zaken. Het kabinet kan dan een eigen afweging maken of dat gebeurt. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Het is ook een integratiekwestie, dus het zou zeer gepast zijn. 

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram daaraan toevoegen. Het is aan het kabinet om te besluiten om het wel of niet te doen. De spreektijd is vier minuten per fractie en we houden in de gaten wanneer de dreigingsanalyse verschijnt. 

Het volgende punt van de regeling is vervallen, dus geef ik het woord aan mevrouw Keijzer van het CDA. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Noodgedwongen vallen er op dit moment veel ontslagen in de jeugdzorg. Dat zijn onnodige ontslagen, want het overgrote deel van deze mensen is per 1 januari aanstaande weer nodig, wanneer de jeugdzorg een verantwoordelijkheid is van de gemeenten. Abvakabo kwam met een mooi voorstel: stel een banenpool in. De CDA-fractie vraagt om een brief van de regering met een reactie hierop en vraagt de Kamer om steun voor een debat. 

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over personeelsproblemen bij de jeugdzorg. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Er vallen nu onnodige ontslagen in de jeugdzorg. 

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor een debat over de onnodige ontslagen in de jeugdzorg. 

Mevrouw Siderius (SP):

De SP heeft ook grote zorgen over het massaontslag in de jeugdzorg. Mijn collega, mevrouw Kooiman, heeft hierover een motie aangenomen gekregen over van-werk-naar-werkbegeleiding. Een debat willen wij nog niet steunen, want we hebben volgende week een debat over de jeugdzorg. De ontslagen in de jeugdzorg kunnen daar prima bij betrokken worden. 

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek. 

Mevrouw Agema (PVV):

Steun. 

Mevrouw Bergkamp (D66):

Steun voor een brief. Het is een belangrijk onderwerp, en het is goed om er als Kamer over te spreken. We hebben binnenkort een AO over de transitie jeugdzorg. Dat lijkt me het moment om het snel te kunnen behandelen. 

De voorzitter:

Dus wel graag een brief, maar geen steun voor een plenair debat. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Op 25 juni hebben we het debat. Geen steun voor een nieuw debat, wel voor een brief. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Er zijn inderdaad heel veel mensen werkzaam in de jeugdzorg die zich zorgen maken over hun baan. Wij steunen dus het verzoek. 

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Steun voor de brief. Het is een belangrijk onderwerp. Geen steun voor het debat. Collega' s hebben het al gezegd: er is een algemeen overleg waar dit onderwerp prima behandeld kan worden. 

Mevrouw Ypma (PvdA):

Steun voor een brief, geen steun voor een debat, want debatteren kan tijdens het AO. 

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, u hebt geen steun van de meerderheid voor het houden van een debat, ook niet van 30 leden. U hebt wel brede steun voor de brief waar u om hebt gevraagd. Eigenlijk heeft iedereen aangegeven dit onderwerp te willen betrekken bij het debat over de transitie van de jeugdzorg, dat al gepland staat. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik hoop dat het kabinet in de brief positief zal reageren op het idee. Het is immers eeuwig zonde: deze mensen zijn per 1 januari 2015 allemaal weer keihard nodig in de jeugdzorg. 

De voorzitter:

Deze vraag zal ik doorgeleiden naar het kabinet. Hij staat in het stenogram, dus het kabinet zal er ongetwijfeld op antwoorden. 

Het woord is aan mevrouw Agema van de PVV. 

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Voor aanstaande donderdag staat het debat gepland over het scheiden van oudere echtparen. Opnieuw zijn de stukken voor dat debat niet compleet. Ik verzoek daarom of de stukken alsnog met spoed naar de Kamer komen. Ik heb bovendien een verzoek aan u, als voorzitter. Het gebeurt nu voor de zoveelste keer dat u een onderwerp agendeert, terwijl wij de stukken niet binnen hebben. Ik vraag u om in het vervolg alleen onderwerpen te plannen waarvan we de stukken hebben ontvangen. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan de heer Fritsma van de PVV. 

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik vraag een debat aan met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het falende terugkeer- en uitzetbeleid. De Commissie Integraal Toezicht Terugkeer luidt hierover stevig de noodklok. Volgens de commissie is het effectief uitzetten van vreemdelingen een schier onmogelijke opgave geworden. Zo' n groot probleem vraagt natuurlijk om maatregelen en om een spoedig te houden debat. 

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over het uitzetbeleid. 

De heer Schouw (D66):

Zoals u weet ben ik gek op debatten, dus het lijkt me prima. Het lijkt mij echter nog beter om het onderwerp in een AO te bespreken. Er zal binnenkort absoluut wel iets gepland staan. Geen steun dus voor een plenair debat, maar wel voor de inspanning om een AO te organiseren. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dat AO hebben we volgens mij morgen al. Dan staat een verzamel-AO gepland. Geen steun dus voor het verzoek van de heer Fritsma, ik bespreek het graag morgen met de commissie. 

De heer Azmani (VVD):

In aanvulling daarop zou ik graag zien dat het rapport zo snel mogelijk naar de Kamer wordt gestuurd, vergezeld van een reactie. Ik kan me voorstellen dat morgen vroegtijdig is, maar we hebben ook volgende week een debat over terugkeer. Dan kan het daarbij besproken worden. Geen steun voor een nieuw debat. 

De voorzitter:

Maar wel het rapport zo snel mogelijk naar de Kamer, zodat u het volgende week kunt betrekken bij het AO. 

De heer Azmani (VVD):

Dat is inderdaad mijn verzoek. 

De heer Van Hijum (CDA):

Ik zou ook prijs stellen op een snelle reactie van het kabinet op het rapport. Het gaat om het jaarverslag van de CITT. Wat mij betreft maken we dat onderdeel van het verantwoordingsdebat met de staatssecretaris. Dat moet immers ook een beetje body krijgen. Een debat erover lijkt me zeer op zijn plek. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Morgen is wellicht wat kort dag, maar ik denk dat volgende week een goede termijn is. Ik steun wat eerdere sprekers daarover gezegd hebben. Nu geen steun voor het debatverzoek. 

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik denk ook dat volgende week een goed moment is, omdat we dan een algemeen overleg hebben over het uitzetbeleid. Ik zou dan wel graag een reactie van het kabinet willen hebben, zodat we het inhoudelijk goed kunnen bespreken. Dat kan volgende week al. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Steun voor de lijn van mevrouw Maij. Dus graag een reactie en betrekken bij het debat van volgende week. 

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Steun voor het debat. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook de SGP wil graag snel het rapport en de kabinetsreactie ontvangen en die het liefst volgende week in het overleg een prominent onderwerp laten zijn. 

De voorzitter:

Mijnheer Fritsma, u hebt geen steun van een meerderheid voor het houden van een apart debat. Wel wil de Kamer dat het rapport zo snel mogelijk naar de Kamer wordt gezonden, zodat het kan worden betrokken bij een debat dat gepland staat voor volgende week. 

De heer Fritsma (PVV):

Ik merk op dat het rapport al naar de Kamer is gestuurd. Het zat bij mij in elk geval vanmorgen bij de post. Dan rest nog om het kabinet te vragen om een snelle reactie, zodat die bij het algemeen overleg van volgende week kan worden betrokken. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Ik geef het woord aan de heer Klaver van GroenLinks. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Vandaag is er een rapport verschenen van Oxfam Novib, onder de titel Eerlijke belasting, gelijke kansen. Het gaat over de groter wordende vermogenskloof in Nederland. Daarin wordt gesteld dat de vijf grootste families in Nederland zo' n beetje al het vermogen in Nederland bezitten. Daar wil ik heel graag een debat over. 

De voorzitter:

Het verzoek is steun voor het houden van een debat over het rapport Eerlijke belasting, gelijke kansen. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Zeer neutraal geformuleerd, voorzitter. 

De voorzitter:

Dank u wel. 

De heer Merkies (SP):

Steun voor dit debat. Overigens zou een algemeen overleg mijn voorkeur hebben als er daardoor meer ruimte is om dit onderwerp te bespreken. 

De voorzitter:

Maar dus ook steun voor een plenair debat? 

De heer Merkies (SP):

Ja. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Geen steun voor een plenair debat. Het lijkt mij een onderwerp dat vanzelf aan de orde komt als wij over het rapport van de commissie-Van Dijkhuizen gaan praten. Wij moeten binnen de commissie nog bekijken hoe wij dat gaan doen. 

De heer Nijboer (PvdA):

Het is een belangrijk onderwerp. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid komt donderdag ook met een grote studie. Ik denk dat het verstandig is om dit te betrekken bij de processen die wij in de Kamer hebben afgesproken. De heer Piketty komt nog naar de Kamer, dus met hem spreken wij nog. Daarnaast hebben wij een debat over de commissie-Van Dijkhuizen gepland. Ik zou het in dat debat willen plaatsen. Dat lijkt mij goed, dus geen steun voor dit aparte debat. 

De heer Omtzigt (CDA):

Wij hebben, overigens op verzoek van de heer Klaver, de heer Piketty uitgenodigd en wij gaan een hoorzitting houden over de gelijke dan wel ongelijke inkomens- en vermogensverdeling in Nederland. Het lijkt me goed om de regering om een reactie te vragen op dit onderzoek, maar om pas na afloop van die hoorzitting te hernemen of wij dit onderwerp in een algemeen overleg, een debat dan wel op andere wijze gaan behandelen. 

De voorzitter:

Op dit moment geen steun voor het verzoek. 

De heer Omtzigt (CDA):

Nee. 

De heer Koolmees (D66):

Ik sluit mij aan bij de heer Nijboer en de heer Omtzigt. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Het is een belangrijk onderwerp om over te spreken. Er wordt al veel over gesproken, binnenkort ook hier in de Kamer. Het lijkt mij het best als wij dat allemaal samenvoegen en dan in een algemeen overleg bespreken, omdat ik denk dat wij er daarin wat meer ruimte voor hebben. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik zou inderdaad de ingezette procedure willen afsluiten door alvast ruimte te maken in de plenaire agenda voor een debat, dus steun voor het verzoek. Een brief van het kabinet over dit rapport lijkt mij zeer welkom, ook als input voor de hoorzitting. 

De voorzitter:

Mijnheer Klaver, u hebt geen steun van een meerderheid voor het houden van een apart debat. De wens is om het onderwerp te betrekken bij debatten die al gepland zijn. Wel is er steun voor het verzoek om het kabinet om een reactie te vragen. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik ben er blij mee dat wij in elk geval het kabinet om een reactie vragen. De reden waarom ik hier stond om over dit onderwerp nu een debat aan te vragen, is dat wij natuurlijk al een hele tijd wachten op een reactie op het rapport van Van Dijkhuizen. Maar goed, ik zie dat een meerderheid van de Kamer daar graag nog even op wacht en daar sluit ik mij dan volledig bij aan. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Hamer van de Partij van de Arbeid. 

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Ik wil graag uitstel vragen van de stemmingen onder punt 13, over moties ingediend in het VAO SUWI-onderwerpen. 

De voorzitter:

Voor uitstel van stemming heb ik de steun van de meerderheid nodig. Is er steun voor uitstel van de stemmingen onder punt 13? 

De heer Van Weyenberg (D66):

De D66-fractie is klaar om te stemmen, maar als de coalitiepartijen nog even willen nadenken, heb ik daar geen bezwaar tegen. 

De heer Pieter Heerma (CDA):

Van ons had er gestemd kunnen worden, maar uitstel is geen bezwaar. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Wat ons betreft kunnen we stemmen, maar uitstel tot de volgende stemmingen zou kunnen. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Als een fractie vraagt om uitstel, kunnen wij dat steunen. 

De heer Ulenbelt (SP):

Nu wil het geval dat het gaat om twee moties. Eén motie gaat over het opzeggen van het contract met Marokko en ik snap dat men daarover uitstel van stemming wil. Maar de tweede motie is van mijn hand. Een uurtje geleden is er van het kabinet bericht gekomen dat dit een goede motie is. Kunnen we over deze motie dan wel stemmen? Misschien wordt die dan aangenomen. 

De voorzitter:

Het verzoek is om het hele punt uit te stellen. Ik neem aan dat u dit verzoek niet steunt. 

De heer Ulenbelt (SP):

Het is een vraag aan de PvdA-fractie. 

De voorzitter:

Nu is één verzoek aan de orde. Ik zag mevrouw Hamer ook knikken toen ik zei dat het hele punt wordt uitgesteld. 

Mevrouw Hamer (PvdA):

We hebben net twee brieven binnengekregen. Dat is precies de reden dat wij vragen om uitstel van de stemmingen. Dan kunnen wij namelijk de brieven goed lezen. 

De voorzitter:

Morgen zijn er ook stemmingen. 

De heer Ulenbelt (SP):

Dan steun ik het verzoek. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Wij hebben de brieven al wel kunnen lezen. Maar goed, als er gevraagd wordt om uitstel, zullen wij dat niet tegenwerken. 

De heer De Graaf (PVV):

Dat verdrag met Marokko had al 100 jaar van tafel gemoeten, dus wat ons betreft gaan we gewoon stemmen. 

Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):

Als zo veel partijen de brieven even willen lezen, verzet ik me niet tegen uitstel. 

De voorzitter:

Dan wordt punt 13 van de stemmingslijst afgevoerd. 

Het woord is aan de heer Van Dam. 

