5 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde in verband met enige technische correcties (33909);

  • -het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met een aantal redactionele verbeteringen en technische wijzigingen alsmede tot wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 in verband met enkele samenhangende technische aanpassingen (technische verbeteringen WHW)(33840).

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek in verband met het transparanter en voor een breder publiek toegankelijk maken van de executoriale verkoop van onroerende zaken (33484).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Rebel tot lid in plaats van het lid Bouwmeester.

Op verzoek van de SP-fractie benoem ik:

  • -in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Van Nispen tot lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Van Nispen tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • -in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Van Nispen tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren:

33750-VI-110; 33750-VI-99; 31263-57; 32735-104; 33750-V-51; 33750-V-54; 21501-32-773.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Alvorens ik het woord geef aan de heer Schouw, deel ik de Kamer alvast mede dat als laatste mevrouw Oosenbrug het woord zal krijgen om iets te zeggen over het downloadverbod.

Het woord is aan de heer Schouw.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Het is een buitengewoon genoegen om onder uw leiding iets te mogen zeggen.

De voorzitter:

Dat genoegen is geheel wederzijds.

De heer Schouw (D66):

Daar neem ik kennis van, maar ik kan er verder geen waardeoordeel aan hechten.

Ik wil een voorstel doen aan de leden. Vanavond staat er een debat gepland over een wetsvoorstel van minister Opstelten over ANPR. Deze week heeft het Europese Hof echter een uitspraak gedaan over grootschalige opslag van data van onschuldige burgers versus het bewaken van de privacy van die burgers. Daar is een brief over gevraagd. De minister heeft hedenmiddag een paniekantwoord gestuurd — ik kan het niet anders duiden — waarin hij stelt dat er niets aan de hand is. In het kader van wetgeving hecht mijn fractie aan zorgvuldigheid. Tegenover de opvatting van Opstelten staan de opvattingen van verschillende hoogleraren. Namens de fracties van D66 en — met grote eer — de ChristenUnie wil ik voorstellen, het debat aan te houden totdat we heel goed bekeken hebben hoe dit wetsvoorstel zich verhoudt tot die uitspraak.

De voorzitter:

U wilt het debat over het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie, dat voor vanavond gepland staat, uitstellen.

De heer Schouw (D66):

Dat vraag ik mede namens de ChristenUnie.

De voorzitter:

We gaan even kijken of daar een meerderheid voor is.

Mevrouw Helder (PVV):

Wij willen ook een zorgvuldige voorbereiding van wetgeving, maar we steunen het verzoek tot uitstel niet. Wij menen namelijk dat er een andere grondslag is voor de gegevensbewaring.

De heer Van der Steur (VVD):

De conclusie die in de duidelijke brief van de regering staat, hadden wij zelf ook al getrokken. Wij zien daarom geen reden tot uitstel. Als er onduidelijkheden zijn in het debat kan er altijd nog een extra termijn worden aangevraagd. Wat ons betreft kunnen we het debat gewoon houden.

De heer Van Hijum (CDA):

Dat laatste is ook voor ons de overweging om geen steun te verlenen aan het verzoek.

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Wij steunen het verzoek wel.

De voorzitter:

Ik zie nog geen meerderheid ontstaan, mijnheer Schouw.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Maar die komt dichterbij: steun namens de SP-fractie voor het verzoek.

De voorzitter:

Het is een wonderlijke en interessante coalitie, maar u hebt geen meerderheid voor uw verzoek, mijnheer Schouw. We hebben nu D66, ChristenUnie, PvdA en SP. Verder kom ik niet.

De heer Schouw (D66):

GroenLinks.

De voorzitter:

We kunnen alle partijen gaan noemen die er nu niet zijn, maar die zijn er niet.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter, dit is echt een belangrijk punt. Ik kan me voorstellen dat er misschien een extra regeling van werkzaamheden wordt gevraagd, nog voor het tijdstip waarvoor het debat gepland staat.

De voorzitter:

Dat kan altijd in uw commissie. Er is simpelweg geen meerderheid. Het spijt me, mijnheer Schouw. U zult vanavond toch in actie moeten komen.

De heer Schouw (D66):

Ik constateer dat een aantal fracties, die waarschijnlijk wel voor dit voorstel zouden zijn, er nu niet zijn. Ik vraag u dus om rekening te houden met een extra regeling van werkzaamheden.

De voorzitter:

Maar ook met die fracties erbij had u geen meerderheid gehad, als ik even snel reken. Als u alleen GroenLinks mee had gehad, had u geen meerderheid gehad. Maar goed, we houden rekening met een extra regeling.

De heer Schouw (D66):

Misschien moet ik nog even met mevrouw Helder praten.

De voorzitter:

U hebt de vrijheid om met iedereen te praten met wie u wilt praten.

Het woord is aan de heer Madlener.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter. Aan het Brussels gegraai in de Nederlandse portemonnee lijkt maar geen einde te komen. Vorig jaar heeft de Nederlandse regering onderhandeld met Brussel. Dat bleek te leiden tot een zeer slechte deal voor Nederland, namelijk dat de Nederlandse afdrachten de komende jaren omhooggaan. Daarna is er een discussie geweest over een nieuw tekort van de Europese Unie, waardoor Nederland weer honderden miljoenen moest betalen, en daar heeft Rutte zich helaas bij neergelegd. En nu is de volgende tegenvaller op komst. Ze hebben een nieuwe rekenmethode bedacht in Brussel. Het resultaat is dat we weer honderden miljoenen extra kunnen gaan betalen. Dat is natuurlijk onacceptabel. Daarom vraag ik een brief van het kabinet met opheldering over deze kwestie en een debat in deze Kamer.

De voorzitter:

Een brief en een debat. Voor een debat hebt u een meerderheid nodig. We gaan even kijken hoever we komen.

De heer Verheijen (VVD):

Er zijn al diverse brieven gestuurd door het ministerie van Financiën over deze kwestie. In augustus zal duidelijk zijn wat de gevolgen zijn voor Nederland. Geen behoefte aan een debat. Een brief blokkeren wij nooit, zoals u weet, maar geen behoefte daaraan.

De heer Van Hijum (CDA):

Afgelopen dinsdag was de minister van Financiën nog niet al te scheutig met informatie over meevallers. Misschien zou hij wel concrete getallen kunnen aanleveren als het gaat om deze mogelijke tegenvaller. Ik steun het verzoek om een brief zeer nadrukkelijk. Aan de hand van die brief zouden wij willen beoordelen of het zinvol is om een debat te voeren op korte termijn.

De voorzitter:

Vooralsnog geen steun voor het debat, stel ik vast.

De heer Van Laar (PvdA):

Mee- en tegenvallers zijn onderdeel van de reguliere begrotingscyclus. Daar gaan we geen individuele debatten over voeren, dus geen steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Ik stel vast dat er geen meerderheid is.

De heer Madlener (PVV):

Ik hecht eraan toch de opmerking te maken dat het gaat om een nieuwe rekenmethode die in Brussel is bedacht. Daar moeten wij ons niet zomaar bij neerleggen. Ik kijk naar mijn collega's, zeker de laatste die ik net gehoord heb, die zei: ach, het zal allemaal wel. Het is Nederlands geld dat door Brussel afgepakt wordt, met een nieuwe rekenmethode die Brussel zelf bedacht heeft. Ik vind dit een heel zwakke opstelling van een aantal collega's, maar we wachten de brief af.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Veen van de fractie van de VVD.

De heer Van Veen (VVD):

Voorzitter. Medische dossiers zijn van patiënten. Het is belangrijk dat patiënten ook de inhoud kennen van hun medische dossier. Maar dan is het wel belangrijk dat die medische dossiers van goede kwaliteit zijn. Nu blijkt uit een onderzoek waarover De Telegraaf vandaag bericht, dat de medische dossiers bij huisartsen vol fouten zitten. Gezien de eerdere berichtgeving hierover stel ik de Kamer voor om een debat te houden met de minister van VWS over het onderwerp dat de medische dossiers vol fouten zitten.

De voorzitter:

We gaan even kijken of er een meerderheid voor is.

Mevrouw Klever (PVV):

Dit is wederom een reden waarom het onzalige plan van het elektronisch patiëntendossier zo snel mogelijk van tafel moet, dus steun voor een debat.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Ook D66 maakt zich zorgen. Vertrouwelijkheid is een groot goed. Wij zijn ook geschrokken van de berichtgeving in De Telegraaf. Wij zouden dan ook heel graag hierover een brief van het kabinet ontvangen, om te weten wat er nu precies aan de hand is. In ieder geval geven wij steun aan het verzoek om een debat.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Dit is de eerste keer dat de heer Van Veen een debat aanvraagt, dus dan weet je dat het noodzaak is. Dat is het ook, want het biedt ons een mooie gelegenheid om een debat te voeren over het elektronisch patiëntendossier. Op welke manier kunnen wij ervoor zorgen dat patiënten daar de baas over worden? Wij willen graag een reactie van de minister en dan een debat. Wij steunen dus het debat en wij willen een brief.

De voorzitter:

Het gaat goed, mijnheer Van Veen.

De heer Van Hijum (CDA):

Dan kan de CDA-fractie natuurlijk niet achterblijven. Ook graag een debat, voorafgegaan door een brief.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden naar de regering. Als dit uw eerste debataanvraag is, mijnheer Van Veen, dan zit u op een score van 100%. We gaan het debat inplannen, want er is een meerderheid voor. De spreektijd per fractie is vier minuten.

Het woord is aan mevrouw Oosenbrug van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Voorzitter. Vandaag hebben we kennis kunnen nemen van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie over de thuiskopieheffing. Ik lees in de media dat een woordvoerder van het ministerie van Veiligheid en Justitie stelt dat door de uitspraak er sprake is van een onmiddellijk downloadverbod. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat over een onderwerp waarover al zo lang gediscussieerd wordt, onduidelijkheid bestaat in de zin dat via de media nu in feite een downloadverbod wordt afgekondigd. Ik vraag bij dezen een debat aan, voorafgegaan door een brief. Omdat hierover geen onduidelijkheid mag blijven bestaan, zou ik die brief het liefst vandaag nog willen ontvangen.

De voorzitter:

Toe maar!

De heer Van der Steur (VVD):

Steun voor een brief en dan zullen we aan de hand daarvan bekijken wat de beste methode is voor behandeling in de Kamer.

De voorzitter:

Alleen steun voor de brief, zo stel ik vast.

De heer Van Hijum (CDA):

Dat lijkt mij ook verstandig. Het verzoek om een brief steun ik zeer nadrukkelijk, maar laten we dan aan de hand van die brief bekijken wat de manier van behandelen wordt.

De voorzitter:

Alleen de brief en niet het debat, zo stel ik vast.

Mevrouw Helder (PVV):

Een brief is prima, maar die hoeft wat mij betreft echt niet vandaag te komen, want we hebben nog genoeg te doen. Het is wel een belangrijk punt, maar een brief is prima.

De voorzitter:

Een brief is prima, niet een debat, zo stel ik vast.

Mevrouw Oosenbrug, ik moet u teleurstellen. Wel een brief, maar geen debat. We zullen het stenogram doorgeleiden naar de regering.

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

To zover de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven