2 Herdenking mevrouw Borst-Eilers

Aan de orde is de herdenking naar aanleiding van het overlijden van mevrouw Borst-Eilers.

De voorzitter:

Ik heet de familieleden van Els Borst, de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken welkom in de Tweede Kamer.

Ik verzoek hen, de leden en onze gasten op de publieke tribune, voor zover dat voor hen mogelijk is, te gaan staan.

Waarde medeleden,

Vandaag staan wij stil bij het overlijden van mevrouw Els Borst-Eilers. Mevrouw Borst overleed op 9 februari onder tragische omstandigheden. Ze is 81 geworden. De gewelddadige manier waarop zij om het leven is gekomen, heeft in deze Kamer en overal daarbuiten een enorme schok teweeggebracht.

Mevrouw Borst was minister van staat, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, viceminister-president en voor D66 korte tijd lid van de Tweede Kamer, waarvan zeven dagen als fractievoorzitter. Politiek gezien was zij een laatbloeier. Ze had eerst een prachtige medische carrière, van arts-assistent tot medisch directeur van het Academisch Ziekenhuis Utrecht en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Die functie van medisch directeur kreeg ze al op 44-jarige leeftijd, wat betekent dat ze ook toen al een bijzondere vrouw was. Alleen wisten de meeste Nederlanders dat toen nog niet.

Landelijke bekendheid kreeg ze pas nadat ze op 22 augustus 1994 was beëdigd als minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dat was in het eerste paarse kabinet. Ze was toen 62. Het was niet zo dat zij zelf de politiek zocht. De politiek zocht haar. Dat gebeurde in de persoon van Hans van Mierlo. Hij heeft, naar verluidt, heel wat moeite moeten doen om haar over te halen om minister te worden.

Ze kreeg een positief onthaal. "Goed dat er een minister komt met praktijkervaring", zo luidden de reacties. De NRC omschreef haar als "correct in de omgang, zeer efficiënt, even aimabel als deskundig en zonder sterallures". Nu, twintig jaar later, kunnen we vaststellen dat die typeringen zeer treffend en zeer juist waren en zijn gebleven.

In diezelfde krant stond een beschrijving van haar eerste optreden in de Kamer. "Gekleed in een fijngeruit nazomerjasje met elleboogstukken stapt minister Borst-Eilers voor het Tweede Kamergebouw op het Plein uit haar dienstauto. Met schoudertas en koffertje neemt ze over het zand van de opengebroken straat de eerste hindernis op weg naar haar eerste debat." Dat ging over het wetsvoorstel medezeggenschap cliënten zorginstellingen. Ze sloeg zich er volgens de journalisten goed doorheen. "Dit is leuk werk", zegt ze als ze aan het eind van de middag de vergaderzaal verlaat.

Ze krijgt het politieke handwerk snel in de vingers. Ze krijgt daarvoor veel respect. Kernwoorden in de beoordelingen zijn: rustig, pragmatisch en relativerend. "Het voordeel van ouder worden is dat je niet meer bibbert als je in die grote vergaderzaal staat tegenover al die kritische Kamerleden", zei ze daar zelf later over. "Ik ben minder kwetsbaar. Als ze me niet meer moeten, denk ik: nou, dan niet. Mijn toekomst ligt niet in duigen als er iets misgaat".

Op 4 mei 1997 maakt ze diepe indruk met een toespraak bij de nationale 4 mei-herdenking op de Dam in Amsterdam. Op de laatste dag van diezelfde maand presenteert Hans van Mierlo haar als de lijsttrekker van D66 bij de volgende Kamerverkiezingen met de onvergetelijke woorden: "Het is een meisje en we noemen haar Els".

Ondanks het tegenvallende verkiezingsresultaat gaat D66 opnieuw regeren met de PvdA en de VVD. Els Borst treedt ook nog op als mede-informateur van dat kabinet. Naast Annemarie Jorritsma wordt zij de tweede vicepremier. Dit paarse kabinet noemde zij zelf achteraf de beste periode als minister.

Meer dan 100 keer verdedigde Els Borst een wet in de Tweede Kamer, hier, in vak-K. Zij verbeterde de rechten van patiënten, initieerde de prijzenwet geneesmiddelen, de Tabakswet en de Wet op de orgaandonatie. Na jarenlange discussie kwam tijdens haar ministerschap de Euthanasiewet tot stand. Voor mij blijft Els Borst voor altijd de minister die het zelfbeschikkingsrecht van individuele patiënten wettelijk heeft geborgd.

Terugkijkend op haar actieve politieke leven, vond zij het debat in 1999 over de nasleep van de Bijlmerramp het moeilijkst. "Het was zonder meer een aanslag op mijn bestaan als minister, maar achteraf kan ik zeggen dat ik er innerlijk sterker van ben geworden." Na haar vertrek uit de actieve politiek in 2002 hield ze drie maanden rust. Daarna vormde ze een pakketje of pakket van activiteiten waarmee ze haar dagen weer vulde. Verder bleef ze op de achtergrond actief in haar partij. Een beloning voor en een bekroning op haar carrière was haar benoeming in 2012 tot minister van staat. In datzelfde jaar ontving ze de prestigieuze Aletta Jacobsprijs.

Op zaterdag 8 februari jongstleden was ze nog vol belangstelling en levenslust op het congres van haar partij aanwezig. Kort daarna is er iets onvoorstelbaars gebeurd dat haar ruw uit het leven heeft weggerukt. In een NRC-interview in 2012 kwam de vraag aan de orde of ze was voorbereid op de dood. In haar nuchtere antwoord zei ze: "De komende tien jaar gaat het gebeuren. We weten niet waaraan, we weten niet wanneer, maar het gaat gebeuren." Dat iemand die zich zo heeft ingezet voor zelfbeschikking en een eigen keuze voor het leven en de beëindiging ervan, zelf op gewelddadige wijze aan haar levenseinde is gekomen, is niet in woorden te vangen.

Vandaag gaan onze gedachten uit naar haar familieleden, naar haar partijgenoten hier en buiten deze Kamer en naar alle mensen die haar dierbaar waren en voor wie zij dierbaar was.

Minister Rutte:

Mevrouw de voorzitter. Vlak nadat Els Borst in 1994 toetrad tot het eerste paarse kabinet, zei zij in een interview: "Om gezond oud te worden is het heel belangrijk, zo lang mogelijk actief te blijven." Dit is een uitspraak die zij zelf ten volle heeft nageleefd en ook daarom kwam het nieuws van haar plotselinge overlijden, vorige week maandag, als een grote schok.

Op zaterdag was zij nog bij het congres van haar partij. Een paar dagen later kwam ineens dat droevige bericht van haar dood. Het is een afschuwelijke gedachte dat zij waarschijnlijk door een misdrijf om het leven is gekomen. Voor iedereen die haar na stond, moet dat nauwelijks zijn te bevatten.

Toen Els Borst zich in 1994 door Hans van Mierlo liet overhalen om minister te worden, had zij al een prachtige en complete carrière in de gezondheidszorg achter de rug. Dat maakte haar tot een bijzondere verschijning in het Haagse. Zij kwam als dokter de politiek in, en dat is zij in veel opzichten ook gebleven. Als wetenschappelijk onderlegde vakvrouw werd zij gedreven door kennis, door inhoud, altijd leergierig. Altijd wilde zij het naadje van de kous weten en altijd bleef zij notities maken in een van die vele aantekeningenboekjes die zij in haar leven moet hebben volgeschreven. Daarnaast bleef Els borst de luisterende en begripvolle arts die de menselijke maat nooit uit het oog verloor. Haar hart lag bij de gezondheidszorg, bij de mensen die in deze sector werkten en vooral bij de patiënten. Maar ook daarbuiten realiseerde zij zich steeds om wie het in de politiek moest gaan. "De wereld draait niet om dat groepje in Den Haag", zei ze ooit, "het gaat om de mensen in het land. Laten wij ons dus niet opwinden over wat zij absoluut niet opwindend vinden, maar ons beperken tot wat hen bezighoudt, zoals hun veiligheid, hun gezondheid en hun leefomgeving."

Els Borst was vriendelijk, wijs en het tegendeel van een scherpslijper. Ze was in alle opzichten een mevrouw, maar status deed haar niet veel en van kouwe drukte moest ze al helemaal niets hebben. Daarmee nam ze mensen voor zich in, ook in dit huis. Tegelijkertijd was zij een stevige bestuurder die stond voor haar opvattingen. Weloverwogen en heel precies formulerend, overtuigde zij mensen op basis van argumenten. Dat gold voor de medisch-ethische dossiers in haar portefeuille, maar ook voor de manier waarop zij kostenoverschrijdingen in de zorg aanpakte en zich sterk maakte voor de rechten van patiënten. Dan kon zij ook heel strijdbaar en vasthoudend zijn, zonder stemverheffing, maar juist daardoor des te effectiever. "Een ijzeren dame met een fluwelen handschoen", noemde zij zichzelf ooit. Dat is een herkenbaar beeld, niet in de laatste plaats overigens voor haar rokende oud-collega's, die moesten toezien hoe de asbakken door haar toedoen uit de Trêveszaal werden verbannen.

Tijdens haar leven is Els Borst voor veel mensen een belangrijke vraagbaak en adviseur geweest. Die rol was haar op het lijf geschreven, omdat zij kennis van zaken en een helder verstand koppelde aan een beschouwend karakter, humor en relativeringsvermogen. Daarom paste het ministerschap van staat ook zo goed bij haar. Het is een groot gemis dat zij er nu niet meer is om ons af en toe op haar eigen manier een spiegel voor te houden.

Mevrouw de voorzitter, Els Borst was een mens met een hoofdletter M. Dat juist zij een niet-natuurlijke dood moest sterven, is een gedachte die intens verdrietig maakt. Namens het kabinet wens ik haar politieke en andere vrienden, maar vooral haar kinderen en kleinkinderen heel veel kracht toe bij de verwerking van dit grote verlies.

De voorzitter:

Ik verzoek u, een moment van stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen staande enkele ogenblikken stilte in acht.)

De voorzitter:

Ik verzoek de familie, zich naar het Ledenrestaurant te begeven. Aldaar is gelegenheid tot condoleren.

De vergadering wordt van 14.14 uur tot 14.22 uur geschorst.

Naar boven