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. Namens mijn fractie verzoek ik om uitstel van de stemming onder punt 7, over de benoeming van de Nationale ombudsman. Uit het oogpunt van zorgvuldigheid lijkt het onze fractie verstandig om naar aanleiding van de recente ontwikkelingen eerst te spreken met de kandidaat die het in dit geval betreft. 

De voorzitter:

Het verzoek is uitstel van de stemming onder punt 7. 

De heer Roemer (SP):

We kunnen dat steunen. 

De heer Schouw (D66):

Naar de opvatting van de fractie van D66 is de procedure zorgvuldig verlopen, maar als een fractie behoefte heeft aan een nader gesprek, zullen we dat niet verhinderen. 

De heer Bosma (PVV):

Geen steun. 

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Als een fractie vraagt om uitstel, zullen wij dat steunen. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Geen steun voor uitstel. 

De heer Klein (50PLUS/Klein):

Steun voor het voorstel. De Nationale ombudsman moet onbesproken zijn. Dan moeten we geen discussie hebben. Uitstel is dan ook heel verstandig. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Onze fractie heeft behoefte aan een toelichting op deze vraag. Waarom vraagt de PvdA-fractie om uitstel? 

De voorzitter:

Volgens mij heeft de heer Van Dam die toelichting gegeven. Er is behoefte aan een nader gesprek met de desbetreffende kandidaat. Dat gesprek gaan we niet in de regeling van werkzaamheden voeren; dat moet plaatsvinden in de commissie die we daarvoor hebben aangesteld. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Begrijp ik het goed dat dezelfde commissie die hem heeft voorgedragen met een enkelvoudige voordracht, opnieuw met hem in gesprek gaat? Wordt de procedure opengebroken? Wat is de status van dat gesprek? 

De voorzitter:

Ik kijk naar de heer Van Dam. Misschien moet hij even antwoord geven. Is het de bedoeling dat dezelfde commissie nog nadere vragen stelt? 

De heer Van Dam (PvdA):

Die procedurele vraag laat ik liever bij u, als vertegenwoordiger van deze hele Kamer, of bij het Presidium. De vraag is wie er met de kandidaat moet spreken. Volgens mij ligt het voor de hand dat de commissie die al eerder met hem heeft gesproken, dat doet. Maar ik begrijp dat daartegen procedureel een aantal bezwaren bestaat. Daarom laat ik die vraag bij u. Het gesprek moet vanzelfsprekend gaan over de commotie in de afgelopen dagen. Het lijkt ons ook verstandig om daarbij ook de uitspraken te betrekken van de waarnemend Ombudsman, die gisteren zijn gedaan. 

De voorzitter:

Mijnheer Bisschop, wat is uw mening over het uitstel? Dus het uitstel, niet de procedure. 

De heer Bisschop (SGP):

Ja, maar je kunt het een niet helemaal los zien van het ander. Ik zal mijn uiterste best doen … 

De voorzitter:

Laat ik, nu dit zo nadrukkelijk bij mij wordt neergelegd, zeggen dat ik nog terugkom op het punt van de procedure. Ik moet daarover even overleg voeren; dit is een vrij unieke situatie. Ik wil daarover nu niet publiekelijk met u onderhandelen. Mijn vraag is: steunt u het verzoek om uitstel? Daarmee geeft u geen inhoudelijk oordeel, zo zeg ik er direct bij. 

De heer Bisschop (SGP):

Nee, maar wij steunen het verzoek om uitstel niet omdat naar ons oordeel de procedure buitengewoon zorgvuldig is geweest. Er is een duidelijk traject afgesproken. Dat traject is doorlopen. Vervolgens komt er achteraf wat commotie. Die kan geen aanleiding zijn voor aanpassingen aan de procedure. 

De voorzitter:

U steunt het verzoek niet. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik denk dat juist de procedurele onduidelijkheden op dit moment rechtvaardigen dat de stemming even wordt uitgesteld. Daarom steun voor het verzoek. 

De heer Litjens (VVD):

De VVD is van mening dat de procedure zorgvuldig is verlopen en dat de commissie klaar is met haar werkzaamheden. Voor de VVD is er geen reden om niet te stemmen vandaag. Mochten individuele fracties behoefte hebben om nog met de betrokken kandidaat te spreken, dan zal de VVD om die reden een verzoek tot uitstel niet in de weg staan. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Daar sluit de CDA-fractie zich graag bij aan. 

De voorzitter:

Daarmee stel ik vast dat een meerderheid van de Kamer vandaag niet wil stemmen over punt 7. Ik zal terugkomen op de manier waarop we dat met elkaar gaan doen. 

Voordat we gaan stemmen, verzoek ik de leden die de presentielijst nog niet hebben getekend, dat alsnog te doen. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven